NL7905664A - Armatuur voor een buisvormige lichtbron. - Google Patents

Description

- 1 - tt.O. 28068 SAITA HEDERLADD B.V., te Berkel en Rodenrijs, Nederland.

Korte aanduiding·: Armatuur voor een buisvormige lichtbron.

De uitvinding heeft betrekking op een armatuur voor een j buisvormige lichtbron, in het bijzonder een fluorescentiebuis, ; omvattende een kap die een ruimte begrenst, waarin de lichtbron losmaakbaar is opgenomen en een voedingsinrichting voor de lichtbron aanwezig is, welke kap een lichtopening heeft voor het 5 doorlaten van ten minste een gedeelte van het door de lichtbron geleverde licht en aan de binnenzijde voorzien is van een licht reflecterend oppervlak, waarbij nabij de lichtopening eventueel een licht doorlatende afschermingsbak kan worden aangebracht om de in de kap aanwezige onderdelen aan het gezicht te onttrek- 10 en en/of aanraking van delen onder electrische spanning te verhinderen.

Een aldus geconstrueerd armatuur heeft een bepaald rendement. Indien het gewenst is de lichtopbrengst van het armatuur te vergroten, moet men een lichtbron van groter vermogen toepas- 15 sen of meer dan één lichtbron in de kap aanbrengen. Hierbij ondervindt men het nadeel, dat het energieverbruik van het armatuur is verhoogd.

De uitvinding heeft ten doel te voorzien in een armatuur van de in de aanhef genoemde soort, waarbij de lichtopbrengst 20 wordt vergroot door verbetering van het rendement en uitstralings-gedrag daarvan, ook wel ruimtewerkingsdiagram genoemd.

Dit doel wordt volgens de uitvinding daardoor bereikt, dat het reflecterende oppervlak is gevormd door een reflector die zich uitstrekt tussen de binnenzijde van' de kap en de lichtbron , 25 i en die tezamen met de binnenzijde van de kap een van de buis : thermisch afgeschermde ruimte begrenst, waarin de voedingsin- ! richting is ondergebracht. ; i i 7905664 " -I- 2 t Λ

In bekende armaturen is steeds de voedingsinrichting in dezelfde ruimte als de fluoreseentiebuis opgesteld, zodat de temperatuur van de fluoreseentiebuis wordt verhoogd door de in de vöe-dingsinrichting gedissipeerde electrische energie die in de vorm van warmte vrijkomt. Door deze temperatuursverhoging wordt het 5 rendement van de fluoreseentiebuis verlaagd. Doordat volgens de uitvinding de voedingsinrichting in een thermisch van de fluores-centiebuis gescheiden compartiment is aangebracht, behoudt de fluoreseentiebuis ook by langdurig bedryf zyn rendement.

By een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding zyn de aan de 10 voedingsinrichting ruimte grenzende delen van de kap en van de reflector elk voorzien van ten minste één doorstroomopening.

Hierdoor treedt een afkoelende luchtstroom in de ruimte van de voedingsinrichting op, terwijl men ook een geforceerde koeling kan toepassen, die met eenvoudige middelen kan worden bereikt in 15 vertrekken met een afzuigsysteem. In dergelyke vertrekken wordt gewoonlyk een verlaagd plafond toegepast, waarbij tussen het plafond van het vertrbk en het verlaagde plafond een onderdruk wordt opgebouwd, waardoor via de doorstroomopeningen de voedingsinrichting wordt onderworpen aan een geforceerde koeling. 20

By een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding bestaat de reflector uit twee zyreflectoren, die zich uitstrekken vanaf een bijbehorende lengterand van de kap tot naby het midden van de kap, waardoor een toegangsopening tot de voedingsinrichtingruimte is gedefinieerd, en uit een kopreflector die op een doorstroom- 25 opening na de genoemde toegangsopening afsluit.

Via deze toegangsopening kan tijdens de fabricage de voedingsinrichting via de toegangsopening worden geplaatst en bedraad, waarna de kopreflector kan worden aangebracht.

Bij nog een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding strekt 30 de voedingsinrichtingruimte zich uit in lengterichting van de kap en overlapt de kopreflector op afstand de aan de toegangsopening grenzende, eveneens in lengterichting verlopende einden van de zyreflectoren.

Deze constructie heeft het voordeel, dat ook langs de zy- 35 reflectoren ter koeling daarvan een luchtstroom ontstaat.

7905664 ar 4 5

Ter verbetering van het stralingsgedrag heeft het armatuur volgens de uitvinding het kenmerk, dat de zijreflectoren nagenoeg volgens een parabool zijn gebogen en dat de kopreflector bestaat uit twee, elk volgens ten minste één krommingsstraal gebogen kop-reflectorsecties die in een loodrecht op de lichtopening van de 5 kap en door de hartlyn van de lichtbron verlopend vlak tussen kap en lichtbron bijeenkomen en aldaar een naar de lichtbron gerichte scherpe ribbe vormen.

Door de bijzondere vormgeving van de zijreflectoren en de kopreflector wordt nagenoeg de totale door de lichtbron geleverde 10 lichtenergie gereflecteerd naar het te belichten gebied, waarbij' een goed ruimtewerkingsdiagram ontstaat. Dit heeft als gevolg, dat het rendement van het armatuur extra wordt verhoogd.

Een uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft voorts het kenmerk, dat voor paren armaturen die met hun lengterichting even- 15 wijdig aan elkaar en dicht naast elkaar zijn opgesteld, de twee binnenste zijreflectoren asymmetrisch zijn ten opzichte van de twee buitenste reflectoren.

5¾ deze zogenaamde twee-lampsuitvoering is toch een volledig symmetrisch ruimtewerkingsdiagram ontstaan. 20

Bjj een uitvoeringsvorm van de uitvinding is de kopreflector door middel van ten minste twee over de lengte van de kap verdeelde vergrendelinrichtingen losmaakbaar aan de kap bevestigd.

Hierdoor is de voedingsinrichtingruimte gemakkelijk toegankelijk bij het samenstellen van het armatuur en bij vervangen of repa- 25 ratie van de voedingsinrichting en bijbehorende bedrading.

Een verdere uitwerking van de vergrendelinrichting heeft het kenmerk, dat de vergrendelinrichting bestaat uit twee in een vlak loodrecht op de lengterichting van de kap gelegen veerkrachtige strippen, die aan een uiteinde op onderlinge afstand aan de 50 kap vast zijn bevestigd en in binnenwaartse richting van de kap af schuin naar elkaar toe zich uiistrekken tot op een onderlinge afstand, waarbij in de vergrendelde toestand van de kopreflector de vrije uiteinden van de strippen grijpen in inkepingen van een met de kopreflector verbonden, naar de toegangsopening van de voedings- 35 inrichtingruimte zich uitstrekkende pen.

7905664 V % 4

Een nog verdere uitwerking heeft het kenmerk, dat de pen draaibaar in de kopreflector is gelegerd en is voorgespannen in een stand waarby de vrye uiteinden van de vergrendelstrippen in de inkepingen van de pen kunnen grypen; dat het vrye uiteinde van de pen is afgeschuind; en dat de pen een aan de reflecterende 5 zijde van de kopreflector toegangelyk uiteinde heeft, hetwelk voorzien is van een inkeping voor een demontagegereedschap.

By een uitvoeringsvorm van de uitvinding zyn de reflectoren door middel van de vergrendelinrichting losmaakbaar aan de kap bevestigd. 10

Ook deze uitvoeringsvorm is gemakkelyk samen te stellen, terwijl de zyreflectoreê^lventueel by transport beschadigd kunnen zyn, gemakkelyk kunnen worden vervangen.

Een verdere uitwerking van deze uitvoeringsvorm heeft het kenmerk, dat de vergrendelinrichting voorzien is van twee andere, 15 in een vlak loodrecht op de lengterichting van de kap gelegen veerkrachtige strippen, die aan een uiteinde aan de kap vast zijn verbonden en in binnenwaartse richting van de kap af schuin van elkaar af zich uitstrekken en dat de kap naby de lichtopening voorzien is van in lengterichting van de kap verlopende uitspa- 20 ringen voor het opnemen van de daarbijbehorende randen van de zyreflectoren, waarby de veerkrachtige vergrendelstrippen achter de andere rand van de op hun plaats gebrachte zyreflectoren grijpen.

Een nog verdere uitwerking van de genoemde uitvoeringsvorm 25 heeft het kenmerk, dat de uiteinden van de voor het vergrendelen van de zyreflectoren dienende strippen verend tegen de op zyn plaats vergrendelde kopreflectoren aanliggen.

Hierdoor is de kopreflector na aanbrengen nagenoeg onbeweegbaar vergrendeld. 30

By een uitvoeringsvorm van de uitvinding is de lichtdoorla-tende afschermingsbak in het verlengde van de zyreflectoren voorzien van lichtreflecterende oppervlakken.

Lichtenergieverlies wordt daarby nog meer verminderd.

By een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding zyn tus- 35 sen de lengteranden van de kap en de lichtbron anti-verblindings- 7905664 * 4 5 reflectoren aanwezig, die in lengterichting van de kap zich uitstrekken en een scherpe hoek met de verticaal insluiten om de uitstraalhoek van de lichtbundel binnen een voorafbepaalde grens te houden.

33¾ deze uitvoeringsvorm is een zeer goede breedtewerking 5 bereikt zonder enige verblinding boven een bepaalde hoek, by-voorbeeld 60°.

33¾ nog een andere uitvoeringsvorm heeft de kap een zodanig gebogen binnenoppervlak, dat by afwezigheid van de zyreflectoren het armatuur een hoogwaardig rendement heeft en breedtestralend 10 is.

De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: 3?ig. 1 een uitvoeringsvorm van het armatuur volgens de uitvinding toont; 15 fig. 1a een detail van een uitvoeringsvorm, van de uitvinding illustreert, waaruit de constructie van de vergrendelin-richting blykt; fig. 2 een gedeelte van een doorsnede volgens de ly'n I-T van fig. 1 voorstelt; en 20 fig. 3 en 4 grafieken tonen, volgens welke de zyreflectoren z^ gebogen.

Het armatuur bestaat uit een kap 1 die bijvoorbeeld van plaatmateriaal is vervaardigd en in sen vorm wordt gebogen, die b^jkt uit fig. 1. Deze kap 1 heeft aan z^ randen een enigszins 25 uitgebogen deel 2, waarin een bevestigingsmiddel voor een af-schermingsbak 5 kan worden ondergebracht. Met behulp van de bevestigingsmiddelen kan de afschermingsbak in of voor de lichtopening van de kap worden aangebracht. Deze afschermingsbak 3 onttrekt de in de inwendige ruimte van de kap-onderge- 30 brachte onderdelen aan het gezicht, maar laat zoveel moge^k licht door. Een uitvoeringsvorm van de afschermingsbak blykt het duide^kst uit fig. 2. De afschermingsbak bestaat uit een rechthoekig raamwerk 3, waarin in dwarsrichting van de bak verlopende lamellen 4 °P niet getoonde w¾ze zyn bevestigd. Deze 35 bevestiging kan plaats vinden met behulp van een uitsteeksel van * 7905664 6 de lamellen 4 die in overeenkomstige gaten van het raamwerk 3 worden gestoken en daarna omgebogen.

De bevestigingsmiddelen aan weerszoden van de bak 3 zijn in fig. 2 getoond en komen overeen, zodat slechts één ervan zal worden beschreven. Het bevestigingsmiddel bestaat uit een beugel 5 5 dat aan het raamwerk 3 is bevestigd. Het onderste omgebogen uiteinde van de beugel grijpt om een met de kap verbonden, maar verwijderbare scharnierpen 6. De beugel 5 kan zich uitstrekken over de gehele lengte van de afschermingsbak, maar kan ook bestaan uit twee afzonderlijke aan de hoeken van de afschermings- 10 bak bevestigde beugels, terwijl ook twee afzonderlijke scharnier-pennen kunnen worden toegepast. Indien gewenst kunnen meer dan twee met elkaar samenwerkende beugels 5 en pennen 6 over de lengte van de afschermingsbak worden verdeeld.

Het is duidelijk dat voor de bevestiging van de afschermings- 15 bak niet getoonde snapveren kunnen worden toegepast. De afschermingsbak 3 kan bijvoorbeeld ook bestaan uit een raamwerk met een prismatische kegel of een aan het raamwerk bevestigde plaat . bestaande uit een lenzenstelsel,

In de inwendige ruimte van de kap 1 is een fluorescentie- 20 buis 7 aanwezig, die aan zijn uiteinden aan de kap 1 is bevestigd.

Aan elke kopse zijde van de kap 1 is een komvormig deel 8 van isolerend materiaal bevestigd, waarin de uiteinden van de buis kunnen worden opgenomen. De fluorescentiebuis wordt door de veren 9 op zijn plaats gehouden. De onderzijde van het komvormige 25 deel. .8 is open om de fluorescentiebuis te kunnen aanbrengen of te vervangen. Toorts is in het komvormige deel 8 een niet getoonde electrische aansluiting voor de fluorescentiebuis aanwezig.

Yoor de bevestiging en de electrische aansluiting van de fluorescentiebuis kunnen bekende voetjes worden toegepast, waar- 30 in een zogenaamde bajonetverbinding voor een fluorescentiebuis aanwezig is. Door deze bajonetverbinding is de fluorescentiebuis mechanisch gearreteerd en tevens electrisch doorverbonden.

Aan de binnenzijde van de kap is een reflector aanwezig, die bestaat uit de zjjreflectoren 10 en 11 en een kopreflector 12, 13. 35

Aan de kap 1 is een beugel 14 bevestigd, die met de binnenzijde 7905664 7 van de kap een in lengterichting van de kap verlopende uitsparing definieert, maar in een rand van de zflreflector 10 kan worden opgenomen. Hetzelfde geldt voor de zjjreflector 11 aan de tegenovergelegen lengtezijde van de kap 1.

In de gemonteerde toestand begrenzen de zijreflectoren een 5 toegangsopening 15 die zich uitstrekt over de lengte van de kap 1. De vorm van de zijreflectoren is als grafiek weergegeven in de figuren 3 en 4 en wel voor de twee-lampsuitvoering.

De kopreflector bestaat uit twee kopreflectorsecties 2 en 3 met dezelfde gebogen vorm. Elke kopreflectorsectie heeft een 10 binnenste gedeelte met een eerste krommingsstraal, terwijl het buitenste gedeelte een grotere tweede krommingsstraal heeft. De kopreflectorsecties komen boven de fluorescentiebuis bijeen en vormen aldaar een scherpe ribbe die naar de fluorescentiebuis is gericht. De kopreflector strekt zich uit over de lengte van 15 de kap en dekt gedeeltelijk de toegangsopening 15 af.

De kopreflectorsecties zijn vervaardigd van dun materiaal en worden in hun stand gefixeerd door een verstevigingsplaat 17» waarmee de kopreflector aan de kap is bevestigd, welke bevestiging hierna zal worden beschreven aan de hand van fig. 1a. 20

In de ruimte die enerzijds wordt begrensd door de kap 1 en anderzijds door de zijreflectoren en de kopreflector is een voe-dingsinrichting aangebracht, die zoals gewoonlijk bestaat uit een voorschakelapparaat 18 en starter 1J. De voedingsinrichting is dus thermisch gescheiden van de fluorescentiebuis, zodat de 25 in de voedingsinrichting opgewekte warmte de fluorescentiebuis niet kan bereiken. De starter 19 steekt aan de kopreflectorzijde enigszins buiten de voedingsruimte uit, echter heeft de starter een te verwaarlozen warmteontwikkeling.

In het deel van de kap 1 dat aan de voedingsinrichtingruimte 30 grenst is nabij de voedingsinrichting ten minste één doorstroom-opening 20 aangebracht. Een tweede doorstroomopening wordt gevormd door de elkaar overlappende uiteinden van een zijreflector 10 en een kopreflectorsectie 13» die ter plaatse van de overlapping zich op een onderlinge afstand bevinden. Door de door- 35 stroomopeningen is een natuurlijke luchtstroom langs de zijreflec- 7905664 W i 8 toren, door de voedingsinrichtingruimte langs de voedingsinrich-ting en via de doorstroomopening 20 naar buiten mogelyk. Door deze luchtstroom worden de zyreflectoren en de voedingsinrichting gekoeld. Tevens wordt ook de warmte van de fluorescentielamp via de doorstroomopeningen afgevoerd. De lucht kan ook mechanisch 5 worden afgezogen.

De door de mechanische efzuiging ontstaande geforceerde koeling wordt by voorkeur toegepast wanneer de armaturen zijn opgesteld in vertrekken met een afzuigsysteem voor de luchtbehandeling. In dergelyke vertrekken is gewoonlyk een verlaagd 10 plafond aangebracht, waarbij tussen het plafond van het vertrek en het verlaagde plafond een onderdruk wordt opgebouwd. Door deze onderdruk wordt dan de lucht via de doorstroomopening 20 uit het armatuur afgezogen.

De voor de.voeding van de fluorescentielamp benodigde onder- 15 delen, zoals voor schakelapparaat 18, starter 12 en de daarbij behorende bedradingen zijn gemakkelijk toegankelijk, doordat de kop-reflector 12, 13 losmaakbaar aan de kap 1 is bevestigd door middel van ten minste twee vergrendelinrichtingen, die zich aan de bovenzijde van de kap 1 bevinden en over de lengte van de kap zjjn 20 verdeeld. Eén van de vergrendelinrichtingen is in fig. 1a in detail getoond.

De vergrendelinrichting'bestaat uit een vergrendelbeugel, die is samengesteld uit een basis 21 en twee veerkrachtige strippen 22 en 23. De basis 21 is aan de binnenzijde van het tegenover 25 de fluorescentielamp gelegen deel van de kap 1 bevestigd en strekt zich uit dwars op de lengteas van de kap 1. De bevestiging kan op elke gewenste bekende wijze worden uitgevoerd. De veerkrachtige strippen 22 en 23 strekken zich schuin naar beneden uit, elk van een uiteinde van de basis 21 af tot in of nabjj een middenvlak 30 door de hartlijn van de fluorescentiebuis.

In de vergrendelde toestand van de kopreflector 12, 13 grijpen de vrije uiteinden van de veerkrachtige strippen 22, 23 in inkepingen van een pen 24» die in de verstevingsplaat 17 van de kopreflector draaibaar is gelegerd. Yoor een betere grypwer- 35 king zijn de uiteinden van de veerkrachtige strippen 22, 23 ïï-vor- 7905664 * · 9 mig naar binnen uitgebogen. Het vrye uiteinde van de pen 24 is afgerond, zodat by het aanbrengen van de kopreflector de pen gemakkelyk tussen de veerkrachtige strippen 22 en 23 kan worden gedrukt.

Uitgaande van de vergrendelde toestand kan de kopreflector 5 gemakkelyk worden losgemaakt door het verdraaien van de pen 24 > zodat de ïï-vormig gebogen uiteinden van de strippen 22 en 23 uit de uitsparingen van de pen worden geduwd en aanliggen op de ci-linderomtrek van de pen. By voorkeur wordt de pen 24 door middel van een niet getoonde veer in een stand voorgespannen, waarby by 10 het aanbrengen van de kopreflector de inkepingen van de pen in lyn liggen met de U-vormig gebogen uiteinden van de veerkrachtige strippen 22 en 23.

Wanneer de kopreflector nog niet is geplaatst, kunnen de U-vormige uiteinden van de strippen 22 en 23 tegen elkaar liggen. 15

By het aanbrengen van de kopreflector worden de vrye uiteinden van de strippen 22 en 23 van elkaar af gebogen door het afgeronde omtreksvlak van de pen totdat zy in de daarbij behorende inkepingen grypen.

Toorts is de pen 24 voorzien van een uiteinde 25 dat vanaf 20 ' het reflecterende oppervlak van de kopreflector bereikbaar is.

Dit uiteinde is voorzien van een groef 26 waarin een schroevendraaier past. Met behulp van een schroevendraaier kan de pen worden verdraaid, zodat de U-vormig gebogen uiteinden van de veerkrachtige strippen 22 en 23 uit de overeenkomstige groeven worden 25 geduwd en aanliggen op de cilindervormige omtrek van de pen 24 en de kopreflector gemakkelyk kan worden weggetrokken.

Taaaf de uiteinden van de basis 21 van de grendelbeugel strekken zich twee andere veerkrachtige strippen 27 en 28 zodanig schuin naar beneden uit, dat hun afstand in benedenwaartse 30 richting groter wordt. Deze veerkrachtige strippen 27 en 28 zyn aan hun uiteinde voorzien van een U-vormig naar binnen gebogen deel 29 respectievelyk 30, waarby in de bovenste hoek van de U de eindranden 31 respectievelyk 32 van de zyreflectoren 10 respectievelyk 11 worden gegrepen. De buitenste eindranden 35 7905664 10 van de zijreflectoren 10 en 11 worden in de uitsparingen 14 van de kap vastgehouden, terwijl de veerkrachtige heugels 27 en 28 de andere eindranden 51 en 32 van de zijreflectoren grijpen, waarbij door de veerkracht van de strippen 27» 28 de zijreflectoren 10 en 11 tegen de binnenwand van de kap 1 worden aangedrukt. 5

Voor de bevestiging van de zijreflectoren 10 en 11 kunnen afzonderlijke beugels worden toegepast, die bestaan uit de genoemde veerkrachtige strippen 27 en 28 en een daarbij behorend basisdeel.

Wanneer de kopreflector op zijn plaats is gebracht ligt de verstevingsplaat 17 tegen het onderste been van het U-vormig uit- 10 gebogen uiteinde van de strippen 27 en 28, zodat de kopreflector nagenoeg onbeweegbaar is gefixeerd.

De afschermingsbak 3 van het armatuur is aan zijn lengtezijde in het verlengde van de respectievelijke zijreflectoren 10 en 11 voorzien van een reflecterend oppervlak 33· Het is duidelijk dat 15 ook een aparte aan de afschermingskap bevestigde reflector kan worden t.oegepast. Deze reflectoren zorgen voor een extra breedtewerking van het ruimtewerkingsdiagram van het armatuur en verminderen bovendien het anders optredende lichtenergieverlies.

Voorts is de afschermingsbak 3 voorzien van anti-verblin- 20 dingsreflectoren 34 ®u 35» die zich links en rechts van de fluorescentiebuis 7 bevinden. Deze antiverblindingsrefleetoren 34 en 35 strekken zich uit in lengterichting van het armatuur en zijn met behulp van niet-getoonde inkepingen in de elementen 4 van de afschermingsbak 3 bevestigd. De antiverblindingsreflecto- 25 ren 34 en 35 zijn onder een zodanige scherpe hoek ten opzichte van het verticale vlak geplaatst, dat geen verblinding ontstaat, wanneer men van schuin opzij in de richting van het armatuur kijkt.

Door de samenwerking van alle reflecterende oppervlakken van het armatuur wordt een zeer goede breedtewerking zonder enige ver- 30 blinding boven de 60° bereikt.

De antiverblindingsrefleetoren 34» 35 kunnen uiteraard ook worden toegepast in elke afschermingsbak, terwijl e_en deskundige gemakkelijk een bevestigingsmiddel kan bedenken.

Indien twee hierboven beschreven armaturen tot een twee- 35 lampsuitvoering worden samengesteld, worden de fluorescentie- 7905664

Claims (15)

1. Armatuur voor een buisvormige lichtbron, in het bijzonder een fluorescentiebuis, omvattende een kap die een ruimte begrenst, waarin de lichtbron losmaakbaar is opgenomen en een voedingsinrichting voor de lichtbron aanwezig is, welke kap een 30 lichtopening heeft vocrhetdoorlaten van ten minste een gedeelte van het door de lichtbron geleverde licht en aan de binnenzijde voorzien is van een licht reflecterend oppervlak, waarbij nabij de lichtopening eventueel een licht doorlatende afschermingsbak kan worden aangebracht om de in de kap aanwezige onderdelen aan het 35 gezicht te onttrekken en/of aanraking van delen onder electri- 7905664 sche spanning te verhinderen, met het kenmerk, dat het reflecterende oppervlak is gevormd door een reflector die zich uitstrekt tussen de binnenzijde van de kap en de lichtbron en die tezamen met de binnenzijde van de kap een van de buis thermisch afgeschermde ruimte begrenst, waarin de voedingsin- 5 richting is ondergebracht.

2. Armatuur volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat de aan de voedingsinrichtingruimte grenzende delen van < 9 kap en van de reflector elk voorzien zijn van ten minste één door-stroomopening. 10

3. Armatuur volgens conclusie 1 of 2,met het ken merk, dat de reflector bestaat uit twee zijreflectoren die zich uitstrekken vanaf een bijbehorende lengterand van de kap tot nabij het midden van de kap, waardoor een toegangsopening tot de voedingsinrichtingruimte is gedefinieerd, en uit een kopreflec- 15 tor die op een doorstroomopening na de genoemde toegangsopening afsluit.

4. Armatuur volgens conclusie 3>met het kenmerk, dat de voedingsinrichtingruimte zich uitstrekt in lengterichting van de kap en dat de kopreflector de aan de toegangsopening 20 grenzende, eveneens in lengterichting verlopende einden van de zijreflectoren op afstand overlapt.

5. Armatuur volgens conclusie 3 of 4> met het ken merk, dat de zijreflectoren nagenoeg volgens een parabool zijn gebogen en dat de kopreflector bestaat uit twee, elk volgens 25 ten minste één krommingsstraal gebogen kopreflectorsecties die in een loodrecht op de lichtopening van de kap en door de hartlijn van de lichtbron verlopende vlak tussen kap en lichtbron bijeenkomen en aldaar een naar de lichtbron gerichte scherpe ribbe vormen. 30

6. Armatuur volgens conclusie 3> 4 of 5» ® e ^ het kenmerk , dat voor paren armaturen die met hun lengterichting evenwijdig aan elkaar en dicht naast elkaar zijn opgesteld, de twee binnenste zijreflectoren asymmetrisch zijn ten opzichte van de twee buitenste reflectoren. 55 7905664

7· Armatuur volgens één van de conclusies 5 - 5, m e t het kenmerk, dat de kopreflector door middel van tenminste twee over de lengte van de kap verdeelde vergrendelinrich-tingen 1 o smaakt) aar aan de kap is bevestigd.

8. Armatuur volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, 5 dat de vergrendelinrichting bestaat uit twee in een vlak loodrecht op de lengterichting van de kap gelegen veerkrachtige strippen, die aan een uiteinde op onderlinge afstand aan de kap vast zjjn bevestigd en in binnenwaartse richting van de kap af schuin naar elkaar toe zich uitstrekken tot op een onderlinge afstand, 10 waarbij in de vergrendelde toestand van de kopreflector de vrije uiteinden van de strippen grijpen in inkepingen van een met de kopreflector verbonden, naar de toegangsopening van de voedings-inrichting zich uitstrekkende pen.

9· Armatuur volgens conclusie 8, met het kenmerk, 15 dat de pen draaibaar in de kopreflector is geleverd en is voorgespannen in een stand waarbij de vrije uiteinden van de vergrendel-strippen in de inkepingen van de pen kunnen grijpen; dat het vrije uiteinde van de pen is afgeschuind; en dat de pen een aan de reflecterende zijde van de kopreflector toegangkeljjk uiteinde 20 heeft, hetwelk voorzien is van een inkeping voor een demontage-gereedschap.

10. Armatuur volgens conclusies 7» 8 of 9» met het kenmerk , dat de zjjreflectoren door middel van de vergrendelinrichting losmaakbaar aan de kap zijn bevestigd. 25

11. Armatuur volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de vergrendelinrichting voorzien is van twee andere, in een vlak loodrecht op de lengterichting van de kap gelegen veerkrachtige strippen, die aan een uiteinde aan de kap vast zijn verbonden en in binnenwaartse richting van de kap af schuin 30 van elkaar af zich uitstrekken en dat de kap nabij de lichtopening voorzien is van in lengterichting van de kap verlopende uitsparingen voor het opnemen van de daarbijbehorende randen van de zijref lector en, waarbij de veerkrachtige vergrendelstrippen achter de andere rand van de op hun plaats gebrachte zyreflecto- 35 ren grijpen. 7905664

12. Armatuur volgens conclusie 11,met het kenmerk, dat de uiteinden van de voor het vergrendelen van de zjjreflectoren dienende strippen verend tegen de op zijn plaats vergrendelde kopreflector aanliggen.

13. Armatuur volgens één der voorafgaande conclusies, met 5 het kenmerk, dat de lichtdoorlatende afschermingsbak in het verlengde van de zjjreflectoren voorzien is van licht reflecterende oppervlakken.

14· Armatuur volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen de lengteranden van de 10 kap en de lichtbron antiverblindingsreflectoren aanwezig zijn, die in lengterichting van de kap zich uitetrekken en een scherpe hoek met de verticaal insluiten om de uitstraalhoek van de lichtbundel binnen een voorafbepaalde grens te houden.

15. Armatuur volgens één van de voorafgaande conclusies, 15 met het kenmerk, dat de kap een zodanig gebogen binnenoppervlak heeft, dat by afwezigheid van de zijreflectoren het armatuur een hoogwaardig rendement heeft en breedstralend is. » 7905664