NL2031179A

NL2031179A - GATE

Info

Publication number: NL2031179A
Application number: NL2031179A
Authority: NL
Original assignee: Hoermann Kg
Priority date: 2021-03-25
Filing date: 2022-03-08
Publication date: 2022-10-06
Also published as: DE202021101589U1; DE102022103098A1

Abstract

Poort met een poortpaneel dat beweegbaar is tussen een gesloten positie, waarin heteen muuropening afsluit, en een open positie, waarin het de muuropening ten minste gedeeltelijk vrijgeeft en zich ten minste gedeeltelijk boven de muurope- ning bevindt, en een aan het poortpaneel aangebrachte geleidingsinrichting voor het geleiden van de beweging van het poortpaneel langs een traject met een gedeelte dat zich ten minste over de volledige hoogte van de muuropening uitstrekt, en dat in wezen in de richting van de zwaartekracht en in wezen rechtlijnig verloopt, waarbij het traject vooraf bepaald is door een geleidingsopstelling die gefixeerd is ten opzichte van de muuropening, waarbij de geleidingsinrichting ten minste één regelorgaan omvat dat ten opzichte van het poortpaneel verstelbaar is tussen een afdichtingspositie en een |ooppositie.Gate having a gate panel movable between a closed position, in which it closes off a wall opening, and an open position, in which it at least partially exposes the wall opening and is at least partly above the wall opening, and a guiding device provided on the gate panel for guiding the movement of the gate panel along a trajectory having a portion extending at least the full height of the wall opening, being substantially in the direction of gravity and substantially rectilinear, the trajectory being predetermined by a guide arrangement fixed relative to the wall opening, the guide device comprising at least one control member adjustable relative to the gate panel between a sealing position and an opening position.

Description

POORT De uitvinding betreft een poort met sen poortpaneel dat beweeg- baar is tussen sen gesloten positie, waarin het een muuropening afsluit, en een open positie, waarin het de muuropening ten minste gedeeltelijk vrijgeeft en zich ten minste gedeeltelijk boven de muuropening bevindt, en een aan het poortpa- neei aangebrachte geleidingsinrichting voor het geleiden van de beweging van het poortpaneel langs een traject met een gedeelte dat zich ten minste over de volledige noogte van de muuropening uitstrekt, en dat in wezen in de richting van de zwaartekracht en in wezen rechtlijnig verloopt, waarbij het traject vooraf be- paaid is door een geleidingsopsteliing die gefixeerd is ten opzichte van de muur- opening.The invention relates to a gate having a gate panel which is movable between a closed position, in which it closes a wall opening, and an open position, in which it at least partially exposes the wall opening and is at least partly above the wall opening, and a guiding device mounted on the gate panel for guiding the movement of the gate panel along a path having a portion extending at least the full length of the wall opening and extending substantially in the direction of gravity and substantially rectilinear wherein the trajectory is predetermined by a guide arrangement fixed with respect to the wall opening.

Dergelijke poorten worden gebruikt voor het sluiten en openen van een in een Muur gevormde muuropening. In het bijzonder bij fabriekspoorien en loodspoorten is de hoogte van de met de poort af te sluiten ruimte doorgaans groter dan de hoogte van de muuropening. in dat geval wordt het poortpaneel in de loop van sen openingsbeweging, beginnend vanuit de gesloten positie, door- gaans eerst in verticale richting opgetrokken. Wanneer de ruimte voldoende hoog is, kan het poortpaneel in de loop van de openingsbeweging in zijn geheel in wezen verticaal georiënteerd blijven, en zich in de open positie boven de muur- opening bevinden achter de muur waarin de muuropening zich bevindt. In dat geval kan de geleidingsopstelling twee looprails omvatten die in het bereik van de zijdelingse randen van het poortpaneel zijn aangebracht en in wezen verticaal en evenwijdig met de muur lopen, en die zich over de volledige hoogte van de muuropening, en aansluitend daarop boven de muuropening, in wezen in een verticale oriëntatie uitstrekken over een hoogte die ongeveer overeenkomt met de totale hoogte van het poortpaneel. In de gesloten positie bevindt het poortpa- neel in het bereik van onderste gedeeltes van die looprails, terwijl het zich In de open positie ten minste gedeeltelijk in bovenste bereiken van de looprails boven de opening van de ruimte bevindt. Bekende geleidingsopstellingen van dat type worden ook wel verticale beslagen genoemd.Such gates are used to close and open a wall opening formed in a Wall. In the case of factory rails and shed gates in particular, the height of the space to be closed off with the gate is generally greater than the height of the wall opening. in that case, in the course of an opening movement, starting from the closed position, the gate panel is usually first raised in the vertical direction. When the space is sufficiently high, during the opening movement the gate panel can remain essentially vertically oriented as a whole, and in the open position be above the wall opening behind the wall in which the wall opening is located. In that case, the guide arrangement may comprise two running rails arranged in the region of the lateral edges of the gate panel and running essentially vertically and parallel to the wall, extending over the full height of the wall opening, and connecting thereto above the wall opening. extending substantially in a vertical orientation for a height approximately corresponding to the overall height of the gate panel. In the closed position, the gate panel is in the region of lower portions of those runners, while in the open position it is at least partially in upper regions of the runners above the opening of the space. Known guide arrangements of that type are also referred to as vertical fittings.

Bij andere uitvoeringsvormen kan de geleidingsopstelling twee ge- leiderails omvatten die zich in het bereik van de zijdelingse randen van het poort- paneel in de gesloten positie bevinden, en die zich elk ongeveer in de richting van de zwaartekracht over de volledige noogte van de muuropening uitstrekken en zich over sen vooraf bepaalde afstand boven de muuropening verder in de richting van de zwaartekracht naar boven uitstrekken, waarbij voor het geleiden van de beweging van het poortpansel in het bereik van de open positie geleide- railsegmenten voorzien kunnen zijn die in wezen horizontaal lopen of de hellings- hoek van het dak volgen, en die dienen om van het poortpaneel op te nemen in de open positie.In other embodiments, the guide arrangement may comprise two guide rails located in the region of the lateral edges of the gate panel in the closed position, each extending approximately in the direction of gravity for the full width of the wall opening. and extending further upwards in the direction of gravity for a predetermined distance above the wall opening, wherein guide rail segments which are substantially horizontal or substantially horizontal may be provided in the region of the open position for guiding the movement of the gate panel. follow the angle of inclination of the roof, and these serve to pick up from the gate panel in the open position.

De in wezen verticale geleiderailsgedeeltes, die ingericht zijn om het poortpaneel op te nemen in de gesloten positie, kunnen via boogvormige ge- leiderailsgedeeltes verbonden zijn met de in wezen horizontaal of volgens de hel- lingshoek van het dak schuin lopende geleiderails.The substantially vertical guide rail portions, which are adapted to receive the gate panel in the closed position, may be connected via arcuate guide rail portions to the substantially horizontal or sloped guide rails according to the roof pitch.

Dergelijke geleidingsopstel- Ingen worden ook hefbeslag genoemd.Such guide arrangements are also called lifting fittings.

Bij een openingsbeweging wordt het poortpaneel met behulp van zulke hefbeslagen eerst over sen vooraf bepaalde afstand in verticaie richting naar boven bewogen, waarna het langs de boogvor- mige geleiderailsegmenten wordt omgeleid en zich in de open positie in het be- reik van de in wezen horizontaal of schuin naar boven lopende geleiderails be- vindt.During an opening movement, the gate panel is first moved vertically over a predetermined distance by means of such lifting fittings, after which it is deflected along the arc-shaped guide rail segments and in the open position in the range of the substantially horizontal or guide rails that run obliquely upwards.

