NL7905281A - Elektromagnetische vertragingslijn. - Google Patents

Description

* PHN 9525 1 N.V. Philips * Gloeilampenfabrieken te Eindhoven. Elektromagnetische Vertragingslijn

De uitvinding heeft betrekking op een elektromagnetische vertragingslijn, bevattende twee cilindervormige spoelkokers met op hun manteloppervlak een met hun as evenwijdige metaalstrook, welke spoelkokers elk een van 5 demetaalstrook geïsoleerde wikkeling dragen en naast elkaar met hun assen evenwijdig zijn opgesteld.

Een dergelijke vertragingslijn is bekend uit "Radio Mentor" 1964 no. 2, blz. 111- 11b. De uitvinding heeft tot doel, deze vertragingslijn zodanig te verbeteren, 10 dat hij op zeer eenvoudige en daardoor goedkope wijze te vervaardigen is.

De vertragingslijn volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat de beide spoelkokers nabij een' uiteinde scharnierend met elkaar verbonden zijn door een 10 met de-metaalstroken een geheel vormende smalle verbindings-strook.

Dank zij deze maatregel kunnen de beidespoel-kokers tijdens het aanbrengen van de wikkelingen in eikaars verlengde liggen, zodat de beide wikkelingen ±1 één bewerking 20 kunnen worden aangebracht, waarna de spoelkokers via een scharnierbeweging naast elkaar gebracht worden.

Een verdere besparing in de bewerkingskosten wordt verkregen met een voorkeursuitvoering van de vertragingslijn volgens de uitvinding die het kenmerk heeft, 25 dat elke spoelkoker voorzien is van twee met zijn as evenwijdige spleten in het manteloppervlak, waar de zijranden van de metaalstroken ter bevestiging ingedrukt zijn, terwijl, de verbindingsstrook zich uitstrekt van een spleet in de ene spoelkoker naar de overeenkomstige spleet in de andere 30 spoelkoker.

Bij deze constructie is het niet nodig de metaalstroken door middel van een aparte bewerking, zoals lijmen 733 5 2 81 tf ν' 2 te bevestigen terwijl toch voorkomen wordt, dat de stroken door de tijdens het scharnieren optredende krachten losraken.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht· 5 aan de hand van de tekening. Hierin is

Fig. 1 een perspectivisch explosieaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van de vertragingslijn volgens de uitvinding,

Fig. 2 een perspectivisch aanzicht van twee 10 onderdelen van de in Fig. 1 weergegeven vertragingslijn,

Fig. 3 een perspectivisch aanzicht van de in fig. 2 weergegeven onderdelen na het monteren en het aanbrengen van wikkelingen, en.

Fig. k een perspectivisch aanzicht van een 15 verdere bewerkingsstap.

De in fig. 1 getoonde elektromagnetische ver-traginslijn bevat een spoelensamenStel 1 dat bestaat uit twee van wikkelingen 3 voorziene spoelkokers 5· De wikkelingen 3 zijn slechts gedeeltelijk aangegeven teneinde .

20 ook de onderliggende delen zichtbaar te maken. In werkelijkheid strekken zij zich continu over nagenoeg de gehele lengte van de spoelkokers 5 uit.

Onder elke wikkeling 3 en geïsoleerd daarvan is op het manteloppervlak van elke spoelkoker 5 een met de as 25 van de spoelkoker evenwijdige strook 7 aangebracht die samen met de wikkeling 3 een verdeelde capaciteit vormt.

De beide spoelkokers 5 zijn nabij.een uiteinde (het linker uiteinde in fig.1) scharnierend met elkaar verbonden via een met de metaalstroken 7 een geheel vormende 30 verbindingsstrook 9 die aanzienlijk smaller is dan de metaalstroken zelf. Aan de verbindingsstrook -9 is een aansluitpen 11 gevormd teneinde de metaalstroken 7 ie kunnen aarden. In de kunststof, waaruit de spoelkokers 5 gevormd zijn, zijn voorts twee aansluitpennen 13 ingebed, 35 waarmee de wikkelingen 3 verbonden zijn.

Op het manteloppervlak van de spoelkokers 5 bevinden zich voorts nog onderbroken geleider-stroken 15 790 5 2 81 * ΡΗΧ 9525 3 voor de compensatie van looptijdverschillen. Deze kunnen volgens elke geschikte techniek worden aangebracht, zie hiertoe bijvoorbeeld het Duitse "Auslegeschrift" 1 54-1 985.

Het spoelensamenstel 1 wordt ondergebracht in een 5 kunststof huis 17 dat vervolgens wordt afgesloten met een kunststof dekplaat 19 die voorzien is van openingen 21 voor de aansluitpennen 13 en een uitsparing 23 voor de aan-sluitpen 11.

De figuren 2, 3 en 4 tonen drie stadia van de ver-10 vaardiging van het spoelensamenstel 1. Voor overeenkomstige onderdelen zijn dezelfde verwijzingcijfers gebruikt als in fig. 1.

Fig. 2 laat de beide spoelkokers 5 zien, die in eikaars verlengde liggen en via bruggen 25, waarvan er 15 slechts één zichtbaar is, met elkaar verbonden zijn. De beide spoelkokers 5 en de bruggen 25 zijn als één geheel uit kunststof gevormd. Ook de beide metaalstroken 7 niet de verbindingsstrook 9 en de aansluitpen 11 zijn als één geheel door een stamp- en buigbewerking uit een plaat metaal, 20 bijvoorbeeld messing, gevormd. Tegelijk is in elke metaal-strook 7 een in de lengterichting daarvan verlopende spleet 27 gevormd. De breedte van deze spleet bepaalt het oppervlak van de metaalstrook 7 en daarmee de grootte van de capaciteit tussen deze metaalstrook en de later aan te 25 wikkeling 3· Deze capaciteit kan dus gemakkelijk gevarieerd worden door in het stampgereedschap het onderdeel dat de breedte van de spleet 27 bepaalt uit te wisselen. De uitwendige afmetingen van de strook 7 en de dikte en samenstelling van een daarop of op de wikkeldraad aangebrachte 30 dielektrische laag behoeven daardoor niet gewijzigd te worden, hetgeen kostenbesparend werkt.

Elk der spoelkokers 5 is voorzien van twee met zijn as evenwijdige spleten 29 in het manteloppervlak, waarvan er in fig. 2 slechts één zichtbaar is. In deze spleten 35 kunnen de zijranden 31 van de metaalstroken 7 gedrukt worden, waardoor een stevige bevestiging van de metaal-stroken op de spoelkokers 5 verkregen wordt zonder dat extra bewerkingen, zoals lijmen nodig zijn.

790 5 2 81 ï

Jr PHN 9525 4

Nadat de zijranden 31 in de spleten 29 gedrukt zijn, verloopt de verbindingsstrook 9 van een spleet in de ene spoelkoker 5 naar de overeenkomstige spleet in de andere spoelkoker. Deze plaats van de verbindingsstrook 9 brengt 5 met zich mee, dat de bij de latere scharnierbeweging met de verbindingsstrook als scharnier optredende krachten zodanig gericht zijn, dat zij de metaalstroken 7 niet uit de splet en 29 kunnen lichten.

Na het aanbrengen van de metaalstroken 7 worden, zo-10 als fig. 3 laat zien, de wikkelingen 3 aangebracht terwijl de spoelkokers 5 nog steeds in eikaars verlengde liggen. Hierdoor is het aanbrengen van de beide wikkelingen nagenoeg even eenvoudig als het aanbrengen van een enkele wikkeling. De wikkeldraad 33 behoeft tussen de beide spoel-15 kokers niet onderbroken te worden. Hij wordt slechts na het voltooien van de eerste wikkeling 3 enige malen om een aan de eerste spoelkoker 5 gevormde pen 35 geslagen, vervolgens naar een overeenkomstige pen 35 op de tweede spoelkoker 5 geleid en ook daar enkele malen omheen geslagen, waarna de 20 tweede wikkeling 3 aangebracht wordt.

Na het aanbrengen van de wikkelingen 3 worden de bruggen 25 verwijderd, zodat de beide spoelkokers nog slechts via de verbindingsstrook 9 (en de draad 33) met elkaar verbonden zijn. Door de spoelkokers om deze verbin-25 dingsstrook te laten scharnieren, zoals in fig.4 is weergegeven, wordt uiteindelijk het in fig. 1 afgebeelde spoelen-samenstel 1 gevormd. Teneinde een stevig geheel te vormen, worden de niet via de verbindingsstrook 9 met elkaar verbonden uiteinden van de spoelkokers 5 na het scharnieren 30 aan elkaar bevestigd. Dit kan desgewenst met een druppel lijm gebeuren, maar in de hier beschreven voorkeursuitvoering is een snapverbinding toegepast. Daartoe is de eerste spoelkoker 5 voorzien van een enigzins verende klem 37 waarin een aan de tweede spoelkoker 5 gevormd 35 uitsteeksel 39 past. De pen 39 moet met enige kracht in de klem 37 gedrukt worden en kan ook slechts met kracht weer verwijderd worden.

790 5 2 81

Claims (4)

1. Elektromagnetische vertragingslijn, bevattende twee cilindervormige spoelkokers met op hun manteloppervlak een met hun as evenwijdige metaaistrook, welke spoelkokers elk 5 een van de metaalstrook geïsoleerde wikkeling dragen en naast elkaar met hun assen evenwijdig zijn opgesteld, met het kenmerk, dat de beide spoelkokers (5) nabij een uiteinde scharnierend met elkaar verbonden zijn door een met de metaalstroken (7) een geheel vormende smalle verbindings-10 strook (9)·

2. Vertragingslijn volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elke spoelkoker (5) voorzien is van twee met zijn as evenwijdige spleten (29) in het manteloppervlak, waar de zijranden (31) van de metaalstroken (7) ter bevestiging 15 ingedrukt zijn, terwijl de verbindingsstrook (9) zich uitstrekt van een spleet (29) in de ene spoelkoker (5) naar de overeenkomstige spleet (29) in de andere spoelkoker ( 5)

3. Vertragingslijn volgens conclusie 2, met het kenmerk, 20 dat de metaalstroken (7) voorzien zijn van een in hun lengterichting verlopende spleet (27).

4. Vertragingslijn volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de niet via de verbindingsstrook (9) met elkaar verbonden uiteinden van de beidé spoelkokers (5) 25 door middel van een snapverbinding (37» 39) met elkaar verbonden zijn. 30 35 790 52 81