NL7901909A - Roterende koppeling, in het bijzonder voor spuitpi- stolen. - Google Patents

Description

¥ \ % ïterro B.V. te Rotterdam

Roterende koppeling, in het bijzonder voor spuitpistolen

De uitvinding heeft betrekking op een roterende koppeling, in het bijzonder om spuitpistolen ronddraaiend of volgens een patroon automatisch te laten bewegen.

Er zijn allerlei apparaten bekend om spuitpistolen rcmd-5 draaiend of volgens een patroon automatisch te laten bewegen. Een moei lijkheid hierbij zijn altijd de aan de spuit verbonden kabels of slangen.

Deze moeten mede rondbewegen en mogen zich bij draaiing niet opwinden en verder mogen de slangen geen negatieve beïnvloeding geven op de beweging en op het te bewerken oppervlak.

10 Om aan dit euvel tegemoet te komen, weet men dat dan een draaiende koppeling met afdichting moet worden toegepast. Men gaat dan af dichten met vilt-, rubber of pakkingringen van ander soort. Er zijn echter stoffen, als email en glazuur waartegen dit soort normale afdichtingen practisch niet bestand zijn. Daarom voldoen de bestaande 15 koppelingen op dit gebied niet. Meestal is het euvel: slijten, lekken en vastzitten. De uitvinding beoogt voor het bovenstaande een oplossing te bieden. Volgens de uitvinding is dit bereikt, doordat de koppeling bestaat uit een stationaire aansluitbus en een in de aansluitbus roterende spil waarin kanalen zijn aangebraCht die lopen vanaf het omtreksvlak 20 naar een kopvlak dat tenminste één spuitpistool ondersteunt.

Een dergelijke aansluitbus heeft bij voorkeur op ongeveer de helft van zijn lengte een in radiale richting door de bus lopende aansluiting voor het te verspuiten materiaal, en grenzend aan deze aansluiting tenminste één eveneens in radiale richting lopende aansluiting 25 voor een gas, zoals luCht. In het geval van een spuitpistool voor email of glazuur dient de ene luchtaansluiting voor de toevoer van verstuivings-lucht en de andere voor stuurluCht.

In het geval van het verwerken van agressieve stoffen, waaronder dus ook email en glazuur, is het doelmatig dat telkens tussen 7901909 2 * aangrenzende afdichtingen van de materiaal aansluiting en een luchtaansluiting in de binnenwand van de stationaire bus een aansluiting uitmondt waardoorheen een fluïdum zoals water wordt toegevoerd dat onder een druk staat die tenminste gelijk is aan de druk van het te verspuiten 5 materiaal.

Nu is ook het spuiten volgens een curve of schabloon eenvoudiger mogelijk geworden. Mén kan de spuit nu een beweging laten maken waarbij bijvoorbeeld bij vlakstelling van de spuit deze vlakstelling op alle plaatsen van de curve of schabloon haaks op deze te volgen weg 10 blijft staan. Door de kanalen in de roteerbare spil ruim te kiezen kan men zelfs twee of drie spuitpistolen op een koppeling monteren, zodat bijvoorbeeld van een bak gelijktijdig de binnen- en buitenkant van opstaande randen en de bodem met het gewenste materiaal kunnen worden bespoten.

15 Indien gestopt wordt met het verspuiten, kan omgeschakeld vorden op doorspoelen met water en hierop volgend met lucht, waardoor zovel de koppeling als de spuit weer bedrijfsklaar zijn zonder de koppeling en spuit uit elkaar te hébben moeten halen.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de 20 hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een roterende koppeling volgens de uitvinding is weergegeven. In de tekening toont:

Fig. 1 in perspectief een gedeelte van een spuit inrichting waarin een roterende koppeling volgens de uitvinding is opgenomen, en fig. 2 een bovenaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van de 25 in fig. 1 weergegeven spuitinrichting.

Van de totale spuitinrichting is in fig. 1 een verticale frontplaat 1 zichtbaar waaruit een stationaire aansluitbus 2 steekt die van een flens 3 is voorzien die door schroefverbindingen H aan de frontplaat 1 is bevestigd. Op de in fig. 2 nader te beshrijven wijze werkt de 30 bus samen met een roteerbare spil 5 die door achter de frontplaat 1 gelegen (niet weergegeven) middelen kan worden aangedreven.

Met de frontplaat is door een viertal stangen 6 of qp andere geschikte wijze een curvébaan 7 of andere schabloon verbonden die echter alleen nodig is als men één of meer spuitpistolen 8 een baan wil laten 35 beschrijven die afwijkt van een cirkelbaan. Met de spil 5 is in het ge-

790 1 9 OS

ft V 3 tékende geval een van gleuven 9 voorziene geleidingsstang 10 verbonden. Deze geleidingsstang zou ook vervangen kunnen vorden door een schijf met soortgelijke gleuven 9» doch dit zou de duidelijkheid van de tekening teniet doen. Door de gleuven 9 steekt een as 11 van een rol 12 die bij 5 rotatie van de spil 5 de curvébaan 7 moet volgen. De as 11 is aan het andere einde voorzien van een plaat 13 waarop het spuitpistool kan vorden gemonteerd. Hierbij moet er uiteraard voor gezorgd vorden dat de plaat 13 vel ten opzichte van de geleidingsstang 10 kan verschuiven, doch niet kan roteren. Hiervoor bestaan verschillende (niet weergegeven) mogelijk-10 heden, zoals het rechthoekig maken van een deel van de as 11 of het aan de plaat 13 toevoegen van een uitsteeksel dat in de gleuf 9 steekt.

Het moge duidelijk zijn dat op deze vijze meerdere spuitpistolen kunnen vorden qpgesteld die samen met de frontplaat 1 heen en veer kunnen vorden bewogen terwijl zij om de spil 5 roteren, zodat de mogelijkheid bestaat 15 om ingewikkeld gevormde produkten automatisch en gelijktijdig zowel in- als uitwendig met de gewenste stof te bespuiten, indien althans gébruik wordt gemaakt van de roterende koppeling die hieronder mede aan de hand van fig. 2 nader zal vorden toegelicht.

In fig. 2 is in de doorsnede van de stationaire aansluitbus 2 20 een aansluiting 1U voor het te verstuiven materiaal, zoals email of glazuur gemaakt. De uitstroomkamer 15 van deze aansluiting ligt tegenover een kanaal 16 dat in de spil 5 is gemaakt en een verbinding levert naar een nippel 17 pp de kop van de spil waarop een emailleiding 18 kan vorden aangesloten die anderzijds pp het tenminste ene spuitpistool is aange-25 sloten. Op dezelfde vijze zijn er aansluitingen 19 en 20 voor respectieve lijk verstuivingslucht en stuurlücht, die via niet aangeduide kanalen uitmonden bij de nippels 21 en 22, vanwaaraf de lucht veer verder wordt geleid naar de spuitkop 23 en de stuurcilinder 2k van het spuitpistool 8. Aangezien dit allemaal bekende onderdelen zijn, behoeven deze nauwelijks 30 te vorden toegelicht. Vermeldenswaard is alleen dat de spuitkop 23 voor zien is van luchtuitlaten 25 waarmede het uit het middelpunt van de kop 23 komende materiaal tot een platte stroming kan vorden omgezet.

De aansluitingen 1U, 19 en 20 hébben elk eigen afdichtingen 26 die in groeven van de spil 5 zijn geplaatst. Tussen de reeds genoemde 35 aansluitingen zijn nog aansluitingen 27 voor een afdichtfluidum zoals water 790 1 9 09

Claims (8)

1. Roterende koppeling in het bijzonder om spuitpistolen ronddraaiend of volgens een patroon automatisch te laten bewegen, met het kenmerk, dat de koppeling bestaat uit een stationaire aansluitbus (2) en een in/aansluitbus roteerbare spil (5) waarin kanalen (16) zijn aangebracht die lopen vanaf het omtreksvlak naar een kopvlak dat tenminste 30 één spuitpistool (8) ondersteunt.

2. Koppeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aansluitbus op ongeveer de helft van zijn lengte een in radiale richting door de bus lopende aansluiting (14) voor het te verspuiten materiaal heeft, en grenzend aan deze aansluiting (1U) tenminste één eveneens in 35 radiale richting lopende aaisLuiting voor een gas, zoals lucht. 7901909

3. Koppeling volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de ene luchtaansluiting (19) dient voor de toevoer van vers tui vingslucht en de andere (20) voor stuurlucht. U. Koppeling volgens een der conclusies 1-3, met het ken-5 merk, dat de uitmondingen van de aansluitingen in het binnencmtreksvlak van de stationaire aansluitbus een verbrede kamer (15) vormen die is af-gedicht door afdichtringen (26) in groeven van de roteerbare spil.

5. Koppeling volgens een der conclusies 1-U, met het kenmerk. dat telkens tussen aangrenzende afdichtingen (26) van de materiaal- 10 aansluiting en een luchtaansluiting in de binnenwand van de stationaire bus een aansluiting (27) uitmondt waardoorheen een fluidum zoals water wordt toegevoerd dat onder een druk staat die tenminste gelijk is aan de druk van het te verspuiten materiaal.

6. Koppeling volgens een der conclusies 1-5, met het ken- 15 merk, dat van de ondersteuning van het tenminste ene spuitpistool op het kopvlak van de roteerbare spil een curvebaan of sooiigelijke schaibloon (7) deel uitmaakt.

7. Koppeling volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de curvebaan is aangepast aan de vorm en afmetingen van het te bespuiten 20 voorwerp.

8. Koppeling zoals weergegeven in de tekening en/of besproken aan de hand daarvan.

9. Roterende koppeling in het bijzonder voor afdichtingen waarbij aan een zijde een druk staat zoals in doorvoeringen van roer- 25 tanks met een slijtend slib, nat het kenmerk, dat de koppeling bestaat uit een stationaire aansluitbus (2) en een in de aansluitbus roteerbare spil (5), waarbij tussen tenminste twee afdichtingen in de binnenwand van de stationaire bus een aansluiting uitmondt waardoorheen een fluidum wordt toegevoerd dat onder een druk staat die tenminste gelijk is 30 aan de druk van het slijtende slib. 7901909