NL7810941A

NL7810941A - Combinatie van stroomafnemer en spanningsrail, alsmede een der delen van deze combinatie.

Info

Publication number: NL7810941A
Application number: NL7810941A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1978-11-03
Filing date: 1978-11-03
Publication date: 1980-05-07
Also published as: GB2039422A; FI793404A; US4289365A; FR2440635B1; FI70099C; BE879791A; DE2943503A1; IT7926989A0; FR2440635A1; IT1124892B; FI70099B; GB2039422B

Description

m'r · ' ^ - , /- f / . ;>i§r - ^ ,. £ *Λ 1 > Ί PHN 9280

N.V. PHILIPS' GLOEILAMPENFABRIEKEN TE EINDHOVEN

"Combinatie van stroomafnemer en spanningsrail, alsmede een der delen van deze combinatie".

De uitvinding heeft betrekking op een combinatie van een stroomafnemer - geschikt voor aansluiting van een stroomverbruikende inrichting bijvoorbeeld een armatuur - en een van tenminste twee onderling gelsoleer-5 de stroomgeleiders voorziene spanningsrail, waarbij de t stroomafnemer is voorzien van teminste twee kontaktpen-nen en tenminste een eerste en een ten opzichte daarvan beweegbaar tweede deel bevat, welke delen door tenminste een veer in een onderlinge eerste positie worden gehouden, 10- en waarbij in gekoppelde stand van de stroomafnemer aan de spanningsrail de kracht van’de veer tevens de kontakt-druk tussen de kontaktpennen en de stroomgeleiders levert.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een | stroomafnemer die bestemd is om van de combinatie deel 15 uit te maken.

Een dergelijke combinatie is bijvoorbeeld bekend uit het Duitse octrooi schrift 1 .41 5· 59^·· 3h een dergelijke combinatie kan de stroomafnemer van eèn eenvoudige en robuuste konstruktie zijn. Bij de bekende combinatie kan 20 na aansluiting van een stroomverbruikende inrichting het door de inrichting· op da stroomafnemer uitgeoefende moment de kontaktdruk tussen de kontaktpennen en de stroomgeleiders beïnvloeden, hetgeen vaak ongewenst kan zijn.

De uitvinding beoogt een combinatie aan te ge-25 ven van de in de aanhef genoemde soort waarbij met behoud van het genoemde voordeel het genoemde nadeel wordt opge- , j. ' .

78 1 0 9 41 4 ~ 2 “ f JEHN_9280_________________________________________________ heven of althans wordt verminderd.

Een combinatie van de in de aanhef genoemde soort is daardoor gekenmerkt, dat de stroomverbruikende inrichting aan het eerste deel van de stroomafnemer bevestig-5 baar is en dat de kontaktpennen deel uitmaken van het tweede deel van de stroomafnemer.

Een voordeel van deze combinatie is dat het eventueel door de aan de stroomafnemer aangesloten inrichting uitgeoefende moment slechts op het eerste deel van 10 de stroomafnemer wordt uitgeoefend en de door veerwerking : verkregen kontaktdruk tussen de kontaktpennen en de stroom-geleiders daar niet door wordt beïnvloed.

Een voordelige uitvoering van een combinatie volgens de uitvinding waarbij de spanningsrail een ruimte om-15 sluit die via een in een langsrichting van de spanningsrail lopende en door twee flenzen begrensde opening toegankelijk is, is daardoor gekenmerkt, dat het tweede deel van de stroomafnemer voorzien is- van elektrisch isolerende steun-nokken zodanig dat in gekoppelde toestand van de stroomaf-20 nemer aan de spanningsrail deze nokken zich grotendeels binnen de door de spanningsrail omsloten ruimte bevinden en bij elk van twee naar elkaar toegekeerde zijden van de flenzen op tenminste twee verschillende plaatsen nauw aansluiten.

25 Een voordeel van deze uitvoering,van de combi natie is dat in gekoppelde stand van de stroomafnemer deze niet draaibaar is om een as die loodrecht staat op de spanningsrail.

Bij een voorkeursuitvoering van de combinatie 30 volgens de uitvinding rusten bij het aan de rail koppelen van de stroomafnemer, in een beginstand van de stroomafnemer, de steunnokken op of tegen de flenzen en is de stroomafnemer voorzien van een voet die tegen de kracht van de veer in steekbaar is in de door de spanningsrail 35 omsloten ruimte waarbij het tweede deel van de stroomaf- wordt gebracht nemer ten opzichte van het eerste deel"Vvan een eerste in 78 1 0 9 4 1 _ „ I ' ^ l 3 ¥ PHN .9280.._:-------------------------------- _._______________-.....- ....

een tweede positie en dat bij ingestoken voet en gedurende draaiing van de stroomafnemer naar een eindstand - zijnde de gekoppelde stand - de tweede positie van liet tweede deel van de stroomafnemer vergrendeld blijft totdat de 5 stroomafnemer zich in zijn eindstand bevindt.

