NL7705682A - Werkwijze en inrichting voor het selectief afvuren van een wapen met horizontale werking. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het selectief afvuren van een wapen met horizontale werking. Download PDF

Info

Publication number
NL7705682A
NL7705682A NL7705682A NL7705682A NL7705682A NL 7705682 A NL7705682 A NL 7705682A NL 7705682 A NL7705682 A NL 7705682A NL 7705682 A NL7705682 A NL 7705682A NL 7705682 A NL7705682 A NL 7705682A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
firing
circuit
weapon
auxiliary
signal
Prior art date
Application number
NL7705682A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Giat Ind Sa
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Giat Ind Sa filed Critical Giat Ind Sa
Publication of NL7705682A publication Critical patent/NL7705682A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F42AMMUNITION; BLASTING
    • F42CAMMUNITION FUZES; ARMING OR SAFETY MEANS THEREFOR
    • F42C13/00Proximity fuzes; Fuzes for remote detonation
    • F42C13/06Proximity fuzes; Fuzes for remote detonation operated by sound waves
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F42AMMUNITION; BLASTING
    • F42CAMMUNITION FUZES; ARMING OR SAFETY MEANS THEREFOR
    • F42C13/00Proximity fuzes; Fuzes for remote detonation
    • F42C13/02Proximity fuzes; Fuzes for remote detonation operated by intensity of light or similar radiation

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Aiming, Guidance, Guns With A Light Source, Armor, Camouflage, And Targets (AREA)

