NL7807102A - Inrichting voor het maken van bundels landbouwgewas. - Google Patents

Inrichting voor het maken van bundels landbouwgewas. Download PDF

Info

Publication number
NL7807102A
NL7807102A NL7807102A NL7807102A NL7807102A NL 7807102 A NL7807102 A NL 7807102A NL 7807102 A NL7807102 A NL 7807102A NL 7807102 A NL7807102 A NL 7807102A NL 7807102 A NL7807102 A NL 7807102A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pressing member
pressing
chamber
control device
responds
Prior art date
Application number
NL7807102A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Multinorm Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Multinorm Bv filed Critical Multinorm Bv
Priority to NL7807102A priority Critical patent/NL7807102A/nl
Publication of NL7807102A publication Critical patent/NL7807102A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/04Plunger presses
    • A01F15/046Plunger presses with press-boxes

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Basic Packing Technique (AREA)

Description

s ! jMultinorm B.V. te Nieuw-Vennep, Nederland.
Inrichting voor het maken van bundels landbouwgewas.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het maken van bundels landbouwgewas, voorzien van een ;perskamer met in de zijwand daarvan aangebrachte invoer-j opening, een langs die invoeropening, vanuit een eerste 5 !naar een tweede eindstand heen en terug beweegbaar j iaangedreven persorgaan, een op de invoeropening aangesloten I cirkelsegmentvormige hulpruimte met inlaat, !voorzien van invoermiddelen, en een om een dwars op de ;beweging van het persorgaan gerichte as draaibaar element, *0 .dat uit een telkens de invoeropening afsluitende stand door de teruggaande beweging van het persorgaan over tenminste 360° wordt rondgedraaid en een inrichting voor het besturèn van de aandrijving van het persorgaan.
Een inrichting van het Sin de aanhef beschreven IS type is in het bijzonder bedoeld voor het maken van bundels gewas met een relatief hoog soortelijk gewicht, dat wil zeggen 'tussen 200-250 kg. droge stof/m3, en een totaal •gewicht tussen 300-1000 kg.
Voor het maken van dergelijke bundels dienen in een 20 relatief korte tijd grote hoeveelheden gewas sterk verdicht te worden, waarbij het probleem naar voren komt dat de zwaar uitgevoerde bewegende delen in een relatief korte tijd bewogen moeten worden. Hierbij komt het probleem dat de invoer van het gewas continu moet plaatsvinden, terwijl 25 de afvoer van de bundels onderbroken geschiedt.
De uitvinding beoogt een besturingsinrichting voor de in de aanhef genoemde persinrichting te verschaffen, die zodanig is ingericht, dat een optimale werking is verzekerd en een continue bedrijfsvoering is gewaarborgd.
\ 7807102 r.
2
De inrichting volgens de uitvinding onderscheidt zich doordat de besturingsinrichting is voorzien van een eerste detektie orgaan dat aanspreekt op een eerste tussenstand van het persorgaan, het signaal waarvan de 5 aandrijving van het persorgaan buiten werking stelt, een en ander zodanig dat het draaibare element zich buiten de perskamer en hulpruimte bevindt.
Dankzij deze door de uitvinding voorgestelde tussenpositie van het persorgaan is de inrichting in de optimale aanvangsstand geplaatst, aangezien de weg die het draaibare element moet afleggen om een zich in de hulpruimte bevindende hoeveelheid gewas naar de persruimte te voeren aanzienlijk is bekort.
Volgens een verdere ontwikkeling is de 15 besturingsinrichting voorzien van een tweede detektieorgaan dat aanspreekt bij een vooraf bepaald vulniveau in de hulpruimte, het signaal waarvan de aandrijfinrichting van het persorgaan in werking stelt. Door deze regeling wordt bereikt dat telkens een voldoend grote hoeveelheid gewas 20 uit de hulpruimte in de perskamer wordt gevoerd, bij welk transport tevens een voorverdichting van het gewas plaatsvindt.
In een voorkeutrsuitvoeringsvorm is de inrichting uitgevoerd met de hulpruimte aan de onderzijde 25 van de perskamer, waarbij de invoermiddelen continu aangedreven stuwvorken omvatten, waarvan de bewegingsbaan die van het draaibare element kruist. Deze stuwvorken zijn zodanig gedimensioneerd dat het gewas niet alleen de hulpruimte wordt ingestuwd, maar tevens telkens bij de 30 ingang wordt opgelicht, zodat'het gewas als het ware op het draaibare element wordt gelegd, waardoor vastlopen van het draaibare element is voorkomen.
De besturingsinrichting volgens de uitvinding is daarbij voorzien van een derde detektieorgaan dat aanspreekt bij 35 een vooraf bepaalde stand van de stuwvorken, het signaal waarvan bij coïncidentie met het signaal van het tweede v 7807102 £ 3 * detektieorgaan de aandrijfinrichting van het persorgaan in werking stelt. Dankzij deze samenwerking van beide signalen is derhalve verzekerd dat het draaibare element synchroon ten opzichte van de stuwvorken in werking wordt .-5 gesteld en zodoende elke storing is uitgesloten.
Als de inrichting is voorzien van een bindtoestel, waarbij het bindmiddel door kanalen in de perskamer en in hèt persorgaan wordt gevoerd, dan zal bij een bepaalde dichtheid van het gewas het persorgaan tijdelijk moeten 10 worden gestopt, teneinde het bindmiddel om de baal te kunnen aanbrengen. Daartoe is de besturingsinrichting voorzien van een vierde detektieorgaan dat aanspreekt op een vooraf bepaalde dichtheid van het geperste gewas, het signaal waarvan 15 de aandrijving van het persorgaan,buiten,en het bindtoestel in werking stelt hetgeen plaatsvindt bij coïncidentie van een signaal van een vijfde detektieorgaan dat aanspreekt bij de tweede eindstand van het persorgaan.
Aangezien het binden van een geperste baal 20 enige tijd vergt, kan het voorkomen dat een continue invoer van gewas wordt verhinderd. Teneinde dat te voorkomen stelt de uitvinding voor om de hulpruimte te voorzien van een door een omkeerbare motor beweegbare wand ter vergroting van die ruimte waarbij de:»besturingsinrichting 2^ de motor in de ene zin in werking stelt bij coïncidentie van signalen van de tweede en vierde detektieorganen, detektieorgaan waarbij na ëen signaal van het eersteYïn de andere zin wordt bekrachtigd. Het bijtijds terugvoeren van de verstelbare wand voorkomt een storing in de doorvoer van 30 gewas uit de hulpruimte naar dé perskamer.
Teneinde grote persdrukken te kunnen verkrijgen dient de perskamer bij voorkeur alzijdig gesloten te zijn, hetgeen een afsluitbare uitlaatopening vraagt. Een dergelijke afsluitbare uitlaatopening is bij voorkeur nabij de tweede
*3 C
eindstand van het persorgaan gelegen, teneinde een afvoer van de vervaardigde bundel uit de perskamer mogelijk te maken.
7807102 , '· 4 a?
Bij een geopende uitlaatopening echter mag geen nieuw aangevoerd gewas te ver in de perskamer worden gedrukt, ' zodat het persorgaan bij voorkeur bij een tweede tussenstand wordt gestopt. De besturingsinrichting volgens 5 de uitvinding is daartoe voorzien van een zesde detektie-, orgaan dat aanspreekt op de eerste eindstand van het-persorgaan en een zevende detektieorgaan dat aanspreekt op een tweede tussenstand van het persorgaan, waarbij de besturingsinrichting bij sequentie van signalen van het 10 vierde, zesde respectievelijk zevende detektieorgaan de aandrijving van het persorgaan buiten werking en die van de uitlaatopening in werking stelt.
In een voorkeursuitvoeringsvorm vallen de eerste en tweede tussenstand van het persorgaan samen.
15 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld.
In de tekening tonen:
Fig.1 een staande doorsnede van een mobiele persinrichting volgens de uitvinding.
20 Fig.2 een bovenaanzicht van de inrichting uit fig.l
Fig.3 een detail van het grendelmechanisme voor het blokkeren van het persorgaan respectievelijk het openen van de uitlaatklep van de perskamer.
25 Fig.4 een detail van de perskamer, waarbij het persorgaan in de eindstand staat zodat het bindmiddel rond de baal kan worden aangebracht.
Fig.5a,b,c,d,e, verschillende fasen van de perscyclus,tot stand gebracht door de dóór\de!.uitvinding 30 voorgestelde besturingsinrichting.
De in de figuren getoonde persinrichting bestaat in hoofdzaak uit een liggende perskamer 1, waarin een heen en weer beweegbaar aangedreven persorgaan 2 is opgenomen.
De perskamer 1 wordt gedragen door een gestel 3, dat tevens 35 is voorzien van een loopwiel 4 en een trekboom 5 waarmee de inrichting aan een trekker of dergelijke kan worden 7807102 * b gekoppeld. De inrichting wordt volgens de pijl PI door die trekker over het land voortbewogen.
