NL2030273B1 - Werkwijze voor het produceren van een verbinding - Google Patents

Werkwijze voor het produceren van een verbinding Download PDF

Info

Publication number
NL2030273B1
NL2030273B1 NL2030273A NL2030273A NL2030273B1 NL 2030273 B1 NL2030273 B1 NL 2030273B1 NL 2030273 A NL2030273 A NL 2030273A NL 2030273 A NL2030273 A NL 2030273A NL 2030273 B1 NL2030273 B1 NL 2030273B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
crop
compound
vector
plant
dna
Prior art date
Application number
NL2030273A
Other languages
English (en)
Inventor
Kers Martinus
Heijmans Klaas
Original Assignee
Plantlab Groep B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Plantlab Groep B V filed Critical Plantlab Groep B V
Priority to NL2030273A priority Critical patent/NL2030273B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2030273B1 publication Critical patent/NL2030273B1/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C12BIOCHEMISTRY; BEER; SPIRITS; WINE; VINEGAR; MICROBIOLOGY; ENZYMOLOGY; MUTATION OR GENETIC ENGINEERING
    • C12NMICROORGANISMS OR ENZYMES; COMPOSITIONS THEREOF; PROPAGATING, PRESERVING, OR MAINTAINING MICROORGANISMS; MUTATION OR GENETIC ENGINEERING; CULTURE MEDIA
    • C12N15/00Mutation or genetic engineering; DNA or RNA concerning genetic engineering, vectors, e.g. plasmids, or their isolation, preparation or purification; Use of hosts therefor
    • C12N15/09Recombinant DNA-technology
    • C12N15/63Introduction of foreign genetic material using vectors; Vectors; Use of hosts therefor; Regulation of expression
    • C12N15/79Vectors or expression systems specially adapted for eukaryotic hosts
    • C12N15/82Vectors or expression systems specially adapted for eukaryotic hosts for plant cells, e.g. plant artificial chromosomes (PACs)
    • C12N15/8241Phenotypically and genetically modified plants via recombinant DNA technology
    • C12N15/8242Phenotypically and genetically modified plants via recombinant DNA technology with non-agronomic quality (output) traits, e.g. for industrial processing; Value added, non-agronomic traits
    • C12N15/8257Phenotypically and genetically modified plants via recombinant DNA technology with non-agronomic quality (output) traits, e.g. for industrial processing; Value added, non-agronomic traits for the production of primary gene products, e.g. pharmaceutical products, interferon
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G7/00Botany in general
    • A01G7/04Electric or magnetic or acoustic treatment of plants for promoting growth
    • A01G7/045Electric or magnetic or acoustic treatment of plants for promoting growth with electric lighting
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/24Devices or systems for heating, ventilating, regulating temperature, illuminating, or watering, in greenhouses, forcing-frames, or the like
    • A01G9/245Conduits for heating by means of liquids, e.g. used as frame members or for soil heating
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G31/00Soilless cultivation, e.g. hydroponics
    • A01G31/02Special apparatus therefor
    • A01G31/06Hydroponic culture on racks or in stacked containers

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Genetics & Genomics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Bioinformatics & Cheminformatics (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Biotechnology (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Biophysics (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Cell Biology (AREA)
  • Forests & Forestry (AREA)
  • Pharmacology & Pharmacy (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Plant Pathology (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Microbiology (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • Botany (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Ecology (AREA)
  • Breeding Of Plants And Reproduction By Means Of Culturing (AREA)
  • Peptides Or Proteins (AREA)

Abstract

In een werkwijze voor het produceren van een verbinding, in het bijzonder een eiwitverbinding, wordt een genetische vector (50) verschaft met een DNA fragment (55) dat codeert voor expressie van de verbinding. De vector wordt geïntroduceerd in een celkern van een cel van een gewas met plant-eigen DNA, waarbij het DNA-fragment wordt overgebracht in het plant-eigen DNA en daarin tot expressie wordt gebracht. Het gewas wordt geteeld in een althans in hoofdzaak daglichtvrije althans in hoofdzaak gesloten omgeving (10) waarin een klimaatregeling is voorzien waarmee een ruimtelijk klimaat althans nagenoeg volledig wordt beheerst. Een ontwikkeling van het gewas wordt gestuurd door een gecontroleerd aanbod van een kunstlichtspectrum dat aan het gewas wordt aangeboden en door een beheersing van een verdamping door het gewas. Het DNA-fragment wordt gedurende de teelt in het gewas tot expressie gebracht en de geproduceerde phytoverbinding van het gewas geïsoleerd.