Description

Werkwijze en inrichting voor het selectief afvuren van een wapen met horizontale werking.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het selectief afvuren van een wapen met horizontale werking, waarbij een elektrisch detectiesignaal wordt uitgezonden tijdens het passeren van een doel in de nabijheid van het werkingsveld van het wapen, een localiserings-signaal wordt uitgezonden tijdens het passeren van een doel nauwkeurig door de schietas van het wapen en het gelijktijdig uitzenden van de elektrische signalen voor detectie van localisering een noodzakelijke voorwaarde vormt voor het uitzenden van een elektrisch besturingssignaal, waardoor het besturen van het afvuren van het wapen wordt toegelaten.
De uitvinding is ook gericht op een inrichting voor het in praktijk brengen van een dergelijke werkwijze.
Een inrichting voor het in praktijk brengen van een dergelijke werkwijze is beschreven in het Franse octrooischrift 1.590.594. Een dergelijke inrichting, welke zorgt voor het selectieve afvuren van een wapen met horizontale werking, op afstand en zonder mechanisch contact met het te vernietigen doel, omvat: a) een bewakingsstelsel met gering energieverbruik, dat gebruik maakt van de band van seismische frequenties, kenmerkende voor het voertuig van de te vernietigen soort en een alarmsignaal levert wanneer een voertuig van deze soort wordt gedetecteerd, en b) een infraroodinrichting met zeer smal veld, welke in werking wordt gesteld wanneer een alarmsignaal wordt geleverd door het bewakingsstelsel en welke een elektrische impuls opwekt tijdens het passeren van het gedetecteerde voertuig door de schietas.
Zodra de infraroodinrichting een elektrische impuls heeft opgewekt, wordt de vexmogensketen voor het ontsteken van de lading bekrachtigd.
Een dergelijk stelsel heeft, buiten de aanwezigheid van een seismisch hulpdetectiestelsel, dat betrekkelijk weinig selectief is, het nadeel van het automatisch veroorzaken van het schieten van het wapen zodra de infraroodlocalisator een elektrisch signaal heeft uitgezonden. Aldus is er geen vooraf bepaalde mogelijkheid voor het verhinderen van de werking van het stelsel mogelijk en is er niet voorzien in het rekening houden met extra informaties, welke kunnen bijdragen tot het toelaten van het afvuren.
Volgens een niet-gepubliceerde Franse octrooiaanvrage P.V. 129.804 omvat een stelsel, bestemd voor het verzekeren van het selectief afvuren van een wapen set horizontale werking, op afstand en zonder mechanisch contact met het te vernietigen doel, een hulpselsctiestelsel van akoestische soort, dat gebruik maakt van de harmonische analyse van het akoestische spektrum, opgewekt door een voertuig, en een localise-ringsinrichting van de infrarode soort. Bij een dergelijk stelsel zendt het akoestische hulpselectiestelsel een elektrisch signaal uit, dat de werking van de infraroodlocalisator inschakelt, welke localisator een elektrische impuls uitzendt tijdens het passeren van het gedetecteerde voertuig door de schietas. Evenals bij de inrichting volgens het genoemde Franse octrooischrift 1.590.594, wordt het afschieten van het wapen automatisch veroorzaakt bij het optreden van een elektrische impuls, uitgezonden door de infraroodlocalisator. Aldus veroorzaakt de gelijktijdige aanwezigheid van een elektrische informatie, uitgezonden door het hulpselectiestelsel en een elektrische informatie, uitgezonden door de infrarood- local iserings inrichting, automatisch het inschakelen van het afschieten van het wapen zonder dat er enig middel is aangebracht voor het verhinderen op vooraf bepaalde wijze van het doen werken van het wapen in het geval dat ondanks de gelijktijdige aanwezigheid van een informatie, geleverd door het hulpdetectiestelsel en een informatie, uitgezonden door de localiseringsinrichtingen, bepaalde extra vooraf bepaalde voorwaarden niet zijn vervuld.
De uitvinding heeft tot doel deze nadelen op te heffen en het aogelijk te maken rekening te houden met een bepaald aantal extra veorwaarden voor het toelaten van de werking van het afschieten van het wapen en in het bijzonder het uitstellen van het afschieten van het wapen over een vooraf bepaald aantal doorgangen van doelen door het werkingsveld van het wapen.
Dit doel wordt bereikt dankzij een werkwijze van bovengenoemde soort, volgens welke overeenkomstige uitvinding de werking zelf van het afvuren van het wapen wordt veroorzaakt uitgaande van elektrische besturingssignalen volgens een vooraf bepaald prograsma zodanig dat het effektief afvuren van het wapen kan worden uitgesteld over een vooraf bepaald aantal uitzendingen van elektrische besturingssignalen.
Aldus maakt de werkwijze volgens de uitvinding, in tegenstelling tot de bekende werkwijzen en inrichtingen voor het afvuren, volgens welke het afvuren van het wapen geschiedt wanneer het eerste voertuig van een col-onne het werkingsgebied van het wapen passeert, het mogelijk het afvuren van het wapen uit te stellen over een vooraf bepaald aantal doorgangen van voertuigen, hoewel elk van de voertuigen aanleiding geeft tot het uitzendne van een besturingssignaal wanneer het passeert door het werkingsveld van het wapen. Wanneer een aantal mijnen achter elkaar is geplaatst in een mijnenveld, vormt de werkwijze volgens de uitvinding een aanzienlijk voordeel op zodanige wijze dat een verschillend programma kan worden gekozen voor elk van de verschillende mijnen zodanig dat het mogelijk is een gekozen aantal voertuigen te laten komen in het mijnenveld voordat aifs een enkel af vuren wordt uitgevoerd.
Volgens een speciaal kenmerk van de werkwijze volgens de uitvinding wordt een elektrisch veiligheidssignaal uitgezonden wanneer het wapen in "schietklare" toestand is en het gelijktijdig uitzenden van de elektrische signalen voor detectie, localisering en veiligheid vormt een noodzakelijke voorwaarde voor het toelaten van het besturen van het afvuren van het wapen.
Overeenkomstig de uitvinding kunnen verschillende andere extra voorwaarden in rekening worden genomen op zodanige wijze, dat het besturingssignaal voor het afvuren slechts wordt uitgezonden wanneer het te vernietigen doel is geplaatst in de stand van maximum kwetsbaarheid ten opzichte van het wapen met horizontale werking.
Volgens een ander kenmerk van de uitvinding wordt het besturen van het afvuren van het wapen tegengehouden indien de volgorde van optreden van de genoemde elektrische signalen, welke tegelijk het afvuren kunnen toelaten, niet overeenkomt met een vooraf bepaalde tijdvolgorde.
Bet besturen van het afvuren van het wapen kan in het bijzonder worden tegengehouden indien het elektrische localiseringssignaal optreedt vooraf gaande aan een van de signalen voor detectie of veilig· heid.
Het is voordelig, dat het elektrische detectiesig-naal wordt geleverd door een inrichting, welke gevoelig is voor akoestische trillingen opgewekt door het doel en dat het elektrische localiseringssignaal wordt geleverd door een inrichting, welke gevoelig is voor infraroodstraling.
Bij voorkeur wordt het elektrische localiseringssignaal geleverd door een inrichting, gevoelig voor infraroodstraling, met een vertraging, evenredig met de sterkte van de infraroodflux en rekening houdende met de temperatuur van de omgeving.
De uitvinding heeft verder een inrichting tot doel voor het selectief afvuren van een wapen met horizontale werking, in het bijzonder voor het in praktijk brengen van de boven beschreven werkwijze, van de soort voorzien van een afvuurketen, een akoestische hulpdetectie-inrichting, gevoelig voor akoestische trillingen opgewekt door een doel en een elektrisch detectiesignaal leverend wanneer een doel aan komt in de nabij van het werkingsveld van het wapen, een optisch hulplocaliserings-stelsel, gevoelig voor de infraroodstraling en een elektrisch localiseringssignaal leverend wanneer een doel nauwkeurig aankomt in de schietas van het wapen. Deze inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat hij buitendien is voorzien van een hulpopeenvolgingsstelsel voor besturing, voorzien van een telinrichting, geplaatst tussen de hulpstel-sels voor detectie en localisering enerzijds, en de afvuurketen anderzijds, teneinde de afvuurketen te besturen volgens een vooraf bepaalt schiet-progm.
De inrichting volgens de uitvinding omvat bij voorkeur eveneens een veiligheidsketen, welke een elektrisch veiligheidssig-naal levert naar het hulpopeenvolgingsstelsel van besturing wanneer het wapen in schietklare toestand is.
Indien het optische hulplocaliseringsstelsel zlef passief is, is de selectieve belnvloedingsontsteker gevormd door de inrichting voor het selectief afvuren van een wapen met horizontale werking volgens de uitvinding, totaal passief en maakt het mogelijk op discrete en efficiënte wijze te-gelijk een selectie van voertuigen uit te voeren door middel van het akoestische hulpstelsel, een localisering van voertuigen door middel van het optische hulpstelsel en een schietprogramma doormiddel van het tilhulpstelsel.
De toestemming voor het afvuren van het wapen wordt gegeven door de gelijktijdige aanwezigheid van de twee informaties van beïnvloeding en een informatie van veiligheid van bewapening; welke respectievelijk het uitgangssignaal van het akoestische hulpdetectiestelsel zijn, dat de nabijheid van een voertuig van te vernietigen of te neutraliseren soort aangeeft, het uitgangssignaal van het optische hulplocali-seringsstelsel dat de aanwezigheid in de schietas van het wapen aangeeft van het gekozen voertuig, en het signaal afgeleverd door de veiligheidsketen. De aanwezigheid van het hulpopeenvolgingsstelsel voor besturing, voorzien van een telinrichting, maakt het slechts mogelijk het afvuren te veroorzaken, bij de aanwezigheid van drie informaties voor selectie, localisering en veiligheid, bij een vooraf bepaald aantal gekozen voertuigen, welke opeenvolgend passeren door de schietas van het wapen met horizontale werking.
Volgens een speciale uitvoering van de uitvinding omvat het hulpopeenvolgingsstelsel voor besturing van het afvuren van het wapen een EN-poort, waarvan de eerste ingang is verbonden met de uitgang van het akoestische hulpdetectiestelsel, en een tweede ingang is verbonden met de uitgang van het hulplocaliseringsstelsel, en een programmeerbare teller aanwezig is, verbonden met de uitgang van de EN-poort, terwijl de af vuur keten zelf is verbonden met de uitgang vein de teller zodanig dat een besturingssignaal, geleverd door de EN-poort slechts wordt overge-dragen door de teller naar de afvuurketen wanneer de teller een vooraf bepaid aantal besturingssignalen heeft ontvangen, welk aantal overeenkomt met het vooraf bepaalde programma.
In het geval dat de inrichting volgens de uitvinding een veiligheidsketen bevat, omvat de EN-poort een derde ingang, verbonden met de veiligheidsketen.
Volgens een speciale uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat het akoestische hulpdetectiestelsel een akoestische opnemer, een voorversterker-keten,.een filterketen en een versterkerketen, waaraan een vergelijkingsketen kan worden toegevoegd voor het vergelijken van het signaal afkomstig van de versterkerketen, met een vooraf bepaalde amplitu-dedrempel.
Het akoestische hulpdetectiestelsel is op voordelige wijze voorzien van een keten voor het controleren van de duur van impulsen, welke slechts een uitgangssignaal levert indien het signaal uit de genoemde versterkerketen of uit de vergelijkerketen aanwezig is tijdens een duur, groter dan een vooraf bepaalde tijd. Een informatievertragings-keten kan worden aangebracht aan de uitgang van de keten voor controle van de duur van impulsen.
Volgens een bepaalde uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat de impulsduurcontroleketen een omkeer-keten en een monostabiele keten, parallel verbonden en waaraan het signaal wordt toegevoerd, dat is geleverd door de informatievertragingsketen, en een EN-poort waarvan een eerste ingang is verbonden met de uitgang van de omkeerketen en met een tweede ingang, verbonden met de uitgang van de monostabiele keten.
De gelijktijdige taken van de ketens voor selectie van de frequenties, vergelijking van amp-litude, controle van impulsduur en informatievertraging, dragen bij tot het vervolmaken van de selectiviteit van het akoestische detectiestelsel en versterken de ongevoeligheid voor mogelijke parasitaire signafen.
Het optische hulplocaliseringsstelsel omvat bij voorkeur een infranoddetector, een wisselstrocmversterker verbonden aan de uitgangsklemmen van de infrarooddetector en een drempelvergelijkingsketen verbonden met de uitgang van de wisselstroomversterker.
Het optische hulplocaliseringsstelsel kan een rendement en een nauwkeurigheid bieden, welke zijn verhoogd door toevoeging van ketens, waardoor het mogelijk is een vertraging in te voeren, evenredig met de sterkte van de infraroodflux en rekening houdende met de aanspreektijd van de detector.
Volgens een ander geschikt kenmerk van de uitvinding is een gelijkstroomversterker verbonden met de uitgangsklemmen van de infrarooddetector, een integreerketen verbonden met de uitgang van de gelijkstroomversterker en vertoont hij een integratietijd groter dan de periode overeenkomende met het passeren van een doel door het zichtveld van het optische hulplocaliseringsstelsel, terwijl de uitgang van de in- tegreerketen is verbonden met de referentieingang van de drempelvergelij-kingsketen.
Volgens een verdere uitvoeringsvorm is de uitgang van de dreapelvergelijkingsketen verbonden met een monostabiele keten, waarvan de metastabiele periode wordt bepaald door een weerstandscapaci-teitketen, waarvan het weerstandselement wordt gevormd door een thermo-gevoelige component, waarvan de weerstandsvariatie direkt is gebonden aan de temperatuurvariatie en een vormgevingsketen is verbonden met de uitgang van de monostabiele keten.
Volgens nog een verder kenmerk van de uitvinding is op.dat de besturing van het afvuasn van het wapen wordt verhinderd indien het elektrische localiseringssignaal optreedt vooraf.gaande aan een van de signalen voor detectie of veiligheid, het optische hulplocaliserings-stelsel verbonden met het hulpbesturingsstelsel voor het afvuren door middel van een keten, voorzien in serie van een monostabiele keten en een keten voor het vormgeven van de voorflank van de impuls, uitgezonden door deze monostabiele keten.
De uitvinding zal aan de hand van de tekening in het volgende nader worden toegelicht.
Fig. 1 is een blokschema van een uitvoeringsvorm van het akoestische hulpdetectiestelsel aanwezig bij de inrichting volgens de uitvinding.
Fig. 2 toont schematisch een infrarooddetector, te gebruiken bij een inrichting volgens de uitvinding.
Figuren 3 en 4 tonen het verloop van de amplitude van het signaal, geleverd door de infrarooddetector van fig. 2 als funktie van de tijd, in het geval dat de temperatuur van de bodem, gezien door de detector, respectievelijk hoog en laag is.
Figuren 5 en 6 zijn blokschema's van twee uitvoeringsvormen van het optische hulplocaliseringsstelsel aanwezig bij de inrichting volgens de uitvinding.
Fig. 7 toont het werkdiagram van het optische hulplocaliseringsstelsel van fig. 6 en toont de vorm van de signalen in verschillende punten van de schakeling van fig. 6.
Fig. 8 toont schematisch het stelsel van de inrichting volgens de uitvinding.
Pig. 9 toont het gelijktijdig afvuren van verschillende inrichtingen volgens de uitvinding, elk samenwerkende net een ander wapen.
Figuren 10, 11 en 12 tonen de vorm van signalen, toegevoerd aan het hulpbesturingsstelsel van de inrichting volgens de uitvinding, bij drie verschillende werktoestanden.
Fig. 13 toont de vorm van de signalen toegevoerd aan het hulpbesturingsstelsel wanneer de aankomstvolgorde van de signalen is genormaliseerd.
Fig. 14 toont een blokschema van een uitvoeringsvorm van het hulplocaliseringsstelsel, waarmee de aankomstvolgorde kan worden genormaliseerd van de signalen van het hulpbesturingsstelsel overeenkomstig het werkdiagram van fig. 13.
Alle zware voertuigen zoals pantservoertuigen op rupsbanden of wielen veroorzaken tijdens hun verplaatsingen geluiden of akoestische trillingen ten gevolge van de motor, de aandrijving, enz.
De harmonische analyse van het akoestische spektrum van een gegeven voertuig levert een bepaald aantal karakteristieke frequenties, waarvoor de amplitude een piek vertoont. Volgens de uitvinding geschiedt de detectie van de te vernietigen of te neutraliseren voertuigen uitgaande van het gebruik van dit akoestische spectrum door middel van een akoestisch hulp-detectiestelsel 36, waarvan een uitvoeringsvoorbeeld in fig. 1 is aangegeven .
Het hulpstelsel 36 gebruikt het totaal van de frequenties van het spektrum, waarin de karakteristieke frequenties kunnen zijn gelegen, welke zijn opgewekt door het te vernietigen voertuig, en omvat een opnemer 11, welke de geluiden, uitgezonden door elk voertuig komende in het doorgangsgebied, omzet in elektrische signalen, welk doorgangsgebied wordt gecontroleerd door de selectieve afvuurinrichting. De opnemer 11 heeft een gering energieverbruik en verzekert een permanente akoestische bewaking. De opnemer 11 kan worden gevormd door een gebruikelijke microfoon met bewegende spoel, waarbij een doorlaatband aanwezig is, welke de karakteristieke frequenties omvat, welke worden uitgezonden door de te vernietigen voertuigen. Zn het algemeen moet de opnemer 11 de aanwezigheid kunnen detecteren van geluidsfrequenties gelegen tussen 80 en 500 Hz. De analoge elektrische signalen, geleverd door de opnemer 11 wan- neer een voertuig is gedetecteerd, worden overgedragen naar een voorver-sterkerketen 12. Het door de voorversterker 12 geleverde signaal wordt dan gefilterd door de banddoorlaatfilterketen 13, teneinde uit het frequentiespectrum de frequenties te elimineren, welke het gevolg zijn van parasitaire storingen, bij voorbeeld veroorzaakt door lichte voertuigen, luchtvaarttuigen of de wind. Het door de filterketen 13 geleverde signaal-wordt vervolgens toegevoerd aan de versterketen 14.
Teneinde te vermijden, dat een voertuig, dat passeert buiten het bereik van het wapen, wordt gedetecteerd, worden de elektrische signalen overeenkomend met storingen van te gering geluidsniveau, afgeleverd dankzij een vergelijkingsketen 15. De vergelijkingsketen 15, verbonden aan de uitgang van de versterkerketen 14, levert aan zijn uitgang in dd vorm van logische signalen slechts impulsen wanneer het signaal vanuit de versterkerketen 14 een gegeven drempel overschrijdt.
De impulsen vanuit de vergelijkingsketen 15 worden toegevoerd naar een vasthoudketen 16, die slechts een informatie aan zijn uitgang levert indien de impulsen vanuit de vergelijkingsketen 15 aanwezig zijn aan de ingang van de vasthoudketen 16 gedurende een tijd, groter dein een vooraf bepaalde tijd , bijvoorbeeld enkele seconden, bij benadering overeenkomend met de doorgangstijd van een terreinvoertuig van de te vernietigen soort door het werkingsveld van de opnemer 11.
De logische informatie, geleverd door de vasthoudketen 16, wordt tegelijk toegevoerd aan een omkeerketen 17 en aan een monostabiele keten 18. De uitgang van de omkeerketen 17 en de uitgang van de monostabiele keten 18 worden elk toegevoerd aan een ingang van een EN-poort 19. Het samenstel van de ketens 17, 18 en 19zorgt voor de veiligheid en veroorzaakt een geringe vertraging in de overdracht van de informatie vanuit de keten 16, welke overeenkomt met de detectie van de geluid-frequenties karakteristiek voor een voertuig van de te vernietigen soort. Indien de logische informatie, geleverd door de vasthoudketen 16, een 1 is wanneer een karakteristieke geluidsfrequentie is gedetecteerd, is de EN-poort 19 ingericht voor het afleveren van een elektrisch detectie-signaal naar het hulpbesturingsstelsel 48 voor het afvuren van het wapen wanneer op zijn ingangen gelijktijdig aanwezig zijn een logisch informatie 0 geleverd door de omkeerketen 17 en een logische informatie 0 geleverd door de monostabiele keten 18, welke laatste informatie overeenkomt met de informatie vanuit de keten 16, omgekeerd en vertraagd over een tijd t2 van bijvoorbeeld 2 sec.
De frequentieselectieketen 13, de amplitudeverge1 i j -kingsketen 15, de impulsduurcontroleketen 16 en de informatievertragings-keten 18 dragen bij tot de vervolmaking van de selectiviteit van het stelsel en vergroten de ongevoeligheid voor parasitaire signalen, mogelijk opgenomen door de opnemer 11.
In het geval dat bijvoorbeeld de opnemer 11 een parasitair akoestisch signaal detecteert, veroorzaakt door het passeren van een vliegtuig, kan de frequentie van de veroorzaakte trilling zijn gelegen in het gekozen spektrum van de filterketen 13 en kan de amplitude van de trilling zodanig zijn, dat het overeenkomende elektrische signaal groter is dan de drempel gekozen voor de vergelijker 15, maar de duur van een dergelijk signaal blijft korter dan de tijd vastgelegd door de vari-atieketen 16 (en gekozen om overeen te komen met de doorgang van de terreinvoertuig) zodat geen enkele informatie wordt geleverd aan de uitgang van de keten 16 en dus ook niet aan de uitgang van de EN-poort 19.
Het boven beschreven monostabiele hulpdetectiestelsel veroorlooft het detecteren van de aanwezigheid van een voertuig van te vernietigen soort in de nabijheid van het werkingsveld van het wapen.
De besturing van het afvuren van het wapen moet echter optreden wanneer het voertuig zich zeer nauwkeurig in de schietas van het wapen bevindt, zodat een hulplocaliseringsstelsel voor de voertuigen volgens de schietas moet worden toegevoegd aan het akoestische hulpdetectiestelsel om deel te nemen aan de besturing van het afvuren.
Volgens de uitvinding wordt het localiseren van de voertuigen verzekerd door een statische interceptie-inrichting, waarbij gebruik wordt gemaakt van de infrarooddetectie van de aard van de voertuigen zelf. Men weet, dat elk lichaam met een temperatuur verschillend van 0°K een kenmerkende straling in het infraroodspektrum uitzendt. Deze straling hangt in het bijzonder af van het emissievermogen (de aard, kleur toestand van het oppervlak) en de temperatuur van het lichaam, dat deze uitzendt. De detectie van het uitgezonden karakteristieke infraroodspektrum van een voertuig, levert een geschikt en geheel passief middel, dus niet te detecteren, voor het ontdekken van de aanwezigheid van een voertuig.
Bekende infrarooddetectie-inrichtingen omvatten in het algemeen een infrarooddetector bestemd voor het controleren van een bepaalt gebied in het veld van een bijbehorend optisch stelsel en een elektronische versterker# gevolgd door een drempelvergelijker# die zo moet worden geregeld# dat wanneer een beweegbaar doel zich bevind in het veld van het optische stelsel# een elektrisch signaal afgencmen aan de uitgang van de in£rarooddetector# voert tot he-t toelaten van het inschakelen van het afvuren op het optimum moment dat het doel passeert door de schiet-as van het wapen.
Indien men de emissievermogensfaktor van het doel constant beschouwt# is de variatie vein de infraroodflux ontvangen door de infrarooddetector 20 (fig. 2) evenredig met het oppervlak van het doel 1 gezien vanuit de detector 20# en met het verschil van de vierde machten van de absolute temperaturen van de boden 200 en van het doel 1. De bodem 200 is het terreingebied gelegen in het zichtveld van de detector 20 en komt overeen met het gearceerde deel van fig. 2.
De detectiedrempelregeling wordt uitgevoerd voor een gemiddelde bodemtemperatuur van bijvoorbeeld 20° en moet rekening houden met het feit# dat de detectoren geschikt voor het opvangen van een natuurlijke infraroodgradiënt geleverd door een beweegbaar doel# vanwege het feit# van de technologische spanningen# vereiste mechanische spanningen en het deel van het gebruikte spektrum# een bepaalde aanspreek- of ver-tr agings tijd vormen bij het verkrijgen van het elektrisfce signaal# dat zij leveren.
Evenwel treden de moeilijkheden op wanneer de bodemtemperatuur sterk verschilt van de beschouwde gemiddelde temperatuur en in het bijzonder wanneer de bodemtemperatuur hoog is. Dit blijkt duidelijker aan de hand van figuren 3 en 4# welke het verloop weergeven van de amplitude U van het door de detector 20 geleverde signaal als funktie van de tijd# uitgaande van het ogenblik# waarop de aanwezigheid van het doel begint in rekening te worden genomen door de detector 20, respectievelijk in het geval dat detemperatuur van de bodem 200 hoog is en in het geval dat de temperatuur van de bodem laag is. In figuren 3 en 4 toont Uq de variatie van de amplitude van het signaal overeenkomende met de infraroodflux ten gevolge van het doel 1 wanneer dit volledig aanwezig is in het werkingsveld van de detector 20. U vertegenwoordigt de drempel uitgaande waarvan de aanwezigheid van het doel in het werkingsveld van de detector 20 aanleiding geeft tot het uitzenden van een besturingssignaal door het hulplocaliseringsstelsel. Het blijkt duidelijke uit figuren 3 en 4, dat hoe hoger de temperatuur van de bodem 200 is, hoe groter de amplitude U is en hoe sterker de tijd t , nodig voor het bereiken vaneb drem-o s pel U , wordt verminderd. Aldus wordt in het geval van fig. 3 de drempel s
Ug zeer snel bereikt zodat een besturingssignaal wordt uitgezonden door het hulplocaliseringsstelsel op het moment dat het doel slechts begint binnen te dringen in het optische veld van de detector 20, en kan bijdragen tot hetinschakelen van het afvuren van het wapen zelfs voor dat het doel op optimum wijze aanwezig is in de schietas, zodat dit slechts wordt bereikt bij de voorste gedeelten, die in het algemeen weinig vitaal zijn.
Volgens de uitvinding worden de genoemde moeilijkheden opgeheven vanwege het feit, dat is voorzien in een hulplocaliseringsstelsel met de toevoeging vein een vertraging evenredig met de belangrijk van de infraroodflux en rekening houdende met de aanspreektijd van de detector.
Volgens een eerste uitvoeringsvorm van het hulplocaliseringsstelsel 37 volgens fig. 5, levert een detector 20 een elektrisch gelijkstrocmsignaal met een amplitude evenredig met de waargenomen infra-roodlfux, welke bij afwezigheid van het doel in het werkingsveld van de detector 20, uitsluitend afkomstig is van de bodem 200. Het door de detector 20 geleverde signaal wordt overgedragen naar een gelijkstrocmver-sterker 21, waarvan de uitgang is verbonden met een integreerketen 23, waarvan de integreert!jd groter is dan de periode overeenkomende met het passeren van een doel door het zichtveld van het optische stelsel, Het uitgangssignaal van de integreerketen 23 dient voor het polariseren van de referentie-ingang 24 van een drempelvergelijkingsketen 26.
Zodra een doel optreedt in het zichtveld van het optische stelsel, wordt de amplitudevariatie van het signaal, opgevangen door de detector 20, toegevoerd aan de ingang van de versterker 21 en aan de ingang van een wisselstroomversterker 22, waarvan de uitgang is verbonden met de ingang 25 van de drempelvergelijkingsketen 26. In dit geval is het stelsel, gevormd door de gelijkstroomversterker 21 en de integreerketen 23, ongevoelig voor de amplitudevariatie van het signaal vanuit de detector 20 en de referentie-ingang 24 verandert niet van toestand. Het samenstel van de ketens 21 en 23 houdt in feite geen rekening met de langzame variaties van de infraroodflux ten gevolge van langzame variaties van de temperatuur van de bodem, waarvan de periode langer Is dan de periode overeenkomende met het passeren van een doel door het zichtveld van het optische stelsel. In tegendeel levert de wlsselstrocmversterker 22 een uitgangssignaal af naar de Ingang 25 van de vergelijker 26. Indien dit laatste signaal een grotere amplitude heeft dan het referentieniveau van de Ingang 24, treedt een logisch signaal van de toestand 1 op aan de uitgang van de keten 26 en levert een van de ingangsinformaties van het hulp-besturingsstelsel 48 (fig. 8).
Volgens een tweede uitvoering van het hulplocalise-ringsstelsel 37 volgens fig. 6 ziet men dat het verschil tussen de temperaturen van de bodem en het doel nauwkeurig constant blijft, hoe ook de temperatuur van de bodem is. Indien in feite het doel draait binnen een omgeving met variabele temperatuur, neemt zijn gemiddelde temperatuur toe met nauwkeurig indentieke verhoudingen. Aangezien de gemiddelde infrarood-flux een funktie van de temperatuur is, kan de vertraging toegepast op het uitzenden van een besturingssignaal direkt afhankelijk worden gemaakt van de temperatuur van de omgeving. In fig. 6 is de detector 20 verbonden met de ingang van een wisseistroomversterker 22, waarvan de uitgang is verbonden met een drempelvergelijkingsketen 26. Een monostabiele keten 28 is verbonden met de uitgang van de vergelijker 26 en vormt een metastabiele periode, waarvan de duur wordt bepaald door een uitwendige RC-keten 27 met een capaciteit 27a en een weerstandselement 27b, gevormd door een thermo-gevoelige component, waarvan de weerstandsvariatie direkt is gebodnen aan de variatie van de omgevingstemperatuur. Aldus is de duur van de metastabiele periode afhankelijk van de omgevingstemperatuur. Een vormgevings-leten 29 is verbonden met de uitgang van de monostabiele keten 28.
Fig. 7 toont de vorm van de signalen op verschillende punten van het hulplocaliseringsstelsel van fig. 6 en helpt bij het begrijpen van de werking daarvan. Zodra een doel verschijnt in het zichtveld van het optische stelsel, wordt de variatie van de amplitude van het in-fraroodsignaal, opgevangen door de detector 20, overgedragen in de vorm van een elektrisch gelijkstrocmsignaal 30 naar de ingang van de wisse1-stroomversterker 22, waarvan de uitgangssignaal 31 wordt gevoerd naar de ingang van de vergelijkingsketen 26. Indien dit signaal een voldoende am- plitude indien dit signaal een voldoende amplitude heeft, levert de drem-peldetectieketen 26 een logisch signaal 32 in de toestand 1 op. De mono-stabiele keten 28 zelf is zo verbonden , dat deze slechts van toestand verandert bij de aanwezigheid van een positieve voorzijde van het signaal 32. Eet uitgangssignaal 33 van de monostabiele keten 28 heeft een duur, welke een funktie is van de metastabiele periode van de keten 28 en dus een funktie van de omgevingstemperatuur. De achterflank van het signaal 33 wordt gecalibreerd door middel van een vormgevingsketen 29 in de vorm van een signaal 34, dat wordt toegevoerd aan het hulpbesturingsstelsel 48 van fig. 8 en bijdraagt tot het toelaten van het besturen van het afvuren van het wapen.
Een derde hulpstelsel is aangebracht voor het leveren van een extra elektrisch signaal, dat üjdraagt tot het toelaten van het besturen van het afvuren van het wapen met de hulpstelsels voor detectie en localisering. Het gaat om een keten, welke de bewapeningsveiligheid verzekert, welke een vaste extra vertraging veroorzaakt, bepaald op zodanige wijze, dat de elektronische ketens worden gestabiliseerd van de ontsteekinrichting na het onder spanning brengen. De besturing van de veiligheidsketen kan worden uitgevoerd door eenvoudig het gebruik van een veiligheidsorgaan, dat wanneer het op zijn plaats is, een opzamelconden-sator kortsluit, die is aangebracht om bij te dragen tot de energievoe-ding van de afvuurinrichting. De aanwezigheid van het veiligheidsorgaan verhindert dat deze opzamelcondensator energie zal opzamelen, terwijl het verwijderen van het veiligheidsorgaan zorgt voor het laden van de opzamelcondensator via een weerstand. Vanaf het bewapeningsogenblik, dat overeen komt met het verwijderen van het veiligheidsorgaan, geschiedt het laden van de opzamelcondensator met een zekere vertraging, bepaald door zijn capaciteit en de waarde van de weerstand, door welke hij wordt geladen. Aan het einde van deze ladingstijd levert de veiligheidsketen in informatie in de vorm van een logisch signaal 1, dat wordt toegevoerd aan het hulpbesturingsstelsel voor het afvuren.
In het geval dat men de inrichting in de "ontwapende" toestand terugbrengt door het op zijn plaats terugbrengen van het veiligheidsorgaan voordat de veiligheidsketen het signaal 1 heeft afgeleverd, dat wil zeggen voordat de condensator volledig is geladen, wordt deze volledig ontladen via een diode zodanig dat het wapen en zijn ontsteking opnieuw zijn geneutraliseerd.
Het samenstel van de inrichting volgens de uitvinding is in Hok schema aangegeven in fig. 8. Het akoestische hulpdetectiestelsel 36, het optische hulplocaliseringsstelsel 37 en de veiligheidsketen 38 zijn elk verbonden met een ingang van het hulpbesturingsstelsel 48, waar-van de gekozen uitgang 47 is verbonden met een ontstekingsorgaan of afvuur-keten, welke niet is getekend en welke het schieten van het wapen veroorzaakt.
Het hulpbesturingsstelsel 48 omvat een EN-poort 35 met drie ingangen, respectievelijk verbonden met het detectiestelsel 36, het localiseringsstelsel 37 en het veiligheidsstelsel 38. Een elektrisch besturingssignaal wordt aldus uitgezonden aan de uitgang van de EN-poort 35 éLke keer da t een logische informatie 1 gelijktijdig aanwezig is op alle drie ingangen van de EN-poort 35. Het besturingssignaal wordt vervolgens toegevoerd aan een teller 46 met multipele uitgangen. De teller 46 telt het aantal impulsen, geleverd door de EN-poort 35 en levert bij elke impuls een signaal op de uitgang overeenkomende met het aantal im- pulzen dat dan door de teller is geregistreerd. Aldus geschied het in de schakelen van het afvuren van het wapen slechts tijdens de n besturings- de impuls uitgezonden door de EN-poort 35, indien men de n uitgang 47 van het hulpbesturingsstelsel heeft gekozen om dit te verbinden met het ont-steekorgaan van het wapen. Het afvuren van het wapen is aldus vertraagd over een bepaalt aantal doorgangen vein voertuigen door het werkingsveld van het wapen, waarbij dit aantal is geprogrammeerd op het ogenblik van het instellen van de inrichting door de keuzen van de uitgang van het hulpbesturingsstelsel, welke moet worden verbonden met de afvuurketens van heb wapen. In fig. 8 komt de gekozen uitgang 47 overeen met het aantal 3.
Het afvuren als dus worden ingeschakeld wanneer een signaal zal optreden op de uitgang 47, dat wil zeggen op het ogenblik dat de teller 46 de derde impuls zal tellen, die is geleverd door de EN-poort 35.
De ontstekingsinrichting volgens de uitvinding maakt het dus mogelijk een gekozen aantal voertuigen te doen binnentreden in het mijnenveld waar de ontstekingsinrichting is geplaatst voordat een daarvan wordt afgeschoten. Aldus worden de voertuigen, die reeds zijn doorgedrongen in het mijnenveld, niet gewaarschuwt of te laat gewaar-schuwt voor de aanwezigheid van mijnen. De vernietiging of het stilzetten van een enkel voertuig geplaatst in het midden van een colonne maakt het in het bijzonder mogelijk in het geval van het oversteken van een brug, 0 cm de voortgang van de opvolgende voertuigen te verhinderen en het terugtrekken van de reeds gepasseerde voertuigen te voorkomen.
Een samenstel van mijnen» voorzien van de inrichting volgens de uitvinding en naar wens geprogrammeerd» kan eveneens een maximum rendement hebben zoals dat blijkt uit fig. 9, waar schematisch een toepassingsvoorbeeld is aangegeven van een samenstel van een aantal mijnen» voorzien van een ontstekingsinrichting volgens de uitvinding.
In £ig. 9 doorlopen de eerste vijf voertuigen 1 tot 5 van een colonne een gebied beschermd door vijf mijnen 6 tot 10» allemaal uitgerust met een afvuurinrichting volgens de uitvinding. Indien de mijn 6 is geprogrammeerd op 5» de mijn 7 is geprogrammeerd op 4» de mijn 8 is geprogramneerd op 3, de mijn 9 is geprogrammeerd op 2 en de mijn 10 is geprogrammeerd pp 1 en indien de vijf voertuigen zich bevinden in het mijnengebied volgens de richting aangegeven in fig. 9» zal de mijn 6 het voertuig 5 vernietigen, de mijn 7 het voertuig 4, de mijn 8 het voertuig 3, de mijn 9 het voertuig 2 en de mijn 10 het voertuig 1.
Aldus bepaalt het hulpbesturingsstelsel 48 niet alleen met nauwkeurigheid het moment waarop een voertuig van de te vernietigen soort zich nauwkeurig bevindt in de schietas van het wapen» uitgaande van de informaties geleverd door de hulpstelsels voor detectie, localisering en veiligheid, maar maakt het ook mogelijk het effektieve afvuren van het wapen te vertragen over een vooraf bepaalt aantal doorgangen van voertuigen, zodat het inschakelen van het schieten van het wapen niet automatisch is gebonden aan de besturingstoestemming voor het afvuren, geleverd door de hulpstelsels voor detectie en localisering, zoals dit het geval is bij de beschreven bekende inrichtingen.
Volgens de uitvinding kan de selectiviteit van de afvuurinrichting nog worden verbeterd door het feit, dat de tijdvolgorde van het optreden van elektrische signalen, welke het afvuren kunnen toelaten, in rekening wordt genomen bij het uitzenden van het besturings-signaal door de EN-poort 35.
Eet is bijvoorbeeld van belang, dat het afvuren wordt voorkomen wanneer een mijnenopruiming geschiedt door bijvoorbeeld explo-sieven, welke zijn gelegen in de zichtas.
Figuren 10 tot 12 tonen drie mogelijkheden van werking van een inrichting volgens de uitvinding, waarbij de tijdvolgorde van aankomst van elektrische informaties 41, 42 en 43 respectievelijk geleverd door het hulpveiligheidsstelsel 38, het hulpdetectiestelsel 36 en het hulplocaliseringsstelsel 37, niet in rekening wordt genomen voor het uitzenden van een besturingssignaal door de EN-poort 35.
Fig. 10 toont het geval van een normale werking, waarbij het elektrische signaal 43 vanuit het infrarode hulplocaliseringsstelsel als laatste wordt toegevoerd asui de EN-poort 35 en op het ogenblik t het uitzenden van een besturingssignaal toelaat vanuit de uitgang c vein de EN-poort 35.
Fig. 11 toont het geval van mijnenopruiming door explosieven, uitgevoerd in de schietas van het wapen. In dit geval wordt de storing waargenomen met een vertragingstijd ten opzichte van het ont-ploffingslicht, zodat het signaal 42 geleverd door het hulpdetectiestelsel 36 het laatste wordt toegevoerd aan de EN-poort 35 en veroorzaakt dat op het ogenblik t een besturingssignaal wordt uitgezonden vanuit de EN-c poort 35.
Fig. 12 toont het geval dat het te vernietigen of te neutraliseren voertuig drasLt met een sterke tegenwind, zodat de storing, opgewekt door de verplaatsing van het voertuig, zich voortplant volgens een lob, excentrisch naar de achterzijde van het voertuig. Aldus is het dit signaal 42 komende van het hulpdetectiestelsel 36, dat als laatste opgewekt, het laatste wordt toegevoerd asui de EN-poort 35 en op het ogenblik tc het uitzenden toelaat van een besturingssignaal via de EN-poort 35. Op dit ogenblik kan het voertuig de schietas van het wapen hebben verlaten en het inschakelen van het schieten van het wapen kan blijken inefficient te zijn.
Teneinde een ontijdig afvuren van het wapen te vermijden wanneer een voertuig niet aanwezig is op zekere wijze in de schietas van het wapen (gevallen van figuren 11 en 12) wordt volgens de uitvinding de aankomstvolgorde van de noodzakelijke informaties om te voldoen aan de EN-poort 35 genormaliseerd.
Dit kan worden uitgevoerd bijvoorbeeld door een keten zoals die van fig. 14. Men ziet in fig. 14 een hulplocaliseringsstelsel 37 zoals reeds beschreven bij fig. 5, waarbij aan de uitgang daar- van in serie zijn verbonden een monostabiele keten 39 voor het tijdelijk in geheugen houden van het signaal vanuit de vergelijkingsketen 26 en een vormgevingsketen 40 voor de voor£lank van het signaal uitgezonden door de monostabiele keten 39. De ketens 39 en 40 kunnen natuurlijk worden verbonden met de uitgang van een hulplocaliseringsstelsel 37, dat een geheel andere uitvoering vertoont als dat van fig. 5 en bijvoorbeeld kan zijn overeenkomstig de schakeling van fig. 6. De uitgang van de keten 40 is verbonden met de ingang van de EN-poort 35 overeenkomende met het hulplocaliseringsstelsel 37.
Fig. 13 toont de werking van de selectieve afvuur-inrichting, waarbij de aankomstvolgorde van de toelatingsinformaties voor het besturen van het afvuren is genormaliseerd, bijvoorbeeld door middel van de schakeling van fig, 14. Wanneer een signaal 43 overeenkomende met de aanwezigheid van een doel in het zichtveld van de optische inrichting wordt uitgezonden op het ogenblik t' door het eigenlijke hulplocaliseringsstelsel, dat wil zeggen in fig. 14 aan de uitgang van de vergelijker 26, wordt dit signaal 43 in geheugen gehouden door de monostabiele keten 39 gedurende een tijd T^, welke kan zijn van de orde van 20 sec, overeenkomende met de metastabiele periode van de keten 39. H€t signaal 45 geleverd door de monostabiele keten 39, wordt in vorm gebracht wat betreft zijn voorflank door de keten 40 zodanig, dat bij de uitgang van de keten 40 deze wordt geleverd naar de overeenkomende ingang van de EN-poort 35 als een impuls 45, welke slechts het uitzenden van een besturingssignaal door de EN-poort toelaat indien de veiligheidsinformatie 41 en een de-tectieinformatie 42 is aanwezig zijn op de bijbehorende ingangen van de EN-poort 35. Indien dit niet het geval is, zoals in fig. 13, wordt de besturing van het wapen tegengehouden gedurende de tijd zodat tijdens het optreden op het tijdstip t" (zodanig dat t"-t' < T2) van het signaal 42 afkomstig van het hulpdetectiestelsel 36, de EN-poort 35 geen enkel signaal uitzendt. Het wapen blijft echter schietklaar en indien, wanneer de tegenhoudtijd is verlopen, een signaal 43 vanuit het hulplocaliseringsstelsel 37 wordt uitgezonden terwijl de signalen 41 en 42 respectievelijk uit de veiligheidsketen en het hulpdetectiestelsel 36 aanwezig zijn op hun overeenkomende ingangen van de EN-poort 35, zal deze laatste op zijn uitgang een besturingssignaal leveren, dat de teller 46 al doen toenemen.

Claims (21)

1. Werkwijze voor het selectief afvuren van een wapen met horizontale werking, waarbij een elektrisch detectiesignaal wordt uitgezonden tijdens het passeren van een doel in de nabijheid van het werkingsveld van het wapen, een localiseringssignaal wordt uitgezonden tijdens het passeren van een doel nauwkeurig door de schietas van het wapen en het gelijktijdig uitzendan van de elektrische signalen voor de· tectie en localisering een noodzakelijke voorwaarde vormt voor het uitzenden van een elektrisch besturingssignaal voor het toelaten van het besturen van het afvuren van het wapen, met het kenmerk, dat hèt inschakelen zelf vêin het afvuren van het wapen wordt uitgevoerd uitgaande vein elektrische besturingssignalen volgens een vooraf bepaalt programma zodanig dat het effektieve afvuren van het wapen kan worden uitgesteld over een vooraf bepaald aantal uitzendingen van elektrische besturingssignalen.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een elektiisch veiligheidssignaal wordt uitgezonden wanneer het wapen in schietklare toestand is en dat het gelijktijdig uitzenden van de elektrische signalen voor detectie, localisering en veiligheid een noodzakelijke voorwaarde vormt voor het toelaten van het besturen van het afvuren van het wapen.
3. Werkwijze volgens een van de conclusies, 1 en 2, met het kenmerk, dat het besturen van het afvuur van het wapen wordt verhinderd indien de vobprde van optreden van de elektrische signalen, welke gelijktijdig het afvuren kunnen toelaten, niet overeenkomt met een vooraf bepaalde tijdvolgorde.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het besturen van het afvuren van het wapen wordt verhinderd indien het elektrische localiseringssignaal optreed voorafgaande aan een van de signalen voor detectie of veiligheid.
5. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het elektrische detectiesignaal wordt geleverd door een inrichting, die gevoelig is voor akoestische trillingen opgewekt door het doel.
6. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 4, met het kenmerk» dat het elektrische localiseringssignaal wordt geleverd door een inrichting, die gevoelig is voor de infraroodstraling.
7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het elektrische localiseringssignaal wordt geleverd door de inrichting, die gevoelig is voor de infraroodstraling met een vertraging evenredig met de sterkte van de infraroodflux en afhankelijk van de temperatuur van de omgeving.
8. Inrichting voor het selectief afvuren van een wapen met horizontale werking, in het bijzonder voor het in praktijk brengen van de werkwijze volgens conclusie 1, voorzien van een afvuurketen, een akoestisch hulpdetectiestelsel gevoelig voor akoestische trillingen opgewekt door een doel en een elektrisch detectÈsignaal fererende wanneer een doel aankomt in de nabijheid van het werkingsveld van het wapen, een optisch hulplocaliseringsstelsel gevoelig voor de infraroodstraling en een elektrisch localiseringssignaal leverend waneer een doel nauwkeurig aankomt in de schietas van het wapen, met het kenmerk, dat de inrichting buitendien is voorzien van een hulpopeenvolgingsstelsel voor besturing voorzien van een telinrichting geplaatst tussen de hulpstelsels voor detectie en localisering enerzijds en de afvuurketen anderzijds, teneinde de afvuurketen te besturen volgens een vooraf bepaald schietprogramma.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat buitendien een veiligheidsketen aanwezig is welke een elektrisch vei-ligheidssignaal levert naar het hulpopeenvolgingsstelsel voor besturing wanneer het wapen in de schietklare toestand is.
10. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het hulpopeenvolgingsstelsel voor besturing van het afvuren van het wapen is voorzien van een EN-poort waarvan een eerste ingang is verbonden met de uitgang van het akoestische hulpdetectiestelsel en een tweede ingang is verbonden met de uitgang van het hulplocaliseringsstelsel, en een programmeerbare teller aanwezig is verbonden met de uitgang van de EN-poort, terwijl de afvuurketen zelf is verbonden met de uitgang van de teller zodanig dat een besturingssignaal geleverd door de EN-poort slechts wordt overgedragen door de teller naar de afvuurketen wanneer de teller een vooraf bepadd aantal besturingssignalen heeft ontvangen waarbij dit aantal overeenkomt met het vooraf bepaalde programma.
11. Inrichting volgens conclusies 9 en 10, met het kenmerk, dat de EN-poort is voorzien van een derde ingang verbonden met de veiligheidsketen.
12. Inrichting volgens een van de conclusies 9 tot 11, met het kenmerk, dat het akoestische hulpdetectiestelsel is voorzien van een akoestische opnemer, een voorversterkerketen, een filterketen en een versterkerketen.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het akoestische hulpdetectiestelsel is voorzien van een vergelijkings-keten voor het vergelijken van het signaal vanuit de versterkerketen met een vooraf bepaalde amplitudedrempel.
14. Inrichting volgens conclusie 12, of 13, met het kenmerk, dat het akoestische hulpdetectiestelsel buitendien is voorzien van een keten voor het controleren van de duur van impulsen, welke slechts een uitgangssignaal levert indien het signaal vanuit de versterkerketen respectievelijk de vergelijkingsketen aanwezig is gedurende een tijdsduur groter dam een vooraf bepaalde tijd.
15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het akoestische hulpdetectiestelsel buitendien is voorzien van een informatievertragingsketen aangebracht aan de uitgang van de controleketen voor de duur van impulsen.
16. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de controleketen voor de duur van impulsen is voorzien van een omkeer-keten en een monostabiele keten parallel verbonden en waaraan het signaal wordt toegevoerd vanuit de informatievertragingsketen, en een EN-poort aanwezig is waarvan een eerste ingang is verbonden met de uitgang van de omkeerketen en een tweede ingang is verbonden met de uitgang van de monostabiele keten.
17. Inrichting volgens een van de conclusies 9 tot 16, met het kenmerk, dat het optische hulplocaliseringsstelsel is voorzien van een infrarooddetector, een wisselstroomversterker verbonden met de uitgangsklemmen van de infrarooddetector en een drempelvergelijkingsketen verbonden met de uitgang van de wisselstroomversterker.
18. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat het optische hulplocaliseringsstelsel bdtendien is voorzien van een gelijkstroomversterker verbonden met de uitgangsklemmen van de infrarood- detector/ een integreerketen verbonden met de uitgang van de gelijkstroorn-versterker en waarvan de integratietijd langer is dan de periode overeenkomende met het passeren van een doel door het zichtveld van het optische hulplocaliseringsstelsel en dat de uitgang van de integreerketen is verbonden met de referentie-ingang van de drempelvergelijkingsketen.
19. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk# dat het optische hulplocaliseringsstelsel buitendien is voorzien van een monostabiele keten# verbonden met de uitgang vein de drempelvergelijkingsketen# een weerstandscapaciteitsketen welke de metastabiele periode van de monostabiele keten bepaalt# waarbij het weerstandselement van deze weerstandscapaciteitsketen wordt gevormd door een thermogevoelige component waarvan de variatie van de weerstand direkt is gebonden aan de variatie van de temperatuur en een vormgevingsketen verbonden met de uitgang van de monostabiele keten.
20. Inrichting volgens een van de conclusies 9 tot 19# met het kenmerk# dat het optische hulplocaliseringsstelsel is verbonden met het hulpbesturingsstelsel voor het afvuren via een keten# welke in serie een monostabiele keten bevat met een vormgevingsketen voor de voorflank van de impuls uitgezonden door deze monostabiele keten.
21. Werkwijze en inrichting in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening.
NL7705682A 1976-08-03 1977-05-24 Werkwijze en inrichting voor het selectief afvuren van een wapen met horizontale werking. NL7705682A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR7623654A FR2678060B1 (fr) 1976-08-03 1976-08-03 Procede et dispositif de mise a feu selective d'arme a action horizontale.
FR7623654 1976-08-03

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7705682A true NL7705682A (nl) 1992-10-01

Family

ID=9176485

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7705682A NL7705682A (nl) 1976-08-03 1977-05-24 Werkwijze en inrichting voor het selectief afvuren van een wapen met horizontale werking.

Country Status (7)

Country Link
BE (1) BE857439A (nl)
DE (1) DE2734787C1 (nl)
FR (1) FR2678060B1 (nl)
GB (1) GB1605361A (nl)
IT (1) IT1235559B (nl)
NL (1) NL7705682A (nl)
PT (1) PT66847A (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE10240314A1 (de) * 2002-08-31 2004-03-11 Rheinmetall W & M Gmbh Vorrichtung zum Bekämpfen von Zielen
DE102009030042A1 (de) 2009-06-23 2011-01-05 Continental Automotive Gmbh Turbinenläufer für einen Turbolader und Verfahren zur Herstellung eines Turbinenläufers

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE915790C (de) * 1943-12-03 1954-07-29 Otto Nitzschke Verfahren und Vorrichtung zum Zuenden von Geschossen
US3010102A (en) * 1947-07-05 1961-11-21 Bell Telephone Labor Inc Combination radar and thermalenergy detection system
US3108270A (en) * 1954-12-23 1963-10-22 North American Aviation Inc Interlocked radar and infrared detector system
US3835784A (en) * 1956-07-23 1974-09-17 Us Army Mine fuze
NL133938C (nl) * 1967-02-01
FR1590594A (nl) * 1968-05-17 1970-04-20
US3745517A (en) * 1970-05-11 1973-07-10 Us Navy Distance measuring device and method
US3942446A (en) * 1974-09-06 1976-03-09 The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Army Optical fuze and/or miss distance indicator

Also Published As

Publication number Publication date
FR2678060A1 (fr) 1992-12-24
DE2734787C1 (de) 1993-01-28
GB1605361A (en) 1993-12-22
FR2678060B1 (fr) 1994-05-20
BE857439A (fr) 1993-04-13
PT66847A (pt) 1994-06-30
IT1235559B (it) 1992-09-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
FR2589564A1 (fr) Mine avec capteurs de reveil et de declenchement
US3370285A (en) Detection system
AU601617B2 (en) System for the detection and recording of infringements of the road traffic regulations using a laser
US5109216A (en) Portable intrusion alarm
US4131012A (en) Device for detecting impacts on a target
US4174177A (en) False target warning system
NL7705682A (nl) Werkwijze en inrichting voor het selectief afvuren van een wapen met horizontale werking.
US11255644B2 (en) Threat detection method and system
US5936188A (en) Missile with a safe rocket ignition system
US3741124A (en) Demolition firing device
US3803572A (en) Intrusion detecting apparatus
FR2676536A1 (fr) Systeme progressif de defense d&#39;une zone contre les intrusions.
JPH03217800A (ja) 静電方式パツシブ近接信管
US4185559A (en) Amplifier for missile detonator
GB2207575A (en) Sensor system for weapon
US3780653A (en) Seismic inhibit circuit for rf mine sensor
US4661939A (en) Light vehicle range discriminator
US4220093A (en) Electromagnetic proximity fuze
DE59005169D1 (de) Vorrichtung für die Zielerkennung und Zündauslösung von abzufeuernden Horizontal-Minen für die Panzerabwehr.
FR2685078A1 (fr) Detonateur pour engin explosif.
DE1613962A1 (de) Zuendung von sprengladungen
GB2240384A (en) Fuzing systems.
RU2048672C1 (ru) Устройство управления системой постановки оптических помех
US7004072B1 (en) Magnetically sensed second environment safety and arming device
NL8801674A (nl) Een niet op mijnenvegende en natuurlijke gebeurtenissen reagerende mijn.

Legal Events

Date Code Title Description
A1C A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed