NL2030010B1 - Waterafgifte-inrichting - Google Patents

Waterafgifte-inrichting Download PDF

Info

Publication number
NL2030010B1
NL2030010B1 NL2030010A NL2030010A NL2030010B1 NL 2030010 B1 NL2030010 B1 NL 2030010B1 NL 2030010 A NL2030010 A NL 2030010A NL 2030010 A NL2030010 A NL 2030010A NL 2030010 B1 NL2030010 B1 NL 2030010B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
water
hot water
temperature
reservoir
hot
Prior art date
Application number
NL2030010A
Other languages
English (en)
Inventor
Oosting Jan
Theodoor Peteri Niels
Gillis Jacobus De Rijke Laurens
Original Assignee
Quooker Int B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Quooker Int B V filed Critical Quooker Int B V
Priority to NL2030010A priority Critical patent/NL2030010B1/nl
Priority to CA3238263A priority patent/CA3238263A1/en
Priority to TW111146426A priority patent/TW202332870A/zh
Priority to PCT/NL2022/050698 priority patent/WO2023101557A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2030010B1 publication Critical patent/NL2030010B1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24HFLUID HEATERS, e.g. WATER OR AIR HEATERS, HAVING HEAT-GENERATING MEANS, e.g. HEAT PUMPS, IN GENERAL
    • F24H1/00Water heaters, e.g. boilers, continuous-flow heaters or water-storage heaters
    • F24H1/10Continuous-flow heaters, i.e. heaters in which heat is generated only while the water is flowing, e.g. with direct contact of the water with the heating medium
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D1/00Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
    • B67D1/0003Apparatus or devices for dispensing beverages on draught the beverage being a single liquid
    • B67D1/0014Apparatus or devices for dispensing beverages on draught the beverage being a single liquid the beverage being supplied from water mains
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D1/00Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
    • B67D1/08Details
    • B67D1/0895Heating arrangements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03CDOMESTIC PLUMBING INSTALLATIONS FOR FRESH WATER OR WASTE WATER; SINKS
    • E03C1/00Domestic plumbing installations for fresh water or waste water; Sinks
    • E03C1/02Plumbing installations for fresh water
    • E03C1/04Water-basin installations specially adapted to wash-basins or baths
    • E03C1/0411Taps specially designed for dispensing boiling water
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24DDOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
    • F24D17/00Domestic hot-water supply systems
    • F24D17/0073Arrangements for preventing the occurrence or proliferation of microorganisms in the water
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D2210/00Indexing scheme relating to aspects and details of apparatus or devices for dispensing beverages on draught or for controlling flow of liquids under gravity from storage containers for dispensing purposes
    • B67D2210/00002Purifying means
    • B67D2210/00013Sterilising means
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D2210/00Indexing scheme relating to aspects and details of apparatus or devices for dispensing beverages on draught or for controlling flow of liquids under gravity from storage containers for dispensing purposes
    • B67D2210/00028Constructional details
    • B67D2210/00099Temperature control
    • B67D2210/00118Heating and cooling

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Hydrology & Water Resources (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Devices For Dispensing Beverages (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een waterafgifte-inrichting voor het afgeven van consumptiewater, omvattende: 5 - een heetwaterreservoir ingericht voor het houden van heet water op een temperatuur van ten minste 90 °C, omvattende: - een heetwaterreservoirtoevoer voor het toevoeren van vers water aan het heetwaterreservoir, - een heetwaterreservoirafvoer voor het uit het heetwaterreservoir afvoeren van heet 10 water, - een leiding voor het, in een aftapmodus van de waterafgifte-inrichting, leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C naar een aftappunt, waarbij de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C in vloeistofverbinding is met de heetwaterreservoirafvoer, en waarbij het in de aftapmodus af te geven water met een 15 temperatuur van lager dan 65 °C ten minste gedeeltelijk afkomstig is uit het heetwaterreservoir, met het kenmerk, dat de waterafgifte-inrichting omvat: - een inlaatklep die is ingericht om instroom van vers water in de heetwaterreservoirtoevoer toe te laten of te blokkeren, 20 - een retourleiding die de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C verbindt met het heetwaterreservoir voor het terugleiden van water van de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C naar het heetwaterreservoir, - een retourklep aangebracht in de retourleiding om stroming van water door de 25 retourleiding toe te laten of te blokkeren, zodanig dat door middel van het blokkeren van de inlaatklep en het openen van de retourklep een circulatiecircuit wordt gevormd, waarbij in het circulatiecircuit een pomp is voorzien voor het pompen van water, waarbij water dat uit het heetwaterreservoir wordt afgegeven in de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C via de 30 retourleiding wordt teruggevoerd naar het heetwaterreservoir voor het tenminste gedeeltelijk steriliseren van de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C. 29

Description

P34852NLO0/MVM
Titel: Waterafgifte-inrichting
De uitvinding heeft betrekking op een waterafgifte-inrichting voor het afgeven van consumptiewater.
Verschillende waterafgifte-inrichtingen zijn bekend die zijn ingericht voor het afgeven van consumptiewater. Het is gewenst dat dergelijk water wordt afgegeven via leidingen die vrij zijn van bacteriën.
De bacteriën kunnen bij ingebruikname reeds aanwezig zijn in de verschillende leidingen of via vers water dat vanuit een algemeen waterleidingnetwerk worden toegevoerd, in de leiding terecht komen. Ook is het mogelijk dat bacteriën vanaf een afgiftepunt voor het afgeven van het water, bijvoorbeeld een in een keuken geplaatste kraan, in de waterleiding terecht komen.
Het is een doel van de uitvinding om een waterafgifte-inrichting voor het afgeven van consumptiewater te verschaffen, waarbij het water een temperatuur van lager dan 65 °C kan hebben, en waarbij de kans op aanwezigheid van bacteriën in de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C aanzienlijk lager is of kan worden gemaakt.
De uitvinding verschaft daartoe de waterafgifte-inrichting volgens conclusie 1.
De waterafgifte-inrichting volgens de uitvinding omvat een heetwaterreservoir ingericht voor het houden van heet water op een temperatuur van ten minste 90 °C. Een dergelijk heetwaterreservoir is bekend voor het afgeven van consumptiewater. Het heetwaterreservoir wordt bijvoorbeeld toegepast voor het afgeven van heet water, bijvoorbeeld kokend water met een temperatuur van 100 °C bij het verlaten van de kraan.
Het hete water kan ook gebruikt worden om te mengen met koud water om warm water te verschaffen. Hiermee wordt voorkomen dat warm water, van bijvoorbeeld 40 °C, langere tijd in een reservoir op deze temperatuur wordt gehouden, wat nadelig is omdat juist bij een dergelijke temperatuur bacteriën goed kunnen groeien.
Het is mogelijk om het water uit het heetwaterreservoir af te koelen om het af te geven als gekoeld water. Dit water kan direct na afkoelen worden afgegeven of eerst nog in een koudwaterreservoir worden opgeslagen.
In beide gevallen wordt er gebruik gemaakt van water van boven de 90°C, bijvoorbeeld van 105 °C of meer, dat door koelen of mengen wordt afgekoeld in een leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C.
De waterafgifte-inrichting heeft bijvoorbeeld een standbymodus waarin geen water door de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C wordt afgegeven en een aftapmodus voor bijvoorbeeld gekoeld water, afgekoeld water of mengwater dat ten minste gedeeltelijk afkomstig is uit het heetwaterreservoir met een temperatuur lager dan 65 °C en door de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C wordt afgegeven.
Volgens de uitvinding omvat de waterafgifte-inrichting een inlaatklep die is ingericht om instroom van vers water in de heetwaterreservoirtoevoer toe te laten of te blokkeren, een retourleiding die de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C verbindt met de heetwaterreservoirtoevoer voor het terugleiden van water van de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C naar het heetwaterreservoir, en een retourklep aangebracht in de retourleiding om stroming van water door de retourleiding toe te laten of te blokkeren.
Deze configuratie maakt het mogelijk om, in een sterilisatiemodus, door middel van het blokkeren van de inlaatklep en het openen van de retourklep een circulatiecircuit te vormen. In het circulatiecircuit is een pomp voorzien voor het rondpompen van water door het circulatiecircuit. Hiermee is het mogelijk om water dat uit het heetwaterreservoir wordt afgegeven in de leiding voor het, althans in een aftapmodus, leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C via de retourleiding terug te voeren naar het heetwaterreservoir voor het tenminste gedeeltelijk steriliseren van de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C.
Een voordeel van het met een circulatiecircuit steriliseren van de leiding van water meteen temperatuur van lager dan 65 °C is dat het niet vereist is om het hete water dat gebruikt wordt voor het steriliseren, als heet of kokend water of als stoom af te geven via een kraan of dergelijke, maar dat het tijdens de sterilisatiemodus in het circulatiecircuit kan blijven.
In een uitvoeringsvorm, omvat de waterafgifte-inrichting een koelinrichting voor het afkoelen van het hete water uit het heetwaterreservoir tot water met een temperatuur van lager dan 65 °C en/of een meng-inrichting voor het mengen van het hete water uit het heetwaterreservoir met koud water tot water met een temperatuur van lager dan 65 °C.
Door koelen of mengen kan het water uit het heetwaterreservoir worden afgekoeld tot een temperatuur beneden de 65 graden, zodat de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C, in de aftapmodus wordt gebruikt voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C.
In een uitvoeringsvorm omvat de waterafgifte-inrichting: - een koudwaterreservoir ingericht voor het houden van gekoeld water op een temperatuur van ten hoogste 20 °C, omvattende: - een met de heetwaterreservoirafvoer verbonden koudwaterreservoirtoevoer voor het toevoeren van water uit het heetwaterreservoir aan het koudwaterreservoir, 2
- een koudwaterreservoirafvoer voor het afgeven van gekoeld water uit het koudwaterreservoir in de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C.
In deze uitvoeringsvorm wordt het hete water uit het heetwaterreservoir toegevoerd aan een koudwaterreservoir waar het water wordt gekoeld tot en/of wordt gehouden op een temperatuur van ten hoogste 20 °C.
Het koudwaterreservoir kan een koelinrichting omvatten om het gekoelde water op een gewenste temperatuur te houden. De koelinrichting kan elke geschikte inrichting zijn voor het afkoelen en/of op de gewenste temperatuur houden van het gekoelde water.
Het gekoelde water kan vervolgens via een kraan worden afgegeven als gekoeld water. Het koudwaterreservoir en/of de bijbehorende leidingen kunnen deel zijn van het circulatiecircuit waarmee deze leidingen kunnen worden gesteriliseerd.
In een uitvoeringsvorm omvat de waterafgifte-inrichting: - een warmtewisselaar omvattende: - een eerste warmtewisselleiding met een eerste inlaat en een eerste uitlaat, en - een tweede warmtewisselleiding met een tweede inlaat en een tweede uitlaat, waarbij de eerste warmtewisselleiding en de tweede warmtewisselleiding zijn ingericht om warmte met elkaar uit te wisselen.
Hierbij kan de eerste inlaat zijn verbonden met de heetwaterreservoirafvoer en de eerste uitlaat zijn verbonden met de koudwaterreservoirtoevoer, en waarbij de tweede inlaat aan te sluiten is op een verswaterleiding en de tweede uitlaat is verbonden met de heetwaterreservoirtoevoer.
Het afgekoelde water kan worden toegevoerd aan het koudwaterreservoir. Het voordeel hiervan is dat de warmte van het hete water dat vervolgens wordt afgekoeld in het koudwaterreservoir niet geheel verloren gaat maar wordt overgedragen in de warmtewisselaar naar het verse water dat naar de heetwaterreservoirtoevoer wordt geleid.
Het door de warmtewisselaar afgekoelde water is bijvoorbeeld lauw water met een temperatuur tussen 20 °C en 30 °C, en kan vervolgens in het koudwaterreservoir verder worden afgekoeld tot de gewenste temperatuur en op deze temperatuur worden gehouden.
In een uitvoeringsvorm is de eerste inlaat verbonden met de heetwaterreservoirafvoer en is de eerste uitlaat verbonden met de leiding voor het, tenminste in de aftapmodus afgeven van water met een temperatuur lager dan 65 °C, en waarbij de tweede inlaat aan te sluiten is op een verswaterleiding en de tweede uitlaat is verbonden met de heetwaterreservoirtoevoer.
In deze uitvoeringsvorm wordt het hete water uit het heetwaterreservoir door middel van een warmtewisselaar afgekoeld tot afgekoeld water en toegevoerd aan de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C. 3
In een alternatieve uitvoeringsvorm is de eerste uitlaat van de warmtewisselaar via de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C direct en/of via een menginrichting aangesloten op een kraan waar het afgekoelde water als afgekoeld consumptiewater kan worden afgegeven. Daarbij kan het afgekoelde water in een menginrichting gemengd worden met heet water afkomstig van het heetwaterreservoir om mengwater af te geven, en kan heet water rechtstreeks uit het heetwaterreservoir als heet of kokend water worden afgegeven. In een dergelijke waterafgifte-inrichting is al het af te geven water, zoals het afgekoelde water, het mengwater en het hete of kokende water afkomstig uit het heetwaterreservoir. Dit heeft het voordeel dat al het water boven een temperatuur van ten minste 90 graden wordt gehouden tot het wordt afgegeven, wat het doden van bacteriën in deze leiding bevordert.
De warmtewisselaar is bijvoorbeeld een platenwarmtewisselaar. Een platenwarmtewisselaar is een warmtewisselaar die gebruikt maakt van warmtewisseling door middel van een aantal op elkaar gestapelde platen met daarin aangebrachte doorgangen voor het vormen van de eerste en de tweede warmtewisselleiding. Een dergelijke platenwarmtewisselaar kan effectief gebruikt worden om warmte uit te wisselen. Met een dergelijke warmtewisselaar is het mogelijk om een groot deel van de warmte van het hete water over te dragen aan het verse water terwijl het hete water als afgekoeld water ter beschikking komt voor afgifte via een leiding voor het leiden van water met een temperatuur van minder dan 65 °C of verder gekoeld worden in een koudwaterreservoir
In een uitvoeringsvorm omvat de waterafgifte-inrichting een regelinrichting voor het aansturen van ten minste de inlaatklep, de retourklep en de pomp, waarbij de regelinrichting is ingericht om de waterafgifte-inrichting in verschillende bedrijfsmodi aan te sturen, waarbij de bedrijfsmodi een sterilisatiemodus omvatten, waarin de inlaatklep is geplaatst in een gesloten stand, de retourklep is geplaatst in een open stand en de pomp is geactiveerd, zodanig dat water door het circulatiecircuit wordt gepompt voor het tenminste gedeeltelijk steriliseren van de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C.
Door middel van de regelinrichting kan de sterilisatie van de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C naar wens uitgevoerd worden, bijvoorbeeld bij ingebruikname van de inrichting, of periodiek en/of op verzoek.
In een uitvoeringsvorm omvat de waterafgifte-inrichting een door de regelinrichting aan te sturen aftapklep die is ingericht om uitstroom van water met een temperatuur van lager dan 65 °C uit de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C naar het aftappunt toe te laten of te blokkeren, waarbij in de sterilisatiemodus de aftapklep is geplaatst in een gesloten stand om uitstroom van water met een temperatuur van lager dan 4
65 °C uit de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C naar het aftappunt te blokkeren.
Om te voorkomen dat tijdens een sterilisatiemodus per ongeluk de kraan kan worden geopend voor het afgeven van water uit de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C, en dat als gevolg het circulerende hete water uit het aftappunt wordt afgegeven, kan er met voordeel een door de regelinrichting aan te sturen aftapklep worden voorzien die tijdens de sterilisatiemodus geblokkeerd kan worden door de regelinrichting. Dit kan de aftapklep zijn die ook gebruikt wordt voor het tijdens de aftapmodus afgeven van het water uit het aftappunt, maar ook een speciaal voor dit doel aangebrachte aftapklep.
In een uitvoeringsvorm omvatten de door de regelinrichting aan te sturen bedrijfsmodi verder: een standbymodus, waarin de aftapklep en de retourklep zijn geplaatst in een gesloten stand, en de aftapmodus, waarin de retourklep is geplaatst in een gesloten stand en de aftapklep is geplaatst in een open stand om uitstroom van water met een temperatuur van lager dan 65 °C uit de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C naar het aftappunt toe te laten en waarin de inlaatklep is geplaatst in een open stand om instroom van vers water in het heetwaterreservoir door de heetwaterreservoirtoevoer toe telaten.
In een uitvoeringsvorm omvat het heetwaterreservoir een tweede heetwaterreservoirafvoer voor het afgeven van heet of kokend water, waarbij de waterafgifte- inrichting een tweede aftapklep omvat die is ingericht om uitstroom van heet water uit de tweede heetwaterreservoirafvoer toe te laten of te blokkeren, waarbij de regelinrichting verder is ingericht om een aftapmodus voor heet of kokend water aan te sturen, waarin de retourklep is geplaatst in een gesloten stand en de tweede aftapklep is geplaatst in een open stand om uitstroom van heet water vanuit het heetwaterreservoir door de tweede heetwaterreservoirafvoer toe te laten en waarin de inlaatklep is geplaatst in een open stand om instroom van vers water in het heetwaterreservoir door de heetwaterreservoirtoevoer toe te laten.
In deze uitvoeringsvorm kan in de sterilisatiemodus de tweede aftapklep worden geplaatst in een gesloten stand om uitstroom van water met een temperatuur van heet water vanuit het heetwaterreservoir door de tweede heetwaterreservoirafvoer te blokkeren.
In een uitvoeringsvorm omvat het koudwaterreservoir een eerste compartiment voor het houden van gekoeld water op een temperatuur van ten hoogste 20 °C en een tweede compartiment ingericht voor het houden van gekoeld koolzuurhoudend water op een temperatuur van ten hoogste 20 °C, 5 waarbij het eerste compartiment is verbonden met de koudwaterreservoirtoevoer en de koudwaterreservoirafvoer, waarbij het tweede compartiment is verbonden met een tweede koudwaterreservoirtoevoer en een tweede koudwaterreservoirafvoer, waarbij de tweede koudwaterreservoirtoevoer is verbonden met de heetwaterreservoirafvoer voor het toevoeren van water uit het heetwaterreservoir aan het tweede compartiment, en de tweede koudwaterreservoirafvoer is voorzien voor het afgeven van gekoeld koolzuurhoudend water uit het tweede compartiment via een verdere leiding, waarbij de waterafgifte-inrichting verder een CO: houder omvat voor het verschaffen van CO:, waarbij het tweede compatriment is ingericht om het door de CO: houder verschafte
CO: op te lossen in het in het tweede compartiment gehouden gekoelde water. Er kan een tweede pomp zijn voorzien voor het verschaffen van koolzuurhoudend water. Ook is het mogelijk om de pomp voor het circuleren van water door het circulatiecircuit te gebruiken voor het afgeven van gekoeld koolzuurhoudend water uit het tweede compartiment.
In een uitvoeringsvorm is de koudwaterreservoirafvoer ingericht voor het afgeven van gekoeld water uit het koudwaterreservoir en omvat het koudwaterreservoir een tweede koudwaterreservoirafvoer voor het afgeven van koolzuurhoudend gekoeld water. Met deze uitvoeringsvorm is het mogelijk om het koudwaterreservoir te gebruiken om zowel gekoeld water als koolzuurhoudend gekoeld water af te geven. Het koudwaterreservoir kan hiertoe een eerste compartiment hebben voor het houden van gekoeld water waar geen koolzuur in wordt opgelost en een tweede compartiment voor het houden van koolzuurhoudend gekoeld water, waarbij de CO, houder is verbonden met het tweede compartiment voor het in het gekoelde water oplossen van CO:.
Het tweede compartiment kan tenminste gedeeltelijk zijn aangebracht in of om het eerste compartiment. In een andere uitvoeringsvorm kan er naast het koudwaterreservoir een tweede reservoir zijn voorzien voor gekoeld water waar door middel van een CO: houder CO: in wordt opgelost voor het verschaffen van gekoeld koolzuurhoudend water.
In een uitvoeringsvorm, omvat de waterafgifte-inrichting een filter voor het filteren van het hete water, waarbij het filter in het heetwaterreservoir of in de heetwaterreservoirafvoer is aangebracht, zodanig dat het door de heetwaterreservoirafvoer afgevoerde hete water wordt gefilterd door het filter.
Door het filter voor het filteren van het voor consumptie gebruikte water aan te brengen in het heetwaterreservoir of de heetwaterreservoirafvoer zal door de hoge temperatuur van het water van ten minste 90 °C er geen of vrijwel geen groei van bacteriën optreden in het filter. 6
In een uitvoeringsvorm is het filter een actief koolfilter. Een actief koolfilter kan worden toegepast voor het verwijderen van geur- en smaakstoffen uit water dat gebruikt wordt als consumptiewater. Met name een actief koolfilter is gevoelig voor bacteriegroei. Het is daarom voordelig om een dergelijk actief koolfilter aan te brengen in het heetwaterreservoir waar het koolfilter door de hoge temperatuur geen of zeer weinig bacteriegroei zal ondervinden.
In een uitvoeringsvorm, is het filter aangebracht in of nabij de heetwaterreservoirafvoer om heet water dat door de heetwaterreservoirafvoer wordt afgegeven te filteren. Door het filter te voorzien in of nabij de heetwaterreservoirafvoer wordt het hete water pas gefilterd bij het verlaten van het heetwaterreservoir. Hier zal het hete water in het heetwaterreservoir het langst de gewenste temperatuur van ten minste 100 °C hebben en zal het filter niet of nauwelijks vervuilen met bacteriën. De leiding voor het leiden van water met een temperatuur lager dan 65 °C, bijvoorbeeld het koudwaterreservoir, zal als gevolg alleen gevoed worden met gefilterd water. Het is daarom niet meer noodzakelijk om een filter in het koudwaterreservoir te voorzien om gekoeld gefilterd consumptiewater af te geven. Wanneer het filter bijvoorbeeld wordt geplaatst nabij de heetwaterreservoirtoevoer zal er regelmatig koeler water door het filter stromen, waardoor de kans op bacteriegroei of dergelijke in het filter groter is.
De uitvinding verschaft verder een werkwijze voor het steriliseren van een leiding die in een aftapmodus wordt gebruikt voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C naar een aftappunt en die in vloeistofverbinding is met een heetwaterreservoirafvoer van een heetwaterreservoir van een waterafgifte-inrichting, waarbij het heetwaterreservoir is ingericht voor het houden van heet water op een temperatuur van ten minste 90 °C en een heetwaterreservoirtoevoer omvat voor het toevoeren van vers water aan het heetwaterreservoir, waarbij het in de aftapmodus af te geven water met een temperatuur van lager dan 65 °C ten minste gedeeltelijk afkomstig is uit het heetwaterreservoir, waarbij een inlaatklep is voorzien die is ingericht om instroom van vers water in het heetwaterreservoirtoevoer toe te laten of te blokkeren, en een aftapklep die is ingericht om uitstroom van water met een temperatuur van lager dan 65 °C uit de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C naar het aftappunt toe te laten of te blokkeren, waarbij een retourleiding is voorzien die de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C verbindt met het heetwaterreservoir voor het terugleiden van water van de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C naar het heetwaterreservoir, en waarbij een retourklep is aangebracht in de retourleiding om stroming van water door de retourleiding toe te laten of te blokkeren, 7 waarbij de werkwijze omvat het tenminste gedeeltelijk steriliseren van de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C, omvattende de stappen: het vormen van een circulatiecircuit door de inlaatklep te blokkeren en de retourklep te openen, en het rondpompen van water in het circulatiecircuit, waarbij water dat uit het heetwaterreservoir wordt afgegeven in de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C via de retourleiding wordt teruggevoerd naar het heetwaterreservoir.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze, waarbij de waterafgifte-inrichting een regelinrichting omvat voor het aansturen van ten minste de inlaatklep, de retourklep en de pomp, waarbij de werkwijze omvat het met de regelinrichting aansturen van de waterafgifte- inrichting in verschillende bedrijfsmodi, waarbij de bedrijfsmodi omvatten: een sterilisatiemodus, waarin de inlaatklep en de aftapklep zijn geplaatst in een gesloten stand, de retourklep is geplaatst in een open stand en de pomp is geactiveerd in het circulatiecircuit om stroming van water door de retourleiding toe te laten, zodanig dat water door het circulatiecircuit wordt gepompt voor het tenminste gedeeltelijk steriliseren van de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C, waarbij de werkwijze omvat het selecteren van de sterilisatiemodus voor de regelinrichting.
In een uitvoeringsvorm omvatten de door de regelinrichting aan te sturen bedrijfsmodi verder: een standbymodus, waarin de aftapklep en de retourklep zijn geplaatst in een gesloten stand, en een aftapmodus, waarin de retourklep is geplaatst in een gesloten stand en de aftapklep is geplaatst in een open stand om uitstroom van water met een temperatuur van lager dan 65 °C uit de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 85 °C naar het aftappunt toe te laten en waarin de inlaatklep is geplaatst in een open stand om instroom van vers water in het heetwaterreservoir door de heetwaterreservoirtoevoer toe te laten.
In een uitvoeringsvorm omvat de waterafgifte-inrichting: - een warmtewisselaar omvattende: - een eerste warmtewisselleiding met een eerste inlaat en een eerste uitlaat, en - een tweede warmtewisselleiding met een tweede inlaat en een tweede uitlaat, waarbij de eerste warmtewisselleiding en de tweede warmtewisselleiding zijn ingericht om warmte met elkaar uit te wisselen, 8 waarbij de eerste inlaat is verbonden met de heetwaterreservoirafvoer en de eerste uitlaat is verbonden met de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C, en waarbij de tweede inlaat is verbonden met een verswaterleiding en de tweede uitlaat is verbonden met de heetwaterreservoirtoevoer, waarbij de werkwijze omvat het toevoeren van heet water uit het heetwaterreservoir via de eerste warmtewisselleiding aan de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C.
In deze uitvoeringsvorm kan de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C zijn aangesloten op een kraan om als afgekoeld consumptiewater te worden afgegeven.
In een uitvoeringsvorm omvat de waterafgifte-inrichting: - een koudwaterreservoir ingericht voor het houden van gekoeld water op een temperatuur van ten hoogste 20 °C, omvattende: - een koudwaterreservoirtoevoer voor het toevoeren van water aan het koudwaterreservoir, - een koudwaterreservoirafvoer voor het afgeven van gekoeld water uit het koudwaterreservoir, - een warmtewisselaar omvattende: - een eerste warmtewisselleiding met een eerste inlaat en een eerste uitlaat, en - een tweede warmtewisselleiding met een tweede inlaat en een tweede uitlaat, waarbij de eerste warmtewisselleiding en de tweede warmtewisselleiding zijn ingericht om warmte met elkaar uit te wisselen, waarbij de eerste inlaat is verbonden met de heetwaterreservoirafvoer en de eerste uitlaat is verbonden met de koudwaterreservoirtoevoer, en waarbij de tweede inlaat aan te sluiten is op een verswaterleiding en de tweede uitlaat is verbonden met de heetwaterreservoirtoevoer, waarbij de werkwijze omvat het toevoeren van het hete water uit het heetwaterreservoir via de eerste warmtewisselleiding aan het koudwaterreservoir om vervolgens als afgekoeld consumptiewater te worden afgegeven.
In een uitvoeringsvorm omvat het koudwaterreservoir een eerste compartiment voor het houden van gekoeld water op een temperatuur van ten hoogste 20 °C en een tweede compartiment ingericht voor het houden van gekoeld koolzuurhoudend water op een temperatuur van ten hoogste 20 °C, waarbij het eerste compartiment is verbonden met de koudwaterreservoirtoevoer en de koudwaterreservoirafvoer, waarbij het tweede compartiment is verbonden met een tweede koudwaterreservoirtoevoer en een tweede koudwaterreservoirafvoer, waarbij de tweede 9 koudwaterreservoirtoevoer is verbonden met de heetwaterreservoirafvoer voor het toevoeren van water uit het heetwaterreservoir aan het tweede compartiment, en de tweede koudwaterreservoirafvoer is voorzien voor het afgeven van gekoeld koolzuurhoudend water uit het tweede compartiment via een verdere leiding, waarbij de waterafgifte-inrichting verder een CO: houder omvat voor het verschaffen van CO:, waarbij het tweede compatriment is ingericht om het door de CO: houder verschafte
CO: op te lossen in het in het tweede compartiment gehouden gekoelde water, en waarbij de werkwijze omvat het toevoeren van het hete water uit het heetwaterreservoir via de eerste warmtewisselleiding aan het tweede compartiment om vervolgens als gekoeld koolzuurhoudend water te worden afgegeven.
Het wordt opgemerkt dat verschillende typen water in deze octrooiaanvraag worden benoemd. Dit zijn: heet water, water met een temperatuur van ten minste 85 °C, bijvoorbeeld ten minste 95 °C; bij een temperatuur van tenminste 100 °C ook wel kokend water genoemd warm water, water met een temperatuur in het gebied van 35 °C tot 65 °C; vers water, water dat door een waterleiding van het centrale waterleidingnetwerk of een andere verswaterbron wordt aangevoerd; lauw water, water met een temperatuur van 20 °C tot 35 °C afgekoeld water, water dat uit het heetwaterreservoir afkomstig is en afgekoeld is, bijvoorbeeld door menging en/of koeling tot een temperatuur van ten hoogste 65 °C, bijvoorbeeld ten hoogste 35 °C; gekoeld water, water dat in het koudwaterreservoir is gekoeld tot een temperatuur van ten hoogste 20 °C, bijvoorbeeld ten hoogste 10 °C; koolzuurhoudend gekoeld water, gekoeld water waarin koolzuurgas (CO:2) onder druk is opgelost; en gefilterd water, water dat gefilterd is met een filter, bijvoorbeeld (koolzuurhoudend) gekoeld gefilterd water.
Hiernavolgend zullen uitvoeringsvormen van een waterafgifte inrichting volgens de uitvinding in meer detail worden beschreven, waarbij wordt verwezen naar de figuren, waarin:
Figuur 1 schematisch een eerste uitvoeringsvorm van een waterafgifte-inrichting volgens de uitvinding toont; 10
Figuur 1A de uitvoeringsvorm van Figuur 1 toont met het verloop van het circulatiecircuit;
Figuur 2 schematisch een langsdoorsnede toont van een platenwisselaar die kan worden toegepast in de uitvoeringsvorm van Figuur 1;
Figuur 3 schematisch een tweede uitvoeringsvorm van een waterafgifte-inrichting volgens de uitvinding toont; en
Figuur 3A de uitvoeringsvorm van Figuur 3 toont met het verloop van het circulatiecircuit.
Figuur 1 toont een uitvoeringsvorm van een waterafgifte-inrichting voor het tenminste afgeven van gekoeld gefilterd water voor consumptie. De waterafgifte-inrichting is in het algemeen aangeduid met het verwijzingscijfer 1. De waterafgifte-inrichting 1 omvat een heetwaterreservoir 10, een koudwaterreservoir 20, een warmtewisselaar 30, en een kraan 40.
Het heetwaterreservoir 10 is ingericht voor het houden van heet water op een temperatuur van bijvoorbeeld 108 °C. Een verwarmingsinrichting 11 met temperatuurregeling is aangebracht in het heetwaterreservoir 10 om het water in het heetwaterreservoir 10 tot de gewenste temperatuur op te warmen en op deze temperatuur te houden. Het heetwaterreservoir 10 omvat een heetwaterreservoirtoevoer 12 voor het toevoeren van vers water aan het heetwaterreservoir 10 en een heetwaterreservoirafvoer 13 voor het afvoeren van heet water uit het heetwaterreservoir 10. In het heetwaterreservoir 10 nabij het begin van de heetwaterreservoirafvoer 13 is een filter 14 aangebracht voor het filteren van het hete water dat door de heetwaterreservoirafvoer 13 wordt afgevoerd. Het filter 14 is een actiefkoolfilter dat is ingericht om met behulp van actieve kool bepaalde bestanddelen uit water te adsorberen. Het filter 14 is aangebracht in het heetwaterreservoir 10 omdat de temperatuur van het hete water relatief hoog is. Door deze hoge temperatuur zal het filter 14 vrij blijven van bacteriegroei. Met name voor consumptiewater is het gewenst dat er geen bacteriën in het water aanwezig zijn.
Het heetwaterreservoir 10 omvat een tweede heetwaterreservoirafvoer 15 en een derde heetwaterreservoirafvoer 16. De eerste heetwaterreservoirafvoer 13, de tweede heetwaterreservoirafvoer 15 en de derde heetwaterreservoirafvoer 16 kunnen zijn voorzien als drie afzonderlijke kanalen vanuit het heetwaterreservoir 10 of als een gecombineerd kanaal vanuit het heetwaterreservoir 10 dat wordt gesplitst in de afzonderlijke afvoeren zoals getoond in Figuur 1.
De tweede heetwaterreservoirafvoer 15 is direct verbonden met de kraan 40 voor het afgeven van heet water. Een bedieningsknop 41 is voorzien voor activeren van het afgeven van het hete water. Het hete water zal bij het uit het heetwaterreservoir 10 stromen door het filter 14 gaan en daarmee als gefilterd heet water dat geschikt is voor consumptie worden 11 afgegeven. In het heetwaterreservoir 10 heerst een bovenatmosferische waterdruk als gevolg van de druk van het water van een waterleidingnetwerk K waarmee vers water wordt aangevoerd en ook doordat het water uitzet tijdens het opwarmen van het water door de warmte-afgifte van verwarmingsinrichting 11. Door de overdruk zal het hete water van bijvoorbeeld 108 °C in het heetwaterreservoir 10 niet koken. Bij het openen van de kraan 40 zal de druk van het hete water afnemen tot de atmosferische druk. Als gevolg zal het hete water kokend de kraan verlaten. Het hete water wordt in deze uitvoeringsvorm dus afgegeven als kokend water.
De bedieningsknop 41 is ingericht om een elektrisch signaal af te geven aan een regelinrichting 100 die kan worden gebruikt voor het aansturen van een of meer kleppen. In een alternatieve uitvoeringsvorm kan de bedieningsknop 41 zijn ingericht voor het bedienen van een mechanische klep.
De derde heetwaterreservoirafvoer 16 is verbonden met een menginrichting 17 voor het in een bepaalde mengverhouding mengen van het hete water uit het heetwaterreservoir 10 met vers water uit een waterleidingnetwerk K om warm water te verschaffen. Dit warme water wordt vervolgens toegevoerd aan de kraan 40. In de kraan 40 is een tweede menginrichting (niet getoond) voorzien die door middel van bedieningselement 42 te bedienen is. De tweede menginrichting is ingericht voor het met een door het bedieningselement 42 handmatig in te stellen mengverhouding mengen van vers water uit het waterleidingnetwerk K met het warme water om vanuit de kraan 40 gemengd water af te geven in het temperatuurbereik tussen de temperatuur van het verse water en de temperatuur van het warme water.
Het koudwaterreservoir 20 is ingericht voor het houden van gekoeld water op een temperatuur van ten hoogste 20 °C, bijvoorbeeld 10 °C of lager. Een koelinrichting 21 met temperatuurregeling is aangebracht in het koudwaterreservoir 20 om het water in het koudwaterreservoir 20 tot de gewenste temperatuur af te koelen en op deze temperatuur te houden. Het koudwaterreservoir 20 omvat een koudwaterreservoirtoevoer 22 voor het toevoeren van water aan het koudwaterreservoir 20 en een koudwaterreservoirafvoer 23 voor het afvoeren van gekoeld water uit het koudwaterreservoir 20.
De waterafgifte-inrichting 1 omvat een CO: houder 24 voor het verschaffen van CO: onder druk. Het koudwaterreservoir 20 is tevens ingericht voor het oplossen van CO: in het gekoelde water dat in het koudwaterreservoir 20 wordt gehouden. Daartoe kan het koudwaterreservoir 20 twee compartimenten omvatten, een voor gekoeld of gekoeld en gefilterd water en een tweede voor koolzuurhoudend gekoeld of gekoeld en gefilterd water zoals schematisch weergegeven door de gestippelde lijn in het koudwaterreservoir. Om CO: op te lossen in het gekoelde water is een druk nodig die doorgaans hoger is dan de waterdruk geleverd door het waterleidingnetwerk K. Het koudwaterreservoir 20 kan een pomp 12
67 omvatten om het water door de koudwaterreservoirtoevoer 22 in het tweede compartiment van koudwaterreservoir 20 te laten stromen tegen de hogere druk van het koolzuur uit de CO: houder 24 in. Deze pomp levert dus een waterdruk die hoger is dan de druk die door de CO: houder 24 in het koudwaterreservoir 20 wordt aangebracht.
Door het oplossen van koolzuur in het gekoelde water kan het gekoelde water als koolzuurhoudend gekoeld water voor consumptie worden afgegeven. Het koudwaterreservoir 20 omvat een tweede koudwaterreservoirafvoer 25 voor het afgeven van koolzuurhoudend gekoeld water. De koudwaterreservoirafvoer 23 en de tweede koudwaterreservoirafvoer 25 zijn aangesloten op de kraan 40 die een bedieningsknop 41 heeft waarmee het afgeven van gekoeld water kan worden geactiveerd. Het koudwaterreservoir 20 kan daarbij zijn ingericht om, afhankelijk van de bediening van de bedieningsknop 41, naar wens koolzuurhoudend gekoeld water of gekoeld water waar geen koolzuur in is opgelost, af te geven.
In de koudwaterreservoirafvoer 23 en de tweede koudwaterreservoirafvoer 25 zijn een eerste uitlaatklep 27 en een tweede uitlaatklep 28 voorzien voor het afgeven van respectievelijk gekoeld en koolzuurhoudend gekoeld water. Deze eerste uitlaatklep 27 en tweede uitlaatklep 28 kunnen dus via de regelinrichting 100 aangestuurd worden met de bedieningsknop 41.
Voor het afgeven van het hete water en het gekoelde water wordt eenzelfde afgiftekanaal 43 gebruikt. Ook kan dezelfde bedieningsknop 41 gebruikt worden voor het door de regelinrichting 100 aansturen van ofwel het afgeven van kokend water of gekoeld water in afhankelijkheid van de bediening van de bedieningsknop 41.
In het afgiftekanaal 43 is een door de regelinrichting 100 aan te sturen aftapklep 44 aangebracht die kan worden geplaatst in een open stand tijdens het afgeven van heet water uit het heetwaterreservoir 10 of het afgeven van gekoeld water uit de koudwaterreservoirafvoer 23 of 25, en een gesloten stand wanneer geen water door het afgiftekanaal 43 wordt afgegeven. Door deze aftapklep 44 kan worden verhinderd dat bacteriën zich vanuit de kraan 40 verplaatsen naar koudwaterreservoirafvoer 23 en 25. Het plaatsen van de aftapklep 44 in het gemeenschappelijke afgiftekanaal 43 biedt het verdere voordeel dat deze aftapklep 44 en het ten opzichte van de aftapklep 44 stroomafwaartse deel van het afgiftekanaal 43 tijdens het afgeven van heet water doorspoeld worden met heet water waarmee bacteriën aanwezig in het afgiftekanaal 43 worden gedood.
De aftapklep 44 kan elke geschikte klep zijn die kan worden geplaatst in een open stand en een gesloten stand. De aftapklep 44 in Figuur 1 is een actief bediende klep, bijvoorbeeld een magneetklep.
In alternatieve uitvoeringsvormen kunnen verschillende afgiftekanalen en/of verschillende bedieningsknoppen worden gebruikt voor het afgeven van heet water, gekoeld water en/of gekoeld koolzuurhoudend water. Ook is het mogelijk om afzonderlijke kranen te 13 voorzien, bijvoorbeeld een aparte kraan voor het gemengde water en een aparte kraan voor het hete water en een aparte kraan voor het gekoelde water.
De warmtewisselaar 30 is een platenwarmtewisselaar. Een langsdoorsnede van deze warmtewisselaar 30 is schematisch getoond in Figuur 2. De warmtewisselaar 30 omvat een eerste warmtewisselleiding 31 met een eerste inlaat 32 en een eerste uitlaat 33 en een tweede warmtewisselleiding 34 met een tweede inlaat 35 en een tweede uitlaat 36. De eerste warmtewisselleiding 31 en de tweede warmtewisselleiding 34 zijn ingericht om warmte met elkaar uit te wisselen via wanden 37 die geplaatst zijn tussen de eerste warmtewisselleiding 31 en de tweede warmtewisselleiding 34. Gestapelde platen (niet getoond) kunnen verder zijn voorzien voor het opdelen van de beide warmtewisselleidingen 31, 34 in een stapel van platte parallelle sub-leidingen. De wanden 37 en de opdeling van de warmtewisselleidingen 31 en 34 door de gestapelde platen zorgen gezamenlijk voor een efficiënte warmte- overdracht tussen de eerste en de tweede warmtewisselleiding.
Zoals getoond in Figuur 1 is de eerste inlaat 32 van de warmtewisselaar 30 verbonden met de heetwaterreservoirafvoer 13 en is de eerste uitlaat 33 verbonden met de koudwaterreservoirtoevoer 22, zodat afgekoeld heet water uit het heetwaterreservoir 10 via de warmtewisselaar 30 kan worden toegevoerd aan het koudwaterreservoir 20.
De tweede inlaat 35 van de warmtewisselaar 30 is aangesloten op een waterleidingnetwerk K waarmee vers water kan worden toegevoerd. De tweede inlaat 35 kan ook op elke andere geschikte bron voor het aanvoeren van vers water worden aangesloten, bijvoorbeeld een verswatertank. De tweede uitlaat 36 is verbonden met de heetwaterreservoirtoevoer 12.
Het interne volume van de warmtewisselaar 30 kan een klein volume ten opzichte van het volume van het koudwaterreservoir 20 hebben. Het interne volume van de warmtewisselaar 30 is bijvoorbeeld maximaal 20% van het interne volume van het koudwaterreservoir 20, zoals maximaal 10% van het interne volume van het koudwaterreservoir 20.
Wanneer door bediening van de bedieningsknop 41 van de kraan 40 het afgeven van gekoeld water wordt geactiveerd zal er door het openen van de uitlaatklep 27 of uitlaatklep 28 gekoeld water vanuit het koudwaterreservoir 20 worden afgegeven. De uitlaatkleppen 27, 28 zijn door een regelinrichting 100 aan te sturen. Door het uit het koudwaterreservoir 20 stromende koude water zal de waterdruk in het koudwaterreservoir 20 afnemen. Als gevolg zal heet water vanuit het heetwaterreservoir 10 door de eerste heetwaterreservoirafvoer 13 via de eerste warmtewisselleiding 31 van de warmtewisselaar 30 en de koudwaterreservoirtoevoer 22 naar het koudwaterreservoir 20 stromen om het afgegeven gekoelde water te vervangen. Tegelijkertijd zal het uit het heetwaterreservoir 10 wegstromende hete water worden vervangen door vers water dat via de tweede 14 warmtewisselleiding 34 vanuit het waterleidingnetwerk K naar de heetwaterreservoirtoevoer 12 van het heetwaterreservoir 10 zal stromen.
Het gekoelde water dat uit het koudwaterreservoir 20 wordt afgegeven is dus afkomstig uit het heetwaterreservoir 10. Bij het van het heetwaterreservoir 10 naar het koudwaterreservoir 20 stromen van dit water, zal het water door het filter 14 gaan en dus worden gefilterd. Het uit de kraan 40 afgegeven gekoelde water is daarom gefilterd water dat geschikt is voor consumptie. Daarbij is het van voordeel dat het filter 14 is geplaatst in het heetwaterreservoir 10 zodat het filter 14 niet of nauwelijks last zal hebben van bacteriegroei.
Doordat het verse water en het hete water in tegengestelde richting door de warmtewisselaar 30 stromen zal de warmte van het hete water in de eerste warmtewisselleiding 31 effectief worden overgegeven aan het verse water in de tweede warmtewisselleiding 34. De temperatuur van het hete water zal dus in de warmtewisselaar 30 afnemen en de temperatuur van het verse water zal juist toenemen. Dit betekent dat er in het heetwaterreservoir 10 een beperkte hoeveelheid energie benodigd is om het verse water tot de gewenste temperatuur van bijvoorbeeld 108 °C op te warmen, terwijl er in het koudwaterreservoir 20 eveneens een beperkte hoeveelheid extra energie in vergelijking met directe koeling van vers leidingwater benodigd is om het in de warmtewisselaar afgekoelde hete water verder af te koelen tot de gewenste temperatuur van het koude water van bijvoorbeeld 10 °C of lager.
In een platenwarmtewisselaar zoals schematisch getoond in Figuur 2 is het bijvoorbeeld mogelijk om het hete water af te koelen van 108 °C tot 22 °C - 30 °C, terwijl het verse water met een temperatuur van bijvoorbeeld 15 °C kan worden opgewarmd tot bijvoorbeeld 80 °C - 100 °C.
In de uitvoeringsvorm van Figuur 1 is een door de regelinrichting 100 aan te sturen _ inlaatklep 26 voorzien in de toevoerleiding van het verse water, dat wil zeggen tussen het waterleidingnetwerk K en het heetwaterreservoir 10. In de getoonde uitvoeringsvorm is de inlaatklep 26 geplaatst in de leiding van het waterleidingnetwerk K naar de tweede inlaat 35 van de warmtewisselaar 30. Als alternatief kan de inlaatklep 26 ook worden geplaatst in de heetwaterreservoirtoevoer 12 van het heetwaterreservoir 10.
De inlaatklep 26 kan in een open stand en een gesloten stand worden geplaatst.
Tijdens normaal gebruik van de waterafgifte-inrichting 1 zal de inlaatklep 26 in de geopende stand zijn geplaatst, zodanig dat water dat via de kraan 40 wordt afgegeven wordt aangevuld door water uit het waterleidingnetwerk K. De waterdruk van het waterleidingnetwerk K wordt dan ook gebruikt voor het afgeven van water, tenzij het water dat vanuit het koudwaterreservoir 20 wordt afgegeven koolzuurhoudend water is. Bij het afgeven van koolzuurhoudend water wordt namelijk gebruik gemaakt van een pomp 87 die een hogere waterdruk levert dan de tegendruk van het koolzuurgas afkomstig van de CO: houder 24 die 15 aangesloten is op de houder voor koolzuurhoudend gekoeld water van koudwaterreservoir 20. Deze pomp 67 voor het verschaffen van koolzuurhoudend water kan ook in koudwaterreservoir 20 zijn geplaatst.
Het niet-gemeenschappelijke deel 45 van het afgiftekanaal van de koudwaterreservoirafvoer 23 of de tweede koudwaterreservoirafvoer 25 naar de kraan 40 is in de aftapmodus van water uit het koudwaterreservoir 20 naar de kraan 40 een leiding voor het leiden van water met een temperatuur lager dan 85 °C. Om dit niet-gemeenschappelijke deel 45 van het afgiftekanaal ten minste te ontsmetten is een retourleiding 60 voorzien die het mogelijk maakt om een circulatiecircuit te vormen. Het circulatiecircuit verbindt de heetwaterreservoirafvoer 13 via het koudwaterreservoir 20 en retourleiding 60 terug naar de heetwaterreservoirtoevoer 12. Het circulatiecircuit omvat ook het niet-gemeenschappelijke deel 45 van het afgiftekanaal van de koudwaterreservoirafvoer 23 of de tweede koudwaterreservoirafvoer 25 naar de kraan 40.
Het is ook mogelijk om retourleiding 60 aan te sluiten op de tweede inlaat 35 van de warmtewisselaar, zoals bijvoorbeeld getoond in Figuur 3.
In de retourleiding 60 is een door de regelinrichting 100 aan te sturen retourklep 61 aangebracht om stroming van water door de retourleiding 60 toe te laten of te blokkeren.
Verder is een pomp 62 aangebracht in het circulatiecircuit. In de getoonde uitvoeringsvorm is deze aangebracht in de retourleiding 60, maar deze kan ook op een andere locatie in het circulatiecircuit worden geplaatst. De pomp 67 zou ook gebruikt kunnen worden om water rond te pompen door het circulatiecircuit, en dus de functie van de pomp 82 kunnen ondersteunen of overnemen.
Om het effectief ontsmetten van het niet-gemeenschappelijke deel 45 van het afgiftekanaal van de waterafgifte-inrichting 1, bijvoorbeeld bij ingebruikname, kan door middel van het blokkeren van de inlaatklep 26 en het openen van de retourklep 61 het circulatiecircuit worden gevormd. Door het rondpompen van water door het circulatiecircuit wordt heet water uit het heetwaterreservoir 10 afgegeven in de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C en via de retourleiding teruggevoerd naar het heetwaterreservoir 10. Omdat er geen nieuw vers water door de warmtewisselaar 30 aan het heetwaterreservoir 10 wordt toegevoerd, zal het hete water dat uit het heetwaterreservoir 10 door het circulatiecircuit stroomt niet of relatief weinig in de warmtewisselaar 30 worden afgekoeld. Als gevolg zal de temperatuur van het water dat wordt rondgepompt in het circulatiecircuit een geruime tijd boven de 65 °C blijven en daarmee zorgen voor effectieve ontsmetting van de leidingen van het circulatiecircuit.
Om te voorkomen dat tijdens het ontsmetten bij het openen van de kraan 40 met het bedieningselement 42, heet water uit het heetwaterreservoir 10 wordt afgegeven via de derde heetwaterreservoirafvoer 18, kan in de derde heetwaterreservoirafvoer 16 of een leiding 16 stroomafwaarts daarvan een door de regelinrichting 100 aan te sturen klep 18 worden voorzien, die tijdens het rondpompen van water door het circulatiecircuit wordt gesloten.
Figuur 1A toont de route van het circulatiecircuit door middel van verdikte lijnen, waarbij de stroomrichting is aangegeven door gestreepte pijlen.
Wanneer de ontsmetting is voltooid kan het rondpompen van water door het circulatiecircuit worden beëindigd door het stoppen van de pomp 62 en/ of pomp 67. Daarbij kan de retourklep 61 weer worden gesloten en de inlaatklep 28 worden geopend. Tijdens deze ontsmetting kan worden verhinderd dat er water wordt afgegeven door de waterafgifte- inrichting. Dit heeft het voordeel dat er geen kans is op verbranding als gevolg van het ontsmetten met heet water of stoom.
In een uitvoeringsvorm als getoond in Figuur 3 kan de retourleiding 60 uitkomen op de tweede warmtewisselaarinlaat 35, zodat het hete water uit het heetwaterreservoir 10 tijdens het ontsmetten meer wordt afgekoeld in de warmtewisselaar 30 door het koudere water afkomstig uit het koudwaterreservoir 20, om zo componenten, die eventueel minder of niet bestand zijn tegen de temperatuur uit het heetwaterreservoir 10, thermisch te ontlasten.
Met voordeel maakt het gehele niet-gemeenschappelijke deel 45 van het afgiftekanaal deel uit van het circulatiecircuit zodat dit deel geheel wordt ontsmet tijdens een sterilisatiecyclus. Het gemeenschappelijke deel 43 zal regelmatig worden doorstroomd met heet water dat wordt afgegeven via de tweede heetwaterreservoirafvoer 15 en zal met dit hete water worden ontsmet.
Het is gebleken dat met deze waterafgifte-inrichting 1 voor langere tijd steriel gekoeld en heet water kan worden afgegeven. Indien gewenst kan periodiek, bijvoorbeeld eenmaal per week of per maand, of na een bepaalde periode zonder gebruik van de waterafgifte- inrichting 1, het niet-gemeenschappelijke deel 45 van het afgiftekanaal en andere delen van het circulatiecircuit worden ontsmet door middel van het laten rondstromen van heet water door het circulatiecircuit zoals hierboven beschreven.
Door middel van de regelinrichting 100 kan de waterafgifte-inrichting 1, zoals hierboven beschreven in ten minste drie, bijvoorbeeld vijf, bedrijfsmodi worden aangestuurd: - een standbymodus, waarin de eerste uitlaatklep 27 en de tweede uitlaatklep 28 zijn gesloten zodat geen gekoeld water uit het koudwaterreservoir 20 wordt afgegeven; in deze standbymodus kunnen de inlaatklep 26 en de retourklep 61 geopend of gesloten zijn; de derde uitlaatklep 18 en aftapklep 44 zijn ook gesloten, - een aftapmodus voor gekoeld water, waarin de eerste uitlaatklep 27 of de tweede uitlaatklep 28 en de aftapklep 44 zijn geopend voor het afgeven van gekoeld water of koolzuurhoudend gekoeld water, waarbij de inlaatklep 26 geopend is om instroom van vers water in het heetwaterreservoir 10 door de heetwaterreservoirtoevoer 12 toe te 17 laten, en de retourklep 61 is gesloten; in de aftapmodus kan de regelinrichting 100 de pomp 67 activeren om koolzuurhoudend water te pompen, - een sterilisatiemodus, waarin de retourklep 61 is geplaatst in een open stand en de eerste uitlaatklep 27 en/of de tweede uitlaatklep 28 is/zijn geplaatst in een open stand om een circulatiecircuit te vormen; en waarbij de inlaatklep 26 is gesloten om instroom van vers water in het heetwaterreservoir door de heetwaterreservoirtoevoer te blokkeren; ook de aftapklep 44 en derde uitlaatklep 18 zijn gesloten; in deze sterilisatiemodus wordt als gevolg van rondpompen door de door de regelinrichting 100 aangestuurde pomp 62 en/of pomp 67 een sterilisatie van het koudwaterreservoir en de bijbehorende leidingen uitgevoerd, en - een aftapmodus voor heet of kokend water, waarin heet water van ten minste 65 °C, bijvoorbeeld 108 °C, middels de tweede heetwaterreservoirafvoer 15 en de derde uitlaatklep 18 kan worden afgegeven als heet of kokend water voor consumptie, en - een aftapmodus voor mengwater, waarin water met een temperatuur van het verse leidingwater tot aan warm water kan worden afgegeven, middels het mengen van vers leidingwater met heet water uit het heetwaterreservoir 10 in het mengventiel 17 en waarbij middels bedieningselement 42 de gewenste temperatuur van het afgegeven water kan worden geregeld.
De regelinrichting 100 kan zijn ingericht om periodiek, bijvoorbeeld eenmaal per week of per maand, een sterilisatie-cyclus in sterilisatiemodus uit te voeren. Daarbij of als alternatief kan de regelinrichting 100 zijn ingericht om op verzoek een sterilisatie-cyclus uit te voeren. Bijvoorbeeld kan de regelinrichting 100 bij ingebruikname of bij onderhoud van de waterafgifte-inrichting 1 worden geactiveerd om een sterilisatie-cyclus uit te voeren.
De regelinrichting 100 kan ingericht zijn voor het aansturen van verdere kleppen van de waterafgifte-inrichting 1, zoals de derde uitlaatklep 18 voor het afgeven van kokend water via de tweede heetwaterreservoirafvoer 15.
Figuur 3 toont een tweede uitvoeringsvorm van een waterafgifte-inrichting volgens de uitvinding. Onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers hebben dezelfde functie en zullen hier niet afzonderlijk worden besproken.
De waterafgifte-inrichting 1 omvat een heetwaterreservoir 10, een warmtewisselaar 30 en een kraan 40.
Het heetwaterreservoir 10, de warmtewisselaar 30 en de kraan 40 zijn in hoofdzaak hetzelfde uitgevoerd als de overeenkomstige componenten van de waterafgifte-inrichting 1 van Figuur 1. 18
Een verschil met het heetwaterreservoir 10 van Figuur 1 is dat het filter in Figuur 3 is aangebracht in de heetwaterreservoirafvoer 13 in plaats van in het reservoir zelf. Het filter kan echter ook in de het heetwaterreservoir 10 worden aangebracht.
Verder is de eerste uitlaat 33 van de eerste warmtewisselleiding 31 van de warmtewisselaar 30 via de leiding 50 direct verbonden met de kraan 40. Het water dat in de warmtewisselaar 30 is afgekoeld tot bijvoorbeeld 20 °C, kan dan zonder verdere afkoeling of eventueel met een doorstroomkoelinrichting worden afgegeven door de kraan 40.
Een andere leiding 51 die gedeeltelijk gemeenschappelijk loopt met de leiding 50 is verbonden met de menginrichting 17 voor het naar de menginrichting 17 geleiden van relatief koud water. In de menginrichting 17 wordt het in de eerste warmtewisselleiding 31 van de warmtewisselaar 30 afgekoelde water met een bepaalde, bij voorkeur instelbare, mengverhouding gemengd met het hete water dat via de derde heetwaterreservoirafvoer 16 uit het heetwaterreservoir 10 wordt toegevoerd. De mengverhouding wordt meestal zo afgesteld dat het uit de menginrichting 17 komende water warm water is.
In de kraan 40 is een tweede menginrichting voorzien die door middel van het bedieningselement 42 te bedienen is. Door bediening van de mengkraan kan het water uit de leiding 50 en/of water afkomstig uit de menginrichting 17 in elke gewenste mengverhouding worden afgegeven. Het is dus ook mogelijk om alleen water uit leiding 50 of alleen water uit de menginrichting 17 af te geven. In plaats van een handmatig door het bedieningselement 42 bediende tweede menginrichting te voorzien kunnen er door de regelinrichting 100 aan te sturen, of anderszins te bedienen, kleppen worden voorzien.
De leidingen 50 en 51 zijn ingericht voor het leiden van water dat is afgekoeld in de warmtewisselaar 30 en worden als gevolg gebruikt als leidingen voor het leiden van water meteen temperatuur van lager dan 65 °C. Met voordeel biedt de waterafgifte-inrichting 1 de mogelijkheid om deze leidingen te steriliseren.
Overeenkomstig aan de uitvoeringsvorm van Figuur 1 omvat de waterafgifte-inrichting van Figuur 3 een retourleiding 60 die het mogelijk maakt om een circulatiecircuit te vormen.
Het circulatiecircuit verbindt de heetwaterreservoirafvoer 13 met de heetwaterreservoir- toevoer 12, waarbij het circulatiecircuit ook de grootste delen van de leidingen 50 en 51 omvat.
Figuur 3A toont de route van het circulatiecircuit door middel van verdikte lijnen, waarbij de stroomrichting is aangegeven door gestreepte pijlen. In de retourleiding 60 is een retourklep 61 aangebracht om stroming van water door de retourleiding 60 toe te laten of te blokkeren, en een pomp 62 voor het door het circulatiecircuit rondpompen van water. De retourklep 61 en de pomp 62 zijn aanstuurbaar door de regelinrichting 100. 19
Om de leidingen 50 en 51 te ontsmetten kan door middel van het blokkeren van de inlaatklep 26 en het openen van de retourklep 61 het circulatiecircuit worden gevormd. Door het rondpompen van water met pomp 62 door het circulatiecircuit wordt met het hete water uit het heetwaterreservoir 10 het water in de leidingen 50 en 51 boven de 65 °C gehouden.
Als gevolg heeft het circulatiecircuit twee takken die bij het rondpompen van water door het circulatiecircuit gelijktijdig doorstroomd worden met het hete water uit het heetwaterreservoir 10. In een alternatieve uitvoeringsvorm is het ook mogelijk om additionele kleppen te voorzien die het mogelijk maken om een circulatiecircuit te vormen voor ofwel de leiding 50 ofwel de leiding 51. Dit kan door het plaatsen van kleppen in de niet gemeenschappelijke delen van de leidingen 50 en 51 of in niet gemeenschappelijke delen van de retourleiding 60. Wanneer deze ontsmetting is voltooid kan het rondpompen van water door het circulatiecircuit worden beëindigd door het stoppen van de pomp 82. Daarbij kan de retourklep 61 weer worden gesloten en de inlaatklep 26 worden geopend. Deze acties kunnen worden aangestuurd vanuit de regelinrichting 100. Tijdens de ontsmetting kan worden verhinderd dat er water wordt afgegeven door de waterafgifte-inrichting 1. Dit heeft het voordeel dat er geen kans is op verbranding als gevolg van het ontsmetten met heet water of stoom.
De retourleiding is in Figuur 3 aangesloten bij de tweede inlaat 35 van de warmtewisselaar. Hiermee wordt het water uit koudwaterreservoir 20 tijdens het steriliseren via de tweede warmtewisselleiding 32 teruggeleid naar het heetwaterreservoir 10. Die verbinding heeft als voordeel ten opzichte van het direct op de heetwaterreservoirtoevoer 12 aansluiten van retourleiding 60 dat het water uit het koudwaterreservoir via de warmtewisselaar het hetere water afkomstig van het heetwaterreservoir extra kan afkoelen.
Het is gebleken dat dat voordelig kan zijn in verband met de thermische bescherming van bepaalde onderdelen als kleppen en afdichtingen.
Een voordeel van de waterafgifte-inrichting van Figuur 3 is dat al het water dat door de kraan 40 wordt afgegeven, dus ook het mengwater, afkomstig is uit het heetwaterreservoir 10, en derhalve geschikt is voor consumptie. Dit is in het bijzonder van voordeel in een omgeving waar het verse water dat uit het waterleidingnetwerk K komt niet, althans niet direct, geschikt is voor consumptie vanwege de aanwezigheid van bacteriën of andere verontreinigingen in het verse water. De waterafgifte-inrichting 1 geeft aldus de mogelijkheid voor het afgeven van gemengd warm en/of lauw water via de tweede menginrichting {niet getoond) middels bedieningselement 42 en kokend water via de tweede heetwaterreservoirafvoer 15 middels bedieningselement 41 en de derde uitlaatklep 18.
Juist omdat de waterafgifte-inrichting 1 geschikt is voor een omgeving waar het verse water dat uit het waterleidingnetwerk K komt niet direct geschikt is voor consumptie, is het 20 van voordeel dat de regelinrichting 100 is ingericht voor het aansturen van een sterilisatiemodus, waarin een circulatiecircuit wordt gevormd en een pomp wordt geactiveerd om heet water rond te pompen door het circulatiecircuit.
21

Claims (23)

CONCLUSIES
1. Waterafgifte-inrichting voor het afgeven van consumptiewater, omvattende - een heetwaterreservoir ingericht voor het houden van heet water op een temperatuur van ten minste 90 °C, omvattende: - een heetwaterreservoirtoevoer voor het toevoeren van vers water aan het heetwaterreservoir, - een heetwaterreservoirafvoer voor het uit het heetwaterreservoir afvoeren van heet water, - een leiding voor het, in een aftapmodus van de waterafgifte-inrichting, leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C naar een aftappunt, waarbij de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 85 °C in vloeistofverbinding is met de heetwaterreservoirafvoer, en waarbij het in de aftapmodus af te geven water met een temperatuur van lager dan 65 °C ten minste gedeeltelijk afkomstig is uit het heetwaterreservoir, met het kenmerk, dat de waterafgifte-inrichting omvat: - een inlaatklep die is ingericht om instroom van vers water in de heetwaterreservoirtoevoer toe te laten of te blokkeren, - een retourleiding die de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C verbindt met het heetwaterreservoir voor het terugleiden van water van de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C naar het heetwaterreservoir, - een retourklep aangebracht in de retourleiding om stroming van water door de retourleiding toe te laten of te blokkeren, zodanig dat door middel van het blokkeren van de _ inlaatklep en het openen van de retourklep een circulatiecircuit wordt gevormd, waarbij in het circulatiecircuit een pomp is voorzien voor het pompen van water, waarbij water dat uit het heetwaterreservoir wordt afgegeven in de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 85 °C via de retourleiding wordt teruggevoerd naar het heetwaterreservoir voor het tenminste gedeeltelijk steriliseren van de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C.
2. Water-afgifte-inrichting volgens conclusie 1, waarbij de waterafgifte-inrichting een koelinrichting omvat voor het afkoelen van het hete water uit het heetwaterreservoir tot water met een temperatuur van lager dan 65 °C. 22
3. Water-afgifte-inrichting volgens conclusie 1, waarbij de waterafgifte-inrichting een meng-inrichting omvat voor het mengen van het hete water uit het heetwaterreservoir met koud water tot water met een temperatuur van lager dan 65 °C.
4 Water-afgifte-inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de waterafgifte-inrichting omvat: - een koudwaterreservoir ingericht voor het houden van gekoeld water op een temperatuur van ten hoogste 20 °C, omvattende: - een met de heetwaterreservoirafvoer verbonden koudwaterreservoirtoevoer voor het toevoeren van water uit het heetwaterreservoir aan het koudwaterreservoir, - een koudwaterreservoirafvoer voor het afgeven van gekoeld water uit het koudwaterreservoir in de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C.
5. Water-afgifte-inrichting volgens conclusie 1, 2 of 4, waarbij de waterafgifte-inrichting omvat: - een warmtewisselaar omvattende: - een eerste warmtewisselleiding met een eerste inlaat en een eerste uitlaat, en - een tweede warmtewisselleiding met een tweede inlaat en een tweede uitlaat, waarbij de eerste warmtewisselleiding en de tweede warmtewisselleiding zijn ingericht om warmte met elkaar uit te wisselen, waarbij de eerste inlaat is verbonden met de heetwaterreservoirafvoer en de eerste uitlaat is verbonden met de leiding voor het, tenminste in de aftapmodus, afgeven van water met een temperatuur lager dan 85 °C,, en waarbij de tweede inlaat aan te sluiten is op een verswaterleiding en de tweede uitlaat is verbonden met de heetwaterreservoirtoevoer.
6. Waterafgifte-inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de waterafgifte-inrichting een regelinrichting omvat voor het aansturen van ten minste de inlaatklep, de retourklep en de pomp, waarbij de regelinrichting is ingericht om de waterafgifte-inrichting in verschillende bedrijfsmodi aan te sturen, waarbij de bedrijfsmodi een sterilisatiemodus omvatten, waarin: de inlaatklep is geplaatst in een gesloten stand, de retourklep is geplaatst in een open stand en de pomp is geactiveerd, zodanig dat water door het circulatiecircuit wordt gepompt voor het tenminste gedeeltelijk steriliseren van de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C. 23
7. Waterafgifte-inrichting volgens conclusie 6, waarbij de waterafgifte-inrichting een door de regelinrichting aan te sturen aftapklep omvat die is ingericht om uitstroom van water met een temperatuur van lager dan 65 °C uit de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C naar het aftappunt toe te laten of te blokkeren, waarbij in de sterilisatiemodus de aftapklep is geplaatst in een gesloten stand om uitstroom van water met een temperatuur van lager dan 65 °C uit de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C naar het aftappunt te blokkeren.
8. Waterafgifte-inrichting volgens conclusie 7, waarbij de door de regelinrichting aan te sturen bedrijfsmodi verder omvatten: een standbymodus, waarin de aftapklep en de retourklep zijn geplaatst in een gesloten stand, en de aftapmodus, waarin de retourklep is geplaatst in een gesloten stand en de aftapklep is geplaatst in een open stand om uitstroom van water met een temperatuur van lager dan 65 °C uit de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C naar het aftappunt toe te laten en waarin de inlaatklep is geplaatst in een open stand om instroom van vers water in het heetwaterreservoir door de heetwaterreservoirtoevoer toe te laten.
9. Waterafgifte-inrichting volgens een van de conclusies 6-8, waarbij de regelinrichting is ingericht om de sterilisatiemodus periodiek en/of op verzoek uit te voeren.
10. Waterafgifte-inrichting volgens een van de conclusies 1-9, waarbij de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 85 °C is aangesloten op een kraan om als consumptiewater te worden afgegeven.
11. Waterafgifte-inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het heetwaterreservoir een tweede heetwaterreservoirafvoer omvat voor het afgeven van heet of kokend water, waarbij de waterafgifte-inrichting een tweede aftapklep omvat die is ingericht om uitstroom van heet water uit de tweede heetwaterreservoirafvoer toe te laten of te blokkeren, waarbij de regelinrichting verder is ingericht om een aftapmodus voor heet of kokend water aan te sturen, waarin de tweede aftapklep is geplaatst in een open stand om uitstroom van heet water vanuit het heetwaterreservoir door de tweede heetwaterreservoirafvoer toe te laten en waarin de inlaatklep is geplaatst in een open stand om instroom van vers water in het heetwaterreservoir door de heetwaterreservoirtoevoer toe te laten. 24
12. Waterafgifte-inrichting volgens een van de conclusies 4-11, waarbij het koudwaterreservoir een eerste compartiment omvat voor het houden van gekoeld water op een temperatuur van ten hoogste 20 °C en een tweede compartiment ingericht voor het houden van gekoeld koolzuurhoudend water op een temperatuur van ten hoogste 20 °C, waarbij het eerste compartiment is verbonden met de koudwaterreservoirtoevoer en de koudwaterreservoirafvoer, waarbij het tweede compartiment is verbonden met een tweede koudwaterreservoirtoevoer en een tweede koudwaterreservoirafvoer, waarbij de tweede koudwaterreservoirtoevoer is verbonden met de heetwaterreservoirafvoer voor het toevoeren van water uit het heetwaterreservoir aan het tweede compartiment, en de tweede koudwaterreservoirafvoer is voorzien voor het afgeven van gekoeld koolzuurhoudend water uit het tweede compartiment via een verdere leiding, waarbij de waterafgifte-inrichting verder een CO: houder omvat voor het verschaffen van CO:, waarbij het tweede compatriment is ingericht om het door de CO: houder verschafte CO:20p te lossen in het in het tweede compartiment gehouden gekoelde water.
13. Waterafgifte-inrichting volgens conclusie 12, waarbij het tweede compartiment ten minste gedeeltelijk is aangebracht in of om het eerste compartiment.
14. Waterafgifte-inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de waterafgifte-inrichting een filter voor het filteren van het hete water omvat, waarbij het filter in het heetwaterreservoir, in de heetwaterreservoirafvoer of in de heetwaterreservoirtoevoer is aangebracht, zodanig dat het door de heetwaterreservoirafvoer afgevoerde hete water wordt gefilterd door het filter.
15. Werkwijze voor het steriliseren van een leiding die in een aftapmodus wordt gebruikt voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C naar een aftappunt en die in vloeistofverbinding is met een heetwaterreservoirafvoer van een heetwaterreservoir van een waterafgifte-inrichting, waarbij het heetwaterreservoir is ingericht voor het houden van heet water op een temperatuur van ten minste 90 °C en een heetwaterreservoirtoevoer omvat voor het toevoeren van vers water aan het heetwaterreservoir, waarbij het in de aftapmodus af te geven water met een temperatuur van lager dan 65 °C ten minste gedeeltelijk afkomstig is uit het heetwaterreservoir, waarbij een inlaatklep is voorzien die is ingericht om instroom van vers water in het heetwaterreservoir toe te laten of te blokkeren, en een aftapklep die is ingericht om uitstroom van water met een temperatuur van lager dan 65 °C uit de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C naar het aftappunt toe te laten of te blokkeren, 25 waarbij een retourleiding is voorzien die de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C verbindt met het heetwaterreservoir voor het terugleiden van water van de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C naar het heetwaterreservoir, waarbij een retourklep is aangebracht in de retourleiding om stroming van water door de retourleiding toe te laten of te blokkeren, en waarbij een pomp is voorzien voor het ten minste door de retourleiding pompen van water, waarbij de werkwijze omvat het tenminste gedeeltelijk steriliseren van de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C, omvattende de stappen het vormen van een circulatiecircuit door de inlaatklep te blokkeren en de retourklep te openen, en het rondpompen van water in het circulatiecircuit, waarbij water dat uit het heetwaterreservoir wordt afgegeven in de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C via de retourleiding wordt teruggevoerd naar het heetwaterreservoir.
16. Werkwijze volgens conclusie 15, omvattende het afkoelen van het hete water uit het heetwaterreservoir tot water met een temperatuur van lager dan 65 °C.
17. Werkwijze volgens conclusie 15, omvattende het mengen van het hete water uit het heetwaterreservoir met koud water tot water met een temperatuur van lager dan 65 °C.
18. Werkwijze volgens een van de conclusies 15-17, waarbij de waterafgifte-inrichting een regelinrichting omvat voor het aansturen van ten minste de inlaatklep, de retourklep en de pomp, waarbij de werkwijze omvat het met de regelinrichting aansturen van de waterafgifte- inrichting in verschillende bedrijfsmodi, waarbij de bedrijfsmodi omvatten: een sterilisatiemodus, waarin de inlaatklep en de aftapklep zijn geplaatst in een gesloten stand, de retourklep is geplaatst in een open stand en de pomp is geactiveerd om stroming van water door de retourleiding toe te laten, zodanig dat water door het circulatiecircuit wordt gepompt voor het tenminste gedeeltelijk steriliseren van de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C, en waarbij de werkwijze omvat het selecteren van de sterilisatiemodus voor de regelinrichting. 26
19. Werkwijze volgens conclusie 18, waarbij de door de regelinrichting aan te sturen bedrijfsmodi verder omvatten: een standbymodus, waarin de aftapklep en de retourklep zijn geplaatst in een gesloten stand, en een aftapmodus, waarin de retourklep is geplaatst in een gesloten stand en de aftapklep is geplaatst in een open stand om uitstroom van water met een temperatuur van lager dan 85 °C uit de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C naar het aftappunt toe te laten en waarin de inlaatklep is geplaatst in een open stand om instroom van vers water in het heetwaterreservoir door de heetwaterreservoirtoevoer toe te laten.
20. Werkwijze volgens een van de conclusies 15-19, waarbij de waterafgifte-inrichting omvat: - een warmtewisselaar omvattende: - een eerste warmtewisselleiding met een eerste inlaat en een eerste uitlaat, en - een tweede warmtewisselleiding met een tweede inlaat en een tweede uitlaat, waarbij de eerste warmtewisselleiding en de tweede warmtewisselleiding zijn ingericht om warmte met elkaar uit te wisselen, waarbij de eerste inlaat is verbonden met de heetwaterreservoirafvoer en de eerste uitlaat is verbonden met de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C, en waarbij de tweede inlaat is verbonden met een verswaterleiding en de tweede uitlaat is verbonden met de heetwaterreservoirtoevoer, waarbij de werkwijze omvat het toevoeren van heet water uit het heetwaterreservoir via de eerste warmtewisselleiding aan de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 65 °C.
21. Werkwijze volgens conclusie 20, waarbij de leiding voor het leiden van water met een temperatuur van lager dan 85 °C is aangesloten op een kraan om als afgekoeld consumptiewater te worden afgegeven.
22. Werkwijze volgens een van de conclusies conclusie 15-21, waarbij de waterafgifte- inrichting omvat: - een koudwaterreservoir ingericht voor het houden van gekoeld water op een temperatuur van ten hoogste 20 °C, omvattende: - een koudwaterreservoirtoevoer voor het toevoeren van water aan het koudwaterreservoir, 27
- een koudwaterreservoirafvoer voor het afgeven van gekoeld water uit het koudwaterreservoir, - een warmtewisselaar omvattende: - een eerste warmtewisselleiding met een eerste inlaat en een eerste uitlaat, en - een tweede warmtewisselleiding met een tweede inlaat en een tweede uitlaat, waarbij de eerste warmtewisselleiding en de tweede warmtewisselleiding zijn ingericht om warmte met elkaar uit te wisselen, waarbij de eerste inlaat is verbonden met de heetwaterreservoirafvoer en de eerste uitlaat is verbonden met de koudwaterreservoirtoevoer, en waarbij de tweede inlaat aan te sluiten is op een verswaterleiding en de tweede uitlaat is verbonden met de heetwaterreservoirtoevoer, en waarbij de werkwijze omvat het toevoeren van het hete water uit het heetwaterreservoir via de eerste warmtewisselleiding aan het koudwaterreservoir om vervolgens als afgekoeld consumptiewater te worden afgegeven.
23. Werkwijze volgens conclusie 22, waarbij het koudwaterreservoir een eerste compartiment omvat voor het houden van gekoeld water op een temperatuur van ten hoogste °C en een tweede compartiment ingericht voor het houden van gekoeld koolzuurhoudend water op een temperatuur van ten hoogste 20 °C, 20 waarbij het eerste compartiment is verbonden met de koudwaterreservoirtoevoer en de koudwaterreservoirafvoer, waarbij het tweede compartiment is verbonden met een tweede koudwaterreservoirtoevoer en een tweede koudwaterreservoirafvoer, waarbij de tweede koudwaterreservoirtoevoer is verbonden met de heetwaterreservoirafvoer voor het toevoeren van water uit het heetwaterreservoir aan het tweede compartiment, en de tweede koudwaterreservoirafvoer is voorzien voor het afgeven van gekoeld koolzuurhoudend water uit het tweede compartiment via een verdere leiding, waarbij de waterafgifte-inrichting verder een CO: houder omvat voor het verschaffen van CO:, waarbij het tweede compatriment is ingericht om het door de CO: houder verschafte CO:op te lossen in het in het tweede compartiment gehouden gekoelde water, en waarbij de werkwijze omvat het toevoeren van het hete water uit het heetwaterreservoir via de eerste warmtewisselleiding aan het tweede compartiment om vervolgens als gekoeld koolzuurhoudend water te worden afgegeven. 28
NL2030010A 2021-12-03 2021-12-03 Waterafgifte-inrichting NL2030010B1 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2030010A NL2030010B1 (nl) 2021-12-03 2021-12-03 Waterafgifte-inrichting
CA3238263A CA3238263A1 (en) 2021-12-03 2022-12-02 Water supply device
TW111146426A TW202332870A (zh) 2021-12-03 2022-12-02 水供應裝置
PCT/NL2022/050698 WO2023101557A1 (en) 2021-12-03 2022-12-02 Water supply device

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2030010A NL2030010B1 (nl) 2021-12-03 2021-12-03 Waterafgifte-inrichting

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2030010B1 true NL2030010B1 (nl) 2023-06-20

Family

ID=80999770

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2030010A NL2030010B1 (nl) 2021-12-03 2021-12-03 Waterafgifte-inrichting

Country Status (4)

Country Link
CA (1) CA3238263A1 (nl)
NL (1) NL2030010B1 (nl)
TW (1) TW202332870A (nl)
WO (1) WO2023101557A1 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19618319A1 (de) * 1996-05-07 1997-11-13 Medap Medizinische Apparate Gm Wasserspender
US20160023880A1 (en) * 2011-12-26 2016-01-28 Neviot - Nature Of Galilee Ltd. Beverage dispenser and method for sanitation thereof
DE102017203112A1 (de) * 2017-02-27 2018-08-30 BSH Hausgeräte GmbH Haushaltsgerät zur Ausgabe von Flüssigkeit mit einem Heißwassersystem als Desinfektionseinrichtung für ein Gekühltwassersystem

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19618319A1 (de) * 1996-05-07 1997-11-13 Medap Medizinische Apparate Gm Wasserspender
US20160023880A1 (en) * 2011-12-26 2016-01-28 Neviot - Nature Of Galilee Ltd. Beverage dispenser and method for sanitation thereof
DE102017203112A1 (de) * 2017-02-27 2018-08-30 BSH Hausgeräte GmbH Haushaltsgerät zur Ausgabe von Flüssigkeit mit einem Heißwassersystem als Desinfektionseinrichtung für ein Gekühltwassersystem

Also Published As

Publication number Publication date
CA3238263A1 (en) 2023-06-08
WO2023101557A1 (en) 2023-06-08
TW202332870A (zh) 2023-08-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2417728C2 (ru) Аппарат раздачи воды и устройство раздачи напитков с аппаратом раздачи воды
JP3387526B2 (ja) 飲料水のディスペンサ
US6453938B1 (en) Warm drinking water conduit system
EP1852131B1 (en) Water dispenser with disinfection circuit
US20070102357A1 (en) Heat sanitization for reverse osmosis systems
JP6055788B2 (ja) 個別に動作可能な2系統の熱殺菌経路を備えた給水機
WO2006038445A1 (ja) 飲料水のディスペンサ
NL2030010B1 (nl) Waterafgifte-inrichting
JP7130329B2 (ja) 給湯システム
NL2025741B1 (nl) Waterafgifte-inrichting
CN101617173B (zh) 具有消毒功能的煮水装置及水处理方法
NL2025742B1 (nl) Waterafgifte-inrichting
US7566430B2 (en) Apparatus for sterilizing, pasteurizing, and/or disinfecting a pumpable or free flowing medium
CN114763945A (zh) 用于提供热水或冷水的方法和设备
KR101012229B1 (ko) 음수공급장치의 온수냉각장치
WO2024132719A1 (en) Device for cooling and sterilising water for dispensing cold beverages
JPH07121187B2 (ja) 養液栽培用液肥の加熱殺菌装置
JPH10141685A (ja) 高温滅菌型の給湯及び冷却水装置
JP2958365B2 (ja) 殺菌装置
KR101763331B1 (ko) 냉온음료 공급기 제어시스템
AU2020200752A1 (en) A Fluid Conditioning System and A Fluid Treatment System incorporating same
JPH0923978A (ja) 湯ざまし供給機
JP2020143826A (ja) 給湯装置
EP1373143A1 (en) An apparatus and a method for the disinfection of water for water consumption units designed for health or dental care purposes
JP2002139247A (ja) ヒートポンプ式給湯装置