NL7809462A - Scheerapparaat. - Google Patents

Description

ft - φ.

t. ' * > PHN 9221 N.V. PHILIPS' GLOEILAMPENFABRIEKEN TE EINDHOVEN "Scheerapparaat".

*

De uitvinding heeft betrekking op een scheerapparaat met een snijeenheid met tenminste een mes dat is uitgerust met een vöorloopmes dat ten opzichte van het mes beweegbaar is.

5 Een dergelijk scheerapparaat is bijvoorbeeld bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 7^ Ok 657·

Het voorloopmes heeft ten doel een tegen het voorloop-mes aanliggende haar mee te nemen tijdens de beweging van het voorloopmes ten opzichte van het mes zodat 10 het mes de haar afsnijdt als deze enigszins uit de huid is getrokken waardoor een beter scheerresultaat wordt verkregen.

Het voorloopmes dient ten opzichte van het mes zorgvuldig gepositioneerd te zijn. Onder invloed van de 15 door een haar er op uitgeoefende krachten moet het voor loopmes verplaatsbaar zijn ten opzichte van het mes maar na het wegvallen van die krachten moet het voorloopmes weer in de uitgangspositie terugkeren. Dit heeft een ingewikkelde constructie van de snijeenheid tot gevolg.

20 De uitvinding verschaft een vereenvoudige con structie welke daardoor wordt gekenmerkt, dat het voorloopmes door middel van een verbindingselement van een materiaal met rubber-elastische eigenschappen met het mes is verbonden.

25 Een bijzondere uitvoeringsvorm wordt daardoor gekenmerkt, dat het verbindingselement is uitgevoerd als een rubberlaag tussen mes en voorloopmes.

780 9 4 6 2 'Λ 2 ~ ϊ ΡΗΝ 9221__________________________________________________________________________________________ _ ................. ......................

De uitvinding is eveneens belichaamd in een snijeenheid zoals toegepast bij een van de hierboven omschreven uitvoeringsvormen.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht met 5 behulp van een beschrijving van enkele in de figuren weer gegeven uitvoeringsvoorbeelden.

Figuur 1 toont in aanzicht een scheerapparaat met drie snijeenheden.

Figuur 2 toont het scheeiapparaatvan figuur 1 in 10 zijaanzicht en ten dele in een doorsnede volgens de lijn II-II in figuur 1.

Figuur 3 toont in perspectief een snijeenheid.

Figuren 4 en 5 illustreren de werking van de vooloopmessen.

15 Figuur 6 toont in perspectief een variant op de snijeenheid van figuur 3·

Het scheerapparaat volgens de figuren 1 en 2 omvat een huis 1, waarvan een deel is uitgevoerd als een scheerplaathouder 2 voor drie scheerplaten 3· De scheer-20 platen 3 zijn voorzien van haarintredeopeningen 4.

Zoals in de gedeeltelijke doorsnede volgens figuur 2 is weergegeven bevindt zich aan de binnenzijde van een scheerplaat 3 een snijeenheid 5· Deze snijeenheid 5> welke duidelijkheidshalve in figuur 2 slechts schematisch 25 is getekend, is opgebouwd uit een snijorgaan met messen en voorloopmessen en is in perspectief en op grotere schaal weergegeven in figuur 3·

De snijeenheid 5 is door middel van de holle as 6 (figuur 2), de tandwielen 7 en 8 en de as 9 gekoppeld 30 met de elektromotor 10, zodat de snijeenheid roterend aan- drijfbaar is ten opzichte van de bijbehorende scheerplaat 3. Het tandwiel 7 is draaibaar gelagerd op een pen 11 welke in een montageplaat 12 is bevestigd. Het tandwiel 7 is voorzien van een holte 13 welke door een afdekplaat 14 35 is afgesloten. In deze holte bevindt zich de flens 15 aan het uiteinde van de holle as 6. Door de flens 15 een 780 9 4 6 2 -:3 - ' ''Λ,'·· , * _ PHN 3221 ...........___ .................

niet-ronde, bijvoorbeeld vierkante, vorm te geven en door de holte 13 overeenkomstig uit te voeren ontstaat een koppeling voor het overbrengen van de roterende beweging van het tandwiel 7 op de as 6 waarbij de as in alle rich-5 tingen kantelbaar is. De veer 16 welke grotendeels in de holle as 6 is gelegen en welke tussen de holle as 6 en het tandwiel 7 is gespannen, oefent een kracht op de as 6 uit in de richting van de snijeenheid 5· Doordat het cy-lindrische deel 17 van de as 6 tegen de snijeenheid 5 10 rust, wordt deze kracht op de snijeenheid en via de snij eenheid op de scheerplaat 3 uitgeoefend waardoor de scheer-plaat met de rand 18 tegen de scheerplaathouder 2 wordt gedrukt. Tengevolge van uitwendige krachten, zoals bijvoorbeeld kunnen optreden tijdens het gebruik van het 15 scheerapparaat, kan de scheerplaat 3 tezamen met de snij eenheid 5 en de as 6 tegen de werking van de veer 16 in naar binnen worden gedrukt.

De koppeling voor het overbrengen van de roterende beweging tussen de as 6 en de snijeenheid 5 komt tot 20 stand doordat de as 6 is voorzien van een uiteinde 19 met een in hoofdzaak rechthoekige doorsnede. Dit uiteinde 19 is in een corresponderende koppelopening 20 van de snijeenheid 5 gelegen.

De hierboven beschreven koppeling aan de elek-25 tromotor 10 is voor de drie snijeenheden van het apparaat volgens de figuren 1 en 2 identiek waarbij de drie' tandwielen 7 in aangrijping zijn met een enkel centraal opgesteld tandwiel 8 op de moto ra's 9·

De snijeenheid 5 (figuur 3) wordt in hoofdzaak 30 gevormd door een centraal lichaam 21 met aan de omtrek messen 22 welke door middel van armen 23 aan het centrale lichaam 21 zijn bevestigd. Het centrale lichaam 21 is voorzien van de koppelopening 20. Ieder mes 22 is voorzien van een in de aandrijfrichting P vóór liggend voor-35 loopmes 24 met tussen mes en voorloopmes een verbindings element 25 in de vorm van een rubberlaag. Deze rubberlaag 7809462 ( * ... k _ .......PHN..9221____________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________......

is zowel aan het mes 22 als aan het voorloopmes 24 gehecht. De messen 22 bezitten snijkanten 26 terwijl de voorloop-messen 24 zijn voorzien van scherpe randen 27·

De figuren 4 en 5 dienen ter illustratie van de 5 werking van de snijeenheid en tonen schematisch een zij aanzicht van een deel van de snijeenheid 5 en een deel van de scheerplaat 3 terwijl tevens een huidgedeelte 28 met een haar 29 is weergegeven.....Wordt in een haarintrede-opening 4 een haar 29 gevangen dan zal ten gevolge van de 10 roterende beweging van de snijeenheid 5 deze haar ter plaatse A spoedig met de scherpe rand 27 van voorloopmes 24 in aanraking komen. De scherpe rand 27 is zodanig uitgevoerd dat deze enigszins in de haar 29 zal dringen zonder echter de haar doormidden te snijden. De reactie-15 kracht welke door de haar 29 op het voorloopmes 24 wordt .uitgeoefend zal tegengesteld gericht zijn aan de bewegingsrichting P. Deze kracht zal gecompenseerd moeten worden door de component van de normaalkracht N die door de wand 30 van het mes 22 op het verbindingselement 25 en 20 door het verbindingselement op het voorloopmes 24 wordt uitgeoefend (figuur 4). Tengevolge van de rubber-elastische eigenschappen van de rubberlaag welke het verbindingselement 25 vormt, kan dit verbindingselement in de ongedeformeerde toestand slechts geringe schuifkrachten in 25 de richting S tussen het mes 22 en het voorloopmes 24 over brengen. De component Ng van de normaalkracht N zal tot gevolg hebben dat het voorloopmes 24 zich t.o.v. het mes 22 verplaatst in de richting S. De hoek ©( tussen de wand 30 en de wand 31 van het mes 22 welke tegen de scheer-30 plaat 3 aanligt zal kleiner dan 90° moeten zijn.

De haar 29 zal, onder andere ten gevolge van de natuurlijke elasticiteit van de huid door het voorloopmes 24 worden meegenomen tot de snijkant 26 van het mes 22 de haar ter plaatse B heeft bereikt (figuur 5)· De haar 35 29 zal vervolgens door samenwerking van de scheerplaat 3 en het mes 22 worden afgeknipt.

7809462 - , -·5 - ' -.

PHN.S221........................................__....................._____________ _________________

Zonder voorloopmes Zk zou de haar 29 ter plaatse A zijn afgeknipt terwijl door de werking van dit voorloopmes de haar bij de dichter bij de huid 28 gelegen plaats B wordt afgeknipt zodat een beter scheerresultaat wordt 5 verkregen.

Een variant op de uitvoeringsvorm volgens figuur 3 is weergegeven in figuur 6. De voorloopmessen 2k bevinden zich hierbij aan de uiteinden van de armen 32 welke een geheel vormen met een centrale schijf 33· In de centrale 10 schijf bevindt zich de opening 3¾ welke correspondeert met de koppelopening 20. De voorloopmessen Zh, de armen 32 en de centrale schijf 33 zijn op deze wijze verenigd tot een voorloopmeseenheid 35 welke overal door een rubberlaag 36 is gescheiden van het snijorgaan 37 gevormd door de 15 messen 22, de armen 23 en het centrale lichaam 21. De op deze wijze gevormde snijeenheid kan bijvoorbeeld in één keer worden vervaardigd uit plaatmateriaal dat gelaagd is in de volgorde: metaal, rubber, metaal.

Om voldoende beweegbaarheid van de voorloop-20 messen Zk ten opzichte van de bijbehorende messen 22 te verkrijgen kan de breedte van de armen 32 t.o.v. de breedte van de armen 23 aanzienlijk worden verkleind door een aparte bewerking zoals bijvoorbeeld etsen. De armen 32 kunnen ook geheel worden weggeëtst.

25 De constructie met een verbindingselement tussen mes en voorloopmes van een materiaal met rubber-elastische eigenschappen kan ook worden toegepast bij een scheerappa-raat met een heen- en weergaande aandrijving van de snijeenheid of bij een z.g. natscheerapparaat waarbij geen 30 scheerplaat aanwezig is maar de snijeenheid direct in contact is met de huid.

Een scheerapparaat zoals hierboven beschreven heeft in het algemeen de voordelen dat de snijeenheid eenvoudig is te fabriceren en gemakkelijk in het apparaat 35 is te monteren of te demonteren. Bovendien voorkomt het verbindingselement dat zich tussen het mes en het voorloop— 7809462

Claims (3)

1. Scheerapparaat met een snijeenheid met tenminste een mes dat is uitgerust met een voorloopmes dat ten opzichte van het mes beweegbaar is, met het kenmerk, dat het 10 voorloopmes door middel van een verbindingselement van een materiaal met rubber-elastische eigenschappen met het mes is verbonden.

2. Scheerapparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het verbindingselement is uitgevoerd als een 15 rubberlaag tussen mes en voorloopmes.

3· Snijeenheid zoals toegepast bij een scheerappa raat volgens conclusie 1 of 2. 7809462