NL7902707A - Ground cultivation machine with frame - has tines one behind other on common beam forming detachable subassemblies (NL 15.7.80) - Google Patents

Ground cultivation machine with frame - has tines one behind other on common beam forming detachable subassemblies (NL 15.7.80) Download PDF

Info

Publication number
NL7902707A
NL7902707A NL7902707A NL7902707A NL7902707A NL 7902707 A NL7902707 A NL 7902707A NL 7902707 A NL7902707 A NL 7902707A NL 7902707 A NL7902707 A NL 7902707A NL 7902707 A NL7902707 A NL 7902707A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
machine according
soil cultivation
frame
cultivation machine
frame part
Prior art date
Application number
NL7902707A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Patent Concern Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Patent Concern Nv filed Critical Patent Concern Nv
Priority to NL7902707A priority Critical patent/NL7902707A/en
Priority to US06/109,149 priority patent/US4316510A/en
Priority to DE19803000296 priority patent/DE3000296A1/en
Priority to GB8000696A priority patent/GB2039702B/en
Priority to GB8034793A priority patent/GB2056832A/en
Priority to BR8000189A priority patent/BR8000189A/en
Priority to FR8000575A priority patent/FR2446051A1/en
Publication of NL7902707A publication Critical patent/NL7902707A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B35/00Other machines for working soil not specially adapted for working soil on which crops are growing
    • A01B35/02Other machines for working soil not specially adapted for working soil on which crops are growing with non-rotating tools
    • A01B35/10Other machines for working soil not specially adapted for working soil on which crops are growing with non-rotating tools mounted on tractors
    • A01B35/12Other machines for working soil not specially adapted for working soil on which crops are growing with non-rotating tools mounted on tractors with spring tools or with resiliently-or flexibly-attached rigid tools
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B35/00Other machines for working soil not specially adapted for working soil on which crops are growing
    • A01B35/20Tools; Details
    • A01B35/30Undercarriages

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)

Abstract

The ground cultivation machine has a frame with two or more tines one behind the other in the travel direction. The tines (6) form with a common beam (5) a sub-assembly, detachable from the frame. In plan view, the two tines can be on opposite sides of the beam, which extends in the travel direction, and which can be detachable from two cross-members (1, 2) of the frame, one behind the other and at right angles to the travel direction. The mounting points of the tines can be directly behind the cross-members.

Description

A JA J

ll

Patent Concern ÏT.V., Willemstad, Curasao, 3ST.A· tt Grondbewerkingsmaehine".Patent Group ÏT.V., Willemstad, Curasao, 3ST.A · tt Soil cultivation machine ".

Be uitvinding heeft betrekking op een grondbewer-kingsmachine voorzien van een gestel en ten minste twee aan dit gestel aangebrachte tanden die ten opzichte van de voortbewegingsriehting van de machine achter elkaar zijn 5 gelegen en elk een verzwenkbaar aan het gestel aangebrachte drager omvatten, welke drager aan zijn ondereinde is voorzien van een bewerkingsorgaan, terwijl de dragers van de tanden door ten minste één verbindingsstang met elkaar zijn verbonden.The invention relates to a soil tillage machine provided with a frame and at least two teeth arranged on this frame, which are situated one behind the other with respect to the direction of propulsion of the machine and each comprises a carrier mounted pivotally on the frame, which carrier its lower end is provided with a processing member, while the carriers of the teeth are connected to each other by at least one connecting rod.

10 Bij bekende machines van deze soort zijn twee tanden door middel van de ver bindings stang zodanig met elkaar verbonden, dat afgezien van de verzwenkbare verbinding tussen de ondersteuningen voor de tanden en de verbindingsstang een star geheel is verkregen dat indien te grote krachten 15 op dit geheel gaan werken dit door vervorming of breuk kan worden beschadigd. Met behulp van de constructie volgens de uitvinding kan een dergelijke beschadiging van het bovengenoemde geheel worden voorkomen doordat ten minste één verbinding tussen de verbindingsstang en een verzwenkbare drager 20 van een tand ten minste één breekbout omvat.In known machines of this kind, two teeth are connected to each other by means of the connecting rod such that, apart from the pivotable connection between the supports for the teeth and the connecting rod, a rigid whole is obtained which, if excessive forces are exerted on this work completely, this can be damaged by deformation or breakage. With the aid of the construction according to the invention, such damage to the above assembly can be prevented in that at least one connection between the connecting rod and a pivotable carrier 20 of a tooth comprises at least one shear bolt.

Met behulp van deze constructie kan indien gevaar voor beschadiging van het geheel van verzwenkbare tanden en hun verbinding ontstaat, de koppeling tussen de verbindingsstang en een ondersteuning voor de tand worden verbro-25 ken, zodat vervorming of breuk van tot het scharnierende geheel behorende delen niet kan optreden.With the help of this construction, if there is a risk of damage to the whole of pivotable teeth and their connection, the coupling between the connecting rod and a support for the tooth can be broken, so that deformation or breakage of parts belonging to the hinged whole is not may occur.

Aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld zal de uitvinding hieronder nader worden uiteengezet.The invention will be explained in more detail below on the basis of an exemplary embodiment.

Pig. 1 geeft schematisch in bovenaanzicht een grond-30 bewerkingsmachine volgens de uitvinding weer,Pig. 1 is a schematic plan view of a soil-working machine according to the invention,

Pig. 2 geeft een aanzicht weer volgens de pijl II in fig. 1, waarbij met streeplijnen de transportstand van de inrichting is weergegeven.Pig. 2 shows a view according to the arrow II in fig. 1, with dashed lines showing the transport position of the device.