Zowel bij hefbeslagen als bij verticale beslagen wordt het poortpaneel inde loop van de openings- en sluitingsbeweging dicht langs de lateibalk ongeveer tegen de richting van de zwaartekracht naar boven getild, of ongeveer in de rich-With both lifting and vertical fittings, the door panel is lifted upwards close to the lintel beam in the course of the opening and closing movement, approximately against the direction of gravity, or approximately in the direction.

ting van de zwaartekracht naar onderen neergelaten.gravity lowered downwards.

Bij de in Fig. 1 afgebeelde poorten met verticaal beslag of hefbeslag volgens de stand van de techniek wordt vermeden dat de buitenzijde van het poortpaneel tijdens de beweging van het poortpaneel slepend tegen de lateibalk aanligt, of tegen een in het bereik van de lateibalk aangebrachte lateibalkafdich- ting, doordat de zich In wezen in verticale richting uitstrekkende geleideraiis van de geleidingsopstelling, die aangebracht zijn aan sen naar de af te sluiten ruimte gericht grensvlak van de muur, op zodanige wijze zijn aangebracht ten opzichte van de muuropening of de muur dat ze ten opzichte van de verticale richting een zodanig hellingshoek a vertonen dat bovenste gedeeltes van de geleiderails zich op een grotere afstand tot de muur of van de muuropening bevinden dan onder- ste gedeeltes van de geleiderails. Op die manier ingerichte geleiderails worden in de context van de beschrijving van de uitvinding en van de conclusies ook wel in wezen verticale geleiderails genoemd. De hellingshoek van de bij gangbare constructies van dat type gebruikte, in wezen verticale geleiderails bedraagt doorgaans minder dan 10°, in het bijzonder 5° of minder.At the in FIG. 1 shown with vertical fittings or lifting fittings according to the prior art, it is avoided that the outside of the gate panel drags against the lintel beam during the movement of the gate panel, or against a lintel beam seal arranged in the area of the lintel beam, because the substantially vertically extending guide rails of the guide arrangement, which are arranged at an interface of the wall facing the space to be closed, are arranged in such a way with respect to the wall opening or the wall that they are arranged with respect to the vertical direction exhibit an angle of inclination a such that upper portions of the guide rails are at a greater distance from the wall or from the wall opening than lower portions of the guide rails. Guide rails arranged in this way are also referred to as essentially vertical guide rails in the context of the description of the invention and of the claims. The angle of inclination of the essentially vertical guide rails used in conventional constructions of that type is generally less than 10°, in particular 5° or less.

Om in de gesloten positie en tijdens de beweging van het poortpa- neel een in wezen verticale oriëntatie van het poortpaneel te verzekeren die on- afhankelijk is van de hellingsgraad van de geleideraiis, is het poortpaneel bij de bekende constructies voorzien van geleidingsmiddelen die doorgaans in de vorm van looprollen zijn uitgevoerd, en die aan de geleiderails koppelbaar zijn, in het bijzonder in de geleiderails opgenomen zijn, waarbij de afstand van de assen van de looprollen, ten opzichte waarvan de looprollen draaibaar gelagerd zijn, tot een buitenste grensvlak van het poortpaneel vanaf de in de gesloten positie onderaan gelegen rand van het poortpaneel in de richting van de in de gesloten positie bovenaan gelegen rand van het poortpaneel toeneemt, zodanig dat die afstand bij een onderste looprol kleiner is dan bij een daarboven gelegen looprol. Als de ralassen in de gesloten positie van het poortpaneel in zich bevinden in een hoek die overeenstem! met de hellingshoek van de geleiderails met een geleidingsviak dat een verticaal vlak insluit, blijft de verticale oriëntatie van het poorlpaneel tij- dens de beweging van het poortpaneel langs de in wezen verticaal georiënteerde geleiderails behouden. Het buitenste grensvlak van het poortpaneel verwijdert zich bij deze constructie echter in de loop van de openingsbeweging in horizon- tale richting van de lateibalk of een daar aangebrachte latei-afdichting. Zo kan vermeden worden dat het poortpaneel siepend tegen de lateibalk of de latei-af- dichting aanligt tijdens de beweging van het poortpaneel. Tegelijk wordt met deze constructie vermeden dat de zijdelingse randen van het buitenste grensvlak van het poortpaneel slepend aanliggen tegen zijafdichtingen die doorgaans aan zij- delingse framebalken zijn aangebracht, en waaraan ook de geleiderails beves- tigd zijn.In order to ensure, in the closed position and during movement of the gate panel, an essentially vertical orientation of the gate panel which is independent of the degree of inclination of the guide rail, the gate panel in the known constructions is provided with guide means which are generally in the position of the guide rail. form of track rollers, and which can be coupled to the guide rails, in particular are accommodated in the guide rails, the distance of the axes of the track rollers, relative to which the track rollers are rotatably mounted, to an outer boundary surface of the gate panel from the lower edge of the gate panel in the closed position increases in the direction of the upper edge of the gate panel in the closed position, such that said distance is smaller with a lower roller than with an upper roller. If the rail axes in the closed position of the gate panel are at an angle that corresponds! with the angle of inclination of the guide rails having a guide plane including a vertical plane, the vertical orientation of the gate panel is maintained during the movement of the gate panel along the substantially vertically oriented guide rails. However, the outer boundary surface of the gate panel in this construction moves away from the lintel beam or a lintel seal fitted therein in the course of the opening movement in the horizontal direction. In this way it can be avoided that the gate panel screeches against the lintel beam or the lintel seal during the movement of the gate panel. At the same time, this construction prevents the lateral edges of the outer boundary surface of the gate panel from dragging against side seals which are usually fitted to lateral frame beams, and to which the guide rails are also attached.

Bij de beschreven constructie worden in klimaatomstandigheden waarbij sterke temperatuurschommelingen optreden, en/of bij poorten waarbij de poortpanelen een sandwichconstructie omvatten met een lussen twee metalen schalen opgenomen kern in isolatiemateriaal, ondanks de beschreven voorzorgs- maatregelen bij langer gebruik beschadigingen in het bereik van de buitenzijde van het poortpaneel waargenomen als gevolg van een slepend aanliggen tegen de latei-afdichting tijdens de beweging van het poortpaneel dat zich op die plaats voordoet, en in sommige gevallen een volledige blokkering van de beweging van het poortpaneel. Dat probieem doet zich in het bijzonder voor bij gebruik van sandwichconstructies met relatief donkere aan de weersomstandigheden bloot- gestelde zijden resp. buitenste grensvlakken.In the described construction, in climatic conditions where strong temperature fluctuations occur, and/or at gates where the gate panels comprise a sandwich construction with a loop, two metal shells are incorporated in the core of insulation material, despite the described precautionary measures during longer use, damage in the area of the outside. of the gate panel as a result of dragging against the lintel seal during gate panel movement occurring at that location, and in some cases complete blocking of gate panel movement. This problem arises in particular when sandwich constructions are used with relatively dark sides or surfaces exposed to the weather. outer boundaries.

Om die problemen op te lossen is reeds geopperd om in de gesio- ten positie de afstand tussen de buitenzijde van het poortpaneel en het binnenste grensvlak van de muur met de opening erin te vergroten door tussen de muur en de zijdelingse framebalken een inrichting van isolatiemateriaal te voorzien, zoals bijvoorbeeld weergegeven is in de figuren 4 tot en met 8 van het cctrool- schrift EP 2136025 A1. Zo wordt een langdurig gebruik met weinig schade mo- gelijk gemaakt terwijl gelijktijdig voor een afdoende afdichting wordt gezorgd in het bereik van de zijafdichtingen, aangezien de zijafdichtingen met behoud van de positionele relatie ten opzichte van het poortpaneel samen met de zijdelingse framebalken op afstand van de muur worden gehouden, en de bijkomende in- richting van isclatiemateriaal aantastingen van de afdichtende werking tegengaat die zouden kunnen worden veroorzaakt door de afstand tussen muur en zijde- lingse framebalk. Bij deze constructie wordt echter vaak slechts een gebrekkige afdichting waargenomen in het lateibereik.In order to solve these problems, it has already been suggested to increase the distance between the outside of the gate panel and the inner boundary surface of the wall with the opening in the closed position by inserting an arrangement of insulating material between the wall and the lateral frame beams. provided, for example, as shown in FIGS. 4 to 8 of the patent document EP 2136025 A1. This allows long term use with little damage while at the same time providing an adequate seal in the area of the side seals, as the side seals while maintaining the positional relationship to the gate panel along with the side frame beams spaced from the door. wall, and the additional arrangement of insulating material counteracts impairments of the sealing effect that could be caused by the distance between wall and lateral frame beam. However, with this construction, only a defective seal is often observed in the lintel area.

Gezien de hierboven beschreven problemen in de stand van de techniek heeft de uitvinding tot doel een poort van het hierboven beschreven type te verschaffen die uitgerust kan zijn met een verticaal beslag of een hefbeslag, en die in de gesloten positie een langdurig gebruik met weinig schade mogelijk maakt terwijl een afdoende afdichtende werking wordt behouden.In view of the above-described problems in the prior art, the object of the invention is to provide a gate of the above-described type which can be equipped with a vertical fitting or a lifting fitting, and which, in the closed position, allows a long-term use with little damage. while maintaining an adequate sealing effect.

Volgens de uitvinding wordt dat doel bereikt door een verdere ont- wikkeling van de bekende poorten die in wezen gekenmerkt is doordat de aan het beweegbare poortpaneel aangebrachte geleidingsinrichting ten minste één regelorgaan omvat dat ten opzichte van het poortpansel verstelbaar is tussen een afdichtingspositie en een looppositie.According to the invention, this object is achieved by a further development of the known gates, which is essentially characterized in that the guiding device arranged on the movable gate panel comprises at least one control member which is adjustable relative to the gate panel between a sealing position and a running position.

Bij poorten volgens de uitvinding kan de doorgaans starre positio- nele relatie tussen geleidingsmiddelen en poortpaneel dus met behulp van een regelorgaan variabel ingesteld worden. Aan het poortpaneel wordt op die manier 5 een bijkomende mate van bewegingsvrijheid verleend. Zo kan het in de gesloten positie bovenaan gelegen bereik van het poortpaneel onafhankelijk van de orién- tatie van de geleiderails door het verstellen van het regelorgaan van de looppo- sitie naar de afdichtingspositie in de loop van de sluitingsbeweging of bij het be- reiken van de gesloten positie tegen een desgevallend in het lateibereik van de opening aangebrachte latei-afdichting aan worden geplaatst, resp. in de loop van de openingsbeweging en/of vóór het inzetten van de eigenlijke openingsbewe- ging door het verstellen van het regelorgaan van de afdichtingspositie naar de looppositie eerst van de latei-afdichting af worden geheven, zonder dat bij een vervorming van het poortpaneel de beweging van het poortpaneel wordt geblok- keerd.In gates according to the invention, the generally rigid positional relationship between guide means and gate panel can thus be set variably with the aid of a control element. In this way an additional degree of freedom of movement is granted to the gate panel. Thus, in the closed position, the upper region of the gate panel can be adjusted independently of the orientation of the guide rails by adjusting the control member from the running position to the sealing position in the course of the closing movement or upon reaching the closed position against a lintel seal that may be fitted in the lintel area of the opening, or in the course of the opening movement and/or before the start of the actual opening movement, by adjusting the control member from the sealing position to the running position, first be lifted off the lintel seal, without the movement in the event of a deformation of the gate panel of the port panel is blocked.

In veel gevallen kan zo zelfs bij een vervorming van het poortpanee! een slepend aanliggen van het poortpaneel in het lateibereik verhinderd of ten minste gereduceerd worden. Door het tussen de afdichtingspositie en de looppo- sitie verstelbare regelorgaan van de aan het poortpaneel aangebrachte gelei- dingsinrichting wordt dus, terwijl een afdoende afdichtende werking wordt behou- den in de gesloten positie waarin het regelorgaan in de afdichtingspositie is inge- steld, een langdurig gebruik met weinig schade mogelijk gemaakt, aangezien het poortpaneel door het verstellen van het regelorgaan van de afdichtingspositie naar de looppositie dankzij de bijkomende mate van bewegingsvrijheid van de latei-afdichting af kan worden geheven, resp. bij het bereiken van de gesloten positie tegen de latei-afdichting aan kan worden geplaatst.In many cases, this is even possible with a deformation of the door panel! a dragging of the door panel in the lintel area can be prevented or at least reduced. Thus, by the control member of the gate panel mounted guide device adjustable between the sealing position and the running position, while maintaining an adequate sealing effect in the closed position in which the control member is set in the sealing position, a prolonged made possible with little damage, as the gate panel can be lifted or removed from the lintel seal by adjusting the control member from the sealing position to the running position thanks to the additional degree of freedom of movement. can be placed against the lintel seal when the closed position is reached.

Bij volgens de uitvinding uitgevoerde poorten kan met het regelor- gaan een met de geleidingsopstelling of de geleiderails samenwerkend gelei- dingsmiddel geassocieerd zijn, zoals bijvoorbeeld een geleiderrol, dat via het re- gelorgaan aan het poortpaneel is aangebracht. De afstand van het geleidings- middel tot een buitenste grensvlak van het poortpaneel dat weg van de met het poortpaneel af te sluiten ruimte is gericht en dat naar een eventusel voorziene latei-afdichting toe is gericht, in een in de gesloten positie loodrecht daarop ge- oriënteerde richting, kan door het verstellen van het regelorgaan wijzigbaar zijn. Daarbij kan het geleidingsmiddel zich op de weg van het buitenste grensvlak ge- richte binnenzijde van het poortpaneel bevinden. De afstand tussen het buitenste grensvlak van het pooripaneel en het geleidingsmiddel in de afdichtingspositie van het regelorgaan kan groter zijn dan in de looppositie van het regelorgaan. Zo wordt verkregen dat het geleidingsmiddel zich in de afdichtingspositie op een grotere afstand van de geleidingsopstelling bevindt. Door het regelorgaan wordt dan eventusel een afstand tussen de geleidingsopstelling en een eveniusel aan- wezige latei-afdichting overbrugd, zodanig dat het buitenste grensvlak van het poortpaneel pas in de afdichtingspositie van het regelorgaan afdichtend tegen de latei-afdichting aan kan komen is liggen.In gates constructed in accordance with the invention, the control member may be associated with a guide means cooperating with the guide arrangement or the guide rails, such as, for example, a guide roller, which is fitted to the gate panel via the control member. The distance of the guide means from an outer boundary surface of the gate panel which faces away from the space to be closed off with the gate panel and which faces an optional lintel seal, in a closed position perpendicular thereto. oriented direction, can be changed by adjusting the control member. In addition, the guide means may be located in the way of the outer boundary inner side of the gate panel. The distance between the outer interface of the gate panel and the guide means in the sealing position of the controller may be greater than in the running position of the controller. In this way it is obtained that the guide means is located at a greater distance from the guide arrangement in the sealing position. The control member then optionally bridges a distance between the guide arrangement and an evenly present lintel seal, such that the outer boundary surface of the gate panel can only come to abut sealingly against the lintel seal in the sealing position of the control element.

Anderzijds is de afstand tussen het buitenste grensvlak van het poortpansel en de geleidingsopstelling in de looppositie van het regelorgaan ver- kort. Door het verkorten van de afstand tussen het buitenste grensvlak van het poortpaneel en de geleidingsopstelling bij het verstellen van het regelorgaan van de afdichtingspositie naar de looppositie kan het buitenste grensvlak van het poortpaneel van een eventueel aanwezige latei-afdichting af worden geheven, om zo een blokkering van de beweging van het poortpaneel of een slepend aan- liggen van het buitenste grensvlak van het poortpaneel tegen een eventueel aan- wezige latei-afdichting tijdens de openingsbeweging te vermijden.On the other hand, the distance between the outer interface of the gate panel and the guide arrangement in the running position of the controller is shortened. By shortening the distance between the outer boundary of the gate panel and the guide arrangement when adjusting the control member from the sealing position to the running position, the outer boundary of the gate panel can be lifted away from any lintel seal, if any, so as to prevent a blockage. movement of the gate panel or a dragging abutment of the outer boundary surface of the gate panel against any lintel seal present during the opening movement.

In de loop van de sluitingsbeweging vindt het verstellen van het re- gelorgaan van de looppositie naar de afdichtingspositie pas plaats bij het berei- ken van de gesloten positie, zodanig dat het poortpaneel eerst met in de looppo- sitie ingesteld regelorgaan in de gesloten positie wordt gebracht, en daarna, of in de eindfase van de sluitingsbeweging, door het verstellen van het regelorgaan van de looppositie naar de afdichtingspositie kan worden overgebracht in afdich- tende aanligging tegen een desgevallend aanwezige latei-afdichting.In the course of the closing movement, the adjustment of the control member from the running position to the sealing position does not take place until the closed position is reached, such that the gate panel is first moved into the closed position with the control member set in the running position. and thereafter, or in the final phase of the closing movement, can be transferred by adjusting the control member from the running position to the sealing position in sealing abutment against a lintel seal, if any.

indien het poortpaneel door het verstellen van het regelorgaan van de looppositie naar de afdichtingspositie afdichtend aanliggend tegen een in het bereik van de bovenste rand van de muuropening aangebrachte latei-afdichting aan moet worden geplaatst, is het nuttig gebleken als ten minste één regelorgaan in het bereik van een bij de sluitingsbeweging achteraan gelegen rand van het poortpaneel aangebracht is, en dat randbereik bij het bereiken van de gesloten positie door het verstellen van het regelorgaan in de afdichtingspositie weg van de af te sluiten ruimte wordt gedrukt, of in de richting van de voor de met het poortpaneel af te sluiten ruimte gelegen ruimte, en bij voorkeur in de richting van een in het bereik van de opening van de ruimte gelegen afdichtingsinrichting die doorgaans een zich ongeveer loodrecht ten opzichte van het vooraf bepaalde traject uitstrekkende, in het lateibereik van de opening aangebrachte latei-afdich- ting omvat. Daarbij is de geleidingsopstelling aangebracht op de weg van het buitenste grensvlak van het poortpaneel gerichte binnenzijde van het poortpanee! in de af te sluiten ruimte, zodanig dat door het vergroten van de afstand {ussen het geleidingsmiddel en de geleidingsopstelling het buitenste grensvlak van het poortpaneel weg van de af te sluiten ruimte wordt bewogen. Met bijzonder voordeel wordt de uitvinding gebruikt bij zogenaamde sectionaaldeuren, waarbij het poortpaneel twee, drie of meer poortpaneelele- menten omvat die in de richting van de beweging van het poortpaneel achter elkaar zijn aangebracht en die via loodrecht op het vooraf bepaalde traject lo- pende scharnierassen schamierend met elkaar zijn verbonden, waarbij ten min- ste één regelorgaan bij voorkeur aangebracht is aan een bij de sluitingsbeweging van de open positie naar de gesloten positie achteraan gelegen randbereik van het bij die sluitingsbeweging achteraan gelegen poortpaneslelement. Derhalve kan het bij de sluitingsbeweging achteraan gelegen poortpaneelelement door het verstellen van het regelorgaan van de looppositie naar de bewegingspositie In aanligging worden gebracht tegen een desgevallend in het lateibereik van de muuropening aangebrachte latei-afdichting. Daarbij kan het eventueel samen met een daaronder aangebracht poortpaneelelement ten opzichte van één van de scharnierassen gezwernkt! worden.if the gate panel is to be fitted sealingly abutting a lintel seal arranged in the region of the upper edge of the wall opening by adjusting the control member from the running position to the sealing position, it has been found useful if at least one control member is in the range of an edge of the gate panel located at the rear during the closing movement, and that edge region is pressed away from the space to be closed or towards the front when the closed position is reached by adjusting the control member in the sealing position by adjusting the control member in the sealing position. the space to be closed off with the gate panel, and preferably in the direction of a sealing device located in the region of the opening of the space, which generally extends approximately perpendicular to the predetermined path, in the lintel region of the orifice fitted lintel seal. Thereby, the guide arrangement is arranged on the way of the outer boundary surface of the gate panel facing inner side of the gate panel! in the space to be sealed such that increasing the distance between the guide means and the guide arrangement moves the outer boundary surface of the gate panel away from the space to be sealed. The invention is used with particular advantage in so-called sectional doors, in which the gate panel comprises two, three or more gate panel elements which are arranged one behind the other in the direction of the movement of the gate panel and which are arranged via pivot axes extending perpendicular to the predetermined path. pivotally connected to each other, wherein at least one control member is preferably arranged on a rear edge region of the rear gate panel element during the closing movement from the open position to the closed position. The gate panel element located at the rear during the closing movement can therefore be brought into abutment against a lintel seal, if necessary, which is arranged in the lintel region of the wall opening by adjusting the control element from the walking position to the movement position. In this case, it may be pivoted relative to one of the pivot axes together with a gate panel element arranged underneath! become.

Ten minste één poorlpaneelelement van sen poort volgens de uit- vinding, in het bijzonder het in de gesicten positie bovenaan gelegen poortpa- neelelement, kan een sandwichconstructie met twee metalen schalen omvatten, waartussen een kern in isclatiemateriaal opgenomen is. Daarbij kan een aan de weersomstandigheden blootgestelde zijde of een buitenste grensvlak van ten minste één dergelijk poortpaneelelement voorzien zijn van een donkere laag. Gezien het feit dat de tussen de geleiderails en de verticale richting ingesloten scherpe hoek doorgaans 5° of minder bedraagt, en dienoversenkom- stig ook het bovenste randbereik van het bij de sluitingsbeweging in sluitingsrich- ting vóór het achterste poortpanselelement gelegen of in de gesloten positie rechtstreeks onder het bovenste poortpaneelelement gelegen poortpancelele- ment nog steeds in slepende aanligging kan komen tegen de latel-afdichting, is het nuttig gebleken als ten minste een bijkomend regelorgaan aangebracht is aan het bij de sluitingsbeweging achteraan gelegen randbereik van het in de gesloten positie onder het bovenste poortpaneelelement gelegen poortpaneslelement. Door het verstellen van het bijkomende regelorgaan van de afdichtingspositie naar de looppositie kan ook het bovenste randbereik van het in de gesloten po- sitie onder het bovenste poortpaneslelement gelegen poortpaneelelement naar buiten worden bewogen, om zo sen contact met een eventueel in het lateibereik gelegen latei-afdichting tijdens de opening- en/of sluitbeweging te vermijden. Beide in de gesloten positie bovenaan gelegen poortpaneslslementen kunnen zich dan bij het verstelien van de regelorganen gedragen als één enkel poortpa- neelslement met dubbele hoogte.At least one gate panel element of a gate according to the invention, in particular the gate panel element located at the top in the closed position, may comprise a sandwich construction with two metal shells, between which a core in insulating material is received. In addition, a side exposed to the weather or an outer boundary surface of at least one such gate panel element may be provided with a dark layer. In view of the fact that the acute angle enclosed between the guide rails and the vertical direction is generally 5° or less, and correspondingly also the upper edge region of the front of the rear gate panel element during the closing movement in the closing direction or directly in the closed position If the gate panel element located below the upper gate panel member can still come into a dragging abutment against the slat seal, it has been found useful if at least one additional control member is provided at the rear edge region of the closed position below the upper edge region during the closing movement. gate panel element located gate panel element. By adjusting the additional control member from the sealing position to the running position, the upper edge region of the gate panel element located in the closed position below the upper gate panel element can also be moved outwards, so as to avoid contact with any lintel located in the lintel area. sealing during the opening and/or closing movement. Both gate panel elements located at the top in the closed position can then behave as a single double height gate panel element when adjusting the control members.

Doorgaans zijn in het bereik van de tegenover elkaar gelegen zij- delingse randen van de poortpaneelelementen geleidingsmiddelen voorzien die samenwerken met overeenkomstige geleiderails. Dienovereenkomslig zijn ook de regelorganen van poorten volgens de uitvinding bij voorkeur aan beide zijde- lingse randen van de poortpanesislementen ongeveer op gelijke hoogte voor- zien.Usually, in the region of the opposite lateral edges of the gate panel elements, guide means are provided which cooperate with corresponding guide rails. Accordingly, also the gate control members according to the invention are preferably provided at approximately equal height on both lateral edges of the gate panesis elements.

In de context van de uitvinding is het nuttig gebleken ais ten minste één regelorgaan een zwenkhefboom omvat die ten opzichte van het poortpaneel- element zwenkbaar is om een loodrecht ten opzichte van het vooraf bepaalde traject, bij voorkeur ongeveer evenwijdig aan de scharnierassen lopende zwenkas, en waaraan het geleidingsmiddel verbonden is. De zwenkhefboom kan in de looppositie, eventueel onrechtstreeks, aanliggen tegen een weg van het buitenste grensvlak van het poortpaneel gericht binnenste grensvlak van het poortpaneel, en is in de afdichtingspositie van dat binnenste grensvlak af gehe- ven, zodanig dat ook het geleidingsmiddel in de afdichtingspositie een grotere afstand vertoont tot het binnenste en het buitenste grensvlak van het poortpaneel dan in de looppositie.In the context of the invention it has been found useful if at least one control member comprises a pivot lever which is pivotable relative to the gate panel member about a pivot axis perpendicular to the predetermined trajectory, preferably approximately parallel to the pivot axes, and to which the guide means is connected. The pivot lever can, in the running position, abut, possibly indirectly, against an inner boundary surface of the gate panel directed away from the outer boundary surface of the gate panel, and in the sealing position is lifted away from said inner boundary surface, such that the guide means also in the sealing position exhibits a greater distance from the inner and outer interfaces of the gate panel than in the walking position.

In de context van de uitvinding is gebleken dat een probleemloze beweging van het poortpaneel op bijzonder betrouwbare wijze kan worden ver- zekerd wanneer regelorganen die aangebracht zijn aan in de richting van de be- weging van het poortpaneel achter elkaar aangebrachte poortpaneelelementen, bij het verstellen van de looppositie naar de afdichtingspositie in onderling tegen- gestelde richtingen gezwenkt worden. Daarbij kan de zwenkas van het regelor- gaan dat is aangebracht aan de bij de sluitingsbeweging achteraan gelegen rand van het bij de sluitingsbeweging achteraan gelegen poortpanselelement, zich in de gesloten positie boven het geleidingsmiddel of de draaias van de geleiderrol bevinden, terwijl de zwenkas van hel regelorgaan dat aan de bovenste rand van het in de gesloten positie rechtstreeks onder het bovenste poortpaneelelement gelegen poortpaneelelement is aangebracht, zich in de gesloten positie onder het daaraan aangebrachte geleidingsmiddel of de draaias van de bijbehorende ge- leiderrol kan bevinden. Door die opstelling kan een stabilisering van de verbin- ding van de in de gesloten positie bovenaan gelegen poortpaneelelementen wor- den verwezenlijkt, op zodanig wijze dat ze zich bij het verstellen van de regelor- ganen samen ongeveer gedragen als sen pooripaneelelement met dubbele hoogte.In the context of the invention, it has been found that trouble-free movement of the gate panel can be assured in a particularly reliable manner when controls arranged on gate panel elements arranged one behind the other in the direction of movement of the gate panel, when adjusting the running position to the sealing position can be pivoted in mutually opposite directions. In addition, the pivot axis of the control member mounted on the closing motion trailing edge of the rear gate panel element in closing motion may be in the closed position above the guide means or the pivot axis of the guide roller, while the pivot axis of the guide roller control member arranged at the upper edge of the gate panel element located in the closed position directly below the top gate panel element may be located in the closed position below the guide means attached thereto or the rotational axis of the associated guide roller. By this arrangement, a stabilization of the connection of the top gate panel elements in the closed position can be achieved, in such a way that they behave approximately like double height gate panel elements when the controls are adjusted together.

Een probleemioze beweging van het poortpaneel kan op bijzonder betrouwbare wijze worden verzekerd wanneer ten minste één voorspanningsin- richting voorzien is die het regelorgaan in de looppositie drukt. Een dergelijke voorspanningsinrichting kan bijvoorbeeld uitgevoerd zijn in de vorm van een tor- sieveer die om de zwenkas van een zwenkhefboom heen loopt, en die aan de ene kant tegen het binnenste grensvlak van het poortpaneel aanligt en aan de andere kant tegen de zwenkhefboom, en de zwenkhefboom in de looppositie drukt, waarin een weg van de zwenkas gericht eindbereik van de zwenkhefboom in de richting van het binnenste grensvlak van het poortpaneel gezwenkt is, zo-Trouble-free movement of the gate panel can be ensured in a particularly reliable manner if at least one biasing device is provided which urges the controller into the running position. Such a biasing device may, for example, be in the form of a torsion spring which wraps around the pivot axis of a pivot lever, and which bears on one side against the inner boundary surface of the door panel and on the other side against the pivot lever, and the pivot lever into the travel position in which an end region of the pivot lever directed away from the pivot axis is pivoted toward the inner boundary surface of the door panel, such as

danig dat ook een daar aangebracht geleidingsmiddel een kleinere afstand ver- toont tot het binnenste grensvlak van het poortpaneel. Door het geleidingsmiddel dichier bij het poortpaneel te brengen, kan het poortpaneel van sen afdichtings- inrichting af geheven worden.such that also a guide means arranged there exhibits a smaller distance from the inner boundary surface of the gate panel. By bringing the guide means closer to the gate panel, the gate panel can be lifted off a sealing device.

Bij gebruik van een voorspanningsinrichting die het regelorgaan in de looppositie drukt, kan de afdichtingspositie op bijzonder betrouwbare wijze bereikt worden bij het bereiken van de gesloten positie, wanneer ten minste één regelmiddel voorzien is dat ingericht is om bij het bereiken van de gesloten positie van het regelorgaan van de looppositie naar de afdichtingspositie te bewegen.When using a biasing device which presses the control member into the running position, the sealing position can be reached in a particularly reliable manner upon reaching the closed position, if at least one control means is provided which is arranged to act upon reaching the closed position of the control from the running position to the sealing position.

Daarbij kan het regelmiddel ten opzichte van de muuropening gefixeerd zijn. Het kan een aanslagelement zijn, waartegen een uitstekend deel van het regelor- gaan, zoals bijvoorbeeld van de zwenkhefboom, bij het bereiken van de gesloten positie van het poortpaneel opbotst, zodanig dat het regelorgaan in de loop van de eindfase van de sluitingsbeweging, tegen de voorspanningskracht van de voorspanningsinrichting, in de afdichtingspositie wordt gezwenkt, aangezien het aan het regelorgaan aangebrachte uitstekende deel nadat het 1s komen aan te liggen tegen het regeimiddel de sluitingsbeweging niet meer kan volgen, en het regelorgaan dankzij de bijkomende mate van vrijneid in de afdichtingspositie wordt gezwenkt, waarin het buitenste grensvlak van het poortpaneel kan komen aan te liggen tegen een afdichtingsinrichting.The control means can herein be fixed with respect to the wall opening. It may be a stop element against which a protruding part of the control member, such as, for example, of the pivot lever, upon reaching the closed position of the gate panel, bumps into such that the control member, during the final phase of the closing movement, hits the prestressing force of the prestressing device, is pivoted into the sealing position, since the projection attached to the control member can no longer follow the closing movement after coming into contact with the control means, and the control member is pivoted into the sealing position due to the additional degree of freeness wherein the outer interface of the gate panel may abut a sealing device.

Zoals hierboven reeds vermeld, kan het geleidingsmiddel een loop- rol omvatten die draaibaar om een ongeveer loodrecht ten opzichte van het vooraf bepaalde traject en eventueel evenwijdig aan de scharnierassen lopende draaias aangebracht is aan het regelorgaan, in het bijzonder aan een weg van de zwenkas gericht eindbereik van het als zwenkhefboom uitgevoerde regelor- gaan. Dienovergenkomstig kan de geleidingsopstelling een geleiderail omvatten, die zich ongeveer in de richting van de zwaartekracht ten minste tot aan de bo- venste rand van de muuropening, en bij voorkeur daarvoorbij, naar boven uit- strekt, die in wezen rechtlijnig loopt en die de looprol opneemt. Daarbij kan de geleiderail zich over een afstand van 50 mm of meer voorbij de bovenste rand van de muuropening in wezen in verticale richting naar boven uitstrekken.As already mentioned above, the guide means can comprise a roller which is rotatably arranged on the control member about an approximately perpendicular to the predetermined path and optionally parallel to the pivot axes, in particular to a path of the pivot axis. end range of the control element designed as a pivot lever. Accordingly, the guide arrangement may comprise a guide rail extending approximately in the direction of gravity at least as far as the top edge of the wall opening, and preferably beyond, extending upwardly, which is substantially rectilinear and which guides the roller. picks up. In addition, the guide rail may extend upwards substantially in a vertical direction over a distance of 50 mm or more beyond the top edge of the wall opening.

Hierna wordt de uitvinding toegelicht aan de hand van de tekenin- gen, waarnaar uitdrukkelijk wordt verwezen voor wat betreft aile details die es- sentieel zijn voor de uitvinding en die in de beschrijving niet nader zijn aangege- ven. In de tekeningen zijn te zien: Fig. 1 een poort volgens de stand van de techniek, Fig. 2 een poort volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding, Fig. 3 detailweergaven van de poort volgens Fig. 2, en Fig. 4 een poort volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding.In the following, the invention is explained with reference to the drawings, to which express reference is made as to all details essential to the invention and not specified in the description. In the drawings can be seen: FIG. 1 shows a gate according to the prior art, FIG. 2 shows a gate according to a first embodiment of the invention, FIG. 3 detail views of the gate according to FIG. 2, and FIG. 4 shows a gate according to a second embodiment of the invention.

De in Fig. 1 afgebeelde poort omvat een poortpaneel met een vesl- heid aan poortpanselelementen, die in de gesloten positie, zoals weergegeven in Fig. 1, boven elkaar gelegen zijn, en die via in horizontale richting lopende scharnierassen (niet afgebeeld} schamierend met elkaar verbonden zijn, waarbij in Fig. 1 enkel de beide bovenaan gelegen poortpaneelelementen 110 en 120 weergegeven zijn.The in fig. 1 includes a gate panel having a plurality of gate panel elements which, in the closed position, are shown in FIG. 1, are located one above the other, and which are hingedly connected to each other via horizontally extending pivot axes (not shown), wherein in Fig. 1 only the two top gate panel elements 110 and 120 are shown.

Aan het binnenste, dat wil zeggen: het weg van de muur met de af te sluiten muuropening gerichte grensvlak van het bovenste randbereik 112 van het in de gesloten positie bovenaan gelegen poortpaneelelement 110 is een rol- lenhouder 114 bevestigd, waaraan een geleiderrol 116 draaibaar gelagerd is. De geleiderrol 116 is om een in horizontale richting ongeveer evenwijdig aan de scharnierassen lopende draaias draaibaar aan de rolienhouder gelagerd. Op de- zelfde wijze is aan het binnenste grensvlak van het bovenste randbereik 122 van het in de gesloten positie onderaan gelegen poortpanselelement 120 een rolien- houder 124 bevestigd, waaraan een geleiderrol 126 draaibaar gelagerd is. Zoals te zien is in de tekening, is de afstand tussen het buitenste grensvlak van het poortpaneel en de bovenste geleiderrol 116 groter dan de afstand tussen het buitenste grensvlak van het poortpaneel en de draaibaar aan het onderste poort- paneelelement 120 gelagerde geleiderrol 126. De geleiderrollen 116 en 126 zijn opgenomen in een in wezen in de richting van de zwaartekracht lopende gelei- derail 130, waarbij de geleiderail 130 een scherpe hoek a insluit met de verticale richting, die oversenkomt met de hoek die een de draaiassen van de geleiderrol- len 118 en 126 bevattend geleidingsviak insluit met een verticaal vlak. Zo wordt verkregen dat het poortpaneel in de gesloten positie in zijn geheel gelegen is in een verticaal vlak, en de verticale oriëntatie behoudt terwijl het langs de geleide- rail 130 naar boven bewogen wordt, waarbij tegelijk de afstand c tussen het bui- tenste grensvlak van het poortpaneel en het binnenste grensvlak van de muur met de muuropening in de loop van de openingsbeweging wordt vergroot. De geleiderails kunnen bevestigd zijn aan zijdelingse framebalken die aangebracht zijn in het bereik van zijdelingse randen van de muuropening in de met het poort- paneel af te sluiten ruimte.Attached to the interior, i.e. the boundary surface of the upper edge region 112 of the gate panel element 110 located in the closed position at the top, which faces away from the wall with the wall opening to be closed, is a roller holder 114, on which a guide roller 116 is rotatably mounted. is. The guide roller 116 is rotatably mounted on the roller holder about a rotary axis extending in horizontal direction approximately parallel to the pivot axes. Similarly, on the inner boundary surface of the upper edge region 122 of the lower gate panel member 120 in the closed position, a roller holder 124 is mounted on which a guide roller 126 is rotatably mounted. As can be seen in the drawing, the distance between the outer boundary surface of the gate panel and the upper guide roller 116 is greater than the distance between the outer boundary surface of the gate panel and the guide roller 126 rotatably mounted on the lower gate panel member 120. The guide rollers 116 and 126 are received in a guide rail 130 extending substantially in the direction of gravity, the guide rail 130 including an acute angle with the vertical direction, which corresponds to the angle which forms the axes of rotation of the guide rollers 118. and 126 including a guide plane with a vertical plane. It is thus obtained that, in the closed position, the gate panel lies entirely in a vertical plane, and maintains the vertical orientation while being moved upwardly along the guide rail 130, simultaneously reducing the distance c between the outer boundary surface of the gate panel and the inner interface of the wall with the wall opening is enlarged in the course of the opening movement. The guide rails may be attached to lateral frame beams arranged in the region of lateral edges of the wall opening in the space to be closed off with the gate panel.

Overeenkomstige constructies zijn weergegeven in het octrooi- schrift EP 2136025 A1 en kunnen ook worden gebruikt bij poorten volgens de uitvinding. De openbaringsomvang van het genoemde octrooischrift wat betreft de constructie van zijdelingse framebalken, het daaraan aanbrengen van gelei- derails en het bevestigen van de framebalken met de geleiderails in de af te slui- ten ruimte wordt hierbij door uitdrukkelijke verwijzing in deze beschrijving opge- nomen.Similar constructions are shown in EP 2136025 A1 and can also be used with gates according to the invention. The disclosure scope of said patent with regard to the construction of lateral frame beams, the mounting of guide rails thereto and the fixing of the frame beams with the guide rails in the space to be closed is hereby incorporated by express reference into this specification.

De in Fig. 2 weergegeven uiivoeringsvorm van de uitvinding ver- schilt in wezen van een poort volgens de stand van de techniek volgens Fig. 1 door het feit dat de aan het in de gesloten positie bovenaan gelegen poortpanesl- element 10 aangebrachte rollenhouder 14 evenals de aan het in de gesloten po- sitie onder het bovenste poortpaneelelement 10 gelegen poortpanselelement 20 aangebrachte rollenhouder 24 als zwenkhefboom uitgevoerd is, die zwenkbaar is ten opzichte van een zwenkas 15 resp. 25 die in wezen evenwijdig loopt aan de scharnierassen via dewelke de poortpaneelelementen scharnierend met el- kaar verbonden zijn.The in fig. 2 of the embodiment of the invention shown essentially differs from a gate according to the prior art according to FIG. 1 due to the fact that the roller holder 14 arranged on the gate panel element 10 located at the top in the closed position, as well as the roller holder 24 arranged on the gate panel element 20 located in the closed position below the top gate panel element 10, is designed as a pivoting lever which is pivotable relative to a pivot axis 15 resp. 25 which is substantially parallel to the pivot axes through which the gate panel members are hinged to each other.

Zoals blijkt uit een vergelijkende biik op de rollenhouder 14 en 24 in Fig. 2, kan de als zwenkhefboom uitgevoerde rollenhouder 14 vanuit een positie waarin de geleiderrol 16 sen kleinere afstand vertoont tot het buitenste grensvlak van het poortpanselelement 10, door een zwenkbeweging in de door pijl p aan- geduide richting overgebracht worden naar een positie waarin de geleiderrol een grotere afstand vertoont tot het buitenste grensvlak van het poortpaneel. Die be- weging is in Fig. 3 beter te zien. Daarbij is Fig. 3a) de zwenkhefboom die het regelorgaan van een poort volgens de uitvinding vormt te zien in de afdichtingspositie, waarin de ge- leiderrol bijzonder ver van het buitenste grensvlak van het poortpanselelement verwijderd is, terwijl in Fig. 3c) de looppositie te zien is, waarin de geleiderro! 16 zich op een bijzonder kleine afstand van het buitenste grensvlak van het poort- paneel bevindt. Aan de andere kant is de geleiderrol 18 in de geleiderail 30 op- genomen. Daardoor wordt verkregen dat het buitenste grensvlak van het boven- 10 ste poortpanselelement 10 door het verstellen van het regelorgaan van de in Fig. 3a) weergegeven afdichtingspositie naar de in Fig. 3c) weergegeven loop- positie bij het starten van de openingsbeweging van een in het bereik van de bovenste rand van de af te sluiten muuropening aangebrachte latei-afdichting 40 af kan worden geheven, om zo sen probleemloze openingsbeweging mogelijk te maken. Dat wordt nog meer in de hand gewerkt door het aanbrengen van een regelorgaan dat verstelbaar is tussen een afdichtingspositie en een looppositie aan het poortpaneeslelement 20 dat zich onder het in de gesloten positie boven- aan gelegen poortpaneelelement 10 bevindt. Daarbij kan een voorspanningsin- richting voorzien zijn die het regelorgaan van de in Fig. 3a) weergegeven slui- tingspositie naar de in Fig. 3¢) weergegeven looppositie drukt, en die bijvoor- beeld kan zijn uitgevoerd in de vorm van een torsieveer die om de zwenkas 15 heen loopt.As can be seen from a comparative view of the roll holder 14 and 24 in FIG. 2, the pivoting lever roller holder 14 can be transferred from a position in which the guide roller 16 is closer to the outer boundary surface of the gate panel member 10, by pivoting movement in the direction indicated by arrow p, to a position in which the guide roller has a greater distance from the outer interface of the gate panel. That movement is shown in FIG. 3 to see better. In addition, FIG. 3a) the pivot lever constituting the control member of a gate according to the invention can be seen in the sealing position, in which the guide roller is very far from the outer boundary surface of the gate panel element, while in FIG. 3c) the walking position can be seen in which the guide roller! 16 is very close to the outer interface of the gate panel. On the other hand, the guide roller 18 is received in the guide rail 30 . Thereby, it is obtained that the outer boundary surface of the upper gate panel element 10 is adjusted by adjusting the control member of the top gate panel member 10. 3a) to the sealing position shown in FIG. 3c) when starting the opening movement, a lintel seal 40 arranged in the region of the upper edge of the wall opening to be closed can be lifted off, so as to enable a problem-free opening movement. This is further facilitated by the provision of a control member which is adjustable between a sealing position and a running position on the gate panel member 20 located below the top gate panel member 10 in the closed position. In this case, a biasing device can be provided which controls the control member of the device shown in FIG. 3a) to the closing position shown in FIG. 3¢).

Voor het verstellen van het regelorgaan 14 van de in Fig. 3c} weer- gegeven looppositie naar de in Fig. 3a) weergegeven afdichtingspositie kan een regelmiddel voorzien zijn dat gefixeerd aan de met het poortpaneel af te sluiten muur is aangebracht, en dat samenwerkt met een in Fig. 2 bij 18 schematisch aangegeven uitstekend deel van het regelorgaan 14. Bij het bereiken van de ge- sloten positie in de loop van een door pijl S aangeduide sluitbeweging botst het regelorgaan 14 tegen het ten opzichte van de muur gefixeerde regelmiddel aan. Daardoor wordt verkregen dat het regelorgaan 14 met het tegen het regelmiddel aanliggende uitstekende deel 18 in het verdere verloop van de sluitingsbeweging wordt versteid van de in Fig. 30) weergegeven looppositie naar de in Fig. 3a)For adjusting the control member 14 of the device shown in FIG. 3c} to the walking position shown in FIG. 3a), a control means can be provided which is fixedly arranged on the wall to be closed by the gate panel, and which cooperates with a device shown in FIG. 2 at 18 diagrammatically denoted projecting part of the regulating member 14. When the closed position is reached in the course of a closing movement indicated by arrow S, the regulating member 14 collides with the regulating means fixed relative to the wall. As a result, the control member 14 with the projecting part 18 abutting against the control means is displaced in the further course of the closing movement from the one shown in FIG. 30) to the walking position shown in FIG. 3a)

weergegeven sluitingspositie.displayed closing position.

Het regelorgaan resp. het uitstekende deel van het regelorgaan kan zich ten minste gedeeltelijk ongeveer evenwijdig aan de zwenkas 15 resp. 25 uitstrekken enof met het bereik ervan dat tegen het regel- middel komt aan te liggen in de richting van de zwenkas naast het poortpaneel! gelegen zijn.The regulator resp. the protruding part of the control member can be at least partly approximately parallel to the pivot axis 15 resp. 25 andor with its area abutting the control means in the direction of the pivot axis next to the door panel! are situated.

Bij de in Fig. 2 weergegeven uitvoeringsvorm van de uitvinding be- vinden de zwenkassen 15 en 25 waarom de regelorganen 14 en 24 zwenkbaar zijn, zich telkens boven de rolassen van de looprollen 16 en 26. De in Fig. 4 weergegeven uiivoeringsvorm van de uitvinding ver- schift in wezen van de aan de hand van Fig. 2 beschreven uitvoeringsvorm door het feit dat de rolas van de aan het regelorgaan 14 aangebrachte looprol zich in de loopposilie van het regelorgaan 14 onder de zwenkas 15 bevindt, terwijl de rolas van de aan het regelorgaan 24 aangebrachte looprol zich in de looppositie boven de zwenkas 25 bevindt.At the in FIG. 2, the pivotal axes 15 and 25 about which the control members 14 and 24 are pivotable are in each case located above the roller axes of the rollers 16 and 26. The rollers shown in FIG. 4 illustrated embodiment of the invention essentially differs from the embodiment shown with reference to FIG. 2 by the fact that the roll axis of the track roller mounted on the control member 14 is in the running position of the control member 14 below the pivot axis 15, while the roll axis of the track roller mounted on the control member 24 is in the running position above the pivot axis 25. is located.

In Fig. 4 is het aan het regelorgaan 14 aange- brachte uitstekende deel 19 te zien, dat bij het bereiken van de gesloten positie botst op een ten opzichte van de geleiderail 30 gefixeerd aangebrachte aanslag 60, om zo een verstelling van het regelorgaan 14 van de looppositie naar de afdichtingspositie te bewerkstelligen.In fig. 4 can be seen the protruding part 19 provided on the control member 14, which, when the closed position is reached, collides with a stop 60 which is fixedly arranged relative to the guide rail 30, so as to enable adjustment of the control member 14 from the running position to the desired position. to achieve the sealing position.

Op soortgelijke wijze is aan het regelorgaan 24 sen uitstekend deel 29 aangebracht, dat bij het bereiken van de gesloien po- sitie botst tegen een tussen de zijdelingse rand van het poortpaneelelement 20 en de geleiderail 30 gefixeerd aangebrachte aanslag, om zo ook voor het regel- orgaan 24 bij het bereiken van de gesloten positie een versteliing van de looppo- site in de sluitingspositie te bewerkstelligen.In a similar manner, a protruding part 29 is provided on the control member 24, which, when the closed position is reached, collides with a stop fixedly arranged between the lateral edge of the gate panel element 20 and the guide rail 30, so as also for the control mechanism. means 24 to effect an adjustment of the running position in the closed position when the closed position is reached.

Aangezien zowel met het regelorgaan 14 als met het regelorgaan 24 een voorspanningsinrichting geassocieerd is die de betreffende regelorganen in de looppositie drukt, worden die regelorganen in de loop van de openingsbe- weging automatisch in de looppositie gedrukt wanneer de uitstekende delen 19 en 29 in de loop van de sluitingsbeweging van de respectieve regelmiddelen {aanslag 16, 26) af geheven worden.Since both the control member 14 and the control member 24 are associated with a biasing device which presses the respective control members into the barrel position, those control members are automatically pressed into the barrel position in the course of the opening movement when the projections 19 and 29 are engaged. from the closing movement of the respective control means (stop 16, 26).

Zo kan alles bij elkaar een probleemloze openings- en sluitbeweging worden verwezenlijkt, terwijl gelijktijdig een afdoende afdichtende werking wordt verzekerd in de gesloten positie van het poortpaneel.In this way, all in all, a problem-free opening and closing movement can be realized, while at the same time an adequate sealing effect is ensured in the closed position of the gate panel.

Het spreekt voor zich dat aan beide tegenover elkaar gelegen zij- delingse randen van het poortpaneel bijbehorende regelorganen voorzien kun- nen zijn.It goes without saying that associated control members may be provided on both opposite lateral edges of the gate panel.

Door de tegengesteld gerichte zwenkbewegingen van de regelor- ganen 14 en 24 bij het bereiken en verlaten van de gesloten positie wordt de beweging van het poortpaneel op zodanige wijze gestabiliseerd dat de poortpa- neelelementen 10 en 20 zich bij het verstellen tussen looppositie en afdichtings- positie ongeveer gedragen als een poortpaneelelement met dubbele hoogte.Due to the opposite pivotal movements of the controls 14 and 24 upon reaching and exiting the closed position, the movement of the gate panel is stabilized in such a way that the gate panel elements 10 and 20, when adjusting between running position and sealing position. behaved roughly like a double height gate panel member.

Claims

Claims 1, Gate having a gate panel movable between a closed position, in which it closes a wall opening, and an open position, in which it at least partially exposes the wall opening and is at least partially above the wall opening, and a gate panel guide device for guiding the movement of the gate panel along a trajectory having a portion extending at least the full height of the wall opening and extending substantially in the direction of gravity and substantially rectilinear, the trajectory predetermined by a guide arrangement fixed with respect to the wall opening, characterized in that the guide device comprises at least one control member adjustable relative to the gate panel between a sealing position and a running position.

A gate according to claim 1, characterized in that associated with the control member is a guide means, such as, for example, a guide roller, the distance of which is from an outer boundary surface of the gate panel that is away from the space to be sealed with the gate panel. oriented, in a direction oriented perpendicular thereto in the closed position is changeable by adjusting the control member.

A gate according to claim 2, characterized in that the guide means is located on the inner side of the gate panel facing the outer boundary surface, and the distance between the outer boundary surface of the gate panel and the guide means is greater in the sealing position of the control member. is then in the running position of the controller.

A gate according to any one of the preceding claims, characterized in that at least one control member is provided in the region of a rear edge of the gate panel at the closed position, and said edge region on reaching the closed position by adjusting the gate panel. the control member in the sealing position is pressed away from the space to be closed, and preferably towards a sealing device located in the region of the opening of the space and comprising a lintel seal located at preferably extends approximately perpendicular to the predetermined trajectory and is in the lintel region of the opening.

A gate according to any one of the preceding claims, characterized in that the gate panel comprises two, three or more gate panel elements which are arranged one behind the other along the predetermined path and which are hinged to each other via pivot axes extending perpendicular to the predetermined path. connected, wherein at least one control member is arranged on a rear edge region during the closing movement from the open position to the closed position of a rear gate panel member during said closing movement or at the top in the closed position.

A gate according to claim 5, characterized in that at least one additional control member is arranged on the posterior edge region of the gate panel element located in the closed position below the upper gate panel element during the closing movement.

A gate according to any one of the preceding claims, characterized in that at least one control member comprises a pivot lever which is pivotable relative to the gate panel element about a path perpendicular to the predetermined path and preferably extending approximately parallel to the pivot axes. pivot axis, and to which the guide means is connected.

A gate according to claim 7, characterized in that controls arranged in the direction of movement of the gate panel! gate panel elements arranged one behind the other can be pivoted in mutually opposite directions when adjusting the running position to the sealing position.

A gate according to any one of the preceding claims, characterized by at least one biasing device which biases the controller into the running position.

A gate according to any one of the preceding claims, characterized by at least one control means which is preferably fixed with respect to the wall opening, and which is arranged to move the control member from the walking position to the said closed position on reaching the closed position. to move the sealing position.

Gate according to one of the preceding claims, characterized in that the guide means comprises a roller which is rotatably mounted on the control member about an axis of rotation approximately perpendicular to the predetermined path, in particular on a path of the pivotally oriented end region of the control member in the form of a pivot lever.

12. A gate according to claim 11, characterized by a guide rail. extending approximately in the direction of gravity over substantially the entire height of the wall opening substantially rectilinear and receiving the idler.

A gate according to claim 12, characterized in that the guide rail extends upwards for a distance of 50 mm or more beyond the upper edge of the wall opening.

Use of a gate according to any one of the preceding claims for a wall opening having a height less than or equal to the length of the substantially gravity-directed rectilinear portion of the predetermined procedure.