NL7900234A - Opberginrichting. - Google Patents

Description

785107/Ti/Rdm/mvd ^ f

Aanvraagster: Hagen Systems International B.V. te Rotterdam.

Titel : Opberginrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een opberginrichting voor vel- of plaatvormige voorwerpen, in het bijzonder voor het opbergen van tekeningen, met boven aan deze inrichting twee of meer evenwijdig aan elkaar verlopende leidorganen met hierlangs verplaats-5 bare, de positie van het voorwerp bepalende, elementen, die zich tussen ten minste twee leidorganen uitstrekken.'

Voor het opbergen van dikwijls zeer kostbare, met de hand vervaardigde tekeningen zijn verschillende opbergsystemen bekend. Dikwijls wordt gebruik gemaakt van grote ladenkasten, waarin 10 de tekeningen uitgespreid op elkaar liggen, doch het nadeel hiervan is dat de tekeningen niet overzichtelijk liggen en. meestal bij later gebruik tussen andere tekeningen uitgetrokken moeten worden.

Een ander nadeel hiervan is, dat bij het open- en dichtschuiven van de laden de tekeningen herhaaldelijk over elkaar heen schuiven, 15 zodat zij minder geordend in deze laden komen te liggen. Andere veel toegepaste opbergsystemen voor tekeningen bestaan uit kasten waarin de tekening^hangend aan leidorganen zijn opgehangen. De leidorganen bestaan meestal uit een paar evenwijdig aan elkaar verlopende stangen of buizen, al of niet deel-baar, waaraan de tekening met 20 versterkingsstukken zijn opgehangen. De versterkingsstukken bezitten hiertoe overeenkomstig de positie van de leidorganen gaten, waarmee zij op de leidorganen gehangen kunnen worden. Ook zijn de versterkingsstukken dikwijls van haakvormige delen voorzien, die om deze leidorganen kunnen grijpen. Het voordeel van een dergelijk opbergsysteem 25 is dat de tekeningen zeer overzichtelijk zijn en van elkaar geschoven kunnen worden teneinde een juiste tekening uit een bundeY7?ekeningen te kunnen uitzoeken. De versterkingsstukken of ophangmiddelen moeten 7900234 4 ~k 2 hierbij ααη de tekening worden bevestigd, bijvoorbeeld door middel van klemmen of met behulp van kleefmiddelen*

Er zijn echter kostbare tekeningen, zoals kadaster-tekeningen, waaraan geen ophangmiddelen bevestigd mogen worden, 5 teneinde de tekeningen zo gaaf mogelijk te houden* Voor dergelijke tekeningen bestaan echter nog geen overzichtelijke opbergsystemen* Het doel van de uitvinding is dan ook een nieuwe opberginrichting te verschaffen, waarmede het mogelijk is tekeningen of platen, dan wel andere velvormige voorwerpen overzichtelijk in 10 verticale positie te kunnen rangschikken zonder dat van ophangmiddelen gebruik gemaakt behoeft te worden*

Volgens de uitvinding wordt dit bereikt met een opberginrichting van de hierboven vermelde soort, die daardoor is gekenmerkt, dat op een afstand onder de leidorganen dragers voor de 15 voorwerpen zijn aangebracht en dat de langs de leidorganen verplaatsbare elementen zijn voorzien van zich naar de dragers uitstrekkende scheidingsdelen met tot onder de dragers reikende eindstukken*

Door het toepassen van een groot aantal elementen ontstaat als het ware een groot aantal vakken naast elkaar waartussen 20 een aantal tekeningen kan worden opgeborgen· Deze uitvoering laat een gemakkelijke verplaatsen van pakketen van de tekeningen toe, zodat de juiste tekening uitgezocht kan worden wanneer men deze tekening wenst te gebruiken. Het verrassende effect hierbij is, dat de tekeningen op de ondersteuningen blijven staan, zonder dat deze bij het 25 glijden van de pakketten hinderlijk gaan doorbuigen* De tekeningen of platen, dan wel andere voorwerpen kunnen hierbij gemakkelij< over de dragers worden geschoven omdat tussen de dragers voor de voorwerpen sleuven of verdiepte gedeelten zijn aangebracht voor het opnemen van de eindstukken van deze scheidingsdelen, welke sleuven oF verdiepte 30 gedeelten evenwijdig aan de leidorganen verlopen. Het is hierbij mogelijk, vooral wanneer de opberginrichting is ingericht voor het 7900234 3 opbergen van een groot aantal voorwerpen, nog afzonderlijke vakinde-lingen tot stand te brengen, doordat versperringen zijn aangebracht, die de verplaatsing van de scheidingsdelen nabij de dragers begrenzen.

Opgemerkt wordt dat er opbergsystemen bekend zijn 5 waarbij dubbelgevouwen vellen van een geschikt materiaal met hun vrije randen aan de bovenzijde samenwerken met dragers, die aan hun einden op geleiJingen rusten. Deze opberginrichtingen staan bekend onder de naam "hangmappen'^odat de inhoud van de mappen gemakkelijk zichtbaar gemaakt kan worden terwijl deze mappen gemakkelijk te 10 verschuiven zijn teneinde een gewenste map te kunnen bereiken. Voor het opbergen van grote vellen materiaal zijn dergelijke systemen echter minder geschikt. De relatief zware constwctie van de ophang-organen nabij de vrije randen van de dubbelgevouwen vellen laat het opbergen van een groot aantal voorwerpen niet toe.

15 De uitvinding zal nu aan de hand van een tekening nader worden toegelicht:

Fig. 1 is een aanzicht in perspectief van een ophanginrichting volgens de uitvindig, waarbij om deze ophanginrichting aangebrachte kast-wanden zijn verwijderd; 20 Fig. 2 is een vertikale doorsnede van een gedeelte van de ophanginrichting nabij een zijwand hiervan en

Fig. 3 is een vertikale doorsnede door de opgangin- • (je richting gaande van/voor- naar de achterwand van de om deze inrichting aangebrachte kast.

25 In fig. 1 zijn twee leidorganen 1 gedeeltelijk afgebeeld.

De leidorganen 1 in de vorm van buizen, strekken ach uit van een voorwand 2 naaf^achterwand 3 (fig. 3). Op een afstand onder deze leidorganen 1 bevinden zich dragers 4 in de vorm van vlakke bodem-delen. Tussen deze dragers 4 bevinden zich sleuven of verdiepte ge- 30 deelten 5 van de bodem. Langs de leidorganen 1 zijn kammen 6 ver- 7 9 0 0 2 3 4 4 plaatsbaar en hiertoe bezitten deze kammen een gat 7 voor elk leidorgaan 1 en met behulp van deze gaten 7 zijn de kammen 6 of lijsten langs deze leidorganen 1 verplaatsbaar. In de inkeping 3 aan de onderste rand van de als profiellijst uitgevoerde kammen 6 zijn 5 schorten 11, van meegeefbaar, bij voorkeur enigszins veerkrachtig materiaal aangebracht. Tussen de kammen bevinden zich een aantal strookvormige elementen 12 die, evenals de kammen 6, van openingen 7 zijn voorzien voor verplaatsing langs de leidorganen. Aan deze elementen 12 zijn stroken 9 van veerkrachtig materiaal, bijvoorbeeld 10 door kleven, bevestigd. De eindstukken 10 van de stroken 9 strekken zich voorbij de dragers 4 tot in de verdiepte gedeelten 5 uit. -De stroken 9 maar ook de vellen 11 vormen scheidingsdelen waardoor in de ruimte voor het opbergen van de voorwerpen of tekeningen vakken ontstaan. Tussen sommige verplaatsbare elementen 12 bevinden zich 15 dus kammen 6 met de gaten 7 voor het doorlaten van. de leidorganen 1. De elementen 12 zijn bij voorkeur licht gewelfd, teneinde hieraan een zekere stijfheid te verlenen. De afmetingen van de opberginrichting zijn aan het formaat van de hierin op te bergen voorwerpen, bijvoorbeeld tekeningen, aangepast en de hoogte van een tekening is zodanig, 20 dat deze met de bovenrand op een afstand onder de bovenrand van de strookvormige elementen 12 ligt, zoals in fig. 1 met het tekeningblad 13 is aangeduid* Indien nu een tekening moet worden opgezocht kunnen de kammen 6 die telkens een sectie vormen opzij worden geschoven, alsmede het betreffende aantal elementen 12, totdat de gewenste 25 tekening 13 achtbaar wordt. Bij voorkeur bezitten de elementen 12 een kleur die sterk afwijkt van de hiertussen staande tekeningen, zodat onmiddellijk geconstateerd kan worden of zich een tekening tussen twee elementen en de daarbij behorende stroken 9 bevindt.

Voorts zijn de verplaatsbare kammen 6 aan hun bovenrand 30 eveneens van een inkeping 8a voorzien van het hierin plaatsen van ruiters, zodat bij deze indicatie zeer snel een tekening tussen de 7000234

Claims (11)

1. 3. Opberginrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de scheidingsdelen uit meegeefbaar materiaal 10 zijn vervaardigd en geheel of gedeeltelijk elastisch zijn over een afstand tussen de dragers en de leidorganen.
2. 4. Opberginrichting volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat de leidorganen stangen of buizen zijn die door gaten van de verplaatsbare elementen voor de scheidingsdelen reiken 15 en dat tussen sommige elementen afzonderlijke scheidingskammen zijn aangebracht, die verplaatsbaar zijn ondersteund en langs de stangen of buizen tussen telkens twee elementen verplaatsbaar zijn.
3. 5. Opberginrichting volgens caclusie 1-4, met het kenmerk, dat de scheidingskammen zijn voorzien van uit ten- 20 minste.twee lagen of vellen bestaande schorten.
4. 6. Opberginrichting volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat de scheidingskammen zich voorbij de einden van de verplaatsbare elementen uitstrekken en aan hun beide einden met een haakvormig deel over, evenwijdig aan de stangen of buizen ver- 25 lopende geleicfcigsrails grijpen.
5. 7. Opberginrichting volgpns conclusie 1-3, met het kenmerk, dat versperrringen zijn aangebracht die de verplaatsing van de scheidingsdelen nabij de dragers begrenzen.
6. 8. Opberginrichting volgens conclusie 1-3 en 7, m et 30 het kenmerk, dat de versperringen schotten zijn die zich boven de dragers tot op een afstand onder de elementen voor de 7900234 scheidingsdelan uitstrekken.
7. 9. Opberginrichting volgens conclusie 8, m e t het kenmerk, dat de schotten verstelbaar zijn.
8. 10. Opberginrichting volgens conclusie 1-8, met het 5 kenmerk, dat aan weerszijden van een versperring zich een laag of vel van een schort van een geleidingskam uitstrekt.
9. 11. Opberginrichting volgens conclusie 1-8, met het kenmerk, dat de dragers voor de voorwerpen delen van de bodem van een kast zijn, waarvan opstaande wanden zich tot 10 boven de leidorganen uitstrekken, boven welke leidorganen een deksel van de kast is aangebracht.
10. 12. Opberginrichting volgens conclusie 11, m e t he t k e n m e r k, dat de leidorganen zich tussen de voor- en achterwand van de kast uitstrekken.
11. 13. Opberginrichting volgens conclusie 11-12, met het kenmerk, dat delen bij de zijwanden van de kast zijn voorzien van sleuven voor het hierin steken van een deel van elk schot. 7900234