Het persorgaan 2 is langs een invoeropening 6 tot aan een afgifteopening 7 beweegbaar waartoe het persor-5 gaan 2 is uitgevoerd met twee aandrijfmechanismen die ter weerszijden en buiten de perskamer 1 £ijn aangebracht.
Elk aandrijfmechanisme bestaat uit een hydraulische cylinder 8 waarvan de zuigerstang 9 met het vrije einde daarvan is verbonden met een aan het persorgaan 2 verbonden druklichaam 10 10. Het druklichaam 10 bestaat uit een tweetal zich ter weerszijden van de cylinder 8 uitstrekkènde kokerbalken die elk bij het persorgaan 2 aan daarmee verbonden oren zijn bevestigd. De oren van het persorgaan 2 steken door sleuven in de zijwand van de perskamer 1 heen.
15 Het van de zuigerstang 9 afgekeerde einde van de cylinder 8 is via een koppelstang 11 verbonden met een scharnierpunt van de naar boven zwenkbare achterwand 12 van de perskamer 1.
De achterwand 12 is door middel van grendels 13 in de 20 \ gesloten of persstand te’ vergrendelen.
Aan de hand .van fig.3 wordt'deze vergrendeling hieronder nader toegelicht.
De invoeropening 6 is door het klepdeel 14 afsluitbaar, zie ook fig.5 b-e. Het klepdeel 14 is over 25 360° draaibaar rond een as 15, die dwars op de beweging van het persorgaan 2 zich uitstrekt alsmede evenwijdig aan het vlak door de invoeropening 6, waarbij de as 15 zowel buiten de perskamer 1 als een daaronder aangebrachte hulpruimte 16.
30 De hulpruimte 16 sluit aan op de invoeropening 6, waarbij de ingang van de hulpruimte 16, links onder in fig.l, tangentieel gericht is'ten opzichte van de in hoofdzaak cirkelsegmentvormige gestalte van de'hulpruimte.
De ingang is voorzien van een opraaptoestel 17 voor het 25 van het land opnemen en in de hulpruimte 16 voeren van het gewas, Stuworganen 18 die door een roostervormige bovenwand 19 van de hulpruimte 16 steken stuwen het gewas verder 7807102 ^ υ i de hulpruimte-16 in. De stuworganen 18 zijn draaibaar gemonteerd op een roterende schijf of kruk 20, die door elk passend aandrijf middel continu is aangedreven, waarbij de stuworganen 18 zijn bevestigd aan armen 21, die 5 via schommelarmen 22 over een tap 23 zwenkbaar is.
Door het verdraaien van de kruk 20 zal het stuworgaan 18 met het vrije einde éen eliptische baan volgen zodanig dat het ondereinde zich aanvankelijk horizontaal en dan schuin naar rechtsboven in de hulpruimte 16 zal 10 bewegen, en vervolgens zich door de roostervormige bovenwand 19 uit die ruimte zal terugtrekken, en bij de terugbeweging in de invoeropening van de hulpruimte 16 zal terugkeren.
De roterende beweging van het klepdeel 14, die de invoeropening 6 van de perskamer 1 telkens afsluit 15 komt tot stand door middel van een overbrengingsmechanisme 24 dat gebruik maakt van de heen en weergaande beweging van het persorgaan 2. Het aan elke zijde van de perskamer 1 aangebracht'e overbrengingsmechanisme 24 bestaat uit een aan de onderste kokerbalk 10 van het druklichaam vast-20 gemonteerde tandheugel 25, die samenwerkt met een tandwiel 26, dat via een vrijloopkoppeling 27 met de as 15 is verbonden. De vrijloopkoppeling 27 is zodanig ingericht dat bij de teruggaande slag van het persorgaan 2 een vaste koppeling tussen het tandwiel 26 en de as 15 tot 25 stand komt, echter bij de heengaande beweging van het persorgaan 2 het tandwiel 26 vrij kan draaien.
Voorts is de bemeting van de tandheugel 25 respectievelijk tandwiel 26 zodanig dat bij een volle teruggaande slag van het persorgaan 2 het klepdeel 14 tenminste over 360° 30 tegen de wijzers van de klok in draait.
Het deel 14 is, zie fig.2, roostervormig uitgevoerd en:.kan eveneens door de roostervormige bovenwand 19 van de hulpruimte 16 heen draaien.
De baan van de stuworganen 18 en die van het 35 draaibare element 14 kruisen elkaar, zoals blijkt uit fig.l waarbij de beweging van de stuworganen zodanig is 'dat het 7807102 i ¥ gewas telkens van de bodem van de hulpruimte 16 omhoog wordt gelicht/ zodat bij het ronddraaien van het element 14 geen gewas tussen de einden van het rooster 14 en de bodem van de'.'.hulpkamer 16 terecht komt/ waardoor vastlopen of een 5 stotend bedrijf wordt voorkomen.
Om een en ander te verbeteren is op de bodem van de kamer 16 nog een roostervormige drempel 28 aangebracht/ die het deel van de hulpkamer 16/ dat'buiten de baan van de stuwvorken 18 en het draaibare rooster 14 ligt, opvult.
IQ Het einddeel 12 van de perskamer is in de gesloten stand te vergrendelen door in fig.3 getoonde grendelmiddelen. De grendelmiddelen bestaan uit één of meer beugels 30, die om een gemeenschappelijke as 31 zwenkbaar zijn en door middel van een onder een hoek op 15 de beugel 30 bevestigde hefboom 32 te verdraaien zijn.
De beugels 30 vertonen aan hun van de as 31 afgekeerde einden een pen 33, die samenwerkt met een aan het zwenk-bare deel 12 bevestigde nok 34. De beugel 30 wordt door middel van een aan de pen 33 bevestigd oog 35 en 20 daaraan gekoppelde veer 36 voorgespannen in de richting van de wijzers van de klok.
Rond een tweede parallelle en gemeenschappelijke as 37 zijn zwenkbaar grendels 38 aangebracht. Deze grendels werken samen met een nok 39 op de achterzijde 25 van het persorgaan 2. De gemeenschappelijke as 31 en de gemeenschappelijke as 37 zijn onderling verbonden door een koppelstang 40, die zwenkbaar aan krukken 41 respectievelijk 42 van de assen 31 respectievelijk 37, is gekoppeld.
3Ό De grendels 38 dienen om het persorgaan 2 in een tussenstand te kunnen vergrendelen, zodanig dat bij het bekrachtigen van de cylinders 8 en het ontgrendelen van de grendels 30 het achterste deel van de perskamer 1 omhoog gezwenkt kan worden.
• 35 De grendel 38 wordt verdraaid door middel van een!ibedieningshefboom 43, die zich evenwijdig aan de 7807102 8 % * bedieningshefboom van de beugel 30 uitstrekt.
De hefboom 43 wordt door een drukveer 44 tegen een aan de hefboom 32 bevestigde aanslag 45 gedrukt, omdat de veer 44 aan het andere einde afsteunt tegen een op een' bout 46 5 geschroefde moer, welke bout 46 met zijn kop tegen de aanslag 45 rust. De hefboom 43 wordt geborgd door een grendelpal 47, die zwenkbaar aan het scharnierende einddeel 12 van de perskamer is bevestigd, en door middel van" passende aandrijfmiddelen 48 te verdraaien is.
10 Deze aandrijfmiddelen 48 worden bestuurd door de centrale besturingsinrichting van de persinrichting.
Indien de achterklep 12 moet worden geopend is het voldoende om de grendel 47 in de richting van de wijzers.van de klok te verdraaien, waardoor de veer 36 15 de grendel 30 omlaag trekt en de nok 34 vrijkomt.
Tegelijkertijd zal via het verbindingsmechanisme 40,41,42 de grendel 38 achter de nok 39 van het persorgaan 2 vallen en het persorgaan 2 vergrendelen. Door het bekrachtigen van de cylinder 8 kan het klepdeel 12 omhoog 20 worden gezwenkt. Voor het sluiten zal de grendelpal 47 door de veer 49 tegen de wijzers van de klok in terugzwenken en aangrijpen op de hefboom 43, die de grendel 38 lost, waarbij de grendel 30 achter de nok 34 zal vallen waarbij het veermechanisme 44 ervoor zorgt dat de grendel 30 25 mee kan geven zodra de nok 34 dichtslaat.
Om een geperste bundel in de perskamer 1 te kunnen inbinden is een'· hind toes tel 50 aangebracht, die ^ in fig.4 in detail is getoond. Het bindmechanisme bestaat uit een viertal eenheden, die .elk zijn voorzien van een 30 haspel 51, zie fig.l, bovenop de perskamer 1.
Op deze haspel wordt het bindmxddel,bijvoorbeeld ijzerdraad, in voorraad gehouden. Dit draad wordt van de haspel getrokken door een aandrijfmechanisme 52, zie fig.4, bestaande uit een tweetal op elkaar afrollende tandwielen, 35 in de kneep waarvan het ijzerdraad wordt vastgeklemd en voortgestuwd door een ringvormig kanaal 51* 7807102 t * ¥
Dit kanaal 51 is in hoofdzaak gevormd door een in de boven-/ achter-, onderwand van de perskamer aangebrachte groef, alsmede een in de drukzijde van het persorgaan 2 aangebrachte groef, zodanig dat als het persorgaan 2 in 5 de tweede eindstand staat een doorlopend kanaal voor het bindmiddel wordt gevormd.
Bij het voortstuwén van de binddraad door het kanaal 11 wordt het vooreinde geleid door de bodem van het kanaal, totdat het vooreinde opnieuw door het achter het 10 . aandrijfmechanisme 52 geplaatst knoop- of bindmechanisme 53 is gevoerd. Een tussen de aandrijving 52 en knoopinrichting 53 aangebracht snijorgaan 54 knipt de vereiste lengte van de voorraad af, nadat het knoopmechanisme 53 de losse ’ einden van.lengte bindmiddel om elkaar1'beeft'gedraaid en die verbonden.
15 zodoende heeft ν'".De constructieve uitvoering van de knoopinrichting kan elke willekeurige vorm hebben.
Volgens de uitvinding dienen de diverse bewegende delen qua functie en beweging op elkaar te worden aangepast, zodat optimale werking Van de totale 20 persinrichting is gewaarborgd.
In de figuren 5a t/m e zijn de diverse fasen van het tot een bundel vormen van gewas getoond.
Een opneemronsel bij de ingang van de hulpruimte 16 draait constant rond. De omtrekssnelheid van dit ronsel 25 is tenminste gelijk aan, maar bij voorkeur groter dan de voorwaartse snelheid van de pers. De stuworganen 18 worden eveneens constant aangedreven, waarbij de afvoer-snelheid van het stuworgaan tenminste gelijk is aan, maar ook bij voorkeur groter dan de toevoersnelheid van het 30 opraaporgaan.
Het persorgaan bevindt zich aanvankelijk'in een eerste tussenstand TS1, in welke stand het draaibare element 14 zich zowel buiten de perskamer 1 als de hulpruimte 16 bevindt. De tussenstand is waargenomen door een eerste DTi 35 detektieorgaaiïVdat aanspreekt bij de teruggaande beweging vap het persorgaan, bij welke teruggaande beweging het r 7807102 f
J.U
element 14 tegen de wijzers van de klok in wordt gedraaid, jZodra de tussenstand is bereikt zorgt het detektieorgaan Dli !voor het stoppen van de aandrijving 8 van het persorgaan 2, {waardoor de in fig. 5a getoonde uitgangspositie van de S perscyclus is verkregen.In deze positie staat de pers-I inrichting direkt gereed om gewas uit de hulpruimte 16 j < in de perskamer 1 te voeren.
Dit transport uit de hulpruimte 16 vindt plaats ! zodra een tweede dètektieorgaan/een vooraf bepaald niveau IQ !aan gewas in de hulpruimte 16 waarneemt. Het door dit jtweede detektieorgaan afgegeven signaal stelt de aandrijving 8 van de persplunjer 2 in werking, die zich vervolgens 'naar de eerste eindstand ESI begeeft. Door deze hervatte , teruggaande beweging van het persorgaan 2 wordt via het 15 - tandheugel-/tanwielmechanisme, 25,26 het rooster 14 omhoog 'gedraaid, totdat het rooster de inlaatbpening 6 afsluit, waarbij het zich in de hulpruimte 16 bevindende '.gewas in de perskamer 1 wordt gedrukt. Hierbij vindt bij een passende dimensionering van de volumeverhouding van 20 hulprdimte 16 en perskamer 1 reeds een aanzienlijke voorverdichting van het gewas plaats.
De beweging van het persorgaan 2 wordt direkt omgekeerd, zodat het persorgaan naar rechts in de fig.5 beweegt, in welke bewegingsrichting het rooster 14 de 25 ingangsopening 6 van de perskamer 1 blijft afsluiten.
, Daartoe kan een vergrendeling voor het rooster 16 zijn aangebracht, welke grendels op elke passende wijze kunnen zijn uitgevoerd.
Het gewas wordt naar rechts in de perskamer 1 30 gedrukt, waarna het persorgaan 2 vanuit de tweede eindstand ES2, zie fig.5c, terug beweegt totdat het eerste detektieorgaan DT1 de aandrijving 8 uitschakeld en de stand volgens fig.5a opnieuw wordt ingenomen. Zodra opnieuw een voldoend niveau in de hulpruimte 16 is waargenomen door orgaan DT2 vindt een nieuwe, slag plaats. Dit kan zich enige malen herhalen totdat de gewenste hoeveelheid gewas in de pers- .78 0 7 1 0 2 11 ·» kamer 1 is gebracht.
De stuworganen 18 draaien constant rond en zorgen voor het opstuwen van het gewas in de hulpruimte 16, waarbij tevens het gewas enigszins wordt opgelicht bij de 5 drempel 28. Het is van belang dat op het juiste moment telkens een slag door het persorgaan 2 wordt gemaakt teneinde te voorkomen dat het rooster 14 vastloopt op gewas dat zich tussen het rooster 14 en de onderwand van de kamer 16 vastklemt. Daartoe is een derde detektieorgaan DT3 10 nabij de stuwvorken aangebracht, die een vooraf bepaalde positie van de vorken waarnemen. Bij coïncidentie van de signalen van het orgaan DT3 en van het orgaan DT2, namelijk het niveau in de vulkamer, vindt dan een aktivering van de cylinders 8 plaats.
15 Nadat op bovenomschreven wijze een aantal vullingen vanuit de hulpruimte in de perskamer zijn samengeperst en de dichtheidsgraad van het gewas in de perskamer voldoende is zal een vierde detektieorgaan OT4 een signaal afgeven zodra die vooraf bepaalde dichtheid 20 is bereikt. Dit vierde detektieorgaan stelt _ - .de aandrijving van het persorgaan buiten werking alsmede het bindtoestel 50 in werking, bij coïncidentie van een signaal van een vijfde detektie-DTs orgaanXdat aanspreekt bi;j de tweede eindstand ES2 van 25 het persorgaan.
' Het përsorgaan 2 blijft in de eindstand ES2 tot-d’at het bindmiddel is vastgeknoopt of losgeknipt. Een bij het knoopapparaat behorend detektieorgaan DTj, geeft een' signaal bij het vastknopen of losknippen en stelt de aandrijving van 50 het persorgaan 2 in werking, dat terugbeweegt naar de eerste tussenstand TS^, fig. 5a. . .
Voor het verwijderen van de geperste en gebonden bundel uit de perskamer 1 moet de achterklep 12 worden geopend.
Daartoe dient het persorgaan 2 in een tweede tussenstand 55 te worden vergrendeld door de grendels 38, terwijl de achterklep moet worden ontgrendeld.
7807102 i f
Jl Δ.
Dit gebeurt door de aandrijfinrichting 48 in fig.3.
Het besturingsmechanisme is daartoe voorzien van een zesde detektieorgaan dat aanspreekt op de eerste eindstand van het persorgaan en een zevende detektieorgaan dat aanspreekt 5 op de tweede tussenstand of grendelstand van het persorgaan, waarbij de besturingsinrichting bij sequentie van signalen van het vierde, zesde, respectievelijk zevende detektie-orgaan de aandrijving van het persorgaan buiten werking stelt en die van de uitlaatopening in werking stelt.
10 Deze positie is getoond in £ig.5e.
Aangezien het persorgaan eerst wordt terugbewogen en vervolgens weer een nieuwe slag maakt, zal zich gewas uit de hulpruimte 16 voor het persorgaan 2 hebben verzameld, welk gewas niet te ver mag worden doorgedrukt.
15 Daartoe dienen weerstandsmiddelen, die zodanig zijn geplaatst dat in de tweede tussenstand van het persorgaan 2 een voldoende- ruimte tussen die weerstandsmiddelen en het persorgaan 2 overblijft voor het vasthouden van deze eerste lading gewas voor de volgende bundel.
20 Zodra de bundel \iiit de perskamer 1 is gevallen, en de klep 12 zich heeft gesloten, kan de hierboven genoemde perscyclus worden herhaald.
Het persorgaan 2 zal zich dan eerst vanuit de tussenstand TS2 naar de tweede eindstand ES2 bewegen en vervolgens naar 25 de eerste tussenstand TSl terugbewegen.
Zodoende is de positie in fig.Sa ingenomen.
Het kan voorkomen dat tijdens het binden respectievelijk lossen van de bundel zoveel gewas in de hulpruimte 16 wordt gevoerd, dat reeds het gewenste niveau 30 is bereikt en het tweede detektieorgaan een signaal afgeeft. Het persorgaan 2 is in deze beide standen echter niet zonder meer terug te bewegen, zodat in de getoonde uitvoeringsvorm de hulpkamer 16 kan worden vergroot door het cirkëlvormige wanddeel 55 van de hulpkamer 16 door 35 middel van een omkeerbare motor 56, bij voorbeeld cylinder. Deze omkeerbare motor wordt in de ene zin bekrachtigd door 7807102 ij de besturingsinrichting zodra coïncidentie van signalen uitgaande van het tweede detektieorgaan en het vierde respectievelijk het tweede en het zevende detektieorgaan plaatsvindt. Zodra “het eersté detektieorgaan DT1 een signaal 5 geeft, wordt de aandrijfzin van de. motor omgekeerd, waardoor de’'beweegbare w.and van de hulpkamer 16 in de oorspronkelijke stand wordt teruggevoerd, zodat het rooster 14 ongehinderd het gewas in de perskamer kan brengen.
Beide bovengenoemde toestanden zijn getoond in fig.5d en e, 10 waarbij de onderwand in de uitgeklapte stand verkeert·.
Hoewel de inrichting is getoond en beschreven met twee aparte tussenstanden TS1 en TS2 van het persorgaan 2 verdient het de voorkeur deze twee posities - samen te laten vallen. Waardoor de besturingsinrichting eenvoudig kan worden uitgevoerd.
De detektieorganen van de besturingsinrichting kunnen door elk passend element zijn uitgevoerd, dat wil zeggen hydraulisch, mechanisch, elektrisch of electronisch, waarbij de diverse standen van het persorgaan 2 kunnen worden 20 vastgesteld door middel van aanslagen en de dichtheid van het gewas door middel van een als drukgevoelig element uitgevoerd detektieorgaan DT4, hetwelk kan zijn opgenomen in de eigenlijke perskamer 1 als wel in het hydraulisch circuit van de aandrijving 8 van het persorgaan 2.
7807102

Claims (8)

1. Inrichting voor het maken van bundels landbouwgewas, voorzien van een perskamer met in de zijwand daarvan aangebrachte invoeropening, een langs die invoeropening, vanuit een eerste naar een tweede eindstand heen en terug beweegbaar aangedreven persorgaan, een op de invoeropening aangeéloten cirkelsegmentvormige hulpruimte met inlaat, voorzien van invoermid- delen, en een om een dwars op de beweging van het persorgaan gerichte as draaibaar element, dat uit een telkens de invoeropening afsluitende stand door de teruggaande beweging van het persorgaan over tenminste 360° wordt rondgedraaid en een inrichting voor het besturènuvan de aandrijving van de persinrichting, met hét kenmerk, dat de besturingsinrichting is voorzien van een eerste detektieorgaan dat aanspreekt op een eerste tussenstand van het persorgaan, het signaal waarvan de aandrijving van het persorgaan buiten werking stelt een en ander zodanig dat het draaibare element zich buiten de perskamer en hulpruimte bevindt.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de besturingsinrichting is voorzien van een tweede detektieorgaan dat aanspreekt bij een vooraf bepaald vul-niveau in de hulpruimte, het signaal waarvan de aandrijf-inrichting van het persorgaan in werking stelt.
3. Inrichting volgens conclusie 1 en 2, waarbij de hulpruimte aan de onderzijde van de perskamer is aangebracht, en de invoermiddelen continu aangedreven stuwvorken omvatten waarvan de bewegingsbaan die van het draaibare element kruist, met het kenmerk, dat de besturingsinridhting is voorzien van een derde detektieorgaan dat aanspreekt bij een vooraf bepaalde stand van de stuwvorken, het signaal waarvan bij coïncidentie met het 7807102 signaal van het tweede detektieorgaan de aandrijfinrichting van het persorgaan in werking stelt.
4. Inrichting volgens conclusie 1-3, riet het kenmerk, dat de tangentiële onderwand van de hulpruimte is voorzien van een drempel die althans de buiten de bewegingsbanen van het draaibare element respectievelijk stuwvorken gelegen ruimte in de hulpkamer opvult.
5. Inrichting volgens conclusie 1-4, waarbij het persorgaan aan de drukzijde is voorzien van geleidingskanalen voor bindmiddelen, welke bindmiddelen door een bindtoestel rond het geperste gewas worden gevoerd, met het kenmerk, dattde besturingsinrichting is · voorzien van een vierde detektieorgaan dat aanspreekt op eén vooraf bepaalde dichtheid van het geperste gewas, het signaal waarvan ' .de aandrijving van het persorgaan buiten · en het bindtoestel in werking stelt bij coïncidentie van een signaal van een vijfde detektieorgaan dat aanspreekt bij de tweede eindstand van het persorgaan.
6. Inrichting volgens conclusie 1-5, waarbij de perskamer nabij de tweede eindstand van het persorgaan èen afsluitbare uitlaatopening heeft, met het kenmerk, dat de besturingsinrichting is voorzien van een zesde detektieorgaan dat aanspreekt op de eerste eindstand van het persorgaan en het zevende detektieorgaan dat aanspreekt op een tweede tussenstand van het persorgaan, waarbij de besturingsinrichting bij sequentie van signalen van het vierde, zesde respectievelijk rzevende detektieorgaan, de aandrijving van het persorgaan'buiten werking en die van de uitlaatopening in werking stelt.
7. Inrichting volgens conclusie 1-6, met het kenmerk, dat de hulpruimte is voorzien van een door een omkeerbare motor beweegbaar wanddeel ter vergroting van die ruimte, waarbij de besturingsinrichting de motor in de ene zin in werking stelt bij coïncidentie van signalen van het tweede en vierde detektieorgaan respectievelijk tweede 7807102 en zevende detektieorgaan.
8. Inrichting volgens één der vóórgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerste en tweede tussenstand van het persorgaan samenvallen. 9v Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de detektieorganen onderdeel uitmaken van een logische electronische schakeling. 7807102
NL7807102A 1978-06-30 1978-06-30 Inrichting voor het maken van bundels landbouwgewas. NL7807102A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7807102A NL7807102A (nl) 1978-06-30 1978-06-30 Inrichting voor het maken van bundels landbouwgewas.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7807102A NL7807102A (nl) 1978-06-30 1978-06-30 Inrichting voor het maken van bundels landbouwgewas.
NL7807102 1978-06-30

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7807102A true NL7807102A (nl) 1980-01-03

Family

ID=19831164

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7807102A NL7807102A (nl) 1978-06-30 1978-06-30 Inrichting voor het maken van bundels landbouwgewas.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL7807102A (nl)

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4928462A (en) * 1988-05-24 1990-05-29 Ford New Holland, Inc. Agricultural baler with six stroke feeder mechanism
US4956967A (en) * 1988-04-28 1990-09-18 Ford New Holland, Inc. Agricultural baler with feeder door
US4962632A (en) * 1988-04-28 1990-10-16 Ford New Holland, Inc. Agricultural baler with movable feeder floor
EP1516528A1 (de) * 2003-09-19 2005-03-23 Deere & Company Ballenpresse und Verfahren
CN108260400A (zh) * 2018-03-29 2018-07-10 盐城市新明悦机械制造有限公司 一种打捆装置

Cited By (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4956967A (en) * 1988-04-28 1990-09-18 Ford New Holland, Inc. Agricultural baler with feeder door
US4962632A (en) * 1988-04-28 1990-10-16 Ford New Holland, Inc. Agricultural baler with movable feeder floor
US4928462A (en) * 1988-05-24 1990-05-29 Ford New Holland, Inc. Agricultural baler with six stroke feeder mechanism
EP1516528A1 (de) * 2003-09-19 2005-03-23 Deere & Company Ballenpresse und Verfahren
US7047719B2 (en) 2003-09-19 2006-05-23 Deere & Company Baler and process
CN108260400A (zh) * 2018-03-29 2018-07-10 盐城市新明悦机械制造有限公司 一种打捆装置

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5263410A (en) Valve and hydraulic circuit for a bale discharge apparatus
US4557189A (en) Apparatus for binding rolled bales of agricultural harvested crops
EP2584882B2 (en) Tine control for balers
US4170934A (en) Device for compressing crop into bales
US20050247215A1 (en) Round baling press
US8833247B2 (en) Giant round baler compressor
US20150315836A1 (en) Fluid circuit for bale ejection
US20050257513A1 (en) Hydraulic bale ramp
BE1021131B1 (nl) Balenpers met opstartcontrolesysteem
US10757862B2 (en) Bale depositor
RU2417574C2 (ru) Рулонный пресс-подборщик
US20200221643A1 (en) Baler connectable to a tractor for providing round bales and method for producing round bales
BE1020303A3 (nl) Gecombineerde pakker-en stouwermiddelen.
EP2875717B1 (en) Fluid circuit for bale ejection with restricted flow
NL7807102A (nl) Inrichting voor het maken van bundels landbouwgewas.
US3426672A (en) Hay baler
BE1021100B1 (nl) Balenaflaadmiddelen
US5058495A (en) Knotter trip mechanism with locking device
US5156085A (en) Knotter trip mechanism with cooperating clutch mechanism
US4198904A (en) Baling machine
EP4186351A1 (en) Knife insert and retract with independent knife protection of agricultural baler
US4401022A (en) Device for baling agricultural crop
US20210337737A1 (en) Conveying and Collecting Device with a Drivable Conveying and Collecting Unit and Agricultural Crop Press with the Conveying and Collecting Device
US20050217233A1 (en) Hydraulic bale ramp
US378815A (en) Knotting device for grain-binders

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed