NL2031625B1

NL2031625B1 - Inrichting voor het ten opzichte van een ondersteuning, in het bijzonder een bureaublad, positioneren van een bureauaccessoire

Info

Publication number: NL2031625B1
Application number: NL2031625A
Authority: NL
Inventors: Hendrik Langius Roelof
Original assignee: Fellowes Holdings B V
Priority date: 2022-04-19
Filing date: 2022-04-19
Publication date: 2023-11-07
Also published as: EP4265954A1

Abstract

Uittreksel Inrichting voor het ten opzichte van een ondersteuning, in het bijzonder een bureaublad, positioneren van een bureauaccessoire, in het bijzonder een 5 stekkerdoos, omvattende een eerste fixatie—element, voor het aanbrengen van een losneembare starre verbinding tussen de inrichting en de ondersteuning, een tweede fixatie—element, voor het aanbrengen van een losneembare starre verbinding tussen de inrichting en het bureauaccessoire, een draaglichaam, ingericht voor het op een afstand van de ondersteuning houden van het bureauaccessoire en zich ten minste 10 uitstrekkend van het eerste fixatie—element tot het tweede fixatie—element; waarbij de inrichting voorzien is van ten minste één koppel—element dat losneembaar is van een contra—koppel—element welk koppel—element en contra—koppel—element onder een concreet aantal vooraf bepaalde hoeken met elkaar koppelbaar zijn voor het onder een eveneens concreet aantal hoeken ten opzichte van de ondersteuning 15 positioneren van het bureauaccessoire. 8

Description

Inrichting voor het ten opzichte van een ondersteuning, in het bijzonder een bureaublad, positioneren van een bureauaccessoire

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het ten opzichte van een ondersteuning, in het bijzonder een bureaublad, positioneren van een bureauaccessoire, in het bijzonder een stekkerdoos.

In met name kantooromgevingen zijn er vaak diverse elektriciteits-verbruikende apparaten in- op of rond een bureau geplaatst. Wanneer het om vaste apparatuur, dat wil zeggen apparatuur die weinig of niet verplaatst wordt, gaat, worden de elektrische aansluitingen en snoeren vaak weggewerkt en/of geïntegreerd en worden de stopcontacten om esthetische redenen vaak uit het zicht geplaatst, Gaat het echter om losse apparatuur, bijvoorbeeld om telefoonopladers of andere tijdelijk in gebruik zijnde stroomverbruikers, dan leidt het wegwerken van de stopcontacten, bijvoorbeeld onder een bureau of zelf in de vloer, tot ongemak. Er moet dan immers onder het bureau gereikt of zelfs gekropen worden voor het bevestigen van een stekker in een gekozen stopcontact.

Ook wanneer het stopcontact echter boven het bureaublad en in het zicht geplaatst wordt, kunnen er problemen optreden bij het gebruik ervan. Stekkers van de in te steken apparatuur kunnen een bepaalde vorm of oriëntatie hebben die zich niet laat verenigen met de veelal verticale insteekrichting van de stekkerdoos, het snoer kan de stekker onder een hoek verlaten die onhandig of onmogelijk is in combinatie met de steekrichting en in het geval van opladers kan de trafo-behuizing die in de stekker geïntegreerd is soms interfereren met de stekkerdoos of met zich in de nabijheid daarvan bevindende objecten.

Hoewel dergelijke problemen op te lossen zijn met een volledig los geplaatste stekkerdoos, heeft die oplossing het nadeel dat deze de ordentelijkheid van de werkomgeving niet ten goede komt, en daarnaast weinig stabiel is.

Het is daarom een doel van de onderhavige uitvinding om een oplossing voor de geboden problemen voor te stellen, en/of ten minste een bruikbaar alternatief voor de stand van de techniek. 1

De uitvinding verschaft daartoe een inrichting voor het ten opzichte van een ondersteuning, in het bijzonder een bureaublad, positioneren van een bureauaccessoire, in het bijzonder een stekkerdoos, omvattende een eerste fixatie- element, voor het aanbrengen van een losneembare starre verbinding tussen de inrichting en de ondersteuning, een tweede fixatie-element, voor het aanbrengen van een losneembare starre verbinding tussen de inrichting en het bureauaccessoire, een draaglichaam, ingericht voor het op een afstand van de ondersteuning houden van het bureauaccessoire en zich ten minste uitstrekkend van het eerste fixatie-element tot het tweede fixatie-element, waarbij de inrichting voorzien is van ten minste één koppel-element dat losneembaar is van een contra-koppel-element welk koppel- element en contra-koppel-element onder een concreet aantal vooraf bepaalde hoeken met elkaar koppelbaar zijn voor het onder een eveneens concreet aantal hoeken ten opzichte van de ondersteuning positioneren van het bureauaccessoire.

Voor de ondersteuning is een bureaublad gangbaar, maar ieder zich in de buurt van een werkplek bevindend element, zoals een wand(deel} of een (bureau)stoel kan hier in beginsel toe dienen. Het eerste fixatie-element is bij voorkeur een element dat zonder sporen achter te laten van de ondersteuning verwijderd kan worden en is bij verdere voorkeur een element dat geen bijzondere voorziening aan de ondersteuning vergt, zoals een (schroef)gat of aanverwante vereiste. Gedacht kan worden aan een zuignap, magneetverbinding, verwijderbare verlijming of soortgelijke verbindingswijze, maar de voorkeur gaat uit naar een klem, waarmee de ondersteuning kan worden ingeklemd.

Het tweede fixatie-element kan iedere vorm van verbinding zijn, zoals een schoef- lijm- of magneetverbinding of een integraal aan het bureauaccessoire voorzien of juist daarin uitgespaard element zijn of daar deel van uitmaken. Het draaglichaam kan iedere vorm kennen en met name gevormd zijn aan het eerste of tweede fixatie- element, er integraal deel van uitmaken of ermee verbonden zijn.

Onder een concreet aantal vooraf bepaalde hoeken wordt een beperkt aantal hoeken verstaan en met deze bewoording zijn variabel instelbare verbindingen zoals scharnierende koppelingen of balgewrichten expliciet uitgesloten. Een concreet 2 aantal wil met andere woorden zeggen dat het koppelen onder een hoek die tussen twee aangrenzende concrete hoekwaarden ligt niet mogelijk is.

Het bureauaccessoire kan een stekkerdoos zijn, maar ook een telefoonhouder, een bureaulamp of een ander accessoire waarvan het onder verschillende hoeken kunnen plaatsen wenselijk is.

Het koppel-element kan deel uitmaken van het draaglichaam, maar in een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding maakt het koppel-element ten minste gedeeltelijk deel uit van het eerste of het tweede fixatie-element. Dat wil zeggen dat het draaglichaam onder een concreet aantal vooraf bepaalde hoeken met de ondergrond verbindbaar is, of onder een concreet aantal vooraf bepaalde hoeken met het bureauaccessoire koppelbaar is.Het contra-koppel-element kan daarbij deel uitmaken van de inrichting volgens de uitvinding, en daarbij weer in het bijzonder van het draaglichaam, maar de onderhavige uitvinding ziet ook op een koppeling waarbij het contra-koppel-element deel uitmaakt van de ondersteuning of van het bureau- accessoire.

Het koppel-element kan bijvoorbeeld een buitenoppervlak omvatten voor het aangrijpen van het contrakoppel-element, welk buitenoppervlak ten minste gedeeltelijk rotatie-symmetrisch is, zodat ten minste een deel van het buitenoppervlak met zichzelf samenvalt wanneer het koppel-element over een bepaalde hoek verdraaid wordt en waarbij een deel van het buitenoppervlak niet met zichzelf samenvalt in een tussenliggende positie. Waarin het bovenstaande van buitenoppervlak gesproken wordt dient dit gelezen te worden als ten minste het functionele deel van een dergelijk buitenoppervlak. De term buitenoppervlak omvat ieder naar de buitenwereld gericht of van de buitenwereld bereikbaar oppervlak en kan een ten minste gedeeltelijk ingeschreven vorm zijn of een omsloten vorm.

Om het onder meerdere hoeken koppelen mogelijk te maken kan een deel van het buitenoppervlak (in mathematische zin} met een (aangrenzend) deel van samenvallen wanneer het koppel-element een veelvoud van de bepaalde hoek verdraaid wordt. 3

In een verdere uitvoeringsvorm omvat de inrichting volgens één van de voorgaande conclusies een blokkering voor een onderlinge hoekverandering tussen het koppel- element en het contrakoppel-element wanneer zij zich in de onderling gekoppelde toestand bevinden. Met andere woorden kan de hoek in een gekoppelde situatie niet verder verdraaid worden, maar vergt zo’n hoekverdraaiing het uiteen nemen van de koppeling en het in een andere oriëntatie in elkaar plaatsen van de koppeling voor het onder een andere hoek koppelen van het koppeldeel en contra-koppeldeel. Op deze manier kan een robuustere constructie verkregen worden die minder of niet gevoelig is voor slijtage door veelvuldig gebruik.

Het koppel-element kan bijvoorbeeld een uitkragende 8-hoek omvatten, waarbij het contra-koppel-element een daarop ten minste gedeeltelijk vormsluitend deel omvat.

Het contra-koppel-element kan bijvoorbeeld een opening omvatten waarvan de vorm correspondeert met 6 zijden van de uitkragende 8-hoek.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een combinatie van een inrichting volgens een van de voorgaande conclusies en een bureau-accessoire, in het bijzonder waarbij het eerste fixatie-element een klem is en het tweede fixatie-element de koppeling omvat en het bureau-accessoire een stekkerdoos omvat.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren. Hierin is: - Figuur 1 een eerste schematisch aangezicht van een inrichting volgens de uitvinding; - Figuur 2 een tweede schematisch aangezicht van een inrichting volgens de uitvinding; - Figuur 3 een perspectivisch aangezicht van een inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een eerste schematisch aangezicht van een inrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding, voor het ten opzichte van een bureaublad 2, positioneren van een stekkerdoos 3 / 4/ 5, omvattende een eerste fixatie-element 6, gevormd door een klem, voor het aanbrengen van een losneembare starre verbinding tussen de inrichting 1 en het bureaublad 2. De inrichting omvat voorts een tweede fixatie- element 7, voor het aanbrengen van een losneembare starre verbinding tussen de 4 inrichting en de stekkerdoos 3 / 4/ 5. Tussen het eerst en tweede fixatie-element 6, 7 bevindt zich een draaglichaam 6, ingericht voor het op een afstand van het bureaublad houden van de stekkerdoos 3 / 4/ 5 en zich uitstrekkend van het eerste fixatie-element 6 tot het tweede fixatie-element 7. Het tweede fixatie-element 7 van de inrichting omvat een koppel-element 7 voor samenwerking met een contra- koppel-element 9 welk koppel-element 7 en contra-koppel-element 9 onder een concreet aantal vooraf bepaalde hoeken alpha, beta, gamma met elkaar koppelbaar zijn voor het onder een eveneens concreet aantal hoeken alpha, beta, gamma ten opzichte van het bureaublad positioneren van het de stekkerdoos 3 / 4/5. In de figuur is te zien dat de stekkerdozen 3 / 4/5 onder een hoek alpha, beta, gamma van respectievelijk 0, 45 en 90 graden. In het getoonde voorbeeld maakt het koppel- element deel uit van het tweede fixatie-element 7. Het koppel-element 7 heeft een buitenoppervlak voor het aangrijpen van het contrakoppel-element 9, welk buitenoppervlak gedeeltelijk rotatie-symmetrisch is, zodat ten minste een deel van het buitenoppervlak met zichzelf samenvalt wanneer het koppel-element over een bepaalde hoek verdraaid wordt.

Doordat het koppelelement en het contra-koppelelement gedeeltelijk vormsluitend zijn omvatten zij een blokkering voor een onderlinge hoekverandering tussen het koppel-element en het contrakoppel-element wanneer zij zich in de onderling gekoppelde toestand (niet getoond) bevinden. In die toestand is het contra- koppelelement 9 over het koppelelement 7 geplaatst.

Het koppel-element 7 omvat een uitkragende achthoek, waarbij het contra-koppel- element 9 een ten minste gedeeltelijk vormsluitend deel omvat, dat een deel van dezelfde achthoek omvat, in dit geval met 4 volledige zijden en 2 gedeeltelijke zijden.

Deze combinatie, waarbij het contra-koppel-element een opening omvat waarvan de vorm correspondeert met 6 zijden van de uitkragende 8-hoek, lijkt in het algemeen een gunstige uitvoeringsvorm.

Figuur 2 laat een soortgelijke uitvoeringsvorm 1’ zien, waarbij de klem 8’ over een grotere afstand instelbaar is en ook in staat is een minder dik bureaublad 2’ vast te klemmen.

Figuur 3 toont een perspectivisch aanzicht van de configuratie uit figuur 1. 5

Claims

Conclusies

1. Inrichting voor het ten opzichte van een ondersteuning, in het bijzonder een bureaublad, positioneren van een bureauaccessoire, in het bijzonder een stekkerdoos, omvattende: - Een eerste fixatie-element, voor het aanbrengen van een losneembare starre verbinding tussen de inrichting en de ondersteuning; - Een tweede fixatie-element, voor het aanbrengen van een losneembare starre verbinding tussen de inrichting en het bureauaccessoire; - Een draaglichaam, ingericht voor het op een afstand van de ondersteuning houden van het bureauaccessoire en zich ten minste uitstrekkend van het eerste fixatie- element tot het tweede fixatie-element; waarbij - De inrichting voorzien is van ten minste één koppel-element dat losneembaar is van een contra-koppel-element welk koppel-element en contra-koppel-element onder een concreet aantal vooraf bepaalde hoeken met elkaar koppelbaar zijn voor het onder een eveneens concreet aantal hoeken ten opzichte van de ondersteuning positioneren van het bureauaccessoire.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het koppel-element ten minste gedeeltelijk deel uitmaakt van het eerste of het tweede fixatie-element.

3. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusie, waarbij het koppel-element een buitenoppervlak heeft voor het aangrijpen van het contrakoppel-element, welk buitenoppervlak ten minste gedeeltelijk rotatie-symmetrisch is, zodat ten minste een deel van het buitenoppervlak met zichzelf samenvalt wanneer het koppel-element over een bepaalde hoek verdraaid wordt, en waarbij een deel van het buitenoppervlak niet met zichzelf samenvalt in een tussenliggende positie.

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij een deel van het buitenoppervlak althans in mathematische zin met een al dan niet aangrenzend deel van het buitenopperviak 6 samenvalt wanneer het koppel-element een veelvoud van de bepaalde hoek verdraaid wordt.

5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende een blokkering voor een onderlinge hoekverandering tussen het koppel-element en het contrakoppel-element wanneer zij zich in de onderling gekoppelde toestand bevinden.

6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het koppel-element een uitkragende 8-hoek omvat, waarbij het contra-koppel-element een ten minste gedeeltelijk vormsluitend deel omvat.

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij het contra-koppel-element een opening omvat waarvan de vorm correspondeert met 6 zijden van de uitkragende 8-hoek.

8. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, ingericht voor samenwerking mat een bureau-accessoire waarbij het contra-koppel-element voorzien is in of deel uitmaakt van het bureau-accessoire.

9. Combinatie van een inrichting volgens een van de voorgaande conclusies en een bureau-accessoire.

10. Combinatie volgens conclusie 9, waarbij het eerste fixatie-element een klem is en het tweede fixatie-element de koppeling omvat en het bureau-accessoire een stekkerdoos omvat. 7