Description

Werkwijze voor het produceren van een verbinding
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het produceren van een verbinding, in het bijzonder een eiwitverbinding, waarbij een genetische vector wordt verschaft met een DNA fragment dat codeert voor expressie van de verbinding, waarbij de vector wordt geïntroduceerd in een celkern van een cel van een gewas met plant-eigen DNA, en waarbij het
DNA-fragment wordt overgebracht in het plant-eigen DNA en daarin tot expressie wordt gebracht.
Een werkwijze van de in de aanhef bedoelde soort leidt tot een transgeen gewas, waarbij het vreemde DNA-fragment is gefuseerd met het plant-eigen DNA om vervolgens in vivo in de plant tot expressie te komen. Het gaat daarbij in veel gevallen om eiwit-verbindingen voor medicinale toepassingen in welk geval ook wel wordt gesproken van “green pharming” of “bio pharming” waarbij het gewas dient als “bioreactor”. Door gebruik te maken van genetische modificatie en transgene gewassen, kan het gewas worden aangezet tot de productie van complexe eiwitverbindingen zoals phyto-hormonen en phyto-enzymen. Deze techniek luidt een nieuw biotechnologisch tijdperk in dat ruimbaan maakt voor de productie van dergelijke complexe phyto-verbindingen die langs synthetische weg niet of alleen met zeer veel moeite kunnen worden gerealiseerd maar nu van nature door het transgene gewas worden aangemaakt.
Een kritische stap in de ontwikkeling van het gewas is daarbij de transcriptie van het transgene
DNA-fragment op het oorspronkelijke plant-eigen DNA. Daartoe dient een daartoe geselecteerde vector een weg te vinden naar het chromosomenpakket in de plantencel. Deze stap is voor de plant invasief en niet zelden lijdt de plant daaronder, hetgeen uiteindelijk de opbrengst schaadt of zelfs tot sterfte kan leiden. Ook overigens is het wenselijk dat de in vivo productie op een hoogst reproduceerbare en controleerbare wijze plaatsvindt.
Met de onderhavige uitvinding wordt onder meer beoogd te voorzien in een werkwijze voor het produceren van verbindingen die daaraan in belangrijke mate bijdraagt.
Om het beoogde doel te bereiken, heeft een werkwijze van de in de aanhef beschreven soort volgens de uitvinding als kenmerk dat het gewas wordt geteeld in een althans in hoofdzaak daglichtvrije althans in hoofdzaak gesloten omgeving waarin een klimaatregeling is voorzien waarmee een ruimtelijk klimaat althans nagenoeg volledig wordt beheerst, dat een ontwikkeling van het gewas wordt gestuurd door een gecontroleerd aanbod van een kunstlichtspectrum dat aan het gewas wordt aangeboden en door een beheersing van een verdamping door het gewas, dat het DNA-fragment gedurende de teelt in het gewas tot expressie wordt gebracht, en dat de geproduceerde verbinding van het gewas wordt geisoleerd. Gebleken is dat onder de aangegeven groeicondities en controle daarop een praktisch identieke gewasontwikkeling kan worden bewerkstelligd over het gehele teeltveid. De planten zijn daardoor fenotyisch gelijk en daardoor zitten er in beginsel geen zwakkere exemplaren.
Hoewel de invasie van de coderende vector op zichzelf een aanslag op de gesteldheid van de plant zou kunnen betekenen, blijken de aldus opgekweekte planten in dusdanig goede en sterke conditie te verkeren dat zij daaronder niet noemenswaard lijken. Een vergelijkbare uniformiteit blijkt te gelden voor de aanmaak van de beoogde verbinding in het gewas gerekend over het teeltveld. Zowel de plantontwikkeling als de zuiverheid en opbrengst van de te verkrijgen verbinding is aldus in grote mate stuurbaar en reproduceerbaar, hetgeen een belangrijke factor en voorwaarde is voor een verdere opschaling van het productieproces.
Op zichzelf lenen verschillende technieken zich voor de introductie van de genetisch gemodificeerde vector in de celkern van de plant. Een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft in dat opzicht evenwel als kenmerk dat de vector in een genetisch gemodificeerd agrobacterium wordt ingebracht, in het bijzonder Agrobacterium
Radiobacter (Agrobacterium Tumefaciens) met een gemodificeerd plasmide dat het
DNA-fragment bevat dat codeert voor de aanmaak van de verbinding, en dat het gewas aan het agrobacterium wordt blootgesteld. Het agrobacterium draagt hierbij de bedoelde genetische informatie {Transfer-DNA), die codeert voor de aanmaak van de verbinding, als deel van een gemodificeerd plasmide dat met het oog daarop daarin kunstmatig werd geïncorporeerd.
Eenmaal in de plantencel is het agrobacterium in staat dit DNA-segment uit te scheiden om het te laten fuseren met het plant-eigen DNA van de cel, waarna de cel dit segment tot expressie laat komen als ware het (plant)eigen genetische informatie. Door uit te gaan van een agrobacterium of vergelijkbaar micro-organisme als vehikel voor transport van de vector naar binnen de plantencel volstaat een uitwendige blootstelling daaraan waarna een natuurlijk proliferatie autonoom op gang komt. Dit proces is aldus in hoge mate zelf regulerend en trefzeker.
Om het binnendringen van de vector in de plant te bevorderen, wordt doorgaans een incisie in het blad van de plant aangebracht. Het agrobacterium detecteert de wond in de plant en vindt zo zijn weg naar de plantencel met de beoogde celkern. Het ingesneden blad levert echter plantschade en de plant lijdt daar in zekere mate onder. Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding beoogt onder meer dergelijke plantschade te vermijden en is daartoe gekenmerkt doordat de vector in het gewas wordt geïntroduceerd door het gewas onder vacuüm, althans een onderdruk, te brengen en bij een verlaagde druk aan de vector bloot te stellen. Aldus wordt het agrobacterium bijvoorbeeld vanuit een daarmee verrijkte vloeistof of voedingsbodem naar binnen de plant gezogen zodra de onderdruk rondom de plant wordt weggenomen maar nog wel in de plantencel heerst. Het van het plasmide afkomstige DNA fragment dringt vervolgens door tot in de celkern van de cel om zich vervolgens in het plantgenoom te nestelen.
De werkwijze volgens de uitvinding leent zich vooral voor de expressie van complexe eiwit verbindingen die zich langs chemische weg niet of nauwelijks laten synthetiseren. In dat opzicht heeft een bijzonder uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding als kenmerk dat de verkregen verbinding in een farmaceuticum wordt toegepast dat een menselijk of dierlijk vaccin, enzym of hormoon omvat. Goede ervaringen zijn in dat opzicht opgedaan met een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de werkwijze die is gekenmerkt doordat voor het gewas één of meer tabaksplanten (Nicotiana tabacum) worden toegepast.
De uitvinding zal navolgend nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en een bijbehorende tekening. In de tekening toont:
Figuur 1 een uitvoeringsvoorbeeld van een teeltomgeving volgens uitvinding in een eerste stadium;
Figuur 2A-C een schematische weergave van een stap in een uitvoeringsvoorbeeld van de werkwijze volgens de uitvinding; en
Figuur 3 de teeltomgeving van figuur 1 in een gevorderd stadium.
Overigens zij daarbij opgemerkt dat de figuren zuiver schematisch en niet steeds op (eenzelfde) schaal zijn getekend. Met name kunnen terwille van de duidelijkheid sommige dimensies in meer of mindere mate overdreven zijn weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.
Kenmerkend voor de werkwijze volgens de uitvinding is dat deze in een volledig gesloten omgeving en onder nauwkeurig gecontroleerde en beheerste condities plaatsvindt. Daartoe wordt uitgegaan, zie figuur 1, van een daglichtvrije behuizing 10 waarin een gewas 1 volledig gecontroleerd onder invloed van kunstlicht 20 wordt geteeld. In figuur 1 is schematisch een teeltkamer weergegeven binnen een dergelijke behuizing, die een aantal van dergelijke teeltkamer, ook wel aangeduid als klimaatkamers of klimaatcellen, naast elkaar kan bevatten.
Voorafgaand aan het stadium van figuur 1 kan een ontkiemingskamer zijn voorzien, maar ook kan ontkieming in de getoonde kamer plaatsvinden. Het gaat in dit voorbeeld om de teelt van tabaksplanten {Nicotiana tabacum).
Het ruimtelijke klimaat binnen de kamer 10 wordt volledig beheerst door niet nader weergegeven conditioneringsmiddelen waarmee onder meer een omgevingstemperatuur, luchtvochtigheid en kooldioxidegehalte in de kamer 10 nauwgezet wordt gevolgd en op of rondom een vooraf ingestelde waarde worden gehouden. Aldus kunnen deze omgevingsfactoren worden afgestemd op het stadium waarin het gewas verkeert en bijvoorbeeld in een ontkiemingsfase anders worden opgelegd dan in een later groeistadium van het gewas. Wordt daarentegen gebruik gemaakt van een afzonderlijke ontkiemingskamer of stekkamer dan kan daarin voortdurend een daarop toegespitst klimaat worden gehandhaafd, waarna het gewas na tot ontwikkeling te zijn gekomen wordt overgebracht naar de getoonde klimaatkamer om daarin verder te worden opgekweekt.
Conform de uitvinding worden alle groeifactoren die cruciaal zijn voor de fenotypische gewasontwikkeling in de klimaatkamer gestuurd en nauwkeurig bewaakt. Het gaat daarbij vooral om fotosynthetisch actieve straling (PAR) waaraan het gewas gedurende de teelt wordt blootgesteld en die volledig door middel van kunstlichtarmaturen 20 wordt verzorgd. De kunstlichtarmaturen 20 omvatten daartoe twee sets van lichtgevende diodes (LEDs) 21,22 die respectievelijk in het rood tussen 600 en 700 nm en in het blauw tussen 400 en 500 nm straling {licht} afgeven. Daarmee worden de golflengten bestreken die het gewas nodig heeft voor de lichtreactie van de fotosynthese. Behalve het aangeboden spectrum wordt bovendien de intensiteit van beide golflengten afgestemd op het gewas en ook wordt een dag/nacht cyclus daarmee kunstmatig nagebootst en opgelegd.
Behalve het actinische kunstlichtspectrum waaraan het gewas wordt onderworpen, wordt ook de verdamping door het gewas kunstmatig opgelegd en bepaald. Hierin ligt het inzicht ten grondslag dat niet alleen voor een celontwikkeling (strekking) maar ook voor een effectieve en efficiënte fotosynthese een gestage sapstroom door het gewas onontbeerlijk is. Deze sapstroom wordt conform de uitvinding onderhouden en gestuurd door middel van een delicaat samenspel van een worteltemperatuur die aan een wortelstelsel van het gewas wordt opgelegd en een bladtemperatuur van het bladstelsel die door middel van daartoe voorziene bladverwarmingsmiddelen afzonderlijk van de omgevingstemperatuur kan worden beïnvloed.
De bladverwarmingsmiddelen omvatten in dit voorbeeld afzonderlijke infraroodstralers 30 waarmee eventueel extra infraroodstraling aan het bladstelsel kan worden afgegeven bovenop de infraroodstraling die door het kunstlichtarmatuur 20 wordt uitgestraald. Eventueel kunnen de armaturen 20 nog zijn voorzien van een actieve koeling van daarin of daarbij voorziene koelleidingen en/of koellichamen waardoorheen een koelmedium circuleert om de hoeveelheid infraroodstraling die wordt afgegeven te reduceren,
Voor het wortelstelsel is een stelsel van leidingen 40 voorzien dat in warmte uitwisselend contact vereert met een teeltsubstraat 5 waarin het gewas wordt gehouden. Hiermee kan een worteltemperatuur zowel omhoog als omlaag worden gestuurd door een temperatuur van een medium dat door de leidingen 40 circuleert met een thermostatisch regeling overeenkomstig hoger of lager in te stellen. In de figuur is uitgegaan van een teelt in afzonderlijke potten die bijvoorbeeld zijn gevuld met teelaarde of glas/steenwol als teeltsubstraat. In plaats daarvan kan echter ook worden uitgegaan van een hydrocultuur waarbij het wortelstelsel van de afzonderlijke planten in een gemeenschappelijk bad worden gehouden. In dat geval wordt de badtemperatuur thermostatisch geregeld om de gewenste worteltemperatuur te creëren.
Gedurende de ontwikkeling van het gewas worden daaraan nog nodige voedingsstoffen en bewatering toegediend. Al met al zijn aldus alle factoren die de fenotypische ontwikkeling van het gewas bepalen volgens deze teeltwijze strikt controleerbaar en daarmee strikt reproduceerbaar. Daarmee kan onder meer worden verzekert dat het gewas na het stadium van figuur in een optimale conditie verkeert om het opvolgende stadium te ondergaan dat in figuur 2A-2C schematisch in weergegeven.
Figuur 2A toont een plasmide 50, oftewel een stabiele op zichzelf staande, meestal ringvormige, DNA-structuur die zichzelf kan vermeerderen in een gastcel. Plasmides komen vrij in de natuur voor, bijvoorbeeld in bacteriën als zelfstandig DNA-segment buiten het chromosomale DNA. Een voorbeeld van een dergelijke bacterie is een agrobacterie
Agrobacterium Radiobacter die schematisch in figuur 2B is weergegeven en gewoonlijk ook wel wordt aangeduid als Agrobacterium Tumefaciens. Door middel van recombinant DNA technieken, die voor de gemiddelde vakman voldoende bekend worden verondersteld, wordt in het plasmide van figuur 2A een segment 55 (T-DNA) geplaatst dat codeert voor de aanmaak van de te produceren eiwitverbinding. In dit voorbeeld gaat het daarbij om een mRNA segment dat als humaan of dierlijk vaccin zal worden toegepast.
Het plasmide 50 wordt toegepast als genetische vector die dit T-DNA segment 55 overbrengt naar de plantencel en incorporeert in het plant-eigen DNA. Dit plasmide 50 wordt daartoe ingebracht in de bacterie 60 van figuur 2B. Eventueel kan het plasmide nog zijn voorzien van een gen dat codeert voor resistentie tegen antibiotica. De bacteriën waarin het gemodificeerde, althans recombinante, plasmide 50 werd geïntroduceerd, zullen aldus een resistentie tegen een antibioticum ontwikkelen, terwijl andere bacteriën daardoor gedood zullen worden. Na deze selectie worden de levende bacteriën 60 op een voedingsbodem 65 vermenigvuldigd en in een autoclaaf 70 bij het gewas gebracht, zie figuur 2C.
De autoclaaf 70 voorziet in pompmiddelen waarmee daarbinnen een vacuum, althans onderdruk, kan worden opgebouwd en onderhouden. Het gewas 1 wordt bij deze onderdruk aan het agrobacterium 60 blootgesteld waardoor het agrobacterium 60 het gewas kan binnendringen. Eenmaal bij één plantcel zorgen chemische receptoren in de bacterie 60 ervoor dat het gemodificeerde plasmide 50 naar de celkern van de plant migreert om daar het
Transfer-DNA segment 55 over te brengen op het plant-eigen genoom. Vervolgens wordt het gewas weer overgebracht naar een klimaatkamer, zie figuur 3, waarin het gewas verder tot ontwikkeling wordt gebracht. Het T-DNA dat door transcriptie vanuit het plasmide nu deel uitmaakt van het plant-eigen DNA komt nu tot expressie waardoor de plant nu de beoogde eiwitverbinding zal aanmaken. Door ook nu weer de groeifactoren, zoals hiervoor werd beschreven, nauwkeurig te bewaken en te beheersen, is ook dit verdere verloop van de teelt in hoge mate reproduceerbaar en stuurbaar. Niet alleen wordt aldus een hoge opbrengst aan inhoudstoffen verkregen, maar ook wordt door een dergelijke fenotypische sturing en bewaking een grote zuiverheid bereikt. De aldus in vivo geproduceerde phyto-verbding wordt uiteindelijk uit het gewas geïsoleerd, gebruikmakend van op zichzelf bekende scheidingstechnieken.
Hoewel de uitvinding hiervoor aan de hand van louter een enkele uitvoeringsvoorbeeld nader werd toegelicht, moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt.
Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk.

Claims (9)

Conclusies:
1. Werkwijze voor het produceren van een verbinding, in het bijzonder een eiwitverbinding, waarbij een genetische vector wordt verschaft met een DNA fragment dat codeert voor expressie van de verbinding, waarbij de vector wordt geintroduceerd in een celkern van een cel van een gewas met plant-eigen DNA, en waarbij het DNA-fragment wordt overgebracht in het plant-eigen DNA en daarin tot expressie wordt gebracht, met het kenmerk dat het gewas wordt geteeld in een althans in hoofdzaak daglichtvrije althans in hoofdzaak gesloten omgeving waarin een klimaatregeling is voorzien waarmee een ruimtelijk klimaat althans nagenoeg volledig wordt beheerst, dat een ontwikkeling van het gewas wordt gestuurd door een gecontroleerd aanbod van een kunstlichtspectrum dat aan het gewas wordt aangeboden en door een beheersing van een verdamping door het gewas, dat het DNA-fragment gedurende de teelt in het gewas tot expressie wordt gebracht, en dat de geproduceerde verbinding van het gewas wordt geïsoleerd.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de vector in een genetisch gemodificeerd agrobacterium wordt ingebracht, in het bijzonder Agrobacterium Radiobacter (Agrobacterium Tumefaciens) met een gemodificeerd plasmide dat het DNA-fragment bevat dat codeert voor de aanmaak van de verbinding, en dat het gewas aan het agrobacterium wordt blootgesteld.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de vector in het gewas wordt geïntroduceerd door het gewas onder vacuüm, althans een onderdruk, te brengen en bij een verlaagde druk aan de vector bloot te stellen.
4. Werkwijze volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de verkregen verbinding in een farmaceuticum wordt toegepast dat een menselijk of dierlijk vaccin, enzym of hormoon omvat.
5. Werkwijze volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een stelsel lichtgevende diodes (LEDs) wordt toegepast als lichtbron voor het verschaffen van het kunstlichtspectrum.
6. Werkwijze volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de verdamping door het gewas wordt gereguleerd door een gebalanceerde afstemming tussen een worteltemperatuur van een wortelstelsel van het gewas en een bladtemperatuur van een bladstelsel van het gewas.
7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk dat het wortelstelsel van het gewas in warmte-uitwisselend contact met een teeltsubstraat wordt gehouden dat is voorzien van een instelbare thermostatisch regeling die aan het wortelstelsel een instelbare worteltemperatuur oplegt.
8. Werkwijze volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk dat het bladstelse! wordt onderworpen aan infra-rood straling van een warmtebron die aan het bladstelsel een gedefinieerde bladtemperatuur oplegt, in het bijzonder een gedefinieerd temperatuurverschil met de ruimtetemperatuur in de gesloten omgeving.
9. Werkwijze volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat voor het gewas één of meer tabaksplanten (Nicotiana tabacum) worden toegepast.
NL2030273A 2021-12-23 2021-12-23 Werkwijze voor het produceren van een verbinding NL2030273B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2030273A NL2030273B1 (nl) 2021-12-23 2021-12-23 Werkwijze voor het produceren van een verbinding

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2030273A NL2030273B1 (nl) 2021-12-23 2021-12-23 Werkwijze voor het produceren van een verbinding

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2030273B1 true NL2030273B1 (nl) 2023-06-29

Family

ID=79830988

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2030273A NL2030273B1 (nl) 2021-12-23 2021-12-23 Werkwijze voor het produceren van een verbinding

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2030273B1 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2003012035A2 (en) * 2001-07-27 2003-02-13 Icon Genetics, Inc. Commercial use of arabidopsis for production of human and animal therapeutic and diagnostic proteins
EP1374665A1 (en) * 2001-02-28 2004-01-02 CCS Inc. Method of cultivating plant and illuminator for cultivating plant
WO2010044662A1 (en) * 2008-10-13 2010-04-22 Croppings Groep B.V. System and method for growing a plant in an at least partly conditioned environment
WO2012067499A1 (en) * 2010-11-16 2012-05-24 Plantlab Groep B.V. Growth system and method for growing a plant in a conditioned environment
WO2018101829A2 (en) * 2016-12-01 2018-06-07 Plantlab Groep B.V. Method for cultivating a crop, crop production unit and crop production system

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1374665A1 (en) * 2001-02-28 2004-01-02 CCS Inc. Method of cultivating plant and illuminator for cultivating plant
WO2003012035A2 (en) * 2001-07-27 2003-02-13 Icon Genetics, Inc. Commercial use of arabidopsis for production of human and animal therapeutic and diagnostic proteins
WO2010044662A1 (en) * 2008-10-13 2010-04-22 Croppings Groep B.V. System and method for growing a plant in an at least partly conditioned environment
WO2012067499A1 (en) * 2010-11-16 2012-05-24 Plantlab Groep B.V. Growth system and method for growing a plant in a conditioned environment
WO2018101829A2 (en) * 2016-12-01 2018-06-07 Plantlab Groep B.V. Method for cultivating a crop, crop production unit and crop production system

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
HUEBBERS J W ET AL: "On the verge of the market - Plant factories for the automated and standardized production of biopharmaceuticals", BIOTECHNOLOGY ADVANCES, ELSEVIER PUBLISHING, BARKING, GB, vol. 46, 14 December 2020 (2020-12-14), XP086429447, ISSN: 0734-9750, [retrieved on 20201214], DOI: 10.1016/J.BIOTECHADV.2020.107681 *

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Carotti et al. Plant factories are heating up: Hunting for the best combination of light intensity, air temperature and root-zone temperature in lettuce production
Kristiansen et al. Effects of donor plant temperature, photoperiod, and age on anther culture response of Capsicum annuum L.
Harwood A protocol for high-throughput Agrobacterium-mediated barley transformation
Yamori et al. Feasibility study of rice growth in plant factories
Hohe et al. From axenic spore germination to molecular farming: one century of bryophyte in vitro culture
FI2893800T3 (fi) Järjestelmä ja menetelmä kasvin kasvattamiseksi ainakin osittain säädellyssä ympäristössä
Ali et al. Simplified floral dip transformation method of Arabidopsis thaliana
CN114980730B (zh) 闭环、加压和无菌、受控微环境栽培
US20110178275A1 (en) Industrial plant-based production of animal-free recombinant proteins in defined environment
JPH029378A (ja) 形質転換植物の製造方法及び形質転換された植物
CN104170644A (zh) 一种超高产小麦新品种的培育方法
NL2030273B1 (nl) Werkwijze voor het produceren van een verbinding
EP3505634A1 (fr) Methode de production d'allergenes recombinants de haute qualite dans une plante
CN117187294B (zh) BnaC5.ACBP4基因在提高植物耐水淹性中的应用
KR101724400B1 (ko) 인삼의 수경재배 방법
KR20180073086A (ko) 애기장대의 재배방법
CN107312794B (zh) 玫瑰RrNUDX1基因在改变植物花期中的应用
Misu et al. High-quality tomato seedling production system using artificial light
NL2017907B1 (nl) Werkwijze voor het telen van een gewas, gewasproductie-eenheid en gewasproductie-systeem.
RU2715604C1 (ru) Способ получения оздоровленных миниклубней картофеля
JP2012152151A (ja) 分子診断型植物工場及び分子診断方法
JP2002272272A (ja) 人工光を用いたアブラナ科植物の育苗装置および育苗方法
Goto Production of pharmaceutical materials using genetically modified plants grown under artificial lighting
Millam et al. Soil-free techniques
CN105830919A (zh) 一种红秋葵的组织培养方法