NL7812081A - Bedienings- en vergrendelinrichting, in het bijzonder voor een middenspanningsinstallatie. - Google Patents
Bedienings- en vergrendelinrichting, in het bijzonder voor een middenspanningsinstallatie. Download PDFInfo
- Publication number
- NL7812081A NL7812081A NL7812081A NL7812081A NL7812081A NL 7812081 A NL7812081 A NL 7812081A NL 7812081 A NL7812081 A NL 7812081A NL 7812081 A NL7812081 A NL 7812081A NL 7812081 A NL7812081 A NL 7812081A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- locking
- switch
- power
- locked
- load
- Prior art date
Links
- 238000009434 installation Methods 0.000 title claims description 12
- 238000002955 isolation Methods 0.000 claims description 24
- 230000008878 coupling Effects 0.000 claims description 12
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 claims description 12
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 claims description 12
- 238000005259 measurement Methods 0.000 description 7
- 230000000717 retained effect Effects 0.000 description 3
- 238000000926 separation method Methods 0.000 description 2
- 229910000831 Steel Inorganic materials 0.000 description 1
- 230000002411 adverse Effects 0.000 description 1
- 238000005266 casting Methods 0.000 description 1
- 238000010586 diagram Methods 0.000 description 1
- 230000008034 disappearance Effects 0.000 description 1
- 239000011347 resin Substances 0.000 description 1
- 229920005989 resin Polymers 0.000 description 1
- 239000010959 steel Substances 0.000 description 1
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H02—GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
- H02B—BOARDS, SUBSTATIONS OR SWITCHING ARRANGEMENTS FOR THE SUPPLY OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
- H02B11/00—Switchgear having carriage withdrawable for isolation
- H02B11/28—Earthing arrangements
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01H—ELECTRIC SWITCHES; RELAYS; SELECTORS; EMERGENCY PROTECTIVE DEVICES
- H01H31/00—Air-break switches for high tension without arc-extinguishing or arc-preventing means
- H01H31/003—Earthing switches
-
- H—ELECTRICITY
- H02—GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
- H02B—BOARDS, SUBSTATIONS OR SWITCHING ARRANGEMENTS FOR THE SUPPLY OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
- H02B13/00—Arrangement of switchgear in which switches are enclosed in, or structurally associated with, a casing, e.g. cubicle
- H02B13/02—Arrangement of switchgear in which switches are enclosed in, or structurally associated with, a casing, e.g. cubicle with metal casing
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Power Engineering (AREA)
- Driving Mechanisms And Operating Circuits Of Arc-Extinguishing High-Tension Switches (AREA)
- Switch Cases, Indication, And Locking (AREA)
- Supply And Distribution Of Alternating Current (AREA)
- Gas-Insulated Switchgears (AREA)
Description
- 1 - H.O. 26.084 KA2EMB1JEB B.7. te Hengelo (0).
Bedienings- en vergrendelinriehting, in het bijzonder voor een middenspanningsinstallatie.
De uitvinding heeft betrekking op een, in het algemeen met een giethars of dergelijke, geheel gesloten, geïsoleerde drie-polige middenspanningsschakelinstallatie, in hoofdzaak omvattend een railsysteem, een scheidingsmogelijkheid, een vermogens- of lastschakelaar, meetkontakten en een kabeleindsluiting. Deze in- 5 richting kan echter ook bij hoogspanning worden toegepast.
Een schakelinstallatie van deze soort is o.a. bekend uit een publikatie in de Holecpost van 1970» Er. 1, blz. 6 t/m 21.
De uit dat artikel bekende schakelinstallatie omvat een vast en een uitrijdbaar gedeelte, waarvan het vaste gedeelte, dat de 10 rails en de kabelaansluiting bevat, in een plaatstalen kast is ondergébracht en het uitrijdbare gedeelte, dat in hoofdzaak de vermogensschakelaar bevat, op een schakelwagen is aangebracht.
Bij een dergelijke uitrijdbare schakelinstallatie kan men na het onderbreken van de vermogens- of lastschakelaar en het 15 scheiden van rail en schakelaar de schakelaar uitrijden, waarna de aardingsinstallatie op de schakelaar kan worden aangebracht en door het inrijden en daarna inschakelen van de schakelaar de kabel betrouwbaar en volkomen veilig via de schakelaar kan worden geaard. Voor het verrichten van metingen aan de kabel dient de 20 schakelaar eveneens te worden uitgereden, waarna de kabelkontakten vrij komen en bereikbaar zijn voor de meetapparatuur. Ea de meting worden deze meetkontakten door het inrijden van de schakelaar geheel afgedekt, zodat het systeem weer volkomen geïsoleerd is.
Het aarden van de kabel, waaraan gewerkt wordt, is een 25 middel ter bescherming van diegene, die aan deze kabel werkt.
-Hei aarden op zichzelf is echter een handeling waaraan risiko's J
78 1 20 81 .* * ί 2 zijn verbonden. De mogelijkheid bestaat immers dat men onder spanning staande delen aard$ doordat bijvoorbeeld een verkeerd veld wordt gekozen en men zich er niet of onvoldoende van vergewist heeft of de te aarden kabel inderdaad spanningsloos is. Dit risiko moet dan ook tot een minimum worden beperkt door, zoals in de boven- 5 genoemde inrichting, het aarden van de kabel via de vermogens- of lastschakelaar te doen plaatsvinden. Yoordat een dergelijke aarding wordt aangebracht wordt derhalve eerst een scheiding tot stand gebracht tussen het railstelsel en de kabel, waarna de kabel wordt uitgereden en het aardingsgarnituur wordt aangesloten. Na het weer 10 inrijden is de kabel dan via de vermogenssehakelaar geaard.
Bij hoofdvoedingsstations, industriële installaties en soortgelijke grotere stations, waar uit hoofde van bedrijfsvoering eisen worden gesteld met betrekking tot het uitrijdbaar en uitwisselbaar zijn van de schakelaar, komen bovengenoemde uitrijd- 15 bare installaties volledig tot hun recht, ook wat betreft het aarden van de kabel voor meetdoeleinden.
Bij kleinere stations, waar het uitrijdbaar en het uitwisselbaar zijn van de schakelaar niet van doorslaggevende betekenis is, zijn dergelijke uitrijdbare installaties echter in verband met de 20 uitrijdbaarheid relatief duur. Bovendien nemen uitrijdbare schakel-installaties in vergelijking met vast opgestelde schakelinstalla-ties meer grondoppervlak in beslag, waardoor de kompaktheid en dus ook de totaalprijs, o.a. voor het gebouw, van zo'n uitrijdbare installatie ongunstig wordt beïnvloed. 25
Om bij kleine stations die totaalkosten te verminderen is het aantrekkelijk om over te gaan op de toepassing van vast uitgevoerde schakelinstallaties. Echter vervalt met het wegvallen van de uitrijdbaarheid ook de mogelijkheid om gebruik te maken van die uitrijdbaarheid bij het meten en aarden, zodat op een 30 andere geschikte en dus veilige en betrouwbare wijze, een oplossing voor die handelingen dient te worden gevonden, waarbij de overige goede eigenschappen van de uitrijdbare schakelinstallatie zoals het geheel geïsoleerd zijn, behouden dienen te blijven. Met name het voor dergelijke vast uitgevoerde schakelinstallaties ver- 35 schaffen van slechts onder bepaalde voorwaarden toegankelijke meet- 78 1 2 0 8 1 5 en aardingskontakten vormt daarbij een probleem.
De uitvinding verschaft thans een hoogspanningsinstallatie die aan laatstgenoemde voorwaarden voldoet, en waarin genoemde problemen zijn opgelost, en die het kenmerk heeft, dat de schei-dingsmogelijkheid is uitgevoerd als een scheidingsomschakelaar 5 met een bedrijfsstand en een aardingsstand, dat de meet- en aar-dingskontakten afsluitbaar zijn met behulp van vergrendelbare kabeltoegangspoorten en dat de vermogens- of lastschakelaar, de scheidingsomschakelaar en de kabeltoegangspoorten zodanig ten opzichte van elkaar zijn vergrendeld, dat de meet- en aardings- 10 kontakten slechts toegankelijk zijn in de geaarde toestand van de kabel.
Om de veiligheid van de inrichting volgens de onderhavige inrichting op eenvoudige en afdoende wijze te waarborgen verschaft de uitvinding bovendien middelen waarmee de scheidings- 15 omschakelaar en de kabeltoegangspoorten bij gesloten vermogens-of lastschakelaars zijn vergrendeld en bij geopende vermogens-of lastschakelaar ter vergrendeling van de scheidingsomschakelaar is opgeheven; de geopende vermogens- of lastschakelaar in elke tussenstand van de scheidingsomschakelaar is vergrendeld, welke 20 vergrendeling is opgeheven in de vergrendelde aardingsstand van de scheidingsomschakelaar; de vergrendeling van de kabeltoegangspoorten is opgeheven bij,gesloten vermogens- .of lastschakelaar en als de scheidingsomschakelaar in de aardingsstand is vergrendeld; terwijl bij geopende kabeltoegangspoorten de scheidingsomschake- 25 laar in de aardingsstand is vergrendeld en de vermogens- of lastschakelaar vrij in- en uitgeschakeld kan worden.
Een voorkeursüitvoeringsvorm van een bedienings- en ver-grendelinrichting volgens de onderhavige uitvinding heeft het kenmerk, dat een met een afsluitklep voor de kabeltoegangspoor- 50 ten samenwerkende eerste vergrendelnok waarmee de afsluitklep via een op een bedieningshefboom voor de scheidingsomschakelaar aangebrachte aanslag in de gesloten stand wordt gehouden als de scheidingsomschakelaar in de bedrijfsstand staat; een eveneens met de afsluitklep samenwerkende tweede vergrendelnok, die de af- 55 sluitklep bij geopende vermogens- of lastschakelaar met behulp 78 1 2 0 8 1 β » 4 van een op de aandrijfmiddelen van de vermogens- of lastschakelaar bevestigde vergrendelnok in de gesloten stand wordt gehouden; koppelmiddelen verbonden met de scheidingsomschakelaar en met een vergrendelstang, zodat deze gelijktijdig met de scheidingsomschakelaar wordt verplaatst bij het bedienen van de scheidings- 5 omschakelaar, waarmee de scheidingsomschakelaar hetzij in de be-drijfsstand, hetzij in de aardingsstand kan worden vergrendeld met behulp van een vergrendelorgaan, dat de vergrendelstang in een van zijn beide uiteinden kan vasthouden, welk vergrendelorgaan kan worden bediend door een vergrendelhefboom en een daarmee 10 verbonden bedieningsstang; een op de vergrendelhefboom aangebrachte aanslag waarmee via de vergrendelkruk enerzijds de vermogens-of lastschakelaar bij ontgrendelde scheidingsomschakelaar tegen inschakelen is geblokkeerd en waarmee anderzijds de scheidingsomschakelaar bij geopende vermogens- of lastschakelaar tegen 15 ontgrendeling is geblokkeerd; een met de tweede vergrendelnok gekoppelde aanslag, waarmee de vergrendelde hefboom voor de bedieningsstang bij geopende afsluitklep wordt geblokkeerd.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen, waarop,een uitvoeringsvoorbeeld is weer- . 20 gegeven.
De fig. 1, 2 en 5 tonen een inrichting volgens de onderhavige uitvinding met bijbehorende schakelschema’s in drie verschillende toestanden; fig. 4 toont een voorkeursuitvoeringsvorm van een be- 25 dienings- en vergrendelinrichting volgens de uitvinding.
In de fig. 1 t/m 3 kan de vermogens- of lastschakelaar 1 de kabel 8 verbinden met het vaste kontakt ,5 van de vermogens-of lastschakelaar 1, welk kontakt 5 is aangesloten op het bovenste aansluitkontakt van de scheidingsomschakelaar 2. Dit laatst- 30 genoemde kontakt kan via deze scheidingsomschakelaar 2 worden aangesloten op het onderste kontakt, dat verbonden is met de rail 4· Als de doorverbindingsstang van de scheidingsomschakelaar 2 in de bovenste stand staat is het bovenste uiteinde van deze door-verbindingsstang verbonden met de aardingsstrip 6, zodat bij ge- 35 sloten vermogens-of lastschakelaar 1 de kabel 8 met de aarde ver 78 1 20 8 1 5 bonden is.
In fig. 1, waar de schakelinstallatie in de bedrijfsstand is aangegeven, staat de scheidingsomschakelaar 2 in de bedrijfs-stand en is de vermogens- of lastschakelaar 1 gesloten zodat de kabel 8 en de rail 4 met elkaar zijn verbonden via het bewegende 5 en het vaste kontakt 5 van de vermogens- of lastschakelaar 1 en de scheidingsomschakelaar 2. In de bedrijfsstand kan de vermogens-of lastschakelaar 1 vrij uit- en daarna weer ingeschakeld worden.
Is de vermogens- of lastschakelaar 1 ingeschakeld, dan zijn echter zowel de scheidingsomschakelaar 2 als de kabeltoegangspoorten 3 10 vergrendeld, zodat wordt voorkomen dat met de scheidingsomschakelaar 2 een last wordt afgeschakeld en tevens dat men via de meet-en aardingskontakten aan een gevaarlijke spanning komt. Wordt nu de vermogens- of lastschakelaar 1 geopend, dan is de vergrendeling van de scheidingsomschakelaar 2 opgeheven. Wordt in dat geval de 15 scheidingsomschakelaar 2 van de bedrijfsstand in de aardingsstand gebracht, dan is de vermogens- of lastschakelaar 1 in de geopende stand vergrendeld, zoals in fig. 2 is aangegeven. Ook de kabeltoegangspoorten 3.zijn dan vergrendeld. Pas nadat de scheidingsomschakelaar 2 volledig in de aardingsstand is gebracht kan de 20 vermogens- of 'lastschakelaar <1 weer worden gesloten, zoals in fig. 3 is aangegeven. De kabel 8 kan dan via de vermogens- of lastschakelaar 1 en wel via het bewegende en het vaste kontakt 5 en de scheidingsomschakelaar 2 met de aardingsstrip 6 worden verbonden. 25
Om echter toegang te kunnen krijgen tot de meet- en aardingskontakten voor meet- of aardingswerkzaamheden, dient eerst de vermogens- of lastschakelaar 1 te worden ingeschakeld, waarmee de vergrendeling van de kabeltoegangspoorten 3 wordt opgeheven en men de zekerheid heeft dat de meet- en aardingskontakten 30 zijn geaard. Wanneer de kabeltoegangspoorten 3 toegankelijk zijn, is de scheidingsomschakelaar 2 vergrendeld om te voorkomen dat de railzijdige aarding kan worden opgeheven. De vermogens- of lastschakelaar 1 kan bij geopende kabeltoegangspoorten 3 vrij worden in- respektievelijk uitgeschakeld om de kabel 8 te kunnen aarden, 35 respektievelijk daaraan te kunnen meten.
78 1 20 8 1 > 6 ' ·
In fig. 4 is een uitvoeringsvoorbeeld gegeven waarmee de genoemde vergrendeling in een schakelinstallatie volgens de uitvinding kan worden gerealiseerd.
Om de in de bedrijfsstand getekende scheidingsomschakelaar 2 te kunnen vergrendelen, is deze met behulp van een ïï-vormige 5 koppelplaat 29 gekoppeld met een vergrendelstang 11. De vergren-delstang 11 is aan beide uiteinden voorzien van ringvormige groeven 12 waarmee de vergrendelstang 11 en vanwege de koppeling via de koppelplaat 29 dus ook de scheidingsomschakelaar 2 kan worden * vastgehouden in een sleutelvormig gat 10 in een vergrendelstrip 10 30.
Zoals is weergegeven staat de scheidingsomschakelaar 2 in de bedrijfsstand en is de rail 4 met het vaste kontakt 5 van de vermogens- of lastschakelaar 1 verbonden. Om de scheidingsomschakelaar 2 in de aardingsstand te brengen, dient de ïï-vormige 15 koppelplaat 29 met behulp van de bedieningshefboom 27 en de aan de bedieningshefboom 27 en de ïï-vormige koppelplaat 29 bevestigde verbindingsstrip 28 omhoog te worden bewogen, zodat de scheidingsomschakelaar 2 met de, aan de ïï-vormige koppelplaat 29 bevestigde, geïsoleerde trekstang 9» eveneens omhoog beweegt en het vaste 20 kontakt 5 van de vermogens- of lastschakelaar 1 met de aardings-strip 6 verbindt.
Alvorens de scheidingsomschakelaar 2 in de aardingsstand kan worden gebracht, moet echter eerst de vergrendelstang 11 worden ontgrendeld door de vergrendelstrip 30 in de met een pijl 25 aangegeven richting A te bewegen, zodat de ringvormige groef 12 niet meer in het smallere gedeelte van het sleutelvormig gat. 10 zit opgesloten. De vergrendelstang 11 kan dan vrij in het grotere gedeelte van het sleutelvormig gat 10 worden bewogen, zodat ook de met die vergrendelstang 11 door middel van de koppelingplaat 29 30 gekoppelde scheidingsomschakelaar 2 vrij beweegbaar is en in de aardingsstand kan worden gebracht. Is die aardingsstand bereikt, dan bevindt de onderste ringvormige groef 12 zich in het sleutelvormig gat 10 en kan de scheidingsomschakelaar 2 weer in die stand worden vergrendeld. 35
De vergrendelstrip 30 kan heen en weer worden bewogen met behulp van een vergrendelhefboom 13 welke zich met één uiteinde 7812081 7 bevindt in een om die vergrendelhefboom 13 passende uitsparing in de vergrendelstrip 30 en aan het andere uiteinde bedienbaar is met een bedieningsstang 14 waarbij de vergrendelhefboom 13 kan draaien om een nabij de vergrendelstrip 30 aangebracht scharnierpunt 23 · 5
In de getekende, geopende stand van de vermogens- of last-schakelaar 1 kan de vergrendelhefboom 13 vrij worden bewogen.
Wordt de vermogens- of lastschakelaar 1, waarvan alleen de aandrijfas 19 is aangegeven, gesloten door de aandrijfas 19 in de met de pijl B aangegeven richting te draaien, dan draait een vast 10 op de aandrijfas 19 bevestigde vergrendelkruk 18 mee in richting C, waardoor deze in een zodanige stand komt te staan, dat de naar voren gaande beweging van de vergrendelhefboom 13 volgens pijl D wordt geblokkeerd, doordat een op die vergrendelhefboom 13 bevestigde aanslag 15 tegen de vergrendelkruk 18 aan komt. In de ge- 15 sloten stand van de vermogens- of lastschakelaar 1 kan de schei-dingsomschakelaar 2 dus niet worden ontgrendeld. Met de vergrendelkruk 18 en de aanslag 15 wordt tevens bereikt, dat wanneer de scheidingsomschakelaar 2 is ontgrendeld, dus de vergrendelhefboom 13 in de voorste stand staat, de aanslag 15 zich onder de vergren- 20 delkruk 18 bevindt, waardoor de vèrgrendelkruk 18 en daarmee ook de aandrijfas 19 niet linksom kan worden bewogen om de vermogens-of lastschakelaar 1 in te schakelen.
De kabeltoegangspoorten 3 en dus ook de zich daarin bevindende meetkontakten 32 kunnen worden afgesloten met behulp van 25 een afsluitklep 20, die met behulp van scharnierarmen 25 respek-tievelijk 26 draaibaar is bevestigd. Met de scharnieren 25 is star een arm 24 verbonden, aan het boveneinde waarvan een dwarse strip 17 is bevestigd, die in zijn linker uiteinde een eerste vergrendelnok 22 vormt. Op de bedieningshefboom 27 is een aanslag 30 21 zodanig bevestigd, dat daardoor, in de getekende bedrijfsstand van de scheidingsomschakelaar 2, de afsluitklep niet kan worden geopend, aangezien de eerste vergrendelnok 22 door de aanslag 21 wordt tegengehouden. De bedieningshefboom 27 kan daarentegen, indien de scheidingsomschakelaar 2 niet is vergrendeld, door de 35 vergrendelstang 11 en de vergrendelstrip 30 steeds vrij op en 78 1 2 0 8 1 8 · · neer worden bewogen. Niet vergrendeld betekent hier, dat de aanslag 15 op de vergrendelhefboom 13 onder de vergrendelkruk 18 ligt, zodat de vermogens of lastschakelaar 1 niet kan worden ingeschakeld.
Zolang de scheidingsomschakelaar 2 in de bedrijfsstand staat en de bedieriingshefboom 27 zich dus in de onderste stand 5 bevindt, kan de afsluitklep 20 niet worden geopend.
Het openen van de afsluitklep 20 is verder ook afhankelijk van de stand van de vermogens- of lastschakelaar 1 en wel zodanig, dat slechts bij ingeschakelde vermogens- of lastschakelaar 1 de afsluitklep kan worden geopend. Om dat te bereiken eindigt de 10 dwarse strip 17 rechts naar boven in een tweede vergrendelnok of duwstrip 16. Deze duwstrip 16 is zodanig van vorm en lengte en tevens zodanig geplaats, dat bij geopende vermogens- of lastschakelaar 1 en gesloten afsluitklep 20, het vrije uiteinde van de duwstrip 16 zich juist onder het verlengde van de vergrendel- 15 kruk 18 bevindt. Het eventueel zijdelings wegdrukken van de duwstrip 16 wordt verhinderd door niet weergegeven geleide-organen.
Wanneer de afsluitklep 20 wordt geopend in de richting van pijl P zal de duwstrip 16 naar boven willen bewegen, wat in de getekende stand wordt verhinderd door het verlengde van de ver- 20 grendelkruk 18. Alleen in de gesloten stand van de vermogens-of lastschakelaar 1 kan de duwstrip 16 dus naar boven bewegen en kan de afsluitklep 20 naar beneden worden gedraaid.
Om te voorkomen dat bij een geopende afsluitklep 20 de scheidingsomschakelaar 2 kan worden ontgrendeld is de duwstrip 25 16 via de dwarse strip 17 gekoppeld met de tweede vergrendelnok 22. Deze dwarse strip 17 vormt nu een aanslag voor de vergrendelhefboom 13· In de geopende stand van de afsluitklep 20 zal de aanslag 17 zich namelijk tegenover het van de vergrendelstrip 30 afgekeerde uiteinde van de vergrendelhefboom 13 bevinden, waar- 30 door de bedieningsstang 14 niet in de met pijl K aangegeven richting kan bewegen en de vergrendelhefboom 13 dus niet kan worden verplaatst en dus de scheidingsomschakelaar ook niet kan worden ontgrendeld.
Pas wanneer de scheidingsomschakelaar 2 in de hogere aar- 35 dingsstand staat en is vergrendeld en als de vermogens- of last- 78 1 20 8 1 '
Claims (7)
1. Bedienings- en vergrendelinrichting, in het bijzonder 15 voor een middenspanningsinstallatie, in hoofdzaak omvattende een railsysteem, een scheidingsmogelijkheid, een vermogens- of lastschakelaar, meet- en aardingskontakten en een kabeleindsluiting, met het kenmerk, dat de scheidingsmogelijkheid is uitgevoerd als een scheidingsomschakelaar met een bedrijfsstand 20 . en een aardingsstand, dat de meetkontakten afsluitbaar zijn met behulp van afsluitbare kabeltoegangspoorten en dat de vermogens-1· of lastschakelaar, de scheidingsomschakelaar en de kabeltoegangspoorten zodanig ten opzichte van elkaar zijn vergrendeld, dat de meetkontakten slechts toegankelijk zijn in de geaarde toestand 25 van de kabel.
2. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door middelen waarmee de scheidingsomschakelaar en de kabeltoegangspoorten bij gesloten vermogens- of lastschakelaars zijn vergrendeld en bij geopende vermogens- of lastschakelaar 50 ter vergrendeling van de scheidingsomschakelaar; de geopende vermogens- of lastschakelaar in elke tussenstand van de scheidingsomschakelaar is vergrendeld, welke vergrendeling is opgeheven in de vergrendelde aardingsstand van de scheidingsomschakelaar; de vergrendeling van de kabeltoegangspoorten is opgeheven bij ge- 35 sloten vermogens- of lastschakelaar en als de scheidingsomschake- t 78 1 20 8 1 ’· ΐσ- laar in de aardingsstand is vergrendeld; terwijl bij geopende kabel-toegangspoorten de scheidingsomschakelaar in de aardingsstand is ver- grendeld en de vermogens- of lastschakelaar vrij in- en uitgescha-keld kan worden.
3. Inrichting volgens conclusie 2,gekenmerkt’ 5 door een met een afsluitklep (20) voor de kabeltoegangs-poorten (32) samenwerkende eerste vergrendelnok (22), waarmee de afsluitklep (20) via een op een bedieningshefboom (27) voor de scheidingsomschakelaar (2) aangebrachte aanslag (21) in de gesloten stand wordt gehouden als de scheidingsomschakelaar (2) 10 in de bedrijfsstand staat; een eveneens met de afsluitklep (20) samenwerkende tweede vergrendelnok (16), die de afsluitklep (2θ) bij geopende vermogens- of lastschakelaar (l) met behulp van een op de aandrijfmiddelen (19) van de vermogens- of lastschakelaar bevestigde vergrendelnok (18) in de gesloten stand wordt gehouden; 15 koppelmiddelen (29) verbonden met de. scheidingsomschakelaar (2) en met een vergrendelstang (11), zodat deze gelijktijdig met de scheidingsomschakelaar (2) wordt verplaatst bij het bedienen van de scheidingsomschakelaar (2), waarmee de scheidingsomschakelaar (2)’ hetzij in de bedrijfsstand, hetzij in de aardingsstand kan worden 20 vergrendeld met behulp van een vergrendelorgaan (30), dat de vergrendelstang (11) in een van zijn beide uiteinden kan vasthouden, welk vergrendelorgaan (30) kan worden bediend door een vergrendel-hefboom (13) en een daarmee verbonden bedieningsstang (14)ί een op de vergrendelhefboom (13) aangebrachte aanslag (15) waarmee via 25 de vergrendelkruk (18) enerzijds de vermogens- of lastschakelaar (l) bij ontgrendelde scheidingsomschakelaar (2) tegen inschakelen is geblokkeerd en waarmee anderzijds de scheidingsomschakelaar (2) bij geopende vermogens- of lastschakelaar (l) tegen ontgrendeling is geblokkeerd; een met de tweede vergrendelnok (16) gekoppelde 30 aanslag (17)> waarmee de vergrendelde hefboom (13) voor de bedieningsstang (14) bij geopende afsluitklep (20) wordt geblokkeerd.
4. Inrichting volgens conclusie 3, m e t het'- kenmerk, dat de afsluitklep (20) van scharnierarmen (25,26) is voorzien, met welke armen de eerste en tweede vergrendelnokken 35 (22,16) zijn gekoppeld. 78 1 20 8 1 *
5· Inrichting volgens conclusie 4,met het kenmerk, dat de eerste en tweede vergrendelnokken (22,16) worden gevormd door een uiteinde van een strook, die met een van de scharnierarmen is verbonden, waarbij de tweede vergrendelnok (16) bestaat uit een duwstrip, die de vergrendelkruk (19) kan tegen- 5 houden.
6. Inrichting vólgens een van de conclusies 4 of 5, m e t het kenmerk, dat de koppelmiddelen (29) bestaan uit een koppelplaat, waarmee een uiteinde van de vergrendelstang (11) en een uiteinde van een trekstang (9) van de scheidings- 10 omschakelaar (2) zijn verbonden, en dat zowel de vergrendelstang (11) als de trekstang (9) worden gevoerd door openingen in een onder de koppelplaat (29) gelegen vergrendelorgaan (30) in de vorm van een vergrendelstrip, met behulp waarvan de trekstang (11) in de uiterste standen kan worden vergrendeld voor het vergrendelen 15 van de scheidingsomschakelaar (2).
7· Inrichting volgens conclusie 6, m e t het kenmerk, dat de vergrendelstang (11) in elk uiteinde is voorzien van een ringvormige groef (12), die kan samenwerken met een in de opening van de vergrendelstrip (30) voor de vergrendelstang (11) 20 uitmondende sleuf, waarvan de breedte gelijk is aan de diameter van de ringvormige groef, welke vergrendelstrip (30) dwars ten opzichte van zowel de vergrendelstang (11) als de trekstang (9) kan worden verplaatst, waarbij de vergrendelstrip (39) worden verschoven door middel van de, aan een uiteinde van de vergrendel- 25 hefboom (13) bevestigde bedieningsstang (14)» waarbij het andere uiteinde van de vergrendelhefboom (13) zich bevindt in een om dit uiteinde passende uitsparing in de vergrendelstrip (30), terwijl de vergrendelhefboom (13) draaibaar is om een, nabij de vergrendel-strip (30) aangebracht scharnierpunt (23)· 30 78 1 2 0 8 1
Priority Applications (9)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NLAANVRAGE7812081,A NL172711C (nl) | 1978-12-12 | 1978-12-12 | Geheel gesloten schakelinstallatie-eenheid. |
FR7930356A FR2444354A1 (fr) | 1978-12-12 | 1979-12-11 | Dispositif de manoeuvre et de verrouillage pour installation de commutation electrique |
GB7942705A GB2040580B (en) | 1978-12-12 | 1979-12-11 | Actuating and locking device for a switching installation |
DK526679A DK526679A (da) | 1978-12-12 | 1979-12-11 | Aktivator og tilhoerende laaseorgan til brug ved elektriske afbrydere til mellemspaendinger |
DE2949774A DE2949774C3 (de) | 1978-12-12 | 1979-12-11 | Betätigungs- und Verriegelungsvorrichtung für eine Schaltanlage |
ES486741A ES486741A1 (es) | 1978-12-12 | 1979-12-11 | Perfeccionamientos en los mecanismos de accionamiento y blo-queo,particularmente para su uso en una instalacion de in- terruptor de tension media |
IT69382/79A IT1119696B (it) | 1978-12-12 | 1979-12-12 | Dispositivo di azionamento e bloccaggio per sistemi elettrici di commutazione |
BE0/198533A BE880575A (nl) | 1978-12-12 | 1979-12-12 | Bedienings en vergrandelinrichting, in het bijzonder voor een middenspanningsinstallatie |
AU53749/79A AU517391B2 (en) | 1978-12-12 | 1979-12-12 | Actuating and locking device |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NLAANVRAGE7812081,A NL172711C (nl) | 1978-12-12 | 1978-12-12 | Geheel gesloten schakelinstallatie-eenheid. |
NL7812081 | 1978-12-12 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL7812081A true NL7812081A (nl) | 1980-06-16 |
NL172711B NL172711B (nl) | 1983-05-02 |
NL172711C NL172711C (nl) | 1983-10-03 |
Family
ID=19832057
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NLAANVRAGE7812081,A NL172711C (nl) | 1978-12-12 | 1978-12-12 | Geheel gesloten schakelinstallatie-eenheid. |
Country Status (9)
Country | Link |
---|---|
AU (1) | AU517391B2 (nl) |
BE (1) | BE880575A (nl) |
DE (1) | DE2949774C3 (nl) |
DK (1) | DK526679A (nl) |
ES (1) | ES486741A1 (nl) |
FR (1) | FR2444354A1 (nl) |
GB (1) | GB2040580B (nl) |
IT (1) | IT1119696B (nl) |
NL (1) | NL172711C (nl) |
Families Citing this family (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3143279C2 (de) * | 1981-10-31 | 1985-08-01 | Brown, Boveri & Cie Ag, 6800 Mannheim | Erdungsvorrichtung an einer isolierstoffgekapselten Mittelspannungs-Schaltanlage |
DE3364632D1 (en) * | 1982-04-05 | 1986-08-28 | Y S Securities Ltd | Electrical switchgear |
DE3530196A1 (de) * | 1985-08-23 | 1987-02-26 | Concordia Sprecher Schalt | Erdungsschalteranordnung fuer hochspannungsanlagen |
FR2773001B1 (fr) * | 1997-12-19 | 2000-01-21 | Schneider Electric Sa | Cellule a moyenne tension a isolement gazeux, et a tenue dielectrique elevee |
ES2178600B1 (es) * | 2001-03-30 | 2004-08-01 | Grupo Ormazabal, S.A. | Sistema de bloqueo de las diferentes posiciones de un interruptor seccionador de puesta a tierra en celdas de media tension. |
CN114336339B (zh) * | 2021-12-29 | 2023-10-13 | 杭州杰耀电力设备有限公司 | 一种具有自锁效果的高压变频手动旁路柜 |
Family Cites Families (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB1080072A (en) * | 1963-01-07 | 1967-08-23 | J G Statter Ltd | Improvements in or relating to electric switch fuses |
FR1543152A (fr) * | 1963-04-22 | 1968-10-25 | Coq France Soc | Dispositif interrupteur haute tension |
-
1978
- 1978-12-12 NL NLAANVRAGE7812081,A patent/NL172711C/nl not_active IP Right Cessation
-
1979
- 1979-12-11 FR FR7930356A patent/FR2444354A1/fr active Granted
- 1979-12-11 ES ES486741A patent/ES486741A1/es not_active Expired
- 1979-12-11 DE DE2949774A patent/DE2949774C3/de not_active Expired
- 1979-12-11 DK DK526679A patent/DK526679A/da not_active Application Discontinuation
- 1979-12-11 GB GB7942705A patent/GB2040580B/en not_active Expired
- 1979-12-12 AU AU53749/79A patent/AU517391B2/en not_active Ceased
- 1979-12-12 IT IT69382/79A patent/IT1119696B/it active
- 1979-12-12 BE BE0/198533A patent/BE880575A/nl not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
IT1119696B (it) | 1986-03-10 |
IT7969382A0 (it) | 1979-12-12 |
AU5374979A (en) | 1980-07-10 |
BE880575A (nl) | 1980-06-12 |
GB2040580A (en) | 1980-08-28 |
DK526679A (da) | 1980-06-13 |
AU517391B2 (en) | 1981-07-30 |
GB2040580B (en) | 1983-04-13 |
ES486741A1 (es) | 1980-06-16 |
FR2444354A1 (fr) | 1980-07-11 |
FR2444354B1 (nl) | 1984-02-17 |
DE2949774C3 (de) | 1982-02-11 |
NL172711C (nl) | 1983-10-03 |
NL172711B (nl) | 1983-05-02 |
DE2949774B2 (de) | 1981-04-23 |
DE2949774A1 (de) | 1980-07-10 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US10587098B2 (en) | Medium voltage switchgear enclosure | |
CA2781263C (en) | Disconnect switch including fusible switching disconnect modules | |
US6066814A (en) | Interlock for switchgear | |
US4926286A (en) | Enclosed switchboard | |
CA1289607C (en) | Draw-in and draw-out mechanism of an electrical circuit breaker with main and auxiliary circuits | |
US4305114A (en) | Motor control center | |
CA2162074A1 (en) | Draw-out circuit breaker unit with coordinated cable interlock and shutter | |
US5450280A (en) | Voltage transformer disconnect grounding system | |
US7075027B1 (en) | Spring-charged mechanism assembly employing two trunnion members moveable in different planes and circuit interrupter employing the same | |
JPH0410282B2 (nl) | ||
CN101588026A (zh) | 一种24kV中置式开关柜 | |
NL7812081A (nl) | Bedienings- en vergrendelinrichting, in het bijzonder voor een middenspanningsinstallatie. | |
PL198343B1 (pl) | Płytka krzywkowa do wyciąganego mechanizmu, wyciągany mechanizm do poruszania wtyczkowego wyłącznika i wtyczkowy wyłącznik | |
US4038626A (en) | High voltage contactor | |
CA2030654A1 (en) | Electrical switchgear having an insertable and retractable apparatus rack | |
US4777559A (en) | Article mounting and handling method and apparatus | |
US4555602A (en) | Draw out switchgear and operating mechanism | |
US3748621A (en) | Locking mechanism | |
US3681545A (en) | Drawout switchgear | |
US3914659A (en) | Switchgear truck-mounted polyphase potential transformer and switch apparatus | |
CN105932587A (zh) | 一种直流快速断路器手车 | |
US3770917A (en) | Draw out switchgear assembly with suspended linear guide support means for movable contactor | |
US4827374A (en) | Flip out fuse assembly | |
CN112701604B (zh) | 一种开关柜保护联锁机构及金属铠装移开式开关柜 | |
US3309473A (en) | Racking mechanism for disconnecting circuit breaker conductors from switch board conductors |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1C | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |