NL7811006A - Inrichting voor het overdragen van warmte door middel van holle draden. - Google Patents

Inrichting voor het overdragen van warmte door middel van holle draden. Download PDF

Info

Publication number
NL7811006A
NL7811006A NL7811006A NL7811006A NL7811006A NL 7811006 A NL7811006 A NL 7811006A NL 7811006 A NL7811006 A NL 7811006A NL 7811006 A NL7811006 A NL 7811006A NL 7811006 A NL7811006 A NL 7811006A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
hollow wires
hollow
wires
group
heat exchanger
Prior art date
Application number
NL7811006A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Akzo Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Akzo Nv filed Critical Akzo Nv
Priority to NL7811006A priority Critical patent/NL7811006A/nl
Priority to EP79200637A priority patent/EP0010817B1/en
Priority to DE7979200637T priority patent/DE2965045D1/de
Publication of NL7811006A publication Critical patent/NL7811006A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60HARRANGEMENTS OF HEATING, COOLING, VENTILATING OR OTHER AIR-TREATING DEVICES SPECIALLY ADAPTED FOR PASSENGER OR GOODS SPACES OF VEHICLES
    • B60H1/00Heating, cooling or ventilating [HVAC] devices
    • B60H1/00321Heat exchangers for air-conditioning devices
    • B60H1/00342Heat exchangers for air-conditioning devices of the liquid-liquid type
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F28HEAT EXCHANGE IN GENERAL
    • F28DHEAT-EXCHANGE APPARATUS, NOT PROVIDED FOR IN ANOTHER SUBCLASS, IN WHICH THE HEAT-EXCHANGE MEDIA DO NOT COME INTO DIRECT CONTACT
    • F28D7/00Heat-exchange apparatus having stationary tubular conduit assemblies for both heat-exchange media, the media being in contact with different sides of a conduit wall
    • F28D7/0008Heat-exchange apparatus having stationary tubular conduit assemblies for both heat-exchange media, the media being in contact with different sides of a conduit wall the conduits for one medium being in heat conductive contact with the conduits for the other medium
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F28HEAT EXCHANGE IN GENERAL
    • F28FDETAILS OF HEAT-EXCHANGE AND HEAT-TRANSFER APPARATUS, OF GENERAL APPLICATION
    • F28F1/00Tubular elements; Assemblies of tubular elements
    • F28F1/02Tubular elements of cross-section which is non-circular
    • F28F1/022Tubular elements of cross-section which is non-circular with multiple channels
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F28HEAT EXCHANGE IN GENERAL
    • F28FDETAILS OF HEAT-EXCHANGE AND HEAT-TRANSFER APPARATUS, OF GENERAL APPLICATION
    • F28F21/00Constructions of heat-exchange apparatus characterised by the selection of particular materials
    • F28F21/06Constructions of heat-exchange apparatus characterised by the selection of particular materials of plastics material
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F28HEAT EXCHANGE IN GENERAL
    • F28FDETAILS OF HEAT-EXCHANGE AND HEAT-TRANSFER APPARATUS, OF GENERAL APPLICATION
    • F28F2275/00Fastening; Joining
    • F28F2275/02Fastening; Joining by using bonding materials; by embedding elements in particular materials

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Geometry (AREA)
  • Heat-Exchange Devices With Radiators And Conduit Assemblies (AREA)

Description

i?' ; AKU 1792 *>
Akzo N.V., Arnhem
Inrichting voor het overdragen van warmte door middel van holle draden.
De uitvinding heeft betrekking Op een inrichting voor het overdragen van warmte door middel van een groep holle cjraden. ’ , 5 Een dergelijke warmtewisselaar is onder andere bekend uit .hst Canadese ' octrooischrift 796 181. Bij die bekende inrichting strekt een lange bun del uit evenwijdige synthetische draden zich in een huis uit. Het ene medium stroomt door da draden heen en het andere medium stroomt door het huis om en tussen de holle draden een en ander in hoofdzaak over- 10 eenkomstig de voor conventionele warmtewisselaars met stalen pijpenbun- i · ' : idels gebruikelijke wijze. Hoewel mat die bekende warmtewisselaars met holle draden onder bepaalde omstandigheden misschien aanvaardbare resultaten bereikbaar zijn, is de toegepaste constructie minder deugde- j lijk met name in verband met de betrekkelijk grote flexibiliteit van de j ~ 15 holle draden. De bekende warmtewisselaar is betrekkelijk kwetsbaar met als gevolg kans op lekkage en minder goede beheersing van de doorstro- .
ming, hetgeen bij stijgende energiekosten als een toenemend bezwaar zal worden ondervonden. ;
De uitvinding beoogt nu een warmtewisselaar van het in de aanhef ver-20 melde type te verschaffen, waarbij de genoemde bezwaren zijn onder-- I vangen. De warmtewisselaar volgens de vinding is in de eerste plaats hierdoor gekenmerkt, dat tenminste twee groepen holle draden zijn aangebracht en dat de holle draden van een groep die van een volgende groep kruisen. Volgens de uitvinding bevat daarbij elke groep teminste 25 10 echter bij voorkeur enkele honderden tot vele duizenden holle draden.
Volgens de uitvinding vormt met voordeel elke groep holle draden een laag en kunnen de holle draden elkander onder een hoek van 90° kruisen.
Bij voorkeur worden volgens de uitvinding uitvoeringen toegepast met enkele tientallen tot enkele honderden pf duizenden lagen van draden-30 groepen. Een doelmatige uitvoeringsvorm van de warmtewisselaar is volgens de vinding hierdoor gekenmerkt, dat in elke groep de holle draden zich onderling evenwijdig uitstrekken. En gunstige uitvoerings- I _yorm van de warmtewisselaar is volgens de vinding hierdoor gekenmerkt, j 50Θ294Ρ „ - , . » A . ,r 78 1 1 0 06 /
A
~2 ~ dat elke groep van holle draden een nagenoeg plat vlak vormt. Een praktische uitvoeringsvorm van de warmtewisselaar is volgens de vinding hierdoor gekenmerkt, dat elke groep van holle draden een gekromd vlak vormt. Een bijzonder stabiele en efficiënte warmtewisselaar is volgens 5 de vinding hierdoor gekenmerkt, dat twee of meer groepen holle draden ‘in de vorm van een blok zijn samengevoegd. Een warmtewisselaar volgens de uitvinding met een hoog rendement kan in een kleine ruimte worden aangebracht.
Volgens de vinding kan de warmtewisselaar hierdoor gekenmerkt zijn, dat 10 de holle dradengroepen zijn gevormd uit een weefsel, een breisel, een vlies of uit een ander door middel van afleggen gevormd vlak dradenpatroon.
De bij de warmtewisselaar volgens de vinding·toegepaste holle draden bezitten een buitendiameter van 0,05 tot 5 mm, echter bij voorkeur be-15 draagt de buitendiameter0,05 tot 1 mm. De wanddikte van de holle draden bedraagt 5-20% van de buitendiameter. Bij voorkeur bedraagt de wanddikte ongeveer 10% van de buitendiameter.
De warmtewisselaar is volgens de vinding hierdoor gekenmerkt, dat de holle draden zijn gevormd uit een of meer van de volgende stoffen of 20 mengsels daarvan: .
polyolefinen, zoals polyetheen, polypropeen en polyisobuteen; polystyreen en copolymeren (random, alternerend en hlock) van styreen met butadiëen, acrylonitril en acrylaatestersj polyhaloolefinen, zoals polyvinylchloride en polytetrafluorethyleenj 25 polyvinyl, zoals polyvinylalcohol en polyvinylacetaatj polyacrylaten en polymetacrylaten, zoals polymethacrylaat en polymethyl-metacrylaat en andere polyacrylaten, in het bijzonder polyacrylo-nitrilj ' ·- ' - " elastomeren, zoals natuurrubber, synthetische rubbers, bijvoorbeeld 30 siliconen rubbers of polyolefinische rubbers of copolymeren van het type etheen-propeen-rubber (EPDM); polyoxyden, zoals polypropyleenoxyde en poly-2,6-dimethylfenyleènoxydej verzadigde en onverzadigde polyesters, zoals polyethyleentereftalaatj -polyamiden, zoals nylon 6, nylon 66 en aromatische polyamiden; 508234F , - 78 1 1 0 06 --r;:- -, ^ - : a . Γ “ 3. “ : ' * polycarbonatem * polyimideni polybenzimidazolenj . «=*!/··; ·:· - ύ.ίϋν! ,:t polyurethanenj ·- ' : 5 half-synthetische polymeren, zoals geregenereerde cellulose, in het bijzonder op Koperacetaat basisi thermohardende Kunststoffen, zoals epoxyharsen en aminoplastenj ' copolymeren van twee of meer van de genoemde polymeren} polysulfonen; · ·;··.. · -.-.- * ... ·. .
10 anorganische polymeren, zoals fosfazenen.
-. , . -. .r , u ’ · · ·',«( ’ / - -.··: ·· ... .
Volgens de uitvinding Kan de warmtewisselaar ooK zijn opgebouwd uit hplle bicomponent draden. Volgens de vinding Kunnen de holle draden zijn; voorzien van een deKlaag ter verbetering van de hechting en ter vermin- j dering van de permeabiliteit. DergelijKe draden Kunnen op eenvoudige 15 wijze worden vervaardigd als zij bestaan uit bicomponentdraden van het type met een binnenring uit de ene component en een buitenring uit de . andere component. Voorts Kunnen de wanden van de holle draden een vulmiddel, stabilisatoren, roet, pigmenten of dergelijKe toevoegingen bevatten. In de eenvoudigste uitvoering bezitten de holle draden een in 20 hoofdzaaK cirKelvormige dwarsdoorsnede, echter afhanKelijK van de eisen Kunnen de holle draden ooK een elliptische of. een drie-, vier-, vijf-j zes- of andere veelhoeKige ringvormige dwarsdoorsneden bezitten.
De warmtewisselaar volgens de uitvinding is in het bijzonder toepasbaar in een warmteKrachts installatie. ------- 25 'In.verband met compacte bouw en gering gewicht, wordt de warmtewisselaar volgens de vinding met voordeel toegepast in een motorvoertuig, in het bijzonder als radiateur voor het Koelen van de Koelvloeistof, als recuperator in het uitlaatsysteem voor het terugwinnen van energie, als verwarmingsorgaan voor het Interieur en dergelijKe.
30 In het bijzonder worden ooK gunstige resultaten verwacht bij toepassing van de warmtewisselaar volgens de vinding in een Koel- of warmte-•pompsysteem. En voorbeeld van een dergelijK warmtepompsysteem is een
S03294F
78 1 1 0 06 « 7 : ' ",Ί · jï
A
- 4 ~ Λ systeem, waarbij warmte aan het grondwater wordt onttrokken met behulp j van een drietal kringloopsystemen, waarin pompen en warmtewisselaars j zijn geplaatst, en waarbij voor de warmtewisselaars een hoog rendement ; vereist is, d.w.z. een rendement van groter dan 90%, bij voorkeur 5 groter dan 95%.
f.
Eveneens in verband met de bereikbaarheid van een hoog rendement, wordt x ! de warmtewisselaar volgens de vinding met voordeel toegepast voor het : - . uitwisselen van warmte tussen in hoofdzaak gasvormige fluida.
Ter besparing van energie bij het verwarmen en conditioneren van ge-10 bouwen, wordt de warmtewisselaar volgens de vinding met voordeel toegepast in een installatie voor het terugwinnen van warmte uit venti- ; latielucht.
De inrichting volgens de vinding kan ook met voordeel worden toegepast ; in een koeltoren van het droge type of in een systeem voor het opslaan ! 15. van warmte. De warmtewisselaar volgens de vinding kan ook goed worden j toegepast in een installatie voor het opnemen van zonneenergie, in het bijzonder uit een zonnecollector.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de schematische tekening. Ter vereenvoudiging en ter vergelijking zijn in ver-20 schillende tekeningen veel minder holle draden en lagen getekend dan in werkelijkheid worden toegepast.
Fig. 1, 2, 3 en 4 tonen verschillende blokvormige warmtewisselaars volgéns de vinding.
Fig. 5, B en 7 tonen details van de blokvormige warmtewisselaars op 25 grotere schaal.
Fig. 8, 9 en 10 tonen enkele plaatsings- en schakelmogelijkheden voor blokvormige warmtewisselaars volgens de vinding.
Fig. 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17 en 18 tonen enkele vervaardig!ngs-methoden voor pakketten met holle draden.
30 Fig. 19, 20, 21 en 22 tonen nog enkele uitvoeringsvarianten voor warmtewisselaars volgens de vinding.
Fig. 23 en 24 tonen vervaardigingsmethoden voorde warmtewisselaar -volgens Fig. 19-22.
50B294F
78 1 1 0 0 6 • - 5 - * *
Fig. 25 - 31 tonen holle draden met verschillende genoemde dwarsdoor- ' sneden. ·
Fig. 32 en 33 tonen doorsneden van holle draden met diametervariaties in lengterichting, 5 Fig. 1 toont een in zijn geheel met 1 aangeduide blokvormige warmte- j wisselaar volgens de vinding, die i3 opgebouwd uit een aantal, in dit j Igeval dertien stuks, op elkaar volgende elk een groep vormende lagen 2 | uit holle synthetische draden 3, 4.
In Fig.. 5 is het in Fig. 1 omcirkelde gedeelte van het blok 1 op een 10 grotere schaal voorgesteld. Elke een laag 2 vermende groep draden vormt
i I
Jeen plat vlak, In elke laag 2 zijn de holle draden 3, 4 onderling even- jwijdig, maar de holle draden 3 en 4 uit op elkaar volgende lagen ikruisen elkaar loodrecht. De ruimte om de holle draden 3, 4 is opgevuld j • | met giethars 5 of een ander vulmateriaal met een goede warmtegeleidings-i 15 coëfficiënt. Tevens worden met het vulmateriaal de draden in elke laag bij elkaar gehouden, terwijl eveneens op elkaar volgende dradenlagen via het vulmateriaal aan elkaar zijn bevestigd. De holle draden 3 in de ene laag transporteren het ene medium·in de richting van de pijlen 6 |en de holle draden 4 in de volgende laag transporteren het andere medium 20 in de richting van de pijlen 7, Het ene medium [pijl 63 wordt bijvoorbeeld in warme toestand aangevoerd en het andere medium (pijl 73 in koude toestand, In het intensief als warmtewisselaar werkende blok wordt; dan het koude medium opgewarmd door het warme medium. De op elkaar vol- j gende lagen 2 uit de groepen holle draden 3 en 4 zijn ieder voorzien j 25 van aparte aanvoer- en afvoeraansluitingen (in Fig. 1 niet getekend3 ! voor het transporteren van twee media met verschillende temperatuur waartussen warmte moet worden uitgewisseld.
Fig. 3 toont een uitvoeringsvorm voor een warmtewisselaar, die ten opzichte van de uitvoering volgens Fig. 1 slechts hierin verschilt,'dat de 30 holle draden 4 in de ene laag of groep een aanzienlijk kleinere diameter bezitten dan de holle draden 3 in de daarop volgende laag of groep.
Fig. 2 toont eveneens een blok, dat in zijn geheel met 8 is aangeduid.
Het blok 8 bevat ook groepen tilkens een laag 9 vormende holle draden j 10 en 11. De holle draden 10 en 11 uit op elkaar volgende lagen kruisen ! 35 'elkaar loodrscht. Tussen de op elkaar volgende lagen uit holle draden j 78 1 1 0 06 / - 6 - ' 'v bevinden zich telkens scheidingslagen 12. Deze scheidingslagen kunnen zijn opgevuld met een medium, dat bijzonder geschikt is voor het opslaan van warmte.
tl- . *
Fig. 6 toont het omcirkelde gedeelte van het blok 8 op grotere schaal.
5 De ruimte tussen de holle draden is wederom opgevuld met een vulmateriaal 13, terwijl elke dradenlaag aan boven- en onderzijde is afge-dekt met.een folie 14.
Fig.; 7'toont een enigszins gewijzigde uitvoering van het omcirkelde gedeelte van Fig. 2, waarbij de genoemde afdekfolie niet aanwezig is.
10 Het blok 8 moet eveneens zijn voorzien van aparte aanvoer-en. afvoeraan-sluitingen (niet getekend) voor elk van de holle dradengroepen .10 en 11.1 Wanneer het blok 8 moet fungeren als warmteopslaginrichting, kan het blok 8 en in het bijzonder de met warmteopslagmateriaal van grote capaciteit gevulde lagen 12 eerst worden opgewarrod via een door de groepen j 15 holle draden 10 toegevoerd heet eerste medium. Op een later tijdstip j of in dezelfde tijd kan de in de lagen 12 verzamelde warmte weer worden afgegeven aan een tweede medium dat via de groepen holle draden 11 kan worden toegevoerd en afgevoerd.
Fig. 4 toont nog een enigszins gewijzigde blokvormige warmtewisselaar.
20 Het blok 15 bevat aan boven- en onderzijde groepenlagen 16 vormende holle draden 17 en 18. Het blok 15 moet zijn voorzien van aparte aanvoer- en afvoeraansluitingen (niet getekend) voor elk van de holle dra- ί dengroepen 17 en 18, waartussen uitwisseling van warmte moet plaatsvinden. De dradenlagen 16 aan boven- en onderzijde van het blok 15 zijn 25 van elkaar gescheiden door een tussenlaag 19.
Fig. 8 toont een blokvormige warmtewisselaar uit holle draden, waarbij j het blok 20 in een frame 21 is aangebracht. Het blok is op zichzelf * van het in Fig. 1 aangegeven type. Het getekende blok 20 bezit acht op elkaar volgende lagen 22, die ieder zijn opgebouwd uit in elke laag 30 onderling evenwijdige holle draden 23 en 24.
De holle draden 23 uit de ene laag kruisen de holle draden 24 uit de volgende laag loodrecht. Uitwisseling van warmte tussen twee media kan op eenvoudige wijze plaatsvinden als het ene medium wordt toegevoerd en i afgevoerd volgens de lijn 25 en het andere medium wordt toegevoerd en 35 afgevoerd volgens de lijn 26.
JLLg. 9 toont nog een andere uitvoering, waarbij een aantal warmte- SCüïüaF - 78 1 1 0 0.6 / . 4 -7 - wisselingsblokken 27 in sen frame 28 is gemonteerd en de toevoerkanalenj 29 en 30 voor twee verschillende media, bij voorbeeld warme respectie- i velijk koude lucht, op de blokken 27 zijn aangesloten, De afvoerkanalen; voor het verwarmde en het afgekoelde medium zijn met 31 en 32 aange- ! 5 -duid. De blokken 27 kunnen op zichzelf wederom van het in Fig. 1 getoonde type zijn.
Fig. 10 toont een andere mogelijkheid voor het schakelen van een viertal warmte uitwisselingsblokkeh 310 bestemd voor het uitwisselen van j warmte tussen twee verschillende media. Het ene medium doorstroomt de j 10 blokken 310 daarbij in de richting van de pijlen 320, terwijl het ande-j re medium de blokken doorstroomt in de richting van de pijlen 330. j Fig. 11 en 12 tonen een werkwijze voor het vervaardigen van een' ! laag of groep holle draden. De holle draden 34 worden daarbij ieder af-| getrokken van uitgangspakketten 35, waarop bij voorbeeld door middel ! 15 van smeltspinnen vervaardigde holle draden uit nylon of polyester zijn ; j gewikkeld. De holle draden 34 worden met behulp van passende geleidin- j j gen tot een evenwijdige laag geformeerd en via geleidingsrollen 36 door een bad 37 met een gesmolten impregneermiddel geleid. Na het verlaten I van het bad 37 stolt het impregneermiddel,· bij voorbeeld kunsthars, j t 20 waarna de mat 36 uit evenwijdige holle draden 34 wordt opgewikkeld op de spoel 39. Uit de aldus verkregen dradenmat 38 kunnen groepen een laag vormende evenwijdige holle draden worden gesneden, waaruit de in het voorgaande beschreven blokken voor de warmtewisselaar volgens de vinding kunnen worden gevormd. Uiteraard kunnen veel meer uitgangs-25 pakketten worden toegepast dan in Fig. 11 staan aangegeven.
j
Ter vergroting van de samenhang kan een mat 40 uit evenwijdige holle * draden op bepaalde afstanden van een dwarsverbindlngsdraad 41 worden voorzien, zoals in Fig. 13 is aangegeven.
Fig. 14-18 tonen een andere yervaardigingswijze voor het maken van 30 groepen een laag vormende holle draden.. Het in Fig. 14 getoonde raam 42, wordt daartoe draaibaar gemonteerd in een frame 43. Het raam 42 is van een passende niet getekende aandrijving voorzien. Aan het raam 42 i wordt via een passend toevoersysteem, dat met name de getekende gelei- j dings- en spanningsrollen 44 resp. 45 en de rol 46 omvat, een holle 35 „synthetische draad 47 toegevoerd.
-.......... ,f L. -- - · --,1--.- ...... -1 - - · ............ Ί
503294F
7811006 / — 6 — t
Fig. 16 toont de situatie, waarin een eerste laag 4Θ uit de holle draad!
47 wordt gewikkeld. I
Fig. 17 toont de situatie, waarin een tweede laag 49 uit de holle draad;
! 47 wordt gewikkeld, waarbij het raam 42 90° is gedraaid. I
5 -Fig. 18 toont het raam 42 met enkele daarop gewikkelde dradenlagen 48, j 49 enz. Een dergelijk bewikkeld dradenraam kan met hars worden geïmpregneerd door onderdompeling in een bad met gesmolten hars. Na ver-! harding van de met hars geïmpregneerde wikkel kan deze worden doorgesneden volgens de lijnen 50 en 51, zodat een aantal in de vorm van een j 10 pakket aan elkaar bevestigde evenwijdige lagen vormende groepen holle j i · rdraden wordt verkregen. Uit één of meer van dergelijke pakketten kunnen: I ! de in het voorgaande beschreven warmtewisselaarblokken (zie Fig. 1) j * ; worden vervaardigd.
Fig. 23 toont een inrichting, waarmede met behulp van een zwaaiarm 55
15 een holle draad 56 op een draaitafel 57 in de vorm van een spiraal 58 I * I
| wordt afgelegd. De aldus gevormde spiraal 58 is afzonderlijk in Fig. 24· getekend.
De spiraal wordt met hars geïmpregneerd en na verharding op drie plaatsen doorgesneden volgens de lijnen 59, 60 en 61. De gevormde ele- ι 2P menten 62 vormen sectorvarmige dradengroepen en kunnen op verschillende manieren worden samengevoegd en tot één geheel worden verenigd, zoals i in Fig. 19, 20, 21 en 22 is aangegeven. Als passende aansluitingen voor^ , ’ verschillende media zijn aangebracht op de in Fig. 22 aangeduide wijze,! ontstaat eveneens een warmtewisselaar volgens de vinding uit kruisende ! 25 . holle draden in op elkaar volgende lagen. j J Fig. 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32 en 33 tonen verschillende uitvoe-• ringsvormen, die voor de doorsnede van de holle synthetische draden kunnen worden gekozen. De verschillende doorsneden kunnen onder omstandigheden van voordeel zijn.
30 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van twee voorbeelden. ·
Voorbeeld 1
Een blokvormige warmtewisselaar van het type volgens Fig. 2 en 8, waarin de stromen elkaar onder 90° kruisen werd opgebouwd uit glas-25 j capillairen met een inwendige diameter van 500 ym en een wanddikte van / 781 1 0 06 \ _ 9 _ ·# j 28 pm. Db glascapillairen waren In lagen gerangschikt en met behulp vanj jsen onverzadigde polyesterhars tot een blok verwerkt met afmetingen van 1 j 8x8x100 cm. Als medium voor de twee stromen werd lucht genomen. De tem-; jperatuur van de eerste stroom was 2Q°C aan de ingang van de warmte- j 5 .wisselaar en de temperatuur v» de koude stroom was 10 C aan de ingang. ;
De volumestromen waren gelijk: 1,5 m 3/min.
Gevonden werd een temperatuur aan de uitgang van de eerste stroom van l'Pcen van de tweede stroom van 19°C. Dit correspondeerd met een 90 % rendement van de warmtewisselaar. Perjstroom werd een drukval over de .. .
10 warmtewisselaar van 192 Pascal geconstateerd.
Voorbeeld 2
Een blokvormige warmtewisselaar van het type volgens Fig. 1 en 8, waarin
Γ η I
'de stromen elkaar onder 90 kruisen, werd opgebouwd uit een hars en { j j polyestercapillairen met een inwendige diameter van 224 urn en een wand- ; 15 'dikte van 15 pm. De afmetingen van het blok waren 87x87x60 cm. Voor de i jtwee stromen werd water genomen met een volumestroom van 0,7 m /min.
per stroom. De ingaande temperatuur van stroom 1 was 50°C en van stroom
2 30°C. Gevonden werd een uitgaande temperatuur van stroom 1 van 31°C
en van stroom 2 van 49°C, hetgeen correspondeert met een warmtewisse- 2Q . lingsrendement van 95·%. Per stroom werd een drukval van 1,85 x 10^ ·
Pascal geconstateerd.
Binnen het raam van de vinding kunnen verschillende wijzigingen worden aangebracht.
\ - / &0ö?WF -· 781 1 0 06 / *

Claims (21)

1. Inrichting voor het overdragen van warmte door middel van een groep ' holle draden, met het Kenmerk, dat tenminste twee groepen holle dra-' den zijn aangebracht en dat de holle draden van een groep, die van ! 5 een volgende groep Kruisen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het Kenmerk, dat elke groep tenminste 10 holle draden bevat.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het Kenmerk, dat elke groep holle draden een laag vormt.
4. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de holle draden van op elkaar volgende groepen elkander onder een hoek van ongeveer 90° kruisen.
5. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat in elke groep de holle draden zich onderling evenwijdig uitstrekken.
6. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elke groep van holle draden een nagenoeg plat vlak • vormt. ί 7. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het, i . kenmerk, dat elke groep van holle draden een gekromd vlak vormt.
8. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies met het kenmerk, dat twee of meer groepen holle draden in de vorm van een blok zijn samengevoegd.
9. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat'de groepen uit holle draden zijn gevormd uit een weef- j 25 sel, een breisel, esn vlies of uit een ander door middel van af- j - leggen gevormd vlak dradenpatroon. J S08Ï34F _ _ . 78 1 1 0 0 6 4 ' ' —11 - flO. Inrichting volgens een of «eer van de voorgaande conclusies, met het! I Kenmerk, dat de holle draden zijn gevormd uit een of meer van de ! j volgende stoffen of mengsels daarvan: | palyolefinen, zoals polyetheen, palypropean en polyisobuteen? 5. polystyreen en copolymeren (random, alternerend en block) van sty-' reen met butadieen, acrylonitril en acrylaatesters? j polyhaloolefinen, zoals polyvinylchloride en polytetrafluoretheenj i polyvinyls, zoals polyvinylalcohol en polyvinylacetaat? polyacrylaten en polymethacrylaten, zoals polymethacrylaat en poly-Έ methylmethacrylaat en andere polyacrylaten, in het bijzonder poly- acrylonitril? !_ elastomeren, zoals natuurrubber, synthetische rubbers, bijvoorbeeld siliconen rubbers of polyolefinische rubbers of copolymeren van hat j type etheen-propeen-rubber (EPDfl)? Έ polyoxyden, zoals polypropyleanoxyde en poly 2,6 dimethylfenyleen- t i oxyde; verzadigde en onverzadigde polyesters, zoals polyethyleenterefta- * laat? polyamiden, zoals nylon 6,nylon 66 en aromatische polyamiden? 2D polycarbonaten? polyimiden? polybenzimidazolen? polyurethanen? half-synthetische polymeren, zoals geregenereerde cellulose, in het 25 bijzonder op koperacetaat basis? I i ' ! . ; thermohardende kunststoffen, zoals epoxyharsan en aminoplasten? j • . copolymeren van twee of meer van de genoemde polymeren? polysulfonen? * anorganische polymeren, zoals foafazenen.
11. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het· i kenmerk, dat de holle draden zijn gevormd door bicomponentdraden, in' het bijzonder van het type met een binnenring uit de ene component en een buitenring uit de andere component. E08234F 781 1 0 0 V -12 - / *
12. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wanden van de holle draden een vulmiddel, stabilise- ! toren, roet, pigmenten of dergelijke toevoegingen bevatten.
13. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met h'et 5 i kenmerk, dat de holle draden een in hoofdzaak cirkelvormige dwarsdoorsnede bezitten.
14. Inrichting volgens een of meer van de conclusies 1-12, met het kenmerk, dat de holle draden een elliptische of een drie-, vier-, vijf-, zes- of andere veelhoekige ringvormige dwarsdoorsnede bezitten.
15. Inrichting volgens een of meer van de conclusies 1-9, met het kenmerk, dat de holle draden uit glas bestaan.
16. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de buitendiameter van de holle draden 0,05 tot 5 mm bedraagt, bij ,voorkeur 0,05-1 mm. 15. 17. -Inrichting volgens conclusie 16, met het‘kenmerk, dat de wanddikte j van de holle draden 5 tot 20 % van de buitendiameter bedraagt, bij voorkeur 10 %.
18. Inrichting volgens een of meer van de conclusies 1-17, met het kenmerk, dat de inrichting is toegepast in een warmtekrachtsinstallatie.
19. Inrichting voor het uitwisselen van warmte volgens een of meer van de conclusies 1-17, met het kenmerk, dat de inrichting is toegepast in een motorvoertuig, in het bijzonder als radiateur voor het koelen: van de koelvloeistof, als recuperator in het uitlaatsysteem voor het terugwinnen van energie, als verwarmingsorgaan voor het interieur, 25 en dergelijke.
20. Inrichting voor het Uitwisselen van warmte volgens een of meer van _de conclusies 1-17, met het kenmerk, dat de inrichting is toegepast j 508.->94F 78 1 1 0 06 • - :» ^ · ' r-m ’ -13 “ Λ in een Koel- of warmtepompsysteenu
21. Inrichting voor het uitwisselen van warmte volgens een of meer van | de conclusies 1-17/ met het kenmerk, dat de inrichting wordt toege-I . past voor het uitwisselen van warmte tussen in hoofdzaak gasvormige . 5 fluida.
22. Inrichting voor het uitwisselen van warmte volgens een of meer van i de conclusies 1^17, met het.kenmerk, dat de inrichting wordt toegepast in een installatie voer het terugwinnen van warmte uit venti- ! . j latielucht. i - 1 , .
23. Inrichting voor het uitwisselen van warmte volgens een of meer van j de conclusies 1-17, met het kenmerk, dat de inrichting wordt toege- | past in een systeem voor hat opslaan van warmte.
24. Inrichting volgens een of meer van de conclusies 1-17, met het kenmerk, dat de inrichting is toagepast in een installatie voor het op- 15 nemen van zonneenergis, in het bijzonder uit een zonnecollector. 78 1 1 0 0 6 /
NL7811006A 1978-11-06 1978-11-06 Inrichting voor het overdragen van warmte door middel van holle draden. NL7811006A (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7811006A NL7811006A (nl) 1978-11-06 1978-11-06 Inrichting voor het overdragen van warmte door middel van holle draden.
EP79200637A EP0010817B1 (en) 1978-11-06 1979-11-02 Apparatus for the exchange of heat by means of channels having a small diameter, and the use of this apparatus in different heating systems
DE7979200637T DE2965045D1 (en) 1978-11-06 1979-11-02 Apparatus for the exchange of heat by means of channels having a small diameter, and the use of this apparatus in different heating systems

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7811006A NL7811006A (nl) 1978-11-06 1978-11-06 Inrichting voor het overdragen van warmte door middel van holle draden.
NL7811006 1978-11-06

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7811006A true NL7811006A (nl) 1980-05-08

Family

ID=19831851

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7811006A NL7811006A (nl) 1978-11-06 1978-11-06 Inrichting voor het overdragen van warmte door middel van holle draden.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL7811006A (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN1032517C (zh) 过滤器装置及过滤器元件
US3277959A (en) Plastic tube heat exchanger and process of making
EP0010817B1 (en) Apparatus for the exchange of heat by means of channels having a small diameter, and the use of this apparatus in different heating systems
US6922512B2 (en) Non-round filler rods and tubes with superabsorbent water swellable material for large cables
NL7811007A (nl) Inrichting voor het overdragen van warmte door middel van holle draden.
US6742576B2 (en) Heat exchanger barrier ribbon with polymeric tubes
EP0292123A2 (en) Cooling roller for a coooling machine
US8951924B2 (en) Ballistic laminate structure having tubular sleeves containing bundles of unidirectional filaments and method of manufacturing the same
WO1994029062A1 (fr) Support metallique de nettoyage des gaz d'echappement et procede pour sa fabrication
EP3046151B1 (en) Method and apparatus of fabricating an interconnector assembly
CN102592835A (zh) 电极制造装置和电极制造方法
NL7811005A (nl) Inrichting voor het overdragen van warmte door middel van holle draden.
NL7811006A (nl) Inrichting voor het overdragen van warmte door middel van holle draden.
ITTO20100044U1 (it) Sistema di trasporto del calore utilizzante accumulatori di calore latente, in particolare utilizzanti cambiamenti di fase
SE434186B (sv) Solmodul
US4607424A (en) Thermal regenerator
JPS5914924A (ja) プリブレグの製造方法
CH632833A5 (en) Element which absorbs solar radiation
RU2483493C2 (ru) Электронагреватель и способ изготовления сотового нагревательного элемента для него
KR20130131751A (ko) 원통형 카트리지 필터 제조를 위한 방사노즐의 배열 방법 및 이를 이용한 멜트블로운 장치
EP3133330A1 (en) Vacuum heat-insulating material and heat-retaining body with same
CN111430529A (zh) 一种发光纤维的生产机器人及导电纤维生产方法
RU2359353C1 (ru) Витки катушки с изоляцией из смолы, не предусматривающие пресс-форм
CN209820072U (zh) 一种光缆快速除湿干燥装置
CN217528094U (zh) 导丝装置

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed