NL7906387A

NL7906387A - Thermisch bestuurde klep.

Info

Publication number: NL7906387A
Application number: NL7906387A
Authority: NL
Original assignee: Gestra Ksb Vertrieb Gmbh
Priority date: 1978-08-28
Filing date: 1979-08-24
Publication date: 1980-03-03
Also published as: DE2837538A1; JPS5533992A; PL217979A1; DE2837538C2; GB2028999B; US4244518A; HU180466B; FR2434983B1; JPS6253755B2; GB2028999A; FR2434983A1

Description

GESTRA-KSB Vertriebsgesellschaft mbH & Co Kommanditgesellschaft, Bremen, Bondsrepubliek Duitsland Thermisch, bestuurde klep

De uitvinding heeft betrekking op een klep, in het bijzonder een condensaatafscheider, met een thermisch stuurelement, dat een dun star vanddeel en een aan de omtrek daarmee verbonden membraanorgaan omvat, dat een met een klepzitting samenverkend sluit deel bedient, 5 waarbij de tussen het vanddeel en het membraanorgaan gevormde expansie- ruimte van het stuurelement een uitzetmedium bevat.

Bij kapselvormige thermische stuurelementen (bijvoorbeeld vouwbalgen en membraan do zen) worden niet alleen de elastische, maar ook de starre vanddelen zo dunvandig mogelijk uitgevoerd, om naast een voldoende grote beweegbaarheid van het elastische deel, een goed varmte-overdrachtsvermogen en onder andere ook een goede lasbaarheid van de starre en elastische delen onderling te verkrijgen. Op grond van de dun-vandigieid is de belastbaarheid Yan dergelijke stuurelementen met hoge drukverschillen noodgedwongen begrensd.

15 Vindt een dergelijk thermisch stuurelement bijvoorbeeld in een condensaatafscheider voor hogere werkdrukken (bijvoorbeeld PN Uo en hoger) toepassing en wordt dit met oververhitte damp belast, wat niet uit te sluiten is, dan ontstaat een zeer hoge inwendige overdruk van het uitzetmedium in het stuurelement. Een vervormen en barsten daarvan 20 is het gevolg.

De uitvinding beoogt te voorzien in een klep van het in het voorgaande vermelde type met een evenals voorheen dunvandig en toch door het optreden van hoge inwendige overdruk niet in gevaar gebracht thermisch stuurelement.

25 Dit oogmerk is volgens de uitvinding gerealiseerd doordat een dikwandig mantelhuis het stuurelement steunend omsluit, het mantelhuis van langs het oppervlak van het stuurelement verlopende stromingskanalen voorzien is, en de stromingskanalen in- en uitgangscpeningen voor het af te scheiden medium hebben.

790 63 87 * 2

Het aldus aangebrachte mantelhuis voor het thermische stuurelement kan voldoende dikwandig en zodoende stijf genoeg uitgevoerd worden, om de een of meer starre wanddelen van het stuurelement ook tegen overmatig hoge inwendige overdruk af te steunen en zodoende 5 een vervormen daarvan te verhinderen. Het membraan or gaan ervaart even eens de nodige afbteuning door het mantelhuis. Hetzij dat het direct tegen het mantelhuis komt te rusten hetzij dat een eventueel aan het stuurelement voor het membraan orgaan aangebrachte dunne steunwand door het mantelhuis afgevangen wordt. Door de in het mantelhuis aangebrachte 7Ό stromingskanalen wordt het stuurelement door het af te scheiden medium direct belast, zodat een goede warmteoverdracht met snelle reactie tussen het af te scheiden medium buiten en het uitzetmedium binnen het stuurelement gewaarborgd is.

Een belangrijk voordeel bestaat ook hierin, dat in grote serie-15 fabricage vervaardigde en dus gunstig in prijs liggende, qp geringere werkdrukken berekende thermische stuurelementen toepassing kunnen vinden.

Een voorkeurs uitvoering van de uitvinding is gekenmerkt doordat de klepafsluitplaats binnen het mantelhuis gelegen is, en de stromings-20 kanalen van het mantelhuis de toevoerweg naar de klepafs lui tplaats vormen, waardoor een gedwongen en zodoende bijzonder intensieve stroming van het af te scheiden medium door de stromingskanalen van het mantelhuis tot stand komt, wat de aanspreek gevoeligheid van het stuurelement bevordert, en voorts doordat het mantelhuis aan de van de klepzitting afgekeerde 25 zijde daarvan tenminste één de klepinlaat met de stromingskanalen ver bindende toevoeropening heeft, wat de voorwaarden voor een steeds alzijdige omstroming van het stuurelement in het mantelhuis verschaft.

Een bijzonder doelmatige vormgeving van de stromingskanalen in het mantelhuis is verkregen doordat de stromingskanalen uit naar het 30 oppervlak van het stuurelement epen sleuven in de binnenwandvlakken van het mantelhuis bestaan, waarbij een in het bijzonder voor vlak te construeren thermische stuurelementen zeer geschikte uitvoeringsvorm van het mantelhuis is gerealiseerd doordat het mantelhuis uit twee aan hun en . .

randzijde met elkaar verbonden schaalbestanddelen bestaat,/waarbij een 35 bijzonder eenvoudige oplossing voor de verbinding tussen de stromings- 790 6 3 87 jt 3 kanalen van de "beide schaallichamen vordt verkregen doordat tenminste een van beide schaalbestanddelen in het bereik van de schaalbestanddeel-schei dings voeg een het stuurelement omgevende ringgroef heeft, waarmee de stromingskanalen van de schaalbestanddelen verbonden zijn. Op elke 5 willekeurige relatieve omtreksplaats van de beide schaalbestanddelen is zekergesteld, dat het af te scheiden medium uit de stromingskanalen aan de van de klep zitting verwijderde zijde van het stuurelement., in elke naar de klepzitting toegekeerde zijde geraken kan.

Een verdere voorkeursuitvoering van het mantelhuis is gekenmerkt 10 doordat tenminste het van de klepzitting verwijderde schaalbestanddeel uit een buitenste krans met binnenste steunspaken bestaat. Bij deze oplossing kunnen de tussen de steunspaken overblijvende spleten tegelijk de toevoerqpeningen en de stromingskanalen vormen.

Uiterst doelmatige wijzen van bevestiging van het mante lhuis 15 en daarmee ook van het stuurelement in het klephuis zijn tenslotte ge realiseerd doordat het man te lhuis plaatsvast aan de klepzittingbus in het klephuis vastgehouden is en doordat het zich nabij de klepzitting bevindende schaalbestanddeel en de klepzittingbus in één stuk uitgevoerd zijn.

20 In de tekening is een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding voorgesteld,

Fig. 1 toont een thermisch bestuurde condensaatafscheider in doorsnede I - I en fig. 2 toont een zich nabij de klepzitting bevindend schaal-25 bestanddeel van de bovengenoemde condens aatafschei der in bovenaanzicht.

In de inwendige ruimte 1 van een klephuis 2 is een thermisch stuurelement 3 aangebracht, dat samengesteld is uit twee dunwandige wanddelen 4, 5 en een daartussen aangebracht, aan de omtrek daaraan gelast membraanorgaan 6. Dit laatste draagt een sluitdeel 7» dat met 30 een klepzitting 8 aan een klepzittingbus 9 samenwerkt. De tussen het starre wanddeel ^ en het membraanorgaan 6 gevormde expansie ruimte 10 van het stuurelement 3 bevat een uitzetmedium, bij voorkeur een ver-dampings vloeistof.

Het stuurelement 3 is stevig omsloten door een dikwandig mantel-35 huis, dat uit twee aan hun randzijde met elkaar verbonden sch aalbes tand- 790 6 3 87 k delen 11, 12 bestaat. Het zich nabij de klepzitting bevindende schaal-bestanddeel 12 wordt plaatsvast aan deKLepzittingbus 9 vastgehouden. Beide sch aalbes tan ddelen 11, 12 hebben aan de binnenzijde radiaal verlopende sleuven 13, 1H en concentrische dwars groeven 15, 16. Voorts 5 zijn beide schaalbestanddelen 11, 12 tussen hun aan de randzijde gelegen oplegvlakken en de buitenrand van het stuurelement 3 van twee naar elkaar open ringgroeven 17, 18 voorzien, en tenslotte bezit het van de klepzitting verwijderde schaalbestanddeel 11 een centrale, in de sleuven 13 uitmondende toevoeropening 19.

10 Bij het afscheiden stroomt het condensaat uit de binnenruimte 1 van het huis door de toevoeropening 19 in de sleuven 13 en de dwars-groeven 15 van het schaalbestanddeel 11. Via de ringgroeven 17» 18 stroomt het dan in de sleuven 1¾ en dwars groeven 16, om tenslotte tot de klepzittingopening 20 te geraken. Hierbij wordt het stuurelement 15 3 in het mantelhuis 11, 12 gedwongen alzijdig direct door het af te scheiden condensaat belast, zodat de temperatuur in de expansieruimte 10 zich met een snelle reactie aan de telkens optredende temperatuur van het voorbij stromende condensaat aanpassen kan en een vertragings-vrij aanspreken van het stuurelement 3 gewaarborgd is.

20 De dunwandige wan ddelen H, 5 van het stuumLement 3 zijn alleen tegen hoge inwendige overdrukken in de expansieruimte 10 niet bestand. Bij de gebeurlijk niet te vermijden belasting van het stuurelement 3 met oververhitte damp, temeer die van hogere druk, treden zeer hoge inwendige overdrukken in het stuurelement 3 op. Daar echter de beide 25 uiterst stijve schaalbestanddelen 11, 12 met hun binnenste kopvlakken afsteunend tegen de beide wanddelen H, 5 van het stuurelement 3 aan-liggen, is dit laatste tegen een vervorming of zelfs een barsten als gevolg van verhoogde inwendige overdruk op betrouwbare wijze beveiligd, De sleuven 13, 1^ en dwars groeven 15, 16, die de afsteunvlakken onder-30 breken, zijn in hun breedte zo smal bemeten, dat ook in deze bereiken geen overbelasting van het stuurelement 3 plaats vindt.

790 6 3 87 5

Lijst van gebezigde vervijzingscijfers: 1 inwendige ruimte 2 klephuis 3 stuurelement 5 U ,5 wanddelen 6 memb raanorgaan 7 sluitdeel 8 klep zitting 9 klepzittingbus 10 10 e35>ansieruimte 11« 12 schaalbestanddelen 13» 1^ sleuven 15, 16 dwarsgroeven 17, 18 ringgroeven 15 19 toevoeropening 20 klepzittingopening 790 63 87

Claims

1, Klep, in het bijzonder een condensaatafscheider, met een thermisch stuurelement, dat een dun star vanddeel en een aan de omtrek daarmee verbonden membraanorgaan omvat, dat een met een klepzitting 5 samenweikend sluitdee.1 bedient, waarbij de tussen het wanddeel en het . membraanorgaan gevormde expansie ruimte van het stuurelement een uit-zetmedium bevat, gekenmerkt doordat een dikwandig mantelhuis (11, 12) het stuurelement (3) steunend omsluit, het mantelhuis van langs het oppervlak van het stuurelement verlopende stromingskanalen (13, 1*0 10 voorzien is, en de stromingskanalen in- en uitgangsopeningen (19, 20) voor het af te scheiden medium hebben,

2. Klep volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de klepafsluit-plaats (7, 8) binnen hèt mantelhuis (11, 12) gelegen is, en de stromingskanalen (13, 1*0 van het mantelhuis de toevoerweg naar de klepafbluit- 13 plaats vormen. 3» Klep volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt doordat het mantelhuis (11, 12) aan de van de klepzitting (7) afgekeerde zijde daarvan tenminste lén de klepinlaat met de stromingskanalen (13, 1*0 verbindende toevoeropening (19) heeft.

20 It, Klep volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de stromingskanalen uit naar het oppervlak van het stuurelement (3) open sleuven (13, 1*0 in de binnenwandvlakken van het mantelhuis 11, 12) bestaan.

5. Klep volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt 25 doordat het mantelhuis uit twee aan hun randzijde met elkaar verbonden schaalbestanddelen (11, 12) bestaat,

6, Klep volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat tenminste een van beide schaalbestanddelen (11, 12) in het bereik van de schaalbestanddeel-scheidingsvoeg een het stuurelement (3) 30 omgevende ringgroef (17, 18) heeft, waarmee de stromingskanalen (13, 1*0 van de schaalbestanddelen verbonden zijn. 7» Klep volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat tenminste het van de klepzitting verwijderde schaalbestanddeel (11) uit een buitenste krans met binnenste steunspaken bestaat.

8. Klep volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt door- 790 6 3 87 e> dat het mantelhuis (11, 12) plaatsvast aan de klepzittingbus (9) in het klaphuis (2) vastgehouden is.

9. Klep volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat het zich nahi j de klepzitting bevindende schaalbestanddeel en de 5 klepzittingbus in één stuk uitgevoerd zijn.

10. Inrichting, in hoofdzask zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekening. 790 63 87