NL7903195A - Inrichting voor kunstmatige nagalm. - Google Patents

Description

* V

l * N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

23-4-1979 1 PHN 9^20

Inrichting voor kunstmatige nagalm.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor kunstmatige nagalm met behulp van een vertra-gingslijn, welke wordt voorafgegaan door een eerste, en gevolgd door een tweede optelschakeling, waarbij een 5 terugkoppelketen is aangebracht tussen een met de uitgang van de vertragingslijn verbonden hoofciingang van de tweede optelschakeling en een hulpingang van de eerste optelschakeling en waarbij een overdrachtsketen voor het vlak trekken van de overdrachtskarakteristiek van de inrichting als 10 functie van de frequentie is aangebracht tussen de met de ingang van de vertragingsketen verbonden uitgang van de eerste optelschakeling en een hulpingang van de tweede op t e1s chakeling.

Soortgelijke inrichtingen zijn het onderwerp 15 van de in 1964 ter visie gelegde Nederlandse octrooiaanvrage 269 296. Deze bekende inrichting biedt de toehoorder de gewaarwording, alsof een uitgezonden geluidssignaal gepaard gaat met een, met de vertragi'ngstijd van de vertragingslijn overeenstemmend echosignaal. Vaak bestaat 20 echter de behoefte aan meervoudige echo's, dus echosignalen, die overeenkomen met verschillende vertragingstijden. In zo'n geval kan men meerdere inrichtingen van boven beschreven soort achter elkaar schakelen, maar daarvoor zijn dan meerdere vertragingslijnen, ieder de betreffende vertra-gingstijd opleverend, nodig. "Worden zulke vertragings- 7903195 :¾ •«θ'" 2 PHN 9420 lijnen uitgevoerd als ladingsverschuifinrichtingen, bijvoorbeeld emmertjesgeheugen (bucket brigades) of ladings-gekoppelde inrichtingen (charge coupled devices), dan betekent zulks, dat een aanzienlijk aantal geheugen-plaat-5 sen benodigd wordt.

De uitvinding beoogt een inrichting aan te geven, die in deze de benodigde besparing oplevert, omdat de betreffende vertragingslijnen meervoudig gebruikt worden. Zij heeft als kenmerk, dat aan de eerste optelschakeling 10 een derde optelschakeling voorafgaat en de tweede optelschakeling door een vierde optelschakeling wordt gevolgd, waarbij een verdere terugkoppelketen is aangebracht tussen een met de uitgang van de tweede optelschakeling verbonden hoofdingang van de vierde optelschakeling en een hulpin-15 gang van de derde optelschakeling en waarbij een verdere overdrachtsketen voor het vlak trekken van de over-drachtskarakteristiek van de inrichting als functie van de frequentie is aangebracht tussen de met een hoofdingang van de eerste optelschakeling verbonden uitgang van de 20 derde optelschakeling en een hulpingang van de vierde optelschakeling en waarbij tussen de uitgang van de tweede en de hoofdingang van de vierde optelschakeling en/of tussen de uitgang van de derde en de hoofdingang van de eerste optelschakeling een verdere vertragingslijn is 25 aangebracht.

Hierbij wordt opgemerkt, dat in de in 1975 ter visie gelegde Nederlandse OA 7 415 729 reeds het aanbrengen van verdere.vertragingslijnen is aangegeven, maar de daar aangegeven doelstelling en ook de verdere uitvoering is 30 totaal anders dan volgens de onderhavige uitvinding.

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van de tekening, die een uitvoeringsvoorbeeld volgens de uitvinding weergeeft.

De uitvinding omvat een vertragingslijn 1, die 35 wordt voorafgegaan door een eerste opteller 2 en gevolgd door een tweede opteller 3> ieder met hoofdingang en uitgang. Tussen de met de hoofdingang van opteller 3 verbonden uitgang van de vertragingslijn 1 en een hulpingang 4 7903195 4 3 PHN 9^20 van de opteller 2 is een terngkoppelketen 5 met terugkop-pelfactor kleiner dan 1, bijvoorbeeld 0,7» aangebracht.

Hierdoor wordt een schijnbare nagalm teweeggebracht. Ten einde het signaal aan de uitgang van de opteller 3 als 5 functie van de frequentie een vlakke karakteristiek te geven, is een parallele overdrachtsketen 6 aangebracht tussen de uitgang van de optelschakeling 2 en een hulp-ingang van de optelschakeling 3· Bij afwezigheid van versterkers in de ketens van 1, 5 of 6 dient de overdracht 10 van de terugkoppelketen 5 gelijk en tegengesteld te zijn aan die van overdrachtsketen 6$ worden versterkers tussenge schake ld , dan dient de overdrachtsfactor dienovereenkomstig te worden aangepast.

De uitvinding berust op het inzicht, dat de in-15 richting tussen de hoofdingang 7 van de opteller 2 en de uitgang 8 van de opteller 3 zich gedraagt als een allpass-netwerk, dus met een'constante amplitude-overdracht, maar een variabele fasekarakteristiek als functies van de frequentie.

20 Voor het realiseren van een andere echotijd zijn een verder vertragingsnetwerk 11 en verdere optellers 12 repsectievelijk 13 vóór respectievelijk na de opteller 2 respectievelijk 3 geschakeld, waarbij de hoofdingang 14 van de opteller 13 via een terugkoppelketen 15 is. verbonden met 25 een hulpingang 17 van de opteller 12, terwijl diens uitgang 18 via een overdrachtsketen 16 met tegengestelde faseoverdracht is verbonden met een hulpingang 19 van de opteller 13. De op deze wijze geïntroduceerde extra echo tijd is gelijk aan de som van die van de vertragingslijnen 30 1 en 11, zodat een aanzienlijke besparing aan vertragings- lijnen respectievelijk geheugenplaatsen wordt bereikt.

Dezelfde werking wordt verkregen, indien de vertragingslijn niet tussen de uitgang 8 van de opteller 3 en de hoofdingang l4 van de opteller 13» maar tussen de uitgang 18 van 35 de opteller 12 en de hoofdingang 7 van de opteller 2 wordt geschakeld.

Op volkomen analoge wijze kan de inrichting door een verdere opteller 22 voorafgegaan en door een verdere 7903195

Claims (2)

1. Inrichting voor kunstmatige nagalm met.behulp 15 van een vertragingslijn, welke wordt voorafgegaan door een eerste, en gevolgd door een tweede optelschakeling, waarbij een terugkoppelketen is aangebracht tussen een met de uitgang van de vertragingslijn verbonden hoofdingang van de tweede optelschakeling en een hulpingang van de eerste 20 optelschakeling en waarbij een overdrachtsketen voor het vlak trekken van de overdrachtskarakteristiek van de inrichting als functie van de frequentie is aangebracht tussen de met de ingang van de vertragingsketen verbonden uitgang van de eerste optelschakeling en een hulpingang van de 25 tweede optelschakeling met het kenmerk, dat aan de eerste optelschakeling een derde optelschakeling voorafgaat en de tweede optelschakeling door een vierde optelschakeling wordt gevolgd, waarbij een verdere terugkoppelketen is aangebracht tussen een met de uitgang van de tweede optelscha-30 keling verbonden hoofdingang van de vierde optelschakeling en een hulpingang van de derde optelschakeling en waarbij * een verdere overdrachtsketen voor het vlak trekken van de overdrachtskarakteristiek van de inrichting als functie van de frequentie is aangebracht tussen de met een hoofd-35 ingang van de eerste optelschakeling verbonden uitgang van de derde optelschakeling en een hulpingang van de vierde optelschakeling en waarbij tussen de uitgang van de tweede en de hoofdingang van de vierde optelschakeling 7903105

5 PHN 9^20 £ en/of tussen de uitgang van de derde en de hoofdingang van de eerste optelschakeling een verdere vertragingslijn is aangebracht.

2. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, 5 dat de derde optelschakeling wordt voorafgegaan door een vijfde optelschakeling en de vierde optelschakeling wordt gevolgd door een zesde, welke vijfde en zesde optelschake-lingen op overeenkomstige wijze als de derde en vierde op-telschakelingen zijn geschakeld. 10 15 20 25 30 35 7903195