NL7902559A - Werkwijze, inrichting en merkblikje voor het merken van pluimvee en dergelijke. - Google Patents

Description

: ± > VO 7U36. . ... _______________________________________________________

Record A.G.

Bern______

Zwitserland

Werkwijze, inrichting en merkblikje voor liet merken van pluimvee en dergelijke.

De uitvinding heeft "betrekking op een werkwijze voor het merken van achtereenvolgens aangevoerd pluimvee en dergelijke met merkhlikjes die elk zijn samengesteld uit een ongeveer rechthoekige tekst drager, een "bevestigingsdeel met tenminste êên uitsparing en tenminste een 5 opkrulb are tand, waarbij de merkblikjes worden aangevoerd in de vorm van een strook, waarin de merkblikjes bij de tekstdragers zijdelings verbreekbaar met elkaar zijn verbonden, waarbij de strook stapsgewijze, synchroon met de aanvoer van stukken pluimvee, wordt toegevoerd aan een aan-brengstation, waar twee bekken zijn opgesteld die telkens een merk-10 blikje aanvatten en' terwijl dit tegen een stuk pluimvee wordt aangedrukt en van de strook wordt afgescheiden, door omkrullen van de tand of tanden aan het pluimvee hechten.

Bij deze bekende techniek wordt elk merkblikje door de twee bekken aangevat bij de tand of tanden ter plaatse van de uitsparing 15 in het bevestigingsdeel van het merkblikje, zodat een rand van de uitsparing als contraleger functioneert. Van de bekende merkblikjes wordt derhalve de langsafmeting niet, althans niet uitsluitend, bepaald door de grootte van het merkbeeld dat op de tekstdrager moet worden aangebracht, maar tevens door de minimum afstand tussen de uitsparing en de 20 tanden van het blikje. Deze afmeting kan niet te klein zijn omdat anders de naderihgsslag van de bekken te klein wordt en daardoor geen juiste omkrulling van de tand of tanden en ook geen betrouwbare bevestiging van een merkblikje aan een stuk pluimvee kan worden gewaarborgd.

Derhalve zijn de bekende merkblikjes in verhouding groot en gezien het 25 feit dat er millioenen van worden gebruikt, vormt het materiaalver-bruik daarbij een belangrijke, nadelige kostenfactor.

790 2 5 59 4 2 ‘ τ

De uitvinding "beoogt een werkwijze waarbij merkblikjes kunnen worden gebruikt, die dit bezwaar niet hebben.

Hiertoe wordt bij de werkwijze volgens de uitvinding elk merkblikje door de bekken aangevat bij de tande of tanden en bij de 5 tegenoverliggende rand van de tekstdrager, wordt bij het opkrullen van de tand de punt daarvan in een bijbehorende uitsparing in het bevesti-gingsdeel geleid en wordt voor het aanvoeren van de merkblikjesstrook aan de bekken, de strook bij deze zelfde uitsparingen aangevat.

Door niet de perforaties maar een eindrand van de tekstdrager 10 als contraleger te gebruiken, kunnen de perforaties in het bevestigings-deel van elk merkblikje relatief dichtbij de tanden worden aangebracht,en wel·zo dicht daarbij dat de tanden door bijbehorende perforaties kunnen omkrullen en aldus een betrouwbare bevestiging aan het pluimveevlees waarborgen. De grootte van de tekstdrager wordt uitsluitend bepaald 15 door de grootte van de aan te brengen tekst en derhalve is het materiaal-verbruik tot het absolute minimum beperkt. Van de aanwezigheid van perforaties wordt bovendien nuttig gebruik gemaakt voor een bedrijfszekere toevoer van de merkblikjes. Hierop zal in het hiernavolgende verder worden ingegaan.' 20 De uitvinding betreft eveneens een apparaat voor het uitvoeren van de werkwijze. Een bekend, voor dit doel gebruikt apparaat, is voorzien van bekken voor het aanvatten van opeenvolgende, in strook-vorm aangevoerde merkblikjes met perforaties en tanden, middelen voor het afscheiden van de blikjes van de strook en het aandrukken van' de 25 blikjes tegen pluimvee, waarbij éên van de bekken, de krulbek, is ingericht voor het aanvatten en omkrullen van de tand of tanden van een merkblikje en de andere bek,'de contrabek, is ingericht voor het aangrijpen op een/afstand van de tand gelegen rand van het blikje, terwijl verder een toevoerorgaan is aangebracht voor het aanvatten van de merk-30 blikjes strook en het stapsgewijze voorts chui ven van de strook naar de bekken.

Bij een dergelijke inrichting van bekend ontwerp grijpt de contrabek, zoals in het voorgaande uiteengezet, aan op de uitsparing in het blikje, terwijl het toevoerorgaan is uitgevoerd als een verende, 35 heen en weer bewegende pal, die op de strook aan te voeren merkblikjes 790 25 59 3 Ή aangrijpt in ruimten, aanwezig tussen de smaller dan de tekstdragers uitgevoerde bevestigingsdelen van de strook. De strook ligt daarbij plat op de bodem van een toevoerkanaal en het zal duidelijk zijn dat, ' gezien de geringe dikte van de merkblikjes, de verende pal van de toe- 5 voerinrichting niet op betrouwbare wijze op de strook kan aangrijpen.

Er treedt derhalve in de praktijk veelvuldig slip op met als- gevolg een niet of niet goed bevestigd blikje.

Een ander bezwaar van het bekende apparaat is dat de contrabek telkens in een uitsparing -van het blikje moet worden bewogen, waardoor 10 de bek, behalve voor de naderingsbeweging naar de andere bek, tevens moet zijn ingericht voor het uitvoeren van bewegingen loodrecht op het toevoervlak van de blikjes strook.

Beide bezwaren worden volgens de uitvinding vermeden doordat de contrabek is ingericht voor het aanvatten van de, van de tand of 15 tanden af gekeerde eindrand van het merkblikje en doordat het toevoer-orgaan is uitgevoerd als een nokkenwiel, dat op de perforaties in de blikjesstrook kan aangrijpen en stapsgewijze, af gestemd op de bek-bewegingen, kan worden aangedreven.

Op dezelfde wijze als een filmstrook in een projectiécamera 20 wordt de merkblikjesstrook nauwkeurig getempeerd en bedrijfszeker aan de ruimte tussen de uit elkaar bewogen bekken toegevoerd en voor het aanbrengen van een blikje behoeven deze slechts een onderlinge naderingsbeweging uit te voeren, tenzij het gewenst is dat het gehele samenstel naar een langsgevoerd te merken voorwerp wordt toebewogen.

25 Verder betreft de uitvinding een merkblikje voor het uitvoeren van de werkwijze en/of ten gebruike bij het aanbrengapparaat volgens de uitvinding. Het merkblikje, dat -bestaat uit een in hoofdzaak. rechthoekige tekstdrager waarop aan één zijde een bevestigingsdeel aansluit dat aan de van de tekstdrager afgekeerde zijde is voorzien van ten 30 minste één opkrulbare tand en in het bevestigingsdeel ten minste één perforatie is aangebracht, is gekenmerkt doordat de afstand van de perforatie of perforaties tcfc.aan de tand of tanden, ten opzichte van de tandlengte zodanig is gekozen dat bij het opkrullen van een tand de top in een bijbehorende perforatie kan dringen.

♦ 35 Zoals in het voorgaande uiteengezet hebben dergelijke merkblikjes 790 25 59 <Γ het voordeel· dat hun maximale afmetingen en daardoor het materiaalver-bruik, uitsluitend wordt bepaald door de grootte van het merkbeeld of van de tekst.

in

In nadere uitwerking van de uitvinding kan/een merkblikje, al-5 thans in een strook van dergelijke, met de aangrenzende randen van de tekstdrageis aan elkaar verbreekbaar verbonden merkblikjes de onderlinge afstand van opeenvolgende perforaties overeenkomen met de steek van de tanden van het transportwiel van het merkblikjesaanbrengapparaat.

Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing 10 naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting en het merkblikje, voor het merken van pluimvee worden beschreven.

Fig. 1 is een schematisch aanzicht van het deel van de inrichting, waar merkblikjes worden toegevoerd aan het aanbrengstation; fig. 1A en 1B tonen opeenvolgende buigfazen van een merkblikje, 15 fig. 1A volgens de lijn A-A in fig. 1; fig. 2 is een aanzicht volgens de lijn II-II in fig. 1 van de bekken in het aanbrengstation en fig. 3 is een gedetailleerd aanzicht van het toevoerorgaan volgens de lijn III-III in fig. 1.

20 Volgens de tekening, in het bijzonder fig. 1, wordt een strook merkblikjes 1 door middel van een toevoerorgaan 2 stapsgewijze getransporteerd naar een voorvorminrichting 3 en van daaruit naar een aanbrengstation k.

De merkblikjes 1 zijn elk samengesteld uit een tekstdrager 5S 25 een bevestigingsdeel 6 met perforaties 7 en tanden 8. Het aantal tanden kan variëren echter bij elke tand 8 behoort een perforatie 7, waarbij de afstand tussen elke tand 8 en de bijbehorende perforatie 7 en de lengte van de tand zodanig zijn gekozen dat de tand op de in de fig. 1B afge-beelde wijze 'door de perforatie kan reiken.

30 De merkblikjes 1 zijn door middel van een breeklijn/^ij de tekstdrageis 5 verenigd tot een strook, die van een rol wordt af gewikkeld. Voor het transportorgaan 2 wordt verwezen naar fig. 3. Het transport-orgaan is voorzien van een huis 10, waarin een nokkenwiel 11 samen met een tandwiel 12 roteerbaar is om een as 13. Een schommel ik is eveneens, 35 echter onafhankelijk van het nokkenwiel 11 en het tandwiel 12, roteerbaar gelegerd om de as 13. De schommel ik is middels een asje 15 ver- 790 25 59 5 * bonden met een volgens de daarin aangegeven pijl heen-en-weer beweegbare gaffel 16. Verder is in de schommel een pal 17 om een asje 18 zwenk-baar gelegerd. De pal 17 wordt door een veer 19 en een stift 20 tegen het tandwiel gedrukt gehouden, zodanig dat bij beweging van de gaffel 5 1ó naar rechts, de schommel 1¾ om de as 13 rechtsom zwenkt en de pal 17* aangrijpend achter een tand van het tandwiel 12, dit tandwiel en daardoor tevens het nokkenwiel 11 een transportbeweging rechtsom laat maken. Bij de teruggaande slag van de gaffel 16 klikt de pal 17 over de achterliggende tand van het tandwiel 12, waarbij het tandwiel niet mee 10 terug kan draaien doordat een tweede pal 20 een dergelijke draaiing linksom verhinderd. De pal 20 is om een as 21 zwenkbaar gelegerd in het huis 10. De hellingen van de flanken van de tanden van het tandwiel 12 en de configuratie van de met deze tandflanken samenwerkende delen van de pallen 17 en 20 zijn op de bovenbeschreven functies, duwen, 15 respectievelijk arreteren, afgestemd.

De afmeting en de steek van de nokken 22 op het nokken wiel 11 zijn aangepast aan dè perforaties 7 in de merkb likjes 1. Irf de af geheelde uitvoeringsvorm zijn er twee perforaties 7 per blikje, echter het is duidelijk dat ook bij slechts een perforatie 7 per blikje 1 een effectief 20 en nauwkeurig transport van de blikjesstrook mogelijk is, zolang de steek van de nokken 22 op de perforatieafstand in de strook is afgestemd.

De door het transportorgaan 2 aldus nauwkeurig en stapsgewijs .getransporteerde blikjes 1 bereiken een voorvorminrichting 3, waarin op de in fig. 1A af geheelde wijze de top van de tanden 8 ongeveer haaks 25 wordt omgezet, terwijl de tegenoverliggende rand van de tekstdrager 5 eveneens wordt omgezet, zij het in geringere mate. In deze toestand arriveren de blikjes 1 in het aanbrengstation k tussen twee bekken, namelijk een .tand-krulbek 23 en een contrabek 2k.

De c'ontrabek 2k heeft een flank 25, samengesteld uit een lig-30 vlak voor 'de omgezette eindrand van een tekstdrager 5 en een ongeveer haaks daarop eindigend aanslagvlak, zodat, bij onderlinge nadering van de bekken 23 en 2k de tekstdrager 5 spelingvrij tegen de bek 2k komt te rusten.

De krulbek 23 heeft een flank met een vrijwel rond-cylindrische 35 holte 26 waarin de reeds haaks omgezette tanden 8 van een merkblikje 1 790 2 5 59 O' - * 6 bedrijfszeker worden omgekruld tot de in fig. 1B afgebeelde toestand.

Het samenstel van bekken 2h en 23 kan volgens de pijl P worden bewogen voor het tijdens, voor voorafgaande aan het omkrullen van de tanden 8 bewegen van een tussen de bekken gevat blikje 1 naar een te 5 merken stuk pluimvee of ander voorwerp toe.

De stapbewegingen van het nokkenwiel 11 ajn natuurlijk afgestemd op de bewegingen van de bekken 23 en 2k zodat telkens na het aanbrengen van een blikje 1 op een te merken voorwerp, een volgend blikje tussen de bekken wordt gebracht.

• .j 790 2 5 5 9

Claims (3)

1. 7 -- Η 1. werkwijze voor het merken van achtereenvolgens- aangevoerd % pluimvee en dergelijke, met merkhlikjes die elk. zijn samengesteld uit een ongeveer rechthoekige tekstdrager, een bevestigingsdeel met tenminste êên uitsparing en tenminste een opkrulbare tand, waarbij de merkblikjes-5 worden aangevoerd in de vorm van een strook, waarin de merkblikjes· bij de tekstdragers zijdelings verbreekbaar met elkaar zijn verbonden, waarbij de strook stapsgewijze, synchroon met de aanvoer van stukken pluimvee, wordt toegevoerd aan een aanbrengstation, waar twee bekken zijn opgesteld die telkens een merkblikje aanvatten en terwijl dit 10 tegen een stuk pluimvee wordt aangedrukt en van de strook wordt afgescheiden, door omkrullen van de tand of tanden aan het pluimvee hechten, met het kenmerk, dat elk merkblikje door de bekken wordt aangevat bij de tand of tanden en bij de tegenoverliggende rand van de merkdrager, bij het opkrullen van de tand de punt daarvan in een bijbehorende uit-15 sparing in het bevestigingsdeel wordt geleid en wordt voor het aanvoeren van de merkblikjesstrook aan de bekken, de strook bij deze zelfde uitsparingen aangevat.
2. 2. Apparaat voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1, voorzien van bekken voor het aanvatten van opeenvolgende, in strookvorm 20 aangevoerde merkblikjes met perforaties en tanden, van middelen voor het afscheiden van de blikjes van de strook en het aandrukken van de blikjes tegen pluimvee, waarbij êén van de bekken, de krulbek, is ingericht voor het aanvatten en omkrullen van de tand of tanden van een merkblikje en de andere bek, de contrabek, is ingericht voor het aangrijpen op een op 25 afstand van de tand gelegen rand van het blikje, en verder een toevoer-orgaan is aangebracht voor het aanvatten van de blikjesstrook en het stapsgewijze voortschuiven van de strook naar de bekken, met het · kenmerk, dat de contrabek is ingericht voor het aanvatten van de, van de tand of tanden af gekeerde eindrand van het merkblikje en het toevoer-30 orgaan is uitgevoerd als een nokkenwiel, dat op de perforaties in de blikjesstrook kan aangrijpen en stapsgewijze, afgestemd op de bekhewe-gingen kan worden aangedreven. 79025 59 ί Se 8
3. 3. Merkblikje voor het utivoeren van de werkwijze volgens conclusie 1 en/of ten gebruike hij het apparaat volgens conclusie 2, bestaande uit een in hoofdzaak rechthoekige tekstdrager waarop aan één zijde een bevestigingsdeel aansluit, dat aan de van de tekstdrager af-5 gekeerde zijde is voorzien van tenminste êên opkrulbare tand en in het bevestigingsdeel tenminste een perforatie is aangebracht, met het kenmerk, dat de afstand van de perforatie of perforaties tctaan de tand of tanden, ten opzichte van de tandlengte zodanig is gekozen, dat bij het opkrullen van een tand de top in een bijbehorende perforatie kan dringen. 10 U. Merkblikje volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat in een merkblikje, althans in een strook van dergelijke met de aangrenzende randen van de tekstdragers verbreekbaar met elkaar verbonden meri-blikjes, de onderlinge afstand van opeenvolgende perforaties overeenkomt met de steek van de tanden van het transportwiel van het merk-15 blikjesaanbrengapparaat volgens conclusie 2. 790 25 59