NL7811229A - Verzwakkerinrichting bevattende een cascadeschakeling van een stappenverzwakker en een regelbare spannings- deler, alsmede een besturingsschakeling voor de rege- ling daarvan. - Google Patents

Description

> SCHM/CS PHN 9276 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

"Verzwakkerinrichting bevattende een cascadeschakeling van een stappenverzwakker en een regelbare spanningsdeler, alsmede een besturingsschakeling voor de regeling daarvan.”

De uitvinding betreft een verzwakkerinrichting bevattende een van een ingang voorziene stappenverzwakker welke via eerste en tweede spanningsklemmen in cascade geschakeld is met een van een uitgang voorziene regelbare 5 spanningsdeler, alsmede bevattende een van een regelingang voorziene besturingsschakeling voor het regelen van de stap-penverzwakker en de regelbare spanningsdeler welke stappen-verzwakker is voorzien van een tussen de ingang en een re-ferentieklem geschakelde serieschakeling van verzwakkerele-10 menten, welke parallel schakelbaar zijn aan de beide span ningsklemmen .

Een dergelijke verzwakkerinrichting is bekend uit de Nederlandse ter visie gelegde octrooiaanvrage nr.

300875.

15 De stappenverzwakker van de bekende verzwakker inrichting verdeelt een tussen de ingang en de referentie-klem aangebrachte ingangsspanning over de verzwakkerelementen in een aantal spanningsincrementen. Door een bepaald verzwakkerelement parallel te schakelen aan de beide span-20 ningsklemmen wordt het over dit verzwakkerelement staand spanningsincrement via de spanningsklemmen naar de regelbare spanningsdeler gevoerd. Hierin wordt een spanningswaarde gelegen binnen het bereik van het spanningsincrement geschakeld aan de uitgang van de regelbare spanningsdeler.

25 Een toename van de uitgangsspanning over het trajekt van de spanningsincrementen van twee aanliggende verzwakkerelementen, wordt bij de bekende verzwakkerinrichting als volgt gerealiseerd. Na het bereiken van de hoogste 7811229 ^ · 2 EEK 9276______________________________;_______________________- .........----- --------------------------------------- stand van de regelbare spanningsdeler, waarin de grootste spanningswaarde van het tussen de beide spanningsklemmen aangelegde spanningsincrement, naar de uitgang is doorgeschakeld, worden onder besturing van de besturingsschakeling 5 de beide uiteinden van het betreffende verzwakkerelement afgeschakeld van de beide spanningsklemmen en de beide corresponderende uiteinden van het volgend verzwakkerelement verbonden met de beide spanningsklemmen. De regelbare spanningsdeler wordt nu vanuit de laatstgenoemde hoogste stand 10 gebracht in de laagste stand, waarin de laagste spannings waarde van het spanningsincrement tussen de beide spanningsklemmen wordt doorgeschakeld naar de uitgang. De uitgangs-spanning kan nu verder toenemen over het traject van het hogere spanningsincrement. Voor een afname van de uitgangs- 15 spanning over het traject van twee aanliggende verzwakker- de elementen wordt/omgekeerde werkwijze gevolgd.

De schakelakties die uitgevoerd moeten worden om van het ene naar het andere spanningsincrement om te schakelen veroorzaken spanningspieken welke zich storend 20 kunnen manifesteren. Bij een gebruik van deze verzwakker- inrichting bijvoorbeeld als volume-regelaar in radio’s zijn deze spanningspieken als schakelploffen in het geluid hoorbaar.

De uitvinding beoogt een verzwakkerinrichting 2 5 aan te geven, waarbij een variatie van de uitgangsspanning over twee opeenvolgende spanningsincrementen wordt gerealiseerd met een minimum aantal schakelakties, waarbij schakel-pieken kunnen worden vermeden.

Een verzwakkerinrichting van de in de aanhef vermelde soort volgens de uitvinding vertoont daartoe het kenmerk, dat bij het omschakelen van de beide spanningsklemmen van een eerste naar een aanliggend tweede verzwak-kerelement onder besturing van de besturingsschakeling, de verbinding van het gemeenschappelijk knooppunt tussen de 35 beide verzwakkerelementen en één der beide spanningsklem men gehandhaafd blijft en de verbinding van de andere span- 7311220 PHN 9276________________:__________________________-.. ___________________________ ________________ ningsklem met het tegenover dit knooppunt gelegen uiteinde van het eerste verzwakkerelement wordt omgeschakeld naar het tegenover dit knooppunt gelegen uiteinde van het tweede ver-zwakker el ement..

5 Bij toepassing van deze maatregel volgens de uitvinding worden de schakelakties beperkt tot het verbreken van de verbinding van het tegenover het genoemd knooppunt gelegen uiteinde van het eerste verzwakkerelement en één der beide spanningsklemmen en het verbinden van het 10 eveneens tegenover dit knooppunt gelegen uiteinde van het tweede verzwakkerelement met de laatstgenoemde spannings-klem. Hierdoor wisselt de polariteit van de spanning tussen de beide spanningsklemmen met als gevolg dat bij een ongewijzigde stand van de regelbare spanningsdeler, nu in plaats 15 van de hoogste, de laagste spanningswaarde van het tussen de spanningsklemmen geschakeld spanningsincreroent of omgekeerd, aan de uitgang ligt. Een omschakeling in de regelbare spanningsdeler kan nu dus achterwege blijven.

Een verder voordeel van de gehandhaafde ver-20 binding van het gemeenschappelijke knooppunt tussen de beide verzwakkerelementen en één der beide spanningsklemmen tijdens het omschakelen is, dat de spanning aan deze spannings-klem, welke via de spanningsdeler als uitgangsspanning aan een uitgangsklem doorgeschakeld wordt, op een vaste waarde 25 gehouden wordt, waardoor schakelpieken worden vermeden.

Een voorkeuruitvoering van een verzwakkerin-richting volgens de uitvinding vertoont het kenmerk, dat de regelbare spanningsdeler een tussen de beide spanningsklemmen geschakelde serieschakeling van verzwakkerelementen 30 bevat, waarbij iedere uiteinde van de verzwakkerelementen onder besturing van de besturingsschakeling afzonderlijk schakelbaar is aan een uitgang van de verzwakkerinrichting.

Bij toepassing van deze maatregel is de regelbare spanningsdeler discreet uitgevoerd en is de bestu-35 ring daarvan met behulp van een eenvoudige besturingsschake ling te realiseren.

Een nog verdere voorkeursuitvoering van een 7811229 * -k- ' .PM...927..6„,„____________________________________________________________________________________________________________________________________-......-.....- dergelijke verzwakkerinrichting vertoont het kenmerk, dat de regelingang van de besturingsschakeling eerste en tweede aan een pulsgenerator gekoppelde regelklemmen bevat, welke schakelbaar verbonden zijn met een telinrichting voor het 5 optellen van aan de eerste regelklem toegevoerde pulsen en het aftrekken van aan de tweede regelklem toegevoerde pulsen, welke telinrichting is verbonden met een schakelstuurinrichting voor het omzetten van het uitgangssignaal van de telinrichting in een schakelstuursignaal voor de stappenver- f 10 zwakker en de regelbare spanningsdeler, waarbij een via één der beide regelklemmen aan de telinrichting toegevoerde puls-reeks een toename en een via de andere regelklem aan de telinrichting toegevoerde pulsreeks een afname van de uitgangs-spanning van de verzwakkerinrichting veroorzaakt.

15 ' Bij toepassing van deze maatregel is de ver zwakkerinrichting in zijn geheel integreerbaar.

Een andere voorkeursuitvoering van een verzwakkerinrichting volgens de uitvinding, vertoont het kenmerk, dat de verzwakkerelementen van de stappenverzwakker een tussen 20 de ingang en de referentieklem geplaatste spanning in deel- spanningen onderverdelen welke zich onderling logaritmisch verhouden.

Bij toepassing van deze maatregel vindt een logaritmische spanningsvariatie plaats, hetgeen onder meer 25 bij sterkteregelingen van audiosignalen gewenst is.

De uitvinding zal nader worden uitgelegd aan de hand van de bij wijze van voorbeeld in de tekening weergegeven figuren.

Hierin toont: 30 Fig. 1 een principeschema van de stappenver zwakker en de regelbare spanningsdeler van de verzwakkerinrichting volgens de uitvinding.

Fig. 1a een logaritmische stappenverzwakker

Fig. 1b een uitvoering van een verzwakkerinrich-35 ting waarbij een aantal stappenverzwakkers en een regelbare spanningsdeler in cascade zijn geschakeld en 7811229 5 - - 4 PHN ..927-6________________________________________________________________________:.............................................................

Fig. 2 een praktisch uitvoeringsvoorbeeld van een integreerbare verzwakkerinrichting volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont een stappenverzwakker 1 welke via eerste en tweede spanningsklemmen 5 en 6 in cascade gescha-5 keld is met een regelbare spanningsdeler 2. De stappenver- zwakker 1 is voorzien van een ingang 3 en een aan massa gekoppelde referentieklem 4 waartussen een spanningsbron 8 is geschakeld en bevat een tussen de ingang 3 en de referentie-klem 4 geschakelde serieschakeling van als verzwakkerelemen-10 ten fungerende weerstanden 11t/m 15· De weerstand 11 is via schakelaars 21 en 22 parallel schakelbaar tussen de spanningsklemmen 5 en 6, de weerstand 12 via schakelaars 23 en 22, de weerstand 13 via schakelaars 23 en 24, de weerstand 14 via de schakelaars 25 en 24 en de weerstand 15 via de 15 schakelaars 25 en 26.

De regelbare spanningsdeler 2 bevat een tussen de spanningsklemmen 5 en 6 geschakelde serieschakeling van als verzwakkerelementen fungerende weerstanden 31 t/m 36. De uiteinden van deze weerstanden 31 t/m 36 zijn via 20 ’ een parallelschakeling van respektievelijk schakelaars 41 t/m 47 afzonderlijk schakelbaar verbonden met een uitgang 7 van de regelbare spanningsdeler 2. De uitgangsspan-ning wordt gemeten aan de uitgang 7 ten opzichte van een aan de referentieklem 4 geschakelde uitgangsreferentieklem 9· 25 Bij een spanning V van de spanningsbron 8 en gelijke weerstanden 11 t/m 15 wordt door sluiting van de schakelaars 25 en 26 de spanningsklem 6 verbonden met massa en de spanningsklem 5 met 1/5 V. De uitgangsspanning aan de uitgang 7 kan nu op een spanningswaarde in het tra-30 jekt van 0 tot en met 1/5 V gebracht worden door sluiting van één der schakelaars 41 t/m 47«

Bij gelijke weerstanden 3 1 t/m 36 kan bijvoorbeeld door sluiting van de schakelaar 46 de uitgangsspan-ning op 1/30 V gebracht worden. Door de schakelaar 46 te 35 openen en schakelaar 47 te sluiten wordt de uitgangsspan- ning op 2/30 V gebracht. Op deze wijze kan de uitgangsspan-ning in stappen van 1/30 V stijgen tot de maximale 7811229 -6 - *» / PHN.. 9276._____________________________________________________________________________________________________________,.............

waarde (1/5 V) van het spanningincrement tussen de spannings-klemmen 5 en 6, De schakelaar 41 is dan gesloten en de schakelaars 42 t/m 47 geopend.

Een verdere toename van de uitgangsspanning is 5 mogelijk door het spanningsincrement van de volgende weer

stand 14 over te brengen naar de spanningsklemmen 5 en 6. Dit wordt volgens de uitvinding gerealiseerd door de schakelaar 26 te openen en de schakelaar. 24 te sluiten. De schakelaar 25 blijft hierbij onveranderd in gesloten toestand. Aan 10 de spanningsklem 5 blijft daardoor een spanning van 1/5 V

liggen terwijl aan de spanningsklem 6 nu een spanning van 2/5 V wordt toegevoerd. De regelbare spanningsdeler 2, welke hoogste spanningswaarde (1/5 V) van het vorige spannings-increraent bij gesloten toestand van de schakelaar 41 aan 15 de uitgang 7 doorschakelde, schakelt nu bij een ongewijzig de gesloten stand van de schakelaar 41 de laagste spanningswaarde (1/5 v) van het nieuwe spanningsincrement (1/5 V -2/5 V) door. De spanningspolariteit tussen de spanningsklemmen 5 en 6 is nu immers tegengesteld aan die bij het vorige 20 spanningsincrement. De uitgangsspanning kan nu in stappen van 1/30 V verder toenemen tot 2/5 V door een successievelijk schakelen van de schakelaars 42 t/m 47·

Een verdere toename van de uitgangsspanning na het bereiken van 2/5 V bij sluiting van de schakelaar 47 25 wordt mogelijk door het spanningsincrement van de vol gende weerstand 13 over te brengen op de spanningsklemmen 5 en 6. Dit wordt volgens de uitvinding gerealiseerd door de schakelaar 25 te openen en de schakelaar 23 te sluiten.

De spanningspolariteit tussen de spanningsklemmen 5 en 6 30 wisselt: aan de spanningsklem 5 ligt een spanning van 3/5 V

aan de spanningsklem 6 een spanning van 2/5 V. De üitgangs-spanning kan nu over dit spanningsincrement van 2/5 V naar 3/5 V in stappen van 1/30 V verder toenemen door een successievelijk schakelen van de schakelaars 46 t/m 41.

35 Op de hierboven omschreven wijze is het mogelijk de uitgangsspanning over de volgende spanningsincrementen ^3^5,| 4^5 V) en (4/5 V - V) in stappen van 1/30 V te la- - 7 ~ PHN 9276.......__________________________________________________________ ________________ . . _______ ten toenemen.

Een afname van de uitgangsspanning vindt plaats door de schakelakties in omgekeerde volgorde uit te voeren.

De regelbare spanningsdeler 2 welke de aan de 5 spanningsklemmen 5 en 6 aangeboden spanning in discrete spanningsnivo's onderverdeelt kan worden vervangen door een analoge spanningsdeler bijvoorbeeld een potentiometer of een schakeling zoals beschreven in de Nederlandse Octrooiaanvrage OA 1 802 973· Een dergelijke, niet getoonde, uit-10 voering biedt het voordeel dat schakelakties in de regel bare spanningsdeler bij de boven omschreven schakelwijze in de stappenverzwakker niet voorkomen, zodat schakelpieken. geheel vermeden worden.

Fig. 1a toont een stappenverzwakker 1' met een 15 logaritmische spanningsverdeelfunktie. De elementen die overeenkomen met .de elementen van de in de voorgaande figuur weergegeven stappenverzwakker zijn gelijk genummerd. De stappenverzwakker 1 is voorzien van weerstanden 27, 28, 29 en 30 welke enerzijds aan de referentieklem 4 geschakeld 20 zijn en anderzijds respektievelijk verbonden zijn met de gemeenschappelijke knooppunten van de weerstanden 11 en 12, 12 en 13 , 13 en 14 en 14 en 1 5 ·

Bij een waarde van 2 R voor de weerstanden 15 en 27 t/m 30 en R voor de weerstanden 11 t/m 14, wordt de 25 totale waarde van de weerstanden 15 en 30* R, evenals de totale waarde van de weerstanden 14, 15, 29 en 30; 13, 14, 15, 28, 29 en 30; 12, 13, 14, 15, 27, 28, 29,en 30. Vordt de ingang 3 °P een spanningswaarde V gebracht en ligt de re-ferentieklem 4 aan massa, dan staat op het gemeenschappelijk 30 knooppunt van de weerstanden 11, 12 en 27 een spanning \ V; op het gemeenschappelijk knooppunt van de weerstandei 12, 13 en 28 een spanning -jj- V; op het gemeenschappelijk knooppunt van de weerstanden 13, 14 en 29 een spanning ^ V; op het gemeenschappelijk knooppunt van de weerstanden 14, 15 en 35 30 een spanning -γζ V. De spanning op de knooppunten neemt in de genoemde volgorde met een faktor \ af. Een dergelijke spanningsverdeling is van voordeel bij bijvoorbeeld 7811229 > * 8 PHN. 927.6 ___________________________________________________________________________..................................................................................................

volumeregelingen in audioversterkers.

Fig. 1b toont een cascadeschakeling van stap-penverzwakkers 1a t/m 1k en de regelbare spanningsdeler 2, waarbij de stappenverzwakkers 1a t/m 1k gelijk zijn aan 5 de stappenverzwakker 1. Tussen ingang 3k en de referentie- klem 4k van de stappenverzwakker 1k is de spanningsbron 8 geschakeld. De referentieklem 4k ligt aan massa en is gekoppeld aan de uitgangsreferentieklem 9*

Uitgaande van Nq verzwakkerelementen in de 10 regelbare spanningsdeler 2 en respektievelijk t/m ver zwakkerelementen in de stappenverzwakkers 1a t/m 1k in een interne schakelingsconfiguratie zoals getoond in fig. 1, met Nq t/m gelijk of groter dan 3» kunnen met een dergelijke cascadeschakeling 1 + verschillende span- ningsnivo’s worden gerealiseerd met k + N. schakelaars.

J=o j

Een maximaal aantal verschillende spannings- nivo1s bij een minimaal aantal schakelaars wordt bereikt als N. = N Λ = 2 (j a o ......... k-1 ). Het aantal J ut 1 verschillende spanningsnivo1s bedraagt dan 1 + 2 , het aan- 20 tal schakelaars 2k + 1.

Fig. 2 toont een integreerbare verzwakkerin- richting volgens de uitvinding, waarin de klemmen 3 t/m 7 overeenkomen met gelijkgenummerde klemmen van fig. 1. De stappenverzwakker 1 en de regelbare spanningsdeler 2 komen 25 in funktie overeen met die van fig. 1. De besturing van de stappenverzwakker 1 en de regelbare spanningsdeler 2 wordt gerealiseerd met behulp van een besturingsschakeling, bevattende een schakelaar 86, een klokpulsgenerator 83 welke via een blokkeringsschakeling A gekoppeld is aan een tel-30 inrichting 90, een tussen een uitgang van de telinrichting 90 en een ingang van de blokkeringsschakeling A gekoppelde cyclusindicator 92 en een eveneens aan de uitgang van de telinrichting 90 gekoppelde schakelstuurinrichting 91 welke verbonden is met de stappenverzwakker 1 en de regelbare 35 spanningsdeler 2 voor het daaraan toevoeren van schakel- stuursignalen.

7311229 i 9 ...

:"v PHN ..9276....................,..._.................................................................................... .... ... .........................

De genoemde schakelingen en inrichtingen zijn gerealiseerd met behulp van geïntegreerde circuits welke alle gedocumenteerd zijn in het Philips Data Handbook "Semiconductors and Integrated Circuits", Part 6, May 1976.

5 De aansluitklemmen van deze geïntegreerde circuits zijn in de onderhavige figuur aangegeven met een letter en een index.

Deze index geeft het klemnummer van de betreffende aansluit-klem aan zoals vermeld in het genoemd Philips Data Book. De voedingsaansluitklemmen, alsmede de aansluitklemmen welke 10 voor de genoemde besturing niet relevant zijn, zijn niet weergegeven.

De blokkeringsschakeling A bevat een geïntegreerde schakeling van het type HEF 4012 P, waarin is opgenomen een tweetal NAND-poorten A' en A" respektievelijk 15 met ingangsklemmen A^ t/m A^ en A^ t/m A^. De ingangsklem- men A^ en A^q liggen respektievelijk via weerstanden 85 en 84 aan massa en zijn via een wisselschakelaar 86 verwisselbaar verbonden met een positieve voedingsspanning: in een stand I van de wisselschakelaar 86 is de ingangsklem A.^ 20 verbonden met de voedingsspanning, in een stand II is de ingangsklem A^ verbonden met de voedingsspanning. De ingangsklemmen A^ en A^ fungeren als eerste en tweede regel-klemmen van de besturingsschakeling en zijn gekoppeld aan een uitgang van de klokpulsgenerator 83» welke positieve 25 pulsen aflevert in een frequentie van ongeveer 10 Hz.

De ingangsklemmen A^ en zijn verbonden met een uitgang van de cyclusindicator 92.

De telinrichting 90 bevat een tweetal geïntegreerde circuits B en C van het type HEF 40193 P respek-30 tievelijk met ingangsklemmen B^, B^ en C^, en uitgangs- klemmen B^, B^, B^, B^ en C^, C^, C^. Het geïntegreerde circuit B is enerzijds via de ingangsklemmen B_ en B. gekop- 5 ^ peld aan de uitgangsklemmen A1 en A^ van de NAND-poorten A' en A" en anderzijds via leenbituitgangsklemmen B.^ en 35 ^>'\3 aan inSan&sic1-emmen 0,_ en van het geïntegreerde circuit C.

De som van aan de ingangsklem B toegevoerde 78 1 1 229 10 .

<4 t PHN 9276_______________________________________________________________________________________________________________________________________________________ pulsen wordt in binair-decimale getalvorm gepresenteerd aan de uitgangsklemmen By By Bg, By, Qy en Cg, waarbij de bitsignificantie in de genoemde volgorde toeneemt van 2° tot 2^. Een grote klemspanning, de hierna te noemen 5 1-spanning, komt hierbij met de binaire waarde 1 overeen en een kleine klemspanning, de hierna te noemen 0-spanning, met de binaire waarde 0. Pulsen welke aan de ingangsklem B^ worden toegevoerd verkleinen het binair-decimale getal aan de laatstgenoemde uitgangsklemmen.

10 De cyclusindicator 92 bevat een geïntegreerde NAND-poort D van het type HEF 4θ68 P met ingangsklemmen D^ t/m en D^ t/m en een uitgangsklem D.^» alsmede een .geïntegreerde NOR-poort E van het type HEF 4078 P met ingangsklemmen E0 t/m E_. en E_ t/m E.. en een uitgangsklem Eic>.

5 9 11 ij 15 De uitgangsklem D^ is gekoppeld aan de ingangsklem A^ van de NAND-poort A', de uitgangsklem E^ via een inverter 81 aan de ingangsklem A^ van de NAND-poort A". De ingangsklem

D_ van de NAND-poort D is via een inverter 80 gekoppeld D

aan de uitgangsklem By van de telinrichting 90, de overige 20 ' ingangsklemmen D^ t/m D^ en D^ t/m D^ zijn respektievelijk gekoppeld aan de uitgangsklemmen B^, By Bg, Cy en Cg.

De ingangsklemmen E^ t/m E^ en E^ t/m E^ van de NOR-poort E zijn eveneens gekoppeld aan de respektievelijk uitgangsklemmen B^, B^,B^, By, Cy C2, Cg van de telinrichting 90.

25 Bij een getalswaarde van het binair-decimale getal aan de uitgangsklemmen By By Bg, By, C^, C^en ^6 van de telinrichting 90 in het gebied van 1 t/m 118 (dat wil zeggen van 1000000 tot 0110111) ligt aan de uitgangs klemmen D^ en E^ van de cyclusindicator 92 respektieve-30 lijk de 1-spanning en de 0-spanning. De 0-spanning aan de uitgangsklem E^ wordt in de inverter 81 omgezet in de 1-spanning, welke wordt toegevoerd aan de ingangsklem A^ ^ van de NAND-poort A".

In stand II van de wisselschakelaar 86 wordt 35 ook een 1-spanning aan de ingangsklem A^ van deze NAND-poort A' toegevoerd. Aan de ingangsklem A^Q van de NAND-poort A" ligt^dan een 0-spanriing, waardoor deze poort in gesloten /8112 2 § * - 11 / PHN 9276________________________________________________________________________________ toestand gehouden wordt. De NAND-poort A' staat opén voor de positieve klokpulsen van de klokpulsgenerator 83 welke aan -de ingangsklem Aj^ worden toegevoerd. Deze klokpulsen verschijnen aan de uitgangsklem A^, worden aan de ingangs-5 klem B_ van de telinrichting 90 toegevoerd en opgeteld bij het binair -decimale getal aan de uitgangsklemmen daarvan. Bereikt dit binair-decimale getal de waarde 119 (dat wil zeggen 1110111 ), dan verschijnt aan de uitgangsklem D^ de 0-spanning, waardoor de NAND-poort A’ gesloten wordt.

10 De overdracht van verdere klokpulsen van de klokpulsgene rator 83 naar de optelinrichting 90 is dan geblokkeerd.

Wordt de wisselschakelaar 86 daarna omgezet in stand I, dan wordt aan de ingangsklem Ag van de NAND-poort A' een 0-spanning toegevoerd, waardoor deze poort, 15 ook voor andere waarden van het genoemd binair-decimale ge tal, gesloten is. Aan de ingangsklem A^q van de NAND-poort A" wordt via de wisselschakelaar 86 een 1-spanning toegevoerd. Aan de ingangsklem A^ wordt een 1-spanning via de inverter 81 toegevoerd. De NAND-poort A"staat dan open voor 20 de klokpulsen van de klokpulsgenerator 83 en geleidt deze klokpulsen via de uitgangsklem A^ naar de ingangsklem van de optelinrichting 90. De klokpulsen verminderen de getalwaarde van het binair-decimale getal aan de uitgangsklemmen B^, Bg, Bg, B^, C^, Cg en Cg. Wordt de waarde 0 be-25 reikt (dat wil zeggen OOOOOOO), dan verschijnt aan de uitgangsklem de 1-spanning welke in de inverter 81 in de 0-spanning wordt omgezet. Deze 0-spanning sluit de NAND-poort A" waardoor de overdracht van verdere klokpulsen aan de telinrichting 90 geblokkeerd worden.

30 De telcyclus omvat daardoor dus 120 verschil lende getalswaarden van 0000000 tot en met 1110111, en wordt doorlopen in een door de stand van de wisselschakelaar 86 bepaalde richting.

De schakelstuurinrichting 91 bevat een geïnte-35 greerde bufferschakeling G van het type HEF 40097 P en een geïntegreerde inverterende bufferschakeling F van het type HEF b0098 P voor het opwekken van een schakelstuursignaal 7811229 * Λ 12 ΡΗΝ 9276______________________________________________ _____________________________________________________...__________ ...................

voor de regelbare spanningsdeler 2, alsmede een geïntegreerde optelschakeling H van het type HEF 4008 P voor het opwekken van een schakelstuursignaal voor de stappenverzwak-ker 1. De regelbare spanningsdeler 2 bevat een gelntegreer-5 de multiplexschakeling I van het type HEF 4051 P en de stap- penverzwakker 1 bevat een tweetal multiplexschakelingen K en L eveneens van het type HEF 4051 P.

De multiplexschakeling X is voorzien van in-gangsklemmen I^t/nl^en uitgangsklemmen 1^ t/m 1^ en I12 t/m 10 ^15’ waarl:);i-j afhankelijk van de getalwaarde van het binaire signaal aan de ingangsklemmen X-j-j» I-jq en (van 000 tot 111) de uitgangsklem 1^ intern wordt doorverbonden met één der genoemde overige uitgangsklemmen 1^, 1^» 1^, 1^ en t/m 1^.

15 Eenzelfde werking vertoont de multiplexschakeling K welke voorzien is van ingangsklemmen t/m en uitgangsklemmen t/m K^en K^t/m evenals de multiplex schakeling L welke voorzien is van ingangsklemmen LQ t/m L11 y i \ en uitgangsklemmen t/m en t/m L^.

20 Tussen de uitgangsklemmen en 1^» I2 en I5 en I1» I1 en T12> TT2 en I15’ xi5 en Ii4» J14 en J13 van de mulitplexschakeling I zijn respektievelijk weerstanden 50 t/m 56 geschakeld. De uitgangsklem is met een uitgang 7 van de verzwakkerinrichting verbonden. In de geïntegreer-25 de multiplexschakeling I zijn dezelfde schak.elfunkties ge realiseerd als die, welke verkregen worden met behulp van de schakelaars 41 t/m 47 van de regelbare spanningsdeler van fig. 1.

Tussen de uitgangsklemmen en en 30 K1VK14 en L1V L14 en K^, en L^, en K^2, K^2 en L12, L12 en K1 , K1 en , L1 en K^, ai en K2, K2 en L2, L2 en K^, en L4 zijn respektievelijk weerstanden 60 t/m 74 verbonden. De uitgangsklem is via de spannings-klem 5 gekoppeld met de uitgangsklem I en de uitgangsklem 35 via de spanningsklem 6 met de uitgangsklem 1^. De uitgangsklem ligt via de ingang 3 van de verzwakker-inrida ting aan een te verdelen positieve spanning V en de uit- 7811229 13 ί ΡΗΝ 9276 ______________________________________________________________________________________________________________________________________ . ..................

gangsklem via de referentièklem 4 aan massa.

In de geïntegreerde multiplexschakeling K zijn dezelfde schakelfunkties gerealiseerd als die welke verkregen zijn met de schakelaars 21, 23 en 25 van de stappenver-5 zwakker 1 van fig. 1, evenzo zijn in de geïntegreerde multi plexschakeling L dezelfde schakelfunkties gerealiseerd als die welke verkregen zijn met de schakelaars 22, 24 en 26 van de genoemde stappenverzwakker.

10 De uitgangsklemmen B^, Bg, Bg en B^ van de op- telinrichting 90 zijn respektievelijk verbonden met ingangs-klemmen Gg, G^, Gg en G^ van bufferschakeling G en met in-gangsklemmen Fg, FFg en F^ van de inverterende buffer-schakeling F, waarbij tussen de uitgangsklem B^ en de in-15 gangsklem F^ een inverter 82 is geschakeld. Uitgangsklemmen G^, G^ en G^ van de bufferschakeling G en uitgangsklemmen Fg, F^ en F^ van de inverterende bufferschakeling F zijn respektieveli jk gekoppeld aan de ingangskl emmen f-j-j» 1-jq en I van de multiplexschakeling I.

y 20 De bufferschakeling G draagt de aan de ingangs- klem Gg, G^ en Gg gelegde spanning over aan de respektieveli jk uitgangsklemmen G„, G_ en G„ bij een 0-spanning aan 3 5 1 de ingangsklem G^. Wordt deze 0-spanning gewijzigd in een 1-spanning dan wordt de spanningsoverdracht van ingangs- 25 naar uitgangsklemmen geblokkeerd. De inverterende buffer- schakeling F vertoont eenzelfde werking doch draagt de aan de ingangsklemmen Fg, F^ en Fg in geïnverteerde vorm over aan de respektievelijk uitgangsklemmen F , F en F_.

3 5 7

De uitgangsklemmen B^, C^, Cg en Cg van de op- 30 telinrichting 90 zijn respektievelijk gekoppeld aan ingangs- klemmen KL, H_, en H, vein de optelschakeling H. De uit- /53 1 gangsklemmen , Cg en Cg zijn eveneens respektievelijk gekoppeld aan de ingangsklemmen K^, en van de multiplexschakeling K. Uitgangsklemmen H^, en van de 35 ~ optelschakeling H zijn respektievelijk verbonden met ingangsklemmen en van de multiplexschakeling L. Aan verdere ingangsklemmen Hg, H^, Hg en van de optelscha keling H wordt een binair signaal 1000 toegevoerd, door het 7811229 . - 14 PHN 9276.__________________________________________________________________________________________ _________________________ leggen van de ingangsklem Hg aan de 1-spanning en de ingangs-klemmen H^, Hg en aan een O-spanning (massa). De optel- schakeling H geeft aan de uitgangsklemmen ^en H-|^ de meest significante bits van de som van het binair-deci-5 male getal aan de ingangsklemmen H^, H^, H^, en het aan de ingangsklemmen Hg, H^, Hg en H^ toegevoerde (constante) binair-decimale getal 1000.

Het binair-decimale getal aan de ingangsklemmen I11» I10 en van de multiplexschakeling I doorloopt 10 de getallencyclus afwisselend van 0 t/m 7 (000 t/m 111) en van 7 t/ mO (111 t/m OOO), bij een voortdurend toe- of afname van het binaire getal aan de uitgangsklemmen B^, Bg,

Bg en B^. Op deze wijze wordt successievelijk één der uitgangsklemmen I^, I2, 1^, 1^, I12, I1 , 1^, I^in de genoem-15 de of in de omgekeerde volgorde met de uitgangsklem ver bonden. Hiermee wordt eenzelfde schakelwijze verkregen als de in de regelbare spanningsdeler 2 van fig. 1 gevolgde schakelwijze.

Na iedere getallencyclus van 0 t/m 7 dient de 20 stappenverzwakker 1 te worden omgeschakeld en wel zodanig dat een schakelaktie afwisselend in de multiplexsehakeling K en in de multiplexschakeling L wordt uitgevoerd. Een dergelijke schakelwijze wordt gerealiseerd door het binair-decimale getal aan de uitgangsklemmen B^, C^, Cg en Cg te ge-25 bruiken als schakelstuursignaal voor de stappenverzwakker 1 Verandert dit binair-decimale getal van oneven naar even, dan wordt de verbinding, van de uitgangsklem met een van de uitgangsklemmen K^, Kg, K^, , K^g en K^ omgeschakeld naar een volgende uitgangsklem. Het binair-decimale getal 30 aan de drie meest significante ingangsklemmen H,., H^ en H^ bepaald dan welke der genoemde uitgangsklemmen met de uitgangsklem K^ wordt verbonden. Verandert het genoemde binair-decimale getal van even naar oneven, dan wordt de verbinding van de uitgangsklem met één der uitgangsklemmen , Lg, 35 L^, L^, L^g t/m omgeschakeld naar een volgende uitgangs klem. Hier bepalen de drie meest significante bits van de som van het binair-decimale getal aan de ingangsklemmen H^, 781 12 2 9

Claims (4)

1. Verzwakkerinrichting bevattende een van een ingang voorziene stappenverzwakker welke via eerste en tweede 30 spanningsklemraen in cascade geschakeld is met een van een uitgang voorziene regelbare spanningsdeler, alsmede bevattende een van een regelingang voorziene besturingsschake-ling voor het regelen van de stappenverzwakker en de regelbare spanningsdeler, welke stappenverzwakker is voorzien 35 van een tussen de ingang en een referentieklem geschakelde serieschakeling van verzwakkerelementen, welke parallel schakelbaar zijn aan de beide spanningsklemmen, met het 7811229 PHNL.927.6........-..______________________________________________________________________________________________ kenmerk, dat bij het omschakelen van de beide spanningsklem-men van een eerste naar een aanliggende tweede verzwakker-element onder besturing van de besturingsschakeling, de verbinding van het gemeenschappelijk knooppunt tussen de beide -5 verzwakkere1ementen en één der beide spanningsklemmen gehand haafd blijft en de verbinding van de andere spanningsklem met het tegenover dit knooppunt gelegen uiteinde van het eerste verzwakkerelement wordt omgeschakeld naar het tegenover dit knooppunt gelegen uiteinde van het tweede verzwak-10 kerelement.

2. Verzwakkerinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de regelbare spanningsdeIer een tussen de beide spanningsklemmen geschakelde serieschakeling van ver-zwakkerelementen bevat, waarbij ieder uiteinde van de ver-15 zwakkerelementen onder besturing van de besturingsschake- ling afzonderlijk schakelbaar is aan een uitgang van de ver-zwakker-inrichting.

3· Verzwakkerinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de regelingang van de besturingsschakeling 20 eerste en tweede aan een pulsgenerator gekoppelde regelklem- men bevat, welke schakelbaar verbonden zijn met een tel-inrichting voor het optellen van aan de eerste regelklem toegevoerde pulsen en het aftrekken van aan de tweede regelklem toegevoerde pulsen, welke telinrichting is verbonden 25 met een schakelstuurinrichting voor het omzetten van het uitgangssignaal van de telinrichting in een schakelstuur-signaal voor de stappenverzwakker en de regelbare spannings-deler, waarbij een 'aan een der beide regelklemmen toegevoerde pulsreeks een toename en een aan de andere 'regel-30 klem tbegevoerde pulsreeks een afname van de uitgangs- spanning van de regelbare spanningsdeler veroorzaakt.

4. Verzwakkerinrichting volgens één der voorgaan de conclusies, met het kenmerk, dat de verzwakkerelementen van de stappenverzwakker een tussen de ingang en de referen-35 tieklem geplaatste spanning in deelspanningen onderverdelen welke zich onderling logaritmisch verhouden. 7811229