NL2032158B1 - Bevestigingslijst voor een insectenscherm, alsmede daarvan voorziene scherminrichting, raampaneel, en kasgebouw - Google Patents

Bevestigingslijst voor een insectenscherm, alsmede daarvan voorziene scherminrichting, raampaneel, en kasgebouw Download PDF

Info

Publication number
NL2032158B1
NL2032158B1 NL2032158A NL2032158A NL2032158B1 NL 2032158 B1 NL2032158 B1 NL 2032158B1 NL 2032158 A NL2032158 A NL 2032158A NL 2032158 A NL2032158 A NL 2032158A NL 2032158 B1 NL2032158 B1 NL 2032158B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
connecting element
frame
glass panel
greenhouse
point
Prior art date
Application number
NL2032158A
Other languages
English (en)
Inventor
Vincent Besemer Laurens
Original Assignee
Ventiguard B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ventiguard B V filed Critical Ventiguard B V
Priority to NL2032158A priority Critical patent/NL2032158B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2032158B1 publication Critical patent/NL2032158B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/52Devices affording protection against insects, e.g. fly screens; Mesh windows for other purposes
    • E06B9/522Dimensionally adjustable fly screens
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/24Devices or systems for heating, ventilating, regulating temperature, illuminating, or watering, in greenhouses, forcing-frames, or the like
    • A01G9/241Arrangement of opening or closing systems for windows and ventilation panels
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/52Devices affording protection against insects, e.g. fly screens; Mesh windows for other purposes
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/52Devices affording protection against insects, e.g. fly screens; Mesh windows for other purposes
    • E06B2009/528Screens extending between movable wing and fixed frame of window or door

Abstract

De uitvinding heeft onder meer betrekking op een kas (1) omvattend een dakconstructie (2), met een opening en een rechthoekig glaspaneel (3) dat de opening 5 bedekt, waarbij het glaspaneel aan de bovenzijde daarvan middels ten minste een scharnier (15) verbonden is met de dakconstructie, om een ventilatiedoorgan g te vormen, waarbij de kas een al dan niet mechanisch gevormd insectwerend systeem omvat om doorgang van insecten door de ventilatiedoorgan g tegen te gaan, welk systeem is bevestigd aan een in hoofdzaak U-vormig raamwerk (16) dat de zijranden en onderrand 10 van het paneel omsluit, althans ondersteund, waarbij het raamwerk via een een verbindingselement (17, 22, 23, 24) verbonden is met een een een scharnier (15) en/of een opduwpunt (14) van het glaspaneel. De uitvinding heeft tevens betrekking op het raamwerk en op een verbindingelement daarvoor.

Description

BEVESTIGINGSLIJST VOOR EEN INSECTENSCHERM, ALSMEDE DAARVAN
VOORZIENE SCHERMINRICHTING, RAAMPANEEL, EN KASGEBOUW
[0001] De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een kasgebouw, een kasraam en een daarvoor bedoelde scherminrichting alsmede bevestigingslijst daarvoor.
[0002] Vandaag de dag zijn met het toenemen van beperkingen op het gebruik van chemicalien in de tuinbouwgewasteelt, veel ramen van kasgebouwen voorzien van een zogenaamd insectenscherm. Dergelijke schermen zijn bijvoorbeeld bekend uit de vroege nederlandse octrooipublicatie NL1021836, en de meer recente publicatie NL2023099 ten name van Aanvraagster. [e003] De functie hiervan bestaat uit het uitsluiten en/of insluiten van insecten van de kas. Hoewel het bij de bouw aanbrengen van een insectenscherm het meest voordelig is, kunnen dergelijke schermen ook achteraf aangebracht worden. Hierbij wordt zoals bijvoorbeeld kenbaar uit eerstegenoemde octrooipublicatie, doorgaans gebruik gemaakt van het aluminium raamwerk waarin dergelijke ramen ofwel panelen vervat worden. Het raamwerk is hierbij rondom het paneel aangebracht en vorm tevens de drager voor het scharnier waarmee een dergelijk, zogenaamd gekaderd paneel met de kasconstructie is verbonden. Aan de onderzijde van dit kader, normaal gesproken een raamwerk uit aluminium profielen, vormt deze tevens het aangrijppunt voor de zogenaamde opduwer, doorgaans bestaand uit twee V-vormig opgenomen opduwstangen, waarmee het kasraam in een ventilatiestand, ofwel geopende stand, en een gesloten stand wordt gesteld.
[0004] Het achteraf aanbrengen van een insectenscherm is door technologiesche ontwikkeling van de afgelopen decennia bemoeilijkt geraakt met de introductie van panelen van zogenaamd gehard glas. Hoewel dergelijke glaspanelen door de extra benodigde verhardingprocedure duurder zijn dan conventioneel tuinbouwglas, zoals vaak nog wel in de rest van een kasgebouw wordt toegepast, wordt de investering hierin door de jaren goedgemaakt met een grote opbrengst in licht. Deze kan per raam tot een wel 3% hogere opbrengst aan inval van licht leiden, hetgeen vanwege het doorgaans grote aantal ramen per kasgebouw tot een relevante resultaatsverbetering van de kas leidt.
[0065] Dergelijke, zogenaamde kaderloze ramen kenmerken ach er dan ook door dat zij niet langer opgenomen zijn in een aluminium raamwerk. De bekende opduwers voor het openen van een dergelijk raam zijn dan ook niet meer aan de onderste kaderdeel bevestigd maar aan zogenaamde opdrukpunten in het glas zelf. Veelal bestaande uit een door een boring in het glas gevoerde bout. Ook de scharnieren zijn op vergelijkbare wijze direct met het glas verbonden. Met deze ontwikkeling werd het onmogelijk om achteraf, dat wil zeggen na de bouw van de kas insectenschermen op relatief eenvoudige wijze aan te brengen. De afwezigheid van een geheel omsluitend aluminium raamwerk maakte het onmogelijk om een insectenscherm achteraf hetzij eenvoudig in te klemmen, hetzij eenvoudig aan te schroeven. Daar komt bij dat het, zo dat technisch al mogelijk zou zijn, onoverkomelijk duur en tijdrovend is het raam los te schroeven om deze rondom alsnog te voorzien van voldoende een stevige aluminium omlijsting. Nu vandaag de dag steeds meer, en in toenemende mate bijvoorbeeld ook groentetelers alsnog overgaan tot het met behulp van insectenschermen controleren van de insectenpopulatie in de kas, doet zich de prangende noodzaak voor van een deugdelijke oplossing voor het zogenaamde “retrofitten” van kaderloze kasramen. De huidige oplossingen voor dit probleem gaan typisch uit van het principe van klemmen. Hierbij wordt ter beperking van de kosten van het retrofitten, om slechts drie van de vier randen, het paneel in een daartoe voorziene en op zich bekende sleuf van een aluminium profiel opgenomen. De U-vormige lijst wordt hierbij met het raam verklemd met het klemprincipe zoals bekend uit het verklemmen van een hor voor een raamopening in een huis. Bij de uitvoering hiervan wordt aan een of beide zijden van het profiel, bijvoorkeur slechts aan de onderzijde, worden tegen het profiel zogenaamde klossen, bijvoorbeeld in de vorm van een metalen lip aan gebracht, welke zowel tegen het glaspaneel als tegen het profiel steunen. De klos of lip wordt met behulp van een of meer schroeven en boringen in het profiel krachtig aangedraaid om zo tot onderlinge verklemming te komen.
[0006] Nadelen van de bekende oplossing omvatten primair het gegeven dat de materialen van omlijsting en het glaspaneel zodanig verschillende uvitzettingscefficienten hebben dat het uitzetten en krimpen van beide delen de effectieve verklemming op ongewenste wijze be-invloeden. Daarbij komt dat het aandraaien van de verklemming, in verband met over het kasdek te passeren automatische wasinstallaties, bij voorkeur een de onderzijde van het raam dient plaats te vinden, en zonder dat het raam van de opening afgehaald wordt. Hiermee heeft deze methode om reden van veiligheid, en het zo snel mogelijk willen aanbrengen van de lijst, niet de voorkeur. De onderhavige uitvinding streeft er dan ook naar los te komen van dergelijke nadelen door het aanbieden van een alternatieve constructie.
[0007] De uitvinding kenmerkt zich dan ook als een kas omvattend een dakconstructie, waarbij de dakconstructie een schuin bovenoppervlak omvat met een opening en een rechthoekig glaspaneel dat de opening bedekt, waarbij het glaspaneel aan de bovenzijde daarvan middels ten minste een scharnier verbonden is met de dakconstructie, om te scharnieren tussen een gesloten positie waarin het glaspaneel zich in hoofdzaak parallel uitstrekt aan het bovenoppervlak en een open positie waarin het glaspaneel schuin ten opzichte van het bovenoppervlak is georiënteerd om een ventilatiedoorgang te vormen,
waarbij de kas een al dan niet mechanisch gevormd insectwerend systeem omvat om doorgang van insecten door de ventilatiedoorgang tegen te gaan, welk insectwerend systeem is bevestigd aan een in hoofdzaak U-vormig raamwerk dat de zijranden en onderrand van het paneel omsluit, althans ondersteund, waarbij het raamwerk via een een verbindingselement verbonden is met een een een scharnier en/of een opduwpunt van het glaspaneel.
Een dergelijke constructie, dat wil zeggen volgens de uitvinding, en beter aan te duiden als het verzekeren van het raamwerk ten opzichte van het paneel, voorkomt de noodzaak tot een klemmende constructie zoals tot nu toe gangbaar.
Dit mede doordat de benen van het U-vormige raamwerk aan hun uiteinden, ten gevolge van hun mechanische verbinding met het scharnier, als waren het bretels, “opgehangen” zijn” aan de scharnieren van het glaspaneel.
In weer een alaternatieve term wordt het verzekeringselement van de uitvinding aangeduid als schoor.
Het aan de uitvinding ten grondslag liggend inzicht omvat niet alleen dat de het scharnier en zijn ophanging aan de kas-constructie, ruim voldoende stevig zijn om het raamwerk, ofwel de U-vormige omlijsting en een daaraan te koppelen gaas- of scherm-inrichting duurzaam op te houden, maar ook dat de scharnieren noodgedwongen altijd op voldoende afstand van de rand van het paneel zijn opgenomen om het schoor-element een schuin verloop te garanderen.
Dit betekent dat de schoor-, of verzekeringselementen onder invloed van de zwaartekracht een naar de zijrand van het glaspaneel toe gerichte kracht op de benen van het U-vormige raamwerk uitoefenen.
De constructie volgens de uitvinding draagt hiermee niet alleen bij aan een stevige bevestiging van een lijst om een raampaneel, maar staat op relatief eenvoudige wijze toe dat de aanbrenging ruimte in zich bergt om verschillen in uitzetting tussen glas en lijst te accomoderen zonder dat dit ten koste gaat van, althans potentieel gevaar oplevert voor de kwaliteit van de bevestiging zoals dat bij een conventionele klemmende bevestiging het geval zou zijn.
De bevestiging, ophanging als het ware, volgens de uitvinding kan na het omlijsten van een daartoe slechts in geringe mate geopende glaspaneel, in het geheel aan de bovenzijden van het glaspaneel uitgevoerd worden en beperkt daarmee het gevaal van werken bij een vergaand geopend raamgat.
Niettemin, kan desgewenst de bevestiging ook vanaf de onderzijde van het raam kunnen plaatsvinden. Idealiter vind dit plaats vanuit een hoogwerker, hetgeen bijvoorbeeld in verband met het operationeel zijn van de kas niet altijd mogelijk is en verhoudingsgewijs omslachtig is. Tenslotte dient opgemerkt te worden dat het lichtbeslag van de schoren volgens de uitvinding beperkt is indien de schoor vanuit nabij het uiteinde van een been naar een meest nabij gelegen scharnier van het glaspaneel verloopt. In een bijzondere uitvoering is in de Kas volgens de uitvinding ten minste elk der langszijden via een verbindingselement (17; 23; 24) verbonden met een scharnier en/of een opduwpunt van het glaspaneel. Hierbij kan uitsluitend de bovenzijde van een langszijde van het raamwerk verbonden met een scharnier van het glaspaneel zijn verbonden. Voorts kan het ook zo zijn dat de onder of tussenzijde van het raamwerk via een verbindingselement is verbonden met een opduwpunt van het paneel. Het allicht spreekt voor zich dat de uitvinding tevens een raamwerk omvat voor het omvatten van een glaspaneel zoals van een kas, in het bijzonder een kas volgens het voorgaande, waarbij het raamwerk U- vormig is gevormd en bestemd is om over een verbindingspunt voor een verbindings- element te beschikken, zoals een schroef-opening of een voorzien bevestigingpunt of gebied voor een zelftappende schroefverbinding. In een uitvoering kan het verbindingspunt ten minste aan een langszijde zijn opgenomen dan wel voorzien. Ook kan het verbindingspunt in een uiteindedeel van de langszijde zijn aangebracht dan wel voorzien. In weer een ander, al dan niet tegelijk toegepaste uitvoeringskenmerk is het verbindingspunt in een onderste uiteindedeel van de langszijde aangebracht dan wel voorzien op een hoogte die na aanbrenging om een glaspaneel, voorbij de hoogte van een opduwpunt van het glaspaneel is gelegen. De uitvinding omvat voorts een verbindingselement voor het via een opduwpunt, dan wel scharnierpunt verbinden van een raamwerk, in het bijzonder voor een al dan niet mechanisch gevormd insectwerend systeem, aan een raamvormend glaspaneel zoals van een kas, waarbij de uiteinden van een verbindmgsdeel zijn voorzien van bevestigingsdeel voor het aanschroeven of aanhaken van het bevestigingsdeel, waarbij het tussen de bevestigingsdelen uitstrekkende deel van het element een geringeren breedte heeft dan elk der beide uiteindedelen daarvan. Het tussendeel van het verbindingselement kan draadvormig zijn uitgevoerd.
Ook kan het verbindingselement althans in hoofdzaak in staaldraad zijn uitgevoerd waarbij het staaldraad aan ten minste een uit-einde deel oogvormend is gebogen, in het bijzonder ter vorming van een bevestigingopening voor een schroef.
[0008] De uitvinding zal in het hiernavolgende verduidelijkt worden aan de hand van een beschrijving van een niet beperkend uitvoeringsvoorbeeld, onder verwijzing naar de tekening, waarin in kort overzicht de volgede figuren zijn opgenomen:
[0009] FIG. 1 toont in perspectivisch bovenaanzicht een deels opengewerkte figuur van een op zichzelf bekend warenhuis ofwel kas voor tuinbouwteelt, waarbij de opening van opengestelde, in een dakdeel opgenomen beluchtings- ofwel ventilatieramen 1s afgewerkt met een zogenaamd insectenscherm; glaspaneel, van een warenhuis of kas, zoals deze in hoofdzaak algemeen bekend is;
[0010] FIG. 2A en 2B zijn een weergaven van een dakdeel van een kas volgens figuur 1, waarbij in figuur 2A een op zich bekend, gekaderd, ofwel een in een aluminium omlijsting opgenomen raampaneel uit glas is weergegeven, en in FIG. 2B een evenens op zich bekend zogenaamd ongekaderd raampaneel is weer gegeven, typisch uit gehard glas;
[0011] FIG. 3 toont in perspectivisch aanzicht van een ongekaderd glaspaneel, tevens een voor re-trofitting ontwikkeld U-vormige raamwerk volgens de uitvinding, voor een gedeeltelijke omlijsting achteraf,
[0012] FIG. 4A — FIG. 4D illustreren telkens in nader detail een afwerking voor en deel van de nieuwe omlijstingsconstructie volgens FIG. 3; alsmede de wijze van gebruik en aanbrengen daarvan, met in FIG. 4A en 4B een scharnier van een volgens de uitvinding in te kaderen raam, en in FIG. 4C en 4D aanzichten van een in FIG. 4A en 4B eveneens aangegeven ophang- ofwel verbindingselement;
[0013] FIG. 5 illustreert een volgens de uitvinding gekaderd raam met aanvullende ophang-elementen welke in ook als aternatief verzekeringselement kunnen fungeren;
[0014] FIG. 6A — FIG. 6D illustreren een werkwijze voor het op een nieuwe manier verbinden van een U-vormige omlijsting met een bestaand, althans in een kasconstructie opgenomen raampaneel;
[0015] FIG. 7A — FIG. 7C en FIG. 8A — FIG. 8C illustreren alternatieve uitvoeringsvormen van een verbindingselement volgens de uitvinding, in respectievelijk aangebrachte toestand, bovenaanzicht en zijaanzicht;
[0016] FIG. 9 is een dwarsdoorsnede van de opgevouwen of wel ingeklapte toestand van de typische vorm van een insectenscherm zoals opgenomen in combinatie, en in deze uitvoering tevens geintegreerd met een bekend, rondom omkaderd raam, waarbij een opduwer voor het in geopende stand stellen van het raampaneel aangrijpt op het raamwerk van de voorziene omlijsting, ongeacht de aanwezigheid van een insectenscherm;
[0017] FIG. 10 is een perspectivisch aanzicht van een dwarsdoorsnede van een deel van een mechanische scherminrichting gecombineerd met, dat wil zeeggen aangebracht tegen een raamwerkprofiel ofwel paneel-omlijsting volgens de uitvinding;
[0018] FIG. 11 illustreert in perspectivisch aanzicht een op zichzelf staande uitvinding voor een constructie en werkwijze voor het achteraf efficient en veilig omlijsten van een ongekaderd raam, ongeacht de wijze van verbinden daarvan met het raam danwel de kas- constructie, waarbij op ingenieuze wijze gebruik gemaakt wordt van een op zich bekend principe van uit- en in elkaar schuiven van delen, in de uivinding toegepast op de aan te brengen omlijsting;
[0019] FIG. 12 illustreert in nader detail de werkwijze en de constructie volgens figuur 11;
[0020] FIG. 13 is een weergave van een uitvoering waarbij de uitschuifconstructie vervangend dan wel aanvullend is opgenomen in een recht verlopend deel van een aan te brengen lijst.
[0021] In nadere beschrijving van de figuren wordt opgemerkt dat in de afzonderlijke figuren weergegeven gelijke delen, in de tekening met gelijke verwijzingscijfers zijn aangegeven.
[0022] FIG. 1 toont in perspectivisch bovenaanzicht een deels opengewerkte figuur van een op zichzelf bekend warenhuis 1 ofwel kas | voor tuinbouwteelt. De opening van opengestelde, in een dak- of bovendeel 2 opgenomen verstelbare ramen 3, ook wel aangeduid als beluchtings- ofwel ventilatieramen 3, in de vorm van een glaspaneel, is hierbij afgewerkt, dat wil zeggen omzoomd met een zogenaamd insectenscherm 4. Een bovendeel 2 van een kas 1 is hierbij op voor de toepassing van de uitvinding niet wezenlijke wijze ondersteund door staanders 5. Deze ondersteunen hier uit vakwerk opgetrokken dragers of draagbalken 6, welke vervolgens doorgaans meerdere naaste elkaar opgenomen boven- ofwel nok-delen 2 van een kas 1 steunen. De staanders 5 zijn veelal gesteund op een fundering 7, veelal met ten minste enkele overlangs verlopende funderingsdelen 7A, al dan niet op tussengelegen plaatsen aangevuld met eenvoudiger uitgevoerde funderingsdelen 7B, bijvoorbeeld uitgevoerd in de vorm van poeren.
<7.
[0023] Conform weergave in de figuren 2A en 2B omvat een nokdeel 2 van een kas een overlangsstrekkende nok of nokbalk 9 en lager gelegen liggers 8. Deze sluiten doorgaans aan op een goot of zijn daarmee geintegreerd. Een ligger of goot 8 kan daarbij in zijn dimensionering afgestemd zijn op het steunen van een verder niet weergegeven schoonmaakrobot. Dergelijke, op zich bekende robots bewegen zich met schoonmaakborstels automatisch over en langs een nokdeel, in het bijzonder over vast opgenomen glaspanelen, die het nok- of dakdeel 2 van een kas in hoofdzaak vormen. In de weergegeven uitvoering strekken deze vaste glaspanelen zich uit tussen bijvoorbeeld een ligger 8 en nokbalk 9, en worden deze verder ondersteund door tussen de ligger en nokbalk opgenomen rachels 10 die eveneens met nok 9 en ligger 8 verbonden zijn. Een verstelbaar raam 3 is doorgaans breder dan hoog, ofwel beslaat zoals weergegeven vaak niet de gehele afstand tussen ligger 8 en nok 9. In de weergegeven uitvoering is onder een raam 3 tussen twee rachels 10 in overlangse richting, dwz parallel aan de nok, een steunlijst 11 opgenomen welke een onder het raampaneel 3 opgenomen, verkleind uitgevoerd vast glaspaneel steunt, en welke een aanligging kan vormen voor het raampaneel in gesloten stand. Het zal vanzelf spreken dat voor het uitvoeren van een bewassing van een bovendek 2 van de een kas 1, veelal met een automatisch voortbewegende, ronddraaiende borstel, alle raampanelen 3 in een gesloten toestand worden gesteld, dat wil zeggen dat deze een althans vrijwel doorgaand geheel met het oppervlak van het bovendeel 2 vormen.
[0024] Aan de hand van FIG. 2A wordt met het voorgaande een op zich bekend, zogenaamd gekaderd raam 3 geillustreert. Met de stevigheid die dat biedt zijn dergelijke raampanelen veelal uit gewoon, althans niet gehard glas gevormd. De kadering bestaat normaal uit een rondom voorziene, geprofileerde aluminium lijst waarin het glaspaneel van het verstelbare raam 3 is opgenomen. Gebruikelijkerwijs is deze vorm van kadering ofwel omlijsting als het ware “af fabriek”, dat wil zeggen reeds tijdens de bouw van de kas voorzien. Deze omlijsting vormt doorgaans aan de bovenste rand via een scharnier een verbinding van het raam met de nok met nokbalk 9, hier in de vorm van een lichtgewicht en dunformaat aluminium nokprofiel 9, en aan de onderste rand een koppeling met een zogenaamde opduwer 12, welke op een of meer, in dit geval twee punten scharnierbaar met de lijst 13 1s gekoppeld. Met een dergelijke opduwer 12, doorgaans gekoppeld aan een automatisch bestuurde electromotor, althans activator, kan een raam 3 in een opengestelde en een gesloten stand worden gesteld, doorgaans voor het door middel van ventileren controleren van bijvoorbeeld de temperatuur in de kas 1. De lijst 13 kon met het opkomen van biologische gewasbeheersing, gunstigerwijs aangewend worden voor het opnemen van een zogenaamd insectwerend systeem 4, doorgaans mechanisch uitgevoerd met behulp van zogenaamd insectengaas.
[0025] FIG. 2B illustreert op overeenkomstige wijze als in 2A een ontwikkeling waarbij gestreeft werd naar maximalisatie van licht-opbrengst in de kas door het rondom weglaten van de omlijsting 13, en het in gehard glas uitvoeren van het raampaneel 3. Dergelijke raamuitvoeringen zijn vooral toegepast door telers met gewassen waarvan gedacht werd dat insectenbeheersing niet of minder relevant was, dan wel niet zou opwegen tegenover het verlies aan lichtinval door de raamkaders. Bij verandering van gewas en/of inzicht dienen dergelijke ramen alsnog te worden voorzien van een omlijsting en wel, gezien het grote aantal ramen per kas, liefst met zo snel, efficient mogelijke uitvoering, in elk geval tegen zo gering mogelijke kosten.
[0026] Bij dit type raam is het geharde raampaneel 3 voorzien van boringen via welke aan de onderzijde steunpunten 14 zijn aangebracht voor koppeling van het raam met een opduwer 12. Aan de bovenzijde van een gehard raampaneel zijn boringen opgenomen voor het koppelen van een scharnier ofwel scharnierblad 15 voor schamierende verbinding met de nok 9. In dit voorbeeld is het raam 3 via drie scharnierpunten met de kasconstructie verbonden. De koppeling van een dergelijk steun- of scharnierpunt met het glas verloopt via een rubberen aanlig- en afdichtringen, welke voorkomen dat het glas plaatselijk zou lekken, en dat het niet springt, dat wil zeggen “in duizend stukken” breekt onder het aantrekken van een bijbehorende boutverbinding.
[0027] FIG. 3 toont in perspectivisch aanzicht van een ongekaderd glaspaneel, tevens een voor re-trofitting ontwikkeld U-vormige raamwerk 16 volgens de uitvinding, voor een gedeeltelijke omlijsting achteraf; Het voordeel van een U-vormig raamwerk is dat deze, na het in een ten minste geringe geopende stand stellen van het raam 3, gemakkelijk vanaf de bovenzijde van het kasdek 2 om het paneel kan worden geschoven, hetgeen in de figuur via een de benodigde beweging weergevende pijl S is aangegeven. Het paneel 3 hoeft hierbij niet van zijn scharnieren 15, nog van zijn opduwpunten 14 losgeschroeft te worden, en er hoeft ook niet, zoals bij zo nodige benadering van onderaf, door of langs het gewas gemanouvreerd te worden met een hoogwerker, noch hoeft een dergelijk apparaat voor elk raam weer verplaatst en in- en uitgeschoven te worden.
[0028] FIG. 4A illustreert in “exploded view”, een verbinding V tussen raamwerk 16 en een scharnier 15, als afwerking voor, en deel van de omlijstingsconstructie volgens de uitvinding en zoals weergegeven in FIG. 3. FIG en nader uitgewerkt in de figuren 4B tot 4D.
FIG. 4B illustreert in dit verband een ook wel als verbindingselement en als ophangelement aangeduid verzekeringselement 17, welke in de hier weergegeven uitvoering uit een metalen strip is gevormd.
Het verzekeringselement 17 kan bijvoorbeeld conform de figuren 7 en 8, bijvoorbeeld ten aanzien van het zo smal mogelijk uitvoeren van een middendeel daarvan, op verschillende wijzen zijn uitgevoerd.
Het verbindingselement 17 heeft ten opzichte van een middendeel daarvan, verbreed uitgevoerde uiteindedelen, voor het opnemen van een al dan niet voorgeboorde schroefopening 19A.
In de hier weergegeven uitvoering is het naar het scharnier 15 reikende uiteindedeel voorzien van een boring 18 welke om de kop 21 van een bevestigingsbout van glaspaneel 3 met een scharnier 15 heen kan vallen.
In deze uitvoering is het element voorzien van een U-vormig teruggeslagen ofwel omgebogen einddeel 20, waarmee het bevestigingselement 17 op de scharnierplaat van het scharnier 15 aanhaakt.
Hierbij is gebruik gemaakt van het inzicht dat deze laatste deels vrij van de glasplaat 3 ligt vanwege de noodzaak om in de verbinding, dwz via bout 21, met de glasplaat een elastische tussenelement op te nemen.
Het zal duidelijkzijn dat de werkwijze voor het verzekeren van het aangebrachte raamwerk 16 met het eveneens volgens de uitvinding bedachte verbindingselement 17 uiterst eenvoudig, snel en effectief uitgevoerd kan worden.
Deze werkwijze is nader geillustreerd en beschreven aan de hand van de figuren 6A tot 6D.
FIG. 4C toont het verbindingselement 17 in bovenaanzicht, in samenhang met een zijaanzicht daarvan in FIG. 4D, welke laatste de U-vormige ombuiging van een uiteindedeel 20 illustreert.
Figuur 4C toont hierbij dat in deze specifieke uitvoering het uiteindedeel van het element onder een hoek, van idealiter althans om en nabij de 45 graden met de langsrichting van het element verloopt, zodanig dat dit deel, althans de rug van het U-vormig omgeslagen deel, na het in een uiteindelijke positie brengen van het verzekeringselement, parallel kan verlopen met een rand van een betreffende scharnierplaat 15. Het teruggevouwen been van het U-vormige deel is bij voorkeur min of meer driehoekig van vorm, is althans in de stand van FIG. 4C nabij de onderzijde daarvan, van beperkt van afmeting, kan nagenoeg nul zijn.
Dit heeft het voordeel dat de opening 18 eenvoudig over een boutkopgelegd kan worden, bijvoorbeeld vanuit een horizontale stand zoals figuur 4C zou kunnen suggereren, waarna het element in aanhaking gebracht kan worden door deze in een min of meer diagonale stand te verdraaien, dwz naar een positie waarin het element onder aanhaking op de rand van een scharnierplaat 15 met het ene uiteinde, aan het andere uiteinde bevestigd wordt met een been van het raamwerk 16. Het is in een alternatieve uitvoering denkbaar dat de opening 18 sleufvormig wordt uitgevoerd, zodat het omgeslagen been van het U-vormig groter uitgevoerd kan worden. Een zeker nadeel hiervan is dat het verbrede uiteindedeel dan langer uitgevoerd moet worden, daardoor deels voorbij de scharnierplaat steekt en zodoende althans enige inval van zonlicht belemmerd.
[0029] FIG. 5 illustreert een volgens de uitvinding gekaderd raam met aanvullende verzekeringselementen 22, welke aanvullend, doch in principe ook ook als alternatief verzekeringselement kunnen fungeren. De verzekeringselementen 22 zijn uitgevoerd voor opname in de verbinding van een opduwer 12 met het raampaneel 3, ofwel vereisen dat de schroefverbinding, in feite moer 14, tijdelijk wordt losgedraaid voor het daarin mee opnemen van verzekeringselement 22. In principe is het verzekeringselement 22 daarbij verbonden met de onderste rand 25 van de raamomlijsting 16. Het element 22 kan echter evengoed met een been ofwel zijdelings verlopend deel van de lijst zijn verbonden, en wel op een hoogte die na het aanbrengen daarvan onder dat van een opduwpunt 14 is gelegen, bij voorbeeld ongeveer halverwege de hoogte tussen het opduwpunt 14 en een hoek van het raamwerk 16 dan wel de hoek van het glaspaneel 3.
[0030] In nog een alternatieve, niet in de figuren weerge geven uitvoering verlopen verzekeringselementen aanvullend of vervangend diagonaal tussen het onderste deel van de lijst 16 en de langszijden of benen van het raamwerk 16. Op deze wijze verkrijgt het raamwerk 16 een zekere mate van interne stijfheid die toestaat dat het raamwerk zonder verdere verzekering aan een glaspaneel bevestigd blijft. Niettemin kan deze oplossing gecombineerd worden met een aanvullende verzekering in de vorm van een of beide van de hiervoor besproken bevestigings-, althans verzekeringselementen 16 en 22, welke het raamwerk 16 met respectievelijk een scharnier en een opduwpunt in, in dit geval aanvulende mechanische verbinding brengen. Van een dergelijke verbinding kan bijvoorbeeld wroden afgezien in bijzondere gevallen waarbij de krachten op het raamwerk 16 beperkt blijven, bijvoorbeeld in geval van een uiterst lichte toevoeging aan het raamwerk 16. Hierbij wordt vooralsnog bijvoorbeeld gedacht aan afwezigheid of beperking van krachten die daarop werken, zoals van van een fysiek insectengaas dat onderworpen kan zijn aan ontplooingskracht, zwaartekracht en/of windkracht. Het
-II- verzekeringselement in feite een intern dwarsverband voor het raamwerk 16, zodanig dat de positieverzekering van het raamwerk 16 ten opzichte van het glaspaneel 3 berust op de wrijving ofwel klemming van het de randen van het paneel 3 omgevende profiel van het raamwerk 16. In dit geval vormt het verzekeringselement door het verstijven van het raamwerk 16 en/of het voorkomen of beperken van uitzetting van het raamwerk 16 ten topzichte van het glaspaneel 3 een indirekte verzekering van de positie van het raamwerk.
[0031] FIG. 6A — FIG. 6D illustreren een werkwijze voor het op een nieuwe, inventieve manier efficient en makkelijk verbinden van een U-vormige omlijsting met een bestaand, althans in een kasconstructie opgenomen raampaneel. De werkwijze gaat daarbij in het meest optimale geval uit van het aanhaken van een verbindingselement 17 op een nabijgelegen scharnierplaat 15, waarbij een opening 18 over de boutkop 21 valt, en het vervolgens vastzetten, bijvoorbeeld vastschroeven van het andere uiteinde aan het raamwerk 16. Het is in het geval dat het element vastgeschroeft wordt om het eender of er gebruik wordt gemaakt van een zelftappend schroef 19B in verbindingselement 17 en/of raamwerk 16, of dat gebruik wordt gemaakt van een voorgeboorde opening in raamwerk en/of verbindingselement. Met de in figuur 4 weerge geven uitvoering wordt daarbij, zoals FIG. 6A in delen van een in feite snelle en vloeiende beweging toont, het verzekeringselement 17 eerst even haaks op de aan te haken rand van scharnierblad 15 gehouden, altahsn aangebracht, en wordt het daarna in neerwaartse richting verplaatst, zodanig dat de uitsparing 18 om de kop van bout 21 van het scharnier 15 valt. Zoals FIG. 4B aangeeft wordt vervolgens het verzekeringselement 17 met zijn andere uiteinde neerwarts bewogen, ofwel over een hoek verdraaid, bij voorkeur 45 graden plus of min 10 graden, voor een diagonale positie, waarin het element 17 aan het vrije, althans andere uiteinde aan het raamwerk 16 bevestigd wordt ten einde de eind-toestand van FIG. 16D te verkrijgen. De bevestiging met het raamwerk 16 hoeft niet noodzakelijkerwijs gevormd te worden of beperkt te worden door de hier bij wijze van voorbeeld weerge geven al dan niet zelftappende schoefverbinding 19.
[0032] FIG. 7A — FIG. 7C en FIG. 8A — FIG. 8C illustreren alternatieve uitvoeringsvormen 23 en 24 van een verzekeringselement volgens de uitvinding, in respectievelijk aangebrachte toestand, bovenaanzicht en zijaanzicht. In de uitvoering van
FIG. 7 is het verzekeringselement 23 uitgevoerd in twee delen, waarvan het ene, in lengte kleinste en plaatvormig uitgevoerde deel 23B overeenstemt met het uiteindeel met U- omslag van het verzekeringselement 17 in FIG. 4, en het andere, in lengte grootste deel
23A gevormd is uit staaldraad. Hierdoor is het dun, ofwel neemt het weinig lichtinval weg, maar is het anders dan bijvoorbeeld een flexibele draad ofwel kabel, makkelijk en doelgericht te hanteren, zoals voor snelle aanbrenging gewenst is. Het draadvormige deel 23A is aan een uiteinde, ter vergroting van oppervlak van het ter bevestiging met het raamwerk 16 in contact te brengen uiteindedeel, verbogen uitgevoerd, in dit geval in een richting gelijk aan het bovenvlak van het raamwerk 16. In de weergegeven uitvoering is dit uiteindedeel althans in hoofdzaak oogvormig gebogen ter accomodatie van een bevestiging middels in dit geval een schroefverbinding. Het andere uiteinde van het dragvormig deel 23 is voorzien van een haakvormige ombuiging, ter aanhaking van dit deel op een tweede, plaatvormge deel 23, dat hierbij is voorzien van een passende boring.
De boring is aangebracht in een deel dat hiertoe in aangebrachte toestand enigermate buiten het scharnierblad 15 reikt.
[0033] De uitvoering van verzekeringselement 24 uit FIG. 8 is gericht op gebruikmaking van de bevestigingsbout 21 uit de schernierplaat 15, welke bout 21 daartoe geheel uitgenomen, of zoals in de getoonde uitvoering slechts licht losgedraaid hooeft te worden.
Het verzekeringselement 24 is voor deze laatste optie uitgevoerd met een sleufgat dat aan een uiteinde zodanig wijd is uitgevoerd dat de kop van bout 21 erdoorheen past, en het element 24 daarna met het nauwere slufdeel onder de daartoe licht los gedraaide boutkop getrokken kan worden voor permanente bevestiging. Het element heeft als voordeel dat het uit een enkel en plat uitgevoerd deel bestaat. Voordeligerwijs wordt bij aanbrengen gebruik gemaakt van een daarop in aantal draaibewegingen afgestemde draaitol ofwel schroefmachiene, hetgeen tegenwicht biedt aan het nadeel van het bij aanbrengen te hanteren hulpstuk ofwel gereedschap, althans op het punt van aanbrengsnelheid.
[0034] FIG. 9 is een dwarsdoorsnede van de opgevouwen of wel ingeklapte toestand van een typische, bekende vorm van een insectenscherm 4 zoals opgenomen in combinatie, en in deze uitvoering tevens geintegreerd met een bekend, rondom omkaderd raam, met raaamwerk 25, waarbij een opduwer 12 voor het in geopende stand stellen van het raampaneel 3 aangrijpt op het raamwerk 25 van de voorziene omlijsting, ongeacht de aanwezigheid van een insectenscherm 4. Het raamwerk 25 is nabij zijn onderzijde voorzien van een steun- en/of afdichtrubber 25A, normaliter stripvormig, waarmee het op een lijst 11 van het kasdek rust. Het raampaeel 3 rust doorgaans op een bovenrand van het raamwerk 25, en is daar permanent op bevestigd door middel van een deksel 25B dat via een kliksysteem in een de rand aanpalende kamer, permanent bevestigd is.
[0035] FIG. 10 is een perspectivisch aanzicht van een dwarsdoorsnede van een deel van een mechanische scherminrichting 4 gecombineerd met, dat wil zeggen aangebracht tegen een raamwerkprofiel 16 ofwel paneel-omlijsting volgens de uitvinding, ofwel bevestigd aan een achteraf omhet raampaneel 3 aangebrachte, U-vormige omlijsting. Het insectenscherm 4 sluit hierbij met een hier niet verder gerefereerd onderste lijstdeel aan op een vaste lijst 1 A welke deel uit maakt van het bestaande kasdek 2. Het raamwerk 16 sluit in gesloten toestand van het raampaneel 3 op het bestaande kasdek 2 aan via een afdichtrubber 26. Deze is daartoe in een aan de onderzijde open kamer 27 van de lijst 16 opgenomen. Het raampaneel 3 is opgenomen in de eveneens aan een zijde open, ofwel U- vormige kamer 28, waarmee de lijst 16 bij zogenaamde retrofitting daarvan, aan de langszijden en over de onderrand van het althans in deels geopende toestand gestelde glaspaneel 3 geschoven wordt. Het raampanel hoeft hierbij niet van zijn bevestiging met de scharnieren 15 ofwel met de kas 1 gehaald te worden. De wanden van de stripkamer 27 en de glaskamer 28 zijn, mede ter verstijving van het profiel 16 en/of positionering van het opgevouwen scherm 4 ten opzichte van de lijst 11, gescheiden uitgevoerd, zodat zich hiertussen een gesloten ruimte 29 bevind welke in een werkwijze volgens de uivinding als zogenaamde schroefkamer wordt gebruikt. Een overlangs groef in de buitenzijde van de bij voorkeur relatief verdikt, dwz als dikste deel van het profiel 16 uitgevoerde bovenwand van de kamer 29 is hierbij behulpzaam voor het gunstig positioneren van een al dan niet zelftappende schroef.
[0036] De figuren 11 tot 13 illustreren in perspectivisch aanzicht een op zichzelf staande uitvinding voor een constructie, werkwijze en uitvoeringsvormen daarvan voor het achteraf efficient en veilig omlijsten van een ongekaderd raam 3, ongeacht de wijze van het verbinden, althans verzekeren daarvan met of ten opzichte van het raampaneel 3 danwel de constructie van de kas 1. Bij voorkeur, maar niet noodzakelijkerwijs wordt hierbij uitgegaan van een U-vormig raamwerk zoals in de voor gaande figuren beschreven. Bij deze nieuwe werkwijze wordt voor het om het raampaneel 3 aanbrengen van het kader 16, op ingenieuze wijze gebruik gemaakt van een op zich bekend principe van met behulp van een verbindingsstuk 30, 32 uit- en in elkaar schuiven van delen 16A, 16B, 16C, repectievelijk 16B1, 16B2 en 16B3 van het raamwerk 16, ofwel in de uitvinding toegepast op de aan te brengen omlijsting 16. Door het in delen opsplitsen van het raamwerk wordt minder wrijvingskracht ondervonden en is deze makkelijker om het paneel aan te brengen. Hierbij worden haakse verbindingsstukken 30 gebruikt die tevens dienen voor het haaks op elkaar zetten en verbinden van delen van een alumium profiel waaruit het raamwerk 16 is gevormd. In plaats van of aanvullend aan de haakse verbindingsstukken 30 kunnen conform voorbeeld in FIG. 13, rechtlijnige verbindingsstukken 32 worden toegepast. Het meest gunstig worden deze in een onderste of tussengelegen deel 16B van van het in hoofdzaak U-vormige raamwerk 16 opgeno- men. Bij voorkeur zijn de verbindingsstukken uitgevoerd als al dan niet open of gesloten ofwel balkvorm, waarbij de buitenafmetingen bij voorkeur overeenkomen met de binnen- afmeting van, ofwel passend kunnen zijn opgenomen in een profielkamer van de aan te brengen raamlijst 16, bijvoorbeeld profielkamer 29 zoals weergegeven in FIG. 10. De verbindingsstukken 30, 32 kunnen worden vastgezet met een of meer al dan niet zelftappende schroeven 31, bij voorkeur, zoals weergegeven twee per te verbinden uiteindedeel van een verbindingsstuk 30, 32. Nietemin kunnen ook andere bevestigingswijzen worden toegepast zoals lijm of bij het inschuiven aan te brengen, op zich zelf bekende een zelfklemmende elementen, of door de verbindingsstukken uit te voeren met al dan niet geintegreerde weerhaak-profielen die zich bij poging tot uitschuiven als het ware in een profielwand van kamer 29 bijten, en voorkomen dat de verbinding na inschuiven nog eenvoudig losgenomen kan worden. In de uitvoeringsvorm van FIG. 11, is het een dergelijke opsplitsing alleen in de hoeken opgenomen, door middel van haakse verbindingsstukken 30. De verbindingsstukken 30, 32 kunnen zijn uitgevoerd als aluminium profielen of als bijvoorbeeld met 3D-printen geproduceerde elementen.
[0037] FIG. 12 illustreert onder gebruikmaking van de elementverwijzing in FIG. 11, in nader detail de werkwijze bij en de constructie volgens de uitvoering van figuur 11. Bij voorkeur wordt het raamwerk in twee reeds met elkaar verbonden delen aangebracht, waarbij de delen op onderlinge afstand worden gehouden door het verbindingsstuk. In de werkwijze uitvoering volgens FIG. 12, vormen de delen 16A en 16B reeds een geheel, ofwel een permanente verbinding. Hierbij vormt de zijde 16C het op afstand gehouden deel. Hiertoe is bij het aanbrengen het been 16C, via een enkele schroefverbinding met de basis 16B van het raamwerk 16, ofwel met de op dat moment volledig met elkaar gekoppelde delen 16A en 16B, verbonden. In een stap A worden de delen 16A en 16B volledig om de betreffende randen van het glaspaneel aangebracht. Het op afstand gehouden deel, in het aanzich van FIG. 12 het rechterbeen 16C verkeert dan nog niet of niet voledige verbinding, althans aanraking met het glaspaneel 3, hetgeen het aanschuiven van de delen 16A en 16B vergemakkelijkt. Nadat deze laatste voledig op hun gewenste plek zijn aangeschoven en/of aangeklopt, wordt de enkele verbindingschroef met het koppelstuk van het rechterbeen 16C losgenomen, en wordt deze in een verdere processtap
B2, onder geleiding van het verbindingstuk 30 door de opvangkamer (29) daarvoor, in de gewenst positie om en tegen de betreffende rand pan het glaspaneel aangebracht. In een laatste stap, voorzover de inschuiving van verbindingstuk 30 niet gelijmd of zelfsluitend is uitgevoerd, wordt een verbindingselement aangebracht, in dit voorbeeld bestaande uit twee schroeven 31. De werkwijze gaat er hierbij van uit dat de verbinding tussen het verbindingsstuk 30 en het derde raamwerkdeel 16C in de pre-fabricage reeds permanent is gemaakt. Deze constructie, dat wil zeggen inclusief de hulpstukken en aanpasingen daarvoor, en werkwijze, staat ongeacht de manier van verzekeren van het raamwerk 16 ten opzichte van het raampanel 3 toe dat het aanbrengen zelf zeer efficient verloopt, onder andere met het efect dat het verblijf op het kasdek tot een minimum beperkt blijft, en dat de er gedurende het verblijf op het kasdek door de installeerders in feite geen complexe handelingen aan of bewegingen met het aan te brengen raamwerk 16 zelf hoeven te worden uitgevoerd.
[0038] FIG. 13 is een weergave van een uitvoering waarbij de uitschuifconstructie vervangend dan wel aanvullend is opgenomen in een recht verlopend deel van een aan te brengen lijst 16. Hierbij kan het basisdeel 16B van het raamwerk zijn uitgevoerd in twee, of zoals weergegeven drie delen 1bB1, 16B2 en 116B3. Dit laatste kan met name bij relatief brede ramen de voorkeur hebben, nu in deze uitvoeringsvorm, de benen 16A en 16C van het raamwerk tezamen met een bij aanbrengen reeds permanent verbonden, haaks omgezet profieldeel, in feite reeds met behoorlijke klemweerstand over de rand van het glaspaneel in de overlangse richting daarvan naar het centrale raamwerkdeel 16B2 geschoven dient te worden. Het beperken van de lengte van het haakse omgezette raamwerkdeel beperkt ook de bij het naar de permanente positie toe verschuiven van een zijdelings raamwerkdeel 16A en 16C, de te overwinnen wrijtkracht. Hierbij wordt er conform een zekere uitvoeringsvorm van de bijhorende werkwijze van uitgegaan dat het centrale deel ramwerk 16B2 als eerste in de gewenste positie ten opzichte van raampanel 3 is gebracht. Een voordeel van deze uitvoering is onder meer dat de verbindingselementen eenvoudig gehouden kunnen worden, daarmee ook iets eenvoudiger en voordelig kunnen worden geproduceert, en dat de hoekverbindingen,
behalve met de getoonde haakse profielstukken, ook op andere, geeigende wijze af fabriek permanet en stevig kunnen worden aangebracht.
[0039] De uitvinding wordt voorts tevens geillustreert en gevormt door niet expliciet beschreven aspecten uit de figuren, althans hetgeen dat daaruit door een vakman of — vrouw direkt en ondubbelzinnig herleidbaar is, als ook door hetgeen beschreven is door de volgende, op de essentie van de vinding overigens niet beperkend geachte definities in de vorm van de hierna volgende conclusies.

Claims (1)

  1. Conclusies
    L. Kas (1) omvattend een dakconstructie (2), waarbij de dakconstructie een schuin bovenoppervlak omvat met een opening en een rechthoekig glaspaneel (3) dat de opening bedekt, waarbij het glaspaneel aan de bovenzijde daarvan middels ten minste een scharnier (15) verbonden is met de dakconstructie, om te scharnieren tussen een gesloten positie waarin het glaspaneel zich in hoofdzaak parallel uitstrekt aan het bovenoppervlak en een open positie waarin het glaspaneel schuin ten opzichte van het bovenoppervlak is georiënteerd om een ventilatiedoorgang te vormen, waarbij de kas een al dan niet mechanisch gevormd insectwerend systeem omvat om doorgang van insecten door de ventilatiedoorgang tegen te gaan, welk insectwerend systeem is bevestigd aan een in hoofdzaak U-vormig raamwerk (16) dat de zijranden en onderrand van het paneel omsluit, althans ondersteund, met het kenmerk dat het raamwerk via een een verbindingselement (17; 22; 23; 24) verbonden is met een een een scharnier (15) en/of een opduwpunt (14) van het glaspaneel.
    2. Kas volgens de voorgaande conclusie, waarbij ten minste elk der langszijden via een verbindingselement (17; 23; 24) verbonden is met een scharnier (15) en/of een opduwpunt (14) van het glaspaneel.
    3. Kas volgens de voorgaande conclusie waarbij uitsluitend de bovenzijde van een langszijde van het raamwerk verbonden is met een scharnier (15) van het glaspaneel.
    4. Kas volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de onder of tussenzijde van het raamwerk via een verbindingselement verbonden is met een opduwpunt van het paneel.
    5. Raamwerk (16) voor het omvatten van een glaspaneel zoals van een kas, in het bijzonder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het raamwerk U-vormig is gevormd en bestemd is om over een verbindingspunt voor een verbindings-element te beschikken, zoals een schroef-opening of een voorzien bevestigingpunt of gebied voor een zelftappende schroefverbinding,
    6. Raamwerk volgens de voorgaande conclusie, waarbij het verbindingspunt ten minste aan een langszijden is opgenomen dan wel voorzien.
    7. Raamwerk, volgens een der voorgaande raamwerk-conclusies, waarbij het verbindingspunt in een uiteindedeel van de langszijde 1s aangebracht dan wel voorzien.
    8. Raamwerk, volgens een der voorgaande raamwerk-conclusies, waarbij het verbindingspunt in een onderste uiteindedeel van de langszijde is aangebracht dan wel voorzien op een hoogte die na aanbrenging om een glaspaneel, voorbij de hoogte van een opduwpunt van het glaspaneel is gelegen. oO Verbindingselement (17; 22; 23; 24) voor het via een opduwpunt ( 14), dan wel scharnierpunt (15) verbinden van een raamwerk (16), in het bijzonder voor een al dan niet mechanisch gevormd insectwerend systeem, aan een raamvormend glaspaneel (3) zoals van een kas, waarbij de één uiteinde van het verbindingselement is voorzien van hakend bevestigingsdeel voor het aanhaken van het bevestigingsdeel op het opduw- dan wel scharnierpunt van het raamvormend glaspaneel, welk bevestigingsdeel daarbij is voorzien van een opening voor het om een boutkop van het raamvormend glaspaneel kunnen leggen van het verbindingselement, waarbij een ander bevestigingsdeel, bestemd voor verbinding met het aan te brengen raamwerk, voorzien is van een boring ten behoeve van bijvoorbeeld een geschroefde verbinding, en waarbij een tussen de genoemde bevestigingsdelen uitstrekkende deel van het verbindingselement een geringere breedte heeft dan elk der beide uiteindedelen daarvan.
    10. Verbindingselement (23) volgens de voorgaande conclusie, waarbij het tussendeel van het verbindingselement draadvormig is uitgevoerd.
    11. Verbindingselement (23) volgens een der voorgaande verbindingselement- conclusies, waarbij het verbindingselement althans in hoofdzaak in staaldraad is uitgevoerd en waarbij het staaldraad aan ten minste een uit-einde deel oogvormend is gebogen, in het bijzonder ter vorming van een bevestigingopening voor een schroef.
    12. Verbindingselement (17; 22; 24) volgens een der voorgaande conclusies 9-11, waarbij het verbindingselement uit plaatmateriaal is gevormd.
    13. Verbindingselement (17; 23) volgens een der voorgaande conclusies 9-12, waarbij het hakend bevestigingsdeel daarvan is gevormd door een U-vormige ombuiging of terugslag (20) van een uiteindedeel van het element.
NL2032158A 2022-06-13 2022-06-13 Bevestigingslijst voor een insectenscherm, alsmede daarvan voorziene scherminrichting, raampaneel, en kasgebouw NL2032158B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2032158A NL2032158B1 (nl) 2022-06-13 2022-06-13 Bevestigingslijst voor een insectenscherm, alsmede daarvan voorziene scherminrichting, raampaneel, en kasgebouw

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2032158A NL2032158B1 (nl) 2022-06-13 2022-06-13 Bevestigingslijst voor een insectenscherm, alsmede daarvan voorziene scherminrichting, raampaneel, en kasgebouw

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2032158B1 true NL2032158B1 (nl) 2023-12-20

Family

ID=89307408

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2032158A NL2032158B1 (nl) 2022-06-13 2022-06-13 Bevestigingslijst voor een insectenscherm, alsmede daarvan voorziene scherminrichting, raampaneel, en kasgebouw

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2032158B1 (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9004427B2 (en) Mounting and hinge assembly for a shelf
ATE194200T1 (de) Vorrichtung zur befestigung von plattenförmigen bauteilen, insbesondere von solarmodulen und sonnenkollektoren
US5687936A (en) Gutter bracket
US20060021289A1 (en) Partition wall
US20160164455A1 (en) Fastening device and fastening method of solar cell module and fastening structure
NL2032158B1 (nl) Bevestigingslijst voor een insectenscherm, alsmede daarvan voorziene scherminrichting, raampaneel, en kasgebouw
NL2032159B1 (nl) Werkwijze en constructie voor het achteraf aanbrengen van een lijst voor een in een kas opgenomen raampaneel
JP2018135639A (ja) 屋外構造物
US9228391B2 (en) Bracket and a method to attach protective covers
SK9882000A3 (en) An eaves beam
NL1029362C2 (nl) Scherminstallatie voorzien van verbeterde draadklemmen.
BE1025403B1 (nl) Scherminrichting
JP2007239210A (ja) 屋外構築物の土間コンクリート不陸吸収装置
JP6334941B2 (ja) 面状物品の屋根上支持固定構造及び方法
US10094118B2 (en) Tiltable bracket for a rain gutter of a building
US20060000187A1 (en) Wood skin construction for partitions
BE1027826B1 (nl) Profiel voor het vastzetten van een zonnepaneel
NL1028754C2 (nl) Samenstel alsmede een frame voor het dragen van een scherminstallatie.
RU2404349C2 (ru) Рамное устройство для использования при обустройстве балкона
CN102191904A (zh) 门窗
JP7288869B2 (ja) 簡易建物
CN214958496U (zh) 一种吊装式室内线缆桥架
NL1015825C2 (nl) Inrichting voor het bevestigen van een zonnepaneel.
CN211008194U (zh) 一种隐藏式幕墙开启扇
NL1039298C2 (nl) Zonneschermconstructie.