NL7901120A - Geluidsinstallatie voor kunstmatige nagalm. - Google Patents

Description

* PHH 93^1 .

NmV. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven Geluidsinstallatie voor kunstmatige nagalm.

De uitvinding heeft betrekking op een geluidsinstallatie voor kunstmatige nagalm, waarbij binnen een besloten ruimte een aantal luidsprekers staan opgesteld, die via versterkers met bijbehorende microfoons zijn 5 verbonden, waarbij de lusversterking van ieder der sy- . sternen, gevormd door bij elkaar behorende microfoon, versterker en luidspreker klein is ten opzichten van 1.

Een dergelijke installatie wordt onder andere beschreven in het Britse octrooi 1,259>512. De werking W berust daarbij op het volgende:

In genoemde ruimte wordt verondersteld een van genoemde installatie onafhankelijke geluidsbron aanwezig te zijn, bijvoorbeeld een of meer sprekers, een orkest of iets dergelijks. Een op een bepaalde plaats in deze ruimte 15 opgehangen microfoon vangt het geluid ter plaatse op en wekt, na versterking, in de bijbehorende luidspreker een dienovereenkomstig geluidssignaal op. Het systeem: microfoon, versterker, luidspreker functioneert derhalve als het ware als een geluidsversterkende reflec-20 tor van het geluid ter plaatse van de microfoon, het geen op het auditorium de indruk maakt, als of er in genoemde ruimte een aantal klankversterkende wanden zouden zijn geplaatst. Daar het geluid steeds een zekere looptijd nodig heeft om van de geluidsbron de microfoon 25 en vervolgens van de luidspreker het auditorium te be reiken, komt dit overeen met een zekere nagalmtijd en de hele installatie kan dus worden betiteld met "kunstmatige nagalminstallatie". Om hierbij een voldoend groot effect te verkrijgen is echter een groot aantal 30 bijvoorbeeld 50 tot 100 van zulke systemen noodzakelijk.

790 1 1 20 > / 2 PHN 93^1

De uitvinding beoogt een verbetering van de bekende installatie. Tot dusver heeft men namelijk steeds gemeend, dat men ter vermijding van akoestische insta-biliteiten de microfoon op een behoorlijke afstand bij-5 voorbeeld tenminste enige meters van de bij hetzelfde systeem behorende luidspreker moest plaatsen, zodat dóór deze afstand tussen microfoon en luidspreker de lusver-sterking in het systeem klein bleef ten opzichte, van 1. Dit leidt er echter toe dat gezien het grote aantal 10 benodigde systemen de bekabeling van het geheel extreem ingewikkeld wordt. Bovendien kan het effect ontstaan, dat men op sommige plaatsen het geluid van de luidsprekers eerder ontvangt dan van de onafhankelijke geluidsbron, hetgeen een onnatuurlijkheid in de weergave te-15 weeg brengt.

De uitvinding heeft als kenmerk, dat genoemde systemen als afzonderlijke mechanische eenheden zijn gebouwd en zodanig ten opzichte van elkaar zijn geplaatst dat de geluidsenergie, die de microfoon van het ene 20 systeem opvangt van zijn eigen luidspreker, klein is ten opzichte van de geluidsenergie, die die microfoon van de niet tot zijn systeem behorende luidsprekers opvangt .

De uitvinding berust op het inzicht, dat door 25 het tot een mechanische eenheid samenbouwen van het systeem microfoon-versterker-luidspreker de akoestische terugkoppeling van de luidspreker op de microfoon nauwkeurig in de hand gehouden kan worden,(door gebruik te maken van een microfoon met cardioidale richtkarakte-30 ristiek·, waarvan het minimum op de bijbehorende luid spreker is gerich’t, kan deze directe terugkoppeling vrijwel tot nul worden gereduceerd), terwijl voorts door bovengenoemde plaatsing van de systemen ten opzichte van elkaar een zo sterk geluidssignaal ter plaatse van 35 de microfoon wordt verkregen, dat de in het systeem op genomen versterker op een zo'n lage waarde kan worden 7901120

3 ' V

PHN 934l .

ingesteld, dat de akoestisclie stabiliteit van de installatie verzekerd is .

Bij deze wordt opgemerkt, dat het tot een mechanische eenheid samenbouwen van microfoon, versterker en luidspreker op zichzelf bekend is, bijvoorbeeld 5 uit het DOS 758.877· Ook daar komt het erop aan, dat de microfoon zo min mogelijk signaal van de eigen luidspreker opvangt, teneinde akoestische instabiliteiten te voorkomen. Het opzettelijk opvangen van geluid van andere luidsprekers in die installatie, teneinde een 10 kunstmatig nagalmeffect te creëren, speelt daar echter geen rol, integendeel wordt daarbij beoogd, dat de microfoonsuitsluitend geluid van een geluidsbron, met name een orkest, opvangen en niet van de betreffende luidsprekers.

15 De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekening, die een uitvoeringsvoor-beeld volgens de uitvinding voorstelt.

De tekening stelt een besloten ruimte voor, waarbinnen een auditorium A naar een of ander programma 20 kan luisteren. De ruimte kan bijvoorbeeld een zaal zijn; zij hoeft echter niet afgesloten te zijn, maar kan ook bijvoorbeeld een openluchttheater zijn. Het programma kan bijvoorbeeld uit muziekweergave, maar ook uit het gesproken woord bestaan. Samenvattend is er binnen de 25 besloten ruimte minstens een geluidsbron S aanwezig, waarnaar het auditorium A kan luisteren. Teneinde als het ware klahkversterkende reflectoren tussen de bron S en het auditorium te realiseren, zijn een groot aantal systemen, bestaande uit microfoon M, versterker V en 30 luidspreker L aangebracht, die volgens de uitvinding als mechanische eenheden zijn uitgevoerd, symbolisch aangegeven met de omlijsting U en zo ten opzichte van elkaar zijn geplaatst, dat de geluidsenergie die de microfoon (bijvoorbeeld M^) van het ene systeem (U-j) opvangt van 35 zijn eigen luidspreker (L^) klein is ten opzichte van 7901120 4 ¥ PHN 9341 de geluidsenergie, die die microfoon (M^) opvangt van alle andere luidsprekers (L^ ....) samen.

Hiertoe zijn in het bijzonder twee maatregelen getroffen. In de eerste plaats zijn luidsprekers met voldoende 5 wijde, liefst bolvormige richtkarakterisfiek gekozen.

In de tweede plaats is een microfoon met .cardioidale richtkarakteristiek toegepast, waarbij het minimum van de richtgevoeligheid samenvalt met de richting waarin de luidspreker (l) ten opzichte van de microfoon (m) 10 is geplaatst.

De versterkers V zijn uitgevoerd als halfgeleider-ver-sterkers, waarvan de versterking (en eventueel ook de toonweergavekarakteristiek) nog centraal met behulp van een leiding C regelbaar zijn. Bij voorkeur zal men een 15 regelsysteem kiezen, waarbij over de leiding C, een regelsignaal gevoerd wordt, dat een in de versterker aanwezige elektronische sterkte-regelaar regelt. Er zijn dan in het geheel geen audiosignaal voerende lange leidingen nodig. Voor het regelbereik van de elektroni-20 sche regeling as een gebied van 10 dB ruim voldoende om aan reële eisen van nagalmtijdverlenging in zalen van verdubbelde grootte te voldoen. Om met versterkers van beperkt vermogen te kunnen klaarkomen is het gewenst, in iedere versterker een momentaan werkende piekspan-25 ningsbegrenzing op te nemen, waarvan uitvoeringen te kust en te keur in de literatuur worden beschreven. Energietoevoer aan de versterker kan plaats vinden via de leiding D in de vorm van wisselstroom of in de versterker te ontkoppelen gelijkstroom, waarbij het raad-30 zaam is, een onderlinge terugwerking van de versterker * via de eiiergieleiding D door geschikte ontkoppelings-middelen te vermijden.

790 1 1 2 0

Claims (4)

1. Geluidsinstallatie voor kunstmatige nagalm, waarbij binnen een besloten ruimte een aantal luidsprekers staan opgesteld, die via versterkers met bijbehorende microfoons zijn verbonden, waarbij de lusversterking 5 van ieder der systemen, gevormd door bij elkaar behoren de microfoon, versterker en luidspreker, klein is ten opzichte van 1, met het kenmerk, dat genoemde systemen als afzonderlijke mechanische eenheden zijn gebouwd en zodanig ten opzichte van elkaar zijn geplaatst, dat de 9 10 gêluidsenergie, die de microfoon van het ene systeem op vangt van zijn eigen luidspreker, klein is ten opzichte van de geluidsenergie, die die microfoon in totaal van de niet tot zijn systeem behorende luidsprekers opvangt.

2. Installatie volgens conclusie 1 met het ken- 15 merk, dat althans de microfoons een cardioidale richt- karakteristiek vertonen, waarvan het gevoeligheidsminimum op de bijbehorende luidspreker is gericht.

3· Mechanische eenheid voor een luidsprekers- ifistallatie volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk, dat 20 zij de mechanische samenbouw van een microfoon, een versterker met op afstand regelbare versterking en een luidspreker bevat.

4. Mechanische eenheid volgens conclusie 3 niet het.kenmerk, dat in de versterker een piekspanningsbe-25 grenzer is opgenomen. 790 1 1 20