NL2030859A

NL2030859A - VESSEL AND METHOD THEREFORE

Info

Publication number: NL2030859A
Application number: NL2030859A
Authority: NL
Inventors: Maria Galama Anno
Original assignee: Maria Galama Anno; Hermannes Wassink
Priority date: 2022-02-09
Filing date: 2022-02-09
Publication date: 2023-08-15
Also published as: NL2030859B1

Abstract

1 1 UITTREKSEL De uitvinding heeft betrekking op een vaartuig, waarbij het vaartuig omvat: - een romp omvattende een longitudinale as die zich uitstrekt van een voorzijde naar een 5 achterzijde van het vaartuig, waarbij de romp verder een onderzijde omvat die is ingericht om tijdens varen in water te liggen; - een in of aan de onderzijde van de romp voorziene holle buis die zich in hoofdzaak parallel aan de longitudinale as uitstrekt; - een aan een voorzijde van de buis aangebracht aandrijfelement dat is ingericht om 10 water van de voorzijde van de romp door de buis naar de achterzijde van de romp te voeren; en - een aan of nabij een achterzijde van de buis aangebracht roer.EXTRACT The invention relates to a vessel, wherein the vessel comprises: - a hull comprising a longitudinal axis extending from a front to a rear side of the vessel, wherein the hull furthermore comprises an underside adapted to to lie in water; - a hollow tube provided in or on the underside of the hull and extending substantially parallel to the longitudinal axis; - a drive element arranged on a front side of the tube and adapted to carry water from the front side of the hull through the tube to the rear side of the hull; and - a rudder arranged on or near a rear side of the tube.

Description

VAARTUIG EN WERKWIJZE DAARVOORVESSEL AND METHOD THEREFORE

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een vaartuig, ook wel aangeduid als schip of boot. De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het aandrijven van het vaartuig, bijvoorbeeld een binnenvaartschip.The present invention relates to a vessel, also referred to as ship or boat. The invention further relates to a method for driving the vessel, for instance an inland vessel.

Uit de praktijk zijn vaartuigen bekend. Vaartuigen worden gewoonlijk aangedreven door een schroef die aan de achterzijde van het vaartuig is gepositioneerd. Door de rotatie van de schroef wordt het vaartuig door middel van stuwkracht in de vaarrichting vooruit gestuwd.Vessels are known from practice. Vessels are usually propelled by a propeller positioned at the rear of the vessel. The rotation of the propeller propels the vessel forward in the direction of travel by means of thrust.

Een nadeel van een dergelijke aandrijving is dat het vaartuig gaat hellen doordat aan de achterzijde van het vaartuig het water wordt weggevoerd door de schroef. Dit veroorzaakt een onderdruk van water aan de achterzijde van het vaartuig. Hierdoor bevindt de achterzijde van het vaartuig van het vaartuig tijdens het varen zich gewoonlijk op een lagere positie dan de voorzijde, waardoor het vaartuig als het ware schuin omhoog moet varen. Dit zorgt voor een verlies van stuwkracht. Een verder nadeel 1s dat door het vooruit duwen van het water aan de voorzijde van het vaartuig er een boeggolf wordt gecreëerd, wat ook een verlies van stuwkracht oplevert.A disadvantage of such a drive is that the vessel will heel because the water is carried away by the propeller at the rear of the vessel. This causes an underpressure of water at the rear of the vessel. As a result, the rear of the vessel is usually at a lower position than the front when sailing, as a result of which the vessel has to sail upwards, as it were. This causes a loss of thrust. A further disadvantage is that pushing the water forward at the front of the vessel creates a bow wave, which also results in a loss of thrust.

Het is bekend om de schroef voorop het vaartuig te plaatsen. Een nadeel hiervan is dat het vaartuig hierdoor minder wendbaar wordt.It is known to place the propeller in front of the vessel. A disadvantage of this is that it makes the vessel less manoeuvrable.

De onderhavige uitvinding heeft als doel om de bovengenoemde problemen op te lossen of ten minste te verminderen. In het bijzonder kan het een doel zijn van de uitvinding om een efficiëntere aandrijving voor een vaartuig te realiseren.The present invention aims to solve or at least mitigate the above problems. In particular, it may be an object of the invention to realize a more efficient propulsion for a vessel.

Dit doel wordt bereikt met een vaartuig volgens de vinding, waarbij het vaartuig omvat: - cen romp omvattende een longitudinale as die zich uitstrekt van een voorzijde naar een achterzijde van het vaartuig, waarbij de romp verder een onderzijde omvat die 1s ingericht om tijdens varen in water te liggen; - een in of aan de onderzijde van de romp voorziene holle buis die zich in hoofdzaak parallel aan de longitudinale as uitstrekt; - een aan een voorzijde van de buis aangebracht aandrijfelement dat is ingericht om water van de voorzijde van de romp door de buis naar de achterzijde van de romp te voeren; en - een aan of nabij een achterzijde van de buis aangebracht roer.This object is achieved with a vessel according to the invention, wherein the vessel comprises: - a hull comprising a longitudinal axis extending from a front to a rear side of the vessel, wherein the hull furthermore comprises an underside which is adapted to collapse during sailing in water to lie; - a hollow tube provided in or on the underside of the hull and extending substantially parallel to the longitudinal axis; - a drive element arranged on a front side of the tube and adapted to carry water from the front side of the hull through the tube to the rear side of the hull; and - a rudder arranged on or near a rear side of the tube.

Door de aan of in de romp van het vaartuig aangebrachte buis wordt het water door het aandrijfelement van de voorzijde van het vaartuig naar de achterzijde van het vaartuig gevoerd, zoals gezien in de gangbare vaarrichting. Hierdoor wordt aan de voorzijde van het vaartuig een onderdruk gecreëerd en aan de achterzijde van het vaartuig een overdruk. Dit heeft als voordeel dat het vaartuig van de overdruk naar de onderdruk vaart waardoor een efficiënte aandrijving wordt gerealiseerd. Als het ware glijdt het schip van de overdruk aan de achterzijde naar de onderdruk aan de voorzijde toe. Op deze manier wordt het vaartuig niet enkel door het aandrijfelement zelf aangedreven, echter ook door de gecreëerde overdruk en onderdruk.Through the tube arranged on or in the hull of the vessel, the water is carried by the drive element from the front of the vessel to the rear of the vessel, as seen in the usual direction of travel. This creates an underpressure at the front of the vessel and an overpressure at the rear of the vessel. The advantage of this is that the vessel moves from overpressure to underpressure, resulting in efficient propulsion. As it were, the ship slides from the overpressure at the rear to the underpressure at the front. In this way, the vessel is not only driven by the drive element itself, but also by the created overpressure and underpressure.

Een verder voordeel van het aan de voorzijde plaatsen van het aandrijfelement en het naar de achterzijde voeren van het water is dat een boeggolf wordt voorkomen. Dit vergroot de efficiéntie van het aandrijven van het vaartuig. Alternatief of aanvullend wordt het vaartuig horizontaler gehouden ten opzichte van het wateroppervlak dan een conventionele aandrijving waarbij het aandrijfelement aan de achterzijde van het vaartuig is voorzien. Een voordeel hiervan is dat de weerstand van het vaartuig tijdens het varen wordt verminderd.A further advantage of placing the drive element at the front and carrying the water to the rear is that a bow wave is prevented. This increases the efficiency of driving the vessel. Alternatively or additionally, the vessel is kept more horizontal with respect to the water surface than a conventional drive in which the drive element is provided at the rear of the vessel. An advantage of this is that the resistance of the vessel is reduced while sailing.

Bij voorkeur is het roer aangebracht in of nabij het einde van de buis. Hierdoor stroomt het water door de buis richting het roer waardoor het schip goed wendbaar is.Preferably, the rudder is located in or near the end of the tube. As a result, the water flows through the tube towards the rudder, making the ship very manoeuvrable.

De voorzijde en achterzijde van het vaartuig moeten worden gezien in de normale vaarrichting van het vaartuig, waarbij de voorzijde van het vaartuig vooruit vaart.The front and rear of the vessel should be viewed in the normal direction of travel of the vessel, with the front of the vessel moving forward.

De buis strekt zich uit tussen een vooropening aan de voorzijde en een achteropening aan de achterzijde van het vaartuig. De buis voor het doorvoeren van het water kan elke mogelijke doorsnede hebben die geschikt is voor het doorvoeren van water. Zo kan de doorsnede van de buis gezien in een longitudinale richting rond zijn. In een alternatieve uitvoeringsvorm is de doorsnede van de buis ovaal of rechthoekig. Ook het 1s mogelijk om verschillende vormen van doorsnedes van de buis te combineren, bijvoorbeeld waarbij een eerste deel een ronde doorsnede heeft en een tweede deel een ovale doorsnede.The tube extends between a front opening at the front and a rear opening at the rear of the vessel. The pipe for carrying the water can be of any diameter suitable for the passage of water. For example, the cross-section of the tube can be round when viewed in a longitudinal direction. In an alternative embodiment, the cross-section of the tube is oval or rectangular. It is also possible to combine different forms of cross-sections of the tube, for instance where a first part has a round cross-section and a second part has an oval cross-section.

De buis strekt zich in hoofdzaak parallel aan de longitudinale as van de romp uit. De buis strekt zich, gezien van een zijkant van de romp, bij voorkeur parallel aan de longitudinale as uit.The tube extends substantially parallel to the longitudinal axis of the hull. The tube, viewed from a side of the hull, preferably extends parallel to the longitudinal axis.

Gezien vanuit een bovenaanzicht strekt de buis zich bij voorkeur collineair uit ten opzichte van de longitudinale as.Viewed from a top view, the tube preferably extends collinearly with respect to the longitudinal axis.

De uitvinding kan worden toegepast op elk type vaartuig. bijvoorbeeld op passagiersschepen. vrachtschepen voor de zeevaart en vrachtschepen voor de binnenvaart.The invention can be applied to any type of vessel. for example on passenger ships. cargo ships for seagoing and cargo ships for inland navigation.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat de romp verder een aan de achterzijde van de romp voorzien stuwvlak dat 1s ingericht om het naar achteren gevoerde water om te zetten in een voorwaartse aandrijfkracht, waarbij een achterzijde van de buis uitkomt bij het stuwvlak.In an embodiment according to the invention, the hull further comprises a thrust surface provided at the rear of the hull, which is arranged to convert the water carried aft into a forward driving force, wherein a rear side of the tube ends at the thrust surface.

Het stuwvlak is gedefinieerd als het vlak van de onderzijde van de romp dat zich achter een achteropening van de buis bevindt. Het stuwvlak omvat een relatief groot oppervlakte van de romp. Een voordeel van het stuwvlak is dat door het stuwvlak de overdruk van het water aan de achterzijde van het vaartuig wordt omgezet In een voorwaartse aandrijving, doordat het stuwvlak van het vaartuig van de overdruk afglijdt. Optioneel heeft het stuwvlak een helling of andere geschikte vorm.The thrust plane is defined as the plane of the underside of the hull that is behind an aft opening of the tube. The thrust plane comprises a relatively large area of the fuselage. An advantage of the thrust surface is that the excess pressure of the water at the rear of the vessel is converted by the thrust surface into a forward drive, because the thrust surface of the vessel slides off the excess pressure. Optionally, the thrust surface has a ramp or other suitable shape.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat een lengte van het stuwvlak gezien in een longitudinale richting maximaal een helft van een romplengte, bij voorkeur maximaal één derde van een romplengte.In an embodiment according to the invention, a length of the dam surface, viewed in a longitudinal direction, comprises at most one half of a fuselage length, preferably at most one third of a fuselage length.

De romplengte van de romp is gedefinieerd als de lengte van de voorzijde tot de achterzijde van de romp langs de longitudinale as gemeten. Door bovengenoemde lengtes van de romp wordt een voldoende oppervlak van het stuwvlak gecreëerd, waardoor een optimale aandrijving van het vaartuig wordt gerealiseerd.The fuselage length of the fuselage is defined as the length from the front to the rear of the fuselage measured along the longitudinal axis. The above-mentioned lengths of the hull create a sufficient surface of the thrust surface, so that optimum propulsion of the vessel is achieved.

Bij voorkeur omvat de stuwvlak de gehele breedte van de onderzijde van de romp van het vaartuig. Optioneel heeft een deel van het stuwvlak een stuwende functie en een deel een andere functie, bijvoorbeeld als geleider, vin of stabilisator. Dit hang uiteraard mede af van het type en de afmeting van het vaartuig.Preferably, the thrust surface comprises the entire width of the underside of the hull of the vessel. Optionally, part of the thrust surface has a propulsive function and a part has another function, for example as a guide, fin or stabiliser. This of course also depends on the type and size of the vessel.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding is het stuwvlak gezien in een longitudinale richting V-vormig.In an embodiment according to the invention, the damming surface is V-shaped, viewed in a longitudinal direction.

Door het V-vormig zijn van het stuwvlak wordt het stuwvlak langs de longitudinale as van de romp opgedeeld in een linkerstuwvlak en een rechterstuwvlak. Het linkerstuwvlak en rechterstuwvlak zijn bij voorkeur vanaf de longitudinale as hellend omhoog gericht. Door de voorzien van een linker- en rechterstuwvlak wordt de overdruk aan de achterzijde van de romp efficiënt omgezet in een zijwaartse kracht. Dit vergroot de wendbaarheid van het vaartuig.Due to the V-shape of the thrust surface, the thrust plane is divided along the longitudinal axis of the hull into a left thrust plane and a right thruster plane. The left thrust plane and the right thruster plane are preferably inclined upwards from the longitudinal axis. By providing a left and right weir, the overpressure at the rear of the hull is efficiently converted into a lateral force. This increases the maneuverability of the vessel.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat het vaartuig een aantal in hoofdzaak parallel aan elkaar gepositioneerde buizen en een aantal daarmee geassocieerde aandrijfelementen, waarbij elk van de aandrijfelementen aan de voorzijde van hun respectieve buis is gepositioneerd.In an embodiment according to the invention, the vessel comprises a number of tubes positioned substantially parallel to each other and a number of drive elements associated therewith, each of the drive elements being positioned at the front of their respective tube.

Door het aantal buizen en het aantal aandrijfelementen wordt de hoeveelheid overdruk die wordt gerealiseerd aan de achterzijde van de romp vergroot. Dit heeft als voordeel dat het vaartuig een sterkere aandrijving verkrijgt.Due to the number of tubes and the number of drive elements, the amount of overpressure that is achieved at the rear of the hull is increased. This has the advantage that the vessel acquires a stronger propulsion.

Optioneel kan achter de achteropening van elke buis een daarmee geassocieerd roer worden aangebracht. Hierdoor wordt de wendbaarheid van het vaartuig vergroot. Optioneel kunnen er meerdere buizen achter één schroef worden voorzien. Optioneel kan er één buis worden voorzien in de romp waarbij er meerdere aandrijfelementen voor of in zijn geplaatst. Optioneel kunnen er een aantal buizen met een aantal vooropeningen zijn voorzien in of aan de romp, waarbij het aantal buizen samenkomt in een gezamenlijke uitlaatbuis.Optionally, an associated rudder may be fitted behind the rear opening of each tube. This increases the maneuverability of the vessel. Optionally, several tubes behind one screw can be provided. Optionally, one tube can be provided in the hull, with several drive elements placed in front of or in it. Optionally, a number of tubes with a number of front openings can be provided in or on the hull, the number of tubes converging in a common exhaust tube.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat het vaartuig drie buizen, waarbij één buis in hoofdzaak collineair aan de longitudinale as is gepositioneerd, en twee buizen aan weerskanten van de centrale buis in hoofdzaak parallel aan de longitudinale as zijn gepositioneerd. waarbij een aandrijfelement is aangebracht voor elk van de buizen. De twee buizen omvatten een linkerbuis en een rechterbuis die respectievelijk aan de linkerkant en rechterkant van de onderzijde van de romp zijn voorzien. Hierdoor kan door het selectief aandrijven van de aandrijfelementen voor de linker- of rechterbuis de overdruk aan de achterzijde naar de linker- of rechterkant van het vaartuig worden verplaatst. Op deze wijze kan eenvoudig de richting waarin het vaartuig vaart worden veranderd zonder het gebruik van een roer.In an embodiment according to the invention, the vessel comprises three tubes, one tube being positioned substantially collinear to the longitudinal axis, and two tubes on either side of the central tube being positioned substantially parallel to the longitudinal axis. wherein a drive element is provided for each of the tubes. The two tubes include a left tube and a right tube which are provided on the left and right sides of the underside of the hull respectively. As a result, by selectively driving the drive elements for the left or right tube, the overpressure at the rear can be moved to the left or right side of the vessel. In this way the direction in which the vessel is sailing can easily be changed without the use of a rudder.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat het aandrijfelement een schroef en/of pomp.In an embodiment according to the invention, the drive element comprises a screw and/or pump.

De schroef en de pomp zijn effectieve aandrijfelementen om het vaartuig aan te drijven. De schroef en de pomp zorgen enerzijds voor een stuwkracht door het verplaatsen van het water zelf, en anderzijds door het creëren van een overdruk aan de achterzijde van de romp.The propeller and the pump are effective driving elements to propel the vessel. The propeller and the pump provide thrust on the one hand by displacing the water itself, and on the other hand by creating an overpressure at the rear of the hull.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding zijn alle aandrijfelementen van het vaartuig aan de voorzijde van hun respectieve buizen gepositioneerd.In an embodiment according to the invention, all driving elements of the vessel are positioned at the front of their respective tubes.

Door het aan de voorzijde van het vaartuig of aan de voorzijde van de respectieve buizen positioneren van de wordt effectief een overdruk gerealiseerd. In het bijzonder wordt door het niet aan de achterzijde van de romp aanbrengen van de aandrijfelementen voorkomen dat de aandrijfelementen aan de achterzijde de daar gecreëerde overdruk van het water wegstuwen.An overpressure is effectively realized by positioning the at the front of the vessel or at the front of the respective tubes. In particular, not arranging the drive elements at the rear of the hull prevents the drive elements at the rear from pushing away the overpressure of the water created there.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding 1s de buis geïntegreerd in de romp gepositioneerd.In an embodiment according to the invention the tube is positioned integrated in the hull.

Het geïntegreerd voorzien van de buis in de romp omvat het deels verzonken zijn van de buis in de romp. Door het geïntegreerd in de romp positioneren van de buis wordt cen stevige constructie gerealiseerd. Dit voorkomt schade aan de buis wanneer de onderzijde van de romp over een bodem van het water schuurt. Een verder voordeel van het geïntegreerd zijn van de buis is dat de weerstand van de onderzijde van de romp tijdens het varen wordt verminderd omdat de vorm van de romp niet hoeft te worden aangepast aan de buis.The integrated provision of the tube in the hull means that the tube is partly recessed into the hull. A sturdy construction is achieved by positioning the tube integrated in the hull. This prevents damage to the tube when the bottom of the hull rubs against a bottom of the water. A further advantage of the tube being integrated is that the resistance of the underside of the hull is reduced during sailing because the shape of the hull does not have to be adapted to the tube.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding is de buis recht.In an embodiment according to the invention the tube is straight.

Onder een rechte buis moet worden begrepen dat de wand van de buis zich in longitudinale richting uitstrekt. Een voordeel van een rechte buis is dat het water dat door de aandrijfelementen door de buis wordt gevoerd zonder weerstand door de buis kan worden gevoerd.A straight pipe should be understood to mean that the wall of the pipe extends in the longitudinal direction. An advantage of a straight pipe is that the water fed through the pipe by the drive elements can pass through the pipe without resistance.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding is het aandrijfelement in de buis eepositioneerd.In an embodiment according to the invention, the drive element is positioned in the tube.

Door het in de buis positioneren van het aandrijfelement wordt het aandrijfelement beschermd tegen beschadiging wanneer de onderzijde van de romp tegen de bodem van het water schuurt. Dit vergroot de levensduur van het aandrijfelement.By positioning the drive element in the tube, the drive element is protected from damage when the underside of the hull rubs against the bottom of the water. This increases the service life of the drive element.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding ligt een afstand van het aandrijfelement tot een voorkant van de buis in het bereik van 10-100 centimeter, bij voorkeur in het bereik van 20-60 centimeter, en met de meeste voorkeur in het bereik van 30-50 centimeter.In an embodiment according to the invention, a distance from the drive element to a front side of the tube is in the range of 10-100 centimetres, preferably in the range of 20-60 centimetres, and most preferably in the range of 30-50 cm. centimeters.

De bovengenoemde afstanden realiseren een goede bescherming van het aandrijfelement.The above-mentioned distances realize good protection of the drive element.

De afstand wordt bij voorkeur gemeten vanaf de as van het aandrijfelement tot de vooropening van de buis.The distance is preferably measured from the axis of the drive element to the front opening of the tube.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding is het aandrijfelement voor de buis 5 gepositioneerd.In an embodiment according to the invention, the drive element is positioned in front of the tube 5.

Door het geheel of gedeeltelijk voor de buis positioneren van het aandrijfelement heeft het aandrijfelement meer waterinhoud om zich heen. Dit heeft als voordeel dat bij het achteruitvaren van het vaartuig de stuwkracht van het aandrijfelement wordt vergroot. Een voordeel hiervan is dat de manouvreerbaarheid van het vaartuig wordt vergroot. Dit heeft bijvoorbeeld positieve effecten bij het in sluizen varen, omdat daar de bewegingsruimte voor het vaartuig beperkt is.By positioning the drive element wholly or partly in front of the tube, the drive element has more water content around it. This has the advantage that the thrust of the drive element is increased when the vessel is sailing backwards. An advantage of this is that the maneuverability of the vessel is increased. This has positive effects when sailing in locks, for example, because the space for the vessel to move is limited there.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding ligt een afstand van het aandrijfelement tot een voorkant van de buis in het bereik van 1-30 centimeter. bij voorkeur in het bereik van 5-20 centimeter, en met de meeste voorkeur in het bereik van 10-15 centimeter.In an embodiment according to the invention, a distance from the drive element to a front side of the tube is in the range of 1-30 centimetres. preferably in the range of 5-20 centimeters, and most preferably in the range of 10-15 centimeters.

De bovengenoemde afstanden realiseren een goede stuwkracht voor het aandrijfelement tijdens het achteruitvaren. De afstand wordt bij voorkeur gemeten vanaf de as van het aandrijfelement tot de vooropening van de buis.The above-mentioned distances realize a good thrust for the drive element during reversing. The distance is preferably measured from the axis of the drive element to the front opening of the tube.

De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het aandrijven van een vaartuig, waarbij de werkwijze de stappen omvat: - het verschaffen van een vaartuig volgens een uitvoeringsvorm van de vinding: - het doorvoeren van water van de voorzijde van het vaartuig door de buis naar de achterzijde van het vaartuig; en - het varen van het vaartuig.The invention furthermore relates to a method for driving a vessel, the method comprising the steps of: - providing a vessel according to an embodiment of the invention: - feeding water from the front of the vessel through the pipe to the rear of the vessel; and - sailing the vessel.

De werkwijze heeft soortgelijke effecten en voordelen als beschreven voor het vaartuig.The method has similar effects and advantages as described for the vessel.

Verdere kenmerken, voordelen en details van de vinding worden beschreven aan de hand van uitvoeringsvormen daarvan, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekeningen, waarin tonen: - figuur 1A, een perspectivisch aanzicht van een vaartuig volgens de vinding; - figuur 1B, een achteraanzicht van een vaartuig volgens de vinding; - figuur 2A-B, een perspectivisch onderaanzicht van twee uitvoeringsvormen van een vaartuig volgens de vinding; - figuur 3A-B, een zijaanzicht van twee uitvoeringsvormen van een vaartuig volgens de vinding, en - figuur 4, een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm volgens de vinding.Further features, advantages and details of the invention are described on the basis of embodiments thereof, with reference being made to the appended drawings, in which: figure 1A shows a perspective view of a vessel according to the invention; figure 1B, a rear view of a vessel according to the invention; - figure 2A-B, a perspective bottom view of two embodiments of a vessel according to the invention; - figure 3A-B, a side view of two embodiments of a vessel according to the invention, and - figure 4, a perspective view of an embodiment according to the invention.

Schip 2 (figuur 1) is voorzien van romp 4 die een voorzijde 6 en een achterzijde 8 omvat.Ship 2 (Figure 1) is provided with a hull 4 comprising a front 6 and a rear 8.

Voorzijde 6 en achterzijde 8 zijn gedefinieerd ten opzichte van (normale) vaarrichting V. Romp 4 is verder voorzien van onderzijde 9. Onderzijde 9 is het deel van romp 4 dat in gebruik in of onder het water is gepositioneerd waarin schip 2 vaart.Front 6 and rear 8 are defined relative to (normal) sailing direction V. Hull 4 is furthermore provided with underside 9. Underside 9 is the part of hull 4 that is positioned in or under the water in use in which ship 2 is sailing.

Onderzijde 9 omvat buis 10. Buis 10 strekt zich uit van vooropening 12 tot achteropening 14. Vooropening 12 is gepositioneerd nabij voorzijde 6 van romp 4 en achteropening 14 is gepositioneerd nabij achterzijde 8 van romp 4. Buis 10 heeft in de getoonde uitvoeringsvorm een cirkelvormige dwarsdoorsnede. Buis 10 strekt zich in hoofdzaak parallel aan longitudinale as L van romp 4 uit. Achter achteropening 14 van buis 10 is roer 18 gepositioneerd. Roer 18 is ingericht om het water dat door buis 10 stroomt naar linkerzijde of rechterzijde te sturen, afhankelijk van de stand van roer 18. Roer 18 kan om as A roteren, zodat de stand van roervlak 19 kan worden aangepast.Bottom 9 includes tube 10. Tube 10 extends from front opening 12 to rear opening 14. Front opening 12 is positioned near front 6 of hull 4 and rear opening 14 is positioned near rear 8 of hull 4. Tube 10 in the embodiment shown has a circular cross-section . Tube 10 extends substantially parallel to longitudinal axis L of hull 4 . Rudder 18 is positioned behind rear opening 14 of tube 10. Rudder 18 is arranged to direct the water flowing through tube 10 to the left or right side, depending on the position of rudder 18. Rudder 18 can rotate about axis A, so that the position of rudder surface 19 can be adjusted.

Achteropening 14 van buis 10 mondt uit nabij stuwvlak 20. Stuwvlak 20 is gedefinieerd als het gedeelte van onderzijde 9 van romp 4 dat achter achteropening 14 van buis 10 is gepositioneerd. Stuwvlak 20 (figuur 1B) heeft in de getoonde uitvoeringsvorm een lichte V-vorm, gecreëerd door linkerstuwvlak 20a en rechterstuwvlak 20b, waarbij linkerstuwvlak 20a en rechterstuwvlak 20b vanaf buis 10 hellend omhoog lopen.Aft opening 14 of tube 10 opens out near weir surface 20. Weir surface 20 is defined as the portion of underside 9 of hull 4 positioned behind aft opening 14 of tube 10. In the embodiment shown, weir surface 20 (figure 1B) has a slight V-shape, created by left weir surface 20a and right weir surface 20b, with left weir surface 20a and right weir surface 20b sloping upwards from tube 10.

Schroef 16 (figuur 2A) is in een eerste vitvoeringsvorm nabij vooropening 12 van buis 10 en in buis 10 gepositioneerd. Afstand D1 tussen schroefbladen 17 en vooropening 12 van buis 10 bedraagt in de getoonde uitvoeringsvorm zo’n 15 centimeter. Door het in buis 10 positioneren van schroef 16 wordt schroef 16 beschermd tegen beschadiging, omdat buis 10 schroef 16 volledig omsluit.Screw 16 (FIG. 2A) is positioned in a first embodiment near front opening 12 of tube 10 and within tube 10 . Distance D1 between propeller blades 17 and front opening 12 of tube 10 is about 15 centimeters in the embodiment shown. By positioning screw 16 in tube 10, screw 16 is protected from damage, because tube 10 completely encloses screw 16.

Schroef 16 (figuur 2B) is in een tweede uitvoeringsvorm voor vooropening 12 van buis 10 gepositioneerd. Vooropening 12 is in de getoonde uitvoeringsvorm schum uitmonding gezien in gen dwarsrichting in een vlak parallel aan het wateroppervlak. De schuine uitmonding loopt van bovenkant 124 naar onderkant 12b en loopt naar achterzijde 8 van romp 4 toe. Schroef 16 is geplaatst op de positie van bovenkant 12a van vooropening 12. Door de schuine uitmonding is schroef 16 als geheel voor vooropenmg 12 gepositioneerd. Afstand D2 tussen schroefbladen 17 en onderkant 12b van vooropening 12 van buis 10 bedraagt in de getoonde uitvoeringsvorm zo’n 10 centimeter.Screw 16 (Figure 2B) is positioned in front of front opening 12 of tube 10 in a second embodiment. In the embodiment shown, front opening 12 is a wide opening, viewed in a transverse direction in a plane parallel to the water surface. The oblique outlet runs from top 124 to bottom 12b and tapers towards rear 8 of hull 4. Screw 16 is placed at the position of top 12a of front opening 12. Because of the oblique opening, screw 16 is positioned as a whole in front of front opening 12. Distance D2 between propeller blades 17 and bottom side 12b of front opening 12 of tube 10 is about 10 centimeters in the embodiment shown.

In figuren 3A en 3B zijn schepen 2 getekend tijdens varen. Schroef 16 wordt aangedreven waardoor schroefbladen 17 roteren. Door de rotatie van schroefbladen 17 wordt water 22 van vooropening 12 door buis 10 naar achteropening 14 gevoerd. Door het door buis 10 voeren van water 22 wordt water 22 van voorzijde 6 naar achterzijde 8 van romp 4 verplaatst. De verplaatsing van water 22 heeft als gevolg dat er aan voorzijde 6 van romp 4 een onderdruk N ontstaat, terwijl aan achterzijde 8 van romp 4 een overdruk O ontstaat. De overdruk aan water 22 duwt vervolgens tegen stuwvlak 20 aan. De kracht van overdruk aan water 22 zorgt ervoor dat stuwvlak 22 licht omhoog wordt getild. Dit zorgt voor een voorwaartse kracht op schip 2, waardoor schip 2 effectief door het water beweegt. Bijkomend zorgt overdruk N aan water 22 aan achterzijde 8 er ook voor dat schip 2 in hoofdzaak horizontaal ten opzichte van het wateroppervlak blijft varen, wat de weerstand van water 22 tijdens varen verminderd.In figures 3A and 3B ships 2 are drawn during sailing. Propeller 16 is driven causing propeller blades 17 to rotate. The rotation of propeller blades 17 carries water 22 from front port 12 through tube 10 to rear port 14 . Water 22 is displaced from front 6 to rear 8 of hull 4 by feeding water 22 through pipe 10 . The displacement of water 22 results in an underpressure N occurring at the front 6 of hull 4, while an overpressure O is created at the rear 8 of hull 4. The overpressure of water 22 then pushes against weir surface 20. The force of overpressure on water 22 ensures that weir surface 22 is lifted slightly upwards. This creates a forward force on ship 2, effectively moving ship 2 through the water. In addition, overpressure N of water 22 at rear 8 also ensures that ship 2 remains sailing substantially horizontally with respect to the water surface, which reduces the resistance of water 22 during sailing.

Schip 2 (figuur 4) omvat romp 4 met onderzijde 9. Aan onderzijde 9 van romp 4 zijn in deShip 2 (figure 4) comprises hull 4 with underside 9. At underside 9 of hull 4, in the

S getoonde uitvoeringsvorm drie buizen 10a, 10b, 10c aangebracht. Buis 10a is collineair met de longitudinale as aangebracht, terwijl buizen 10b, 10c aan weerskanten van buis 10a zijn aangebracht. Elk van buizen 10a, 10b, 10e zijn voorzien van respectievelijk aandrijfelementen 164, 16b, 16c die voor vooropeningen 124, 12b, 12¢ zijn gepositioneerd. Optioneel aangegeven zijn roeren 18b en 18c die respectievelijk achter achteropeningen 14b en 14e van buis 10b en 10c zijn aangebracht. Door buizen 10b en l0c en de voor vooropeningen 12b en 12c geplaatste aandrijfelementen 16b en 16c verkrijgt schip 2 een extra aandrijving. Alternatief of aanvullend kan de aandrijfkracht van aandrijfelementen 16b en 16c onafhankelijk van elkaar worden ingesteld, waardoor bijvoorbeeld aandrijfelement 16¢ uitgeschakeld kan worden en aandrijfelement 16b ingeschakeld voor het naar links wenden van schip 2, gezien in de gangbare vaarrichting V. Het is voor de vakman duidelijk dat de uitvoeringvorm waarbij meerdere buizen 10a, 10b, 10c¢ zijn voorzien ook kan worden gecombineerd met de uitvoeringsvorm zoals getoond in figuur 2A en 3A waarbij aandrijfelement 16 is voorzien in buis 10.In the embodiment shown, three tubes 10a, 10b, 10c are arranged. Tube 10a is arranged collinear with the longitudinal axis, while tubes 10b, 10c are arranged on opposite sides of tube 10a. Each of tubes 10a, 10b, 10e are provided with respective actuating elements 164, 16b, 16c positioned in front of front openings 124, 12b, 12¢. Optionally shown are rudders 18b and 18c mounted behind rear openings 14b and 14e of tube 10b and 10c, respectively. Through tubes 10b and 10c and the drive elements 16b and 16c placed in front of the front openings 12b and 12c, ship 2 obtains an additional drive. Alternatively or additionally, the driving force of driving elements 16b and 16c can be set independently of each other, so that, for example, driving element 16¢ can be switched off and driving element 16b switched on for turning ship 2 to the left, viewed in the usual sailing direction V. It is for the skilled person clear that the embodiment in which several tubes 10a, 10b, 10c¢ are provided can also be combined with the embodiment as shown in figures 2A and 3A in which drive element 16 is provided in tube 10.

Het is in een alternatieve uitvoeringsvorm ook mogelijk dat één of meer van buizen 10a, 10b, 10c onder een hoek met longitudinale as L is voorzien. Hierbij kunnen buizen 10a, 10b, 10¢ gezien in een richting loodrecht op de longitudinale as L en in het vlak van de ondergrond of het wateroppervlak van water 22 een hoek hebben voor het verkrijgen van extra aandrijfkracht.In an alternative embodiment it is also possible that one or more tubes 10a, 10b, 10c are provided at an angle to longitudinal axis L. Pipes 10a, 10b, 10¢, viewed in a direction perpendicular to the longitudinal axis L and in the plane of the subsoil or the water surface of water 22, can herein be angled to obtain additional driving force.

Alternatief of aanvullend kunnen buizen 10a, 10b, 10¢ gezien in een richting loodrecht op de longitudinale as L en loodrecht op het vlak de ondergrond of het wateroppervlak van water 22 een hoek hebben voor het verkrijgen van extra stabilisatie. Bij voorkeur zijn buizen 10b, 10¢ dan zo onder een hoek met longitudinale as L geplaatst dat achteropeningen 14b, I4c verder van buis 10a zijn verwijderd dan vooropeningen 12b, 12c. Het onder een hoek voorzien van één van buizen 10a, 10b, 10c kan ook worden toegepast op de uitvoeringsvormen van figuren 1-3.Alternatively or additionally, tubes 10a, 10b, 10¢ viewed in a direction perpendicular to the longitudinal axis L and perpendicular to the plane of the subsoil or water surface of water 22 may be angled to provide additional stabilization. Preferably, tubes 10b, 10¢ are then placed at an angle to longitudinal axis L such that rear openings 14b, 14c are farther from tube 10a than front openings 12b, 12c. Angled provision of one of tubes 10a, 10b, 10c can also be applied to the embodiments of Figures 1-3.

Roer 18 kan tijdens het varen gebruikt worden om schip 2 een bepaalde richting op te sturen. Door roer 18 om as A te draaien, kan roervlak 19 worden ingesteld op een gewenste richting. Door het stellen van roervlak 19 in een bepaalde richting kan water 22 dat uit achteropening 14 van buis 10 stroomt een bepaalde richting op worden gestuurd. Hierdoor wordt overdruk O, afhankelijk van de richting van roervlak 19, meer richting linkersutwvlak 20a of rechterstuwvlak 20b geduwd. Door de verhoogde overdruk op linkerstuwvlak 20a of rechterstuwvlak 20b wordt schip 2 respectievelijk naar rechts of naar links gestuurd. Hierdoor wordt een effectieve besturing van schip 2 verkregen.Rudder 18 can be used while sailing to steer ship 2 in a certain direction. By rotating rudder 18 about axis A, rudder pad 19 can be set to a desired direction. By setting the rudder surface 19 in a certain direction, water 22 flowing out of the rear opening 14 of tube 10 can be directed in a certain direction. As a result, depending on the direction of the rudder surface 19, overpressure O is pushed more towards the left thrust surface 20a or the right thrust surface 20b. Due to the increased overpressure on the left weir surface 20a or the right weir surface 20b, ship 2 is steered to the right or to the left, respectively. This results in effective steering of ship 2.

De onderhavige uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen daarvan.The present invention is by no means limited to the embodiments thereof described above.

De gevraagde bescherming wordt bepaald door de navolgende conclusies binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.The requested protection is determined by the following claims within the scope of which many modifications are conceivable.

Claims

CONCLUSIONS

I. Vessel, comprising: - a hull comprising a longitudinal axis extending from a front to a rear of the vessel, the hull further comprising an underside adapted to lie in water during sailing: - one in or on the hollow tube provided on the underside of the hull and extending substantially parallel to the longitudinal axis: - a drive element mounted on a front side of the tube and designed to carry water from the front of the hull through the tube to the rear of the hull ; and - a rudder arranged on or near a rear side of the tube.

2. Vessel according to claim 1, wherein the hull further comprises a thrust surface provided at the rear of the hull and arranged to convert the water carried aft into a forward propulsion force, with a rear end of the tube ending at the thrust surface.

3. Vessel according to claim 1 or 2, wherein a length of the thrust surface, viewed in a longitudinal direction, comprises at most one half of a hull length, preferably at most one third of a hull length.

4. Vessel as claimed in claim 2 or 3, wherein the thrust surface is V-shaped when viewed in a longitudinal direction.

5. Vessel according to one of the preceding claims. comprising a number of tubes positioned substantially parallel to each other and a number of drive elements associated therewith, each of the drive elements being positioned at the front of their respective tube.

6. Vessel as claimed in any of the foregoing claims, wherein the drive element comprises a screw and/or pump.

Vessel according to any one of the preceding claims, wherein all the propulsion elements of the vessel are positioned at the front of their respective tubes.

Vessel according to one of the preceding claims, in which the tube is positioned integrated in the hull.

Vessel according to one of the preceding claims, in which the tube is straight.

10. Vessel according to one of the preceding claims, in which the drive element is positioned in the tube.

Vessel according to claim 10, wherein a distance from the drive element to a front side of the tube is in the range of 10-100 centimetres, preferably in the range of 20-60 centimetres, and most preferably in the range of 30-50 centimeters.

12. Vessel according to one of claims 1-9. wherein the drive element is positioned in front of the tube.

Vessel according to claim 12, wherein a distance from the drive element to a front side of the tube is in the range of 1-30 centimetres, preferably in the range of 5-20 centimetres, and most preferably in the range of 10-15 centimeters.

A method for propelling a vessel, comprising: - providing a vessel according to any one of the preceding claims; - feeding water from the front of the vessel through the pipe to the rear of the vessel, and - sailing the vessel.