NL7900969A

NL7900969A - Spuitmachine.

Info

Publication number: NL7900969A
Application number: NL7900969A
Authority: NL
Original assignee: Munckhof Peter J W Van Den
Priority date: 1979-02-07
Filing date: 1979-02-07
Publication date: 1980-08-11

Description

---- ' V

\ \ te

Ke/ag/16

Aanvrager : Peter Jan Willem van den Munckhof te

Horst (L)

Korte aanduiding : Spuitmachine

De uitvinding heeft betrekking op een spuitmachine voorzien van een rijdend gestel met een hoofdventilator, waarvan de drukzijde ten minste via uitstroomopeningen aan weerszijden van het gestel uitmondt en met ten minste een hulp-5 ventilator, waarvan de drukzijde via een uitstroomopening op een grotere hoogte dan die van de hoofdventilator uitmondt.

Een dergelijke spuitmachine voor he't bespuiten van ten 'minste twee rijen vruchtbomen is bekend, doch de afstand waarover het te verspuiten materiaal kan worden verspoten .kan vergroot 10 worden bij een gelijkblijvend ventilator vermogen, dan wel het ventilatorvermogen verkleind worden bij een gelijkblijvende afstand waarover genoemd materiaal kan worden verspoten door toepassing van een verbindingsleiding die dë drukzijde van de hoofdventilator verbindt met de zuigzijde van ten 15 minste een hulpventilator, doch bijvoorkeur met die van alle hulpventilatoren.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het ondereinde van de verbindingsleiding aan de bovenzijde van de drukzijde van de hoofdventilator tussen twee zijdelingse uitstroonsope-20 ningen aangebracht. Op deze wijze wordt een directe toevoer van lucht naar de hulpventilatoren verkregen terwijl tevens vermeden wordt dat een opwaartse luchtstroom van de hoofd-ventilator de door de hulpventilatoren afgegeven luchtstromen stoort. Tevens wordt de weg waarover de lucht getrans-25 porteerd moet worden kort gehouden.

De verbindingsleiding wordt 'in een bij voorkeur toegepaste uitvoering gevormd door de ondersteuning voor ten minste een hulpventilator met bijbehorende uitstroomopening.

Daartoe is die ondersteuning in het bijzonder in de vorm 30 van een koker met rechthoekige dwarsdoorsnede uitgevoerd.

Zeer geschikt vertoont de verbindingsleiding aan de onderzijde in de rijrichting van het gestel een relatief geringe 790 0 9 69 ,·>ν 2 ) inwendige afmeting en in dwarsrichting een relatief grote afmeting, terwijl die leiding aan de bovenzijde,wbij ongeveer • gelijke doortocht, in de rijrichting een grotere en dwars daarop een kleinere afmeting vertoont. Op deze wijze wordt 5 een relatief grote hoeveelheid lucht van de hoofdventilator naar de hulpventilatoren geleid terwijl een in de praktijk voldoende ondersteuning van de hulpventilatoren wordt verkregen .

Zeer geschikt mondt de verbindingsleiding uit aan 10 de naar elkaar toegekeerde zuigzijden van twee coaxiale hulpventilatoren. Op deze wijze worden twee, naar de beide zijden van het gestel een luchtstroom afgevende vertilatoren ten dele gevoed door de hoofdventilator, zodat·de luchtaf- • gifte van de hulpventilatoren beduidend wordt vergroot en 15. .de draagwijdte van de spuitmachine wordt vergroot. Door de as van de uitstroomopeningen van de hulpventilatoren haaks op de in de rijrichting van het gestel lopende as van de bijbehorende ventilatoren aan te brengen en om de ventilator-as zwaaibaar uit te voeren wordt een betrekkelijk smalle 20 constructie verkregen, terwijl de richting van die as gemakkelijk te variëren is.

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van de tekening waarin

Figuur 1 een zijaanzicht van de inrichting volgens 25 de uitvoering, toont en

Figuur 2 een achteraanzicht daarvan.

De in de' figuren weergegeven uitvoeringsvorm van de spuitmachine volgens de uitvinding is voorzien van een gestel 1 op wielen 2, aan de voorzijde voorzien van een dissel 3 met 3Ó bevestigingsorganen 4 voor bevestiging aan bijvoorbeeld een landbouwtrekker. Vanzelfsprekend kan hêt gestel ook zijn voor-. zien van wielen met aandrijving, zodat de spuitmachine zelf- rijdend is. Op het gestel 1 is een opbouw 5 aangebracht waarin zich een reservoir voor te verspuiten vloeistof, eeri of meer 35 motoren, een pomp en bedieningsorganen daarvoor bevinden.

Aan de achterzijde van het gestel bevindt zich een hoofdventilator 6, die omgeven wordt door een cilindrisch 790 0 9 6 9 3 huis 7, aan-de zuigzijde waarvan een rooster 8 is bevestigd.

De drukzijde van de ventilator mondt aan weerszijden van het gestel door twee zijdelingse uitstroomopeningen 9 uit in de atmosfeer. Deze openingen 9 worden gevormd door een brede 5 spleet tussen de opbouw 5 en het huis 7. De spleet is aan de onderzijde gelsoten door een plaat 10 en mondt aan de boven zijde uit in een verbindingsleiding 11 die van af de opbouw 5 omhoog steekt en twee aan de 'bovenzijde ervan bevestigde hulpventilatoren 12 met bijbehorende uitstroomope-10 ningen 13 draagt.

De verbindingsleiding wordt gevormd door een in horizontale doorsnede rechthoekige'koker> die aan de onderzijde in de rijrichting van het gestel een relatief geringe inwendige afmeting d en in dwarsrichting een .relatief grote 15 afmeting B vertoont, terwijl deze koker, bij ongeveer gelijkblijvende doortocht, in de rijrichting een grotere afmeting D en dwars daarop een kleinere afmeting b vertoont. De onder-afmeting d in de rijrichting komt vrijwel overeen met de afmeting in dezelfde richting van de uitmondingsopening van de 20 hoofdventilator 6'.

Aan de bovenzijde mondt de koker uit aan de naar elkaar toegekeerde zuigzijden van de beide hulpventilatoren 12, waarvan de instroomopeningen 14 verder in vrije verbinding met de atmosfeer staan. De rotatieassen van de beide 25 hulpventilatoren 12 liggen in eikaars verlengde en lopen in de rijrichting van het gestel. De om beide hulpventilatoren 12 aangebrachte huizen 15 vertonen aan de van elkaar afgekeerde einden uitstroomopeningen 13 dwars op genoemde rotatie assen.

30 De huizen 15 zijn draaibaar om die assen bevestigd en kunnen onafhankelijk versteld worden, zodat de uitstroom-openingen 13 in verschillende standen kunnen worden vastgezet, zoals in figuur 2 met stippellijnen en de dubbele pijlen 17 aangegeven. De aandrijving van de hoofdventilator 6 geschiedt 35 direkt door een in de opbouw ondergebrachte motor en die van de hulpventilatoren door tussenkomst van de snaren 16 die door koker 11 omhoog lopen. De door deze ventilatoren teweeg 790 0 9 6 9 9 4 · ' gébrachte wind voert de door spuitmondstukken 18> naar de te bespuiten gewassen. De spuitmondstukken 18 staan via leidin- .· gen 19 in verbinding met een reservoir voor te verspuiten vloeistof in de opbouw 5, uit welk reservoir de vloeistof 5 door een pomp die eveneens in de opbouw is ondergebracht wordt afgegeven.

790 0 9 6 9 0

Claims

2. Spuitmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het ondereinde van de verbindingsleiding aan de bovenzijde van de drukzijde de van de hoofdventilator tussen twee zijdelingse uitstroomopeningen is aangesloten.
3. Spuitmachine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de verbindingsleiding de ondersteuning vormt voor ten minste een hulpventilator met bijbehorende uitstroomopening .
4. Spuitmachine volgens conclusie 1,2 of 3, met het kenmerk, dat de verbindingsleiding aan de onderzijde in de rijrichting van het gestel een relatief geringe inwendige afmeting en in dwarsrichting een relatief grote afmeting vertoont en aan de bovenzijde, bij ongeveer gelijke doortocht, in de rijrichting een grotere en dwars daarop een kleinere afmeting vertoont.
5. Spuitmachine volgens conclusie 1,2,3 of 4, met het kenmerk, dat de verbindingsleiding uitmondt aan de naar elkaar gekeerde zuigzijden van twee coaxiale hulpventilatoren.
6. Spuitmachine volgens een van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de assen van de uitstroomopeningen van de hulpventilatoren haaks op de in de rijrichting van het gestel lopende as van de bijbehorende ventilatoren staan en daarom zwaaibaar zijn. 790 09 69