NL7906161A

NL7906161A - AUGER.

Info

Publication number: NL7906161A
Application number: NL7906161A
Authority: NL
Original assignee: Hubert & Co Maschf
Priority date: 1979-08-13
Filing date: 1979-08-13
Publication date: 1981-02-17
Also published as: BE884590A; LU82706A1; DE3030202A1

Description

* 79 5067/Ti/Rey/asm — _ >* 79 5067 / Ti / Rey / asm - _>

Aanvraagster : Machinefabriek W. Hubert & Co. BY. te Sneek Titel : YijzelApplicant: Machinefabriek W. Hubert & Co. BY. te Sneek Title: Yijzel

Be uitvinding heeft betrekking op een vijzel voor het opvoeren van een vloeibaar medium omvattende een hellende, cilindrische opleider waarin een roterend aangedreven vijzellichaam is aangebracht, dat bestaat uit een centrale balk met langs de buitenomtrek één 5 of meer in een schroeflijn aangebrachte schoepbladen, waarbij het bovenste uiteinde van de opleider een stortpunt vormt. Bij dergelijke vijzels eindigen de door de schoepbladen gevormde schroefgangen ter hoogte van het stortpunt.The invention relates to a auger for advancing a liquid medium comprising an inclined, cylindrical trainer in which a rotary driven auger body is provided, which consists of a central beam with one or more helical blades arranged along the outer circumference, the the top end of the trainer forms a dumping point. With such jacks, the screw holes formed by the blade blades end at the point of the pouring point.

In het algemeen kunnen de vijzels naar hun toepassing worden 10 verdeeld in twee typen, namelijk stuwvijzels en stortvijzels. Bij een stuwvijzels wordt het water door de vijzel tegen een bovenwater-niveau opgestuwd waarbij de schoepbladen, omsloten door de opleider, als waterkering dienen. Het hoogste bovenwaterniveau tot welk een vijzel water zonder minderopbrengst kan opstuwen, wordt het stuw-15 punt genoemd. Bit stuwpunt wordt bepaald door de geometrie en het toerental van de vijzel en kan proefondervindelijk nauwkeurig worden vastgesteld. Het stuwpunt ligt dus op een bepaalde hoogte boven het stortpunt.In general, the jacks can be divided according to their application into two types, namely thrust jacks and landfill jacks. In the case of thrust jacks, the water is pushed up by the auger against an above-water level, whereby the blade blades enclosed by the trainer serve as a water barrier. The highest level above the water level to which a mortar can push up water without less yield is called the weir-15 point. Bit thrust point is determined by the geometry and speed of the auger and can be accurately determined by experiment. The stowage point is therefore at a certain height above the dumping point.

Bij een stortvijzel moet het water over een drempel gevoerd 20 worden welke bij stilstand van de vijzel als waterkering dient.With a pouring auger, the water must be passed over a threshold which serves as a water barrier when the auger is at a standstill.

Hieraan wordt voldaan door het stortpunt met voornoamfe drempel te laten samenvallen. Bit punt zouden we kunnen definiëren als het nominale opvoerpunt. Het opgevoerde water moet echter over het stortpunt heen getild, dus hoger opgevoerd worden. Het theoretische 25 niveau tot waar dit geschiedt wordt bepaald door de opbrengst van de vijzel en de doorsnede van de opleider ter plaatse van het stortpunt. Bit theoretische niveau is dus het niveau waarmee_het opgevoerde water over het stortpunt stroomt. Be vijzel moet het water dus minimaal tot dit niveau optillen.This is fulfilled by coinciding the pour point with predetermined threshold. Bit point we could define as the nominal boost point. However, the supplied water must be lifted over the dumping point, so it must be raised higher. The theoretical level to which this takes place is determined by the yield of the mortar and the cross-section of the trainer at the point of dumping. The theoretical level is therefore the level at which the supplied water flows over the dumping point. The auger must therefore lift the water to at least this level.

50 Boor de pulserende opbrengst van de vijzel fluc^ert dit niveau in zekere mate rond een gemiddelde waarde welke we het theoretisch opvoerpunt noemen. Ook dit punt kan proefondervindelijk be- 790 6 1 61 — 2 — paald worden. Bij de in de praktijk geldende "bedrijfsomstandigheden ligt het theoretische opvoerpunt altijd tussen het stortpunt en het stuwpunt. Het water wordt door de schoephladen tot een "bepaald niveau opgetild. Dit niveau, het werkelijk optredende opvoerpunt "blijkt 5 in de praktijk ten gevolge van traagheidsverschijnselen veel hoger te liggen dan het theoretische opvoerpunt en nabij het stuwpunt te liggen. Het water wordt in zekere zin door de vijzelbladen vastgehouden en meegevoerd tot aan het stuwpunt. Dit gaat gepaard met rendements-verliezen die met name bij vijzels met grote opbrengsten en relatief 10 geringe opvoerhoogtes aanzienlijk zijn.50 Drill the pulsating output of the auger this level whispers to some extent around an average value which we call the theoretical lifting point. This point can also be determined experimentally. 790 6 1 61 - 2 -. In the "operating conditions" that apply in practice, the theoretical lifting point is always between the dumping point and the stowing point. The water is lifted to a "certain level" by the vane loading. In practice, this level, the actual lift point "appears to be much higher than the theoretical lift point due to inertia and to be near the stow point. The water is in some way retained by the auger blades and carried along to the stow point. is accompanied by yield losses which are considerable in particular with augers with high yields and relatively low lift heights.

De uitvinding beoogt een stortvijzel te verschaffen waarbij de bovengenoemde rendementsverliezen worden vermeden. Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de schoepbladen zodanig zijn ingekort, dat een vlak dat door de "bovenste uiteinden van het 15 werkzame deel van de schoepbladen loopt, de opleider snijdt op een afstand onder het stortpunt. Door het inkorten van de "beschoeping van de vijzel wordt het stuwpunt omlaag gebracht en wel over een zodanige afstand dat dit stuwpunt samenvalt met het theoretische opvoerpunt. Hierdoor wordt voorkomen dat het water onnodig boven het 20 theoretische opvoerpunt wordt getild.The object of the invention is to provide a pouring auger in which the above-mentioned efficiency losses are avoided. This object is achieved according to the invention in that the vane blades are shortened such that a plane passing through the "upper ends of the active part of the vane blades cuts the trainer at a distance below the pour point. By shortening the" When the auger is loaded, the thrust point is lowered by such a distance that this thrust point coincides with the theoretical lifting point. This prevents the water from being lifted unnecessarily above the theoretical lifting point.

Yolgens de uitvinding heeft het tussen het eindvlak van de schoepbladen en het stortpunt gelegen deel van de opleider een van aen.cilinder afwijkende vorm. Bij voorkeur wordt de onderste begrenzing van de opleider te plaatse van het stortpunt in hoofdzaak ge 25 vormd door een horizontale rechte. De hierdoor verkregen grotere doorsnede van de overstort geeft een verlaging van het theoretische opvoerpunt zodat het stuwpunt, door het aanpassen van de beschoeping, verder omlaag gebracht kan worden en het rendement nog wordt verbeterd. - - 30 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening.According to the invention, the part of the trainer located between the end face of the vane blades and the pouring point has a shape different from that of a cylinder. Preferably, the lower boundary of the trainer at the location of the pouring point is essentially formed by a horizontal straight line. The larger cross-section of the overflow resulting from this results in a reduction of the theoretical lifting point, so that the thrust point can be lowered further by adjusting the cover and the efficiency is further improved. The invention is further elucidated with reference to the drawing.

. 2 Figuur 1 toont schematisch het bovenste uiteinde van een bekende vijzel.. 2 Figure 1 schematically shows the top end of a known mortar.

Figuur 2 toont schematisch het bovenste uiteinde van een 790 6 1 61 -3 - vijzel volgens de uitvinding.Figure 2 schematically shows the top end of a 790 6 1 61-3 screw according to the invention.

j Figuur 3 is een aanzicht volgens de lijn II-II in figuur 2.Figure 3 is a view taken on the line II-II in Figure 2.

I Figuur 4 toont schematisch een andere uitvoeringsvorm van de ! j vijzel volgens de uitvinding.Figure 4 schematically shows another embodiment of the! mortar according to the invention.

ί 5 j Zoals in figuur 1 is weergegeven bestaat een bekende vijzel i juit een roterend aangedreven vijzellichaam 1, dat in een hellende jgoot of opleider 2 is gemonteerd. Het vijzellichaam wordt gevormd |door een cilindrische balk 3 waarop de in een schroeflijn geplaatste |schoepbladen 4 en 5 zijn. aangebracht. Het bovenste uiteinde van de 10 topleider vormt een stortpunt 6, dat zich op een zodanig niveau be-’vindt, dat het tijdens de stilstand van de vijzel als waterkering jvoor het bovenwater dient. Een vlak 7 gaat door de bovenste uiteinden ?van de schoepbladen 4 en 5 en staat loodrecht op de hartlijn van de ‘balk. Het vlak 7 gaat bij de in figuur 1 weergegeven vijzel door het 15 stortpunt 6.As shown in figure 1, a known auger consists of a rotating driven auger body 1, which is mounted in an inclined gutter or trainer 2. The jack body is formed by a cylindrical beam 3 on which are the helical blades 4 and 5 placed in a helix. fitted. The upper end of the top leader forms a pouring point 6, which is located at such a level that it serves as a water barrier for the above water during the standstill of the auger. A plane 7 passes through the upper ends of the blade blades 4 and 5 and is perpendicular to the centerline of the beam. The surface 7 passes through the pouring point 6 in the auger shown in figure 1.

Bij een in werking zijnde vijzel zijn delen van de door de schoepbladen gevormde schroefgang gevuld met water. Deze delen vormenj .zogenaamde waterkrullen. In de figuren 1 en 2 is een dergelijke wa-terkrul 9 gearceerd weergegeven. Elke waterkrul is ingesloten door de 20 beide schoepbladen, de balk en de opleider. Een lijn 10 geeft het theoretisch maximale niveau van de waterkrul aan. Bij overschrijding van dit niveau zal het water over de balk terugstromen naar een hieronder gelegen waterkrul. In de praktijk is echter gebleken, dat ten gevolge van verschillende dynamische effecten het werkelijke niveau 25 van de waterkrullen hoger is dan het theoretische niveau. In de tekening is dit werkelijke niveau met een lijn 11 aangegeven. Indien de vijzel als stuwvijzel fungeert geeft een lijn 12 de maximale stand van het bovenwater aan waartegen de vijzel nog water kan opstuwen.When the auger is operating, parts of the screw thread formed by the blade blades are filled with water. These parts form so-called water curls. In figures 1 and 2 such a water curl 9 is shown hatched. Each water curl is enclosed by the two two blade blades, the beam and the trainer. A line 10 indicates the theoretical maximum level of the water curl. If this level is exceeded, the water over the beam will flow back to a water curl below. In practice, however, it has been found that, due to different dynamic effects, the actual level of the water curls is higher than the theoretical level. In the drawing this actual level is indicated by a line 11. If the auger functions as a propeller, a line 12 indicates the maximum position of the above water against which the auger can still push up water.

jDe roterende, door de opleider omsloten, schoepbladen dienen hierbij 50 jdan als waterkering. Het door de lijn 12 weergegeven niveau noemen jwe het stuwpunt. Bij een stortvijzel moet het water tot een bepaald [niveau boven het stortpunt 6 worden getild. Het minimaal noodzakelijki niveau tot waar dit moet gebeuren, wordt bepaald door de opbrengst van de vijzel en de doorsnede van de opleider ter plaatse van het 35 stortpunt. Ten gevolge van de pulserende opbrengst van de vijzel ligt 790 6 1 61 φ -k - ϊ dit niveau niet vast, maar fluctueert om een gemiddelde waarde, die we het theoretische opvoerpunt noemen. Dit theoretische opvoerpunt is in de tekening aangegeven met een lijn 13. Het zal duidelijk zijn dat het niveau waarop het water over het stortpunt 6 stroomt gelijk 5 is aan het theoretische opvoerpunt. De afstand van het stuwpunt 12 tot het stortpunt 6 is aangegeven met H en de afstand van het theo- s retische opvoerpunt 13 tot het stuwpunt met Hq. Het werkelijk optredende niveau tot waar het water door de vijzel wordt opgetild voor het over het stortpunt stroomt ligt ergens tussen het stuwpunt 12 en 10 het theoretische opvoerpunt 13· Dit niveau noemen we het optredende opvoerpunt.jThe rotating vane blades enclosed by the trainer serve as a water barrier for 50 years. We call the level represented by line 12 the thrust point. With a pouring auger, the water must be lifted to a certain level above the pouring point 6. The minimum necessary level up to which this must be done is determined by the yield of the mortar and the diameter of the trainer at the location of the pouring point. Due to the pulsating output of the auger, this level is not fixed 790 6 1 61 φ -k - ϊ, but fluctuates around an average value, which we call the theoretical lifting point. This theoretical lifting point is indicated in the drawing by a line 13. It will be clear that the level at which the water flows over the pouring point 6 is equal to the theoretical lifting point. The distance from thrust point 12 to pour point 6 is denoted by H and the distance from theoretical lift point 13 to thrust point by Hq. The actual level up to which the water is lifted by the auger before it flows over the pour point lies somewhere between the weir point 12 and 10, the theoretical lift point 13. We call this level the occurring lift point.

| In de praktijk blijkt nu dat dit werkelijk optredende op- J voerpunt door allerlei dynamische effecten tot vlak bij het stuw-J punt ligt en mogelijk zelf met het stuwpunt samenvalt. Dit betekent 13 idat het water in feite te hoog wordt opgevoerd hetgeen een nadelig effect heeft op het vijzelrendement.| In practice it now appears that this actually occurring lifting point lies close to the weir J point due to all kinds of dynamic effects and possibly coincides with the weir point. This means that the water is in fact raised too high, which has an adverse effect on the jacking efficiency.

In figuur 2 is een vijzel volgens de uitvinding weergegeven, iwaarbij het eindvlak 7 van de schoepbladen de opleider snijdt op een afstand a onder het stortpunt. Het snijpunt is aangegeven met het 20 ;verwijzingscijfer 8. Hierdoor wordt het stuwpunt 12 omlaag gebracht • tot dat dit in het gunstigste geval samenvalt met het theoretische opvoerpunt 13· Nu geldt dat H = H .Figure 2 shows a mortar according to the invention, in which the end face 7 of the blade blades cuts the trainer at a distance a below the pour point. The intersection point is indicated by the 20, reference numeral 8. This lowers the thrust point 12 until it coincides in the best case with the theoretical lifting point 13. Now H = H.

Op deze wijze wordt het water niet meer onnodig hoog boven 'het theoretische opvoerpunt opgetild en wordt het rendement van de 25 vijzel in gunstige zin beïnvloed.In this way the water is no longer lifted unnecessarily high above the theoretical lifting point and the efficiency of the mortar is favorably influenced.

Het inkorten van de schroefgang van de vijzel heeft tot 'gevolg dat een gebied 1½ van de opleider dat tussen het vlak 7 en het stortpunt 6 is gelegen niet meer met het vijzellichaam behoeft samen te werken. Het gebied H van de opleider kan dus elke willekeurige 30 doorsnede hebben. ....The shortening of the screw thread of the auger means that an area 1½ of the trainer located between the surface 7 and the pouring point 6 no longer has to cooperate with the auger body. Thus, the region H of the trainer can be any cross section. ....

In figuur 3 is een uitvoeringsvorm weergegeven waarbij de opleider ter hoogte van het stortpunt een rechthoekige doorsnede be-‘zit met als stortpunt een horizontale keerdrempel, waarvan de breedte ;ongeveer overeenkomt met de diameter van het vijzellichaam. Doordat 35 op deze wijze de doorgang voor het water wordt vergroot wordt de af- 7906161 “5 - <· f j stand Hq kleiner, hetgeen betekent dat het theoretische opvoerpunt | verlaagd wordt. Door de beschoeping nog verder in te korten kan het j stuwpunt weer komen samen te vallen met het verlaagde theoretische ; opvoerpunt, hetgeen gepaard gaat met een verdere verbetering van het t 5 ! rendement.Figure 3 shows an embodiment in which the trainer has a rectangular cross-section at the pouring point with a horizontal turning threshold as the pouring point, the width of which approximately corresponds to the diameter of the jack body. Since the passage for the water is increased in this way, the distance 7906161 "5 - <· f j position Hq becomes smaller, which means that the theoretical lifting point | is lowered. By shortening the covering even further, the thrust point can again coincide with the lowered theoretical; lifting point, which is accompanied by a further improvement of the t 5! efficiency.

t | Het zal duidelijk zijn dat de opleider over het deel met j de lengte a elke gewenste doorsnede kan hebben, welke doorsnede | (zie figuur 3) bijvoorbeeld geleidelijk van de cilindervorm tot de [ rechthoekvorm kan verlopen. De opleider kan in dit gebied eventueel 10 · ook breder worden dan in het cilindrische gedeelte.t | It will be clear that the trainer over the part with the length a can have any desired cross-section, which cross-section | (see figure 3), for example, can gradually run from the cylinder shape to the [rectangle shape. The trainer may also be wider in this area than in the cylindrical portion.

• Figuur k toont een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvin ding. Hierbij is de opleider aan zijn bovenste uiteinde voorzien van ’ een beweegbare bodem 15· Het stortpunt 6 bevindt zich hierbij aan het vrije uiteinde van de beweegbare bodem. Door de druk van het op-15 gevoerde water kan de beweegbare bodem tegen de druk van niet weergegeven verende organen in naar beneden toe worden bewogen, zodat de bodem in de met een streeplijn weergegeven stand komt en het vrije uiteinde de positie 6'inneemt. Zodoende wordt tijdens bedrijf het stortpunt en daarmee het theoretische opvoerpunt verlaagd. Bij stil-20 zetten van de vijzel komt de bodem 15 weer omhoog en neemt zijn oorspronkelijke stand in om als waterkering dienst te doen. De grootste rendementswinst wordt nu bereikt door de beschoeping zodanig in te korten dat het stuwpunt komt samen te vallen met het stortpunt in opgerichte stand van het beweegbare gedeelte, dus met punt 6, terwijl 25 tijdens het bedrijf het punt 6' van het vrije uiteinde niet hoger ligt dan het punt 8. Op deze wijze werkt de vijzel namelijk als een zuivere stuwvijzel die het water kan opstuwen tegen de hoogst mogelijke bovenwaterstand 16 terwijl in rust het opgerichte uiteinde als ;keerdrempel werkt en hetzelfde niveau 16 kan keren. De verplaatsing t 30 {van de beweegbare bodem kan natuurlijk ook door mechanische of andere iFigure k shows a special embodiment of the invention. In this case, the trainer is provided at its upper end with a movable bottom 15. The pouring point 6 is located at the free end of the movable bottom. Due to the pressure of the water supplied, the movable bottom can be moved downwards against the pressure of springs (not shown), so that the bottom comes into the position shown by a dashed line and the free end takes the position 6 '. In this way, the pour point and thus the theoretical lift point is lowered during operation. When the auger is stopped, the bottom 15 rises again and returns to its original position to act as a water barrier. The greatest efficiency gain is now achieved by shortening the bracing so that the thrust point coincides with the pour point in the upright position of the movable part, i.e. with point 6, while during operation the point 6 'of the free end does not is higher than point 8. In this way the auger acts as a pure propellant screw which can push the water up against the highest possible above water level 16 while at rest the raised end acts as a turning threshold and can turn the same level 16. The displacement t 30 of the movable bottom can of course also be effected by mechanical or other means

Ihulpmiddelen geschieden. Een bijkomend voordeel is dat de verkorte Sbeschoeping leidt tot een goedkoper vijzellichaam.I aids are made. An additional advantage is that the shortened S blade results in a cheaper jack body.

790 6 1 61790 6 1 61

Claims

1. A liquid medium feed auger comprising an inclined, cylindrical trainer incorporating a rotary driven fiber body, which comprises a central beam with one or more helical blades arranged along the outer circumference, the upper end of which the trainer forms a pouring point, characterized in that the blade blades are shortened such that a plane (7) passing through the upper ends of the active part of the blade blades (4,5) cuts the trainer (2) at a distance (a) below the pour point (6).

Lifting device according to claim 1, characterized in that the part of the trainer located between the end face (7) of the blade blades and the pouring point has a shape deviating from a cylinder.

3. Lifting device according to claim 2, characterized in that the lower boundary of the trainer at the location of the pouring point (6) is mainly formed by a horizontal straight line.

4. Lifting device according to claim 2 or 3, characterized in that the area (14) of the trainer (2) located between the plane (7) and the pouring point (6) widens towards the pouring point. 20

Yijzel according to any one of the preceding claims, characterized in that the trainer (2) is provided at the upper end with a movable bottom (15), which wholly or partly separates it between the plane (7) and the pouring point (6). located area (14) for lowering the pour point.

6. Auger according to claim 5, characterized in that the movable bottom (15) is provided with resilient members, so that the bottom can be moved downwards by the pressure of the water carried with the auger.

7. Lifting device according to claim 5, characterized in that the bottom (15) is provided with mechanical drive means. 7906161