NL7905807A - Drijfladingontsteking. - Google Patents

Description

_ ” Tv ' M / 4 * s VO 76?8

Dynamit Nobel Aktiengesellschaft Troisdorf/Bez. Keulen Bondsrepubliek Duitsland

Drijfladingontsteking.

De uitvinding heeft betrekking op een drijfindingsontsteking van het in de inleiding van conclusie 1 cmschreven type.

Drijfladingsontstekingsinrichtingen zijn electrisch en/of mechanisch, d.w.z. zij kunnen door een slag of stoot ingeleid worden.

5 Voor kanonnen voor b.v. pantserwagens of schepen zijn electrische drijfladingontstekingen bekend, welke tot een gasdruk van ongeveer 5000 bar aan de eisen met betrekking tot de gasdrukvastheid van de bodem voldoen. De huizen van deze drijfladingontstekingen worden op fabricage-technische gronden uit gemakkelijk te verspanen en/of 10 om te felsen metalen, b.v. messinglegeringen met loodtoeslag, vervaardigd. Hetzelfde geldt voor het middenstuk van de electrische drijfladingontsteking, dat als electrisch centraal- of binnencontact is uitgevoerd en in het huis van de drijfladingontsteking onder tussenvoeging van geschikte isolatiestoffen electrisch zodanig 15 wordt gemonteerd, dat dit van buitenaf toegankelijk is, cm met de electrode van de ontstekingsinrichting van het wapen verbonden te kunnen worden. In het huis is voorts het electrische ontstekings-element alsmede de daardoor te ontsteken poederlading, de z.g. ver-sterkingslading, aangebracht. Het ontstekingselement is met zijn 20 pool met het middencontact en met zijn andere pool electrisch ge-* leidend met het huis verbonden. Het ontstekingselement kan met het huis door schroeven en/of cmfeisen, resp. het dichtkoken van de ringvormige naad verbonden zijn.

Mechanisch in te leiden drijfladingontstekingen hebben als 25 middenstuk het van buitenaf toegankelijke *slagstuk, dat geheel of ten dele door onder invloed van de slagpen van het wapen in het huis van de drijfladingontsteking naar voren verschuifbaar is en het inleiden van het daarvoor aangebrachte mechanische ontstekingselement 7905807 ί ‘ Λ 2 f bewerkstelligt. Ook hier is het ontstekingselement wederom door schroeven, koken, omfelsen of dergelijke in het huis bevestigd.

Door de "bij" hét schot optredende gasdruk worden de metallische materiaalsoorten van deze drijfladingontsteking in het algemeen tot 5 buiten de strekgrens belast, zodat plastische vervormingen optreden.

Daarbij wordt ook het huis van de drijfladingontsteking opgewijd, d.w.z. in binnendiameter vergroot, waardoor tussen het huis en het daarin geplaatste ontstekingselement een min of meer grote radiale speling optreedt. Omdat het huis van de drijfladingontsteking van-10 wege het van buitenaf toegankelijke middenstuk aan het achtervlak, d.w.z. aan de bodem open is, bestaat echter het gevaar, dat hete kruiddampen via de spleet tussen huis en ontstekingselement en de bodemopening naar buiten toe ontwijken. Dit kan niet alleen leiden tot beschadiging of zelfs vernieling van de vuurinrichtingen van 15 het betreffende wapensysteem, doch verder bestaat bij z.g. wapensystemen met gesloten binnenruimten, zoals bij gevechtswagens of geschuttorens op schepen een groot levensgevaar voor het bedienend personeel, als gevolg van de met hoge snelheid in de binnenruimten stromende hete gassen.

20 Om met het oog op deze radiale opwijding van het huis toch een naar achteren gasdichte drijfladingontsteking te verkrijgen, wordt de afdichting door middel van in het radiale vlak zich uit-strekkende, boven elkaar liggende vlakken verwezenlijkt, b.v, de onderzijde van het middencontact en het daar naar toegekeerde tegen-25 vlak van het huis alsmede de tussen beide vlakken zich bevindende isolerende schijf van de electrische drijfladingontsteking. Voor-waardenvoor de werkzaamheid van een dergelijke gasdrukafdichting zijn zuiver evenwijdig lopende raakvlakken zonder radiale verdiepingen. beschadigingen of dergelijke. Ook inhomogeniteiten b.v. in de iso-30 lerende stof moeten worden vermeden. Op deze wijze is een gasdrukvastheid tot ongeveer 7·500 bar bereikbaar, waardoor een huis met een oorspronkelijke binnendiameter van ongeveer 20 mm opgewijd wordt tot ongeveer 21 mm.

Uadelig zijn hierbij echter de zeer hoge kosten voor een 35 uitermate nauwkeurige fabricage van de onderdelen van de drijf lading- 790 5 8 0 7 3 % • i ontsteking en de verdere bewerkingen.

Aan de uitvinding ligt het probleem ten grondslag, een drijfla-dingontsteking met hoge gasdrukvastheid te verschaffen, welke met naar verhouding lage kosten, betrouwbaar vervaardigd kan worden.

5 In het bijzonder gaat het daarbij cm electrisch in te leiden drijf-ladingontstekingen.

Dit probleem wordt opgelost door de in conclusie 1 cmschreven maatregel. Het afdichtingslichaam volgens de uitvinding wordt bij voorkeur gescheiden van het ontstekingselement vervaardigd, kan. echter 10 ook een geheel daarmee, d.w.z. als huis voor het ontstekingselement vervaardigd zijn. Het gescheiden, bij voorkeur uit metaal vervaardigde af dichtende lichaam steunt onder de druk van de kruitdamp in het huis van de drijfladingontsteking axiaal naar binnen. Bij een electrische drijfladingontstéking vindt dit steunen bij voorkeur 15 plaats via de middenelectrode, waarbij tussen het afdichtende lichaam en de middenelectrode een electrische isolatie aanwezig is, wanneer het ontstekingselement via het afdichtende lichaam electrisch geleidend met het huis van de drijfladingontstéking verbonden is·. Het afdichtingslichaam kan echter ook via het ontstekingselement naar 20 buiten toe steunen, dat zijnerzijds tegen de middenelectrode en deze wederom tegen de bodem van het huis van de drijfladingontstéking axiaal naar buiten steunt. Daarbij kan het ontstekingselement via de zijwand rechtstreeks electrisch geleidend met het huis van de drijfladingontstéking verbonden zijn, zodat het afdichtende lichaam 25 uit een electrisch, niet geleidend materiaal kan zijn vervaardigd.

Op overeenkomstige wijze is ook bij een door een schok in te leiden arijfladingsontsteking een ondersteuning van het afdichtende lichaam naar achteren toe aanwezig, zodat dit aan de druk van de daarop in axiale richting werkende kruitdampen bestand is.

30 Voor zover het steunen tegen het middenstuk plaatsvindt, moet het daarbij gewaarborgd zijn, dat de onder invloed van een schok tegen het ontstekingselement naar voren te drijven deel van het middenstuk in zijn beweging niet ontoelaatbaar gehinderd wordt.

De buitenste, ringvormige kraag van het bij voorkeur metalen 35 afdichtingslichaam werkt als pakkingelenent, dat met oplopende gasdruk 7905807 r- -, Λ , k versterkt radiasLl tegen de huiswand van de drijf lading ontsteking aangeperst wordt, zodat de afdichtende werking door de gasdruk oploopt en bij een plastische opwijding van het huis het pakkingelement dit volgt, dus in elk geval het aanliggen van de af dichtende kraag 5 tegen de binnenwand van het huis en dus de opsluitwerking tussen het af dichtende, lichaam, en het huis gewaarborgd is. De kraag heeft bij voorkeur een naar de vrije rand toe dunner wordende wanddikte, d.w.z. is als pakkingslip. uitgevoerd. Is het afdichtende lichaam axiaal voor het ontstekingselement aangebracht, dan is dit doelmatig van 10 §en centrale axiale opening voorzien, welke het ongestoord doorlaten van de van het ontstekingselement uitgaande ontstekingsstraal naar de kruitlading mogelijk maakt. Qmgeeft daarentegen het afdichtende lichaam het ontstekingselement, dan zijn deze radiaal naast elkaar aangebracht, en kan het voordelig zijn, het afdichtende lichaam ook.

15 van een gelijksoortige binnenkraag of pakkingselement te voorzien, welke, resp. dat afdichtend tegen het huis Van het ontstekingselement aanligt.

Met êe.n af dicht end lichaam volgens de uitvinding kan de drijfladingontsteking ook voor zeer hoge gasdrukken gebruikt worden.

20 Het huis van de drijfladingontsteking kan uit gemakkelijk te verspanen en/of om te felsen materiaal en dus relatief goedkoop gemaakt worden. Het middenstuk, in het bijzonder het centrale contact, wordt daarentegen bij voorkeur uit een materiaal van grote vastheid vervaardigd, om scheuren te vemijden, wanneer het midden-25 stuk, resp. de huisbodem van de drijfladingontsteking in het sluit- blok van het wapen nog slechts over een gedeelte van de flens voldoende naar buiten toe kan worden ondersteund. Dit is b.v. bij de electrische inleiding in het bereik van de door het sluitblok heengevoerde contactstift het geval, dat slechts een zeer onvoldoende 30 tegenligger voor de drijfladingontsteking vormt. Deze in dit bereik verminderde ondersteuning moet zo klein worden gehouden, als het betreffende wapensysteem dit nog toelaat.

De door de uitvinding voorgestelde opbouw heeft bij een electrische drijfladingontsteking· tot gevolg', dat de afdichting niet 35 meer door de gebruikte isolatie stoffen overgencmen behoeft te worden, 7905807

V

*· 5 doch door de "buitenste en eventueel ook "binnenste pakkinglip van het af dichtende lichaam, plaatsvindt. De gasdrukaf dichting van het in aanmerking kanende isolerende element is dus in alle gevallen van ondergeschikte "betekenis. Ook de naar elkaar toegekeerde radiale vlakken 5 van het middencontact en "boden, van het huis van de drijfladingont- steking "behoeven voor wat "betreft het evenwijdig lopen, oppervlakte-geaardheid enz. niet meer op zo dure wijze vervaardigd worden! zoals dit zonder dit nieuwe afdichtende element noodzakelijk zou zijn.

Om een afdichtend aanliggen van de kraag van het afdichtende 10 lichaam volgens de uitvinding tegen de binnenwand van het huis aan de drijf ladingontsteking te verrijken, kan de kraag - voorhet monteren in het huis - met een t.o.v. de vrije rand bij voorkeur conisch wijder wordende buitenvorm worden voorzien, welke zodanig groter bemeten is dan de cylindrische uitsparing in het huis, dat deze na het naar -15 binnendrukken van het afdichtende lichaam in deze uitsparing buiten de cylindrische kraag met de vereiste radiale drukkracht tegen de binnenwand van het huis geperst wordt. Analoog kan bij een eventueel extra binnenkraag deze - voer de montage in het ontstekingselement -naar de vrije rand toe conisch afnemen, zodanig dat na het naar 20 binnendrukken van het ontstekingselement in de door de kraag cms loten uitsparing van het afdichtende lichaam, deze binnenkraag bij- een cy-lindrisch opwijden tegen de buitenwand van het ontstekingselement geperst wordt. De buitenste kraag van het afdichtende lichaam staat daarbij onder drukspanning, terwijl de eventueel aanwezig binnenkraag 25 onder trekspanning staat.

Een doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvinding is in conclusie 2 aas chr even, teneinde een extra, vozms luit end fixeren van het afdichtende lichaam ook in axiale richting en dus een hogere schok-vastheid t.o.v. axiale stootbelastingen te bereiken. De voor het 30 inbouwen conisch uitgevoerde kraag van het afdichtende lichaam rast met de vrije rand in de ringvormige verdieping terwijl deze dienover- * eenkaastig radiaal naar buiten terugveert. Deze uitvoeringsvorm heeft verder het voordeel, dat in plaats van een dun afdichtend lichaam met vooraf vervaardigde kraag ook een lichaam met cylindrische kraag 35 toegepast kan worden, en goedkoper vervaardigd kan worden. Dit af- 7905807 * 6 / * dichtende lichaam.wordt doelmatig met een gelijkpassing in de uitsparing van het huis gezet en vervolgens de kraag in het "bereik van de vrije rand door middel van dienovereenkomstig gereedschap zodanig radiaal naar "buiten opgewijd en in de verdieping geperst, dat ener-5 zijds een vormsluiting in axiale richting ontstaat en anderzijds de kraag voldoende vast en af dicht end tegen de "binnenwand van het huis aangeperst is. In het bijzonder in het laatste geval is het voordelig volgens conclusie 3 een hoven de verdieping zich bevindende ringvormige strook van het huis om te rand van de kraag cm te felsen cm 10 de aanpersing extra te verhogen.

Een bijzonder doelmatige uitvoeringsvorm van de drijflading-ontsteking volgens de uitvinding voorzien van een afdichtelement voor zeer hoge gasdrukken is in conclusie Ij- omschreven. Het aandrijf lichaam wordt bij voorkeur in het huis van de drijfladingontsteking geschroefd, 15 · kan echter ook op een andere geschikte wijze, b.v. door inpersen zodanig in het huis worden vastgehouden,, dat de kraag van het af dichtende lichaam op de vereiste wijze tegen de binnenwand van het huis aangeperst wordt. De met elkaar in aanraking zijnde vlakken van het af dichtende lichaam en het aanpers lichaam kunnen b.v. enigermate 20 bol gewelfd zijn. De aanpersing van de pakkinglip van het afdichtende lichaam tegen de binnenwand van het huis wordt door de helling van deze vlakken in het contactbereik en de door het aanperslichaam op de pakkinglip uitgeoefende kracht in overeenstemming met de betreffende eisen bepaald. Het aanperslichaam heeft een doorgaande centrale axiale ' 25 opening, waarvan de doorlaat tenminste zo groöt is, dat de ontstekings-straal van het ontstekingselement daardoorheen kan treden en de daarachter aangebrachte kruitlading zonder storing kan ontsteken.

Bij voorkeur is het aanperslichaam als hulsvormig lichaam uitgevoerd, waarin reeds een gedeelte van de kruitlading is aangebracht. De wand-30 dikte van het hulsvormige perslichaam is afhankelijk van de materiaal-sterkte zodanig bemeten, dat daarmee de noodzakelijke radiale aanpers-kracht op het af dichtende lichaam kan worden uitgeoefend.

Volgens conclusie 5 zijn de contactvlakken van het aanperslichaam en het afdichtende lichaam als conusvlakken uitgevoerd, waar-35 bij het met het oog op de bij een massafabricage slechts moeilijk te 7905807 7 - ' ; * vermijden, fabricagetoleranties voordelig is, de helling van de conusvlakken overeenkomstig conclusie 6 te kiezen.

Volgens conclusie 7 is het afdichtende lichaam gelijktijdig als opneemlichaam voor het ontstekingselement uitgevoerd. Het ont-5 stekingselement is daarbij in het bijzonder bij electrische inleiding met een perspassing in de vanaf het achtervlak van het afdichtende lichaam aangebrachte uitsparing gezet, cm via het afdichtende lichaam een doelmatige electrische verbinding tussen de mantel van het ontstekingselement en het huis van de drijfladingontsteking te verkrijgen.

10 Ook hierbij is wederaa het afdichtende lichaam van tenminste een bij . het ontstekingselement behorende ontstekingsopening voor het doorlaten van de ontstekingsstraal voorzien. Om enerzijds de axiale afmeting van het af dichtende lichaam zo klein mogelijk te houden, anderzijds echter toch een buitenste ringvormige kraag van voldoende hoogte 15 met de vereiste pakkingwerking te verkrijgen, is de uitvoeringsvorm volgens conclusie 8 voordelig. Bij voorkeur wordt daarbij de radiale breedte van de uitsparing naar de vrije rand van de kraag toe groter, zodat in het bijzonder de wanddikte van de kraag naar de rand toe afneemt.

20 De uitvinding wordt onder verwijzing naar de tekening nader besproken. Daarbij toont: fig. la en b het achtereinde van een electrische drijflading-ontsteking met afdichtend lichaam voor en na de montage; fig. 2a en b een variant daarvan, 25 fig. 3a tot c een andere variant, fig. k een drijfladingontsteking met afdichtend lichaam en aaaperslichaam en fig. 5 een mechanisch in te leiden drijfladingontsteking met af dicht end lichaam.

30 Fig; la toont het achtereinde van het huis 1 van een drijf ladingontsteking met de centrale uitsparing 2, waarin het. op de bodem 3 van het huis 1 axiaal naar achterèn steunende middenstuk k, dat hier een electrisch middencontact is, is gezet. Het midden-contact k is t.o.v. het huis 1 door middel van een isolatie 5 uit 35 thermoplastische kunststof electrisch geïsoleerd. Eet van buiten af 7905807 4 8 toegankelijke, centrale aanzetsel 6 van het middencontact U kan met een niet getekende contactstift ran het wapen electrisch geleidend verbonden -worden.

Het afdichtende lichaam 7 heeft een cylindrisch basisdeel 8, 5 waarvan de buitendiameter=- - zoals door de stippellijn 9 is aangeduid - met de binnendiameter van de uitsparing 2 in het huis overeenstemt.

Het basisdeel 8 steekt buiten de ringvormige kraag 10 uit waarvan de wanddikte naar de vrije rand 11 toeneemt:, afneemt welke rand naar buiten toe conisch wijder wordt. Om de centrale uitsparing 12 van 10 het basisdeel 8 sluit naar voren toe de binnenste ringvormige kraag 13 aan, welke af dichtend tegen het in de uitsparing 12 met pers-passing gezette, in aanzicht getekend electrisch ontstekingselement lh aanligt. Het tegen hoge druk afdichtende lichaam 7 dient hier dus tevens als opneemelement of drager van het ontstekingselemeht.

15 Qm het ontstekingselement 1^ resp. cm de daarbij behorende kraag 13, bevindt zich de ringvormige uitsparing 15, waarvan de binnendiameter uitgaande van het basisdeel 8 naar voren toe groter wordt.

In fig. 1b is het afdichtende lichaam 7 in gemonteerde toestand getekend, waarbij de buitenste kraag 10 als pakkinglip afdichtend 20 tegen de binnenwand 16 van de uitsparing 2 in het huis 1 aanligt.

Dit stevig en dus gasdicht aanliggen wordt bereikt, doordat, zoals fig. la toont, voor de montage de buitenafmetingen van de conische kraag 10 groter zijn dan de binnendoorsnede van de uitsparing 2 in het huis, zodat bij het naar binnen drukken van het afdichtende 25 lichaam 7 met een perspassing in de uitsparing 2 de kraag 10 zodanig radiaal wordt samengedrukt, dat deze onder drukspanning tegen de binnenwand 16 aanligt. Door deze maatregel is het gewaarborgd, dat bij de tijdens een schot plaatsvindende radiale verwijding van het huis 1 de kraag 10 deze beweging volgt, d.w.z. ook dan afdichtend 30 tegen de binnenwand 16 aanligt.

Het ontstekingselement is via de centrale electrodestift 17 electrisch geleidend met het middencontact 1+ verbonden. Het afdichtende lichaam 7 is door de ingezette schijf 18 uit isolerend materiaal, electrisch geïsoleerd. Aan de van het middencontact ^ 35 afgekeerde zijde van het afdichtende lichaam 7 is de kruitlading aange- 7905807 9 bracht, -waarbij het hier gaat cm een door het ontstekingselement lU te ontsteken versterkingslading gaat, -welke de ringvormige uitsparing 15 van het af dichtende lichaam 7 vult.

De in fig. 2a en b getekende drijfladingontsteking onderscheidt 5 zich van die van fig. la enlb door een groefvormig, rondgaande ver dieping 20 in de wand 16 van de uitsparing 2 van het huis, welke zodanig is aangebracht, dat het af dichtende lichaam 7 bij het in de uitsparing 2 drukken met de vrije rand 11 van de conisch uitgevoerde kraag 10 in deze groef 20 radiaal naar buiten inrast. Yoor het doel-10 matig vereffenennvan de fabricagetoleranties wordt de boven de groef 20 zich bevindende strook 21 extra naar anderen tegen de rand 11 aangedrukt en daarbij zodanig plastisch vervormd, dat het afdichtende lichaam 7 axiaal betrouwbaar wordt vastgezet.

Deze uitvoeringsvorm wordt toegepast, wanneer grote schokbe-15 lastingen zonder verstoring van de functie opgenamen moeten worden.

Een verder verschil t.a.v. de hiervoor besproken drijflading-cmtsteking bestaat in het vasthouden van het ontstekingselement zodanig, dat dit in een aan het vooreinde 22 tot aan'de ontstekings-cpening 23 gesloten uitsparing 12 van het af dichtende lichaam 7, in 20 het bijzonder met een perspassing, ingezet is. Daardoor is het ontstekingselement ikzowel gasdicht door het afdichtende lichaam omsloten als axiaal op betrouwbare wijze vastgezet.

Tussen het het ontstekingselement lU cmgevende bereik 2k van het afdichtingslichaam 7 en de kraag 10 is een ringvormige 25 uitsparing 15 aanwezig.

Bij de in fig. 3a tot c getekende drijfladingontsteking heeft het afdichtingslichaam 7 een ronde cylindrische buitenvorm, d.w.z. de kraag 10 wordt naar buiten toe niet wijder. Ook hier neemt de wanddikte van de kraag 10 naar de vrije rand 11 toe, af. Het af-30 dichtende lichaam 7 wordt met een vrijpassing in de cylindrische uitsparing 2 van het huis 1 gezet en vervolgens met het voorste deel 25 van zijn kraag 10 door plastische vervfezming naar buiten in de in het huis 1 gedraaide, groefvormige verdieping 20 geperst.

In een volgende arbeidsgang wordt dan de boven de verdieping 20 zich 35 bevindende smalle rug 26, welke bij een binnendiame’ter van de 7905807 - V / 10 uitsparing 2 van b.v. 20 mm een radiale "breedte van ongeveer 0,6 tot 1 mm heeft, over de rand 11 van de kraag 10 naar onderen amgefelsd. Daardoor -wordt het in het elastische "bereik terugverende pakkingelement 10 vast tegen de wand van de verdieping 20 aangeperst.

5 Fig. ^ toont een drijfladingontsteking met bijzonder grote gas- drukvastheid, waarbij de door middel van het afdichtende lichaam 7 verkregen afdichting door het aanperslichaam 27 wordt versterkt, dat in het huis Ivan de drijfladingontsteking geschroefd is. De kraag 10 van het af dichtende lichaam 7 is van een conisch binnenvlak 10 28 voorzien, waarvan de diameter naar de vrije rand 11 toe, groter wordt. De hellingsvlak van het binnenvlak 28 t.o.v. de langsas 29 van de drijfladingont steking bedraagt b.v. 12°. Het aanperslichaam 27 heeft aan het naar het af dichtende lichaam 7 toegekeer.de einde een ringvormig aanzetsel of tegenconus 30, waarvan het buitenvlak 31 15 eveneens als conusvlak is uitgevoerd, dat in dezelfde zin als het binnenvlak 28 helt, waarbij echter de hellingshoek t.o.v. de langsas 29 bij voorkeur iets kleiner is, b.v. 10° bedraagt. Het als inschroefdeel uitgevoerde aanperslichaam 27 wordt met de tegenconus 30" ..... tegen het conische binnenvlak 28 van de kraag 10 met een zodanig 20 moment geschroefd, dat de kraag 10 op de gewenste wijze radiaal tegen de binnenwand l6 van het huis 1 geperst wordt. Het.daartoe noodzakelijke moment is afhankelijk van de vervormbaarheid van de kraag 10 en de tegenconus 30. De keuze geschiedt bij voorkeur zodanig, dat bij een buitendiameter van de kraag 10 tussen ongeveer 10 en 30 mm de binnen-25 diameter 32 van de tegenconus 30 tot ongeveer 0,2 tot 0,^ mm geredu ceerd wordt, wanneer het voor de gewenste radiale aanpersing noodzakelijke moment geleverd wordt. Het met het inschroefdeel 27 verkregen afdichtende effect wordt door de inwerking van de gasdruk bij een schot nog extra versterkt, d.w.z. er wordt een nog grotere 30 afdichtende werking verkregen en de gasdruk via de tegenconus 30 en de kraag 10 ongestoord op het buitenhuis 1 overgedragen. Overigens stemt de opbouw van deze electrische drijfladingontsteking overeen met die volgens 2a tot 3c, wanneer ervan wordt afgezien, dat hier het afdichtende lichaam 7 een grotere buitendiameter heeft dan het 35 middenstuk b.

7905807 11 ; » 4

Het af dichtende lichaam 7 is evenals in de andere gevallen uit een materiaal, h.v. messing- of een staaüegering vervaardigd, welke een afdoende vervorabaarheid heeft, zodat het hij een schot optredende op wij ding niet tot hoven de breekgrens belast wordt. Het 5 middenstuk 4 is daarentegen bij voorkeur vervaardigd uit een materiaal met een hogere vastheid, om vanwege de in het bereik van het aanzetsel 6 in de regel kleinere ondersteuning in het sluitsysteem van het wapen het gevaar van het afscheuren van het centrale deel van het middenstuk U te vermijden. Het afdichtende lichaam 7 is hier ge-10 scheiden van het ontstekingselement k vervaardigd. Het is echter zonder meer mogelijk, voor zover dit in een bepaald geval noodzakelijk mocht zijn, de de afdichting t.o.v, het huis 1 van de drijflaüingontsteking bewerkstelligende buitenste ringvormige 10 als een geheel met het ontstekings element lU uit te voeren, dat dan van een dienovereen-15 kanstig gewijzigd huis is voorzien.

In fig. 5 is tenslotte een drijfladingontsteking weergegeven met eën mechanisch, d.w.z. door een schok in te leiden ontstekings-element lU, waarbij evenals bij fig. U, het afdichtende lichaam 7 met zijn kraag 10 door middel van in het huis 1 gebracht, bij voor-20 keur ingeschroefd aanperslichaam 27 tegen de binnenwand 16 van het huis geperst wordt. Het getekende middenstuk U, dat hier een slag-stuk is, is overeenkomstig het Duitse Offenlegungsschrift 250^907 met een afscheurkraag 33 onder tussenvoeging van de pakking 3b tussen de bodem 3 van het huis 1 en het tegenstuk 35 ingespannen.

25 Op het tegenstuk 35 steunt naar onderen het' in de uitsparing 2 van het huis 1 gezette afdichtende lichaam 7· Door schokwerking wordt het middenstuk k met zijn slagpen 36 tegen het weergegeven ontstekings-element lk naar voren gedreven, dat in de centrale uitsparing 12 van het afdichtende lichaam 7 met een perspassing is gezet waarvan 30 de ontstekingsstraal door de ontstekingsopening 23 het ontsteken van de kruitlading 19 bewerkstelligt. De bodem 37 van het ontstekings element ik is daarbij zodanig sterk, dat deze ook in het bereik van de geleiding 38 voor de slagpen van het tegenstuk 35, waar de ondersteuning naar achteren toe kleiner is, tegen de druk 35 van de daarop werkende kruitdamp bestand is. Overigens komt de opbouw 7905807 * i 12 « overeen met die volgens fig. H, zodat de daarvoor gegeven toelichting ook hier geldt.

Een verdere variant van de uitvoeringsvorm volgens fig. k en 5 wordt verkregen door een andere voim van het afdichtende lichaam 7 5 en het aanpers lichaam 27 zodanig, dat dit laatste met het ringvormige aanzetsel 30 om de kraag 10 van het af dichtende lichaam 7 grijpt, terwijl het hinnenvlak van het aanzetsel 30 en het 'buitenvlak van de kraag 10 tenminste in het onderlinge contactbereik zodanig onderling conisch hellen, dat door een axiale druk van het aanperslichaam 10 27 tegen het afdichtende lichaam 7 ie kraag 10 hij een kleine vermindering van de diameter vast en afdichtend tegen het aanzetsel 30 van het aanperslichaam 27 komt aan te liggen. Het af dichtende lichaam 7 ligt hier met zijn ringvormige kraag 10 rechtstreeks tegen de binnenwand 16 van het huis 1, waartegen het aanperslichaam 27 15 met het aanzetsel 30 rechtstreeks afdichtend aanligt. Voorzover het aanzetsel 30 wordt beschouwd als deel van de huiswand, kan men ook hier spreken van rechtstreeks afdichtend aanliggen tegen de huiswand. Om eventueel een te sterk insnoeren van de kraag 10 te vermijden en ook een extra ondersteuning en afdichting naar binnen 20 toe te bereiken, kan het aanperslichaam 27 van een binnensteunring worden voorzien, welke op een zodanige af stand van het “.aanzetsel 30 is aangebracht, dat het af dichtende lichaam 7 met zijn kraag 10 zowel tegen het binnenvlak van het aanzetsel 30 als tegen het buitenvlak van de steunring van het aanperslichaam 27 komt aan te liggen. .

7905807

Claims (6)

1. Drijfladingontste3d.Bg met een huis en daarin opeenvolgend aangebracht middenstuk» ontstekingselement en kruitlading, met het kenmerk, dat hij het ontstekings element (lM een afdichtend lichaam (7) behoort dat aan de naar de kruitlading (19) toegekeerde zijde een 5 ringvormige, tegen de binnenwand (l6) van het huis (l) afdichtend aanliggende kraag (10) bezit.

2. Drijfladingontsteking volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kraag (10) van het af dichtende lichaam (7) met zijn vrije rand (ll) in een langs de gehele ontrek van de binnenwand (l6) van het huis (l) 10 zich uit strekkende gr oefvormige' inkerving of dergelijke verdieping (20) ingrijpt.

3. Drijfladingontsteking volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een de verdieping (20) begrenzende ringvormige rug, kraag of dergelijke (26) van het huis (l) om de vrije rand (ll) van de kraag (10) 15 gefèlsd is. U. Drijfladingontsteking volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat in het huis (l) een extra aanperslichaam (27) is aangebracht, dat met een ringvormig aanzetsel (30) tegen het binnenvlak (28) van de kraag (10) aanligt, waarbij het binnenvlak (28) van de kraag (10) 20 en het buitenvlak (31) van het aanzetsel (30) tenminste in het eon- tactbereik zodanig t.o.v. elkaar hellen, dat door een axiale druk op het aanperslichaam (27) tegen het afdichtingslichaam (7) de kraag (10) radiaal tegen de binnenwand (l6) van het huis (l) geperst wordt. 25 5- Drijfladingontsteking volgens conclusie h, met het kenmerk, dat het binnenvlak (28) van de kraag (10) en het buitenvlak (31) van het aanzetsel (30) als conusvlakken zijn uitgevoerd.

6. Drijfladingontsteking volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de helling van het conusvlak (31) van het aanzetsel (30) t.o.v. 30 de langsas (29) van het huis (l) iets, b.v^ 1 - 3°, kleiner is dan die van het conusvlak (28) van de kraag (10).

7. Drijfladingontsteking volgens conclusies 1-6, met het kenmerk, dat het afdichtende lichaam (7) een van zijn van de kruitlading (19) 7905807 ♦ -- ν' - ^ af gekeerde zijde uitgaande uitsparing (12) voor het opnemen van het ontstekingselement (l-U) heeft.

8. Drijfladingontsteking volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat hèt af dichtende lichaam (7) aan zijn van de kruit lading (19) toege-5 keerde zijde een ringvormige uitsparing (15) tussen zijn het ont stekingselement (lM omgevende "bereik (2k) en de kraag (10) heeft. 7905807