NL2031585B1 - CARRYING UNIT - Google Patents

CARRYING UNIT Download PDF

Info

Publication number
NL2031585B1
NL2031585B1 NL2031585A NL2031585A NL2031585B1 NL 2031585 B1 NL2031585 B1 NL 2031585B1 NL 2031585 A NL2031585 A NL 2031585A NL 2031585 A NL2031585 A NL 2031585A NL 2031585 B1 NL2031585 B1 NL 2031585B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
supporting
floor
carrying unit
carrying
unit according
Prior art date
Application number
NL2031585A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL2031585A (en
Inventor
Bernardus Pieter Van De Waart Jacobus
Original Assignee
Nedarco B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nedarco B V filed Critical Nedarco B V
Priority to NL2031585A priority Critical patent/NL2031585B1/en
Publication of NL2031585A publication Critical patent/NL2031585A/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2031585B1 publication Critical patent/NL2031585B1/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B75/00Carriers for supporting persons when working in the field, e.g. while thinning beet
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D46/00Picking of fruits, vegetables, hops, or the like; Devices for shaking trees or shrubs
    • A01D46/24Devices for picking apples or like fruit
    • A01D46/243Accessories specially adapted for manual picking, e.g. ladders, carts

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Handcart (AREA)
  • Body Structure For Vehicles (AREA)

Abstract

Beschreven wordt een draageenheid voor losmaakbare bevestiging op een voertuig, omvattende een draagframe dat profielen omvat die gezamenlijk de ribben van een denkbeeldige 5 balkvorm vormen, waarbij de balkvorm een binnenruimte definieert die is uitgevoerd voor het dragen en/of transporteren van personen en/of goederen; een koppelelement aan een achterzijde van het draagframe, voor koppeling aan een draagelement van een voertuig; en een vloer aan een onderzijde van het draagframe, omvattende een of meer parallel aan elkaar liggende constructieve plaatelementen die de afstand tussen twee horizontaal tegenover elkaar liggende ribben dragend 10 overspannen. Verder wordt beschreven een samenstel omvattende een voertuig met een draageenheid en een werkwijze voor het dragen en/of vervoeren van goederen en/of personen door middel van een draageenheid. [Fig. 3]Described is a carrying unit for releasable attachment to a vehicle, comprising a carrying frame that comprises profiles that jointly form the ribs of an imaginary beam shape, wherein the beam shape defines an interior space designed for carrying and/or transporting persons and/or goods. ; a coupling element at a rear of the carrying frame, for coupling to a carrying element of a vehicle; and a floor on an underside of the supporting frame, comprising one or more parallel structural plate elements that span the distance between two horizontally opposite ribs in a supporting manner. Furthermore, an assembly is described comprising a vehicle with a carrying unit and a method for carrying and/or transporting goods and/or persons by means of a carrying unit. [Fig. 3]

Description

DRAAGEENHEIDCARRYING UNIT

Beschreven wordt een draageenheid voor het dragen van personen en/of goederen, waarbij de draageenheid losmaakbaar te koppelen is met een zelfrijdend of voortgetrokken voertuig.A carrying unit for carrying persons and/or goods is described, wherein the carrying unit can be releasably connected to a self-propelled or towed vehicle.

Tevens wordt beschreven een samenstel van een dergelijk voertuig en een dergelijke draageenheid en een werkwijze voor het dragen van personen en/of goederen door middel van een dergelijke draageenheid.Also described is an assembly of such a vehicle and such a carrying unit and a method for carrying persons and/or goods by means of such a carrying unit.

In de afgelopen decennia is het gebruik van plattelandsgebieden steeds diverser geworden.In recent decades, the use of rural areas has become increasingly diverse.

Naast de traditionele agrarische activiteiten zijn bijvoorbeeld agrotoerisme, evenementen, de verkoop van streekproducten, en allerlei bebouwing van meer of minder tijdelijke aard steeds nadrukkelijker aanwezig. Veel locaties in plattelandsgebieden zijn echter nog steeds lastig toegankelijk voor voetgangers en voor voertuigen die daar niet speciaal voor zijn toegerust.In addition to traditional agricultural activities, for example, agrotourism, events, the sale of regional products, and all kinds of buildings of a more or less temporary nature are increasingly present. However, many locations in rural areas are still difficult to access for pedestrians and unsuitable vehicles.

Het betreden van landwegen, erven en velden door voetgangers is vaak moeilijk, zwaar, vies, of riskant voor die voetgangers. Andersom is er het risico dat een argeloze voetganger schade aanricht aan gewassen. Het laten begeleiden van groepen bezoekers te voet door een deskundige is slechts een gedeeltelijke oplossing, en biedt geen soelaas voor mensen die slecht ter been zijn of andere beperkingen hebben aan de beweging of zintuigen.Entering country roads, yards and fields by pedestrians is often difficult, heavy, dirty, or risky for those pedestrians. Conversely, there is the risk that an unsuspecting pedestrian will cause damage to crops. Having groups of visitors guided on foot by an expert is only a partial solution and offers no relief for people who have difficulty walking or have other limitations to their movement or senses.

Het vervoer van personen of goederen over een ongelijke of instabiele zand- of kleigrond is vaak zeer bewerkelijk indien gebruik wordt gemaakt van niet speciaal toegeruste voertuigen, en erven zijn vaak niet ingericht om er veilig en efficiënt met een niet speciaal toegerust voertuig rond te rijden.The transport of people or goods over uneven or unstable sand or clay soil is often very laborious if non-specially equipped vehicles are used, and yards are often not equipped for driving around safely and efficiently with a non-specially equipped vehicle.

Vervoer van personen of goederen per trekker is mogelijk, maar een trekker heeft op zichzelf weinig laadcapaciteit. Daarom zijn er voor trekkers vele verschillende soorten aanhangers beschikbaar. Het voorttrekken van een aanhanger is echter bewerkelijk omdat het zo gevormde samengestelde voertuig groter wordt, en dus op meer plekken de ondergrond belast en moeilijker stuurbaar wordt. Verder is het lastig om bezoekende personen vanuit een aanhanger goed zicht en een prettige ervaring te bieden. Bovendien is het aanhouden van een verzameling gespecialiseerde voertuigen of aanhangers kapitaal- en ruimte-intensief.Transport of people or goods by tractor is possible, but a tractor itself has little loading capacity. That is why there are many different types of trailers available for tractors. However, towing a trailer is laborious because the composite vehicle thus formed becomes larger, and therefore puts strain on the surface in more places and becomes more difficult to steer. Furthermore, it is difficult to offer visiting people a good view and a pleasant experience from a trailer. Furthermore, maintaining a collection of specialized vehicles or trailers is capital and space intensive.

Dit alles beperkt de mogelijkheden om in plattelandsgebieden bezoekers te ontvangen en rond te leiden, goederen te vervoeren, en constructies op te tuigen. Vergelijkbare problemen spelen in andere gebieden waar sectorspecifieke, zware vervoermiddelen nodig zijn, zoals bouwplaatsen, distributiecentra, en natuurgebieden.All this limits the possibilities for receiving and guiding visitors in rural areas, transporting goods, and setting up constructions. Similar problems arise in other areas where sector-specific, heavy transport means are needed, such as construction sites, distribution centers, and nature reserves.

Het is een doel om ten minste een van bovenstaande of andere problemen ten minste gedeeltelijk te verminderen.It is a goal to at least partially alleviate at least one of the above or other problems.

Het is een verder doel om een veilige manier te verschaffen om personen en/of goederen te dragen en/of te vervoeren in moeilijk toegankelijke gebieden.It is a further purpose to provide a safe way to carry and/or transport persons and/or goods in areas that are difficult to access.

Het is een verder doel om een makkelijke manier te verschaffen om personen en/of goederen tijdens het dragen te vervoeren via een voortgetrokken of zelfrijdend voertuig, 1n het bijzonder via een trekker of soortgelijk landbouwvoertuig.It is a further object to provide an easy way to transport persons and/or goods while being carried via a towed or self-propelled vehicle, in particular via a tractor or similar agricultural vehicle.

Het is een verder doel om een manier te verschaffen om personen te dragen en/of te 53 vervoeren met goed zicht en een prettige ervaring.It is a further purpose to provide a means of carrying and/or transporting persons with good visibility and a pleasant experience.

Het is een verder doel om op een flexibele en modulaire manier voertuigen en constructies voor specifieke doeleinden te verschaffen.It is a further aim to provide vehicles and structures for specific purposes in a flexible and modular manner.

Volgens een eerste aspect wordt ten minste een van bovenstaande doelen ten minste gedeeltelijk bereikt in een draageenheid voor het dragen van personen en/of goederen, waarbij de draageenheid losmaakbaar te koppelen is met een zelfrijdend of voortgetrokken voertuig, de draageenheid omvattende: een draagframe omvattende een aantal staande en liggende profielen die gezamenlijk de ribben van een denkbeeldige balkvorm vormen; - een ten minste op twee van de liggende profielen rustende vloer voor het dragen van personen en/of goederen; waarbij het draagframe is uitgevoerd om de denkbeeldige balkvorm een binnenruimte te laten vormen die geschikt is voor het daarin volledig opnemen van de te dragen personen en/of goederen, wanneer het draagframe aan het voertuig gekoppeld is; - een aan het draagframe bevestigd of gevormd koppelelement ingericht voor een losmaakbare koppeling van het draagframe en/of de vloer aan een ophangingselement dat aan het zelfrijdend of voortgetrokken voertuig voorzien is; waarbij de vloer een of meer aan de genoemde twee van de liggende profielen bevestigde constructieve plaatelementen omvat en waarbij de plaatelementen de afstand tussen de genoemde twee van de liggende profielen dragend overspannen.According to a first aspect, at least one of the above objectives is at least partially achieved in a carrying unit for carrying persons and/or goods, wherein the carrying unit can be releasably coupled to a self-propelled or towed vehicle, the carrying unit comprising: a carrying frame comprising a number of upright and horizontal profiles that together form the ribs of an imaginary beam shape; - a floor resting on at least two of the horizontal profiles for supporting persons and/or goods; wherein the supporting frame is designed so that the imaginary beam shape forms an interior space that is suitable for fully accommodating the persons and/or goods to be carried, when the supporting frame is coupled to the vehicle; - a coupling element attached or formed to the supporting frame, designed for a releasable coupling of the supporting frame and/or the floor to a suspension element provided on the self-propelled or towed vehicle; wherein the floor comprises one or more constructive plate elements attached to said two of the lying profiles and wherein the plate elements span the distance between said two of the lying profiles in a supporting manner.

De profielen kunnen hierbij kunststof profielen, aluminium profielen of, bij voorkeur, metalen profielen (bijvoorbeeld stalen profielen) zijn.The profiles can be plastic profiles, aluminum profiles or, preferably, metal profiles (for example steel profiles).

Een dergelijke draageenheid is licht van gewicht en gemakkelijk voor of achter op een zelfrijdend landbouwvoertuig zoals een trekker aan te brengen. Hij houdt de breedte van het voertuig acceptabel voor gebruik op de openbare weg, en is in de diepte beperkt genoeg van formaat om het samengestelde voertuig (d.w.z. het voertuig met de daaraan gekoppelde draageenheid) niet topzwaar te maken. De uitvoering van de draageenheid met een balkvormige kooistructuur draagt bij aan de stevigheid alsmede aan de veiligheid voor de binnenin deze kooiconstructie aanwezige personen en/of goederen.Such a carrying unit is lightweight and easy to attach to the front or rear of a self-propelled agricultural vehicle such as a tractor. It keeps the width of the vehicle acceptable for use on public roads, and is limited in size enough in depth not to make the composite vehicle (i.e. the vehicle with the attached carrying unit) top-heavy. The design of the carrying unit with a beam-shaped cage structure contributes to the strength and safety for the persons and/or goods present within this cage structure.

In bepaalde uitvoeringsvormen is het koppelelement ingericht voor in aan het voertuig gekoppelde toestand volledig dragen van de massa van het draagframe met de daaraan bevestigde vloer. In sommige uitvoeringen hangt de draageenheid in zijn geheel via dit koppelelement aan het voertuig. Omdat de draageenheid volledig aan/door één enkel koppelelement opgehangen/gedragen wordt, staat de draageenheid dus in beginsel los van de ondergrond. De draageenheid vormt in gekoppelde toestand als het ware één geheel met het voertuig, zodat de ondergrond niet belast wordt met één of meer extra wielafdrukken en verder een goed hanteerbaar samenstel van voertuig en draageenheid verschaft wordt. Doordat een dergelijke draageenheid bij het dragen van de personen en/of goederen en/of bij het vervoeren daarvan niet direct op de ondergrond steunt, is dus kans op beschadiging van de ondergrond Kleiner en beter beheersbaar.In certain embodiments the coupling element is designed to fully support the mass of the supporting frame with the floor attached to it when coupled to the vehicle. In some embodiments, the carrying unit hangs entirely from the vehicle via this coupling element. Because the carrying unit is completely suspended/supported by a single coupling element, the supporting unit is in principle separate from the surface. In the coupled state, the carrying unit forms, as it were, one whole with the vehicle, so that the surface is not burdened with one or more extra wheel impressions and furthermore an easily manageable assembly of vehicle and carrying unit is provided. Because such a carrying unit does not rest directly on the surface when carrying people and/or goods and/or when transporting them, the risk of damage to the surface is smaller and more manageable.

In bepaalde uitvoeringen is het koppelelement ingericht voor het ten opzichte van het gekoppelde voertuig in een vaste positie en oriëntatie houden van de draageenheid, bijvoorbeeld door het koppelelement geschikt te maken om gekoppeld te worden aan (en volledig gedragen te worden) voor een in de landbouw op zich bekende en vaak toegepaste driepuntskoppeling (ook wel driepuntsbevestiging genoemd). In gekoppelde toestand kan de draageenheid bijvoorbeeld gefixeerd zijn op een positie vóór of achter het voertuig. Het voertuig en de draageenheid vormen dan één, vast geheel.In certain embodiments, the coupling element is designed to keep the carrying unit in a fixed position and orientation relative to the coupled vehicle, for example by making the coupling element suitable for being coupled to (and fully supported) for an agricultural well-known and often used three-point coupling (also called three-point attachment). In coupled condition, the carrying unit can, for example, be fixed at a position in front of or behind the vehicle. The vehicle and the carrying unit then form one, fixed whole.

In bepaalde uitvoeringen is het koppelelement voorzien aan een zijkant van het draagtrame voor het op vooraf bepaalde afstand achter het voertuig dragen van de draageenheid, waarbij de vooraf bepaalde afstand bij voorkeur ten minste 20 cm of ten minste 50 cm bedraagt. In verdere uitvoeringen bevindt de afstand zich binnen een bereik van 10 cm tot 100 cm of zelfs binnen een bereikt van 20 cm tot 50 em.In certain embodiments, the coupling element is provided on a side of the supporting frame for carrying the carrying unit at a predetermined distance behind the vehicle, wherein the predetermined distance is preferably at least 20 cm or at least 50 cm. In further embodiments the distance is within a range of 10 cm to 100 cm or even within a range of 20 cm to 50 cm.

De hierin beschreven draageenheid kan voor verschillende doeleinden worden ingezet. Het vervoer van personen of goederen is mogelijk, en kan nog gemakkelijker worden gemaakt door het verschaffen van verschillende soorten opbouwen. Personen die met een dergelijke draageenheid voor of achter op een trekker worden vervoerd bevinden zich relatief hoog en kunnen van vrijwel ongehinderd zicht op de omgeving worden voorzien. Ze ondervinden weinig last van een eventuele ongelijke ondergrond.The carrying unit described herein can be used for various purposes. The transport of persons or goods is possible, and can be made even easier by providing different types of superstructures. Persons transported with such a carrying unit at the front or rear of a tractor are positioned relatively high and can be provided with an almost unobstructed view of the surroundings. They are not bothered by any uneven surfaces.

Een dergelijke draageenheid kan ook worden ingezet in combinatie met andere soorten dragende voertuigen, zoals magazijn-, bouw-, of terreinvoertuigen, zo lang deze zijn voorzien van een draagelement dat verenigbaar is met het koppelelement van de draageenheid. Door de symmetrische uitvoering kan een dergelijke draageenheid bovendien vanaf de zijkant van een oplegger of stellage op die oplegger of stellage worden geplaatst, waarbij de breedte wezenlijk hetzelfde is als tijdens koppeling aan een voertuig.Such a carrying unit can also be used in combination with other types of carrying vehicles, such as warehouse, construction or off-road vehicles, as long as they are provided with a carrying element that is compatible with the coupling element of the carrying unit. Due to the symmetrical design, such a carrying unit can also be placed on that semi-trailer or scaffold from the side of a semi-trailer or scaffold, whereby the width is essentially the same as when coupled to a vehicle.

Verder is het mogelijk om de draageenheid op min of meer vaste wijze van installaties te voorzien, zoals boerderij-automaten, pompen of aggregaten, om deze installaties verplaatsbaar te verspreiden in een gebied met gebrekkige permanente infrastructuur. Ook is het mogelijk om een dergelijke draageenheid van een dak en/of wanden te voorzien, waardoor de draageenheid als bouwmodule dienst kan doen voor bijvoorbeeld noodvoorzieningen, uitbouwen, bouwketen of evenementenlocaties.Furthermore, it is possible to provide the carrying unit with installations in a more or less fixed manner, such as farm vending machines, pumps or generators, in order to distribute these installations in a mobile manner in an area with inadequate permanent infrastructure. It is also possible to provide such a carrying unit with a roof and/or walls, so that the carrying unit can serve as a building module for, for example, emergency facilities, extensions, construction chain or event locations.

In bepaalde uitvoeringen omvat de draageenheid ten minste een zetel, bijvoorbeeld een stoel, bank of tribune, die is gekoppeld aan of integraal gevormd is met de vloer en/of het draagframe voor het dragen van één of meer personen.In certain embodiments, the supporting unit comprises at least one seat, for example a chair, bench or stand, which is coupled to or integrally formed with the floor and/or the supporting frame for supporting one or more persons.

In bepaalde uitvoeringen omvat de draageenheid bevestigingselementen voor ten minste één rolstoel, waarbij bij voorkeur de bevestigingsmiddelen twee parallelle vanaf de vloer opstaande richels omvatten, waartussen een rij wielen van één of meer rolstoelen kan worden geplaatst.In certain embodiments, the carrying unit comprises mounting elements for at least one wheelchair, wherein the mounting means preferably comprise two parallel ledges rising from the floor, between which a row of wheels of one or more wheelchairs can be placed.

In bepaalde uitvoeringen is de hoogte van de binnenruimte van de denkbeeldige balkvorm groot genoeg om personen staand in de binnenruimte op te nemen.In certain embodiments, the height of the interior space of the imaginary beam shape is large enough to accommodate persons standing in the interior space.

In bepaalde uitvoeringen liggen de afmetingen van elke dimensie uit hoogte, breedte en diepte van de denkbeeldige balkvorm, gemeten tussen de respectievelijke omtreksranden van het draagframe, tussen de 2 en 3 m, bij voorkeur tussen de 2,4 en 2,6 m, bij meer voorkeur tussen de 2,475 en 2,525 m.In certain embodiments, the dimensions of each dimension of height, width and depth of the imaginary beam shape, measured between the respective peripheral edges of the supporting frame, are between 2 and 3 m, preferably between 2.4 and 2.6 m, for more preferably between 2.475 and 2.525 m.

In bepaalde uitvoeringen ontlopen de afmetingen van elke twee dimensies uit hoogte, breedte en diepte van de denkbeeldige balkvorm, gemeten tussen de respectievelijke omtreksranden van het draagframe, elkaar met niet meer dan 5% van de afmeting van de grootste dimensie, bij voorkeur niet meer dan 2%, bij meer voorkeur niet meer dan 1%.In certain embodiments, the dimensions of any two dimensions of height, width and depth of the imaginary beam shape, measured between the respective peripheral edges of the supporting frame, differ by no more than 5% of the dimension of the largest dimension, preferably not more than 2%, more preferably not more than 1%.

In bepaalde uitvoeringen worden de linkerzijde en de rechterzijde van het draagframe elk gevormd door vier L-vormige profielen die in een rechthoek aan elkaar zijn bevestigd, bij voorkeur door middel] van lasverbindingen.In certain embodiments, the left side and the right side of the supporting frame are each formed by four L-shaped profiles that are attached to each other in a rectangle, preferably by means of welded connections.

In bepaalde uitvoeringen omvat elk van de vier L-vormige profielen van de linkerzijde en de rechterzijde een naar buiten het draagframe gerichte flens, waarbij de naar buiten gerichte flenzen zich bij voorkeur aan de buitenste omtreksrand van de respectievelijke zijde bevinden.In certain embodiments, each of the four L-shaped profiles of the left side and the right side comprises a flange directed outwards from the supporting frame, wherein the outwardly directed flanges are preferably located at the outer peripheral edge of the respective side.

In bepaalde uitvoeringen omvat elk van de zich tussen de linkerzijde en de rechterzijde van het draagframe uitstrekkende profielen een naar binnen het draagframe gerichte flens.In certain embodiments, each of the profiles extending between the left side and the right side of the supporting frame comprises a flange directed inwardly from the supporting frame.

In bepaalde uitvoeringen omvat de draageenheid elk van de zich tussen de voor, achter, linkerzijde, en rechterzijde van het draagframe uitstrekkende metalen profielen een naar binnen het draagframe gerichte flens.In certain embodiments, the supporting unit comprises each of the metal profiles extending between the front, rear, left side and right side of the supporting frame with a flange directed inwards into the supporting frame.

In bepaalde uitvoeringen liggen de hoogte en breedte van elk van de profielen van het draagframe tussen de 5 en 15 cm, bij voorkeur tussen de 7 en 13 cm, bij meer voorkeur tussen de 90 en 110 mm.In certain embodiments, the height and width of each of the profiles of the supporting frame are between 5 and 15 cm, preferably between 7 and 13 cm, more preferably between 90 and 110 mm.

In bepaalde uitvoeringen omvatten de constructieve plaatelementen van de vloer hoofdzakelijk kunststof. De constructieve plaatelementen van de vloer kunnen bijvoorbeeld kanalen omvatten, waarbij die kanalen over hoofdzakelijk de gehele lengte van de constructieve plaatelementen tussen de voorzijde en achterzijde van het draagframe lopen.In certain embodiments, the structural plate elements of the floor mainly comprise plastic. The constructive plate elements of the floor can, for example, comprise channels, wherein these channels run over essentially the entire length of the constructive plate elements between the front and rear of the supporting frame.

In bepaalde uitvoeringen bevat ten minste één kanaal van ten minste één constructief plaatelement van de voer een verstevigingsprofiel waarvan twee tegenover elkaar liggende uiteinden op het draagframe rusten, bij voorkeur een in doorsnee M-vormig verstevigingsprofiel dat met een zijkant van de M-vorm naar beneden gericht is aangebracht. 5 In bepaalde uitvoeringen omvat de draageenheid constructieve plaatelementen die zijn uitgevoerd om de afstand tussen de onderste ribben aan de achterzijde en de voorzijde dragend te overspannen.In certain embodiments, at least one channel of at least one structural plate element of the feed contains a reinforcement profile, two opposite ends of which rest on the supporting frame, preferably an M-shaped reinforcement profile in cross-section that extends with one side of the M-shape downwards. is applied in a targeted manner. 5 In certain embodiments, the supporting unit comprises structural plate elements that are designed to span the distance between the lower ribs at the rear and the front in a load-bearing manner.

In bepaalde uitvoeringen omvat de draageenheid ten minste één dwarsverbindingselement dat is bevestigd tussen twee opstaande profielen van het draagframe, waarbij het koppelelement is bevestigd aan het ten minste één dwarsverbindingselement.In certain embodiments, the supporting unit comprises at least one transverse connecting element that is attached between two upright profiles of the supporting frame, wherein the coupling element is attached to the at least one transverse connecting element.

In bepaalde uitvoeringen omvat de draageenheid is aan de linkerzijde en/of rechterzijde van het draagtrame een verder vloerdeel voorzien dat is ingericht om door een gebruiker verplaatst te worden naar een uitgeklapte toestand voor het breder maken van de vloer.In certain embodiments, the supporting unit comprises a further floor part on the left and/or right side of the supporting frame, which is designed to be moved by a user to an unfolded position to widen the floor.

In bepaalde uitvoeringen omvat de draageenheid een dak dat is bevestigd aan of integraal gevormd is met de liggende profielen aan de bovenzijde van het draagframe. Het dak kan parallel aan elkaar aangebrachte constructieve plaatelementen omvatten die de afstand tussen twee horizontaal tegenover elkaar liggende ribben overspannen.In certain embodiments, the supporting unit comprises a roof that is attached to or integrally formed with the horizontal profiles at the top of the supporting frame. The roof may comprise structural plate elements arranged parallel to each other that span the distance between two horizontally opposite ribs.

In bepaalde uitvoeringen omvat de draageenheid zijwanden voor het vormen van een bouwmodule, bij voorkeur aan elk van die vier zijden en met een deur in ten minste één zijwand.In certain embodiments, the supporting unit comprises side walls for forming a building module, preferably on each of those four sides and with a door in at least one side wall.

Volgens een tweede aspect wordt ten minste een van bovenstaande doelen ten minste gedeeltelijk bereikt in een vervoerssamenstel omvattende een voertuig dat een draageenheid volgens een van de voorgaande conclusies draagt, bij voorkeur op een driepuntsophanging van het voertuig.According to a second aspect, at least one of the above objectives is at least partially achieved in a transport assembly comprising a vehicle carrying a carrying unit according to any of the preceding claims, preferably on a three-point suspension of the vehicle.

Volgens een derde aspect wordt ten minste een van bovenstaande doelen ten minste gedeeltelijk bereikt in een werkwijze voor het dragen van personen en/of goederen, eventueel ook het transporteren van de personen en/of goederen, door middel van de hierin gedefinieerde draageenheid bij voorkeur als onderdeel van het hierin gedefinieerde samenstel van een voertuig en draageenheid.According to a third aspect, at least one of the above objects is at least partially achieved in a method for carrying persons and/or goods, possibly also transporting the persons and/or goods, by means of the carrying unit defined herein, preferably as part of the assembly of a vehicle and carrying unit defined herein.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de draageenheid, het samenstel van draageenheid en voertuig en de werkwijze voor het dragen van personen en/of goederen worden verduidelijkt aan de hand van de navolgende beschrijving van enige uitvoeringsvormen daarvan. In de beschrijving wordt verwezen naar de bijgevoegde figuren.Further advantages, features and details of the carrying unit, the assembly of carrying unit and vehicle and the method for carrying persons and/or goods are explained on the basis of the following description of some embodiments thereof. The description refers to the attached figures.

Figuur 1 toont een detail van een uitvoeringsvorm van een zelfrijdend voertuig met een ophangingselement van een driepuntskoppeling waaraan een koppelelement van de draageenheid losmaakbaar gekoppeld kan worden.Figure 1 shows a detail of an embodiment of a self-driving vehicle with a suspension element of a three-point coupling to which a coupling element of the carrying unit can be releasably coupled.

Figuren 2A-D tonen respectievelijk een aanzicht in perspectief, een aanzicht in doorsnede langs A-A uit figuur 1, een vooraanzicht en een zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van de draageenheid;Figures 2A-D respectively show a perspective view, a cross-sectional view along A-A from figure 1, a front view and a side view of an embodiment of the carrying unit;

Figuur 3 toont aan aanzicht in perspectief op een uitvoeringsvorm van een samenstel van een draageenheid gekoppeld aan een voertuig;Figure 3 shows a perspective view of an embodiment of an assembly of a carrying unit coupled to a vehicle;

Figuur 4 toont een uitvoeringsvorm van een profiel voor een draagframe;Figure 4 shows an embodiment of a profile for a supporting frame;

Figuur 5 toont een uitvoeringsvorm van een constructief plaatelement voor een vloer;Figure 5 shows an embodiment of a structural plate element for a floor;

Figuur 6 toont een uitvoeringsvorm van een verstevigingsprofiel voor de vloer;Figure 6 shows an embodiment of a reinforcement profile for the floor;

Figuur 7A toont een bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm van een vloer, gezien langs een opstaande as;Figure 7A shows a top view of an embodiment of a floor, viewed along an upright axis;

Figuur 7B toont een doorsnede van de uitvoeringsvorm van een vloer conform figuur 7A, gezien in de lengterichting van de constructieve plaatelementen;Figure 7B shows a cross-section of the embodiment of a floor according to Figure 7A, seen in the longitudinal direction of the structural plate elements;

Figuur 7C toont een detail van de uitvoeringsvorm van figuur 7B;Figure 7C shows a detail of the embodiment of Figure 7B;

Figuur 8 toont een detalaanzicht van uitvoeringsvorm van een koppelelement van een draageenheid;Figure 8 shows a detailed view of an embodiment of a coupling element of a carrying unit;

Figuur 9 toont een aanzicht van ten minste het koppelelement van de draageenheid en het ophangelement van het voertuig in gekoppelde toestand, waarbij de draageenheid volledig door het voertuig wordt gedragen;Figure 9 shows a view of at least the coupling element of the carrying unit and the suspension element of the vehicle in coupled condition, wherein the carrying unit is completely supported by the vehicle;

Figuur 10A toont een uitvoeringsvorm van een draageenheid met uitklapvloerdelen, waarbij de vloerdelen zich in uitgeklapte toestand bevinden;Figure 10A shows an embodiment of a carrying unit with fold-out floor parts, wherein the floor parts are in folded-out condition;

Figuur 10B is een aanzicht in perspectief van een verdere uitvoeringsvorm van een draageenheid met uitklapvloerdelen, waarbij de vloerdelen zich in opgeklapte toestand bevinden;Figure 10B is a perspective view of a further embodiment of a carrying unit with fold-out floor parts, wherein the floor parts are in a folded-up position;

Figuur 11 is een aanzicht van een verdere uitvoeringsvorm van een draageenheid voorzien van een dak:Figure 11 is a view of a further embodiment of a carrying unit provided with a roof:

Figuur 12 is een aanzicht van een verdere uitvoeringsvorm van een draageenheid omvattende zetels en bevestigingselementen voor rolstoelen, waarop rolstoelen zijn geplaatst;Figure 12 is a view of a further embodiment of a carrying unit comprising seats and mounting elements for wheelchairs, on which wheelchairs are placed;

Figuur 13 is een aanzicht van een verdere uitvoeringsvorm van een draageenheid omvattende een hekwerk.Figure 13 is a view of a further embodiment of a carrying unit comprising a fence.

Figuur 14 is een aanzicht van een verdere uitvoeringsvorm van een draageenheid omvattende een tribune.Figure 14 is a view of a further embodiment of a support unit comprising a stand.

Figuur 15 is een aanzicht van een verdere uitvoeringsvorm omvattende zijwanden en een vakkensysteem.Figure 15 is a view of a further embodiment comprising side walls and a shelf system.

Figuur 1 toont een deel van de achterzijde van een zelfrijdend voertuig 300, in het bijzonder een landbouwvoertuig (in dit geval een trekker), die aan de achterzijde is uitgerust met een ophangelement 200 van een driepuntskoppeling. Andere uitvoeringen van het voertuig zijn ook mogelijk, zoals magazijn-, bouw-, of terreinvoertuigen (zolang deze maar zijn voorzien van een ophangelement 200) en andere uitvoeringen van een koppeling behoren eveneens tot de mogelijkheden.Figure 1 shows part of the rear of a self-driving vehicle 300, in particular an agricultural vehicle (in this case a tractor), which is equipped at the rear with a suspension element 200 of a three-point coupling. Other designs of the vehicle are also possible, such as warehouse, construction or off-road vehicles (as long as they are provided with a suspension element 200) and other designs of a coupling are also possible.

De driepuntskoppeling of driepuntsbevestiging omvat onder meer een ophangelement 200 53 voorzien aan het voertuig en een koppelelement 800 voorzien aan het draagtrame. Het koppelelement 800 kan op eenvoudige en snelle wijze aan het ophangelement 200 van het voertuig gekoppeld of van het ophangelement ontkoppeld worden.The three-point coupling or three-point attachment includes a suspension element 200 53 provided on the vehicle and a coupling element 800 provided on the supporting frame. The coupling element 800 can be coupled or uncoupled from the suspension element 200 of the vehicle in a simple and quick manner.

De figuren tonen een specifieke uitvoering van een driepuntskoppeling in de vorm van eenThe figures show a specific embodiment of a three-point coupling in the form of a

Weiste — Accord-koppeling, ook wel kortweg een Accord-koppeling genoemd, maar toepassing van een ander uitvoering van een dergelijke koppeling is ook mogelijk. Een dergelijke koppeling is ingericht om de draageenheid zodanig aan het voertuig 300 te bevestigen, dat de (positie en de) oriëntatie van de draageenheid ten opzichte van het voertuig 300 gefixeerd is. Het voertuig 300 kan het gewicht van de draageenheid geheel dragen zodat de draageenheid vrij boven de ondergrond hangt en daarmee in beginsel geen contact maakt.Weiste — Accord coupling, also known as an Accord coupling for short, but the use of a different version of such a coupling is also possible. Such a coupling is designed to attach the carrying unit to the vehicle 300 in such a way that the (position and) orientation of the carrying unit relative to the vehicle 300 is fixed. The vehicle 300 can fully support the weight of the carrying unit, so that the carrying unit hangs freely above the ground and in principle does not make contact with it.

Een ophangelement 200 van een dergelijke driepuntskoppeling of driepuntsbevestiging kan bijvoorbeeld twee hydraulisch bedienbare koppelarmen 201, 202 (zie figuren 1 en 9) en een (in de lengte verstelbare) koppelarm 203 omvatten om eventuele aan het ophangelement 200 gekoppelde werktuigen zoals de hierin beschreven draageenheid op te tillen en weer te laten zakken. Meer in het bijzonder omvat het getoonde ophangelement 200 een eerste koppelarm 201 en een tweede koppelarm 202 die hefarmen vormen en zich naast elkaar op een relatief lage positie uitstrekken alsmede een derde koppelarm 203, bijvoorbeeld een topstang op een laterale positie midden tussen de eerste en tweede koppelarmen en met een vrij uiteinde op een hogere positie dan de hoogtepositie van de koppelarmen.A suspension element 200 of such a three-point coupling or three-point attachment can, for example, comprise two hydraulically operable coupling arms 201, 202 (see figures 1 and 9) and a (length-adjustable) coupling arm 203 for mounting any tools coupled to the suspension element 200, such as the carrying unit described herein. to lift and lower again. More specifically, the suspension element 200 shown comprises a first coupling arm 201 and a second coupling arm 202 that form lifting arms and extend next to each other at a relatively low position, as well as a third coupling arm 203, for example a top link, at a lateral position midway between the first and second coupling arms and with a free end at a higher position than the height position of the coupling arms.

Ten minste één van de armen 201, 202 kan omhoog of omlaag gezwenkt worden via een aan het voertuig voorziene, scharnierend met de betreffende arm 201, 202 bevestigde hefconstructie omvattende een liggende arm 204 en een daarmee scharnierend verbonden opstaande arm 205. Aan de uiteinden van de armen 201, 202 en de topstang 203 kan een in hoofdzaak A-vormig frame 208 aangebracht worden. Dit frame 208, ook wel het A-frame van het voertuig genoemd, kan dienstdoen als ophangconstructie voor een (later te beschrijven) A-vormig frame 800 van de draageenheid. Het frame 800 is hierbij een “vrouwelijk” deel dat het manlijke A- frame 208 van het voertuig in zich kan opnemen. Dit is in figuren 8 en 9 nader weergegeven.At least one of the arms 201, 202 can be swiveled up or down via a lifting structure provided on the vehicle and hingedly attached to the relevant arm 201, 202, comprising a horizontal arm 204 and an upright arm 205 hingedly connected thereto. a substantially A-shaped frame 208 can be mounted on the arms 201, 202 and the top link 203. This frame 208, also called the A-frame of the vehicle, can serve as a suspension structure for an A-shaped frame 800 of the carrying unit (to be described later). The frame 800 is a “female” part that can accommodate the male A-frame 208 of the vehicle. This is shown in more detail in Figures 8 and 9.

Figuren 2A-D tonen een uitvoeringsvorm van een draageenheid 100. De in figuren 2A-D getoonde draageenheid 100 is geschikt voor bevestiging op een voertuig 300 (figuur 1) voor het vormen van een vervoerssamenstel, en voor het dragen en optioneel vervoeren van personen en/of goederen. Een draageenheid 100 die is gekoppeld aan een voertuig 300 zal hierbij enkel via het voertuig 300 op de grond rusten.Figures 2A-D show an embodiment of a carrying unit 100. The carrying unit 100 shown in Figures 2A-D is suitable for mounting on a vehicle 300 (figure 1) for forming a transport assembly, and for carrying and optionally transporting persons and /or goods. A carrying unit 100 that is coupled to a vehicle 300 will only rest on the ground via the vehicle 300.

De draageenheid 100 omvat in hoofdzaak een denkbeeldige balkvorm die wordt gedefinieerd door een draagframe 115. Dit draagframe vormt een kooistructuur die bijdraagt aan de stevigheid van de draageenheid 100 en aan de bescherming van de personen en/of goederen die zich in de door de het draagframe omsloten binnenruimte bevinden.The carrying unit 100 essentially comprises an imaginary beam shape that is defined by a supporting frame 115. This supporting frame forms a cage structure that contributes to the strength of the supporting unit 100 and to the protection of the persons and/or goods contained in the space provided by the supporting frame. enclosed interior space.

Verwijzend naar figuren 2B-2D heeft de draageenheid 100 een hoogtedimensie H, breedtedimensie B, en dieptedimensie D. De termen hoogte, breedte en diepte worden in deze beschrijving toegekend op basis van de beoogde bevestiging aan het voertuig 300. Elke dimensie loopt tassen twee tegenover elkaar liggende zijden uit de zes zijden van de balkvorm. De relatieve en absolute afmetingen van de dimensies van de draageenheid 100 worden beschreven aan de hand van de uiterste buitenzijden van de denkbeeldige balkvorm die wordt gedefinieerd door het draagframe.Referring to Figures 2B-2D, the carrying unit 100 has a height dimension H, width dimension B, and depth dimension D. The terms height, width, and depth are assigned in this description based on the intended attachment to the vehicle 300. Each dimension is two opposite. adjacent sides from the six sides of the beam shape. The relative and absolute dimensions of the dimensions of the support unit 100 are described by the outermost edges of the imaginary beam shape defined by the support frame.

De hoogtedimensie H loopt tussen een bovenzijde 161 en een onderzijde 162 van de draageenheid 100, en loopt bij bevestiging aan een voertuig 300 in opstaande richting, meer in het bijzonder in hoofdzakelijk verticale richting. Dit is voorafgaand of tijdens gebruik mogelijk enigszins instelbaar via het aanpassen van de koppeling met het ophangelement 200 van het voertuig 300. De afmetingen van de hoogtedimensie H zijn bij voorkeur zodanig dat de hoogte van de binnenruimte van de denkbeeldige balkvorm groot genoeg is om personen staand in de binnenruimte op te nemen. Dit kan bijvoorbeeld een hoogte van ten minste 1,8 meter, 1,9 meter of 2,0 meter zijn.The height dimension H runs between a top side 161 and a bottom side 162 of the carrying unit 100, and when attached to a vehicle 300 runs in an upright direction, more specifically in a substantially vertical direction. This may be slightly adjustable before or during use by adjusting the coupling with the suspension element 200 of the vehicle 300. The dimensions of the height dimension H are preferably such that the height of the interior space of the imaginary beam shape is large enough to accommodate persons standing. to be incorporated into the interior space. For example, this could be a height of at least 1.8 meters, 1.9 meters or 2.0 meters.

De breedtedimensie B loopt tussen een linkerzijde 163 en een rechterzijde 164 van de draageenheid 100, en loopt bij bevestiging aan een voertuig 300 hoofdzakelijk tussen de linkerzijde 163 en rechterzijde 164 van het voertuig 300. De afmetingen van de breedtedimensie B zijn bij voorkeur zo groot mogelijk, voor het verschaffen van een zo groot mogelijk oppervlak. Bij voorkeur zijn deze afmetingen beperkter dan de breedte die in bepaalde landen, bijvoorbeeldThe width dimension B runs between a left side 163 and a right side 164 of the carrying unit 100, and when attached to a vehicle 300 runs mainly between the left side 163 and right side 164 of the vehicle 300. The dimensions of the width dimension B are preferably as large as possible. , to provide the largest possible surface area. Preferably, these dimensions are more limited than the width in certain countries, for example

Nederland, op de openbare weg wordt toegestaan voor bepaalde wijzen van gebruik van een bepaald samenstel met een voertuig 300. Dit kan bijvoorbeeld een breedte van 2 meter, 2,5 meter, of 3 meter zijn.The Netherlands, certain types of use of a certain combination with a vehicle 300 are permitted on public roads. This could, for example, be a width of 2 meters, 2.5 meters or 3 meters.

De dieptedimensie D loopt tussen een voorzijde 166 en een achterzijde 165 van de draageenheid 100, en loopt bij bevestiging aan een voertuig 300 hoofdzakelijk langs een denkbeeldige as van binnen naar buiten het voertuig 300. De afmetingen van de dieptedimensie D zijn bij voorkeur zo groot mogelijk, voor het verschaffen van een zo groot mogelijk oppervlak. Bij voorkeur zijn deze afmetingen beperkt genoeg om bij bevestiging aan een bepaald voertuig 300 het gevormde samenstel niet topzwaar te maken. In de praktijk is gebleken dat een diepte van 2 meter werkbaar is bij bevestiging op een trekker.The depth dimension D runs between a front side 166 and a rear side 165 of the carrying unit 100, and when attached to a vehicle 300, runs mainly along an imaginary axis from the inside to the outside of the vehicle 300. The dimensions of the depth dimension D are preferably as large as possible. , to provide the largest possible surface area. Preferably, these dimensions are limited enough not to make the formed assembly top-heavy when attached to a particular vehicle 300. In practice it has been shown that a depth of 2 meters is workable when mounted on a tractor.

In een gunstige uitvoeringsvorm liggen de afmetingen van elke dimensie van de denkbeeldige balkvorm tussen de 2 en 3 meter, bij voorkeur tussen de 2,4 en 2,6 meter, bij meer voorkeur tussen de 2,475 en 2,525 meter.In a favorable embodiment, the dimensions of each dimension of the imaginary beam shape are between 2 and 3 meters, preferably between 2.4 and 2.6 meters, more preferably between 2.475 and 2.525 meters.

Bij voorkeur benadert de denkbeeldige balkvorm een denkbeeldige kubusvorm. Dit draagt extra bij aan de stevigheid van de draageenheid 100. Verder bevordert dit de toegankelijkheid voor het plaatsen van te vervoeren voorwerpen op de draagvloer van het draagframe. Een dergelijke kubusvorm wordt erdoor gekenmerkt dat de afmetingen van elke twee dimensies uit hoogte, breedte en diepte van de denkbeeldige balkvorm hetzelfde zijn. Het benaderen van een kubusvorm kan bijvoorbeeld betekenen dat deze afmetingen elkaar met niet meer dan 5% van de afmeting van de grootste dimensie ontlopen, bij voorkeur niet meer dan 2%, bij meer voorkeur niet meer dan 1%.Preferably, the imaginary cuboid shape approximates an imaginary cube shape. This contributes additionally to the strength of the carrying unit 100. Furthermore, it promotes accessibility for placing objects to be transported on the supporting floor of the supporting frame. Such a cube shape is characterized in that the dimensions of each two dimensions of height, width and depth of the imaginary beam shape are the same. For example, approximating a cube shape may mean that these dimensions differ by no more than 5% of the size of the largest dimension, preferably no more than 2%, more preferably no more than 1%.

Een uitvoering waarbij ten minste de breedte en diepte van de denkbeeldige balkvorm hoofdzakelijk gelijk zijn is voordelig omdat dan de afmetingen van de draageenheid 100 in heat horizontale vlak hoofdzakelijk gelijk blijven nadat deze een kwartslag gedraaid wordt. Dit heeft als voordeel dat een dergelijke draageenheid 100 hoofdzakelijk even breed is wanneer deze via het koppelelement door een voertuig 300 wordt gedragen, als wanneer deze door een voertuig 300 vanaf de zijkant op een oplegger is geplaatst. Dit is voordelig omdat het oppervlak van de draageenheid 100 dan maximaal groot is en deze toch met weinig praktische beperkingen op verschillende wijzen vervoerd kan worden.An embodiment in which at least the width and depth of the imaginary beam shape are essentially the same is advantageous because then the dimensions of the supporting unit 100 in the horizontal plane remain essentially the same after it is rotated a quarter turn. This has the advantage that such a carrying unit 100 is essentially the same width when it is carried by a vehicle 300 via the coupling element as when it is placed on a semi-trailer from the side by a vehicle 300. This is advantageous because the surface area of the carrying unit 100 is then maximally large and it can still be transported in different ways with few practical restrictions.

Het draagframe 115 van de draageenheid 100 omvat metalen profielen 101-112, meer in het bijzonder een aantal staande profielen 109-112 (staanders) en een aantal liggende profielen 101-108 (liggers). Een of meer van deze metalen profielen kunnen overeenkomen met de uitvoeringsvorm van een metalen profiel 400 die wordt getoond in figuur 4.The supporting frame 115 of the supporting unit 100 comprises metal profiles 101-112, more in particular a number of upright profiles 109-112 (uprights) and a number of horizontal profiles 101-108 (beams). One or more of these metal profiles may correspond to the embodiment of a metal profile 400 shown in Figure 4.

De benaming metalen profielen 101-112 betekent dat de profielen ten minste hoofdzakelijk metaal, bijvoorbeeld staal, omvatten. De hoogte en breedte van de metalen profielen 101-112 van het draagframe liggen in een uitvoeringsvorm tussen de 5 en 15 cm, bij voorkeur tussen de 7 en 13 cm, bij meer voorkeur tussen de 90 en 110 mm, bijvoorbeeld 10 cm. In bepaalde uitvoerings- vormen is het mogelijk om algemeen in de handel verkrijgbare metalen profielen te gebruiken.The name metal profiles 101-112 means that the profiles comprise at least mainly metal, for example steel. The height and width of the metal profiles 101-112 of the supporting frame are in one embodiment between 5 and 15 cm, preferably between 7 and 13 cm, more preferably between 90 and 110 mm, for example 10 cm. In certain embodiments it is possible to use commonly commercially available metal profiles.

Deze kunnen naast de beschreven kenmerken nog andere, al dan niet voor hun functie in de draageenheid 100 relevante gaten, uitsparingen of uitstulpingen omvatten.In addition to the described features, these may include other holes, recesses or protrusions that may or may not be relevant to their function in the carrying unit 100.

De metalen profielen 101-112 vormen gezamenlijk de ribben van de denkbeeldige balkvorm. De metalen profielen 101-112 kunnen in of nabij de hoeken van de denkbeeldige balkvorm aan elkaar bevestigd zijn door middel van bijvoorbeeld lasverbindingen, schroefverbindingen, en/of extra verbindingselementen. Een dergelijk draagframe heeft een laag gewicht en goede constructieve eigenschappen, zoals een hoge draagcapaciteit en weerstand tegen vervorming bij belasting.The metal profiles 101-112 together form the ribs of the imaginary beam shape. The metal profiles 101-112 can be attached to each other in or near the corners of the imaginary beam shape by means of, for example, welded connections, screw connections, and/or additional connecting elements. Such a supporting frame has a low weight and good structural properties, such as a high load-bearing capacity and resistance to deformation under load.

Omdat alle zijden van een balkvorm rechthoekig zijn, zal elk van deze zijden gedefinieerd worden door vier ribben. Het 1s verder voordelig als de vier profielen 104, 108, 111, 112 van de linkerzijde 163 en/of de vier profielen 101, 105, 109, 110 van de rechterzijde 164 een naar de buitenzijde gericht kader vormen, waarin zijpanelen en/of naar de buitenzijde uitstekende of draaibare elementen kunnen worden bevestigd. Zie ook de uitvoeringsvorm van figuren 10A en 10B.Because all sides of a beam shape are rectangular, each of these sides will be defined by four edges. It is further advantageous if the four profiles 104, 108, 111, 112 of the left side 163 and/or the four profiles 101, 105, 109, 110 of the right side 164 form a frame facing outward, in which side panels and/or the outside protruding or rotatable elements can be attached. See also the embodiment of Figures 10A and 10B.

Dit kan worden bereikt door een of meer van de vier profielen, bij voorkeur elk van de vier profielen uit te voeren met een doorsnede die twee hoofdzakelijk haaks op elkaar staande oppervlakken 401, 402 omvat, bijvoorbeeld een L-vormige doorsnede. Een of meer van de vier profielen, bij voorkeur elk van de vier profielen, kan dan worden bevestigd met het ene van die twee oppervlakken 401, 402 in het vlak van de respectievelijke linkerzijde 163 of rechterzijde 164, en het andere van die twee oppervlakken 401, 402 haaks naar buiten uitstekend aan de uiterste omtreksrand van de zijde.This can be achieved by designing one or more of the four profiles, preferably each of the four profiles, with a cross-section that comprises two surfaces 401, 402 substantially at right angles to each other, for example an L-shaped cross-section. One or more of the four profiles, preferably each of the four profiles, can then be attached with one of those two surfaces 401, 402 in the plane of the respective left side 163 or right side 164, and the other of those two surfaces 401 , 402 protruding outwards at right angles to the extreme peripheral edge of the side.

Het is voordelig als ten minste twee profielen 105-108 van de onderzijde 162 en/of ten minste twee profielen 101-104 van de bovenzijde 161 een naar de bovenzijde gericht kader vormen, waarop liggende elementen kunnen worden bevestigd. Zie ook de uitvoeringsvorm van figuur 11.It is advantageous if at least two profiles 105-108 of the bottom side 162 and/or at least two profiles 101-104 of the top side 161 form a frame directed towards the top, on which horizontal elements can be attached. See also the embodiment of figure 11.

Dit kan worden bereikt door een of meer van de vier profielen, bij voorkeur ten minste de voorste en achterste profielen uit te voeren met een doorsnede die twee hoofdzakelijk haaks op elkaar staande oppervlakken omvat, bijvoorbeeld een L-vormige doorsnede. Een of meer van de vier profielen, bij voorkeur ten minste de voorste en achterste profielen, kan dan worden bevestigd met het ene van die twee oppervlakken in het vlak van de respectievelijke onderzijde 162 of bovenzijde 161, en het andere van die twee oppervlakken haaks naar boven uitstekend aan de uiterste omtreksrand van de zijde.This can be achieved by designing one or more of the four profiles, preferably at least the front and rear profiles, with a cross-section that comprises two surfaces substantially perpendicular to each other, for example an L-shaped cross-section. One or more of the four profiles, preferably at least the front and rear profiles, can then be attached with one of those two surfaces in the plane of the respective bottom 162 or top 161, and the other of those two surfaces perpendicular to projecting above at the extreme peripheral edge of the side.

De draageenheid 100 omvat het eerdergenoemde koppelelement 800. Een mogelijke uitvoeringsvorm van een koppelelement 800 wordt getoond in figuur 8. Dit koppelelement 800 is uitgevoerd om een gebruiker de draageenheid 100 te laten bevestigen aan een overeenkomstig ophangelement 200 van een voertuig 300 (figuur 1). Bij voorkeur omvatten het koppelelement 800 en/of het ophangelement 200 beveiligingselementen om te voorkomen dat de bevestiging tijdens gebruik onbedoeld losraakt, bijvoorbeeld beveiligingspennen.The carrying unit 100 comprises the aforementioned coupling element 800. A possible embodiment of a coupling element 800 is shown in figure 8. This coupling element 800 is designed to allow a user to attach the carrying unit 100 to a corresponding suspension element 200 of a vehicle 300 (figure 1). Preferably, the coupling element 800 and/or the suspension element 200 comprise security elements to prevent the attachment from unintentionally becoming loose during use, for example security pins.

Het koppelelement 800 is uitgevoerd om zodanig te worden gekoppeld aan het bijbehorende ophangelement 200 van een voertuig 300 dat de draageenheid 100 volledig wordt gedragen op het ophangelement 200 en wel zodanig dat het voertuig 300 tijdens het rijden de draageenheid 100 meetilt. Het draagelement maakt dus in beginsel geen contact met de ondergrond waarover het voertuig rijdt.The coupling element 800 is designed to be coupled to the associated suspension element 200 of a vehicle 300 in such a way that the carrying unit 100 is completely supported on the suspension element 200, in such a way that the vehicle 300 lifts the carrying unit 100 while driving. The carrying element therefore in principle does not make contact with the surface over which the vehicle drives.

Het koppelelement 800 is uitgevoerd aan een zijde van het draagframe de draageenheid 100 die in deze beschrijving wordt aangeduid als de voorzijde 166. Opgemerkt wordt dat als het ophangelement 200 aan de voorzijde van het voertuig 300 is uitgevoerd, de voorzijde 166 van de draageenheid 100 bij het naar voren rijden van het voertuig 300 doorgaans in de rijrichting van het 53 voertuig 300 zal zijn gericht.The coupling element 800 is designed on one side of the carrying frame, the carrying unit 100, which is referred to in this description as the front side 166. It is noted that if the suspension element 200 is designed on the front side of the vehicle 300, the front side 166 of the carrying unit 100 is the forward movement of the vehicle 300 will generally be oriented in the direction of travel of the vehicle 300.

Verwijzend naar figuur 8 omvat het koppelelement 800 een A-vormig frame (d.w.z. een frame dat in hoofdzaak een hoofdletter-labda-vorm beschrijf, ook wel een A-frame genoemd). In het vakgebied wordt dit ook wel een A-frame genoemd). Het frame omvat twee framedelen 802 en 803 die de poten van de frame 800 vormen, waarbij de framedelen 802, 803 elk aan de binnenzijde een kanaalvormige opvangruimte 809 hebben (bijvoorbeeld doordat de framedelen 802, 803 zijn opgebouwd uit U-profielen). De opvangruimte 809 van het koppelelement 800 is hierbij zodanig gevormd dat hierin het A-vormige frame 208 van het ophangelement 200 (al dan niet nauwsluitend) kan worden opgenomen. Wanneer het A-vormige frame 280 van het ophangelement 200 (d.w.z. het manlijke deel van de Koppeling) eenmaal in de A-vormige frame 802, 803 van het koppelelement 800 is opgenomen, kan het geheel vergrendeld worden door middel van een via hendel 209 bedienbaar vergrendelmechanisme 206 (figuur 9).Referring to Figure 8, the coupling element 800 includes an A-shaped frame (i.e., a frame that substantially describes an uppercase labda shape, also referred to as an A-frame). In the field this is also called an A-frame). The frame comprises two frame parts 802 and 803 that form the legs of the frame 800, wherein the frame parts 802, 803 each have a channel-shaped receiving space 809 on the inside (for example because the frame parts 802, 803 are constructed from U-profiles). The receiving space 809 of the coupling element 800 is shaped in such a way that the A-shaped frame 208 of the suspension element 200 can be accommodated therein (with or without a tight fit). Once the A-shaped frame 280 of the suspension element 200 (i.e. the male part of the Coupling) has been received in the A-shaped frame 802, 803 of the coupling element 800, the whole can be locked by means of a lever 209 that can be operated. locking mechanism 206 (figure 9).

De draageenheid 100 kan ten minste één dwarsverbindingselement 804 omvatten aan de voorzijde van het draagframe. Een dwarsverbindingselement 804 kan een profiel, plank, of balk zijn, en kan metaal en/of een ander materiaal omvatten. Een dwarsverbindingselement 804 kan zijn bevestigd tussen twee metalen profielen aan de voorzijde 166 van het draagframe, bijvoorbeeld de twee verticale metalen profielen 110, 112 van de voorzijde 166, zodanig dat het koppelelement 800 kan worden bevestigd aan het ten minste één dwarsverbindingselement 804.The carrying unit 100 may comprise at least one cross-connecting element 804 at the front of the carrying frame. A cross-connection element 804 may be a profile, plank, or beam, and may comprise metal and/or another material. A cross-connecting element 804 can be attached between two metal profiles on the front side 166 of the supporting frame, for example the two vertical metal profiles 110, 112 of the front side 166, such that the coupling element 800 can be attached to the at least one cross-connecting element 804.

Zoals hierboven reeds is aangegeven, toont figuur 1 een uitvoeringsvorm van een voertuig 300 met een ophangelement 200 van een driepuntsophanging. Het getoonde ophangelement 200 is aan de achterzijde van het voertuig 300 aangebracht, maar had ook aan een andere zijde van het voertuig 300 kunnen zijn aangebracht. Het aanbrengen aan de achterzijde 165 of voorzijde 166 heeft bij de meeste soorten voertuigen 300 de voorkeur, in verband met de beïnvloeding van de rijeigenschappen van het voertuig 300 door het gewicht van de draageenheid.As already indicated above, figure 1 shows an embodiment of a vehicle 300 with a suspension element 200 of a three-point suspension. The suspension element 200 shown is mounted on the rear of the vehicle 300, but could also have been mounted on another side of the vehicle 300. Installation at the rear 165 or front 166 is preferred for most types of vehicles 300, in connection with the influence of the driving characteristics of the vehicle 300 by the weight of the carrying unit.

Figuur 9 toont een detail van een uitvoeringsvorm van het samenstel bestaande uit ten minste het voertuig 300 en de draageenheid 100, in een gekoppelde toestand waarin het voertuig 300 de draageenheid 100 draagt. Figuur 3 toont een uitvoeringsvorm van een vervoerssamenstel omvattende een uitvoeringsvorm van een draageenheid 100. Deze uitvoeringsvorm zal worden toegelicht met betrekking tot figuur 10B.Figure 9 shows a detail of an embodiment of the assembly consisting of at least the vehicle 300 and the carrying unit 100, in a coupled condition in which the vehicle 300 carries the carrying unit 100. Figure 3 shows an embodiment of a transport assembly comprising an embodiment of a carrying unit 100. This embodiment will be explained with reference to Figure 10B.

De draageenheid 100 omvat verder een aan het draagframe 115 bevestigde vloer 700. De vloer 700 is uitgevoerd om personen en/of goederen te dragen. Dit maakt het mogelijk om de draageenheid 100 te gebruiken om personen en/of goederen te vervoeren.The carrying unit 100 further comprises a floor 700 attached to the supporting frame 115. The floor 700 is designed to carry persons and/or goods. This makes it possible to use the carrying unit 100 to transport persons and/or goods.

Een mogelijke uitvoeringsvorm van een vloer 700 wordt getoond in figuren 7A en 7B, waarbij figuur 7A een aanzicht in de hoogtedimensie H toont, en figuur 7B een aanzicht in de dieptedimensie D toont. De vloer 700 omvat constructieve plaatelementen 500, ook wel liggende plaatelementen genoemd, die de afstand tussen twee tegenover elkaar liggende ribben (gevormd door liggende profielen 106, 107) dragend overspannen, bijvoorbeeld een voorste ribbe en achterste ribbe. Dit wil zeggen dat de constructieve plaatelementen 500 van de ene tot de andere zijde van het draagframe reiken en het gewicht van op de vloer 700 aanwezige personen of goederen kunnen dragen. In bepaalde uitvoeringsvormen is het mogelijk om algemeen in de handel verkrijgbare constructieve plaatelementen 500 te gebruiken. Deze kunnen naast de beschreven kenmerken nog andere, al dan niet voor hun functie in de draageenheid 100 relevante gaten, uitsparingen of uitstulpingen omvatten. Een uitvoeringsvorm van een constructief element 500 wordt getoond in figuur 5.A possible embodiment of a floor 700 is shown in Figures 7A and 7B, where Figure 7A shows a view in the height dimension H, and Figure 7B shows a view in the depth dimension D. The floor 700 comprises structural plate elements 500, also called lying plate elements, which span the distance between two opposite ribs (formed by lying profiles 106, 107), for example a front rib and a rear rib. This means that the structural plate elements 500 extend from one side of the supporting frame to the other and can support the weight of persons or goods present on the floor 700. In certain embodiments, it is possible to use commonly commercially available structural plate elements 500. In addition to the described features, these may include other holes, recesses or protrusions that may or may not be relevant to their function in the carrying unit 100. An embodiment of a structural element 500 is shown in Figure 5.

De vloer 700 kan worden voorzien van een anti-slipcoating. Om te zorgen dat er geen drempelwerking of struikelgevaar ontstaat 1s het gunstig als de vloer 700 uitgevoerd wordt in dezelfde hoogte als de omliggende profielen van het draagframe. Dit kan eenvoudig gebeuren door de constructieve plaatelementen 500 van de vloer 700 in die hoogte uit te voeren.The floor 700 can be provided with an anti-slip coating. To ensure that there is no threshold effect or tripping hazard, it is advantageous if the floor 700 is constructed at the same height as the surrounding profiles of the supporting frame. This can easily be done by designing the structural plate elements 500 of the floor 700 at that height.

De vloer 700 kan meerdere langwerpige constructieve plaatelementen 500 omvatten, of een enkel constructief element 500 dat hoofdzakelijk de gehele vloer 700 vormt. In het laatste geval zal het enkele constructieve element dezelfde rechthoekige vorm hebben als de onderzijde 162 van de denkbeeldige balkvorm die wordt gedefinieerd door het draagframe, bijvoorbeeld vierkant.The floor 700 may include multiple elongated structural plate elements 500, or a single structural element 500 that essentially forms the entire floor 700. In the latter case, the single structural element will have the same rectangular shape as the bottom 162 of the imaginary beam shape defined by the supporting frame, for example square.

De constructieve plaatelementen 500 van de vloer 700 kunnen zonder tussenruimte tegen elkaar aan liggen en/of kunnen op bepaalde plekken overlappen en/of in elkaar schuiven of klikken. Op die manier wordt een vloer 700 gevormd die hoofdzakelijk de gehele onderzijde 162 afsluit zonder gaten of spleten.The structural plate elements 500 of the floor 700 can abut each other without space and/or can overlap and/or slide or click together in certain places. In this way, a floor 700 is formed that essentially closes off the entire underside 162 without holes or crevices.

De constructieve plaatelementen 500 van de vloer 700 kunnen rusten op de twee tegenover elkaar liggende metalen profielen die de twee tegenover elkaar liggende ribben vormen, bijvoorbeeld het voorste profiel 107 en het achterste profiel 106, en eventueel ook op de andere twee metalen profielen aan de onderzijde 162. De constructieve plaatelementen 500 en de overeenkomstige metalen profielen kunnen bevestigingspunten. bijvoorbeeld schroefgaten, omvatten waardoor deze, bijvoorbeeld via schroeven, aan een of meer van de profielen 105-108 van de onderzijde 162 kunnen worden bevestigd.The structural plate elements 500 of the floor 700 can rest on the two opposite metal profiles that form the two opposite ribs, for example the front profile 107 and the rear profile 106, and possibly also on the other two metal profiles at the bottom. 162. The structural plate elements 500 and the corresponding metal profiles can be used as attachment points. for example screw holes, through which they can be attached, for example via screws, to one or more of the profiles 105-108 of the underside 162.

Bij voorkeur is de draagkracht van de vloer 700 van de draageenheid 100 ten minste 150 kg/m’, bij meer voorkeur ten minste 200 kg/m?.Preferably, the load-bearing capacity of the floor 700 of the supporting unit 100 is at least 150 kg/m', more preferably at least 200 kg/m'.

De constructieve plaatelementen 500 van de vloer 700 kunnen ten minste hoofdzakelijk een kunststof omvatten.The structural plate elements 500 of the floor 700 can at least mainly comprise a plastic.

De constructieve plaatelementen 500 van de vloer 700 kunnen elk een of meer kanalen 501 omvatten, waarbij die kanalen 501 over hoofdzakelijk de gehele lengte van de constructieve plaatelementen 500 tussen de achterzijde 165 en voorzijde 166 van het draagframe lopen. In een dergelijke uitvoering zijn de constructieve plaatelementen 500 licht van gewicht en stevig.The structural plate elements 500 of the floor 700 can each comprise one or more channels 501, wherein those channels 501 run over essentially the entire length of the constructive plate elements 500 between the rear 165 and front 166 of the supporting frame. In such an embodiment, the structural plate elements 500 are lightweight and sturdy.

Bij een dergelijke uitvoering kan ten minste één verstevigingsprotiel 600 zijn voorzien in een of meer van de kanalen 501. Een uitvoeringsvorm van een verstevigingsprofiel 600 wordt getoond in figuur 6. Figuur 7B toont zijn verschillende in een vloer 700 aangebrachte verstevigingsprofielen 600. Figuur 7C toont een detail van de vloer 700, op de plek van de onderbroken cirkel in figuur 7B, waarin de verstevigingsprofielen 600 uitvergroot te zien zijn.In such an embodiment, at least one reinforcement profile 600 can be provided in one or more of the channels 501. An embodiment of a reinforcement profile 600 is shown in Figure 6. Figure 7B shows the various reinforcement profiles 600 arranged in a floor 700. Figure 7C shows a detail of the floor 700, at the location of the broken circle in figure 7B, in which the reinforcement profiles 600 can be seen enlarged.

De verstevigingsprofielen 600 kunnen ten minste hoofdzakelijk metaal, bijvoorbeeld staal, omvatten. In bepaalde uitvoeringsvormen is het mogelijk om algemeen in de handel verkrijgbare verstevigingsprofielen 600 te gebruiken. Deze kunnen naast de beschreven kenmerken nog andere, al dan niet voor hun functie in de draageenheid 100 relevante gaten, uitsparingen of uitstulpingen omvatten.The reinforcement profiles 600 can at least mainly comprise metal, for example steel. In certain embodiments it is possible to use commonly commercially available reinforcement profiles 600. In addition to the described features, these may include other holes, recesses or protrusions that may or may not be relevant to their function in the carrying unit 100.

Een verstevigingsprofiel 600 kan langwerpig zijn en/of een M-vormige of Z-vormige (hoofdletter-sigma-vormige) doorsnede hebben. Een dergelijk verstevigingsprotiel 600 kan met een zijkant van de M of de onder- of bovenkant van de Z (hoofdletter sigma) naar beneden gericht worden aangebracht.A reinforcement profile 600 can be elongated and/or have an M-shaped or Z-shaped (capital-sigma-shaped) cross-section. Such a reinforcing profile 600 can be mounted with one side of the M or the bottom or top of the Z (capital letter sigma) pointing downwards.

Een verstevigingsprofiel 600 kan de afstand tussen twee tegenover elkaar liggende ribben dragend overspannen, bijvoorbeeld een voorste ribbe en achterste ribbe. Dit kan bijvoorbeeld door met twee tegenover elkaar liggende uiteinden de twee tegenover elkaar liggende metalen profielen van het draagframe te rusten die de twee tegenover elkaar liggende ribben vormen, bijvoorbeeld metalen profielen aan de voorzijde 166 en de voorzijde 165. Op die manier kan een verstevigingsprofiel 600 bijdragen aan de stevigheid en draagkracht van de vloer 700.A reinforcement profile 600 can span the distance between two opposite ribs in a supporting manner, for example a front rib and a rear rib. This can be done, for example, by resting the two opposite metal profiles of the supporting frame that form the two opposite ribs with two opposite ends, for example metal profiles on the front 166 and the front 165. In this way, a reinforcement profile 600 can contribute to the strength and load-bearing capacity of the floor 700.

Figuren 10A en 10B tonen uitvoeringsvormen van een draageenheid 100 met uitklapbare vloerdelen 1000, waarbij de vloerdelen 1000 zich in figuur 10A in uitgeklapte toestand bevinden en zich in figuur 10B in opgeklapte toestand bevinden.Figures 10A and 10B show embodiments of a carrying unit 100 with fold-out floor parts 1000, wherein the floor parts 1000 are in the unfolded position in Figure 10A and in the folded-up condition in Figure 10B.

In bepaalde uitvoeringsvormen is aan de linkerzijde 163 en/of rechterzijde 164 van het draagtrame een vloerdeel 1000 voorzien dat door een gebruiker verplaatst kunnen worden tussen een opgeklapte toestand en een uitgeklapte toestand. In de opgeklapte toestand is de vloer 700 relatief smal en is de breedte van de draageenheid 100 niet wezenlijk groter dan de breedte van het draagframe. In de uitgeklapte toestand is de vloer 700 relatief breed en is de breedte van de draageenheid 100 groter dan de breedte van het draagframe.In certain embodiments, a floor part 1000 is provided on the left side 163 and/or right side 164 of the support frame, which can be moved by a user between a folded up position and an unfolded position. In the folded position, the floor 700 is relatively narrow and the width of the supporting unit 100 is not significantly greater than the width of the supporting frame. In the unfolded condition, the floor 700 is relatively wide and the width of the supporting unit 100 is greater than the width of the supporting frame.

Met een of meer van dergelijke vloerdelen 1000 kan de breedte van de vloer 700 bijvoorbeeld uit te breiden zijn tot 2,5 meter of 3 meter.With one or more such floor parts 1000, the width of the floor 700 can, for example, be expanded to 2.5 meters or 3 meters.

Dergelijke vloerdelen 1000 kunnen een of meer constructieve plaatelementen 1001 omvatten met geheel of gedeeltelijk dezelfde kenmerken als de constructieve plaatelementen 500 van de vloer 700. Deze kunnen eventueel verstevigingsprotielen bevatten met geheel of gedeeltelijk dezelfde kenmerken als de verstevigingsprofielen 600 van de vloer 700. In het geval dateen vloerdeel 1000 meerdere constructieve plaatelementen 1001 omvat zullen deze aan elkaar gekoppeld zijn, bijvoorbeeld door deze aan elkaar vast te klikken met een U-vormig randprofiel.Such floor parts 1000 may comprise one or more structural plate elements 1001 with wholly or partly the same characteristics as the constructive plate elements 500 of the floor 700. These may possibly contain reinforcement profiles with wholly or partly the same characteristics as the reinforcement profiles 600 of the floor 700. In the case If a floor part 1000 comprises several constructive plate elements 1001, they will be coupled to each other, for example by clicking them together with a U-shaped edge profile.

Een vloerdeel 1000 kan scharnierend zijn bevestigd aan een of meer aselementen (niet getoond in de figuren) die zijn aangebracht aan het draagframe. Dit kunnen twee aselementen zijn die zijn voorzien nabij de twee onderste hoeken van de overeenkomstige zijde van het draagframe, bijvoorbeeld in een naar de buitenzijde gericht kader zoals hierboven beschreven is in de context van figuren 2A-D.A floor part 1000 can be hinged to one or more axle elements (not shown in the figures) that are mounted on the supporting frame. These may be two axle elements provided near the two bottom corners of the corresponding side of the supporting frame, for example in an outward-facing frame as described above in the context of Figures 2A-D.

In de opgeklapte toestand staat een vloerdeel 1000 hoofdzakelijk verticaal, bijvoorbeeld hoofdzakelijk in voornoemd kader. In of aan elk van de verticale profielen van de overeenkomstige zijde van het draagframe kunnen een of meer zekerelementen 1002 zijn voorzien om het vloerdeel 1000 op zijn plaats te houden, eventueel in samenwerking met een overeenkomstig zekerelement in het vloerdeel 1000, bijvoorbeeld een gat via welk een pen in een overeenkomstig gat van het vloerdeel 1000 kan worden gestoken.In the folded up condition, a floor part 1000 is mainly vertical, for example mainly in the aforementioned frame. One or more securing elements 1002 can be provided in or on each of the vertical profiles of the corresponding side of the supporting frame to hold the floor part 1000 in place, possibly in collaboration with a corresponding securing element in the floor part 1000, for example a hole through which a pin can be inserted into a corresponding hole of the floor part 1000.

In de uitgeklapte toestand staat een vloerdeel 1000 hoofdzakelijk horizontaal, waarbij het vloerdeel 1000 ten minste gedeeltelijk kan rusten op het onderste profiel van de overeenkomstige zijde van het draagframe.In the unfolded condition, a floor part 1000 is essentially horizontal, whereby the floor part 1000 can rest at least partially on the bottom profile of the corresponding side of the supporting frame.

Om een vloerdeel 1000 in uitgeklapte toestand extra te ondersteunen kunnen aan de achterzijde 165 en voorzijdezijde 166 van het draagframe, aan de buitenzijde van het onderste profiel, een of meer uitschuifbare steunprofielen 1003 zijn voorzien. Deze steunprofielen 1003 kunnen zijn uitgevoerd in een holle opbergeenheid 1004 die schuifmiddelen omvat, bijvoorbeeld een rail, om een of meer respectievelijke uitschuifbare steunprofielen 1003 over in of uit te schuiven. In volledig ingeschoven toestand ligt een steunprofiel 1003 bij voorkeur geheel binnen de afmetingen van de breedte van het draagframe. In volledig uitgeschoven toestand ligt een steunprofiel 1003 langs het overeenkomstige uitgeklapte vloerdeel 1000.To provide additional support for a floor part 1000 in the unfolded state, one or more extendable support profiles 1003 can be provided at the rear 165 and front side 166 of the supporting frame, on the outside of the bottom profile. These support profiles 1003 may be designed in a hollow storage unit 1004 which comprises sliding means, for example a rail, for sliding one or more respective extendable support profiles 1003 in or out. When fully retracted, a support profile 1003 preferably lies entirely within the dimensions of the width of the supporting frame. In the fully extended position, a support profile 1003 lies along the corresponding unfolded floor part 1000.

Een steunprofiel 1003 kan een of meer steunelementen 1005 omvatten om het overeenkomstige vloerdeel 1000 op een of meer steunlocaties te ondersteunen, eventueel in samenwerking met een overeenkomstig steunelement in het vloerdeel 1000, bijvoorbeeld een flens en/of een gat voor een pen met een overeenkomstig gat van het vloerdeel 1000. Bij voorkeur ligt ten minste een steunlocatie op meer afstand dan de helft van het vloerdeel 1000 van het draagframe, bijvoorbeeld hoofdzakelijk op het uiteinde van het vloerdeel 1000.A support profile 1003 may comprise one or more support elements 1005 to support the corresponding floor part 1000 at one or more support locations, possibly in collaboration with a corresponding support element in the floor part 1000, for example a flange and/or a hole for a pin with a corresponding hole. of the floor part 1000. Preferably, at least one support location is more distant than half of the floor part 1000 from the supporting frame, for example mainly at the end of the floor part 1000.

In bepaalde uitvoeringsvormen komen een of meer van de zekerelementen van de vloer 700 overeen met steunelementen van de vloer 700. Het is voordelig als een vloerdeel 1000 in uitgeschoven toestand sterk genoeg is om ten minste één persoon te dragen.In certain embodiments, one or more of the securing elements of the floor 700 correspond to supporting elements of the floor 700. It is advantageous if a floor part 1000 is strong enough in the extended position to support at least one person.

Figuur 11 toont een uitvoeringsvorm van een draageenheid 100 omvattende een dak 170.Figure 11 shows an embodiment of a carrying unit 100 comprising a roof 170.

Een dak 170 kan personen en/of goederen in de draageenheid 100 beschermen tegen weers- invloeden zoals neerslag en tegen het gevaar van vallende zaken. Een dak 170 kan zijn voorzien aan de bovenzijde 161 van het draagframe, bijvoorbeeld in een naar de bovenzijde 161 gericht kader zoals hierboven beschreven. Een dak 170 kan een of meer constructieve plaatelementen 171 omvatten met geheel of gedeeltelijk dezelfde kenmerken als de constructieve plaatelementen 500 van de vloer 700, en/of kan op dezelfde manier zijn bevestigd aan het draagframe. Figuren 5 en 7A kunnen dan op overeenkomstige wijze van toepassing zijn op het dak 170.A roof 170 can protect persons and/or goods in the carrying unit 100 against weather influences such as precipitation and against the danger of falling objects. A roof 170 may be provided on the top 161 of the supporting frame, for example in a frame directed towards the top 161 as described above. A roof 170 may comprise one or more structural plate elements 171 with wholly or partially the same characteristics as the structural plate elements 500 of the floor 700, and/or may be attached to the supporting frame in the same manner. Figures 5 and 7A can then apply to the roof 170 in a corresponding manner.

Het dak 170, bijvoorbeeld de een of meer constructieve plaatelementen 500 van het dak 170, kan dunner uitgevoerd zijn dan de vloer 700, bijvoorbeeld slechts 3,5 cm in plaats van 10 cm dik. Hierdoor kan het dak 170 relatief licht uitgevoerd worden.The roof 170, for example the one or more structural plate elements 500 of the roof 170, can be made thinner than the floor 700, for example only 3.5 cm instead of 10 cm thick. As a result, the roof 170 can be made relatively light.

Figuur 12 toont een uitvoeringsvorm van een draageenheid 100 omvattende zetels 120 en bevestigingselementen voor rolstoelen, waarop rolstoelen zijn geplaatst. Figuur 13 toont een uitvoeringsvorm van een draageenheid 100 omvattende een hekwerk. Figuur 14 toont een uitvoeringsvorm van een draageenheid 100 omvattende een tribune.Figure 12 shows an embodiment of a carrying unit 100 comprising seats 120 and mounting elements for wheelchairs, on which wheelchairs are placed. Figure 13 shows an embodiment of a carrying unit 100 comprising a fence. Figure 14 shows an embodiment of a carrying unit 100 comprising a stand.

Het is gunstig als de draageenheid 100 is uitgevoerd om personen veilig en/of comfortabel te vervoeren, Hiertoe kunnen op de draageenheid 100 verschillende voorzieningen zijn geplaatst.It is advantageous if the carrying unit 100 is designed to transport persons safely and/or comfortably. For this purpose, different facilities can be placed on the carrying unit 100.

Er kunnen een of meer zetels 120 zijn voorzien op de vloer 700 van de draageenheid 100 geschikt maken om personen zittend te vervoeren. Een zetel 120 kan de vorm aannemen van een stoel voor een enkel persoon, een bank voor meerdere personen, of een tribune die in wezen meerdere stoelen op een of meer rijen omvat. Een zetel 120 kan zijn gekoppeld aan de vloer 700 of het draagframe, of kan integraal gevormd zijn met de vloer 700 en/of het draagframe.One or more seats 120 may be provided on the floor 700 of the carrying unit 100 to make it suitable for transporting persons in a seated position. A seat 120 may take the form of a single-person seat, a multi-person bench, or a stand that essentially includes multiple seats in one or more rows. A seat 120 may be coupled to the floor 700 or support frame, or may be integrally formed with the floor 700 and/or support frame.

Om het gemakkelijker te maken om gehandicapte of anderszins moeilijk lopende personen zittend te vervoeren kan op de vloer 700 ruimte zijn voorzien om rolstoelen te plaatsen. Om de veiligheid en/of het comfort van een rolstoelgebruik te vergroten kunnen bevestigingsmiddelen 121 zijn voorzien om te voorkomen of de kans te verminderen dat rolstoelen gaan rollen tijdens gebruik van de draageenheid 100, tijdens welk gebruik immers lichte kanteling, schokken, of inertie- effecten kunnen optreden. Dergelijke bevestigingsmiddelen 121 kunnen bijvoorbeeld twee parallelle vanaf de vloer 700 opstaande richels omvatten. waarbij de afstand tussen de twee richels precies groot genoeg is voor het opnemen van de wielen van een rolstoel, en/of waarbij de lengte van de richels groot genoeg is om de wielen van ten minste één, maar bij voorkeur meerdere naast elkaar geplaatste rolstoelen op te nemen.To make it easier to transport disabled or otherwise walking persons in a seated position, space can be provided on the floor 700 to place wheelchairs. To increase the safety and/or comfort of wheelchair use, mounting means 121 may be provided to prevent or reduce the chance of wheelchairs rolling during use of the carrying unit 100, during which use slight tilting, shock, or inertial effects may occur. can occur. Such fastening means 121 can, for example, comprise two parallel ridges rising from the floor 700. wherein the distance between the two ridges is exactly large enough to accommodate the wheels of a wheelchair, and/or where the length of the ridges is large enough to accommodate the wheels of at least one, but preferably several wheelchairs placed side by side. to take.

Aan het draagframe of op de vloer 700, bij voorkeur aan een of meer buitenzijden van de vloer 700 en liefst in een kader van het draagframe zoals hierboven beschreven, kunnen valbeschermingselementen 130 zijn voorzien, bijvoorbeeld een of meer schotten of hekwerken.Fall protection elements 130, for example one or more partitions or fences, may be provided on the supporting frame or on the floor 700, preferably on one or more outer sides of the floor 700 and preferably in a frame of the supporting frame as described above.

Deze schotten of hekwerken kunnen voorkomen dat personen en of goederen tijdens gebruik van de draageenheid 100 af vallen.These partitions or fences can prevent persons and/or goods from falling off the carrying unit 100 during use.

Dergelijke valbeschermingselementen 130 kunnen over de gehele hoogte van de draageenheid 100, of bijvoorbeeld tot de hoogte van het middel van een typische persoon, bijvoorbeeld 90 cm, reiken. In dergelijke valbeschermingselementen 130 is bij voorkeur aan ten minste een zijde van de draageenheid 100 een toegangselement 131, bijvoorbeeld een poort of deur, voorzien om het naar en van de vloer 700 verplaatsen van personen en/of goederen te vergemakkelijken.Such fall protection elements 130 can extend over the entire height of the carrying unit 100, or for example up to the height of the waist of a typical person, for example 90 cm. In such fall protection elements 130, an access element 131, for example a gate or door, is preferably provided on at least one side of the carrying unit 100 to facilitate the movement of persons and/or goods to and from the floor 700.

Figuur 15 toont een uitvoeringsvorm van een draageenheid 100 omvattende zijwanden 140 en een installatie 150 die een vakkensysteem omvat. Een draageenheid 100 kan worden voorzien van een of meer zijwanden 140 aan de achterzijde 165, voorzijde 166, rechterzijde 163 en/of linkerzijde 164 van het draagframe. Een zijwand 140 kan een of meer constructieve plaatelementen omvatten met geheel of gedeeltelijk dezelfde kenmerken als de constructieve plaatelementen 500 van de vloer 700. Een zijwand 140 kan worden voorzien van een of meer deuren 141 en/of ramen.Figure 15 shows an embodiment of a carrying unit 100 comprising side walls 140 and an installation 150 that comprises a system of shelves. A carrying unit 100 can be provided with one or more side walls 140 at the rear 165, front 166, right side 163 and/or left side 164 of the carrying frame. A side wall 140 can comprise one or more structural plate elements with wholly or partially the same characteristics as the constructive plate elements 500 of the floor 700. A side wall 140 can be provided with one or more doors 141 and/or windows.

Een draageenheid 100 die zijwanden 140 omvat, en bij voorkeur ook een dak 170, kan dienen als bouwmodule voor bij voorbeeld noodvoorzieningen, uitbouwen, bouwketen of evenementenlocaties. Op of in een draageenheid 100 kunnen een of meer installaties 150 worden voorzien. Een installatie 150 kunnen los op de draageenheid 100 worden voorzien, maar het is ook mogelijk om installaties 150 vast op of in de draageenheid 100 te bevestigen, of deze ten minste gedeeltelijk integraal met een of meer onderdelen van de draageenheid 100 te vormen.A supporting unit 100 that comprises side walls 140, and preferably also a roof 170, can serve as a building module for, for example, emergency facilities, extensions, construction chain or event locations. One or more installations 150 can be provided on or in a carrying unit 100. An installation 150 can be provided separately on the carrying unit 100, but it is also possible to permanently attach installations 150 to or in the carrying unit 100, or to form them at least partially integral with one or more parts of the carrying unit 100.

Dergelijke installaties 150 kunnen bijvoorbeeld noodvoorzieningen, tijdelijke voorzieningen of geïmproviseerde infrastructuur omvatten, zoals pompen of aggregaten. Ook is het mogelijk dat deze automaten omvatten voor opslag en/of dienstverlening te voorzien, zoals vakkensystemen die zijn ingericht als uitgifteautomaat voor de verkoop van boerderijproducten, als pakketautomaat, als festivalvoorziening, als automatiek, als kluisjessysteem, of als kantinevoorziening.Such installations 150 may, for example, include emergency facilities, temporary facilities or improvised infrastructure, such as pumps or generators. It is also possible that these include vending machines for storage and/or providing services, such as compartment systems that are designed as a dispensing machine for the sale of farm products, as a parcel machine, as a festival facility, as a vending machine, as a locker system, or as a canteen facility.

Bij het voorzien van zijwanden 140 en/of installaties 150 kan het gunstig zijn om de draageenheid 100 te voorzien van klimaatsystemen 151, bijvoorbeeld elektrische klimaatsystemen, zoals een verwarmings-, koelings- of luchtzuiveringseenheid, bijvoorbeeld op basis van luchtbehandeling. Dit is bijzonder voordelig in het geval dat menselijk gebruik of het opslaan van voedsel is voorzien.When providing side walls 140 and/or installations 150, it may be advantageous to provide the carrying unit 100 with climate systems 151, for example electric climate systems, such as a heating, cooling or air purification unit, for example based on air treatment. This is particularly advantageous where human use or food storage is envisaged.

De hierboven beschreven uitvoeringsvormen betreffen slechts illustratieve voorbeelden van toepassingen van het concept. Het zal de deskundige duidelijk zijn dat vele andere uitvoeringsvormen of combinaties van eigenschappen van uitvoeringsvormen mogelijk zijn waarbij nog steeds ten minste een deel van de voordelen wordt behaald.The embodiments described above are merely illustrative examples of applications of the concept. It will be clear to those skilled in the art that many other embodiments or combinations of features of embodiments are possible while still achieving at least some of the advantages.

Claims (27)

CONCLUSIESCONCLUSIONS 1. Draageenheid voor het dragen van personen en/of goederen, waarbij de draageenheid losmaakbaar te koppelen is met een zelfrijdend of voortgetrokken voertuig, de draageenheid omvattende: een draagframe omvattende een aantal staande en liggende profielen die gezamenlijk de ribben van een denkbeeldige balkvorm vormen; - een ten minste op twee van de liggende profielen rustende vloer voor het dragen van personen en/of goederen; waarbij het draagframe is uitgevoerd om de denkbeeldige balkvorm een binnenruimte te laten vormen die geschikt is voor het daarin volledig opnemen van de te dragen personen en/of goederen, wanneer het draagframe aan het voertuig gekoppeld is; - een aan het draagframe bevestigd of gevormd koppelelement ingericht voor een losmaakbare koppeling van het draagframe en/of de vloer aan een ophangingselement dat aan het zelfrijdend of voortgetrokken voertuig voorzien is; waarbij de vloer een of meer aan de genoemde twee van de liggende profielen bevestigde constructieve plaatelementen omvat en waarbij de plaatelementen de afstand tussen de genoemde twee van de liggende profielen dragend overspannen, waarbij het koppelelement is voorzien aan een zijkant van het draagframe voor het op vooraf bepaalde afstand van het voertuig volledig dragen van de massa van het draagframe met de daaraan bevestigde vloer van de draageenheid.1. Carrying unit for carrying persons and/or goods, wherein the carrying unit can be releasably connected to a self-propelled or towed vehicle, the carrying unit comprising: a carrying frame comprising a number of upright and horizontal profiles that together form the ribs of an imaginary beam shape; - a floor resting on at least two of the horizontal profiles for supporting persons and/or goods; wherein the supporting frame is designed so that the imaginary beam shape forms an interior space that is suitable for fully accommodating the persons and/or goods to be carried, when the supporting frame is coupled to the vehicle; - a coupling element attached or formed to the supporting frame, designed for a releasable coupling of the supporting frame and/or the floor to a suspension element provided on the self-propelled or towed vehicle; wherein the floor comprises one or more constructive plate elements attached to said two of the lying profiles and wherein the plate elements span the distance between said two of the lying profiles in a supporting manner, wherein the coupling element is provided on a side of the supporting frame for certain distance from the vehicle, fully supporting the mass of the supporting frame with the attached floor of the supporting unit. 2. Draageenheid volgens conclusie 1, waarbij het koppelelement is ingericht voor in aan het voertuig gekoppelde toestand aan het ophangingselement hangen van het draagframe met de daaraan bevestigde vioer.2. Carrying unit according to claim 1, wherein the coupling element is designed to hang the carrying frame with the floor attached to it from the suspension element in the condition coupled to the vehicle. 3. Draageenheid volgens conclusie 1 of 2, waarbij het koppelelement is ingericht voor het ten opzichte van het gekoppelde voertuig in een vaste positie en oriëntatie houden van de draageenheid.3. Carrying unit according to claim 1 or 2, wherein the coupling element is designed to keep the carrying unit in a fixed position and orientation relative to the coupled vehicle. 4. Draageenheid volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de vooraf bepaalde afstand ten minste 20 cm of ten minste 50 cm bedraagt.4. Carrying unit according to any of the preceding claims, wherein the predetermined distance is at least 20 cm or at least 50 cm. 5. Draageenheid volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het koppelelement geschikt is voor losmaakbare koppeling aan een ophangingselement in de vorm van een driepuntskoppeling of driepuntsbevestiging, waarbij bij voorkeur: het koppelelement ingericht is om te voorkomen dat de koppeling tijdens gebruik onbedoeld losraakt, door middel!5. Carrying unit according to any of the preceding claims, wherein the coupling element is suitable for releasable coupling to a suspension element in the form of a three-point coupling or three-point attachment, wherein preferably: the coupling element is designed to prevent the coupling from unintentionally becoming loose during use, by resourse! van beveiligingselementen van het koppelelement of het ophangelement, bijvoorbeeld beveiligingspennen, en/of het koppelelement zodanig ingericht is dat de losmaakbare koppeling vergrendeld kan worden door middel van een via een hendel bedienbaar vergrendelingsmechanisme. 6, Draageenheid volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende ten minste een zetel, bijvoorbeeld een stoel, bank of tribune, die is gekoppeld aan of integraal gevormd is met de vloer en/of het draagframe voor het dragen van één of meer personen.of security elements of the coupling element or the suspension element, for example security pins, and/or the coupling element is designed in such a way that the releasable coupling can be locked by means of a locking mechanism that can be operated via a lever. 6. Supporting unit according to any one of the preceding claims, further comprising at least one seat, for example a chair, bench or stand, which is coupled to or integrally formed with the floor and/or the supporting frame for carrying one or more persons. 7. Draageenheid volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende bevestigingselementen voor ten minste één rolstoel, waarbij bij voorkeur de bevestigingsmiddelen twee parallelle vanaf de vloer opstaande richels omvatten, waartussen een rij wielen van één of meer rolstoelen kan worden geplaatst.7. Carrying unit according to any of the preceding claims, further comprising mounting elements for at least one wheelchair, wherein the mounting means preferably comprise two parallel ledges rising from the floor, between which a row of wheels of one or more wheelchairs can be placed. 8. Draageenheid volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de hoogte van de binnenruimte van de denkbeeldige balkvorm groot genoeg is om personen staand in de binnenruimte op te nemen.8. Carrying unit according to any of the preceding claims, wherein the height of the interior space of the imaginary beam shape is large enough to accommodate persons standing in the interior space. 9. Draageenheid volgens conclusie 8, waarbij de afmetingen van elke dimensie uit hoogte, breedte en diepte van de denkbeeldige balkvorm, gemeten tussen de respectievelijke omtreksranden van het draagframe, tussen de 2 en 3 meter liggen, bij voorkeur tussen de 2,4 en 2,6 meter, bij meer voorkeur tussen de 2,475 en 2,525 meter.9. Supporting unit according to claim 8, wherein the dimensions of each dimension of height, width and depth of the imaginary beam shape, measured between the respective peripheral edges of the supporting frame, are between 2 and 3 meters, preferably between 2.4 and 2 meters. .6 meters, more preferably between 2.475 and 2.525 meters. 10. Draageenheid volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de afmetingen van elke twee dimensies uit hoogte, breedte en diepte van de denkbeeldige batkvorm, gemeten tussen de respectievelijke omtreksranden van het draagframe, elkaar met niet meer dan 5% van de afmeting van de grootste dimensie ontlopen, bij voorkeur niet meer dan 2%, bij meer voorkeur niet meer dan 1%.10. Supporting unit according to any one of the preceding claims, wherein the dimensions of any two dimensions of height, width and depth of the imaginary batten shape, measured between the respective peripheral edges of the supporting frame, differ by no more than 5% of the dimension of the largest dimension, preferably not more than 2%, more preferably not more than 1%. 11. Draageenheid volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de linkerzijde en de rechterzijde van het draagframe elk gevormd worden door vier L-vormige profielen die in een rechthoek aan elkaar zijn bevestigd, bij voorkeur door middel van lasverbindingen.11. Supporting unit according to any one of the preceding claims, wherein the left side and the right side of the supporting frame are each formed by four L-shaped profiles that are attached to each other in a rectangle, preferably by means of welded connections. 12. Draageenheid volgens conclusie 11, waarbij elk van de vier L-vormige profielen van de linkerzijde en de rechterzijde een naar buiten het draagframe gerichte flens omvat, waarbij de naar buiten gerichte flenzen zich aan de buitenste omtreksrand van de respectievelijke zijde bevinden.12. Supporting unit according to claim 11, wherein each of the four L-shaped profiles of the left side and the right side comprises a flange directed outwards from the support frame, wherein the outwardly directed flanges are located on the outer peripheral edge of the respective side. 13. Draageenheid volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij elk van de zich tussen de linkerzijde en de rechterzijde van het draagframe uitstrekkende profielen een naar binnen het draagframe gerichte flens omvatten. 13. Supporting unit according to any one of the preceding claims, wherein each of the profiles extending between the left side and the right side of the supporting frame comprises a flange directed inwardly from the supporting frame. 14, Draageenheid volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de hoogte en breedte van elk van de profielen van het draagframe tussen de 5 en 15 cm, bij voorkeur tussen de 7 en 13 cm, bij meer voorkeur tussen de 90 en 110 mm liggen.14. Supporting unit according to one of the preceding claims, wherein the height and width of each of the profiles of the supporting frame are between 5 and 15 cm, preferably between 7 and 13 cm, more preferably between 90 and 110 mm. 15. Draageenheid volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de constructieve plaatelementen van de vloer hoofdzakelijk kunststof omvatten.15. Supporting unit according to any of the preceding claims, wherein the structural plate elements of the floor mainly comprise plastic. 16. Draageenheid volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de constructieve plaatelementen van de vloer kanalen omvatten, waarbij die kanalen over hoofdzakelijk de gehele lengte van de constructieve plaatelementen tussen de voorzijde en achterzijde van het draagframe lopen.16. Supporting unit according to any of the preceding claims, wherein the constructive plate elements of the floor comprise channels, wherein said channels run over essentially the entire length of the constructive plate elements between the front and rear of the supporting frame. 17. Draageenheid volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste één kanaal van ten minste één constructief plaatelement van de vloer een verstevigingsprofiel bevat waarvan twee tegenover elkaar liggende uiteinden op het draagframe rusten, bij voorkeur een in doorsnee M-vormig verstevigingsprofiel dat met een zijkant van de M-vorm naar beneden gericht is aangebracht.17. Supporting unit according to any one of the preceding claims, wherein at least one channel of at least one constructive plate element of the floor contains a reinforcement profile, two opposite ends of which rest on the support frame, preferably an M-shaped reinforcement profile in cross-section that has a side of the M-shape is placed facing downwards. 18. Draageenheid volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de constructieve plaatelementen van de vloer uitgevoerd zijn om de afstand tussen de onderste ribben aan de achterzijde en de voorzijde dragend te overspannen.18. Supporting unit according to any of the preceding claims, wherein the structural plate elements of the floor are designed to span the distance between the lower ribs at the rear and the front in a load-bearing manner. 19. Draageenheid volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de draageenheid ten minste één dwarsverbindingselement omvat dat is bevestigd tussen twee opstaande profielen van het draagframe, waarbij het koppelelement is bevestigd aan het ten minste één dwarsverbindingselement.19. Carrying unit according to any of the preceding claims, wherein the carrying unit comprises at least one transverse connecting element that is attached between two upright profiles of the supporting frame, wherein the coupling element is attached to the at least one transverse connecting element. 20. Draageenheid volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij aan de linkerzijde en/of rechterzijde van het draagframe een verder vloerdeel is voorzien dat is ingericht om door een gebruiker verplaatst te worden naar een uitgeklapte toestand voor het breder maken van de vloer.20. Supporting unit according to any one of the preceding claims, wherein a further floor part is provided on the left and/or right side of the supporting frame, which is designed to be moved by a user to an unfolded position to widen the floor. 21. Draageenheid volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het totale ongeladen gewicht van de draageenheid ten hoogste 2000 kg, bij voorkeur minder dan 1000 kg, is,21. Carrying unit according to any one of the preceding claims, wherein the total unloaded weight of the carrying unit is at most 2000 kg, preferably less than 1000 kg, 22. Draageenheid volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de draagkracht van de vloer van de draageenheid ten minste 150 kg/m? is, bij voorkeur ten minste 200 kg/m.22. Supporting unit according to any one of the preceding claims, wherein the load-bearing capacity of the floor of the supporting unit is at least 150 kg/m? is, preferably at least 200 kg/m. 23. Draageenheid volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij aan het draagframe, langs ten minste een deel van de omtreksrand van de vloer, hekken of schotten zijn voorzien om het risico te beperken dat door de draageenheid gedragen personen of goederen van de draageenheid af vallen.23. Carrying unit as claimed in any of the foregoing claims, wherein fences or partitions are provided on the carrying frame, along at least part of the circumferential edge of the floor, to limit the risk of persons or goods carried by the carrying unit falling off the carrying unit . 24. Draageenheid volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de draageenheid een dak omvat bevestigd aan de liggende profielen aan de bovenzijde van het draagframe, waarbij het dak bij voorkeur een of meer parallel aan elkaar aangebrachte constructieve plaatelementen omvat die de afstand tussen twee horizontaal tegenover elkaar liggende ribben overspannen,24. Supporting unit according to any one of the preceding claims, wherein the supporting unit comprises a roof attached to the horizontal profiles at the top of the supporting frame, wherein the roof preferably comprises one or more constructive plate elements arranged parallel to each other which measure the distance between two horizontally opposite spanning ribs, 25. Draageenheid volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de draageenheid zijwanden omvat aan de voorzijde, achterzijde, linkerzijde en/of rechterzijde van het draagframe voor het vormen van een bouwmodule, bij voorkeur aan elk van die vier zijden en met een deur in ten minste één zijwand.25. Supporting unit according to any one of the preceding claims, wherein the supporting unit comprises side walls at the front, rear, left side and/or right side of the supporting frame for forming a building module, preferably on each of those four sides and with a door at the center. at least one side wall. 26. Samenstel omvattende een zelfrijdend of voortgetrokken voertuig, in het bijzonder een landbouwvoertuig zoals een trekker, en een draageenheid volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het voertuig de draageenheid volledig draagt, bij voorkeur op een driepuntsophanging van het voertuig.26. Assembly comprising a self-propelled or towed vehicle, in particular an agricultural vehicle such as a tractor, and a carrying unit according to any of the preceding claims, wherein the vehicle fully supports the carrying unit, preferably on a three-point suspension of the vehicle. 27. Werkwijze voor het dragen van personen en/of goederen, door middel van een draageenheid volgens een van de conclusies 1-25, bij voorkeur als onderdeel van een samenstel volgens conclusie 26, 28, Werkwijze voor het vervoeren van personen, omvattende het vervoeren van personen door middel van een samenstel volgens conclusie 26.27. Method for carrying persons and/or goods, by means of a carrying unit according to any one of claims 1-25, preferably as part of an assembly according to claim 26, 28. Method for transporting persons, comprising transporting of persons by means of an assembly according to claim 26.
NL2031585A 2022-04-14 2022-04-14 CARRYING UNIT NL2031585B1 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2031585A NL2031585B1 (en) 2022-04-14 2022-04-14 CARRYING UNIT

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2031585A NL2031585B1 (en) 2022-04-14 2022-04-14 CARRYING UNIT

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2031585A NL2031585A (en) 2023-11-08
NL2031585B1 true NL2031585B1 (en) 2023-12-08

Family

ID=81927691

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2031585A NL2031585B1 (en) 2022-04-14 2022-04-14 CARRYING UNIT

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2031585B1 (en)

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE518390A (en) * 1953-03-13 1953-03-31
US3194575A (en) * 1963-12-26 1965-07-13 Cullifer Joseph Paul Harvesting vehicle having worker support means
US5431524A (en) * 1994-05-27 1995-07-11 Antal; Donald V. Vehicle transport trailer
SE536622C2 (en) * 2012-08-23 2014-04-08 Andre Machner Trailer for transporting a wheelchair-carrying person
PL228166B1 (en) * 2014-05-15 2018-02-28 Politechnika Poznańska Transport or rehabilitation vehicle for persons with motor disability
CN110495273A (en) * 2019-09-06 2019-11-26 山东省农业机械科学研究院 A kind of automatic leveling orchard operation platform with hybrid power system

Also Published As

Publication number Publication date
NL2031585A (en) 2023-11-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5213312A (en) Barrier system and barrier units therefor
US7243966B1 (en) Vehicle cargo bed extension device
ES2360586T3 (en) WHEEL PLATFORM FOR REFUGE STRUCTURE WITH FOLDING HOOD.
ES2552809T3 (en) Mobile barrier
US4887837A (en) Carrier for use on beaches, etc.
US6604606B1 (en) Portable utility stand
US20150027067A1 (en) Compact combined habitation module and utility rack with multiple deployment modes
US11312288B2 (en) Trailer and housing system
US8534230B2 (en) Portable corral
US9868380B2 (en) Transportable drop trailer
CA2806422C (en) Atv ramp
ES2277324T3 (en) REMOVABLE MODULAR PLATFORM FOR WASTE COLLECTION INSTALLATION.
US5740575A (en) Ramp systems
NL2031585B1 (en) CARRYING UNIT
DE102013018087A1 (en) Two-wheeled storage containers with functional modules
US7320382B2 (en) Deer stand
US20110140382A1 (en) Deer hitcher
US20040200159A1 (en) Recreational vehicle portable deck
US20170072865A1 (en) Expandable Roof Rack System
US8544586B2 (en) Multifunction utility cart
US20200022852A1 (en) Carrier assembly for a wheeled mobility device
ES2733628T3 (en) Detachable modular platform for clean spot
US20030067152A1 (en) Travel trailer chassis with extended axle support
DE102018005552A1 (en) transport system
NL8303537A (en) ROAD VEHICLE WITH A REMOVABLE LOAD-BEARING UPPER, IN PARTICULAR A VEHICLE-BEARING UPPER.