Een voordeel van déze combinatievorm is dat een kontakt tussen kontaktpennen en stroomgeleiders niet voor de eindstand is bereikt, kan optreden. Een verder voordeel is dat de aanwezige steunnokken er tevens toe 10 dienen de stroomafnemer te positioneren ten opzichte van de spanningsrail.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een tekening. Hierin toont: fig. 1 een perspectivisch beeld van een span-15 ningsrail en van een stroomafnemer volgens de uitvinding, fig. 2 een uiteengetrokken beeld ("exploded view”) van de stroomafnemer, fig. 3 een dwarsdoorsnede door de spanningsrail en een aanzicht van de van een armatuur voorziene stroom-20 afnemer waarbij deze in een beginstand van het koppelen aan de spanningsrail is geplaatst, fig. 4 een verdere situatie van het koppelen van de van een armatuur voorziene stroomafnemer aan de spanningsrail, 25 fig. 5 ©en dwarsdoorsnede door de spanningsrail -¾]..

en een aanzicht van de van een armatuur voorziene stroom-afnmer in gekoppelde toestand. ΐ

Overeenkomstige delen in de verschillende figuren zijn met overeenkomstige verwdjzingscijfers aangegeven.

30 In fig. 1 stelt A een spanningsrail voor, waarbij 1 een aluminiumhuis is waarvan flenzen 2 een in een langs-richting van de spanningsrail lopende opening 3 begrenzen.

De opening 3 geeft toegang tot de door de spanningsrail omsloten ruimte 1c; In een van de flenzen is een geleider 35 4 aangebracht die bestemd is voor aarding van de spannings- .rail.

78 1 0 9 41 4 -4 - s JP_HN__9-28.CL___________________________________

Door middel van borgnokken 1a is tegen een zijde van het aluminiumhuis een houder van kunststof 5 geklemd waarin drie onderling geïsoleerde stroomgeleiders 6a, 6b en 6c op onderling gelijke afstand zijn aangebracht.

5 Tevens ligt de middelste stroomgeleider 6b precies in het symmetrievlak van de,kunststofhouder.

Via een in het aluminiumhuis 1 aangebrachte uitsparing 1b is de spanningsrail bevestigbaar aan bijvoorbeeld een wand of een plafond.

10 De letter' B verwijst naar de stroomafnemer waarbij 10 een eerste deel van de stroomafnemer aangeeft. Dit eerste deel 10 is voorzien van een voet 11 die aan weerszijden overstekende randen 11a bezit. In de voet 11 bevindt zich een uitsparing 12 waardoorheen kontaktpennen.

15 15 steken. De voet 11 is bovendien voorzien van twee diametraal tegenover elkaar liggende kontaktpunten 4a bestemd om in gekoppelde toestand van de stroomafnemer samen te werken met de geleider k van de spanningsrail.

Samen met steunnokken 16 elk voorzien van een 20 steunvlak 16a, en handvaten 17 maken de kontaktpennen 15 deel uit van een tweede deel 18 (fig. 2) van de stroomafnemer. In de in fig. 1 getekende situatie bevindt het tweede deel 18 zich in de eerste positie ten opzichte van het eerste deel 10, 25 Het eerste deel 10 van de stroomafnemer is voor zien van een cilindervormige uitstulping 20 waaraan een stroomverbruikende inrichting, bijvoorbeeld een armatuur, kan worden bevestigd. Tevens is aan dit eerste deel een deksel 21 met schroef 23 bevestigd.

30 Uit fig. 2 die de opbouw van de stroomafnemer B toont, is zichtbaar dat het deksel 21 voorzien is van twee steunpunten 24 waarop veren 25 met een uiteinde rusten. De andere uiteinden van de veren 25 drukken tegen steunpunten 26 van het tweede deel 18 van de stroomafnemer.

35 Daar het deksel 21 via schroef 23 aan het eerste deel 10 is bevestigd, is het tweede deel 18 tegen de kracht van de 78 1 09 41 i - . .:Μ;ί;ΐϊί;^ΐ < .r·;.

; -5 - ~y- v - PHN.....Q280 : _____________________________________ __________________ v veren 25 in ten opzichte van het eerste deel 10 beweegbaar.

Het koppelen Van de stroomafnemer B aan de rail - A wordt verduidelijkt in de fig. 3 tot en met 5· In fig. 3 is de stroomafnemer op de rail in een beginstand geplaatst, 5 De steunvlakken 16a van de steunnokken 16 rusten daarbij op de flenzen 2 van de scanningsrail. Het tweede deel 18 van de stroomafnemer bevindt zich in de eerste positie ten opzichte van het eerste deel 10. Aan de stroomafnemer is een armatuur 29 bevestigd.

10 Door het eerste deel 10 van de stroomafnemer te verplaatsen in de door pijl 30 aangegeven richting wordt het tweede deel 18 van dé stroomafnemer in een tweede positie ten opzichte van het eerste deel 10 gebracht. Deze situatie is in fig. 4 weergegeven. In deze situatie is te-15 vens de voet 11 door de opening 3 ia de door de spannings- ' rail A omsloten ruimte 1c gestoken.

De stroomafnemer B wordt vervolgens in een eindstand - zijnde de gekoppelde stand - gebracht door draaiing over ca. 90° om as 40. De gekoppelde stand is in fig.

20 5 weergegeven. In deze gekoppelde stand neemt het tweede deel 18 van de stroomafnemer weer de eerste positie in ten opzichte van het eerste deel 10. De kontaktpennen 15 maken nu kontakt met twee stroomgeleiders 6b en 6c, terwijl de steunnokken 16, zich vrijWel geheel binnen de omsloten ruim-25 te 1c bevinden en ieder nauw aansluiten aan een van twee naar elkaar toegekeerde zijden van de flenzen 2. Hierdoor is verdere draaiing van de stroomafnemer B om de as 40 niet mogelijk. De uitstulpende randen 11a van de voet 11 werken zodanig samen met de flenzen 2 dat een verplaatsing van de 30 stroomafnemer in zijn geheel in een richting loodrecht op de spanningsrail niet mo|felijk is.

Voor het ontkoppelen van de stroomafnemer B zal nu eerst het tweede deel 18 met behulp van de handvaten 17 tegen de Veerkracht in ten opzichte van het eerste deel 35 10 in de tweede positie gebracht moeten worden. Vervolgens kan de stroomafnemer in zijn geheel om de as bO naar zijn 78 1 0 9 41

Claims

25 CONCLUSIES:

1. Combinatie van een stroomafnemer - geschikt voor aansluiting van een stroomverbruikende inrichting, bijvoorbeeld een armatuur - en een van tenminste twee onderling geïsoleerde stroomgeleiders voorziene spanningsrail, waar-30 bij de stroomafnemer is voorzien van tenminste twee kontaktpennen en een eerste en een ten opzichte daarvan beweegbaar tweede deel bevat, welke delen door tenminste een veer in een onderlinge eerste positie worden gehouden en waarbij in gekoppelde stand van de stroomafnemer aan de spannings-33 rail de kracht van de veer tevens de kontaktdruk tussen de kontaktpennen en de stroomgeleiders levert, met het kenmerk, 78 1 0 9 4 1 1:. " ' v-;j:v iv • ^ %: f - '- Vv w -\jy· ~ 7 ~ .'I v r. PHN 9280______________________________ ___________________,---1 .J dat de stroomverbruikende inrichting aan het eerste deel van de stroomafnemer bevestigbaar is, en dat de kontakt-pennen deel uitmaken van het tweede deel van de stroomafnemer.

2. Combinatie völgens conclusie 1, waarbij de spanningsrail een ruimte omsluit die via een in een langs-richting van de spanningsrail lopende en door twee flenzen begrensde opening toegankelijk is, met het kenmerk, dat het tweede deel van de stroomafnemer is voorzien van elek-10 trisch isolerende steunpokken zodanig, dat in gekoppelde toestand van de stroomafnemer aan de spanningsrail deze nokken zich grotendeels binnen de door de spanningsrail omsloten ruimte bevindeh en aan elk van twee naar elkaar toegekeerde zijden van de flenzen op tenminste twee ver-15 schillende plaatsen nauw aansluiten.

3. Combinatie volgens conclusie 2, met het kepmerk, dat bij het aan de rail koppelen van de stroomafnemer, ineen beginstand van de stroomafnemer de steunnokken op of tegen de flenzen van de epanningsrail rusten en dat de 3/ 20 stroomafnemer is voorzien van een voet die tegen de kracht 1 :! van de veer in steekbaal* is in de door de spanningsrail omsloten ruimte waarbij het tweede deel van de stroomafnemer ten opzichte van het eerste deel wordt gebracht van :.t " :-i.ï een eerste in een tweede positie en dat bij ingestoken voet 25 en gedurende draaiing van de stroomafnemer naar een eind- 5 stand - zijnde de gekoppelde stand - de tweede positie van het tweede deel van de stroomafnemer vergrendeld blijft totdat de stroomafnemer zich in de eindstand bevindt.

4. Stroomafnemer, gevormd als een der delen van 1 30 de combinatie volgens conclusie 1, 2 of 3. i , -l 78 1 0 9 4 1