NL7906355A - Flexibele pijpkoppeling. - Google Patents

Description

- 1 - y wt ·* 1 N.0.28.159

Bridgestone Tire Company Limited, te Tokio, Japan.

Flexibele pj.jpkoppeling.

De uitvinding heeft betrekking op een flexibele pijp-koppeling welke op flexibele wijze pijpen kan verbinden voor het transport van rotsblokken, modder, zand en dergelijke, welke verpompt worden door een perszuiger.

Een pijpleiding voor het transport van media welke rots- 5 blokken, modder en zand bevatten dat opgepompt is door een perszuiger, omvat een gedeelte dat aangebracht is op een drijver welke ervoor bestemd is om verbonden te worden met de perszuiger waardoor een transportleiding voor het medium op het zeeoppervlak wordt geïnstalleerd en een gedeelte dat aangebracht is op een 10 steunconstructie waarmee de transportpijp voor het medium gedeeltelijk op het land en gedeeltelijk op zee wordt geïnstalleerd.en welk geheel een totale lengte van bijvoorbeeld 5*000 m heeft.

Over het algemeen is het gedeelte van de pijpleiding welke aangebracht is op de steunconstructie rechtlijnig uitgevoerd en 15 zijn de pijpeinden rechtstreeks aan elkaar verbonden. Wanneer de pijpleiding van richting moet veranderen, wordt gebruik gemaakt van een gebogen pijp teneinde de afzonderlijke stukken met elkaar te verbinden. Dat gedeelte van de pijpleiding dat aangebracht is op drijvers moet kunnen bewegen als reactie op verplaatsingen van 20 de perszuiger en op bewegingen van de drijver tengevolge van wind, golven en dergelijke, waarbij de pijpleiding gebogen wordt.

Dit soort buiging van de pijpleiding moet geabsorbeerd worden door een verbindingspijp. Dientengevolge speelt een flexibele pijpkoppeling een belangrijke rol bij het installeren van een der- 25 gelijke pijplieiding.

Een pijpleiding met dergelijke flexibele koppelingen produ-ceert een drukgradiënt tussen zijn inlaatgedeelte nabij de pers- -I- 790 6 3 55 Y ' Λ 2 zuiger tot aan zijn afgifte-opening. De druk wordt hoog ter plaatse van het inlaatgedeelte nabij de perszuiger. Bovendien slijt het inwendige· gedeelte van de flexibele pijpkoppeling, dat vervormd is tengevolge van buiging van de pijpleiding tengevolge van bewegingen van de drijver en in ernstige mate wordt beschadigd door modder, 5 zand en verbrijzelde stukken steen en dergelijke. Deze beschadigde pijpleiding met flexibele koppelingen moet vervangen worden door een nieuwe waardoor het bedrijf van de perszuiger tijdelijk onderbroken moet worden.

De pijpleiding wordt in hoofdzaak beschadigd tengevolge van 10 de schade aan de flexibele pijpkoppelingen. Als resultaat oefent de flexibele pijpkoppeling, of deze nu van hoge kwaliteit is of niet, een grote invloed uit op de bedrijfszekerheid van de perszuiger. In het bijzonder wanneer flexibele pijpkoppelingen gebruikt worden voor pijpleidingen voor het transporteren van opgebaggerde 15 modder en zand tezamen met verbrijzelde stukken rots en dergelijke, wordt de flexibele pijpkoppeling aan vroegtijdige slijtage onderworpen. Als resultaat blijkt de slijtbestendigheid van de flexibele koppelingAzeer belangrijke factor te zijn.

Tot nu toe was het gebruikelijk om voor dergelijke flexibele 20 pijpkoppelingen een flexibele koppeling te gebruiken welke in hoofdzaak bestond uit een rubberen pijp of van een flexibele pijpkoppeling welke gebruik maakt van een stalen sferisch oppervlak.

Beide typen flexibele pijpkoppelingen hebben een aantal constructieve nadelen en geven een vroegtijdige slijtage wanneer ze toege- 25 past worden voor het transport van scherpe voorwerpen.

De flexibele pijpkoppeling welke gebruik maakt van een stalen sferisch oppervlak geeft een smoorverschijnsel zoals het geval is wanneer de pijpdiameter gereduceerd wordt, tengevolge van de hoek tussen de gebogen gedeelten, waardoor de stromingsweerstand 30 toeneemt van het te transporteren medium door de pijpleiding.

Bij een flexibele pijpkoppeling welke gebruik maakt van een stalen sferisch oppervlak, teneinde de doorsnede van de pijpleiding gelijk te maken als die van de rechte pijpgedeelten, is het noodzakelijke om een flexibele pijpkoppeling te gebruiken van het type 35 met een groot sferisch stalen oppervlak, zodat de flexibele pijp- 790 6 3 55 t 4 3 koppeling zwaar van gewicht wordt.

on—

Als gevolg is het<mogelijk om de bestaande drijvers te gebruiken omdat het grote gewicht van de pijpkoppeling de pijpleiding overmatig zou doen buigen zodat het moeilijk wordt om met een goed nuttig effect verschillende media te transporteren. 5

Bovendien neigt het type flexibele pijpkoppeling met sferisch oppervlak ertoe om bij zijn aansluitgedeelte locale slijtage te vertonen zodat het moeilijk is deze voor langere tijd te gebruiken.

Be onderhavige uitvinding beoogt daarom een flexibele pijpkoppeling te verschaffen voor pijpleidingen welke opgebaggerd 10 materiaal transporteren, welke de nadelen welke ondervonden werden met de bekende flexibele pijpkoppelingen weg lën nemen.

Een kenmerk van de uitvinding bestaat uit het verschaffen van een flexibele pijpkoppeling welke een inlaatpijp omvat welke aan zijn inlaateinde voorzien is van een flens voor het vormen van de 15 verbinding met het einde van een van de pijpleidingen welke met een andere verbonden moet worden, van een uitlaatpijp met aan zijn uitlaateinde een flens voor het verbinden met het einde van de andere te verbinden pijpleiding, en een hoofdpijp bestaande uit een flexibel materiaal dat de einden overbrugt van de bovengenoemde 20 inlaat- en uitlaatpijpen welke tegengesteld zijn aan die met de flenzen, waarbij de verbetering daariit bestaat dat de flexibele hoofdpijp een hol tonvormig lichaam is dat stevig bevestigd is aan de inlaat- en uitlaatpijpen, zodat het de inlaat- en uitlaatpijpen met elkaar verbindt, waarbij de inwendige diameter van ten 25 minste één einde van de inlaat- en uitlaatpijpen convergeert naar de transportrichting van het erdoorheen getransporteerde medium.

Verdere oogmerken en kenmerken van de uitvinding zullen duidelijk worden aan de hand van de navolgende beschrijving van de bijgevoegde tekeningen. 50

Eig. 1 toont een gedeeltelijk doorgesneden zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van de flexibele pijpkoppeling volgens de uitvinding.

Eig. 2 toont een gedeeltelijke langsdoorsnede van een andere uitvoeringsvorm van een flexibele pijpkoppeling volgens de uitvin- 55 ding.

7906355 V v * 4

Pig. 3 toont een langsdoorsnede van een verdere uitvoeringsvorm van een flexibele pijpkoppeling volgens de uitvinding.

Fig. 4 toont een langsdoorsnede van wederom een andere uitvoeringsvorm van de flexibele pijpkoppeling volgens de uitvinding.

Fig. 5 toont een langsdoorsnede van een alternatieve uit- 5 voeringsvorm van een flexibele pijpkoppeling volgens de uitvinding.

Fig. 6 toont een langsdoorsnede van een laatste uitvoerings-rorm van een flexibele pijpkoppeling volgens de.uitvinding.

Fig. 1 toont een uitvoeringsvorm van een flexibele pijp-koppeling volgens de uitvinding. Volgens deze uitvoering is de 10 flexibele pijpkoppeling opgebouwd uit een inlaatpijp 3 vervaardigd van staal of kunsthars met slijtbestendige eigenschappen en voldoende stijfheid, welke voorzien is aan zijn inlaateinde van een flens 2, een uitlaatpijp 6 vervaardigd van staal of kunsthars met slijtbestendige eigenschappen en van voldoende stijfheid, welke 15 voorzien is aan zijn uitlaateinde van een flens 5» en een tonvormi-ge holle hoofdpijp 7*

De tonvormige holle hoofdpijp 7 bestaat uit een inwendig oppervlak van rubber 12a met uitstekende slijtbestendige eigenschappen, een wapeningslaag 12b vervaardigd van canvas vezels of 20 iets dergelijks en gelegen over het inwendige rubber oppervlak 12a, en uit een uitwendig bekledingsrubber 12c met uitstekende weer-bestendige eigenschappen dat op zijn beurt gelegd is buiten om de wapeningslaag 12b.

De tonvormige holle hoofdpijp 7 strekt zich uit over ribben 25 8, 9 en 11 welke uitsteken buiten de buitenomtrek van de inlaat-en uitlaatpijpen 3> 6 en is aan die eindgedeelten welke buiten de ribben 8, 9 gelegen zijn, voorzien van hieldraden 13 en 14· Deze hieldraden 13 en 14 worden omgeven door de einden van de wapenings-lagen 12b. De tonvormige holle hoofdpijp 7 is stevig bevestigd 30 aan de inlaat- en uitlaatpijpen 3>6 door het vulcaniseren van het binnen rubber oppervlak 12a tegen de inlaat- en uitlaatpijpen 3» 6.

De inwendige diameter van het inlaateinde van een pijpgedeel-te van de inlaatpijp 3 en de inwendige diamater van het inlaateinde van een pijpgedeelte van de uitlaatpijp 6 zijn gelijk ge- 35 maakt aan die van een niet weergegeven naburig pijpstuk dat ver 7906355 ï * 5 bonden moet worden, en bijvoorbeeld een diameter van 730 mm heeft.

De inwendige diameter van het pijpgedeelte 1 van de inlaatpijp 3 convergeert geleidelijk in de stromingsrichting van het te transporteren medium en bereikt bijvoorbeeld een diameter van 700 mm.

Op een overeenkomstige wijze convergeert de inwendige diameter 5 dg van het pijpgedeelte 4 van de uitlaatpijp 6 geleidelijk van zijn inlaateinde in de stromingsrichting van het medium en bereikt bijvoorbeeld een diameter van 700 mm.

Als resultaat is de kegelhoek van de pijpgedeelten 1, 4 van de inlaat- en uitlaatpijpen 3» 6 relatief gering. In het algemeen 10 is het verlies in deze pijpgedeelten 1, 4 slechts wrijvingsverlies. Bovendien is de inwendige diameter d^ van het uitlaateinde van het pojpgedeelte 1 van de inlaatpijp 3 kleiner dan de inwendige diameter dg van het inlaateinde van het pijpgedeelte 4 van de uitlaatpijp 6. 15

Het getransporteerde medium door de inlaatpijp 1 in de richting aangegeven door de pijl A wordt versneld en vertraagd wanneer het weer afgegeven wordt door het uitlaateinde van de inlaatpijp 1. Met andere woorden, het stromende medium door de inlaatpijp 1 bereikt de vergrote diameter bij het inlaateinde van de 20 uitlaatpijp 6 op een moment waarop de stroomlijnen los zijn van elkaar zodat er geen risico is dat het inwendige rubber oppervlak 12a afslijt door het langsstromende medium.

Be afstand tussen de inlaat- en uitlaatpijpen 3> 6 kan gewijzigd of aangepast worden binnen zekere grenzen waardoor het 25 mogelijk wordt dat de pijpleidingen met elkaar verbonden worden de waardoor^relatieve hoekverplaatsing plaatsvindt.

Fig. 2 toont een andere uitvoeringsvorm van een flexibele pijpkoppeling volgens de uitvinding. Bij deze uitvoering is de inwendige diameter d^ van het inlaateinde van de inlaatpijp 3 30 groter gemaakt dan de inwendige diameter d^ van de pijpleiding zodat voorkomen wordt dat het getransporteerde medium erin achter zou blijven.

Bovendien is de inwendige diameter van het inlaatpijpgedeelte 1a van de inlaatpijp 1 gelijk gemaakt over een stuk ter lengte 35 van 1, teneinde stroming van het medium te kalmeren en gelijk te 790 6 3 55 + ' * 6 richten. De inwendige diameter van het overblijvende uitlaat-pijpgedeelte van de inlaatpijp 1 convergeert in de stromings-richting teneinde het medium te versnellen.

Yolgens deze uitvoeringsvorm is de uitlaatpijp 6 in hoofdzaak gelijk aan de uitlaatpijp 6 van de uitvoering volgens fig.1. 5

Stel dat de inwendige diameter van het uitlaateinde van de inlaatpijp 1 gelijk is aan d^, dan is de lengte 1 met constante • inwendige diameter over het gedeelte 1a van de inlaatpijp 1, dat als gelijkrichter dient, gelijk aan : (d, - 4.) 10 1 i —2-b—2- x 10

Wanneer de lengte van de hoofdpijp 7 aanzienlijk korter is dan de inwendige diameter, is het mogelijk om het gedeelte met constante diameter 1a van de inlaatpijp 1 weg te laten. 15

Bij de onderhavige uitvoeringsvorm, wanneer de verhouding tussen de kegelhoek van het convergerende gedeelte 1b van de inlaatpijp 5 en de inwendige diameter van het inlaateinde van de uitlaatpijp 6 zodanig bepaald wordt dat een hoek a, gevormd tussen het verlengde van het convergerende gedeelte 1b dat passeert door 20 een verticale hartlijn van de hoofdpijp 7 en een segment dat het s nijpunt verbindt tussen de verticale hartlijn van de hoofdpijp 4 en het verlengde van het convergerende gedeelte 1b van de inlaatpijp 5 naar de eindrand van de inlaat van de uitlaatpijp 6, groter is dan een maximum buighoek β van de hoofdpijp 7» kan het medium 25 dat erdoorheen stroomt rechtstreeks de binnenkant van het inlaateinde van de uitlaatpijp 6 bereiken, waardoor in belangrijke mate de slijtage van het inwendige rubber-oppervlak 12a verminderd wordt.

De maximum buighoek β van de hoef dpi jp 7 is 15° tot 20°, 30 zodat de kegelhoek van het convergerende gedeelte 1b van de inlaatpijp 1 en de inwendige diameter van het inlaateinde van de uitlaatpijp 6 zodanig gekozen zijn, dat de hoek a groter is dan de maximale buighoek β.

De vorm van de inwendige stroombaan van de inlaat- en uit- 35 laatpijpen 3» 6 in de doorsnede wordt niet altijd beperkt tot een cirkel, doch kan bijvoorbeeld ook rechthoekig of vierkant zijn.

7906355 * # 7

Fig. 3 toont een verdere uitvoeringsvorm van een flexibele pijpkoppeling volgens de uitvinding. Bij de2e uitvoeringsvorm is het uitlaateinde van het pijpgedeelte 1 van de inlaatpijp 3 naar buiten gericht ten opzichte van het stevig bevestigde gedeelte van de hoofdpijp 7 om zodoende een uitstekend gedeelte 1c te vor- 5 men en een ruimte A te begrenzen tussen de buitenomtrek van het uitstekende gedeelte 1c en het inwendige oppervlak van het uithollende middengedeelte van de tonvormige holle hoofdpijp 7· Bij deze uitvoeringsvorm wordt bij voorkeur de inwendige diameter d^ van het pijpgedeelte 1a van de inlaatpijp 3 gelijk gemaakt aan de 10 inwendige diameter dg van het rechte pijpgedeelte 4a van de uitlaatpijp 6.

Bij de flexibele pijpkoppeling geconstrueerd als boven beschreven, is de flexibele hoofdpijp 7 in staat een verplaatsing op te nemen welke ontstaat wanneer de hartlijn van de pijp ver- 15 bonden aan de inlaatpijp 3 gebogen wordt ten opzichte van de hartlijn van de pijp welke verbonden is met de uitlaatpijp 6. Bovendien, wanneer de pijpverbinding welke verbonden is aan de inlaat-pijp 3 gebogen wordt ten opzichte van de pijp verbonden aan de uitlaatpijp 6, is de ruimte A in de hoofdpijp 7 werkzaam om te 20 voorkomen dat de doorsnede van de verbindingspijp kleiner wordt dan de doorsnede van het pijpgedeelte 1 met zijn inwendige diameter d.j van de inlaatpijp 3 en kleiner wordt dan de doorsnede van het rechte pijpgedeelte 4a met zijn inwendige diameter dg van de uitlaatpijp 6. Als resultaat, is de modder en dergelijke welke 25 getransporteerd wordt door de pijpkoppeling niet onderworpen aan drukverlies. Bovendien worden in de opgebaggerde modder, zand en scherpe delen zoals gebroken stukken rots en dergelijke, afgevoerd uit het pijpgedeelte 1 van de inlaatpijp 3 door het convergerende gedeelte 4b van de uitlaatpijp 6 naar het rechte gedeelte 4a en 30 maken zodoende geen contact en botsen niet met het inwendige rubber-oppervlak van de flexibele hoofdpijp 7· Als resultaat is het mogelijk te voorkomen dat het inwendige oppervlak van de hoofdpijp 7 en de hoofdpijp 7 zelf slijten of beschadigd worden.

Wanneer de inlaatpijp 3 en de uitlaatpijp 6 ten opzichte van 35 elkaar gebogen worden, speelt water in de ruimte A een rol van 790 6 3 55 8 waterkussen om zodoende de verandering in druk te compenseren.

Fig. 4 toont wederom een andere uitvoeringsvorm van een flexibele pijpkoppeling volgens de uitvinding. Bij deze uitvoering is het pijpgedeelte 1 van de inlaatpijp 3 uitgevoerd als recht pijpgedeelte 1a en een convergerend pijpgedeelte 1b. Een pijp- 5 gedeelte 4 van een uitlaatpijp 6 is recht uitgevoerd en de inwendige diameter d^ van het rechte pijpgedeelte 1a van de inlaatpijp 3 is gelijk gemaakt aan de inwendige diameter d2 van het pijpgedeelte 4 van de uitlaatpijp 6.

Bij de flexibele pijpkoppeling volgens deze uitvoering, 10 wordt, zelfs wanneer de inlaatpijp 3 gebogen wordt naar de uitlaatpijp 6 toe, de gedeformeerde wand van de hoofdpijp 7 niet blootgesteld tussen het convergerende pijpgedeelte 1b van de inlaatpijp 15 en het pijpgedeelte 4 van de uitlaatpijp 6, zodat de transportbaan door de pijkoppeling glad wordt. Bovendien ver- 13 zekert toepassing van heb convergerende pijpgedeelte 1b een toename van de locale stroomsnelheid van de modder en dergelijke erdoorheen .

Eig. 5 toont een andere uitvoeringsvorm van een flexibele pijpkoppeling volgens de uitvinding. Bij de onderhavige uitvoering 20 is het pijpgedeelte 1 van een inlaatpijp 3 opgebouwd uit een rechtlijnig pijpgedeelte 1a en een convergerend pijpgedeelte 1b op dezelfde manier als bij het voorbeeld van fig. 2. Een uitlaatpijp 6 is voorzien aan het binneneinde van zijn rechtlijnig pijpgedeelte 4a van zijn pijpgedeelte 4 van een convergerend pijpgedeelte 4b. 25

Deze uitvoering is er speciaal voor bestemd om gladheid te verbeteren van de stroombaan en om locale stroomsnelheden van het medium hoog te maken ten opxzichte van de eerder beschreven uitvoeringsvorm in fig. 4·

Eig. 6 toont nog een andere uitvoeringsvorm van een flexibele 30 pijpkoppeling volgens de uitvinding. Hier is de inlaatpijp 3 opgebouwd uit een recht pijpgedeelte 1, een flens 2 en een binnenpijp-gedeelte 15 dat glijdend ingebracht is en verwijderd kan worden uit de rechte pijp 1 en verder voorzien is van een passende fles 2.

Het binnenpijpgedeelte 15 is aan zijn buiteneinde voorzien van 35 een flens 16 welke ervoor bestemd is om in een ringvormige groef 790 6 3 55 * "* r 9 17 van de flens 2 van de inlaatpijp 3 te passen. Bovendien is de hoofdpijp 7 aan een einde van het inwendige omtreksoppervlak voorzien van een uitsteeksel 7a dat dicht verbonden is met het uitwendige omtreksoppervlak van het binnenpijpgedeelte 15» waardoor voorkomen wordt dat modder en zand binnendringen in een spleet 5 welke aanwezig is tussen het inwendige pijpgedeelte 15 en het rechte pijpgedeelte 1.

Een uitlaatpijp 5 is opgebouwd uit een recht pijpgedeelte 4a voorzien aan zijn buiteneinde van een flens 5 en een convergerend gedeelte 4b· 10

De inwendige diameter d^ van het inwendige pijpgedeelte 15 van de inlaatpijp 3 is gelijk gemaakt aan de inwendige diameter d2 van het rechte pijpgedeelte 4a van de uitlaatpijp 6.

Bij deze uitvoeringsvorm is het binnenpijpgedeelte 15 glijdend ingebracht in en verwijderbaar uit de inlaatpijp 3 welke 15 ertoe neigt te verslijten in een relatief korte tijd zodat het binnenpijpgedeelte 15 gemakkelijk vervangen kan worden door een nieuw deel en waarbij de flexibele koppelingspijp als geheel lang gebruikt kan worden.

Zoals eerder gezegd, heeft de flexibele pijpkoppeling voor 20 opgebaggerd materiaal dat getransporteerd wordt door pijpleidingen volgens de uitvinding een aantal voordelen. In de eerste plaats zorgt de toepassing van zulk een eenvoudige constructie dat de inwendige diameter van ten minste één van de inlaat- of uitlaatpijpen convergeert tegen de stromingsrichting van het medium .... ervoor dat 25 contact voorkomen wordt tussen het medium en het inwendige oppervlak van het rubber van de hoofdpijp van de flexibele koppeling onder een gerings? drukverlies en zodoende het voorkomen van slijtage. In de tweede plaats verzekert de toepassing van een flexibele tonvormige holle hoofdpijp welke de inlaat- en uitlaatpijpen met 30 elkaar verbindt voor een voldoende absorptie van buiging of verplaatsing van de pijpen welke verbonden zijn met de inlaat- en uitlaatpijpen. In de derde plaats is, zelf3 wanneer de hoofdpijp van de flexibele pijpkoppeling vervormd wordt wanneer de pijpen gebogen zijn, ruimte aanwezig tussen de buitenomtrek van het uit- 35 stekende deel dat aangebracht is aan het fronteinde van het pijp- 790 63 55 10 gedeelte van de inlaatpijp en het inwendige rubheroppervlak van de hoofdpijp, in staat te voorkomen dat de dwarsdoorsnede van de stroombaan in de pijpkoppeling kleiner wordt dan de stromings-doorsnede van de pijpgedeelten van de inlaat- en uitlaatpijpen en zodoende is er geen risico dat het erdoorheen stromende medium 5 onderworpen wordt aan een drukverlies. In de vierde plaats doet water in de bovengenoemde ruimte dienst om drukveranderingen uit te dempen en doet het opgebaggerde materiaal met scherpe voorwerpen zoals rotsstukken en dergelijke van de‘inlaatpijp naar de uitlaatpijp stromen zonder contact te maken of in botsing te komen 10 met het inwendige rubheroppervlak van de hoofdpijp van de pijpkoppeling, waardoor de slijtage-weerstand van de flexibele hoofdpijp verbetert en zodoende van de gehele pijpkoppeling als geheel.

In de vijfde plaats maakt de toepassing van het convergente inlaat-pijpgedeelte het mogelijfÜïocale stroomsnelheid te creëren welke 15 hoog is. Tenslotte verzekert de toepassing van een inwendig pijp-gedeelte dat in staat is om glijdend gemonteerd te worden in en verwijderd te worden uit de inlaatpijp, een vervanging van het inwendige pijpgedeelte van de inlaatpijp door een nieuw, waarbij de levensduur van de flexibele pijpverbinding als geheel langer 20 wordt.

790 63 55

Claims (4)

1. Flexibele pijpkoppeling voor baggerspecie welke verpompt wordt door pijpleidingen bestaande uit een inlaatpijp voorzien aan zijn inlaateinde van een flens ten behoeve van de verbinding met het einde van één van de pijpleidingen welke verbonden moet 5 worden, een uitlaatpijp voorzien aan zijn uitlaateinde van een flens voor het vormen van de verbinding met het einde van een andere pijpleiding, en een hoofdpijp gevormd uit een flexibel materiaal dat de beide einden overbrugt van de inlaat- en uitlaatpijpen welke tegengesteld zijn aan de flenzen, en waarbij de ver- 10 betering daaruit bestaat dat de flexibele hoofdpijp hol tonvormig is en stevig bevestigd is aan de inlaat- en uitlaatpijpen teneinde deze met elkaar te verbinden, terwijl de inwendige diameter van ten minste één van de inlaat- of uitlaatpijpen convergent is in de stromingsrichting van het medium dat erdoorheen stroomt. 15

2. Flexibele pijpkoppeling volgens conclusie 1, waarbij het binneneinde van een pijpgedeelte van ten minste genoemde inlaat-pijp uitsteekt in een inwendige ruimte van de hoofdpijp teneinde een ruimte te vormen tussen de buitenomtrek van het uitstekende gedeelte en het rubber binnenoppervlak van de hoofdpijp. 20

3. Flexibele koppeling volgens conclusie 1, waarbij de in-laatpijp glijdend is ingebracht in en verwijderbaar is uit de tonvormige holle hoofdpijp.

4. Flexibele pijpkoppeling volgens conclusie 3» waarbij de inlaatpijp voorzien is van een erin aangebracht demontabel 25 binnenpijpgedeelte. 7906355