7902707 2 V ί7902707 2 V ί

Fig. 3 geeft op vergrote schaal in bovenaanzicht een buitenste verzwenkbaar van tanden voorzien gesteldeel en een gedeelte van een verzwenkbaar tussengesteldeel van de machine volgens de uitvinding weer,Fig. 3 is an enlarged top plan view of an outer pivotable toothed frame portion and a portion of a pivotable intermediate portion of the machine according to the invention,

5 Fig. 4 geeft een aanzicht weer volgens de pijl VFIG. 4 shows a view according to the arrow V.

in fig. 3, lig. 5 geeft op vergrote schaal een aanzicht weer volgens de pijl V in fig. 1, terwijlin Fig. 3, lying. 5 is an enlarged view according to the arrow V in FIG. 1, while

Fig. 6 óp vergrote schaal een gedeeltelijk aanzicht 10 weergeeft volgens de pijl VI in fig. 1,' 'Fig. 6 shows an enlarged partial view 10 according to the arrow VI in fig. 1, "

Fig. 7 geeft op vergrote schaal de verbinding weer tussen twee achter elkaar gelegen tanden van een groep,Fig. 7 shows on an enlarged scale the connection between two consecutive teeth of a group,

Fig. 8 geeft een aanzicht weer volgens de lijn VIII - VIII in fig. 7» terwijl 15 Fig. 9 een gedeelte weergeeft van een aanzicht volgens de lijn VIII - VIII in fig. 7» waarbij in de verbinding tussen de tanden ten minste een breekbout is opgenomen,Fig. 8 is a view taken on the line VIII - VIII in FIG. 7, while FIG. 9 shows a part of a view taken on the line VIII - VIII in fig. 7 »in which at least one shear bolt is included in the connection between the teeth,

Fig. 10 geeft op vergrote schaal een gedeelte weer 20 van fig. 2, welk gedeelte de hefmiddelen omvat voor het verzwenken van de respectieve gesteldelen van de machine in een transportstand, terwijlFig. 10 is an enlarged view of a portion 20 of FIG. 2, which portion includes the lifting means for pivoting the respective frame parts of the machine into a transport position, while

Fig. 11 op vergrote schaal een gedeelte weergeeft van een aanzicht volgens de lijn XT - ΧΓ in fig. 1.Fig. 11 is an enlarged view of part of a view taken on the line XT - ΧΓ in fig. 1.

25 De in de figuren weergegeven inrichting betreft een grondbewerkingsmachine die een aantal, ten opzichte van de voortbewegingsrichting A van de machine gerekend, naast elkaar gelegen, scharnierend met elkaar verbonden gesteldelen omvat. Hierbij is een middelste gesteldeel 1 dat de 30 grootste breedte heeft aan zijn einden scharnierend verbon den met twee kortere tussengesteldelen 2, die op hun beurt aan de van het middelste gesteldeel 1 afgekeerde zijde scharnierend zijn verbonden met een buitenste gesteldeel 3· De breedte van de buitenste gesteldelen 3 is ongeveer de 35 helft van de breedte van het middelste gesteldeel 1. Het middelste gesteldeel 1 omvat drie zich dwars op de voortbe- 7902707 £ » 3 wegingsriehting A uitstrekkende, op onderling gelijke afstand van elkaar gelegen, parallel aan elkaar verlopende balken 4. Aan de einden zijn de respectieve balken 4 door middel van dwarsbalken 5, gevormd door een hoekijzer, met 5 elkaar verbonden. Elk hoekijzer 5 is met een opstaand been aan de einden van de respectieve balken 4 gelast, een en ander zodanig dat het liggende been zich ter hoogte van de onderzijde van de balken bevindt (Eig. 10). Nabij het midden en de einden is de voorste balk 4 van het gesteldeel 1 door 10 middel van een verbindingsbalk 6 met de middelste balk 4 verbonden, terwijl de middelste en de achterste balk 4 met elkaar zijn verbonden door op gelijke afstand van het midden en de einden aangebrachte verbindingsbalken 6. Elk van de aan weerszijden van het middelste gesteldeel 1 gelegen 15 tussengesteldeel 2 omvat drie balken 7 die op dezelfde wijze als bij het middelste gesteldeel 1 zijn aangebracht. Echter zijn de balken 7 korter. De balken 7 zijn aan de einden op dezelfde wijze als de balken 4 bij het gesteldeel 1 door middel van hoekijzers 5 en tussen de einden door middel van 20 verbindingsbalken 6 met elkaar verbonden. Aan de naar elkaar toegekeerde einden zijn de gestelbalken 1 en 2 door middel van twee achter elkaar gelegen scharnieren 8, die zich nabij de voor- resp. achtereinden van de hoekijzers 5 bevinden, scharnierend met elkaar verbonden. Elk van de scharnieren 25 8 is door middel van bouten 9 aan het liggende been van een hoekijzer 5 bevestigd. Op deze wijze wordt bereikt, dat de respectieve scharnieren tussen de opstaande benen van de zich aan de einden van de in eikaars verlengde gelegen balken 4 en 7 van de gesteldelen 1 en 2 bevindende hoekijzers 30 5 zijn gelegen. Bij de kortere buitenste gesteldelen 3 zijn tussen de balken 10 eveneens verbindingsbalken 6 aangebracht.The device shown in the figures relates to a soil cultivating machine which comprises a number of hingedly connected frame parts which are adjacent to each other, calculated relative to the direction of advancement A of the machine. Here a middle frame part 1 having the greatest width is hingedly connected at its ends to two shorter intermediate parts 2, which in turn are hingedly connected on the side remote from the middle frame part 1 to an outer frame part 3. outer frame members 3 is about half the width of the middle frame member 1. The middle frame member 1 comprises three beams extending transversely of the spacing parallel spaced parallel to each other 4. At the ends, the respective beams 4 are connected to each other by means of cross beams 5, formed by an angle iron. Each angle iron 5 is welded with an upright leg to the ends of the respective beams 4, such that the lying leg is at the level of the bottom of the beams (Property 10). Near the center and the ends, the front beam 4 of the frame part 1 is connected by means of a connecting beam 6 to the middle beam 4, while the middle and the rear beam 4 are connected by equidistant distance from the center and the connecting beams arranged at the ends 6. Each of the intermediate part 2 located on either side of the middle frame part 1 comprises three beams 7 which are arranged in the same manner as with the middle frame part 1. However, the bars 7 are shorter. The beams 7 are connected at the ends in the same manner as the beams 4 at the frame part 1 by means of angle irons 5 and between the ends by means of connecting beams 6. At the ends facing each other, the frame beams 1 and 2 are by means of two hinges 8 situated one behind the other, which are located near the front and / or rear. rear ends of the angle irons 5 are hingedly connected to each other. Each of the hinges 8 is attached to the horizontal leg of an angle iron 5 by means of bolts 9. In this manner it is achieved that the respective hinges are located between the upright legs of the angle irons 30 located at the ends of the beams 4 and 7 of the frame parts 1 and 2 which are mutually extended. In the shorter outer frame parts 3, connecting beams 6 are also arranged between the beams 10.

Bij de beide buitenste gesteldelen 3 zijn de balken 10 aan hun einden eveneens door middel van hoekijzers 5 met elkaar verbonden. Elk buitenste hoekijzer is in het midden en nabij 35 het achtereinde voorzien van een in het verlengde van de 790 27 07 * 3 4 middelste resp. achterste balk 10 gelegen drager 11 resp.At the two outer frame parts 3, the beams 10 are also connected to each other at their ends by means of angle irons 5. Each outer angle iron is fitted in the middle and near the rear end with an extension of the 790 27 07 * 3 4 middle resp. rear beam 10 located carrier 11 resp.

12, waaraan op hierna nog te bespreken wijze een cultivator-tand is aangebracht. De drager 11 is langer dan de drager 12 (fig. 3)· Aan de bovenzijde zijn de dragers 11 en 12 5 nog met elkaar verbonden door een eveneens aan het hoek ijzer 5 bevestigde steun -13· Aan de naar elkaar gekeerde zijde zijn de naar elkaar toegekeerde benen van de hoekijzers 5 van de gesteldelen 2 en3 door middel van scharnieren 14, die aan de einden zijn aangebracht, scharnierend 10 met elkaar verbonden. De balken 10 liggen hierbij eveneens in het verlengde van de balken 7 (fig. 1)· Aan de tijdens het bedrijf van de machine in eikaars verlengde gelegen balken 4» 7* 10 van de in het voorgaande beschreven gesteldelen 1, 2 en 3 zijn cultivator tanden 15 aangebracht. Hier-15 bij zijn de tanden 15 zodanig verdeeld, dat een patroon wordt verkregen zoals in fig. 1 schematisch en in fig. 3 gedeeltelijk is weergegeven, waarbij de tanden groepsgewijs • zijn opgesteld. Elke groep omvat drie achter elkaar gelegen in een zich schuin op de voortbewegingsrichting A van 20 de machine uitstrekkende rij opgestelde tanden, een en an der zodanig dat de resp. rijen evenwijdig aan elkaar zijn gelegen en de tanden versprongen ten opzichte van elkaar zijn opgesteld. Bij het afgebeelde uitvoeringsvoorbeeld strekken de respectieve rijen zich, in de voortbewegings·^ 25 richting gezien, van links naar rechts schuin naar voren uit.12, to which a cultivator tooth is arranged in a manner to be discussed hereinafter. The carrier 11 is longer than the carrier 12 (fig. 3) · At the top, the carriers 11 and 12 5 are still connected to each other by a support -13 also attached to the angle iron 5 · On the facing side, the legs of the angle irons 5 of the frame parts 2 and 3 facing each other are hingedly connected to each other by means of hinges 14, which are arranged at the ends. The beams 10 are also in line with the beams 7 (fig. 1). The beams 4 »7 * 10 of the frame parts 1, 2 and 3 described above are located in line with each other during operation of the machine. cultivator teeth 15 fitted. In addition, the teeth 15 are divided in such a way that a pattern is obtained as schematically shown in Fig. 1 and partly in Fig. 3, the teeth being arranged in groups. Each group comprises three teeth arranged one behind the other in a row extending obliquely to the direction of travel A of the machine, one and the other such that the resp. rows are parallel to each other and the teeth are arranged staggered with respect to each other. In the illustrated exemplary embodiment, the respective rows, as seen in the direction of travel, extend obliquely forward from left to right.

De bevestiging van elke tand 15 omvat twee op afstand van elkaar gelegen, aan de onderzijde van een balk 4 resp. 7, resp. 10, resp. een drager 11 en 12 aangebrachte, 30 zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende steunen 16, die door middel van bouten 17 en klems tukken 18 zijn gefixeerd. Aan.de einden van de balken 4 en 7 zijn nabij de voor- en achterzijde gelegen tanden ondersteund door middel van steunen 16, die met behulp van de bouten 9 voor 35 de scharnieren 8 resp. 14 zijn bevestigd (fig. 5 en 6).The fixing of each tooth 15 comprises two spaced apart ones, on the underside of a beam 4 resp. 7, resp. 10, resp. supports 16 and 12, which extend in the direction of travel A, which are fixed by means of bolts 17 and clamps 18. At the ends of the beams 4 and 7, teeth located near the front and rear are supported by means of supports 16, which, by means of the bolts 9 for hinges 8 and 8, respectively. 14 are attached (fig. 5 and 6).

7902707 <f * 5 % Ια de respectieve steunen 16 (zie fig. 6) is door middel van kunststof legers 19 een zich dwars op de voort-bewegingsrichting A uitstrekkende pen 20 aangebracht. De pen 20 heeft tussen de kunststof legers 19 een verdikt ge-5 deelte en wordt door middel van borgpennen op zijn plaats gehouden. Het verdikte gedeelte van elke pen 20 is nabij één einde, aan de onderzijde voorzien van een bevestigings-deel 21 voorzien van naar beneden gerichte benen, waartussen het zich in horizontale richting uitstrekkende boveneinde 10 is aangebracht van een gekromd naar achteren verlopende drager 23 van een eultivatortand 15 (fig· 4). De drager 23 is aan zijn onderzijde schuin naar beneden en naar voren gericht en is hier voorzien van een bewerkingsorgaan 24 in de vorm van een ganzevoet.7902707 <f * 5% Ια the respective supports 16 (see fig. 6) are provided by means of plastic bearings 19 a pin 20 extending transversely to the direction of travel A. The pin 20 has a thickened part between the plastic bearings 19 and is held in place by means of locking pins. The thickened portion of each pin 20 is provided near one end, on the underside provided with a fastening part 21 provided with downwardly directed legs, between which the horizontally extending top end 10 of a curved rearwardly extending support 23 of a equalizer tooth 15 (fig. 4). The carrier 23 is inclined downwards and forwards at its underside and here is provided with a processing member 24 in the form of a goose foot.

15 Naast elkaar gelegen tanden zijn, zoals uit fig. 3 blijkt, zodanig opgesteld, dat de bevestigingen van de drager 23 op het verdikte deel van de pennen 20 spiegelbeeldig zijn gelegen. ïe beginnen met de in fig. 3 weergegeven buitenste groep tanden zijn bij om en om gelegen groepen tanden 20 de pennen 20 van de verzwenkbare ondersteuning voor de voor ste tanden met de pennen van de ondersteuning voor de achterste tanden van de naastgelegen groep verbonden door middel van een verbindingsstang 25, die scharnierend is aangebracht tussen een zich naar boven resp. naar beneden uitstrekkende 25 arm 26 op de pen 20 van de ondersteuning voor de voorste, resp. achterste tand 15 van een met elkaar verbonden paar.As can be seen from Fig. 3, adjacent teeth are arranged in such a way that the fixings of the carrier 23 on the thickened part of the pins 20 are located in mirror image. Beginning with the outer group of teeth shown in FIG. 3, in alternate groups of teeth 20, the pins 20 of the pivotable front teeth support are connected to the pins of the rear teeth support of the adjacent group by of a connecting rod 25, which is hinged between an upwards and downwardly extending arm 26 on the pin 20 of the support for the front, resp. posterior tooth 15 of an interconnected pair.

De schamierpennen 20 voor de dragers 23 van de overige tanden van de respectieve groepen, die aan de voorste en middelste resp. aan de middelste en achterste balken van de 30 gesteldelen 3» 2, 1, 2, 3 zijn aangebracht, zijn door mid del van een verbindingsstang 27 en armen 28 op eenzelfde wijze met elkaar verbonden. De verbindingsstang 25 resp. 27 -(fig. 7 en 8) is aan zijn einden voorzien van drie op gelijke afstand van elkaar gelegen gaten 29» door elk waarvan 35 een bout 30 kan worden gestoken. De bout 30 kan tevens wor- 790 2 707 6 I ï den gestoken door één van drie gaten 31 in op afstand van elkaar gelegen sternen 32 voor het aanbrengen van een stang. De steunen 32 zijn door middel van een bout 33 scharnierend verbonden met een arm 26 op een pen 20. De afstand tussen 5 de gaten 31 in de steunen 32 is kleiner dan de afstand tus sen de respectieve gaten 29 in een stang 25 resp, 27» zodat diverse verstelmogelijkheden voor de stang aanwezig zijn, waarbij de afstand tussen de armen 26 resp. 28 op de schar-nierpennen 20 van de verzwenkbare ondersteuningen voor de 10 met elkaar verbonden tanden 15 kan worden verkort resp.The hinge pins 20 for the carriers 23 of the other teeth of the respective groups, which are attached to the front and middle resp. are arranged on the middle and rear beams of the frame parts 3, 2, 1, 2, 3, are connected in the same manner by means of a connecting rod 27 and arms 28. The connecting rod 25 resp. 27 - (FIGS. 7 and 8) are provided at its ends with three equally spaced holes 29 »through each of which a bolt 30 can be inserted. Bolt 30 may also be inserted through one of three holes 31 into spaced apart sterns 32 to provide a rod. The supports 32 are hingedly connected by means of a bolt 33 to an arm 26 on a pin 20. The distance between the holes 31 in the supports 32 is smaller than the distance between the respective holes 29 in a rod 25 and 27 respectively. »So that there are various adjustment options for the rod, whereby the distance between the arms 26 resp. 28 on the pivot pins 20 of the pivotable supports for the 10 interconnected teeth 15 can be shortened, respectively.

vergroot en aldus de stand van de met elkaar gekoppelde tanden ten opzichte van elkaar kan worden gewijzigd.enlarged and thus the position of the coupled teeth relative to one another can be changed.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding kan de bout 30 of kunnen de bouten 30, die de stang 25 15 resp. 27 met de steunen 32 verbindt, zijn gevormd door een breekpen. Ihdien van een breekpen wordt gebruik gemaakt, kunnen de gaten in de steunen 32 en de stang een kleinere diameter hebben (fig. 9)· Het middelste gesteldeel 1 is aan weerszijden van zijn midden door een paar loopwielen 20 34 ondersteund, welke loopwielen zich tussen de voorste en middelste gestelbalk 4 bevinden. De tussengesteldelen 2 en de buitenste gesteldelen 3 zijn aan de van het middelste gesteldeel af gekeerde zijden tussen de voorste en de middelste balk 7 resp. 10 voorzien van één loopwiel 34.In a preferred embodiment of the invention, the bolt 30 or the bolts 30, which support the rod 25 and 15, respectively. 27 to the supports 32 are formed by a shear pin. If a shear pin is used, the holes in the supports 32 and the rod may have a smaller diameter (fig. 9). The central frame part 1 is supported on either side of its center by a pair of running wheels 20 34, which running wheels are located between the front and center frame beam 4. The intermediate frame parts 2 and the outer frame parts 3 are on the sides facing away from the middle frame part, between the front and the middle beam 7, respectively. 10 provided with one running wheel 34.

25 Elk paar loopwielen 34 resp. elk loopwiel 34 is door middel van een niet verdraaibare drager in een bus 35 in hoogte-richting verplaatsbaar aangebracht. De verstelling van de loopwielen kan op niet nader weergegeven wijze met behulp . van een spindel 36 geschieden (fig. 4)« De voorste gestel-30 balk 4 van het middelste gesteldeel 1 is aan de einden naast de hoekijzers 5 voorzien van een steun 37A waaraan een naar voren verlopende balk 37 is bevestigd. De balken 37 convergeren (fig. 1) en zijn door middel van een trek-oog 38 aan de voorzijde met elkaar verbonden. Op enige af-35 stand achter het trekoog 38 is tussen de balken 37 een 790 2 7 07 * » 7 dwarsbalk 39 aangebracht. Het midden van de dwarsbalk 39 is verbonden met een zich naar achteren uitstrekkende steunbalk 40, die door middel van een steun 41, aan het midden van de voorste balk 4 is bevestigd. Elke steun 5 37A is door middel van een schoorbalk 42 met de middelste balk 4 verbonden (fig. 4)· De steun 41 is aan de onderzijde door middel van een schoorbalk 43 met de onderzijde van de balk 40 en door middel van een schoorbalk 44 met de onderzijde van de middelste balk 4 verbonden.25 Each pair of running wheels 34 resp. each running wheel 34 is mounted in a direction 35 in the direction of height by means of a non-rotatable carrier. The adjustment of the running wheels can be done in a manner not shown in detail. of a spindle 36 (fig. 4). The front frame beam 4 of the middle frame part 1 is provided at the ends next to the angle irons 5 with a support 37A to which a forwardly extending beam 37 is attached. The beams 37 converge (fig. 1) and are connected to each other by means of a pulling eye 38 at the front. At some distance behind the towing eye 38, a 790 2 7 07 * 7 cross beam 39 is arranged between the beams 37. The center of the cross beam 39 is connected to a rearwardly extending support beam 40, which is attached to the center of the front beam 4 by means of a support 41. Each support 5 37A is connected to the middle beam 4 by means of a strut 42 (fig. 4). The support 41 is at the bottom by means of a strut 43 with the bottom of the beam 40 and by means of a strut 44 connected to the underside of the middle beam 4.

10 Op afstand van het midden zijn aan de middelste balk 4 van het middelste gesteldeel 1 door middel van oren 44 in hoofdzaak uit twee op afstand van elkaar gelegen delen bestaande armen 45 verzwenkbaar aangebracht. De delen van elke arm 45 zijn nabij het midden verbreed en 15 scharnierend verbonden met één einde van een hydraulische versteleilinder 46. Het andere einde van de cilinder 46 is scharnierend aangebracht tussen oren 47 op de bovenzijde aan het einde van de balk 4. Het boveneinde van elke arm 45 is scharnierend verbonden met een trekstang 48, waarvan 20 liet andere einde scharnierend is aangebracht tussen oren 49 die zich bevinden op steunen 50 die zijn bevestigd op de middelste balk 10 van een buitenste gesteldeel 3. De steunen 50 zijn aangebracht aan de scharnierend bevestigde zijde van het gesteldeel 3 (fig. 2 en 5)· Aan de naar het 25 middelste gesteldeel 1 gekeerde zijde is de middelste balk 7 van elk tussengesteldeel 2 voorzien van oren 51, waartussen verzwenkbaar een schuin naar boven en naar buiten gerichte arm 52 is aangebracht, die met zijn andere einde door middel van een vorkachtig deel 53 scharnierend 30 is verbonden met de trekstang 48.At a distance from the center, the arms 45, which consist essentially of two spaced apart arms 45, are pivotally mounted on the middle beam 4 of the middle frame part 1. The parts of each arm 45 are widened near the center and hingedly connected to one end of a hydraulic adjustment cylinder 46. The other end of the cylinder 46 is hinged between ears 47 on the top at the end of the beam 4. The top end each arm 45 is hingedly connected to a tie rod 48, the other end of which is hinged between ears 49 located on brackets 50 mounted on the center beam 10 of an outer frame member 3. The brackets 50 are mounted on the hinged side of frame part 3 (fig. 2 and 5) · On the side facing the middle frame part 1, the middle beam 7 of each intermediate part 2 is provided with ears 51, between which an obliquely upward and outwardly directed arm can be pivoted 52, which is hingedly connected to the tie rod 48 by its other end by means of a fork-like part 53.

Zoals uit de figuren 2 en 10 blijkt, is tijdens het bedrijf van de inrichting de arm 45 op het middelste gesteldeel 1, althans nagenoeg, evenwijdig gelegen aan de op het tussengesteldeel 2 verzwenkbaar aangebrachte arm 52.As can be seen from Figures 2 and 10, during operation of the device, the arm 45 on the middle frame part 1 is located at least substantially parallel to the arm 52 pivotally mounted on the intermediate part 2.

2^ Habij het midden van de achterste balk 4 van het middelste 7902707 ♦ * 8 gesteldeel 1 zijn door middel van steunen 54 zich. schuin naar hoven en naar hui ten uitstrekkende steunbalken 55 aangebracht, die nabij de einden van de drager 4 op zich omhoog uitstrekkende steunen 56 rusten en zich elk tot 5 voorbij deze steunen uitstrekken. Aan de einden is elk van de' draagbalken 55 voorzien van een vorkachtig deel 56, een en ander zodanig, dat tussen de benen van dit deel de achterste drager van het verzwenkbare tussengesteldeel 2 kan komen te rusten, waarna het geheel door. middel .van.jeen .....2 ^ The center of the rear beam 4 of the middle 7902707 ♦ * 8 frame part 1 are by means of supports 54 located. supporting beams 55 extending obliquely to the sides and towards the house, which rest on upwardly extending supports 56 near the ends of the carrier 4 and each extend up to 5 beyond these supports. At the ends, each of the supporting beams 55 is provided with a fork-like part 56, all this in such a way that the rear carrier of the pivotable intermediate part 2 can come to rest between the legs of this part, after which the whole passes through. means of you .....

10 grendelpen 57» die door gaten 58 in de benen van het beugelvormige deel 56 gestoken kan worden, kan worden gefixeerd. lijdens het bedrijf bevindt de pen 57 zich in een gat in de steunbalk 55 (fig. 10).Locking pin 57 »which can be inserted through holes 58 in the legs of the bracket-shaped part 56 can be fixed. During operation, the pin 57 is in a hole in the support beam 55 (Fig. 10).

De werking van de in het voorgaande beschreven 15 inrichting is als volgt.The operation of the device described above is as follows.

ïijdens het bedrijf is de inrichting met behulp van de door de balken 37» 39 en 40 gevormde trekarm en het trekoog 38 met de achterzijde van een trekker verbonden en wordt de inrichting voortbewogen in een richting volgens 2o pijl A. Hierbij bewegen de bewerkingsorganen 23 van de respectieve tanden 15 op een bepaalde, door middel van de loopwielen 34 in te stellen werkdiepte door de grond.During operation, the device is connected to the rear of a tractor by means of the draw arm formed by the beams 37, 39 and 40 and the draw eye 38, and the device is advanced in the direction according to arrow A. The working members 23 of the respective tines 15 at a determined working depth through the ground which can be adjusted by means of the running wheels 34.

Hierbij bevinden de verzwenkbaar aan de respectieve gestel-delen aangebrachte, met elkaar gekoppelde paren tanden 15 25 zich in een evenwichtsstand van waaruit zij hetzij naar voren hetzij naar achteren kunnen bewegen indien een grotere weerstand in de bodem wordt ondervonden. Een der gelijke weerstand kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt door oneffenheden in de bodem of door het stoten op een obstakel, zoals 30 een wortel of een steen. Een beweging van de ene tand zal een tegengestelde beweging van een andere tand oproepen, let behulp van de verstelbare verbinding tussen de twee tanden van een paar kan de onderlinge stand van de tanden naar keuze worden gewijzigd, terwijl, indien een breekbout 35 is aangebracht, bij een te grote belasting ; de verbinding 790 2 7 07 9 tassen de tanden van een paar wordt verbroken, waardoor beschadigingen kunnen worden voorkomen·Here, the pairs of tines 15, pivotally mounted on the respective frame parts, are in an equilibrium position from which they can move either forwards or backwards if a greater resistance is encountered in the ground. Such a resistance can for instance be caused by unevenness in the ground or by striking an obstacle, such as a root or a stone. A movement of one tooth will evoke an opposite movement of another tooth, please note that with the adjustable connection between the two teeth of a pair, the mutual position of the teeth can be changed optionally, while if a shear bolt 35 is fitted, at too great a load; the connection 790 2 7 07 9 bags breaks the teeth of a pair, which can prevent damage ·

Yoor het brengen van de inrichting in een transport-stand worden de respectieve wielen 34, die het middelste 5 gesteldeel ondersteunen, met behulp van de spindel 36 zodanig versteld, dat de aan het middelste gesteldeel 1 aangebrachte tanden buiten aanraking met de grond komen. Hierna kunnen de respectieve op het middelste gesteldeel verzwenkbaar aangebrachte armen 45 door middel van de Ί0 hydraulische verstelcilinders 46 in een richting volgens pijl B worden verzwenkt (fig· 10). Bij deze verzwenking zal aanvankelijk alleen het buitenste gesteldeel 3 om de zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende scharaierassen, van de scharnieren 14, omhoog bewegen in een stand zoals in 15 figuur 5 met streeplijnen is weergegeven. Het tussen- gesteldeel 2 zal bij het bereiken van de opgeklapte stand van het buitenste gesteldeel eveneens omhoog gaan bewegen om uiteindelijk in een stand te komen, zoals in de fig.By bringing the device into a transport position, the respective wheels 34, which support the central frame part, are adjusted with the aid of the spindle 36 such that the teeth arranged on the central frame part 1 come out of contact with the ground. After this, the respective arms 45 pivotally mounted on the central frame part can be pivoted in the direction according to arrow B by means of the hydraulic adjustment cylinders 46 (fig. 10). At this pivoting initially only the outer frame part 3 will move upwards about the hinge shafts extending in the direction of advancement A, of the hinges 14, into a position as shown in dashed lines in figure 5. The intermediate part 2 will also move upwards when it reaches the folded-up position of the outer frame part, to eventually come into a position, as shown in fig.

2 en 10 is weergegeven. In deze stand kan de achterste 20 drager 7 van het tussengesteldeel 2 met behulp van de pen 57 worden vergrendeld.2 and 10 is shown. In this position the rear carrier 7 of the intermediate part 2 can be locked by means of the pin 57.

De uitvinding is niet beperkt tot datgene wat in de beschrijving en/of de conclusies is vermeld, maar heeft ook betrekking op de details van de figuren al dan niet 25 beschreven.The invention is not limited to what is stated in the description and / or the claims, but also relates to the details of the figures described or not.

Conclusies 7902707Conclusions 7902707

Claims (28)

1. Grond.bewerkingsmach.ine voorzien van een gestel en ten minste twee aan dit gestel aangebrachte tanden die ten opzichte van de voortbewegingsrichting van de machine achter elkaar zijn gelegen en elk een verzwenkbaar aan het 5 gestel aangebrachte drager omvatten, welke drager aan zijn ondereinde is voorzien van een bewerkingsorgaan, terwijl de dragers van de tanden door ten minste één verbindings-"------------------ stang met elkaar zijn verbonden. , met het kenmerk,-dat...... * r-· ten minste één verbinding tussen de verbindingsstang en 10 een verzwenkbare drager van een tand ten minste één breek-bout omvat.1. Soil cultivating machine provided with a frame and at least two teeth arranged on this frame, which are situated one behind the other with respect to the direction of travel of the machine and each comprising a carrier mounted pivotally on the frame, said carrier at its lower end is provided with a working member, while the carriers of the tines are connected by at least one connecting rod - characterized in that - ...... * r- · at least one connection between the connecting rod and a pivotable carrier of a tooth comprises at least one shear bolt. 2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verbindingsstang in meerdere, op afstand van elkaar gelegen punten met een ondersteuning 15 voor een verzwenkbare drager van een tand koppelbaar is, een en ander zodanig dat de stand van de tanden ten opzichte van elkaar kan worden gewijzigd.2. Soil cultivation machine according to claim 1, characterized in that the connecting rod can be coupled in a plurality of spaced points to a support 15 for a pivotable carrier of a tooth, such that the position of the teeth relative to each other can be changed. 3. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en ten minste twee aan dit gestel aangebrachte tanden die ten 20 opzichte van de voortbewegingsrichting van de machine achter elkaar zijn gelegen en elk een verzwenkbaar aan het gestel aangebraehte drager omvatten, welke drager aan zijn ondereinde is voorzien van een 'bewerkingsorgaan, terwijl de dragers van de tanden door middel van een verbindingsstang 25 met elkaar zijn verbonden, met het kenmerk, dat de verbindingsstang in meerdere punten met de ondersteuning voor een drager van een tand koppelbaar is, een en ander zodanig dat hierdoor de stand van de tanden ten opzichte van elkaar kan worden gewijzigd.3. Soil cultivation machine provided with a frame and at least two teeth arranged on this frame, which are situated one behind the other with respect to the direction of travel of the machine and each comprise a support which can be pivoted to the frame and which support is provided at its lower end working member, while the carriers of the teeth are connected to each other by means of a connecting rod 25, characterized in that the connecting rod can be coupled in several points to the support for a carrier of a tooth, all this in such a way that the position of the teeth can be changed relative to each other. 4. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een verbindingsstang nabij ten minste één einde is voorzien van een aantal gaten die door middel van een bevestigingsorgaan kunnen samenwerken met ten minste één gat in een met een drager van een tand 790 2 7 07 verbonden steun.Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that a connecting rod is provided near at least one end with a number of holes which, by means of a fastening member, can interact with at least one hole in one with a carrier of a tooth 790 2 7 07 related aid. 5. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 4, met bet kenmerk, dat een steun eveneens een aantal gaten omvat.Soil cultivation machine according to claim 4, characterized in that a support also comprises a number of holes. 6. Grondbewerkingsmachine volgens conclusies 4 en 5, 5 met bet kenmerk, dat de afstand tussen de gaten in de verbindingsstang verschilt van de afstand tussen de gaten in de steun.Soil cultivation machine according to claims 4 and 5, 5, characterized in that the distance between the holes in the connecting rod differs from the distance between the holes in the support. 7. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 5 of 6, met bet kenmerk, dat twee op afstand van elkaar gelegen. 10 steunen aanwezig zijn waartussen een einde van de verbindingsstang is aangebracht.Soil cultivation machine according to claim 5 or 6, characterized in that two are spaced apart. 10 supports are present between which an end of the connecting rod is arranged. 8. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 5-7, met het kenmerk, dat een steun verzwenkbaar is aangebracht aan een arm die is bevestigd op een draaipen, 15 met behulp waarvan de drager van een tand verzwenkbaar is • 1 * aangebracht ten opzichte van het gestel van de machine.' ^8. Tillage machine according to any one of claims 5-7, characterized in that a support is pivotally mounted on an arm mounted on a pivot pin, with the aid of which the support of a tine is pivotally mounted with respect to the frame of the machine. " ^ 9. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de arm en de drager van een tand zich elk nabij een einde van de scharaierpen bevinden.Soil cultivation machine according to claim 8, characterized in that the arm and the support of a tooth are each located near one end of the hinge pin. 9 * to _9 * to _ 10. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat meerdere groepen tanden naast elkaar aan het gestel van de machine zijn aangebracht.Soil cultivation machine according to one of the preceding claims, characterized in that several groups of tines are arranged next to each other on the frame of the machine. 11. Grondbewerkingsma chine volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de tanden van een groep in een zich schuin 25 op de voortbewegingsriehting van de machine uitstrekkende rij achter elkaar zijn gelegen.11. Soil cultivation machine according to claim 10, characterized in that the teeth of a group are arranged one behind the other in a row extending obliquely on the direction of propulsion of the machine. 12. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat een rij tanden van een groep zich, in de voortbewegingsriehting van de machine gezien, van links naar 30 rechts uitstrekt.12. Soil cultivation machine according to claim 11, characterized in that a row of teeth of a group, seen in the direction of propulsion of the machine, extends from left to right. 13. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat bij om en om gelegen groepen de voorste tand van een rij met de achterste tand van een naast gelegen groep door middel van een verbindingsstang is 35 verbonden. 7902707Soil cultivation machine according to claim 11 or 12, characterized in that in alternate groups the front tooth of a row is connected to the rear tooth of an adjacent group by means of a connecting rod. 7902707 14. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 10 - 13, met bet kenmerk, dat de groepen tanden elk drie tanden omvatten.Soil cultivation machine according to any one of claims 10 to 13, characterized in that the groups of teeth each comprise three teeth. 15. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 13 of 14, 5 met het kenmerk, dat in een zelfde groep hetzij een voorste tand is verbonden met een middelste tand, hetzij een achterste tand met een middelste tand.Soil cultivation machine according to claim 13 or 14, 5, characterized in that in the same group either a front tooth is connected to a middle tooth or a rear tooth with a middle tooth. 16. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het-kenmerk, - dat het gestel van de machine - 10 een centraal gelegen gesteldeel omvat, aan weerszijden waarvan tussengesteldelen verzwenkbaar zijn aangebracht, welke tussengesteldelen elk verzwenkbaar zijn verbonden met een buitenste gesteldeel*-Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that - the frame of the machine - 10 comprises a centrally located frame part, on either side of which intermediate parts are pivotally arranged, which intermediate parts are each pivotally connected to an outer frame part * - 17. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 16, met 15 het kenmerk, dat hefmiddelen aanwezig zijn die zodanig zijn uitgevoerd, dat voor het brengen van de machine in een transportstand het eerst de buitenste gesteldelen worden opgeklapt waarna de tussen gelegen gesteldelen worden verzwenkt ten opzichte van het middelste gesteldeel.17. Soil cultivation machine according to claim 16, characterized in that lifting means are provided which are designed such that, before the machine is brought into a transport position, the outer frame parts are first folded up, after which the intermediate frame parts are pivoted relative to the middle frame. 18. Grondbewerkingsmachine voorzien* van een gestel dat een centraal gelegen gesteldeel omvat, aan weerszijden waarvan verzwenkbare gesteldelen zijn aangebracht, met het kenmerk, dat de eerstgenoemde gesteldelen tussengesteldelen vormen aan elk waarvan een buitenste gesteldeel 25 verzwenkbaar is aangebracht en hefmiddelen aanwezig.zijn die bij het brengen van de machine in een transportstand eerst een verzwenken van de buitenste gesteldelen teweegbrengen en daarna de tussengesteldelen verzwenken.18. Tillage machine provided with a frame comprising a centrally located frame part, on either side of which pivotable frame parts are arranged, characterized in that the first-mentioned frame parts form intermediate parts on each of which an outer frame part is pivotally mounted and lifting means are provided. placing the machine in a transport position first of all to pivot the outer frame parts and then pivot the intermediate parts. 19. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 18, met 30 het kenmerk, dat de hefmiddelen een verzwenkbaar op het èentraal gelegen gesteldeel aangebrachte arm omvatten die door middel van een trekstang scharnierend is verbonden met een buitenste gesteldeel, terwijl aan het tussen-gesteldeel verzwenkbaar een arm is aangebracht die 35 scharnierend is gekoppeld met de trekstang, een en ander 7902707 zodanig, dat de laatstgenoemde arm in de werkstand van de machine zich althans nagenoeg evenwijdig aan de eerstgenoemde arm uitstrekt.19. Tillage machine according to claim 18, characterized in that the lifting means comprise an arm which is pivotally mounted on the centrally located frame part and which is hingedly connected to an outer frame part by means of a drawbar, while an arm is arranged pivotally on the intermediate part which is hingedly coupled to the drawbar, all this 7902707 such that the latter arm in the working position of the machine extends at least substantially parallel to the former arm. 20. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 19» met 5 het kenmerk, dat tijdens het bedrijf de verzwenkbare arm op het centraal gelegen gesteldeel en de arm op het tussen-gesteldeel zich schuin naar boven en naar buiten uitstrekken.20. Soil cultivation machine according to claim 19, characterized in that during operation the pivotable arm on the centrally located frame part and the arm on the intermediate frame part extend upwards and outwards. 21. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 19 of 20, 10 met het kenmerk, dat tussen de verzwenkbare arm op het centraal gelegen gesteldeel en het gesteldeel een hydraulische hef cilinder aanwezig is, een en ander zodanig dat bij bekrachtiging van de verstelcilinder de arm naar binnen wordt ver zwenkt.Soil cultivation machine according to claim 19 or 20, 10, characterized in that a hydraulic lifting cylinder is present between the pivotable arm on the centrally located frame part and the frame part, such that the arm is moved inwards when the adjusting cylinder is energized. swings. 22. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 17 - 21, met het kenmerk, dat aan de achterzijde van het centraal gelegen gesteldeel steunen aanwezig zijn, tegen de einden waarvan in opgeklapte stand de verzwenkbare tussendelen kunnen komen te rusten.Soil cultivation machine according to one of Claims 17 to 21, characterized in that supports are provided at the rear of the centrally located frame part, against the ends of which the pivotable intermediate parts can rest in the folded-up position. 23. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 17 - 22, met het kenmerk, dat de'buitenste gesteldelen een werkbreedte hebben die ongeveer de helft bedraagt van de werkbreedte van het centraal gelegen gesteldeel.A soil cultivating machine according to any one of claims 17-22, characterized in that the outer frame parts have a working width which is approximately half the working width of the centrally located frame part. 24. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 25 17 - 23, met het kenmerk, dat de werkbreedte van het centraal gelegen gesteldeel het grootst is.Soil cultivation machine according to any one of claims 17 to 23, characterized in that the working width of the centrally located frame part is the largest. 25. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 17 - 24, met het kenmerk, dat de werkbreedte van de buitenste gesteldelen van voren naar achteren toeneemt.Soil cultivation machine according to one of Claims 17 to 24, characterized in that the working width of the outer frame parts increases from front to back. 26. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 17 - 25, met het kenmerk, dat elk gesteldeel door ten minste één in hoogterichting verstelbaar loopwiel wordt ondersteund.Soil cultivation machine according to any one of claims 17 to 25, characterized in that each frame part is supported by at least one height-adjustable running wheel. 27. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 35 17 - 26, met het kenmerk, dat het centraal gelegen 7902707 gesteldeel door ten minste twee loopwielen wordt ondersteund.Soil cultivation machine according to any one of claims 35 to 17, characterized in that the centrally located 7902707 frame part is supported by at least two running wheels. 28. Grondbewerkingsmachine zoals beschreven in het voorgaande en weergegeven in de figuren. -o-o-o-o-o- 790270728. Soil cultivation machine as described above and shown in the figures. -o-o-o-o-o- 7902707
NL7902707A 1979-01-11 1979-04-06 Ground cultivation machine with frame - has tines one behind other on common beam forming detachable subassemblies (NL 15.7.80) NL7902707A (en)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7902707A NL7902707A (en) 1979-04-06 1979-04-06 Ground cultivation machine with frame - has tines one behind other on common beam forming detachable subassemblies (NL 15.7.80)
US06/109,149 US4316510A (en) 1979-01-11 1980-01-02 Soil cultivating machine with interconnected pivoted members
DE19803000296 DE3000296A1 (en) 1979-01-11 1980-01-05 TILLAGE MACHINE
GB8000696A GB2039702B (en) 1979-01-11 1980-01-09 Soil cultivating machine
GB8034793A GB2056832A (en) 1979-01-11 1980-01-09 Soil cultivators
BR8000189A BR8000189A (en) 1979-01-11 1980-01-11 SOIL FARMING MACHINE
FR8000575A FR2446051A1 (en) 1979-01-11 1980-01-11 MACHINE FOR THE PREPARATION OF THE FLOOR, PROVIDED WITH A CHASSIS AND AT LEAST TWO TEETH SUBSTANTIALLY ARRANGED BEHIND THE OTHER

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7902707 1979-04-06
NL7902707A NL7902707A (en) 1979-04-06 1979-04-06 Ground cultivation machine with frame - has tines one behind other on common beam forming detachable subassemblies (NL 15.7.80)

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7902707A true NL7902707A (en) 1980-10-08

Family

ID=19832940

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7902707A NL7902707A (en) 1979-01-11 1979-04-06 Ground cultivation machine with frame - has tines one behind other on common beam forming detachable subassemblies (NL 15.7.80)

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL7902707A (en)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7902707A (en) Ground cultivation machine with frame - has tines one behind other on common beam forming detachable subassemblies (NL 15.7.80)
US3223177A (en) Sway limiting means for a tool mounted on a mast type hitch
US2511940A (en) Fieett creeper
NL8101017A (en) SOIL TILLER.
US3106968A (en) Combination weeding and cultivating attachment for a towing vehicle
NL8500187A (en) SOIL TILLER.
NL7907081A (en) SOIL TILLER.
NL8401251A (en) SOIL TILLER.
NL8301236A (en) SOIL TILLER.
NL7909234A (en) HAY CONSTRUCTION MACHINE.
NL8203892A (en) DEVICE FOR SUPPORTING AN AGRICULTURAL MACHINE.
GB2056832A (en) Soil cultivators
NL9200062A (en) SOIL TILLER.
NL9200243A (en) Ground-working machine.
NL192594C (en) Combination of a tillage machine and a further machine to be coupled to it.
US265830A (en) Cultivator
NL8403369A (en) SOIL TILLER.
US864646A (en) Wheel-plow.
US664686A (en) Cultivator and harrow.
US806056A (en) Cultivating implement.
US1322455A (en) Cultivator
US275577A (en) brooks
NL8203584A (en) SOIL TILLER.
US1509171A (en) Walking cultivator
US890843A (en) Cultivator.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed