NL7900341A - Stal. - Google Patents

Description

y- s D Ho/Se/1

Johannes Bernardus Maria Muurlink te Oldemarkt.

Stal._

De uitvinding betreft een stal met voederplaatsen voor vee en voertransportmiddelen, die met een opvoereinde aansluiten op een voorraadhouder en met een afgifteeinde reiken tot bij een voederplaats voor het aan een voederplaats afge-5 ven van een afgepaste hoeveelheid voer.

De automatisering in de veehouderij schrijdt steeds verder voort. Het is reeds lang gebruikelijk het transport van voer vanuit een voorraadhouder naar voederplaatsen in een stal automatisch te laten plaatsvinden. Men maakt hierbij 10 onder meer gebruik van een pijpleidingsysteem waarbij op elke voederplaats een afgifte-opening aanwezig is. Teneinde de groei en de gezondheidstoestand van het dier te optimaliseren past men ook individuele, geautomatiseerde voedering toe. Daarbij wordt wel gebruik gemaakt van systemen waarbij het 15 dier langs elektronische.weg een kodesignaal afgeeft, op grond waarvan een doseerinrichting wordt gestuurd. Het is derhalve mogelijk de af te geven hoeveelheid voer aan te passen aan het op dat moment op de voederplaats aanwezige dier. Dergelijke systemen zijn evenwel kostbaar aangezien per voe-20 derplaats een gestuurde doseerinrichting alsmede middelen voor het opvangen van het gekodeerde signaal en het dekoderen ervan aanwezig moeten zijn. Bij grote stallen met tientallen tot honderden voederplaatsen worden de investeringskosten hoog. Een individuele voedering van de dieren is, zoals uit 25 prakfcijkcijfers blijkt, echter noodzakelijk teneinde een optimale opbrengst te verkrijgen.

De uitvinding beoogt voor dit probleem een oplossing te verschaffen. Dit wordt bereikt doordat het afgifte einde van voederplaats naar voederplaats verplaatsbaar is.

30 Door het afgifte-einde van het enkele voertransportsys- teem van voederplaats naar voederplaats te laten verplaatsen 35 790 03 41 2 * > kan met êên enkel transportsysteem en één enkele gestuurde doseerinrichting worden volstaan. De investeringskosten blijven derhalve beperkt onder behoud van een individuele voedering van de dieren.

5 Een bijzonder gunstige oplossing wordt verkregen'wanneer de stal in bovenaanzicht cirkelvormig is, de voederplaatsen in concentrische cirkels zijn opgesteld, de voorraadhouder in het middelpunt van de cirkels is aangebracht en de voertransportmiddelen worden gevormd door een transportband waarvan 10 het afgifte einde langs die cirkels beweegbaar is. De oppervlakte wordt bij een ronde stal optimaal benut, terwijl het bewegende transportsysteem relatief eenvoudig van constructie o kan worden gehouden. De doseerinrichting kan ter plaatse van het afgifte-einde zijn aangebracht en daarmede bewegen. Ook 15 is het mogelijk de doseerinrichting ter plaatse van de voorraadhouder aan te brengen en een gedoseerde hoeveelheid op de voertransportmiddelen te brengen. Bij een andere doseermetho-de brengt men vanuit de voorraadhouder een continue hoeveelheid voer op de transportmiddelen en laat men de transport-20 middelen in werking zijn gedurende een tijdsperiode die wordt bepaald door het dier op de te bevoorraden voederplaats.

Verdere voordelen en kenmerken van de uitvinding treden naar voren uit de beschrijving van de bijgaande tekening van uitvoeringsvoorbeelden.

25 ïn de tekeningen toont:

Figuur 1 een schematisch bovenaanzicht van de opstelling van voederplaatsen in een cirkelvormige stal,

Figuur 2 een doorsnede-aanzicht van de stal uit fig.l, Figuur 3 een voederplaats in de stal volgens de uitvin- 30 ding,

Figuur 4 een schematisch bovenaanzicht van een andere uitvoeringsvorm van de stal volgens de uitvinding, en

Figuur 5 een schematisch zijaanzicht van een voederplaats in de stal volgens fig.3, met een variant van de 35 doseerinrichting.

790 03 41 > 3

De stal volgens fig.l is in bovenaanzicht in hoofdzaak cirkelvormig. In concentrische cirkels zijn rijen voeder-plaatsen 1,2,3 aangebracht. Vanuit een silo 4 kan via een pijpleidingsysteem 5 voer naar de voorraadhouder 6 in het 5 middelpunt van de cirkels gebracht worden. De voorraadhouder 6 kan een tweetal compartimenten 7 en 8 voor verschillende soorten voer bevatten. Aan de afvoeropening 9 van de voorraadhouder sluit een voedertransportinrichting 40 aan die uitgevoerd kan zijn als een transportband. De transportband 10 werkt samen met een doseerinrichting 10. De doseerinrichting 10 reikt met het afvoerpunt 11 tot nabij een voederplaats 12. Het dier 13 kan een zendinrichting 14 in de vorm van een halsband dragen. De zendinrichting 14 zendt in gekodeerde vorm signalen uit die worden opgevangen door de taster 15. Op 15 grond van het ontvangen signaal wordt de afvoertrechter 11 gedurende een bepaalde tijdsperiode geopend, zodat voer naar de voederplaats 12 wordt gevoerd. Er is derhalve individuele voedering mogelijk.

Volgens de uitvinding is de transportband volgens de 20 straal van een cirkel beweegbaar in de richting van de pijlen 16 en 17. Daartoe wordt de transportband aan zijn uiteinde gesteund door een frame 18 dat met rollen 19 in een rail 20 rust. De aandrijving van de transportband kan op verschillende wijzen plaatsvinden, bijvoorbeeld door middel van een 25 trekkabelstelsel. De doseerinrichting 10 is in de richting van de pijlen 21 en 22 langs de transportband beweegbaar teneinde deze van de ene voederplaats in een concentrische cirkel te bewegen naar een voederplaats in een andere concentrische cirkel, De transporteur is aan weerszijden voorzien van 30 een geleidingsframe 23 waarover met behulp van de rol3.en 24, 25 en 27,28 de doseerinrichting beweegbaar is. De doseerinrichting kan worden aangedreven door een elektromotor. Het door de transportband aangevoerde voer wordt door de borstel 29 in de trechter van de doseerinrichting 10 35 790 0 3 41 j 'f 4 gestuurd. De borstel wordt aangedreven door de motor 26. In de beschreven stal kan elke voederplaats door de transporteur en de doseerinrichting worden bereikt en op grond van de door het ter plaatse aanwezige dier uitgezonden signalen worden 5 bediend. Er is derhalve slechts één relatief dure doseer-inrichting noodzakelijk.

De stal volgens de figuur 4 wijkt af van die volgens de figuren 1 t/m 3 doordat de vorm rechthoekig is. De transportband is stationair. Langs de transportband is de doseerin-10 richting 30 in de door de pijlen 31 en 32 aangegeven richting beweegbaar. Afhankelijk van de stand van de klep 34 wordt een voederplaats hetzij ter linker hetzij ter rechter zijde van de transportband bediend.

Het is ook mogelijk de doseerinrichting ter plaatse van 15 de voorraadhouder, bijvoorbeeld 35 in fig.5, aan te brengen. Op grond van de door het dier uitgezonden signalen wordt de transporteur gedurende een bepaalde tijd bediend. Bij een per oppervlakte-eenheid continue hoeveelheid voer wordt derhalve door het kiezen van de tijdsperiode gedurende welke de trans-20 portband in werking is de gewenste gedoseerde hoeveelheid verkregen. Ook is het mogelijk in plaats van het continu aan de transportband toevoeren van voer dit te laten variëren afhankelijk van de door het betreffende dier gewenste hoeveelheid. In dat geval wordt de doseerinrichting aangesloten 25 op het afvoereinde van de voorraadhouder 35 en wordt een bepaalde gedoseerde hoeveelheid voer op de transportband gebracht, welke dit voer dan naar de voederplaats transporteert.

30 35 790 03 4 1

Claims (6)

1. Stal met voederplaatsen voor vee en voertransportmiddelen/ die met een opvoereinde aansluiten op een voorraadhou-der en met een afgifteeinde reiken tot bij een voederplaats voor het aan een voederplaats afgeven van een afgepaste hoeveelheid voer, met het kenmerk, dat het afgifte-einde van voederplaats naar voederplaats verplaatsbaar is.

2. Stal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de stal in bovenaanzicht cirkelvormig is, de voederplaatsen in concentrische cirkels zijn opgesteld, de voorraadhouder in het middelpunt van de cirkels is aangebracht en de voertran-sportmiddelen worden gevormd door een transportband waarvan het afgifte-einde langs die cirkels verplaatsbaar is.

3. Stal volgens conclusie 1-2, met het kenmerk, dat met het afgifte-einde een meebewegende doseerinrichting samenwerkt, welke doseerinrichting is voorzien van besturingsmid-delen, die worden bediend door het op de voederplaats aanwezige dier.

4. Stal volgens conclusie 1-2, met het kenmerk, dat met de voorraadhouder een doseerinrichting samenwerkt, voor het op de voertransportmiddelen brengen van een gewenste hoeveelheid voer.

5. Stal volgens conclusie 1-2, met het kenmerk, dat vanuit de voorraadhouder een continue hoeveelheid voer aan de voertransportmiddelen wordt toegevoerd en de voertransportmiddelen intermitterend gedurende een door het dier op de voederplaats bepaalde tijdsperiode in werking zijn

6. Stal volgens conclusies 1-5, gekenmerkt door geleiding smiddelen voor het afgifte-einde van de voertransportmiddelen en aandrijfmiddelen voor het langs de geleidings-middelen verplaatsen van dat afgifte-einde. 790 0 3 4 1