NL7905307A - Dosimeter voor de opsporing van gasvormige veront- reinigingen met een diffusie-inrichting ervoor, als- mede werkwijze voor de bepaling van een geintegreerde blootstelling aan een gasvormige verontreiniging in de atmosfeer. - Google Patents

Dosimeter voor de opsporing van gasvormige veront- reinigingen met een diffusie-inrichting ervoor, als- mede werkwijze voor de bepaling van een geintegreerde blootstelling aan een gasvormige verontreiniging in de atmosfeer. Download PDF

Info

Publication number
NL7905307A
NL7905307A NL7905307A NL7905307A NL7905307A NL 7905307 A NL7905307 A NL 7905307A NL 7905307 A NL7905307 A NL 7905307A NL 7905307 A NL7905307 A NL 7905307A NL 7905307 A NL7905307 A NL 7905307A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
fibers
gaseous
dosimeter
filler material
collecting medium
Prior art date
Application number
NL7905307A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Du Pont
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Du Pont filed Critical Du Pont
Publication of NL7905307A publication Critical patent/NL7905307A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N1/00Sampling; Preparing specimens for investigation
    • G01N1/02Devices for withdrawing samples
    • G01N1/22Devices for withdrawing samples in the gaseous state
    • G01N1/2273Atmospheric sampling
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N1/00Sampling; Preparing specimens for investigation
    • G01N1/02Devices for withdrawing samples
    • G01N1/22Devices for withdrawing samples in the gaseous state
    • G01N1/2202Devices for withdrawing samples in the gaseous state involving separation of sample components during sampling
    • G01N1/2214Devices for withdrawing samples in the gaseous state involving separation of sample components during sampling by sorption
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N1/00Sampling; Preparing specimens for investigation
    • G01N1/28Preparing specimens for investigation including physical details of (bio-)chemical methods covered elsewhere, e.g. G01N33/50, C12Q
    • G01N1/40Concentrating samples
    • G01N1/405Concentrating samples by adsorption or absorption
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N1/00Sampling; Preparing specimens for investigation
    • G01N1/02Devices for withdrawing samples
    • G01N1/22Devices for withdrawing samples in the gaseous state
    • G01N1/2273Atmospheric sampling
    • G01N2001/2276Personal monitors
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S436/00Chemistry: analytical and immunological testing
    • Y10S436/902Dosimeter
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T436/00Chemistry: analytical and immunological testing
    • Y10T436/17Nitrogen containing
    • Y10T436/173845Amine and quaternary ammonium
    • Y10T436/175383Ammonia
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T436/00Chemistry: analytical and immunological testing
    • Y10T436/17Nitrogen containing
    • Y10T436/177692Oxides of nitrogen
    • Y10T436/178459Only nitrogen dioxide
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T436/00Chemistry: analytical and immunological testing
    • Y10T436/18Sulfur containing
    • Y10T436/186Sulfur dioxide

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Analytical Chemistry (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Immunology (AREA)
  • Pathology (AREA)
  • Measurement Of Radiation (AREA)
  • Sampling And Sample Adjustment (AREA)
  • Separation Using Semi-Permeable Membranes (AREA)

Description

-1 - * Η.0.27.848
-----· ' I
E. I. BIT PONT BE NEMOURS ANB COMPANY, te Wilmington, Bela wane,
Yerenigde Staten van Amerika. I
Bosimeter voor de opsporing van gasvormige verontreinigingen met een diffusie-inrichting ervoor, alsmede werkwijze voor de ; bepaling van een geïntegreerde blootstelling aan een gasvormige i verontreiniging in de atmosfeer. _ j i i
Be onderhavige uitvinding heeft betrekking op een per- ; soonlijke dosimeter voor de registratie van gasvormige veront- : reinigingen in de atmosfeer en op een gasdiffusie-inrichting, j die daarbij wordt toegepast. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een op zichzelf staande dosimeter, die in 5 staat is het blootstellingsniveau van een gasvormige verontreiniging over een gegeven tijdsperiode te integreren.
In overeenstemming met de toegenomen zorg over de gezond- : heid van werknemers, die blootgesteld worden aan schadelijke verontreinigingen in de lucht, is het noodzakelijk geworden de con- 10 oentratie van de zich in de lucht voordoende verontreinigingen te registreren. Bén ontwikkeling voor een dergelijk doel omvat een tamelijk grote luchtpomp, die te bemonsteren lucht door een filter zou dwingen, waarbij deeltjesvormige verontreinigingen gevangen . worden. Bit is duidelijk vergeefs voor het registreren van gas- 15
vormige verontreinigingen en zelfs voor deeltjes is dit niet nauwkeurig voor de bepaling van de concentratie van de deeltjes in de . bemonsterde atmosfeer. I
i Persoonlijke bemonsteringsinrichtingen, die gedragen wor— ! den door de individuele werknemers en die passief de verontreini- ; 20 ' gingen verzamelen, zijn eveneens gebruikt. Bijvoorbeeld is een | : inrichting, die nuttig gebruik maakt van de moleculaire diffusie j I van het te registreren gas voor het verzamelen van het monster j l !
Jbnschreven in American Industrial Hygiene Association Journal, 54 -I- 7905307 * 7’ 2 (1973) 78-81. Deze inrichting vereist echter, dat het verzamelende medium daaruit verwijderd wordt en zorgvuldig wordt behandeld met reagentia, die bij elke analyse exact dienen te worden gemeten.
De ontmanteling van de inrichting en het gebruik van hinderlijke reagentia, die voor elke analyse vereist zijn, zijn nadelig. 5
In andere persoonlijke bemonsteringsinrichtingen zijn membranen gebruikt, die selectief permeabel zijn voor de te registreren gasvormige verontreiniging. Achter het membraan is gewoonlijk een absorberend medium voor het gas sluitend aangebracht.
Na blootstelling wordt een aflezing gedaan van de concentratie van 10 de verontreiniging in het medium, die mathematisch relateerbaar is aan de gemiddelde concentratie in de atmosfeer van de verontreiniging gedurende de blootstellingstijd. Echter laten bij.rhoge concentraties deze membranen te veel van het gas door en de korrela-tie tussen de concentratie in het absorberende medium en die in de 15 atmosfeer is vernietigd.
Er blijft derhalve de noodzaak bestaan voor een persoonlijke gasverontreinigingsdosimeter voor gasvormige verontreinigingen, die nauwkeurig integreert, dat wil zeggen de gemiddelde gas concentratie van de gasvormige verontreiniging over een gegeven 20 tijdsperiode aangeeft en die zich gemakkelijk leent voor analyse zonder verwijdering van het gas verzamelende milieu of vervelende toevoeging van andere elementen.
Volgens de onderhavige uitvinding wordt een gasdiffusie-inrichting verschaft, die de stroom van een gasvormige verontrei- 25 ' niging beperkt, gekenmerkt door : een veelvoud eenvoudige, ingelegde holle vezels, welke vezels in hoofdzaak non-hygroscopische en inert zijn ten opzichte van de gasvormige verontreiniging en een inwendige diameter bezitten van 15 tot 1000^um, en 30 vulmateriaal, dat de ruimten in de lengte tussen de vezels vult, waarbij ten minste één van deze vezels en het vulmateriaal imper-meabel is voor de gasvormige verontreiniging.
Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt een per- 35 soonlijke dosimeter verschaft voor het meten van deconcentratie 7905307 3 van een gasvormige verontreiniging gedurende een gegeven tijdsperiode, gekenmerkt door een afgedicht, buidelachtig depot van een plooibaar polymeermateriaal, welk depot een reactieruimte heeft, die is aangepast om een gas-ver zamel end medium te bevatten en ten minste een compartiment, dat afzonderlijk is af ge dicht en 5 aangepast om een proefreagens te bevatten, waarbij de afdichtingen van elk compartiment afzonderlijk breekbaar zijn, zodat de reagentia gescheiden kunnen worden vrijgegeven aan de reactieruimte, en een gasdiffusie-inrichting, die bestaat uit een formatie van evenwijdige, ingelegde holle vezels, waarbij de diffusie-inrichting 10 is afgedicht tot het depot .en zodanig georiënteerd, dat één einde van de vezels open is naar de atmosfeer en het andere einde communiceert met het inwendige van de reactieruimte.
Korte beschrijving van de figuren.
Fig. 1 is een bovenaanzicht van een gasdiffusie-inrichting 15 in de vorm van een plug. Fig. 2 is een vergroot perspectivisch aanzicht van een andere gasdiffusie-inrichting volgens de onderhavige uitvinding in de vorm van een band.
Fig. 3 is een bovenaanzicht van een dosimeter voor gasvormige verontreinigingen, waarbij de gasdiffusie-inrichting van 20 fig. 2 is gebruikt. Fig. 4 is een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht, vergroot, van de dosimeter van fig. 3·
Gedetailleerde beschrijving van de uitvinding.
De fig. 1 en 2 lichten voorkeursuitvoeringsvormen toe van de gasdiffusie-inrichting van de onderhavige uitvinding met een 25 veelvoud holle vezels of filamenten, die dicht op elkaar zijn gepakt door een vulmateriaal, dat de ruimten in de lengterichting tussen de vezels vult. De diffusie-inrichting is gebaseerd op de moleculaire diffusie van gassen door een verlengde opening, hier belichaamd door het kanaal in elke holle vezel. Yan het begin af 30 dient te worden begrepen, dat de onderhavige uitvinding zich alleen bezig houdt met de diffusie van het gas door de kanalen van de vezels, meer dan de permeatie van het gas door de wanden van de vezels.
De mathematische uitdrukking voor de moleculaire diffusie, 35 of overdracht, van een gasvormige verontreiniging in de lucht door 7905307 % een opening is gegeven door de wet van Pick, zoals aangetoond in American Industrial Hygiene Association Journal, (1973) 78-81. Indien toegepast voor de berekening van de hoeveelheid van een gasvormige verontreiniging getransporteerd door moleculaire diffusie door de opening gedurende een gegeven tijdsperiode, 5 wordt deze uitgedrukt als
Q = 3600 . D . A . t . (C-C.,) . 1/Z
waarin Q, de hoeveelheid overgebrachte gasvormig* verontreiniging in mol, 10 D de diffusiecoëfficiënt van de gasvormige verontreiniging 2 door lucht (cm /sec), A het dwarsdoorsnede-oppervlak van de opening (cm ) t de blootstellingstijd in uren C de concentratie van de verontreiniging in de atmosfeer 15 (mol/ml), Z de afstand in de diffusierichting, hier de lengte van de opening in cm en de concentratie van de' verontreiniging (mol/ml) aan hét einde van de opening afgekeerd van de atmosfeer, dat 20 wil zeggen na de diffusie over de afstand Z, voorstellen.
Wanneer de concentratie aan het einde van de opening afgekeerd van de atmosfeer op nul gehouden wordt door een geschikt absorberend of adsorberend medium, valt uit de vergelijking weg. 25 De gebruikelijke eenheden van blootstelling aan gasvormige atmosferische verontreinigingen zijn delen verontreiniging per miljoen delen lucht (dpm). Bijvoorbeeld is één dpm bij 21°C en een druk van 98 kPa 0,0414· . 10”^ mol/ml. Met deze substitutie wordt de wet volgens Piek 50 Q=1,59*D*A..t. (dpm gasvormige verontreiniging) 1/Z . 10“7.
Waarden van D voor verschillende gasvormige verontreinigingen kunnen gemakkelijk uit de literatuur verkregen worden.
De wet van Pick is van toepassing op elke holle vezel in de dif- 35 fusie-inrichting.
7905307 5 £
Met betrekking tot fig. 1 is een diffusie-inrichting getoond in de vorm van een plug. Holle vezels 2, waarvan sommige einden aanzienlijk vergroot zijn getoond, zijn aangebracht in een vulmateriaal 1, dat niet alleen een rand kan vormen rond de vezel-formatie 2, zoals aangegeven, maar tevens de ruimten in de lengte 5 1a tussen de vezels vult. De vezels 2, die open einden bezitten, zijn loodrecht georiënteerd op het vlak van fig. 1. Op soortgelijke wijze laat fig. 2 een diffusie-inrichting zien in de vorm van een band 3, waarin de dikte van de aanzienlijk vergroot getoonde rand 4 ©n de vezels met open einden, daarin aanwezig, waar- 10 van de einden van sommige zijn getoond in rand 4» zich uitstrekken over de lengte, en zijn georiënteerd in de richting van lijn D.
Het dient duidelijk te zijn, zoals verder hierna zal worden beschreven, dat de diffusie-inrichtingen van de fig. 1 en 2 en equivalente facsimiles, voor het grootste deel zijn samengesteld 15 uit de holle vezels. Het vulmateriaal fungeert in hoofdzaak voor het geven van vorm en structuurstabiliteit aan de formatie van dichtgepakte holle vezels en voor het vullen van de ruimten in lengterichting tussen de vezels om bij te dragen in het voorkomen van permeatie van 'de ;gasvormige verontreiniging door de wanden van 20 de holle vezels. Bijvoorbeeld kan een diffusie-inrichting, soortgelijk aan de inrichting beschreven in fig. 1, met een vezel-formatiediameter van 3,15 ran, meer dan 6000 holle vezels bevatten.
De holle vezels kunnen zijn vervaardigd uit elk van de bekende polymere materialen, zolang als zij in hoofdzaak non- 25 hygroscopisch en inert zijn zowel ten opzichte van de te meten gasvormige verontreiniging als het gas-verzamelende medium, dat aanwezig kan zijn, wanneer de diffusie-inrichting gebruikt wordt in een integrerende persoonlijke dosimeter.
Onder inert wordt verstaan, dat het materiaal, waaruit de 30 holle vezels zijn samengesteld, niet absorbeert, adsorbeert of reageert met zowel de gasvormige verontreiniging als het gas-verzamelende medium. Onder non-hygroscopisch wordt verstaan, dat de holle vezels niet in wisselwerking treden met water of waterdamp op een wijze, die aanzienlijk het holle doorsnede-oppervlak 35 van de vezels zou veranderen. De werking van de diffusie-inrichting 7905307 * 'i 6 is derhalve in hoofdzaak ongevoelig voor fluctuaties in de vochtigheid.
De holle vezels kunnen bijvoorbeeld zijn vervaardigd uit polyesters, polyalkenen of acrylpolymeren. Constructiematerialen die de voorkeur sardienen zijn polypropeen, polyetheen, poly- 5 ethyleentereftalaat en polymeren of copolymeren van tetrafluor-etheen en hexafluorpropeen. De holle vezels kunnen vervaardigd worden volgens elk van de gebruikelijke bekende methoden, zoals door smelt-extrusie of smelt-spinnen, dat de voorkeur verdient.
Met betrekking tot het smelt-spinnen geven de werkwijzen beschre- 10 ven in de Amerikaanse octrooischriften 2.999*2$6, 3*313*000 of 3.397*427 bijvoorbeeld holle vezels met verschillende inwendige en uitwendige diameters, die geschikt zijn voor het gebruik bij de onderhavige uitvinding. Gebleken is, dat vezels met een inwendige diameter van 15 tot 1000, bij voorkeur 15 tot 500^um doelma- 15 tig de integrerende functie van de onderhavige uitvinding uitvoeren. Wanneer de gasvormige verontreiniging organisch is, verdienen inwendige diameters van 500yum of groter de-voorkeur.
Wanneer de gasvormige verontreiniging anorganisch is, is een voor-keurstraject van inwendige diameters 15 tot 45yum> waarbij 25 tot 20 40yum het meest de voorkeur verdient. Hoewel de doorsnede van het kanaal door de holle vezels gewoonlijk rond is, spreekt het vanzelf, dat dit niet noodzakelijk is. Derhalve verwijst d^diameter, zoals hier gebruikt, naar de grootste rechte dimensie van een dergelijke doorsnede. 25
Het vulmateriaal kan elke vormverbinding of dergelijke zijn, die gewoonlijk stevig is bij omgevingstemperatuur, ongeveer 21 °C.
Het materiaal dient tevens inert te zijn ten opzichte van het ver^ zamelende milieu en de vezels en bij voorkeur eveneens ten opzichte van de gasvormige verontreiniging. Yele bekende paraffinewassen 30 zijn voor dit doel geschikt, zoals gebruikelijke polymere vormver-bindingen op epoxybasis of andere bases.
Een vormverbinding op epoxybasis, die de voorkeur verdient, bestaat uit een epoxyhars van het epichloorhydrien-bisfenol-A type met een epoxyequivalentgewicht van 250 - 280, die met een amine 55 hardhaar is. Een geschikte hars van dit type is bijvoorbeeld verkrijgbaar als Epi-Hez 50821 van Celanese Corporation.
7905307 « 7
Andere -vulmaterialen die de voorkeur verdienen zijn ionomere harsen, zoals de ionogene copolymeren van α-alkenen en α.β-ethenisch onverzadigde carbonzuren met 3 tot 8 koolstofatomen met 10 tot 90% van de carbonzuurgroepen geneutraliseerd met metaalionen. Dergelijke produkten zijn beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 5 3.264.272.
Om te waarborgen dat de gasvormige verontreiniging alleen diffundeert door de kanalen van de holle vezels dienen zowel de vezels als het vulmateriaal, dat de ruimten in lengterichting tussen de vezels vult, impermeabel te zijn-voor de gasvormige 10 verontreiniging.
Vervaardiging van een diffusie-inrichting binnen de onderhavige uitvinding kan als volgt worden bereikt :
Een holle vezel met de gewenste inwendige diameter wordt bereid volgens elk van de hiervoor vermelde methoden en de afzon- 15 derlijke, lange vezelstreng, die aldus is gevormd, wordt opgewikkeld rond een strengwiel tot de gewenste vezelhoeveelheid is verkregen. Deze formatie wordt vervolgens van het wiel verwijderd, gevouwen om het aantal vezelstrengen in de formatie te verdubbelen en in innig contact gebracht met het vulmateriaal in een verlengde 20 vorm. De transversale doorsnede van de vona is in hoofdzaak van de afmeting en de vorm, die gewenst is voor de diffusie-inrichting. Bijvoorbeeld is de transversale doorsnede van de vorm cirkelvormig voor het vormen van de diffusie-inrichting van fig. 1 of zal soortgelijk aan rand 4 worden gevormd voor het vormen van de inrichting 25 van fig. 2.
Als toelichting kan een inrichting van fig. 2 met voorkeursafmetingen gevormd worden door toepassing van een uit twee delen bestaande -vorm met ea transversale doorsnede van ongeveer 5»1 cm bij 1,1 mm. Een film met eenjdikte van 51 yum van een ionogeen copoly- 30 meer, zoals hiervoor beschreven, wordt in elke helft van de vorm geplaatst. De gevouwen streng van parallelle vezels, bereid zoals hiervoor beschreven, wordt in de vorm gebracht, die vervolgens onder dwang wordt gesloten, waarbij de vezels tussen de beide films als een sandwich wordai aangebracht. De vorm wordt 15 tot 20 minuten 35 tot 120°C verhit, gedurende welke tijdsperiode de films van het 790 53 07 8 ionogene copolymeer vulmateriaal smelten en opgenomen worden in de ruimten in de lengterichting tussen de vezels. Druk wordt eveneens op de vorm a an ge bracht om het opnemen te vergroten en overmaat vulmateriaal uit te persen.
De vorm wordt gekoeld en de strook parallelle, ingelegde 5 vezels, die aldus is gevormd, wordt verwijderd en kan in dwars-richting gesneden worden voor het verkrijgen van vezels met open einde van de gewenste lengte, georiënteerd zoals bij lijn D in fig. 2.
Een inrichting volgens fig. 1 kan vervaardigd worden door 10 een streng holle vezels, zoals hiervoor, in een vorm van een cirkelvormige, transversale doorsnede te plaatsen. Een vloeibaar epoxyprodukt kan bijvoorbeeld in de vorm gegoten worden om de vezels te verzadigen en vervolgens kan de epoxyverbinding worden gehard, onder het gelijktijdig aanbrengen -van druk op de vorm om overmaat 15 epoxyverbinding uit te persen en om te waarborgen, dat de ruimten in lengterichting tussen de vezels in hoofdzaak worden gevuld.
Na het harden kan de aldus gevulde vezelstaaf dwars worden doorgesneden voor het vormen van een'jplug van ingelegde vezels met open einden, zoals in fig. 1 . 20
Naast de lengte van de holle vezel behoeft de afmeting van de diffusie-inrichting niet nauwkeurig te worden gecontroleerd en is gewoonlijk alleen afhankelijk van het beoogde einddoel van de inrichting. De vezellengtè, die eveneens niet kritisch is, beïnvloedt echter wel de werking van de inrichting. Zoals blijkt 25 uit de wet volgens Eick is de hoeveelheid gas, overgebracht door diffusie door de vezel omgekeerd evenredig met de lengte van de vezel. Gebleken is, dat wanneer de inrichting wordt gebruikt bijvoorbeeld in een dosimeter voor gasvormige verontreiniging, vezels met een inwendige diameter van 15 tot 1000yum een lengte kunnen 50 hebben van 2,0 tot 8,0 mm en bij voorkeur 3>0 tot 6,5 mm. Deze metingen verschaffen een optimaal gedrag van de integrerende functie -van een dosimeter, waarbij de diffusie-inrichting wordt gebruikt .
Toorts is gebleken, dat het aantal holle vezels in de 35 diffusie-inrichting eveneens niet kritisch is en theoretisch kan de inrichting elke hoeveelheid vezels bevatten. 1 tot 100.000 vezels o t 790 5 3 07 » 9 kunnen aanwezig zijn. Echter is een traject van 200 tot 25.000 vezels, bij voorkeur 3000 tot 15.000 vezels, gebleken de meest opvallende resultaten te geven, in het bijzonder met anorganische gassen.
Opgemerkt wordt, dat hoewel de diffusie-inrichting van de 5 onderhavige uitvinding in de eerste plaats hier beschreven is voor de toepassing ervan in een dosimeter voor gasvormige verontreiniging, de uitvinding eveneens geschikt is voor andere toepassingen, waarbij stromirgsrestriotie of diffusie-overdracht belangrijk zijn, zoals moleculaire scheiding van twee soorten met 10 verschillende diffusievermogens.
De diffusie-inrichting is bijzonder geschikt in dosimeters voor gasvormige verontreiniging vanwege het vermogen ervan te integreren, dat wil zeggen de gemiddelde concentratie van een gasvormige verontreiniging gedurende een gegeven tijdsperiode aan te 15 geven. Dit wordt bereikt door passieve bemonstering van de gasvormige verontreiniging in de omgevingslucht in verhouding tot de concentratie ervan daarin door het mogelijk maken van diffusie van de verontreiniging, volgens de wet van Eick, in het inwendige van een depot, waar het aanwezig blijft tot analyse heeft plaatsgevon- 20 den.
In dit opzicht bestaat een persoonlijke dosimeter volgens de onderhavige uitvinding in zijn meest eenvoudige vorm, in hoofdzaak uit de diffusie-inrichting in combinatie met een depot voor de gasvormige verontreiniging, die een verzamelend medium daarvoor 25 kan bevatten. Het verzamelende medium houdt de gasvormige verontreiniging of de ionen ervan vast in een vorm, die gemakkelijker analyseerbaar is dan de gasvormige vorm. Indien voer gebruik samengesteld wordt de diffusie-inrichting ingebed in het depot, zodat één einde van de vezelformatie open is naar de atmosfeer 30 en het andere einde communiceert met het inwendige: van het depot.
Het inwendige van het depot is overigens af ge dicht op een luchten vloeistofdichte wijze van de atmosfeer, hoewel dit niet betekent de mogelijkheid uit te sluiten, dat het depot bijvoorbeeld een ven-„ wijderbare kap kan bevatten, die zo afdichtbaar kan zijn. Het ver- 35 zamelende medium kan grenzen aan of gescheiden zijn van de vezel-einden, die openen in het inwendige van het depot.
790 5 3 07 - 1°
Het constructiemateriaal van het depot dient impermeabel en inert te zijn voor de gasvormige verontreiniging en het verzamelende medium. Het kan stijf of plooibaar zijn. Glas, metalen of elk van de polymere materialen zoals polystyreen, polyetheen of polypropeen, die gewoonlijk gebruikt worden voor de constructie 5 van laboratoriumproefbuizen, flesjes of cuvetten* zijn geschikt.
He geperfluoreerde polymeren van etheen en propeen, zoals teflon, verkrijgbaar bij S. I. du Pont de Nemours and Company, zijn eveneens geschikt.
He afmeting van de dosimeter is het meest doelmatig van het 10 broekzak-type, zodat het gemakkelijk gedragen kan worden door de persoon, die aan de te meten verontreiniging wordt blootgesteld.
Als toelichting kan een dergelijke dosimeter geconstrueerd zijn uit een op gebruikelijke wijze gevormde polystyreen labora-torium-cuvet met een inhoud van 5 ml met een verwijderbare kap, 15 die verbonden kan worden met de cuvet op een lucht- en vloeistofdichte wijze. Een plug-achtige diffusie-inrichting van het type, zoals aangegeven in fig. 1, wordt vervaardigd zoals hiervoor beschreven, onder toepassing van Epi-Rez 50821 epoxy als het vulmateriaal en bevat 6600 holle, polypropeenvezels elk met een uit- 20 wendige diameter van 50^um en een inwendige diameter van 30^um.
Zowel deze epoxyverbinding als het polypropeen zijn voor gas im-permeabel. Be vezels in deze inrichting hebben een lengte van ongeveer 3»15 mm en zijn op een parallelle wijze ingelegd in een formatie van ongeveer 6,35 mm diameter. 25
Een cirkelvormige opening, corresponderend met de diameter van de vezelformatie van de diffusie-inrichting wordt in de kap van de cuvet geboord en de vezelformatie wordt in de opening onder dwang bevestigd en daarin gedicht rond de omtrek ervan met extra vulmateriaal. Aldus verschaffen, wanneer de kap op de cuvet wordt 30 de holle vezels geplaatstenige communicatie tussen het inwendige van de cuvet en de atmosfeer. Met het doel van hierna volgende toelichting zal de hiervoor specifiek beschreven dosimeter worden aangeduid als het prototype.
Eventueel kan een poreuze, hydrofobe film met een dikte van 35 15 - 7500yum over de vezelopeningen worden geplaatst op de zijde · 7905307 11 * m van de diffusie-inrichting, die communiceert met het inwendige van het depot van de dosimeters volgens de onderhavige uitvinding.
De film kan bijvoorbeeld zijn vervaardigd uit polymeren of copoly-meren van tetrafluoretheen en hexafluorpropeen. Gebleken is, dat de aanwezigheid van een dergelijke film niet de passage van de 5 gasvormige verontreiniging uit de inwendige einden van de vezels naar het verzamelende medium belemmeren. Dit is het geval onafhankelijk van de poreusheid van de film of de afmeting van de poriën. De functie van de film is het voorkomen dat de ver zamelings-oplossing, wanneer deze vorm van verzamelend milieu wordt gebruikt, 10 in de holle vezels stroomt. Dit kan worden bereikt door toepassing van een film, die voor 50 - 80 % poreus is met een poriënafmeting van ongeveer 0,1 - 3>0yum. Een geschikt produkt voor dit doel is Gortex, in de handel gebracht door ¥. 1. Gore and Associates.
In het algemeen is het verzamelende medium een materiaal, 15 dat de te meten gasvormige verontreiniging absorbeert, adsor- /ermee beert, reageert of op andere wijze/combineert. Afgezien van de wijze, waarop het verzamelende milieu in wisselwerking treedt, zoals hiervoor, met de gasvormige verontreiniging, dient de hoeveelheid of de sterkte van het verzamelende medium voldoende te 20 zijn om de wisselwerking met de totale hoeveelheid verontreiniging, waarmede het in contact komt, te voltooien. Het verzamelende medium zal veelal specifiek zijn voor de te registreren, bijzondere gasvormige verontreiniging. Yoorbeelden bestemd om representatief, evenwel niet beperkend te zijn, zijn water-bevattende oplossingen 25 van oxydatiemiddelen of triethanolamine voor het absorberen van stikstofdioxide, oplossingen van kalium- of natriumtetrachloor-mercuraat voor het absorberen van zwaveldioxide en oplossingen van zwavelzuur en andere zuren voor het absorberen van ammoniak.
Houtskool of poedervormige kool met een groot specifiek oppervlak 30 en metaal poeders of films kunnen gebruikt worden om vele organische, gasvormige verontreinigingen te absorberen.
Bij gebruik wordt een dosimeter, zoals hiervoor beschreven, ten dele of geheel gevuld met een verzamelend medium, gekozen met betrekking tot de bijzondere, te registreren verontreiniging, en 35 kan gedragen worden door de blootgestelde persoon of in een positie 7905307 12 worden geplaatst, waar zij blootgesteld zal worden aan een monster omgevingslucht, representatief voor de lucht, waaraan de betreffende persoon is blootgesteld. Na blootstelling gedurende een bepaalde tijdsperiode, wordt het verzamelende medium geanalyseerd op het gehalte van de gasvormige verontreiniging. Waarden voor ge- 5 halten aanwezige gasvormige verontreiniging kunnen mathematisch gerelateerd worden aan de omgevingsconcenttiatie door toepassing van de wet van Hek, die het gemiddelde blootstellingsniveau geeft tijdens de blootstellingsperiode.
De analyse kan tot stand worden gebracht door een deel van 10 of het gehele verzamelde medium te onttrekken en fotometrisch de spectrale eigenschappen te meten met een spectrofotometer, colorimeter, enzovoort, of door het meten van de thermische, chemische of fysische eigenschappen van het verzamelende medium. Wanneer het verzamelende medium een absorberende oplossing is, is een voorkeurs- 15 methode de behandeling van de absorberende oplossing met gespecificeerde reagentia voor het voortbrengen van een kleur, waarvan de intensiteit afhankelijk is van de concentratie -van de gasvormige verontreiniging in oplossing en vervolgens de concentratie te bepalen met een vooraf geijkte colorimeter of spectrofotometer. 20
Methoden voor de colorimetrische analyse van bijvoorbeeld zwaveldioxide, stikstofdioxide en ammoniak in lucht zijn beschreven inrespectievelijk National Institute for Occupational Safety and Health method numbers 160 (publicatie 121, 1975)» 108 (publicatie 136, 1974) en 205 (publicatie 121, 1975)· De in deze publi- 25 caties beschreven gedetailleerde technieken kunnen gemakkelijk worden aangepast voor gebruik bij de analyse ^η absorberende oplossingen uit blootgestelde dosimeters volgens de onderhavige uitvinding .
Berekeningen onder toepassing van de wet van Piek kunnen 30 worden voorkomen door ijking van de dosimeters volgens de onderhavige uitvinding om een direct verband te geven tussen colorimetrische of spectrofotometrische aflezingen en de omgevingscon-centratie van de gasvormige verontreiniging. Als voorbeeld van een dergelijke ijkmethode werden 16 van de hiervoor beschreven proto- 35 type cuvet-dosimeters gevuld met 4 nil van een verzamelend medium van een 0,1 N oplossing van zwavelzuur in gedexoniseerd, gedes- 790 5 3 07 13 tilleerd water. In elke dosimeter werd een poreuze, hydrofobe laag gebruikt, zoals hiervoor beschreven, met een dikte van en met een poriën-afmeting van ongeveer 0,2yum en een poreusheid van 50 - 95 %· Gedurende een periode van 8 uren werd een groep van 4 dosimeters blootgesteld aan lucht met 14>2 delen ammoniak per mil- 5 3oen delen lucht (dpm), werd een tweede groep van 4 blootgesteld aan lucht met 20,0 dpm ammoniak, een derde groep van 4 aan 52,1 dpm ammoniak en een vierde groep van 4 aan 73»9 dpm ammoniak. Na blootstelling werd aan de zwavelzuuroplossing in elk van de 16 dosimeters 0,5 ml Nessler's reagens toegevoegd (KJïHgJg:Na0H in een 10 gewichtsverhouding van 2,2:1:20).
Ne toevoeging van het Nessler’s reagens deed verschillende intensiteiten van gele kleur verschijnen in de oplossingen. Na 5 minuten de gelegenheid gegeven te hebben om de kleur volledig te doen verschijnen, werd elk van de 16 oplossingen, gegroepeerd 15 volgens de ammoniakconcentratie, waaraan zij was blootgesteld, onttrokken aan de dosimeter ervan en onderzocht op het absorberend vermogen bij 425 urn in een spectrofotometer onder toepassing van een optische cel van 1 cm. De spectrofotometer was vooraf ingesteld om geen absorberend vermogen als 0,0 en 100 % absorberend vermogen 20 als 2,0 op een lineaire schaal aan te duiden. De resultaten zijn in de volgende tabel samengevat : 7905307 Η
Blootstellingsniveau Absorberend vermogen bij 425 13111 (dpm ΠΗ,/δ uren) (4 dosimeters) 0,118 0,150 14,2 0,169 5 0,191 0,48 20.0 0,57 0,41 0,41 10 1,12 52.1 1,10 1,21 1 ,10 1,66 15 . 73,9 . 1,65 1,62 1,84
Om de dosimeter te ijken voor het vaststellen van een verband tussen de spectrofotometer-aflezing en de 8-uren gemiddelde 20 concentratie van verontreiniging,wordt de beste rechte lijn, onder toepassing van een analyse volgens de kleinste kwadraten, door deze gegevenspunten uitgezet op een lineaire grafiek van 8-uren gemiddelde concentratie versus absorberend vermogen (schaal 0,0 - 2,0). 25
Een uitvoeringsvorm van een .dosimeter volgens de onderhavige uitvinding, die het meest de voorkeur verdient, is een onafhankelijke eenheid, die vooraf gemeten hoeveelheden van het verzamelende medium bevat, in een inwendig depot, en de kleur-vormende reagentia, gescheiden afgedicht in de dosimeter, evenwel in staat in 30 aanraking te worden gebracht met het verzamelende medium in het inwendige depot. Be dosimeter is aangepast om een analyse van het verzamelende medium direct mogelijk te maken zonder dit aan het depot te onttrekken.
790 5 3 07 15
Ben dergelijke dosimeter is aangegeven in de fig. 3 en 4 en wordt hierna beschreven en kan als volgt worden gevormd. Een basisvel 7 van impermeabel, polymeermateriaal, dat bij voorkeur plooibaar is, wordt voorzien van ten minste één indrukking 6.
Gewoonlijk zullen er verschillende indrukkingen 6 zijn, die lineair 5 op afstand aanwezig kunnen zijn langs een omtrek van het vel 7» zoals aangegeven. Het vel is bij voorkeur transparant en thermoplastisch en kan vervaardigd zijn uit polymeren van alkeen, geha-logeneerde polymeren, polyester of ionomere harsen. Materialen, die de voorkeur verdienen, zijn vermeld in het Amerikaanse octrooi- 10 schrift 3.264.272. Dit zijn de ionogene copolymeren van a-ethenisch onverzadigde alkenen en α.β-ethenisch onverzadigde carbonzuren met 3 tot 8 koo Is to fatomen, waarbij 10 tot 90 % van de carbonzuur-groepen met metaalionen geneutraliseerd zijn.
De afmeting van vel 7 is niet kritisch, maar heeft bij 15 voorkeur een af me ting, die gemakkelijk kan worden aangepast voor gebruik in een persoonlijke dosimeter, die gedragen moet worden of gemakkelijk kan worden gedragen. De indrukkingen 6 kunnen gemakkelijk worden gevormd door toepassing van druk op vel 7 met een geschikte, verwarmde stempel of een andere inrichting. 20
To or af gemeten hoeveelheden reagentia zijn op elke gebruikelijke wijze in de indrukkingen 6 aangebracht. Het verzamelende medium wordt aangebracht in het centrale gedeelte van vel 7·
Wanneer het verzamelende medium een vloeistof is, kan dit gemakkelijker tot stand warden gebracht door eerst een indrukking in 25 het centrale gedeelte van het vel te vormen op een wijze, die soortgelijk is aan de vorming van indrukkingen 6. Deze centrale indrukking is gewoonlijk groter dan elk van de indrukkingen 6.
Nadat het reagens en het verzamelende medium zijn aangebracht op vel 7» wordt een tweede, bovenste vel 8, overeenkomend 30 met vel 7 in samenstelling en nagenoeg in afmeting, over vel 7 geplaatst. Warmte en druk worden vervolgens aangebracht op de gebieden B, die de reagens bevattende indrukkingen 6 omgeven, met bijvoorbeeld een gebruikelijke, door middel van warmte af dichtende stempel, waarbij gescheiden compartimenten voor elke reagens wor- 35 den gevormd. De afdichtingen langs de gebieden 33 worden opzettelijk 7905307 16 breekbaar gemaakt door zorgvuldig de warmt e-toe voer te regelen of door slechts een smalle afdichting te vormen# Op specifieke wijze kan de vorming van de afdichtingen geregeld worden voor het verschaffen van afdichtingen, die in staat zijn later te worden gebroken door de toepassing van druk op de reagentia in de compar- 5 timenten. Ook. kunnen plakmiddelen of andere binding'svormen worden gebruikt, mits die breekbare bindingen in deze gebieden worden gevormd. Warmte en druk worden vervolgens toegepast op de drie gebieden A voor het verschaffen van een permanente, fluïdumdichte binding bij de drie overeenkomstige randen van de vellen 7 en 8. 10
Een gaadiffusie-inrichting 3 van het bandtype, zoals hiervoor beschreven in verband met fig. 2, wordt parallel nabij de vierde, niet gebonden rand van basisvel 7 en parallel en in één vlak met de vierde, niet gebonden rand van het bovenvel 8 aangebracht. De holle vezels van de diffusie-inrichting 3 zijn dus ho- 15 rizontaal georiënteerd met betrekking tot het vlak van vel 7 en loodrecht met betrekking tot de vierde randen van de vellen 7 en 8. De diffusie-inrichting 3> die aldus als tussenlaag tussen de vellen 7 en 8 is, wordt aan deze vellen gebonden door de toepassing van warmte en druk of door gebruik van plakmiddelen, die im- 20 permeabel en chemisch inert dienen te zijn met betrekking tot het verzamelende medium en de reagentia.
De binding tussen de diffusie-inrichting 3 en elk van deze vellen dient vloeistof- en luchtdicht te zijn, waardoor de vorming van de reactieruimte 5 wordt voltooid, welke reactieruimte het in-· 25 wendige is van het af gedichte depot, gevormd tussen de vellen 7 en 8 en die het verzamelende medium bevat. De relatieve plaatsen van de diffusie-inrichting 3 en de vellen 7 en 8 zijn zodanig, dat één einde van de holle vezels, bij rand 4 open is naar de atmosfeer . en het andere einde, bij rand 9» communiceert met het inwendige 30 van de reactieruimte 5· Wanneer heiver zamelende medium een vloeistof is, kan een poreuze, hydrofobe film, zoals hiervoor beschreven, verenigd zijn met rand 9·
Het is eveneens mogelijk de voorkeursdosimeter van fig. 3 te vormen, waarbij de plaatsing van de reagentia en het verzame- 35 lende medium tot het laatst wordt bewaard. In een dergelijk geval ✓ 7905307 17 wordt de dosimeter overigens gevormd, zoals hiervoor beschreven.
De reagentia en het verzamelende medium kunnen worden aangebracht door het bovenvel 8 te doorsteken op een geschikte plaats met een hypod ermische naald en een afgemeten hoeveelheid van het verzamelende medium of eenre agens in de geschikte ruimte of een compar- 5 timent te injecteren. De openingen, die door de naald zijn gemaakt, kunnen daarna thermisch worden gedicht.
Bovendien kan de diffusie-inrichting, gebruikt in de voorkeurs dosimeter, een plugachtige inrichting zijn, zoals in fig. 1 in plaats van de bandachtige inrichting van fig. 2. In een derge- 10 lijk geval kan de plug worden af ge dicht in vel 7 of vel 8, zodat de verhouding van de diffusie-inrichting en de holle vezels daarin, tot de reactieruimte is zoals hiervoor beschreven met betrekking tot de bandahhtige diffusie-inrichting.
Behalve voor de insluiting van een diffusie-inrichting, 15 is het depot van de voorkeurs dosimeter in hoofdzaak soortgelijk aan het proefpak volgens het Amerikaanse octrooischrift 3*476.515·
Bij gebruik wordt de voorkeursdosimeter blootgesteld aan de lucht, die de gasvormige verontreiniging bevat, gedurende een tijdsperiode, waarvoor de gemiddelde concentratie van de veront- 20 reiniging wordt gezocht. Na blootstelling worden de geselecteerde reagenscompartimenten, die de reagentia noodzakelijk voor analyse bevatten, gebroken, waarbij de inhoud ervan wordt vrijgegeven aan de reactieruimte en wordt gemengd met het daarin aanwezige verzamelende medium. Breuk van het compartiment wordt het meest gemak- 25 kelijk tot stand gebracht door toepassing van druk erop, bijvoorbeeld door vingerdruk. De reagentia en het verzamelende medium kunnen grondig worden gemengd door toepassing van een lichte slag-druk door de vingers op de plooibare vellen, die de reactieruimte vormen. 30
Aangezien de voorkeursdosimeter plooibaar en transparant is, kan de inhoud van de reactieruimte direct geanalyseerd worden zonder een monster aan de dosimeter te onttrekken. Wanneer de analyse fotometrisch wordt uitgevoerd, kan de dosimeter in een positie geklemd worden, waar elektromagnetische straling gericht 55 kan worden door de inhoud van de reactieruimte met de niet geabsorbeerde (dat wil zeggen getransmitteerde) straling gericht op een 790 5 3 07 λ 18 geschikte detector. De voorkeursmethode is het gebruik van reagentia, die de kleur van het verzamelende medium veranda:en, afhankelijk van de hoeveelheid gasvormige verontreiniging die verzameld is en vervolgens te analyseren met straling in het traject van zichtbaar licht onder toepassing van een colorimeter of spectro- 5 fotometer.
Om een dergelijke analyse te vergemakkelijken kan de dosimeter eventueel middelen bevatten voor het klemmen van de dosimeter in een geschikte positie, zodat een optische cel met constante diepte wordt gevormd. Een voorbeeld van een dergelijk mid- 10 del is een ringvormig orgaan met radiaal gerichte door-en-.door-kanalen, die binnen de reactieruimte is vastgemaakt aan het inwendige oppervlak van vel 7 of 8. De dikte van de ring bepaalt dé optische diepte en de kanalen waarborgen dat een monster van de inhoud van de reactieruimte de optische cel, gevormd door de 15 centrale ruimte van de ring zal vullen.
Als een voorbeeld van de integrerende vermogens van de gasdiffusie-inrichting volgens de uitvinding werden 8 cuvet-dosimeters, identiek aan de prototype cuvet-dosimeter, behalve dat de diffusie-inrichting 10.000 holle vezels bevatte, elk ge- 20 vuld met 4 ml van een 0,1 N oplossing van zwavelzuur in gede-ioniseerd, gedestilleerd water. Elke dosimeter werd een blootstelling gegeven van ongeveer 2000 dpm/uren ammoniak : vier van de dosimeters (groep 1) werden blootgesteld aan lucht met ongeveer 33 ,5 dpm ammoniak gedurende 6 uren; de overige 4 dosimeters (groep 25 2) werden blootgesteld aan lucht met ongeveer 87,3 dpm ammoniak gedurende 2,5 uren.
Na de blootstelligen werd elke dosimeter geanalyseerd onder toepassing van Nessler reag^is en een spectrofotometer zoals hiervoor beschreven. Yoor groep 1 bedroeg het gemiddelde absorbe- 3° rend vermogen van de 4 dosimeters 0,72; voor groep 2 bedroeg het gemiddelde absorberend vermogen van de 4 dosimeters 0,75> hetgeen wijst op in hoofdzaak equivalente verzameling van gasvormige verontreiniging voor blootstellingen van verschillende intensiteiten, maar soortgelijk geïntegreerde totalen. 35 790 5 3 07

Claims (25)

1. Gas diffusie-inrich ting, gekenmerkt door een veelvoud evenwijdige, ingelegde holle vezels, welke vezels in hoofdzaak non-hygroscopisch zijn en een inwendige diameter van 15 tot 1000yum bezitten en een vulmateriaal, dat de ruimten in 5 lengterichting tussen deze vezels vult.
2. Gasdiffusie-inrichting voor het beperken van de stroming van een gasvormige verontreiniging, gekenmerkt door een veelvoud evenwijdige, ingelegde holle vezels, welke vezels in hoofdzaak non-hygroscopisch en ten opzichte van de 10 gasvormige verontreiniging inert zijn en een inwendige diameter van 15 tot 500yum bezitten en vulmateriaal, dat de ruimten in de lengterichting tussen de vezels vult, waarbij de vezels en/of het vulmateriaal impermeabel zijn voor de gasvormige verontreiniging.
3. Inrichting volgens conclusie 2,met het ken- 15 merk, dat ten minste 200 vezels aanwezig zijn, waarbij de vezels een lengte bezitten van 2,0 tot 8,0 mm.
4- Inrichting volgens conclusies 1 tot 3, i e t het kenmerk, dat de vezels bestaan uit polypropeen, polyetheen, polyethyleentereftalaat of polymeren of copolymeren van tetra- 20 fluoretheen en hexafluorpropeen.
5. Gasdiffusie-inrichting voor het beperken van de stroming van een gasvormige verontreiniging, gekenmerkt door 200 tot 25.ΟΟΟ evenwijdige, ingelegde holle vezels met een inwendige diameter van 15 tot 45 yum en een lengte van 2,0 tot 8,0 mm, 25 welke vezels vervaardigd zijn uit polypropeen, polyetheen, polyethyleentereftalaat of polymeren of copolymeren van tetra fluoretheen en hexafluorpropeen en vulmateriaal, dat de ruimten in de lengterichting tussen de vezels vult, welk vulmateriaal gekozen is uit de groep bestaande uit paraffinewassen, polymeren op epoxy- 30 basis en ionomere harsen, waarbij de vezels en/of het vulmateriaal impermeabel zijn voor de gasvozmige verontreiniging.
6. Inrichting volgens conclusie 5 in de vorm van een plug.
7. Inrichting volgens conclusie 5 in de vorm van een band.
8. Dosimeter voor het opsporen van een gasvormige veront- 35 reiniging, gekenmerkt door : 7905307 een gesloten depot en een gasdiffusie-inrichting, die een deel vormt van een grens van dit depot, "bestaande uit een veelvoud evenwijdige, ingelegde holle vezels, welke vezels in hoofdzaak non-hygroscopisch en ten opzichte van de gasvormige verontreiniging inert zijn en 5 een inwendige diameter van 15 tot lOOO^um bezitten, en een vulmateriaal, dat de ruimten in de lengterichting tussen de vezels vult, waarbij de vezels en/of het vulmateriaal impermeabel zijn ten opzichte van de gasvormige verontreiniging, en waarbij de holle vezels de enige communicatie verschaffen tussen de atmosfeer 10 en hèt inwendige van het depot.
9. Dosimeter volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de vezels bestaan uit polypropeen, polyetheen, poly-ethyleentereftalaat of polymeren of copolymeren van tetrafluor-'etheen en hexafluorpropeen. 15
10. Dosimeter volgens conclusie 8 of 9> met het kenmerk, dat de vezels een inwendige diameter van 15 tot 500^um bezitten waarbij het depot een verzamelend medium bevat, dat in staat is in wisselwerking te treden met de gasvormige verontreiniging. 20
11. Dosimeter volgens conclusie 9 of 10,met het k e n m e r k, dat verder een poreuze, hydrofobe, inerte film aanwezig is, die in contact is met de einden van de vezels, die open zijn naar het inwendige van het depot.
12. Dosimeter voor het opsporen van een gasvormige veront- 25 reiniging, gekenmerkt door een zak-achtig depot van polymeermateriaal met ten minste één compartiment, welk compartiment minder dan het totale volume van het depot inneemt, waarbij een reactieruimte achterblijft, welk compartiment is aangepast om een vooraf bepaalde hoeveelheid 30 van een proefreagens te bevatten en welk compartiment verder is aangepast om dit reagens vrij te geven aan de reactieruimt e onafhankelijk van andere reagentia, die in andere compartimenten aanwezigzijn, waarbij de reactieruimte is aangepast om een verzamelend medium voor de gasvomige verontreiniging te bevatten, en 35 een gasdiffusie-inrichting, afgedicht opgenomen in een grens van het depot, bestaande uit een veelvoud evenwijdige, inge- s 7905307 legde holle vezels, welke holle vezels in hoofdzaak non-hygrosoo-pisch en voor de gasvormige verontreiniging inert zijn en een inwendige diameter van 15 tot lOOOyum "bezitten, en vulmateriaal, dat de ruimten in lengterichting tussen de holle vezels vult, waarbij de holle vezels en/of het vulmateriaal impermeabel zijn 5 voor de gasvormige verontreiniging, en waarin de holle vezels de enige communicatie verschaffen tussen de atmosfeer en het inwendige van de reactieruimte.
13· Dosimeter volgens conclusie 12,met het kenmerk, dat ten minste 200 vezels aanwezig zijn, welke vezels 10 bestaan uit polypropeen, polyetheen, polyethyleentereftalaat of polymeren of co polymeren van tetrafluoretheen en he xafl uorpro peen en dat het vulmateriaal een paraffinewas, een polymeer op epoxy-basis of een ionomere hars is.
14· Dosimeter volgens conclusie 13, met het ken- 15 merk, dat tevens een poreuze, hydrofobe, inerte film aanwezig is, in contact met de einden van de vezels, die open zijn naar de r eac tie ruimt e.
15· Dosimeter voor de opsporing van een gasvormige verontreiniging, gekenmerkt door 20 een zak-achtig depot van plooibaar polymeermateriaal met ten minste één compartiment, welk compartiment minder dan het totale volume van het depot inneemt, waarbij een reactieruimte achterblijft, welk compartiment is aangepast om een vooraf bepaalde hoeveelheid van een proefreagens te bevatten en welk compartiment 25 verder is aangepast om dit reagens vrij te geven aan de reactieruimte onafhankelijk van andere reagentia, die in andere compartimenten aanwezig zijn, terwijl de reactieruimte is aangepast om een verzamelend medium te bevatten voor de gasvormige verontreiniging, 50 een gasdiffusie-inrichting, afgedicht opgenomen in een grens van het depot, bestaande uit 200 tot 25.000 evenwijdige, ingelegde holle vezels, welke vezels vervaardigd zijn uit polypropeen en een inwendige diameter van 15 - 45yrtim en een lengte van 2,0 - 8,0 mm bezitten, en vulmateriaal, dat de ruimten in 35 lengterichting tussen de holle vezels vult, waarbij het vulmateriaal een paraf finewas, een polymeer op epoxybasis of een ionomere 7905307 : 22 -/ hars is, en waarbij de holle vezels de enige communicatie verschaffen tussen de atmosfeer en het inwendige van de reactieruimte, en een poreuze, hydrofobe, inerte film in contact met de einden van de vezels, die open zijn naar het inwendige van de reactieruim-te. 5
16. Dosimeter volgens conclusie 1-5 > gekenmerkt door de aanwezigheid in de reactieruimte van middelen, die de fotometrische analyse vergemakkelijken door het verschaffen van een optische cel.
17· Dosimeter volgens conclusie 15 of 16, met het 10 kenmerk, dat de gasdiffusie-inrichting in de vorm van een band is.
18. Dosimeter volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat een verzamelend medium aanwezig is voor zwaveldioxide, stikstofdioxide of ammoniak. 15
19· Dosimeter volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat ten minste één proefreagens aanwezig is.
20. Dosimeter volgens conclusieΊ9, met het ken merk, dat het verzamelende medium een oplossing is van natrium-tetrachloormercuraat of kaliumtetrachloormercuraat in water en het 20 proefreagens is voor de bepaling van de aanwezigheid van zwaveldioxide .
21. Dosimeter volgens conclusie 19, m e t het kenmerk, dat het verzamelende medium een oplossing van^riëthanol- arnine in rater is en het proefreagens is voor de bepaling van de 25 aanwezigheid van stikstofdioxide.
22. Dosimeter volgens conclusie 19, m e t het ken merk, dat het verzamelende medium een oplossing van zwavelzuur in water is en het proefreagens is voor de bepaling van de aanwezigheid van ammoniak. 30
23. Werkwijze voor de bepaling van een geïntegreerde blootstelling aan een gasvormige verontreiniging in de atmosfeer, met het kenmerk, dat men de gasvormige verontreiniging bemonstert in verhouding tot de atmosferische concentratie ervan gedurende een gegeven tijdsperiode door de diffusie mogelijk 35 te maken van deze verontreiniging door een veelvoud holle vezels, 7905307 25 de aldus gediffundeerde gasvormige verontreiniging verzamelt in een vooraf bepaalde hoeveelheid van een verzamelend medium daarvoor, de concentratie van de gasvormige verontreiniging in het verzamelende medium bepaalt en 5 de concentratie van de gasvormige verontreiniging in de atmosfeer bepaalt door korrelatie van deze concentratie in dit verzamelend medium met andere concentraties van de verontreiniging in het verzamelende medium bepaald., wanneer bekende atmosferische concentraties van de gasvormige verontreiniging waren bemonsterd. 10
24· Werkwijze volgens conclusie 25> met het kenmerk, dat men holle vezels toepast vervaardigd uit polypropeen, polyetheen, polyethyleentereftalaat of polymeren of copolymeren van tetrafluoretheen en hexafluorpr.apeen welke vezels een inwendige diameter van 15 tot lOOOyum bezitten. 15
25. Werkwijze volgens conclusie 24) 1 e t het kenmerk, dat men de bepalingstrap van de concentratie van de gasvormige verontreiniging in het verzamelende medium fotometrisch uitvoert. 790 53 07
NL7905307A 1978-07-07 1979-07-06 Dosimeter voor de opsporing van gasvormige veront- reinigingen met een diffusie-inrichting ervoor, als- mede werkwijze voor de bepaling van een geintegreerde blootstelling aan een gasvormige verontreiniging in de atmosfeer. NL7905307A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US92254678 1978-07-07
US05/922,546 US4208371A (en) 1978-07-07 1978-07-07 Gaseous contaminant dosimeter with diffusion device therefor and method

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7905307A true NL7905307A (nl) 1980-01-09

Family

ID=25447197

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7905307A NL7905307A (nl) 1978-07-07 1979-07-06 Dosimeter voor de opsporing van gasvormige veront- reinigingen met een diffusie-inrichting ervoor, als- mede werkwijze voor de bepaling van een geintegreerde blootstelling aan een gasvormige verontreiniging in de atmosfeer.

Country Status (15)

Country Link
US (1) US4208371A (nl)
JP (1) JPS5526497A (nl)
AR (1) AR220764A1 (nl)
AU (1) AU513228B2 (nl)
BE (1) BE877539A (nl)
BR (1) BR7904212A (nl)
CA (1) CA1131934A (nl)
DE (2) DE2927421C2 (nl)
ES (1) ES482301A1 (nl)
FR (1) FR2430606A1 (nl)
GB (1) GB2025257B (nl)
IT (1) IT1193192B (nl)
NL (1) NL7905307A (nl)
PT (1) PT69891A (nl)
SE (1) SE7905892L (nl)

Families Citing this family (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4269804A (en) * 1979-08-24 1981-05-26 E. I. Du Pont De Nemours And Company Self-contained gaseous contaminant dosimeter
BE884894R (fr) * 1979-08-24 1981-02-23 Du Pont Dosimetre pour impuretes gazeuses avec dispositif a diffusion et procede pour l'utiliser
SE8103286L (sv) * 1980-06-17 1981-12-18 Du Pont Dosimeter for gasformiga fororeningar
US4612019A (en) * 1982-07-22 1986-09-16 The Dow Chemical Company Method and device for separating water vapor from air
US4466942A (en) * 1982-09-27 1984-08-21 E. I. Du Pont De Nemours And Company Gaseous contaminant dosimeter
US4790857A (en) * 1986-11-20 1988-12-13 Miksch Robert R Gaseous contaminant dosimeter with diffusive material for regulating mass uptake
FR2714595B1 (fr) * 1993-12-30 1996-02-02 Oreal Emulsion eau dans huile contenant du rétinol, son utilisation et son conditionnement.
US5517866A (en) * 1994-05-23 1996-05-21 Assay Technology, Inc. Enhanced rate monitor for fluid sampling
US5500038A (en) * 1994-08-30 1996-03-19 W. L. Gore & Associates, Inc. Non-particulating compact adsorbent filter
DE19710525C2 (de) * 1997-03-14 1999-11-11 Cammann Karl Passiv-Diffusionssammler für in Gasen enthaltene Analyte sowie Verfahren zur passiven Probenahme und Analyse
US6168651B1 (en) 1998-10-08 2001-01-02 Donaldson Company, Inc. Filter assembly with shaped adsorbent article; and devices and methods of use
US6146446A (en) * 1998-10-08 2000-11-14 Donaldson Company, Inc. Filter assembly with shaped adsorbent article; and devices and methods of use
DE10014792A1 (de) * 1999-06-17 2001-01-18 Daimler Chrysler Ag Vorrichtung und Verfahren zur Gastrocknung

Family Cites Families (21)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE7140807U (de) * 1972-01-20 Heraeus Schott Quarzschmelze Gmbh Diffusionsvorrichtung
US2752731A (en) * 1953-01-06 1956-07-03 Dominion Textile Co Ltd Method of making glass filters
US2996419A (en) * 1956-01-30 1961-08-15 Corning Glass Works Method of joining glass articles and composition therefor
US3033731A (en) * 1958-03-06 1962-05-08 American Optical Corp Method for the manufacture of optical image-transfer devices
GB1019881A (en) * 1961-11-30 1966-02-09 Du Pont Improvements in gas separation
US3262251A (en) * 1962-03-06 1966-07-26 Mosaic Fabrications Inc Gas diffusion cell elements
US3279902A (en) * 1963-07-11 1966-10-18 William L Gardner Fluid tight sealing of glass fiber devices
US3372082A (en) * 1963-12-06 1968-03-05 Daikin Ind Ltd Hollow filaments of a tetrafluoroethylene polymer and process for preparing them
US3311454A (en) * 1964-01-09 1967-03-28 Westinghouse Electric Corp Apparatus for detection and measurement of contamination of sulfur hexafluoride and other gases
US3476515A (en) * 1966-04-26 1969-11-04 Du Pont Analytical test pack and process for analysis
FR1520338A (fr) * 1966-04-26 1968-04-05 Du Pont Récipient pour réactifs d'essai et leurs procédés de fabrication et d'application
US3924219A (en) 1971-12-22 1975-12-02 Minnesota Mining & Mfg Gas detection device
GB1340846A (en) * 1972-03-16 1973-12-19 Du Pont Process and apparatus for melt spinning hollow filaments
FR2227888B2 (nl) * 1972-07-26 1976-04-23 Rhone Poulenc Ind
US3832830A (en) * 1972-09-18 1974-09-03 Du Pont Permeation separation device
US3754882A (en) * 1972-12-01 1973-08-28 Philips Corp Method of manufacturing a light conductive perforated plate
US3940469A (en) * 1973-11-26 1976-02-24 Standard Oil Company Process for forming hollow fibers
US3950980A (en) * 1974-03-27 1976-04-20 Minnesota Mining And Manufacturing Company Vapor sampling device
US3985017A (en) * 1975-01-02 1976-10-12 Abcor, Inc. Gaseous contaminate dosimeter and method
US3966440A (en) * 1975-06-03 1976-06-29 Catalyst Research Corporation Colorimetric vinyl chloride indicator
JPS52145379A (en) * 1976-05-20 1977-12-03 Nippon Zeon Co Ltd Method and apparatus for removing gas present in hollow fiber type separator

Also Published As

Publication number Publication date
DE2953745C2 (de) 1984-10-11
AU513228B2 (en) 1980-11-20
GB2025257B (en) 1982-12-22
ES482301A1 (es) 1980-08-16
IT7924174A0 (it) 1979-07-06
BE877539A (fr) 1980-01-07
AR220764A1 (es) 1980-11-28
CA1131934A (en) 1982-09-21
JPS5526497A (en) 1980-02-25
PT69891A (en) 1979-08-01
DE2927421C2 (de) 1982-09-23
SE7905892L (sv) 1980-01-08
GB2025257A (en) 1980-01-23
BR7904212A (pt) 1980-05-20
AU4872879A (en) 1980-01-10
FR2430606A1 (fr) 1980-02-01
IT1193192B (it) 1988-06-02
US4208371A (en) 1980-06-17
DE2927421A1 (de) 1980-01-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA1137333A (en) Self-contained gaseous contaminant dosimeter
NL7905307A (nl) Dosimeter voor de opsporing van gasvormige veront- reinigingen met een diffusie-inrichting ervoor, als- mede werkwijze voor de bepaling van een geintegreerde blootstelling aan een gasvormige verontreiniging in de atmosfeer.
US4557900A (en) Optical sensor with beads
US5089232A (en) Apparatus for measuring the concentration of gaseous and/or vaporous components of a gas mixture
Vaughan et al. Optical ammonia sensing films based on an immobilized metalloporphyrin
JPH08201389A (ja) 分析方法及び装置
JP2007500850A (ja) マイクロ流体装置のパッケージング
GB2029012A (en) Method and apparatus for analyzing whole blood samples
CA2898008A1 (en) Articles and methods for rapid thc detection
US3025142A (en) Method and means of detecting ammonia and amine vapor
US4265635A (en) Gaseous contaminant dosimeter with diffusion device therefor and method
DE60218877T2 (de) Verfahren und vorrichtung zur messung des aldehyd-gehalts in einem polyester-polymer
CA2671915C (en) Spreading layer and humidity control layer for enhancing sensor performance
US10524709B2 (en) Lancet magazine and method for the production thereof
US4351183A (en) Apparatus and method for determining the osmolarity/specific gravity of a solution
JP2007333689A (ja) 簡易測定キット
CA1169747A (en) Gaseous contaminant dosimeter
US4466942A (en) Gaseous contaminant dosimeter
WO1985004016A1 (en) Disposable breath analyzer device and method of fabrication
JPS6351263B2 (nl)
US20200166450A1 (en) Sensor Element and Use of Same
CA1212605A (en) Gaseous contaminant dosimeter with modified absorbant medium
JPS63281029A (ja) 検知装置
JP4072958B2 (ja) 分析物質の簡易測定方法、反応管および分析物質の簡易測定のためのキット
RU2161304C1 (ru) Индикаторная тест-полоска для анализа компонентов жидких сред

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed