NL7905915A - Televisiekamera uitgevoerd met een televisie opneembuis en een antimikrofonieschakeling. - Google Patents

Televisiekamera uitgevoerd met een televisie opneembuis en een antimikrofonieschakeling. Download PDF

Info

Publication number
NL7905915A
NL7905915A NL7905915A NL7905915A NL7905915A NL 7905915 A NL7905915 A NL 7905915A NL 7905915 A NL7905915 A NL 7905915A NL 7905915 A NL7905915 A NL 7905915A NL 7905915 A NL7905915 A NL 7905915A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
circuit
signal
input
output
switch
Prior art date
Application number
NL7905915A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL7905915A priority Critical patent/NL7905915A/nl
Priority to US06/170,460 priority patent/US4360834A/en
Priority to DE19803027548 priority patent/DE3027548A1/de
Priority to GB8024603A priority patent/GB2055271A/en
Priority to FR8016588A priority patent/FR2462829A1/fr
Priority to JP10379880A priority patent/JPS5624883A/ja
Publication of NL7905915A publication Critical patent/NL7905915A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N23/00Cameras or camera modules comprising electronic image sensors; Control thereof
    • H04N23/80Camera processing pipelines; Components thereof
    • H04N23/81Camera processing pipelines; Components thereof for suppressing or minimising disturbance in the image signal generation

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Amplifiers (AREA)
  • Stabilization Of Oscillater, Synchronisation, Frequency Synthesizers (AREA)
  • Picture Signal Circuits (AREA)

Description

* * Λ PHN 95^3 1 N.V. PHILIPS' GLOEILAMPENFABRIEKEN TE EINDHOVEN "Televisiekamera uitgevoerd met een televisie opneembuis en een anti-mikrofonieschakeling".
De uitvinding beeft betrekking op een televisiekamera uitgevoerd met een televisie opneembuis en een anti-mikrofonieschakeling, welke schakeling is voorzien van een mikrofoniedetektieschakeling, een mikrofoniekompensa-5 tieschakeling en een in-uitschakelaar voor de mikrofonie-kompensatie bij wel- geen mikrofoniedetektie.
Een dergelijke televisiekamera is beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 76 13 357 (PHN 8606). Het alleen aansluiten van de mikrofoniekompensatieschakeling 10 bij de aanwezigheid van mikrofoniestoorsignalen geeft het voordeel dat de door deze schakeling in de praktijk veroorzaakte ruisvergroting niet aanwezig is wanneer de kamera zonder kompensatie werkzaam kan zijn. Indien de kompensatie in werking treedt, valt de hinderlijkheid van 15 de ruisvergroting in een weergegeven beeld in het niet ten opzichte van de ongekompenseerde, zeer storend optredende mikrofonie.
De uitvinding beoogt de verwezenlijking van een televisiekamera uitgevoerd met een mikrofoniedetektiescha-20 keling, waarmee niet alleen een goede detektie van de aanwezigheid van mikrofoniestoorsignalen verkregen wordt, maar welke verder kan worden benut voor een optimale afregeling van de anti-mikrofonieschakeling. Een kamera volgens de uitvinding vertoont daartoe het kenmerk, dat de mikrofonie-25 detektieschakeling is uitgevoerd met een in een fase-regel-lusschakeling opgenomen, spanningsgeregelde oscillator, waarbij een ingang van de detektieschakeling via een sig-naalbemonster- en -houdschakeling is verbonden met een eerste aansluiting in een kamerasignaalkanaal voor het verwer-30 ken van een, mogelijk een mikrofoniestoorsignaal bevattend videosignaal en een eerste, een schakelsignaal voerende uitgang van de detektieschakeling is verbonden met een schakel signaalingang van de in- uitschakelaar voor de mikroforrie- 790 5 9 15 t 3 PHN 95^3 2 kompensatie.
De toepassing van de oscillator schept de mogelijkheid een testsignaal op te wekken en een kamera volgens de uitvinding vertoont daartoe verder het kenmerk, dat de 5 detektieschakeling is voorzien van een tweede, een van de oscillator afkomstig oscillatorsignaal voerende uitgang, die via een mikrofonietestsignaalschakeling en een testsignaal in- uit- keuzeschakelaar is gekoppeld met een tweede, eerder dan de eerste in het kamerasignaalkanaal voorkomen-10 de aansluiting, waarbij een derde, later dan de eerste in het kamerasignaalkanaal voorkomende aansluiting via een automatische fase-afregelschakeling is verbonden met een fase-instelingang van de mikrofoniekompensatieschakeling die met een ingang is gekoppeld met de eerste aansluiting 15 in het kamerasignaalkanaal en is uitgevoerd voor de afgifte van een in tegenfase met het stoorsignaal zijndmikrofonie-kompensatiesignaal en met een uitgang is gekoppeld met een vierde aansluiting in het signaalkanaal die aanwezig is tussen de genoemde eerste en derde aansluiting.
20 Een kamera waarbij een optimale instelling van de oscillator in de detektieschakeling kan worden verkregen bij een moedwillig aanstoten van de opneembuis ter opwekking van een mikrofoniestoring vertoont het kenmerk, dat de detektieschakeling is voorzien van een derde uitgang voor 25 het voeren van een, van de fase-regellusschakeling afkomstig in-fasesignaal voor een mikrofoniestoorsignaal afkomstig van de opneembuis en het oscillatorsignaal, welke derde uitgang is verbonden met een ingang van een inschakelbare in-vangindikat ie s chakeling.
30 Een kamera waarbij een optimale oscillatorinstel- ling, alsmede op automatische wijze een kompensatiesignaal in de optimale fase voor de mikrofoniekompensatie voorkomt, vertoont het kenmerk, dat de anti-mikrofonieschakeling is uitgevoerd met een meervoudige keuzeschakelaar met drie 35 standen, waarbij in een eerste stand de signaalbemonsteren -houdschakeling, de mikrofoniedetektieschakeling met het in-fasesignaal op de derde uitgang en de invangindika-tieschakeling werkzaam zijn wanneer gedurende de aanwezig— 790 5 9 15 t 9 PHN 95^3 3 heid van een mikrofoniestoorsignaal afkomstig van de opneem-buis een centrale oscillatorfrekwentie van de oscillator is ingesteld, waarbij in een tweede stand de oscillator in de detektieschakeling vrij met de ingestelde centrale fre-5 kwentie oscilleert en het oscillatorsignaal op de tweede uitgang van de detektieschakeling geeft, en de mikrofonie-testsignaalschakeling, de signaalbemonster- en -houdschake-ling, de mikrof oniekompensatieschakeling, de in- uitschake-laar voor de mikrofoniekompensatie in de in-stand en de 10 fase-af-regelschakeling werkzaam zijn, en waarbij in een derde stand die korrespondeert met een afgeregeld zijnde anti-mikrofonieschakeling, de signaalbemonster- en -houd-schakeling, de mikrofoniedetektieschakeling, de mikrofonie-kompensatieschakeling en de in- uitschakelaar voor de mikro-15 foniekompensatie werkzaam zijn.
Een kamera uitgevoerd met een eenvoudige uitvoering van de mikrofoniekompensatieschakeling die zeer geschikt is voor een fase-afregeling, vertoont het kenmerk, dat de mi -krofoniekompensatieschakeling is uitgevoerd met een met een 20 ingang verbonden laagdoorlaatfilter, welke ingang is gekoppeld met de eerste aansluiting in het kamerasignaalkanaal, welk laagdoorlaatfilter via een instelbaar fasedraaiend netwerk is verbonden met een uitgang van de mikrof oniekompensatieschakeling.
25 Een kamera voorzien van een eenvoudige uitvoering voor een fase-afregelschakeling vertoont het kenmerk, dat de fase-afregelschakeling is uitgevoerd met een seriescha-keling van een in lijnonderdrukkingstijden, in rasteraf-tasttijden, werkzame signaalbemonster- en -houdschakeling, 30 van een rasteromschakelaar voor het afwisselend, per raster, toevoeren van de signaalmonsters aan een'signaalvergelijkschakeling, van een geheugenschakeling voor het vasthouden van een telrichting bij een teller, waarbij de telrichting wordt omgekeerd indien een vergroting van de signaalmonsters 35 optreedt, van een op de teller volgende digitaal/analoogom-zetter en van een versterkerschakeling waarvan de uitgang met de fase—instelingang van de mikrof oniekompensatie schakeling is verbonden.
79059 15 PHN 95^3 4· 'fc . ï
De uitvinding zal aan de hand van de volgende figuren als voorbeeld nader worden toegelicht, waarbij figuur 1 een uitvoering van een kamera volgens de uitvinding in een blokschema, en 5 figuur 2 een gedetailleerde uitvoering yan het blokschema volgens figuur 1 geeft*
In figuur 1 is een signaalkanaal 1 van een televi-siekamera gegeven, waarin in serie zijn opgenomen een tele-visie-opneembuis 2, een weerstand 3> een voorversterkerscha-10 keling k, een weerstand 5» een versterkerschakeling 6 en een uitgangsklem 7· De televisie opneembuis 2 maakt deel uit van een verder niet-getekende signaalbron die is uitgevoerd met voedingsspanningen, afbuigschakelingen, fokusseerscha-kelingen enzovoort. Relevant is slechts dat de opneembuis 15 2 een bron is van een beeld- ofwel videosignaal waarbij een mikrofoniestoorsignaal kan voorkomen. Dit stoorsignaal wordt veroorzaakt door een door mechanische of akoestische, oor-. zaak trillende gaaselektrode die nabij een trefplaat in de opneembuis 2 is aangebracht, op welke trefplaat een po-20 tentiaalbeeld is gevormd dat door middel van een elektra— nenbundelaftasting in het beeldsignaal mét een bandbreedte van O tot ongeveer 5 MHz wordt omgezet. De mikrofoniestoor-signalen hebben hierbij frekwenties gelegen tussen ongeveer 1 en 3 kHz.
25 In figuur 1 is het van de opneembuis 2 afkomstige signaal met VS1 aangegeven. Met THE is een lijnonderdruk-kingstijd aangeduid, waarbij in een deel van een voorafgaande lijnaftasttijd de beeld- of videoinformatie is gegeven. Het signaal VS1 is getekend met een vanaf een zwart-30 niveau 1 lineair toenemend signaal tot aan de tijd THE, waarin hetzelfde zwartniveau 1 moet voorkomen indien geen mi -krofoniestoorsignaal aanwezig is. In het signaal VS is getekend dat een mikrofoniestoring het signaalniveau in de tijd THB heeft beïnvloed.
35 In het signaalkanaal 1 zijn met 8, 9» 10 en 11 vier aansluitingen aangeduid die van belang zijn bij de verklaring van de werking van de in figuur 1 getekende ant i-mikrofonieschakeling. De eerste aansluiting 8 volgt 7905915 ΡΞΝ 9543 5 * ί op de voorversterkerschakeling 4 die een daarbij getekend signaal VS2 voert. In de inverterende voorversterkerschakeling 4 wordt op gebruikelijke wijze door middel van een klem-schakeling het signaalniveau in een deel van de tijd THB 5 gelegd op een referentiewaarde, bijvoorbeeld de massapoten-tiaal. Bij het optreden van mikrofonie geldt dat de klem-schakeling de veroorzaakte signaalafwijking niet kan volgen, zodat het bij het signaal VS1 gestelde signaalversch.il in de tijd THB tussen het zwartniveau 1 en de momentele 10 waarde in het signaal YS2 aanwezig blijft. De tweede aansluiting 9 ligt aan de ingang van de voorversterkerschakeling 4. Evenzo volgt op de versterkerschakeling 6 de derde aansluiting 10 en de vierde aansluiting 11 ligt aan de ingang ervan. Bij de aansluiting 10 en de uitgangsklem 7 is 15 een signaal VS3 getekend dat een voor mikrofoniestoring gekompenseerd signaal representeert, waarbij het zwartniveau 1 zowel in de lijnonderdrukkingstijd THB en de voorafgaande (en de niet-getekende volgende), lijnaftasttijd op eenzelfde, juist niveau ligt.
20 Voor het uitvoeren van de mikrofoniekompensatie is de eerste aansluiting 8 verbonden met een ingang van een signaalbemonster- en -houdschakeling 12, aan een schakelin-gang waarvan via een ingangsklem 13 een schakelsignaal SH1 wordt toegevoerd. Het schakelsignaal SH1 is een signaal met 25 een lijnfrekwent optredende puls in ongeveer het midden van de li jnonderdrukkings tijd THB. Het signaal SH1 kan bijvoorbeeld, zoals in figuur 2 in detail bij de schakeling 4 getekend, een gebruikelijk lijnklemsignaal zijn. De uitgang van de schakeling 12 ligt via een serieschakeling van 30 een mikrofoniekompensatieschakeling 14, een in-uitschakelaar 13 en een weerstand 16 aan de aansluiting 11 in het signaal-kanaal 1 . De schakeling 14 is werkzaam als een laagdoorlaat-filter dat verder een fasedraaiing van 180° aan het eraan toegevoerde signaal geeft. Bij het optreden van mikrofonie 35 geeft de schakeling 14 onder de toevoer van een trapvormig veranderend signaal met treden met een duur gelijk aan een lijnperiode, een sinusvormig veranderend signaal in tegen-fase'af. De in- uitschakelaar 15 dient alleen bij aanwezig- 790 5 9 15 ΡΗΝ 95^3 6 • V * heid van een mikrofonies toring het kompensatiesignaal door te geven, waartoe een schakelingang ervan is verbonden met een eerste uitgang 18 van een mikrofoniedetektieschakeling 17» die van drie verdere uitgangen 19, 20 en 21 is voorzien.
5 Aan een signaalingang van de schakeling 17 wordt via een ingangsklem 22 het schakelsignaal SH1 toegevoerd, waardoor een schakelen van de schakelaar 15 in de lijnon- } derdrukkingstijden THB plaatsvindt zodat geen schakelsto-ringen in de lijnaftasttijd, dat wil bij weergave zeggen in 10 het weergegeven beeld, voorkomen. Een andere signaalingang van de schakeling 17 is verbonden met een kontakt van een keuzeschakelaar 23-], terwijl een verdere ingang is verbonden met een kontakt van een keuzeschakelaar 23£* schakelaars 23i en 2^2 vormen met verder te beschrijven schake-15 laars 23^ en 23^ een meervoudige keuzeschakelaar 23♦ he schakelaar 23g heeft hierbij drie standen waarbij een eerste, tweede en derde stand met respektievelijk p, q en r zijn aangeduid. De schakelaars 23]» 23^ en 23^ hebben twee standen die met q en p,r zijn aangegeven. Van de schakelaar 23-] 20 is het bij de stand p,r behorende keuzekontakt verbonden met de uitgang van de schakeling 12, terwijl het keuzekontakt bij de stand q vrij ligt. Van de schakelaar 23£ is het bij de stand p, q of f behorende keuzekontakt aan massa respektievelijk aan een, een spanning +U1 voerende klem ge-25 legd, dan wel vrij liggend. Afhankelijk van de stand p, q of r van de keuzeschakelaar 23^ levert de schakeling 17 bepaalde uitgangssignalen aan de vier uitgangen 18, 19» 20 en 21.
De met de schakelingang van de in- uitschakelaar 15 verbonden eerste uitgang 18 krijgt in de stand r van de schake-30 laar 2^2 hij wel- respektievelijk geen-mikrofoniedetektie een inschakel- respektievelijk uitschakelsignaal toegevoerd en in de stand q respektievelijk p geeft de spanning +U1 respektievelijk de massapotentiaal dat de schakelaar 15 steeds is ingeschakeld respektievelijk uitgeschakeld.
35 De tweede uitgang 19 van de schakeling 17 ligt aan een ingang van een mikrofonie-testsignaalschakeling 24 waarvan de uitgang via de keuzeschakelaar 23^ geplaatst in de stand q en een weerstand 25 is aangesloten op de tweede 790 5 9 15 ΡΞΗ 9543 7 fi 1 aansluiting 9 in het signaalkanaal 1.
De derde uitgang 20 en de vierde uitgang 21 die zoals uit figuur 2 zal blijken een signaal voert dat in tegenfase is met dat op de uitgang 18, zijn verbonden met 5 ingangen van een invangindikatieschakeling 26.
Ter opwekking van de diverse signalen op de uitgangen 18, 19» 20 en 21 van de detektieschakeling ‘7 is deze volgens een aspekt van de uitvinding uitgevoerd met een, in detail bij figuur 2 te beschrijven, in een fase-10 regellusschakeling opgenomen, spanningsgeregelde oscillator (Phase—Locked Loop). Hierbij is volgens een verder aspekt de kompensatieschakeling 14 voorzien van een fase-instel-ingang voor een fasedraaiend netwerk (180°), dat is verbonden met de uitgang van een automatische fase-afregelschake-15 ling 27. Een ingang van de schakeling 27 is verbonden met de derde aansluiting 10 in het signaalkanaal 4, terwijl via een ingangsklem 28 een erbij getekend lijnfrekwent schakelsignaal SH2 en via een ingangsklem 29 een erbij getekend rasterfrekwent signaal SV aan de schakeling 27 20 wordt toegevoerd. Een verdere ingang van de schakeling 27 ligt aan de keuze schakelaar 23;, waarvan de bij de standen q en p,r behorende keuzekontakten met respektievelijk massa en een klem met spanning +U1 zijn verbonden.
Voor de opbouw van de automatische fase-afregel-25 schakeling 27 is in figuur 1 een blokdiagram gegeven, dat in figuur 2 verder is uitgewerkt. De derde aansluiting 10 in het signaalkanaal 1 is verbonden met de signaalingang van een signaalbemonster- en -houdschakeling 30, waarvan de schakelingang met de ingangsklem 28 is verbonden. Het 30 getekende signaal SH2 toont een lijnfrekwent optredende puls aan het einde van de lijnonderdrukkingstijd THB, waarbij de pulsen niet aanwezig zijn in rasteronderdrukkings-tijden. Van belang is verder dat de pulsen in de signalen SH1 en SH2 niet samenvallen, noch elkaar overlappen.
35 De uitgang van de schakeling 30 is verbonden met de signaalingang van een rasteromschakelaar 31 waarvan een schakelingang is verbonden met de uitgang van een frekwen-tiedeler 32 waarvan de ingang met de ingangsklem 29 is ver- 790 5 9 15 ^ * PHN 9543 8 bonden.
De deler 32 deelt het eraan toegevoerde raster-frekwente, pulsvormige signaal SY door een faktor twee en levert een blokvormig signaal SV/2 met de halve raster-5 frekwentie ofwel de beeldfrekwentie bij enkelvoudige televisie interliniëring. Het gevolg is'dat de van twee uitgangen voorziene omschakelaar 31 aiVisselend per raster informatie doorgeeft aan een signaalvergelijkschakeling 33· De uitgang van de schakeling 33 is verbonden met een in-10 gang van een exclusieve-OF poort 3k> waarvan een andere ingang is verbonden met de uitgang.van de deler 32. De uitgang van de poort 34 is verbonden met een ingang van een verder te beschrijven geheugenschakeling 35 voor het vasthouden van een talrichting bij een teller, waarbij een 15 verdere ingang via een inverteerder 36 met de ingangsklem 29 is verbonden. De uitgang van de geheugenschakeling 35 is verbonden met een ingang van een op- neerteller 37 waarvan twee verdere ingangen met de inverteerder 36 respek-tievelijk de keuzeschakelaar 23^ zijn verbonden. De keuze-20 schakelaar 23^ geeft in de stand p,r dat de teller 37 zijn telstand vasthoudt, terwijl in de stand q de teller 37 kan tellen, waarbij de inverteerder 36 een kloksignaal en de geheugenschakeling 35 een signaal geeft dat de richting van het tellen bepaalt* De met een enkele uitgang aangege-25 ven uitgangen van de teller 37 zijn verbonden met ingangen van een digitaal-analoogomzetter (d/a) 38. De uitgang van de omzetter 38 is via een versterkerschakeling 39 verbonden met de fase-instelingang van de schakeling 14.
Ter verduidelijking van het onderscheid van de 30 werking van de anti-mikrofonieschakeling volgens figuren 1 en 2 in de standen p, q en r van de meervoudige schakelaar 23 volgt het volgende overzicht.
Eerste stand: stand p van de schakelaar 23.
In deze eerste stand zijn bij de signaalverwer-35 king werkzaam de signaalbemonster- en -houdschakeling 12, de mikrofoniedetektieschakeling 17 en de invangindikatie-schakeling 26.
Op mechanisch of akoestische wijze wordt de opneem- 7905915 * 3 PHN 95^3 9 buis 2 aangestoten om een mikrofoniestoorsignaal af te geven. Een centrale oscillatorfrekwentie van de, in de fase-regellusschakeling opgenomen oscillator in de schakeling 17 wordt zodanig ingesteld dat de invangindikatiescha-5 keling 26 een optimale indikatie geeft. De mikrofoniedetek-tie is dan op optimale -wijze afgeregeld.
Tweede stand: sta .d q van de schakelaar 23·
Xn deze volgende, tweede stand is de schakeling 17 niet als detektieschakeling werkzaam maar als oscillator-10 schakeling waarbij de, op de ingestelde centrale frekwentie vrij oscillerende oscillator het oscillatorsignaal op de uitgang 19 afgeeft. De mikrofonietestsignaalschakeling 2h is werkzaam en via de signaalbemonster- en -houdschakeling 12, de mikrofoniekompensatieschakeling 14 en de steeds in 15 de in-stand zijnde schakelaar 15 wordt via de weerstand 16 een mikrofoniekompensatiesignaal aan het signaalkanaal 1 toegevoerd. De fase-af-regelschakeling 27 neemt uit het meer of minder in mikrofonie gekompenseerde signaal VS3 lijnfrekwent, in rasteraftasttijden, signaalmonsters 20 (schakeling 30)* die per raster bij elkaar worden gevoegd. Vervolgens vindt een signaalvergelijking plaats tussen de per raster opgeslagen informaties (schakelingen 31 en 33).
Wordt het informatieverschil tussen twee opeenvolgende rasters groter dan een drempelwaarde (schakeling 33)* dan 25 wordt van de vrijgegeven teller 37 de stand in die richting gewijzigd dat via de schakeling 14 het informatieverschil kleiner wordt. De telrichting is hierbij vastgelegd in de schakeling 35* Bij een vervolgens verkregen informatieverschil dat kleiner wordt dan de drempelwaarde blijft de 30 teller 37 doortellen, totdat weer een drempelwaardeover-schrijding plaatsvindt, waarop de telrichting wordt omgekeerd. Uiteindelijk zal een geringe heen- en weergaande telling rondom een optimale telstand optreden. Hierbij geeft de schakeling 1k een optimale mikrofoniekompensatie.
35 Derde stand: stand r van de schakelaar 23·
In deze derde, volgende stand is de anti-mikrofo-nieschakeling werkzaam die op optimale wijze voor de mikro-foniedetektie en voor de fase van het kompensatiesignaal 790 59 15 ...? ► PHN 9543 10 is afgeregeld. De signaalbemonster- en -houdschakeling 12, de mikrofoniedetektieschakeling 17» de mikrofoniekompensa-tieschakeling 14 en de in- uitschakelaar 15 voor de mikro-foniekompensatie zijn hierbij werkzaam, waarbij de teller 5 37 in een bepaalde telstand,. de omzetter 38 en de verster- kerschakeling 39 de optimale fasedraaiing in de schakeling 14 geven. <
De toepassing van de in de fase-regellusschakeling opgenomen oscillator in de schakeling 17 geeft de bij de 10 drie standen p, q en r van de keuzeschakelaar 23 beschreven mogelijkheden. Hierbij geeft de aan de opneembuis 2 aangepast ingestelde centrale oscillatorfrekwentie een optimale detektiemogelijkheid, terwijl door de automatische fase-afregeling, die desgewenst kan worden herhaald, een bij 15 de centrale frekwentie in fase optimale mikrofoniekompensatie plaatsvindt. De juiste amplitude van het kompensatie-signaal kan worden verkregen door een bepaalde dimensione-ring van het laagdoorlaatfilter in de schakeling l4, dan wel door toepassing van een instelbare weerstand in de 20 schakeling 14, hetgeen in figuur 2 door een potentiometer is gegeven. In de praktijk blijkt de amplitudê-instelling van het kompensatiesignaal door dimensionering of op instelbare wijze geen moeilijkheden op te leveren. Voor de optimale fase-instelling van het kompensatiesignaal geldt dat 25 deze essentieel is. Door de automatische fase—afregeling bij de centrale frekwentie is de optimale fase eenvoudig te verkrijgen.
In de in figuur 2 gedetailleerd gegeven uitvoeringsvorm zijn de in figuur 1 gegeven verwijzingscijfers en 30 signalen herhaald. De voorversterkerschakeling 4 is uitgevoerd met een inverterende versterkerschakeling 40 die een terugkoppelcircuit heeft met een veldeffekttransistor 41 en een versterker 42. De poortelektrode van de transistor 41 is bijvoorbeeld aan de ingangsklem 13 gelegd. De verster-35 kerschakeling (40, 41, 42) is hierbij op bekende wijze werkzaam als een teruggekoppelde zwartniveauklemschake1ing.
De aansluiting 8 van het signaalkanaal 1 is via een veldeffekttransistor 43 in serie met een kondensator 790 5 9 15 pen 95^3 n 44 met massa verbonden. De poortelektrode van de transistor 43 ligt aan de ingangsklem 13· Het verbindingspunt van de transistor 43 en de kondensator 44 ligt aan een (+) ingang van een verschilversterker 45, waarvan de (-) ingang 5 met de versterkeruitgang is verbonden. Xn de signaalbemon-ster- en -koudschakeling 12 wordt gedurende de puls in het sign? al SH1 een signaalmonster genomen uit het signaal VS2 dat in de kondensator 44 wordt vastgehouden. Bij aanwezigheid van een mikrofoniestoorsignaal met een frekwentie 10 gelegen tussen 1 en 3 kHz wordt dit lijnfrekwent bijvoorbeeld met 15625 Hz of 15750 Hz bemonsterd, hetgeen een trapvormig signaal oplevert met treden met een duur gelijk aan de lijnperiode.
De uitgang van de versterker 45 is verbonden met 15 de schakelaar 23^, via welke de signaaltoevoer naar de mikrof oniedetektieschakeling 17 plaatsvindt, en met een potentiometer 46 die deel uitmaakt van de mikrofoniekompensatie-schakeling 14. Van de potentiometer 46 ligt de andere aansluiting aan massa en de aftakking is via twee weerstanden 20 47 en 48 in serie verbonden met de (+) ingang van een ver-schilversterker 49· Het verbindingspunt van de weerstanden 47 en 48 ligt via een kondensator 50 aan de (-) ingang en de uitgang van de versterker 49· De (+) ingang van de versterker 49 ligt via een kondensator 51 aan massa. De uit-25 gang van de versterker 49 is via een weerstand 52 met een, een spanning -U2 voerende klem verbonden en ligt via een weerstand 53 respektievelijk de bron-afvoerweg van een veldeffekttransistor 54 aan de (-) respektieveli jk (+) ingang van een verschilversterker 55· De ( + ) ingang van de 30 versterker 55 ligt via een kondensator 56 aan massa en de (-) ingang is via weerstand 57 verbonden met het verbindingspunt van twee weerstanden 58 en 59 die tussen de versterker-uitgang en massa in serie zijn aangebracht. De uitgang van de versterker 55 ligt via een weerstand 60 aan een de 35 spanning -U2 voerende klem.
De mikrofoniekompensatieschakeling 14 is aldus uitgevoerd met een actief laagdoorlaatfilter (47-52) en een instelbaar fasedraaiend netwerk (53-60), waarbij de 790 5 9 15 J1 * PHN 9543 12 transistor als een regelbare weerstand werkzaam is.
Met behulp van de potentiometer 46 kan een gewenste amplitude van het kompensatiesignaal dat aan de uitgang van de versterker 55 aanwezig is, worden ingesteld. De amplitude 5 kan bijvoorbeeld worden ingesteld wanneer de meervoudige schakelaar 23 zich in testsignaalstand q. bevindt. De als | regelbare weerstand werkzame -transistor 54 is verbonden met de uitgang van de versterkerschakeling 39 en in afhankelijkheid van de uitgangsspanning hiervan heeft de tran-10 sistor 54 een bepaalde waarde en het op de uitgang van de versterker 55 voorkomende, sinusvormig veranderende mikro-foniekompensatiesignaal een bepaalde fase.
De kombinatie van het laagdoorlaatfilter (47-52) en het fasedraaiende netwerk (53-6q) in de kompensatie-.15 schakeling 14 biedt het voordeel van een gescheiden amplitude en fase-instelling, waarbij de juis'te amplitude op instelbare wijze of door een bepaalde dimensionering kan worden verkregen.
De uitgang van de versterker 55 is via een konden- 20 sator 61 verbonden met een met Z aangeduide aansluiting van een elektronische schakelaar 62. De schakelaar 62 is voorzien van een schake1ingang S die is verbonden met de 19 en van twee aansluitingen uitgang 1 8 van de mikrofoniedetektieschakeling/YO en Y1 . De aansluiting Y1 ligt via een weerstand 63 aan massa.
25 De aansluiting YO is via een weerstand 64 aan massa gelegd en is via een kondensator 65 in serie met de weerstand 16 op de aansluiting 11 in het signaalkanaal 1 aangesloten. De in- uitschakelaar 15 van figuur 1 is aldus uitgevoerd met de kondensatoren 6l en 65» de weerstanden 30 63 en 64 en de schakelaar 62. De elektronische schakelaar 62 maakt bijvoorbeeld deel uit van een drievoudige 2-kanaal analoge multiplexer/demultiplexer van "Philips”, type HEF 4053 B. Hierbij is de aansluiting Z doorverbonden met de aansluiting YO wanneer een (met een logische O korresponde-35 rende) lage spanning aanwezig is op de schakelingang S, terwijl bij een (met een logische- 1 korresponderende) hoge spanning de aansluiting Z met de aansluiting Y1 is door-.. verbonden. Aldus is bij S(62) = 1 de verbinding ZY1 (62) 790 5 9 15 PHN 95^3 13 aanwezig, waarbij de in- uitschakelaar 15 is uitgeschakeld. Bij S(62) =0 is de verbinding ZYO (62) aanwezig en is de in- uitsehakelaar 15 voor doorgifte van het van de schakeling 1h afkomstige mikrofoniekompensatiesignaal ingescha-5 keld. De beschreven uitvoering van de in- uitsehakelaar 15 garandeert dat bij het in- uitschakelen geen storende over-gangssignalen optreden.
Voor de mikrofoniedetektieschakeling 17 van figuur 2 geldt dat de schakelaar 23j hierin is verbonden 10 met een serie schakeling van een kondensator 66 en een weerstand 67· De andere aansluiting van de weerstand 67 ligt aan de (-) ingang van een verschilversterker 68, de anode respektievelijk kathode van een diode 69 respektievelijk 70 en aan een weerstand 71· De (+) ingang van de'versterker 15 68 ligt aan massa en de uitgang ligt aan de kathode respek tieveli jk anode van de diode 69 respektievelijk 70, aan de andere aansluiting van de weerstand 71 en is via een kondensator 72 met een, met SX aangeduide ingang van een fase-regellusschakeling 73 verbonden. De versterker 68 vormt 20 met de dioden 69 en 70 en de weerstand 71 een versterker-begrenzerschakeling (68-71)·
De fase-regellusschakeling 73 is bijvoorbeeld van het type HEF kohG B van "Philips" en bevat onder andere twee fasevergeli jkers en een spanningsgeregelde oscillator 25 VCO. Met SI en CO zijn gemeenschappelijke ingangen van de fasevergelijkers aangeduid. Met PC1 is de uitgang met daarop een digitaal foutsignaal van een eerste van de fase--vergelijkers aangegeven. Van de tweede fasevergelijker zijn digitale foutsignalen voerende uitgangen met PC2 en PCP aan-30 geduid. Verdere van belang zijnde aansluitingen zijn aangegeven met een C en R1 en R2. De lineaire oscillator VCO levert zijn uitgangssignaal aan de uitgang, waarbij de frekwentie bepaald wordt door de ingangsspanning van de oscillator VCO en de waarden van een met de C-aansluitingen 35 verbonden kondensator 7^-» een met de R2-aan sluiting verbon- een· den weerstand 75 en/met de R1-aansluiting verbonden weerstand 76 in serie met een instelbare weerstand 77» De weerstanden 75 en 77 zijn aan klemmen met de spanning —UI ge- 7905915 PHN 95^3 14 legd. De ingangs spanning voor de oscillator VCO wordt via een afvlakfilter (78,79) betrokken van de uitgang PC1, dat uitgevoerd is met een weerstand 78 naar de uitgang PCI en met een kondensator 79 naar massa.
5 De uitgang PC2 van de schakeling 73 is via een weerstand 80 verbonden met de keuzeschakelaar 232» waarbij het verbindingspunt via een kondensator 81 met massa is verbonden. Via een aldus gevormd afvlakfilter (80,81) is de uitgang PC2 verbonden met een D-voorwaarde ingang van 10 een flip-flop 82. Bij de flip-flop 82 zijn met Q en Q twee uitgangen aangeduid, die inverse signalen voeren, terwijl met CP een klokpulsingang is aangegeven, die is verbonden met de ingang 22 waaraan het signaal SHl wordt toegevoerd. De Q-uitgang van de flip-flop 82 ‘is via een weerstand 15 83 verbonden met de D-ingang. De Q- respektievelijk Q-uit gang van de flip-flop 82 vormt de eerste uitgang 18 respektieveli jk de vierde uitgang 21 van de schakeling 17, die respektievelijk met de in- uitschakelaar 15 en de invang-indikatieschakeling 26 zijn verbonden.
20 De uitgang PCP van de schakeling 73 is via een weerstand 84 en een kondensator 85 in serie met massa verbonden. Het verbindingspunt in een aldus gevormd afvlak-filter (84,85) vormt de derde uitgang 20 van de schakeling 17· De uitgang 20 is in de invangindikatieschakeling 26 25 verbonden met de schakelingang S van een elektronische schakelaar 86. De schakelaar 86 is identiek aan de schakelaar 62, waarbij een verdere ingang E is aangegeven, die een inverse vrijgeefingang is en is verbonden met de vierde uitgang 21 van de schakeling 17» Een logische 0 op de 30 E-ingang geeft de schakelaar 86 vrij, zodat een logische 1 of 0 aan de S-ingang een verbinding ZY1 respektievelijk ZYO geeft, terwijl een logische 1 op de E-ingang de schakelaar 86 op dominerende wijze buiten werking stelt, zonder een doorverbinding.
35 De YO-aansluiting van de schakelaar 86 ligt vrij en de Y1-aansluiting is met een klem met de spanning -UZ verbonden. De Z-aansluiting ligt aan de kathode van een licht-emitterende diode 87 die met de anode via een weer- 790 5 9 15 PHN 9543 15 stand 88 respectievelijk een kondensator 89 met massa respectievelijk een de spanning -TJ2 voerendè klem is verbonden.
De uitgang van de oscillator YCO in de schakeling 73 ligt aan de CO-ingang er van en vormt verder de tweede g uitgang 19 van de schakeling 17 die met de testsignaal-schakeling 24 is verbonden. De uitgang 19 is in de schakeling 24 verbonden met een aansluiting van een weerstand 90 die met de andere aansluiting via een weerstand 91 respectievelijk een kondensator $2 is gelegd aan de (+)-ingang IQ respectievelijk de (-)-ingang en de uitgang van een verschil ver sterker 93· De ( + )-ingang ligt via een kondensator’ $k aan massa en de uitgang van de versterker 93 ligt via een weerstand 95 aan de keuzeschakelaar 23^* Het bij de q-stand behorende keuzekontakt van de schakelaar 230 is 5 35 via de weerstand 25 met de aansluiting 9 in dit signaal-kanaal 1 verbonden en 'ligt via een kondensator $6 aan massa. De testsignaalschakeling 24 bevat aldus de kompo-nenten 90 tot en met 96, waarbij wordt opgemerkt dat in de schakeling 24 volgens Fig. 1 de kondensator 96 wordt 20 geacht te zijn verbonden met het schakelarmkontakt van de schakelaar 23^* De mikrofonietestsignaalschakeling 24 volgens Fig. 1 en 2 vormt, als een filter werkzaam, uit het oscillatorsignaal op de uitgang 19 van de schakeling 17 een min of meer sinusvormig veranderend testsignaal.
25 Alvorens de automatische fase-afregelschakeling 27 van Fig. 2 wordt beschreven, die werkzaam is in de q-stand van de meervoudige keuzeschakelaar 23» wordt de werking van de schakeling volgens Fig. 2 beschreven in de p- en r-stand van de.schakelaar 23· 30 In de p-stand van de schakelaar 23 geeft de schakelaar 23£ de mei de logische 0 korresponderende massa-potentiaal aan de D-ingang van de flip-flop 82. Daar voor de flip-flop 82 van het D-type geldt dat de Q-uitgang, bij het optreden van een opgaande pulsflank in het signaal aan 35 de klokpulsingang CP, de aan de D-ingang aanwezige logische 0 of 1 moet gaan voeren als deze nog niet aanwezig is, volgt dat in de p-stand de Q-uitgang van de flip-flop 82 de logische 0 in de stabiele toestand voert. Hierdoor komt de 790 5 9 15 PHN 9543 16 logische 0 voor aan de E-ingang van de schakelaar 86, zodat deze is vrijgegeven.
Tijdens een moedwillig aanstoten van de opneembuis 2 ter opwekking van een mikrofoniesignaal wordt de instel-5 bare weerstand 77 zodanig veranderd dat de oscillator VCO in de fase-regellusschakeling 73 invangt. Hierbij komt een signaal voor aan de PCP-uitgang van de schakeling 73 met een gemiddelde waarde die positief is. Na de afvlakking in het afvlakfilter (84, 85) is de positieve spanning werkzaam ^0 als een logische 1 bij de schakelingang S van de schakelaar 86. "Voordat de logische 1 aan de S-ingang optreedt, geldt S(86) = 0 met de doorverbinding ZYO (86). Hierbij staat geen spanning over de diode 87 en is op het verbindingspunt van de kondensator 89, de weerstand 88 en de diode 87 de massa-15 potentiaal aanwezig. De logische 1 aan de S-ingang geeft met S(86) = 1 dat de doorverbinding ΖΥΊ optreedt, waarbij de spanning U2 momentaan op de diode 87 wordt gedrukt die daardoor licht emitteert. Het blijkt dat het oplichten van de diode 87 de invangindikatie bij de schakeling 26 20 geeft. De weerstand 77 wordt hierbij zodanig ingesteld dat de centrale oscillatorfrekwentie van de oscillator VCO van de schakeling 73 ongeveer in het midden ligt van het invanggebied. Genoemd wordt een centrale oscillatorfrekwentie van bijvoorbeeld ongeveer 2 kHz.
25 In de r-stand van de keuzeschakelaar 232 is de D-ingang van de flip-flop 82 via het afvlakfilter (80, 81) verbonden met de PC2-uitgang van de schakeling 73· Wanneer er geen mikrofonie optreedt, is er geen in te vangen signaal op de ingang SI van de detektieschakeling 73 en geven de gg uitgangen PC2 en POP geen signaal met een positieve gemiddelde waarde af. De logische 0 op de S-ingang van de schakelaar 86 geeft de doorverbinding ZYO, terwijl de logische 1 aan de Q-uitgang van de flip-flop 82 bij de schakelaar 62 de doorverbinding ZY1 geeft. Een vervolgens g5 optreden van mikrofonie geeft een signaal met een positieve gemiddelde spanning op de uitgangen PC2 en PCP. De hieruit voortvloeiende logische 1 op de D-ingang van de flip-flop 82 geeft bij de eerstkomende positieve pulsflank in het 790 59 15 ΡΗΝ 9543 17 * ~Λ signaal SHI aan de klokpul singang CP, een logische 0 aan de Q-uitgang, -waardoor de schakelaar 62 de doorverbinding ZYO krijgt, en een logische 1 aan de Q-uitgang waardoor de schakelaar 86 wordt geblokkeerd. Het blijkt dat bij de 5 detektie van mikrofonie de schakelaar 62 in de eerstkomende lijnonderdrukkingstijd THB amschakelt en het kompensatie-signaal afkomstig van de schakeling 14 doorgeeft. Opgemerkt wordt dat bij mikrofoniedetektie aan de uitgang PC2 eerder informatie wordt verkregen dan aan de uitgang PCP (voor het 10 gegeven type van de schakeling 73) en verder dat bij een oplichten van de diode 87 een vertraging optreedt die langer is dan een lijnperiode, zodat de schakelaar 86 zeker is geblokkeerd voordat de logische 1 op de S-ingang optreedt. De schakeling 26 is hierdoor in de r-stand van de 15 schakelaar 23g "buiten werking gesteld.
Wanneer wordt afgezien van de automatische fase-afregeling door middel van het testsignaal is het mogelijk de transistor 54 in de schakeling 14 te vervangen door een niet-getekende instelbare weerstand 54’, Proefondervinde-20 lijk kan bij het beschouwen van een weergegeven beeld eerst de potentiometer 46 worden ingesteld voor het verkrijgen van de optimale amplitude van het kompensatiesignaal bij een (mikrofonie)frekwentie van 2 kHz en kan daarna de instelbare weerstand 54' worden ingesteld voor het verkrij-25 gen van de optimale fase van het kompensatiesignaal waarbij bijvoorbeeld een goede mikrofoniekompensatie optreedt bij frekwenties tussen 1,4 en 3»2 kHz.
Xn plaats van de proefondervindelijke afregeling van de fase van het mikrofoniekompensatiesignaal kan de 30 schakeling 17 worden benut. De aansluiting 10 in het sig-naalkanaal 1 is verbonden met een aansluiting Z van een elektronische schakelaar 97. De schakelingang S van de schakelaar 97 is verbonden met de ingangsklem 28, waaraan het signaal SH2 wordt toegevoerd, waarbij de aansluiting YO 35 vrij ligt en de aansluiting Y1 is verbonden met de anode van een diode 98 en via een weerstand 99 &an een klem met de spanning -U1 is gelegd. De kathode van de diode 98 ligt via een weerstand 100 respektievelijk een kondensator 101 7905915 PHN 9543 1 8 aan een klem met de spanning -U2 respektievelijk aan massa en is verbonden met de poortelektrode van een. veldeffekt-transistor 102. De afvoerelektrode van de transistor 102 ligt aan een klem met een spanning +U1 en de bronelektrode 5 is via een -weerstand 103 met een klem met de spanning -U2 verbonden.
De signaalbemonster- en -h.oudsch.akeling 30 is aldus opgebouwd uit de komponenten 97 tot en met 103· De diode 98, de kondensator 101 en de weerstand 100 zijn werk-10 zaam als een topgelijkrichter, waarbij de transistor 102 dienst doet als buffer. Onder besturing van het signaal SH2 dat in rasteraftasttijden een lijnfrekwente puls aan het einde van de lijnonderdrukkingstijden THB heeft, worden signaalmonsters uit het signaal VS3 genomen.
15 De bronelektrode van de transistor 102 vormt de uitgang van de schakeling 30, die is verbonden met de rasteromschakelaar 31 en daarin is gelegd aan de aansluiting Z van twee elektronische schakelaars 104 en 105· De schakel-ingang S van de schakelaar 104 respektievelijk 105 is via 20 een weerstand 1θβ respektievelijk 107 verbonden met een klem met een spanning -U1 respektievelijk +U1 en ligt via een kondensator 108 respektievelijk 109 aan de Q-uitgang van een flip-flop van het D-type die de frekwentiedeler 32 vormt. De klokpulsingang CP van de flip-flop frekwentie-25 deler 32 is verbonden met de ingangsklem 29 waaraan het rasterfrekwente signaal SY wordt toegevoerd, terwijl de D-ingang is verbonden met de Q-ingang. De flip-flop frekwentiedeler 32 heeft een deelfaktor gelijk aan twee, waarbij elke opgaande pulsflank in het signaal SV de flip-flop doet 30 omklappen doordat de inverse Q-uitgang met de voorwaarde-ingang D is verbonden.
Het blokvormige signaal SV/2 aan de Q-uitgang van de flip-flop frekwentiedeler 32 wordt via differentieer-schakelingen (106, 108) en (107,109) toegevoerd aan de S-35 ingangen van de respektieve schakelaars 104 en 105. Voordat een opgaande pulsflahk in het signaal SV/2 voorkomt geldt voor de schakelaar 104: S(104) = 0 met de doorverbinding ΖΥ0, terwijl voor de schakelaar 105 geldt: S(105)=1 790 5 9 15 PHH 95^3 1 9 met de doorverbinding ZY1. De aansluiting YO van de schakelaar 104 en Y1 van de schakelaar 105 liggen vrij. Een op-gaande pulsflank in het signaal SV/2 heeft geen gevolgen voor de schakelaar 105, maar bij de ingang S van de schake-5 laar 1 04 treedt een positief gerichte, gedifferentieerde puls op waardoor geldt S(104)=1 met de doorverbinding ZY1. Het resultaat is dat aan het begin van een raster de in de kondensator 101 opgeslagen informatie van het voorafgaande raster wordt doorgegeven naar de aansluiting Y1 en daarmee 10 naar een ermee verbonden kondensator 110. Evenzo heeft een neergaande pulsflank in het signaal SV/2 geen gevolgen voor de schakelaar 104, maar wel voor de schakelaar 105 daar dan voor deze geldt S(105)=0 met de doorverbinding ΖΥ0, zodat aan het begin van het volgende raster de van de kon-15 densator 101 afkomstige informatie wordt doorgegeven naar een met de aansluiting Y0 verbonden kondensator 111. Het blijkt dat de rasteromschakelaar 31 is uitgevoerd met de komponenten 10¾ tot en met 109·
De kondensatoren 110 en 111 zijn met een klem 20 aan massa gelegd en de met de respektieve schakelaars 10¾ en 105 verbonden klemmen zijn aangesloten op de (+) respek-tievelijk (-) ingang van een verschilversterker 112. Twee voedingsaansluitingen van de verschilversterker 112 zijn verbonden met twee klemmen met de respektieve spanningen 25 +U1 en -U1 . De uitgang van de versterker 112 is via een weerstand 113 met een klem met de spanning +TJ1 verbonden en is aangesloten op een ingang van de exclusieve-OP poort 3¾ waarvan een andere ingang aan de Q-uitgang van de flipflop frekwentiedeler 32 ligt. De signaalvergelijkschakeling 30 33 bevat aldus de komponenten 110 tot en met 113·
In de signaalvergelijkschakeling 33 wordt een signaalvergelijking uitgevoerd tussen de aan het begin van elk raster, afwisselend aan de kondensatoren 110 en 111 toegevoerde signaalmonsters die korresponderen met de 35 positieve piekwaarde in het signaal VS3 aanwezig gedurende de puls in het signaal SH2 aan het einde van de lijnonder-drukkingstijd THB . Gesteld wordt dat de signaalmonsters voor de kondensatoren 110 en 111 gelijk zijn over een aan- 790 5 9 15 ... ί5* - -Λ ΡΗΝ 95^3 20 tal rasterperioden. Bij de versterker 112 vloeit een lekstroom naar de kondensatoren 110 en 111 waardoor die kondensator die aan het begin van het raster geen signaalmon-ster krijgt toegevoerd een kleine positieve spanningstoe-5 neming heeft ondergaan. Hierdoor geeft de versterker 112 afwisselend per raster negatieve en positieve spanningen af die korresponderen met de logische 0 en 1, welke logische waarden via de poort Jk gekombineerd worden met die in het signaal SV/2. Uitgaande van een gelijk Signaalmonster met 10 de waarde a volt en een door de lekstroom veroorzaakte spanningsstijging van b volt voor de kondensatoren 110 en 111 volgt de volgende tabel 1.
TABEL 1 logische waarden in signaal SY2: 1 0 , 1 , 0 15 spanning over kondensator 110, a , a + b, a , a + b aan de ( + ) versterkeringang spanning over kondensator 111, a + b, a , a + b, a aan de (-) verste rke ringang logische waarden aan de uit- 0 , 1 , 0 , 1 gang van de versterker 112 20 logische waarden aan de uit- T , 1 , 1 , 1 gang van de poort 3^·
Het blijkt dat bij gelijke signaalmonsters a voor de kondensatoren 110 en 111 de poort Jk een logische 1 voert. Dit geldt ook voor een afnemend signaalmonster 25 a-a1 .
Bij toenemend signaalmonster a+a1, waarvoor geldt a1 groter dan b, verandert de situatie en hiervoor geldt de tabel 2, TABEL 2 30 logische waarden in signaal SY2: 1 , O ,1 ,0 spanning over kondensator 110, a ,a + b ,a+al,a+a1+b aan de (+) versterkeringang spanning over kondensator 111 a + b, a + a1, a+a1+b, a+a1 aan de (-) versterkeringang logische waarden aan de uit- 0 , 0 ,0 , 1 35 gang van de versterker 112 logische waarden aan de uit- 1 , 0 , 1 , 1 gang van de poort Jk
Het blijkt dat bij een signaalmonstertoeneming 790 5 9 15 PEN 95h3 21 (a1 ) die groter is dan de door de lekstroom gegeven span-ningsstijging (b) als drempelwaarde de poort 34 een logische 0 afgeeft.
De uitgang van de poort 34 is verbonden met de 5 geheugenschakeling 35 voor het vasthouden van een telrich-ting en is daarin aangesloten op een ingang van een exclusieve-OF poort 114 waarvan een andere ingang met de Q-uit-gang van een flip-flop 115 van het Dtype is verbonden. De flip-flop 115 en de poort 114 vormen de geheugenschakeling 10 35· De klokpulsingang CP van de flip-flop 115 is verbonden met de uitgang van de inverteerder 36 die met de ingang is gelegd aan de ingangsklem 29 waaraan het rasterfrekwente signaal SV wordt toegevoerd. Door de signaalinversie via de inverteerder 36 krijgt de flip-flop 115 de achterflank 15 van de in het signaal SV getekende puls toegevoerd als trekkerpulsflank. De uitgang van de poort 114 is verbonden met de voorwaarde—ingang D van de flip-flop 115·
De werking van de geheugenschakeling 35 wordt verklaard aan de hand van tabel 2.
20 Bij de afgifte van de poort 34 van de logische 1 geldt dat indien aan de Q-uitgang van de flip-flop 115 een logische O of 1 voorkomt, de poort 114 een logische 1 of O afgeeft die aan de D-ingang optreedt en behoort bij de veronderstelde logische O of 1 aan de Q-uitgang. Het 25 blijkt dat bij de afgifte van de poort 34 van de logische 1 de schakeling 35 niet wordt beïnvloedt. Treedt op bij de tabel 2 afgeleide wijze, bij de pulsvoorflank in het signaal SV, de logische O op aan de uitgang van de poort 3^-dan zal de bijvoorbeeld aanwezige logische O aan de 30 Q-uitgang er toe leiden dat de poort 114 nu de logische O gaat voeren, die vervolgens aanwezig is aan de D-ingang wanneer de pulsachterflank in het signaal SV optreedt. Hierdoor klapt de flip-flop 115 om en gaat de Q-uitgang de logische 1 voeren, waarop aan de uitgang 114 weer de lo-35 gische 1 optreedt. Deze logische 1 blijft daar aanwezig totdat bij de volgende pulsvoorflank in het signaal SV weer de logische 1 aan de uitgang van de poort 34 optreedt (tabel 2). De poort 114 geeft dan de logische 0 af en deze 7905915 ? · '*+· PHN 95^3 22 is aan de D-ingang van de flip-flop 115 aanwezig wanneer de achterflank van het signaal SY als trekkerpulsflank aan de CP-ingang optreedt. Hierbij behoort de logische 1 aan de Q-uitgang, zodat de omgeklapte flip-flop 115 in de sta-5 biele toestand verkeert. Een soortgelijke afleiding gaat op wanneer van de logische 1 in plaats van de logische 0 wordt uitgegaan.
Het blijkt dat een toegenomen signaalmonster bij de kondensatoren 110 en 111 leidt tot een omklappen van 10 de flip-flop 115 waardoor de schakeling 35 de andere logische waarde afgeeft en wel aan een op-neertelingang U/D van de op-neerteller 37· Van de teller 37 is de klok-pulsingang CP verbonden met de uitgang van de inverteerder 36 terwijl een inverse vrijgeefingang CE is verbonden met 15 de schakelaar 23^· In de q-stand van de schakelaar 23^ is de teller 37 vrijgegeven en afhankelijk van de toevoer van een logische 0 of 1 vindt bij de achterflank van de puls in het signaal SV een verlaging of verhoging van de teller-stand met een eenheid plaats. De teller 37 is bijvoorbeeld 20 een 8-bits teller, waarbij acht uitgangen met de digitaal— analoogomzetter 38 zijn verbonden.
De omzetter 38 wordt gevolgd door de versterker-schakeling 39 en de uitgang van de omzetter 38 is daarin gelegd aan de (-) ingang van een verschilversterker 116, 25 waarvan de (+) ingang aan massa is gelegd. De uitgang van de versterker 116 ligt via een weerstand 117 aan de (-) ingang en is via een weerstand 118 verbonden met de poort-elektrode van de als een regelbare weerstand; werkzame transistor 54.
30 Het blijkt dat de fase-afregeling plaatsvindt door gedurende de testsignaalopwekking de in opvolgende rasters verkregen signaalmonsters met elkaar te vergelijken, waarbij een door onvolledige kompensatie verkregen verschil-waarde groter dan een drempelwaarde leidt tot een tel-35 standverandering waaruit een kleinere verschilwaarde voortvloeit, hetgeen korrespondeert met een verbeterde kompensatie. Nadat een optimale kompensatie met een, binnen de drempelwaarde vallende, kleinst mogelijke verschil- 790 5 9 15 ' «£ PHtf 9543 23 waarde is bereikt, neemt door het verder tellen de ver-schilwaarde weer toe, waarbij bij het passeren van de drempelwaarde de telrichting omkeert, hetgeen leidt tot een open neertellen rond de optimale telstand.
5 De schakeling volgens figuur 2 is niet voorzien van een indikatie schakeling dat de optimale fase-afrege-ling is bereikt, hetgeen blijkt uit het afwisselend op- en neertellen door de teller 37 rond de optimale telstand.
Een hiervoor geschikte detektie- en -indikatieschakeling 10 valt binnen de vakkundige mogelijkheden, zodat van een beschrijving er van is afgezien.
In aanvulling op reeds gegeven komponenten worden als voorbeeld de volgende waarden en typen gegeven van enige voor de uitvinding essentiële komponenten in de scha-15 keling volgens figuur 2: weerstand 46 1ki* weerstand 54' 2500-^
47 9760 D. kondensator 56 1 OOnF
48 10kil weerstand 57 4530-Ω- versterkers 49 en 55: EM 224 58 1k d 20 kondensator 50 5>6 nF 59 1k Cl
512,7 nP 60 12k II
kondensator jk 100 nF
weerstand 52 12k.fl weerstand 75 27kil
53 4990 ü 76 4700 II
25 transistor BF 246 77 10kXl
Spanning TJ1 : 5 V
U2: 12 V
Voor de specifieke uitvoering van de mikrofonie-kompensatieschakeling 14 geldt dat de weerstanden 52 en 60 30 zijn aangebracht om aan de uitgangen van de versterkers 49 en 55 die zijn uitgevoerd met een klasse-B uitgangstrap, een klasse-A uitgangskarakter te geven. De weerstanden 58 en 59 geven een zodanige vorm van tegenkoppeling dat de fase-afregeling de amplitude van het uitgangssignaal niet 35 beïnvloedt.
7905915

Claims (4)

1. Televisiekamera uitgevoerd met een televisie-opneembuis en een anti-mikrofonieschakeling, welke schakeling is voorzien van een mikrofoniedetektieschakeling, een mikrofoniekompensatieschakeling en een in-uitschakelaar 5 voor de mikrofoniekompensatie hij wel- geen mikrofonie- detektie, met het kenmerk, dat de mikrofonledetektieschakeling is uitgevoerd met een in een fase-regellusschakeling ~ opgenomen, spanningsgeregelde oscillator, waarbij een ingang van de detektieschakeling via een signaalbemonster-10 en houdschakeling is verbonden met een eerste aansluiting in een kamerasignaalkanaal voor het verwerken van een, mogelijk een mikrofoniestoorsignaal bevattend videosignaal en een eerste, een schakelsignaal voerende uitgang van de detektieschakeling is verbonden met een schakelsignaalin-15 gang van de in- uitschakelaar voor de mikrofoniekompensatie.
2. Televisiekamera volgens konklusie 1, met het kenmerk, dat de detektieschakeling is voorzien van een tweede, een van de oscillator afkomstig oscillatorsignaal voerende uitgang, die via een mikrofonietestsignaalschakeling en een 20 testsignaal in- uit-keuzeschakelaar is gekoppeld met een tweede, eerder dan de eerste in het kamerasignaalkanaal voorkomende aansluiting, waarbij een derde, later dan de eerste in het kamerasignaalkanaal voorkomende aansluiting via een automatische fase-afregelschakeling is verbonden 25 met een fase-instelingang van de mikrofoniekompensatieschakeling die met een ingang is gekoppeld met de eerste aansluiting in het kamerasignaalkanaal en is uitgevoerd voor de afgifte van een in tegenfase met het stoorsignaal zijnd mikrofoniekompensatiesignaal en met een uitgang is gekop-30 peld met een vierde aansluiting in het signaalkanaal die aanwezig is tussen de genoemde eerste en- derde aansluiting, 3· Televisiekamera volgens konklusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de detektieschakeling is voorzien van een derde uitgang voor het voeren van een, van de fase-regel-35 lusschakeling afkomstig in-fasesignaal voor een mikrofoniestoorsignaal afkomstig van de opneembuis en het oscillator-signaal, welke derde uitgang is verbonden met een ingang van een inschakelbare invangindikatieSchakeling. 790 5 9 15 PHN 95^3 25 k. Televisiecamera volgens konklusie 3, met het kenmerk, dat de anti-mikrofonieschakeling is uitgevoerd met een meervoudige keuzeschakelaar met drie standen, waarbij in een eerste stand de signaalbemonster- en -boudschakeling, 5 de mikrofoniedetektieschakeling met het in-fasesignaal op de derde uitgang en de invangindikatieschakeling werkzaam zijn wanneer gedurende de aanwezigheid van een mikrofonie-stoorsignaal a'fkomstig van de opneembuis een centrale os-cillatorfrekwentie van de oscillator is ingesteld, waarbij 10 in een tweede stand de oscillator in de detektieschakeling vrij met de ingestelde centrale frekwentie oscilleert en het oscillatorsignaal op de tweede uitgang van de detektieschakeling geeft, en de mikrofonietestsignaalschakeling, de signaalbemonster- en -houdschakeling, de mikrofoniekompen-15 satieschakeling, de in- uitschakelaar voor de mikrofonie-kompensatie in de in-stand en de fase-af-regelschakeling werkzaam zijn, en waarbij in een derde stand die korrespon-deert met een afgeregeld zijnde anti-mikrofonieschakeling, de signaalbemonster- en —houdschakeling, de mikrofoniedetek-20 tieschakeling, de mikrofoniekompensatieschakeling en de in- uitschakelaar voor de mikrofoniekompensatie werkzaam zijn.
5· Televisiekamera volgens één der voorgaande kon- klusies, met het kenmerk, dat de mikrofoniekompensatiescha-25 keling is .uitgevoerd met een met een ingang verbonden laag-doorlaatfilter, welke ingang is gekoppeld met de eerste aansluiting in het Camerasignaalkanaal, welk laagdoorlaat-filter via een instelbaar fasedraaiend netwerk is verbonden met een uitgang van de mikrofoniekompensatieschakeling.
6. Televisiekamera volgens konklusie 2, 3» 4 of 5( met het kenmerk, dat de fase-afregelschakeling is uitgevoerd met een serie schakeling van een in lijnonderdrukkingstijden, in rasteraftasttijden, werkzame signaalbemonster- en -houdschakeling, van een rasteromschakelaar voor het afwis-35 selend, per raster, toevoeren van de signaalmonsters aan een signaalvergelijkschakeling, van een geheugenschakeling voor het vasthouden van een telrichting bij een teller, waarbij de telrichting wordt omgekeerd indien een vergroting 790 59 15 PHN 95^3 26 . e- van de signaalmonsters optreedt, van een op de teller volgende digitaal/analoogomzetter en van een versterker-schakeling waarvan de uitgang met de fase-instelingang van de mikrofoniekompensatieschakeling is verbonden. 5 10 15 20 25 30 35 790 5 9 15
NL7905915A 1979-08-01 1979-08-01 Televisiekamera uitgevoerd met een televisie opneembuis en een antimikrofonieschakeling. NL7905915A (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7905915A NL7905915A (nl) 1979-08-01 1979-08-01 Televisiekamera uitgevoerd met een televisie opneembuis en een antimikrofonieschakeling.
US06/170,460 US4360834A (en) 1979-08-01 1980-07-21 Television camera comprising a television pick-up tube and an anti-microphonics circuit
DE19803027548 DE3027548A1 (de) 1979-08-01 1980-07-21 Fernsehkamera mit einer fernsehaufnahmeroehre und einer antimikrophonieschaltung
GB8024603A GB2055271A (en) 1979-08-01 1980-07-28 Television camera
FR8016588A FR2462829A1 (fr) 1979-08-01 1980-07-28 Camera de television equipee d'un tube de prise de vues de television et d'un circuit antimicrophonie
JP10379880A JPS5624883A (en) 1979-08-01 1980-07-30 Television camera

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7905915 1979-08-01
NL7905915A NL7905915A (nl) 1979-08-01 1979-08-01 Televisiekamera uitgevoerd met een televisie opneembuis en een antimikrofonieschakeling.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7905915A true NL7905915A (nl) 1981-02-03

Family

ID=19833627

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7905915A NL7905915A (nl) 1979-08-01 1979-08-01 Televisiekamera uitgevoerd met een televisie opneembuis en een antimikrofonieschakeling.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US4360834A (nl)
JP (1) JPS5624883A (nl)
DE (1) DE3027548A1 (nl)
FR (1) FR2462829A1 (nl)
GB (1) GB2055271A (nl)
NL (1) NL7905915A (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3138649A1 (de) * 1981-09-29 1983-04-14 TE KA DE Felten & Guilleaume Fernmeldeanlagen GmbH, 8500 Nürnberg Verfahren und schaltungsanordnung zur speisung einer teilnehmerendeinrichtung
DE3347218A1 (de) * 1983-12-27 1985-07-11 Siemens AG, 1000 Berlin und 8000 München Schaltungsanordnung zur elimination von im videosignal enthaltenen nf-stoersignalen
JP2710879B2 (ja) * 1991-08-07 1998-02-10 尚武 毛利 レーザ測定方法及び装置
DE10136239B4 (de) * 2001-07-25 2008-03-27 Siemens Ag Röntgendiagnostikeinrichtung mit einem flächenhaften Festkörper-Röntgenbildwandler
US9160347B1 (en) 2014-08-07 2015-10-13 Symbol Technologies, Llc System and method for countering the effects of microphonics in a phase locked loop

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7613357A (nl) * 1976-12-01 1978-06-05 Philips Nv Televisiekamera uitgevoerd met een televisie-op- neembuis en een kompensatieschakeling voor laag- frekwente signaalstoring, in het bijzonder mi- krofonie.

Also Published As

Publication number Publication date
US4360834A (en) 1982-11-23
JPS5624883A (en) 1981-03-10
DE3027548A1 (de) 1981-02-19
FR2462829A1 (fr) 1981-02-13
GB2055271A (en) 1981-02-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4361785A (en) Versatile video CRT display
US4387405A (en) Automatic kinescope bias control system with digital signal processing
JPH01132280A (ja) テレビカメラ装置
CA1139428A (en) Automatic registration system
NL7905915A (nl) Televisiekamera uitgevoerd met een televisie opneembuis en een antimikrofonieschakeling.
US4792845A (en) Color video signal phase detector
JPS60217762A (ja) 固体撮像装置の出力信号再生回路
JPH0798334A (ja) マルチ・ビデオ方式識別用トリガ信号発生器
JPS63284976A (ja) 偏向歪補正回路
EP0572163B1 (en) Auto focus apparatus
US4941035A (en) Method of sampling color video signal having alternating phase characteristics
FI73562B (fi) Anordning foer upphaevande av en spoeksignal i en televisionsmottagare.
US3710018A (en) Television camera automatic beam alignment
US4881121A (en) Color video signal phase detector
GB1568899A (en) Television camera
NL7907111A (nl) Kleurentelevisie-ontvanger met een kleurenkathode- straalbuis van het indextype.
US4258390A (en) Video signal processing circuit
US5036401A (en) Device for display of information with complete scanning beam arrest
US3715490A (en) Camera tube residual image elimination apparatus
GB2064925A (en) Image pickup device
US5764303A (en) Vertical deflection control circuit and television receiver using such vertical deflection control circuit
JPH0440788A (ja) テレビジョン受信機
SU1075443A1 (ru) Устройство автоматической регулировки размаха видеосигнала
Beltrami et al. High-speed visual communication over existing telephone networks
JPH04230181A (ja) テレビジョンカメラ

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed