NL194691C - Inrichting voor het met nevel bespuiten van in rijen geplant gewas. - Google Patents

Inrichting voor het met nevel bespuiten van in rijen geplant gewas. Download PDF

Info

Publication number
NL194691C
NL194691C NL9200202A NL9200202A NL194691C NL 194691 C NL194691 C NL 194691C NL 9200202 A NL9200202 A NL 9200202A NL 9200202 A NL9200202 A NL 9200202A NL 194691 C NL194691 C NL 194691C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
fans
sides
air
openings
outflow openings
Prior art date
Application number
NL9200202A
Other languages
English (en)
Other versions
NL9200202A (nl
NL194691B (nl
Inventor
Mathijs Rene Marie Jo Munckhof
Peter Marie Josef Van Munckhof
Original Assignee
Mathijs Rene Marie Jo Munckhof
Peter Marie Josef Van Munckhof
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL9101866A external-priority patent/NL9101866A/nl
Application filed by Mathijs Rene Marie Jo Munckhof, Peter Marie Josef Van Munckhof filed Critical Mathijs Rene Marie Jo Munckhof
Priority to NL9200202A priority Critical patent/NL194691C/nl
Priority to EP92203966A priority patent/EP0549058A1/en
Publication of NL9200202A publication Critical patent/NL9200202A/nl
Publication of NL194691B publication Critical patent/NL194691B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194691C publication Critical patent/NL194691C/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01MCATCHING, TRAPPING OR SCARING OF ANIMALS; APPARATUS FOR THE DESTRUCTION OF NOXIOUS ANIMALS OR NOXIOUS PLANTS
    • A01M7/00Special adaptations or arrangements of liquid-spraying apparatus for purposes covered by this subclass
    • A01M7/005Special arrangements or adaptations of the spraying or distributing parts, e.g. adaptations or mounting of the spray booms, mounting of the nozzles, protection shields
    • A01M7/0064Protection shields
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01MCATCHING, TRAPPING OR SCARING OF ANIMALS; APPARATUS FOR THE DESTRUCTION OF NOXIOUS ANIMALS OR NOXIOUS PLANTS
    • A01M7/00Special adaptations or arrangements of liquid-spraying apparatus for purposes covered by this subclass
    • A01M7/0003Atomisers or mist blowers
    • A01M7/0014Field atomisers, e.g. orchard atomisers, self-propelled, drawn or tractor-mounted
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01MCATCHING, TRAPPING OR SCARING OF ANIMALS; APPARATUS FOR THE DESTRUCTION OF NOXIOUS ANIMALS OR NOXIOUS PLANTS
    • A01M7/00Special adaptations or arrangements of liquid-spraying apparatus for purposes covered by this subclass
    • A01M7/005Special arrangements or adaptations of the spraying or distributing parts, e.g. adaptations or mounting of the spray booms, mounting of the nozzles, protection shields
    • A01M7/0064Protection shields
    • A01M7/0067Protection shields with recovering of liquids

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Insects & Arthropods (AREA)
  • Pest Control & Pesticides (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Special Spraying Apparatus (AREA)
  • Catching Or Destruction (AREA)

Description

1 194691
Inrichting voor het met nevel bespuiten van in rijen geplant gewas
De uitvinding betreft een inrichting voor het met nevel bespuiten van in rijen geplant gewas, omvattende: een portaalvormige constructie, waarvan de inwendige hoogte groter is dan het hoogste te bespuiten 5 gewas, en waarbij elk van de zijden van de portaalvormige constructie door middel van een wiel op de bodem rust; waarbij in elk van de tegenover elkaar gelegen zijden in een ruimte is voorzien waarin ten minste één ventilator opgenomen is, die elk zodanig zijn geplaatst, dat zij tijdens bedrijf lucht toevoeren vanuit de twee zijden aan het tussen de zijden gelegen centrum van de constructie, waarbij de ventilatoren elk dichter bij 10 de invoeropening van de bijbehorende ruimte zijn gelegen dan bij de uitstroomopening van de bijbehorende ruimte en waarbij de uitstroomopeningen van de ventilatoren zich over hoofdzakelijk de volle breedte van de ventilator en over een aanzienlijk deel van de hoogte van de zijden van de constructie uitstrekken.
Een dergelijke inrichting is bekend uit de Duitse octrooiaanvrage met publicatienummer 39 14 117.
15 Bij de in deze publicatie getoonde, tot de stand van de techniek behorende constructie wordt gebruik gemaakt van een gecompliceerde configuratie met een ’’nalopende” luchtstroom. Alhoewel hierbij wel een deel van de luchtstroom circuleert, treedt de uit de ventilatoren tredende luchtstroom zonder richtings-bepalende middelen uit de uitstroomopeningen. Een belangrijk deel van de luchtstroom met de daarin opgenomen, door de verstuivers daarin verstoven vloeistof wordt dan ook niet teruggewonnen. Dit wordt 20 nog verergerd doordat een deel van de lucht aan weerszijden tegen een luchtstroom in de tegenovergestelde richting wordt gebracht.
Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een dergelijke inrichting waarbij een vollediger circulatie van de lucht optreedt opdat een zo groot mogelijk deel van de verstoven vloeistoffen wordt teruggewonnen.
25 Dit doel wordt bereikt doordat verstuivers in de rijrichting vóór de uitstroomopeningen van de ventilatoren zijn geplaatst; dat de uitstroomopeningen zijn ingericht voor het hoofdzakelijk in de horizontale richting doen uitstromen van lucht; en dat de beide zijden van de inrichting symmetrisch zijn ten opzichte van het centrum van de inrichting; en 30 dat de uitstroomopeningen zijn ingericht voor het aan de uitstromende lucht doen geven van een bewegingscomponent in de bewegingsrichting.
Deze maatregelen leiden tot een zo groot mogelijke opvang van door de ventilatoren uitgeworpen lucht, waardoor deze lucht slechts voor een klein deel buiten de tunnel komt.
Hierdoor wordt de effectiviteit sterk verbeterd.
35 Hierbij wordt opgemerkt dat het uit de Europese octrooiaanvrage 0 549 058 bekend is om een symmetrische configuratie te creëren, maar hierbij wordt echter niet voldaan aan de andere maatregelen voor het bereiken van het hierboven gestelde doel.
Verder leert de Nederlandse octrooiaanvrage 8700495 de toepassing van een spuitinrichting waarbij weliswaar eveneens een symmetrische configuratie wordt toegepast, doch waarbij de tunnelstructuur niet is 40 beschreven.
In de Europese octrooiaanvrage 0 357 153 is een tunnelconstructie voor een spuitmachine beschreven, waarbij de uitstroomopeningen tegen elkaar in gericht staan. De effecten van de uitvinding worden dan ook niet verkregen, ondanks de toepassing van verstelbare richtkleppen.
Een eerste voorkeursuitvoeringsvorm verschaft de maatregel dat aan weerszijden van de ventilatoren 45 van fijn gaas vervaardigde opvangschermen zijn aangebracht, en dat onder elk van de opvangschermen een opvangbak geplaatst is.
Deze maatregel leidt tot een verbetering van de opvang van de in de luchtstroom verstoven vloeistof. Weliswaar is het toepassen van fijn gaas bekend uit de Europese octrooiaanvrage 0 357 153, doch slechts voor het maken van een afsluiting van de tunnelvormige structuur.
50
Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van de tekeningen, waarin voorstellen: figuur 1: een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een inrichting volgens de uitvinding; figuur 2: een schematisch horizontaal doorsnedeaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm; en 55 figuur 3: een schematisch horizontaal doorsnedeaanzicht van een derde uitvoeringsvorm
Inrichting 1, wordt gevormd door een eerste raamwerk 2, dat verbonden is met een eerste onderstel 3, 194691 2 waarin een wiel 4 is gelagerd. Evenzo is aan de andere zijde een tweede frame 5 aanwezig, aan de onderzijde waarvan een onderstel 6 is bevestigd, waaraan een wiel 7 is gelagerd.
Het eerste frame is aan zijn bovenzijde van twee, zich naar binnen toe uitstrekkende vierkante stangen 8 •voorzien, terwijl het tweede frame 5 voorzien is van twee, zich naar binnen toe uitstrekkende stangen 9, die 5 echter een grotere doorsnede hebben. De inwendige doorsnede van de stangen 9 is iets groter dan de uitwendige doorsnede van de stangen 8.
Verder zijn boven de twee stangen 9 tandheugels 10 aangebracht, die verbonden zijn met het eerste frame 2. Bovenop het tweede frame 5 is een elektromotor 11 aangebracht, die van twee uitgaande assen 12 voorzien is, op elk uiteinde waarvan een tandwiel 13 is aangebracht, dat in aangrijping is met de 10 desbetreffende tandheugel 10. Door aldus de hydromotor 11 te laten roteren worden de assen 12 geroteerd, evenals de tandwielen 13, zodat de tandheugels 10 bewogen worden ten opzichte van de hydromotor 11. Als gevolg daarvan is de afstand tussen beide frames 2, 5 variabel.
In het eerste frame 2 zijn boven elkaar, en wel aan de achterste zijde van het frame 2 drie ventilatoren 15 aangebracht. Deze ventilatoren 15 worden elk aangedreven door een hydromotor 16, en zijn elk 15 eveneens door middel van een motor 16 in een frame 2 bevestigd. Op overeenkomstige wijze zijn in het tweede frame 5 drie ventilatoren 17 aangebracht, die elk door middel van niet in de tekening weergegeven hydromotoren worden aangedreven. De ventilatoren zijn elk zodanig bevestigd, dat zij met hun uitstroom-opening direct uitmonden in de centrale ruimte tussen de twee zijden van de inrichting.
Aan de in de rijrichting voorste zijde van elke reeks ventilatoren 15, respectievelijk 17 is een buis 18 20 aangebracht, waarop een aantal verstuivers 19 is aangebracht. De buizen 18 staan in verbinding met een niet in de tekening weergegeven pomp door middel van een niet in de tekening weergegeven slang, welke pomp gevoed wordt vanuit de op het eerste frame aangebrachte tank 20.
Tegenover de reeks ventilatoren 5 is in het tweede frame 5 een rooster 21 aangebracht, dat bij voorkeur van kunststof is vervaardigd, terwijl tegenover de tweede reeks ventilatoren 17 in het eerste frame een 25 rooster 22 is aangebracht. De toepassing van de roosters is niet per sé noodzakelijk. De roosters voorkomen echter dat bijvoorbeeld losgewaaide blaadjes de inrichting binnentreden. Tussen de eerste reeks ventilatoren 15 en het rooster 22 is een wand 23 aangebracht, terwijl tussen het rooster 21 en de tweede reeks ventilatoren 17 een tussenwand 23 is aangebracht. Rondom het eerste frame 2 is een bespanning 24 van kunststoffolie aangebracht, zodat door deze bespanning 24 tezamen met de ventilatoren 15 de wand 23 30 en het rooster 22 een kamer wordt verkregen. Aan de onderzijde wordt deze kamer afgesloten door een niet in de tekening weergegeven opvangbak. Aldus wordt een kanaal gevormd, dat de invoeropening verbindt met de inlaatzijde van de desbetreffende ventilatoren.
Aan de andere zijde van de inrichting is een overeenkomstige constructie toegepast. Hier is het tweede frame 5 bespannen met een bespanning 25, die zich eveneens aan de voor- en de achterzijde en de 35 desbetreffende zijkant van het frame uitstrekt, zodat ook hier een kamer wordt gevormd door de bespanning 25, het rooster 21, de tussenwand 23 en de ventilatoren 17. Aan de onderzijde wordt deze kamer afgesloten door een opvangbak 26. Aldus ontstaat hier een overeenkomstig kanaal.
Verder is aan het eerste onderstel 3 een dissel 27 bevestigd, waarvan de hoek, waarmee deze zich uitstrekt ten opzichte van het frame 3, instelbaar is. Dit maakt het mogelijk de dissel zich recht uit te laten 40 strekken ten opzichte van het frame, zoals in de tekening is weergegeven. Het is dan mogelijk met een trekkend voertuig 28 naast de rij te behandelen gewas 29 te rijden, doch het is eveneens mogelijk de dissel 27 zich schuin naar binnen te laten uitstrekken, zodat het trekkende voertuig zich in het midden van de inrichting bevindt, hetgeen van belang is voor transport over de openbare weg.
Voor het aandrijven van de verschillende energieverbruikende componenten, zoals de verstuivingspomp, 45 evenals de pomp voor het opvangen van in de opvangbak 25 verzamelde vloeistof, wordt gebruik gemaakt van hydromotoren. Voor het opwekken van hydraulische energie wordt gebruik gemaakt van een tandwiel-pomp, die door de aftakas 30 van de trekker wordt aangedreven.
Voor het verminderen van de breedte van het voertuig, hetgeen van belang is bij transport over de openbare weg, zijn de wielen 7, 4 zodanig gelagerd, dat deze - om assen 31, respectievelijk 32 gedraaid 50 kunnen worden.
Vervolgens zal de werking van de inrichting worden beschreven. Door het aandrijven van de ventilatoren 15, respectievelijk 17, wordt de in de kamers aanwezige luchtstroom naar de te bespuiten bomen gericht. Door het feit dat beide reeksen ventilatoren 15,17 ten opzichte van elkaar verplaatst zijn, en dat tegenover elke ventilator in de tegenoverliggende wand een rooster 21, respectievelijk 22 is aangebracht, ontstaat een 55 luchtcirculatie, zodat zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van dezelfde lucht, waarmee het gewas wordt bespoten.
Voor het verstuiven van het te verstuiven materiaal, bijvoorbeeld insecticiden of pesticiden, wordt gebruik 3 194691 gemaakt van de verstuivers 19, waaraan het desbetreffende, in de tank aanwezige middel 20 door de niet in de tekening weergegeven pomp en slangen wordt toegevoerd. Doordat het desbetreffende middel in de luchtstroom wordt verstoven, neemt de luchtstroom de aldus ontstane nevel mee en transporteert deze naar het te bestuiven gewas.
5 Het deel van het verstoven materiaal, dat niet door het gewas wordt opgenomen, treedt tezamen met de lucht door het rooster 22, respectievelijk 21, en komt voor een deel terecht op de binnenzijde van de bespanning 24, druppelt naar beneden en komt terecht in de opvangbak 26. Van daaruit wordt het door middel van een niet in de tekening weergegeven slangensysteem toegevoerd naar een verzameltank 33.
Een deel van het verstoven middel blijft echter aanwezig in de lucht, en wordt door de ventilatoren weer 10 naar het te bespuiten gewas gevoerd. Aldus kan de hoeveelheid door middel van de verstuivers 19 verstoven materiaal worden beperkt, terwijl eveneens verspilling van te verstuiven middel wordt voorkomen.
In figuur 2 is een doorsnede weergegeven van een alternatieve uitvoeringsvorm, waarbij de ventilatoren 15,17 verbonden zijn met invoeropeningen 34, respectievelijk 35 door middel van kanalen 36, respectievelijk 37. Deze kanalen worden in dit geval rondom de tank 20 voor de te verstuiven vloeistof, respectievelijk de 15 verzameltank 33 gevoerd. Ook in dit geval is het van belang, dat de doortocht van de kanalen 36, 37 voldoende groot is.
De wanden van deze kanalen 36, 37 kunnen van kunststof of van een ander materiaal zijn vervaardigd. De onderzijde van de kanalen is zodanig gevormd, dat de verzamelde vloeistof, die op de wanden van de kanalen is neergeslagen naar de opvangbakken 26 wordt gevoerd.
20 Bij de in figuur 3 getoonde uitvoeringsvorm is de uitstroomrichting van de ventilatoren omgedraaid ten opzichte van de eerste twee uitvoeringsvormen. Beide ventilatoren 40, 41 blazen hun lucht tot in het kanaal 42, respectievelijk 43. Vanuit de kanalen 42, respectievelijk 43 bereikt de lucht de uitstroomopeningen 44, respectievelijk 45. Vanaf de desbetreffende uitstroomopeningen wordt de lucht door de tegenoverliggende ventilatoren 41, respectievelijk 42 aangezogen, waarna de lucht zijn weg kan voortzetten.
25 Deze uitvoeringsvorm heeft boven de twee andere uitvoeringsvormen het voordeel dat de luchtstromen zodanig gunstig zijn, dat de te bespuiten planten en bomen aanzienlijk minder worden beschadigd dan bij de twee andere uitvoeringsvormen; het is hierbij mogelijk nog lager luchtstroomsnelheden te realiseren bij behoud van een goede verdeling van de te verspuiten vloeistof. De te verspuiten vloeistof wordt verstoven door in de nabijheid van de uitstroomopeningen 44, 45 opgestelde verstuivers 48, respectievelijk 49.
30 Bij deze uitvoeringsvorm is voor elk van de ventilatoren 40, 41 een rooster 46, respectievelijk 47 aangebracht, dat voorkomt dat de ventilator beschadigd wordt door aangezogen voorwerpen als blaadjes, stukken tak en dergelijke.
Verder zijn aan weerszijden van de ventilatoren 40, 41 opvangschermen 50 en 51 aangebracht. Deze opvangschermen worden gevormd door fijn gaas of door een vitrage-achtige stof. De schermen dienen voor 35 het opvangen van de niet op de plant of boom terechtgekomen druppeltjes, welke druppeltjes verzameld worden en naar beneden afdruipen langs het scherm 50, respectievelijk 51 tot in daaronder aangebrachte verzamelbakken 52, respectievelijk 53, die dezelfde functie hebben als de opvangbakken bij de andere uitvoeringsvormen.
Verder is deze uitvoeringsvorm voorzien van twee schematisch weergegeven stukken apparatuur 54, 55 40 en wielen 56, respectievelijk 57, die eveneens schematisch zijn weergegeven.
Om de verdeling eveneens te verbeteren zijn de uitstroomopeningen 44, respectievelijk 45 van schematisch weergegeven jalouzieën 58, respectievelijk 59 voorzien, waarmee de richting van de uit de uitstroomopeningen tredende lucht kan worden veranderd. In het algemeen heeft het de voorkeur, dat de uittredende lucht een bewegingscomponent heeft in de voortbewegingsrichting, zodat de lucht aan de ’’overkant 45 terechtkomt" op het moment dat daar de tegenoverliggende ventilator passeert. Deze maatregel leidt tot een goede hercirculatie van de lucht en aldus tot een verkleining van de vervuiling van lucht door verstoven deeltjes van het te verstuiven middel.
Verder kan de draairichting van de ventilatoren 40, 41 worden omgekeerd om het mogelijk te maken tegen het gaas 46, respectievelijk 47 verzamelde ongerechtigdheden te verwijderen en weg te blazen.
50 Het is eveneens mogelijk de opvangschermen over een tamelijk grote breedte te verlengen, vooral aan de voorzijde om daarmee de opvang van het verstoven middel nog verder te verbeteren. Het kan ook aantrekkelijk zijn de getoonde configuratie in spiegelbeeld uit te voeren; de hiervoor besproken verlenging kan dan gemakkelijk worden verkregen zonder dat het trekkende voertuig het verlengen van de opvangschermen verhindert.

Claims (7)

194691 4
1. Inrichting voor het met nevel bespuiten van in rijen geplant gewas, omvattende: een portaalvormige constructie, waarvan de inwendige hoogte groter is dan het hoogste te bespuiten 5 gewas, en waarbij elk van de zijden van de portaalvormige constructie door middel van een wiel op de bodem rust; waarbij in elk van de tegenover elkaar gelegen zijden in een ruimte is voorzien waarin ten minste één ventilator opgenomen is, die elk zodanig zijn geplaatst, dat zij tijdens bedrijf lucht toevoeren vanuit de twee zijden aan het tussen de zijden gelegen centrum van de constructie, waarbij de ventilatoren elk 10 dichter bij de invoeropening van de bijbehorende ruimte zijn gelegen dan bij de uitstroomopening van de bijbehorende ruimte en waarbij de uitstroomopeningen van de ventilatoren zich over hoofdzakelijk de volle breedte van de ventilator en over een aanzienlijk deel van de hoogte van de zijden van de constructie uitstrekken, met het kenmerk, 15 dat verstuivers in de rijrichting vóór de uitstroomopeningen van de ventilatoren zijn geplaatst; dat de uitstroomopeningen zijn ingericht voor het hoofdzakelijk in de horizontale richting doen uitstromen van lucht; en dat de beide zijden van de inrichting symmetrisch zijn ten opzichte van het centrum van de inrichting; en dat de uitstroomopeningen zijn ingericht voor het aan de uitstromende lucht doen geven van een 20 bewegingscomponent in de bewegingsrichting.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat aan weerszijden van de ventilatoren van fijn gaas vervaardigde opvangschermen zijn aangebracht, en dat onder elk van de opvangschermen een opvangbek geplaatst is.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat in elk van de zijden ten minste twee ventilato-25 ren onder elkaar zijn geplaatst.
4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de invoeropeningen, de uitstroomopeningen en de kanalen elk tenminste dezelfde doortocht hebben als de ventilatoren.
5. Inrichting volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat voor de uitstroomopeningen een gaas is aangebracht.
6. Inrichting volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de middelen gevormd worden door verstelbare jalouzieën.
7. Inrichting volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afstand tussen beide zijden instelbaar is door middel van een met een motor aandrijfbare tandheugelconstructie, en dat de bovenzijde van in lussen afhangende kunststoffolie is vervaardigd die bij een uiterste positie hoofdzakelijk 35 strak wordt getrokken. Hierbij 3 bladen tekening
NL9200202A 1991-11-08 1992-02-04 Inrichting voor het met nevel bespuiten van in rijen geplant gewas. NL194691C (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9200202A NL194691C (nl) 1991-11-08 1992-02-04 Inrichting voor het met nevel bespuiten van in rijen geplant gewas.
EP92203966A EP0549058A1 (en) 1991-12-20 1992-12-16 Tunnel-like spray device

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9101866A NL9101866A (nl) 1991-11-08 1991-11-08 Portaalspuitmachine.
NL9101866 1991-11-08
NL9200202A NL194691C (nl) 1991-11-08 1992-02-04 Inrichting voor het met nevel bespuiten van in rijen geplant gewas.
NL9200202 1992-02-04

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9200202A NL9200202A (nl) 1993-06-01
NL194691B NL194691B (nl) 2002-08-01
NL194691C true NL194691C (nl) 2002-12-03

Family

ID=26646895

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9200202A NL194691C (nl) 1991-11-08 1992-02-04 Inrichting voor het met nevel bespuiten van in rijen geplant gewas.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL194691C (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19608761B4 (de) * 1996-03-07 2004-04-08 Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co. Kg Landwirtschaftliches einachsiges Anhängegerät
FR2925861B1 (fr) * 2007-12-28 2010-07-30 Pulvexper Dispositif de pulverisation de produit de traitement dans les cultures
FR2950269B1 (fr) * 2009-09-21 2013-03-29 Alain Martin Multiple ventilation sans deflecteur de separation
RU2591035C1 (ru) * 2015-03-05 2016-07-10 Федеральное государственное бюджетное образовательное учреждение высшего профессионального образования "Братский государственный университет" Тяговое устройство для уходов за сеянцами в круговых питомниках
IT201800010105A1 (it) 2018-11-07 2020-05-07 Dragone S R L Macchina nebulizzatrice e metodo per trattamenti antiparassitari di piante organizzate in filari
FR3100104B1 (fr) * 2019-08-30 2021-07-30 Christophe Lafontaine Appareil d'élimination d'insectes parasites sur des plants de culture, en particulier d'élimination d'aleurodes sur des plants de tomate cultivés en serre

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2977715A (en) * 1958-12-01 1961-04-04 Maurice E Lindsay Crop treating apparatus
HU184399B (en) * 1981-03-13 1984-08-28 Mem Mueszaki Intezet Field sprayer of closed space
DE3803145A1 (de) * 1988-02-03 1989-08-17 Henry Ehrenberg Pflanzenschutz-austragvorrichtung
US5028002A (en) * 1988-09-05 1991-07-02 Drw Engineering Pty. Ltd. Cross-flow spray assembly
US4865628A (en) * 1988-12-28 1989-09-12 Iwanczyk Louis C Method for confining and removing spray drift
DE3914117A1 (de) * 1989-04-28 1990-10-31 Helge Ebeling Anordnung zum verspruehen von fluessigen pflanzenschutzmitteln in raumkulturen

Also Published As

Publication number Publication date
NL9200202A (nl) 1993-06-01
NL194691B (nl) 2002-08-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2277243C (en) Method and apparatus for spraying trees, plants and bushes
EP0327037B1 (de) Pflanzenschutz-Austragvorrichtung
AU703847B2 (en) Controlled atmosphere transfer system
US4798325A (en) Method and apparatus for applying liquid and dry lawn treatment materials
CN206596560U (zh) 履带自走式风送喷雾机
US6018907A (en) Apparatus for application of chemical treatment to plants
NL194691C (nl) Inrichting voor het met nevel bespuiten van in rijen geplant gewas.
EP0549058A1 (en) Tunnel-like spray device
DE602004000708T2 (de) Tunnelspritzgerät für Reihen von Obstgärten, Weingärten oder andere Pflanzen
DE2243075B1 (de) Maschine zum reinigen oder konservieren oder zur schaedlingsbekaempfung
DE3738518A1 (de) Spritzvorrichtung fuer pflanzenzeilen
EP0382885B1 (de) Fahrbares Spritzgerät zum Ausbringen von Chemikalien auf in parallelen Reihen wachsende Pflanzen
EP0066238A1 (de) Erntemaschine zum Ernten von in Reihen stehendem Erntegut
US4583318A (en) Apparatus and method for direct application of treatment liquid to growing vegetation
AU2009202946A1 (en) Spraying apparatus
US2293517A (en) Apparatus for dusting plants
NL9101866A (nl) Portaalspuitmachine.
US3228144A (en) Apparatus for applying finely divided material to plants
CN111406727A (zh) 电动三轮消毒弥雾机
CN114403110B (zh) 一种应用于丘陵地区的改进型喷药器
CN217564701U (zh) 一种喷雾装置及喷雾设备
CN211793951U (zh) 一种果园用风送式弥雾机
DE10318431B4 (de) Sprühgerät zur Ausbringung von Pflanzenschutzmitteln in obst-und weinbaulichen Reihenkulturen
RU2769727C1 (ru) Устройство для комплексной обработки сельскохозяйственных культур
CN110876368B (zh) 一种自走式多功能高效打药机

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V4 Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20120204