NL2027923B1 - Method and system for assisting adaptive cardiac rehabilitation - Google Patents

Claims (9)

Conclusies

1. Werkwijze voor het assisteren bij adaptieve cardiale revalidatie, omvattende: in reactie op een invoer van een therapeut, het instellen door een processor van de therapeut van een taak voor revalidatietraining en een tijdelijke drempelwaarde voor de hartslag die is gerelateerd aan een identiteit van een patiënt en het verzenden van de identiteit van de patiënt, de taak voor revalidatietraining en de tijdelijke drempelwaarde voor de hartslag als een datapakket naar een server, waarbij de taak voor revalidatietraining een veelheid aan sub-taken voor revalidatietraining omvat; het ontvangen en opslaan van het datapakket door de server; het downloaden door een processor van de patiënt, van een datapakket dat correspondeert met de identiteit van de patiënt vanaf de server op basis van de identiteit van de patiënt, en het tot stand brengen van een communicatieverbinding met een hartslagmonitor in reactie op het selecteren van de ten minste ene sub- taak voor revalidatietraining door een patiënt; na het tot stand brengen van de communicatieverbinding met een hartslagmonitor, het verkrijgen en vastleggen van alle actuele hartslagwaardes van de patiënt, waarbij de actuele hartslagwaardes de hartslagwaardes zijn die actueel worden gemeten terwijl de patiënt revalidatietrainingen volgt volgens de ten minste ene sub-taak voor revalidatietraining; nadat de revalidatietrainingen zijn afgewerkt, het beoordelen of een nieuwe optimale drempelwaarde voor de hartslag aanwezig is op basis van alle actuele hartslagwaardes, de tijdelijke drempelwaarde voor de hartslag en het aanta! revalidatietrainingen, en indien een nieuwe optimale drempelwaarde voor de hartslag aanwezig is, het verzenden naar de server van de ten minste ene sub-taak voor revalidatietraining, alle vastgelegde actuele hartslagwaardes en de nieuwe optimale drempelwaarde voor de hartslag; het ontvangen door de server en verzenden door de server naar de processor van de therapeut, van de ten minste ene sub-taak voor revalidatietraining, alle vastgelegde actuele hartslagwaardes en de nieuwe optimale drempelwaarde voor de hartslag; het verzenden door de processor van de therapeut van een bijgewerkte taak voor revalidatietraining, een bijgewerkte tijdelijke drempelwaarde voor de hartslag en de identiteit van de patiént als een nieuwe datapakket naar de server, waarbij de bijgewerkte taak voor revalidatietraining en de bijgewerkte tijdelijke drempelwaarde voor de hartslag zijn bijgewerkt door de therapeut op basis van de ten minste ene sub-taak voor revalidatietraining, alle actuele hartslagwaardes, en de nieuwe optimale drempelwaarde voor de hartslag ontvangen door de processor van de therapeut; en het downloaden door de processor van de patiént, van het nieuwe datapakket dat correspondeert met de identiteit van de patiént wanneer het nieuwe data pakket wordt gedetecteerd.

2. De werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het beoordelen of een nieuwe optimale drempelwaarde voor de hartslag aanwezig is op basis van alle actuele hartslagwaardes, de tijdelijke drempelwaarde voor de hartslag en het aantal revalidatietrainingen, omvat: het verkrijgen en het opstellen van alle actuele hartslagwaardes in afnemende volgorde; het verkrijgen van een eerste 5% deel aan actuele hartslagwaardes uit alle opgestelde actuele hartslagwaardes en het berekenen van een gemiddelde waarde; het vergelijken van de gemiddelde waarde met de tijdelijke drempelwaarde voor de hartslag; wanneer de gemiddelde waarde groter is dan de tijdelijke drempelwaarde voor de hartslag, het beoordelen of het aantal revalidatietrainingen groter of gelijk is aan het minimum aantal revalidatietrainingen; wanneer het aantal revalidatietrainingen groter of gelijk is aan het minimum aantal revalidatietrainingen, het beoordelen of een eerder gedetecteerde optimale drempelwaarde voor de hartslag aanwezig is; wanneer een eerder gedetecteerde optimale drempelwaarde voor de hartslag aanwezig is, het vergelijken van de gemiddelde warde met de eerder gedetecteerde optimale drempelwaarde voor de hartslag, en wanneer de gemiddelde waarde groter is dan de eerder gedetecteerde optimale drempelwaarde voor de hartslag, het beoordelen of een hartslagintensiteit overeenkomt met de standaardwaarde voor hartslagintensiteit; en wanneer de hartslagintensiteit overeenkomt met de standaardwaarde voor hartslagintensiteit, het bepalen of een nieuwe optimale drempelwaarde voor de hartslag aanwezig is, en het berekenen van de nieuwe optimale drempelwaarde voor de hartslag op basis van de tijdelijke drempelwaarde voor de hartslag, de hartslagintensiteit en een leeftijd van de patiënt.

3. De werkwijze volgens conclusie 2, waarbij in het geval van het niet- bijwerken van de taak voor revalidatietraining en de tijdelijke drempelwaarde voor de hartslag door de processor van de therapeut, het bijwerken van de eerder gedetecteerde optimale drempelwaarde voor de hartslag als nieuwe optimale drempelwaarde voor de hartslag.

4. De werkwijze volgens conclusie 2, waarbij de beoordeling of de hartslagintensiteit overeenkomt met de standaardwaarde voor hartslagintensiteit, wordt uitgevoerd op basis van een instantane hartslagintensiteit die als volgt is gedefinieerd: fue = waarbij HR een actuele hartslag is die verkregen is tijdens revalidatietraining, HR: is de tijdelijke drempelwaarde voor de hartslag en Int is de instantane hartslagintensiteit; de waarde van Int is: {1 HR DHR, in het geval dat alle instantane hartslagintensiteiten binnen een revalidatietraining overeenkomen met een vooral ingestelde hartslagintensiteit binnen een vooraf ingestelde tijdsduur, waarbij de vooraf ingestelde hartslagintensiteit kleiner is dan 1, een gemiddelde waarde van de instantane hartslagintensiteiten binnen de vooraf ingestelde tijd wordt aangenomen als een eerste hartslagintensiteit van de revalidatietraining; vn ee nti 20 far a SEAL waarbij Int(i) is de i-de instantane hartslagintensiteit onder de instantane hartslagintensiteiten die overeenkomen met de vooraf ingestelde hartslagintensiteit binnen de tegenwoordige tijd, m is het aantal monsters van instantane hartslagintensiteiten binnen de tegenwoordige tijd, en Int. is een eerste hartslagintensiteit die overeenkomt met de vooraf ingestelde hartslagintensiteit;

in het geval dat alle hartslagintensiteiten tijdens n opeenvolgende dagen van revalidatietrainingen de eerste hartslagintensiteit omvatten welke overeenkomt met de vooraf ingestelde hartslagintensiteit, er wordt aangeduid dat de hartslagintensiteit overeenkomt met de standaardwaarde voor de hartslagintensiteit; FER, sulin waarbij P de hartslagintensiteit is, n vertegenwoordigt het aantal dagen van revalidatietrainingen, Inta (j) is de j-de revalidatietraining onder de n opeenvolgende revalidatietrainingen, en n is een positief geheel getal.

5. De werkwijze volgens conclusie 4, waarbij het berekenen van de nieuwe optimale drempelwaarde voor de hartslag op basis van de tijdelijke drempelwaarde voor de hartslag, de hartslagintensiteit en de leeftijd van de patiënt, omvat: waarbij HRop: een nieuwe optimale drempelwaarde voor de hartslag is, ‘age’ is de leeftijd van de patiënt, Py is de hartslagintensiteit, en ‘a’ is een vooraf ingesteld constant getal tussen 0 en 1.

6. De werkwijze volgens conclusie 2, waarbij de werkwijze tevens het bepalen omvat of er geen nieuwe optimale drempelwaarde voor de hartslag aanwezig in het geval dat de gemiddelde waarde minder is of gelijk aan de tijdelijke drempelwaarde voor de hartslag, of het aantal revalidatietrainingen kleiner is dan het minimum aantal revalidatietrainingen, of de hartslagintensiteit is niet overeenkomend met de standaardwaarde voor de hartslagintensiteit, en het verzenden door de processor van de patiënt naar de server, van de ten minste ene sub-taak voor revalidatietraining en alle vastgelegde actuele hartslagwaardes.

7. De werkwijze volgens conclusie 1, waarbij na het tot stand brengen van de communicatieverbinding met de hartslagmonitor, een tijdsmeting wordt gestart en zodra een gemeten tijdsduur groter is of gelijk aan een drempelwaarde voor de tijdsduur, wordt vastgesteld dat de betreffende training voltooid is.

8. De werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de werkwijze eveneens omvat dat een processor van een familielid van de patiént vanaf de server voortgangsgegevens controleert van de revalidatie van de patiént welke corresponderen met de identiteit van de patiént, waarbij de voortgangsgegevens van de revalidatie de taak van de revalidatietraining omvatten, de tijdelijke drempelwaarde voor de hartslag, de ten minste ene sub-taak voor revalidatietraining, alle vastgelegde actuele hartslagwaardes en de nieuwe optimale drempelwaarde voor de hartslag.

9. Systeem geschikt voor het assisteren bij adaptieve cardiale revalidatie, welk systeem omvat: een processor van de therapeut, welke is ingericht voor het instellen van een taak voor revalidatietraining en een tijdelijke drempelwaarde voor de hartslag die is gerelateerd aan een identiteit van een patiënt, in reactie op een invoer van een therapeut, en het verzenden van de identiteit van de patiënt, de taak voor revalidatietraining en de tijdelijke drempelwaarde voor de hartslag naar een server, waarbij de taak voor revalidatietraining een veelheid aan sub-taken voor revalidatietraining omvat; het verzenden van een bijgewerkte taak voor revalidatietraining, een bijgewerkte tijdelijke drempelwaarde voor de hartslag en de identiteit van de patiënt als een nieuwe datapakket naar de server, waarbij de bijgewerkte taak voor revalidatietraining en de bijgewerkte tijdelijke drempelwaarde voor de hartslag zijn bijgewerkt door de therapeut op basis van de ten minste ene sub-taak voor revalidatietraining, alle actuele hartslagwaardes, en een nieuwe optimale drempelwaarde voor de hartslag ontvangen door de processor van de therapeut; een server die is ingericht voor het ontvangen en opslaan van het datapakket en het ontvangen en opslaan van het nieuwe datapakket; een processor van de patiënt, welke is ingericht voor het downloaden van een datapakket dat correspondeert met de identiteit van de patiënt vanaf de server op basis van de identiteit van de patiënt en het tot stand brengen van een communicatieverbinding met een hartslagmonitor in reactie op een selectie door de patiënt van de ten minste ene sub-taak voor revalidatietraining; het verkrijgen en vastleggen van alle actuele hartslagwaardes van de patiënt nadat de communicatieverbinding met de hartslagmonitor tot stand is gebracht; het beoordelen of een nieuwe optimale drempelwaarde voor de hartslag aanwezig is op basis van alle actuele hartslagwaardes, de tijdelijke drempelwaarde voor de hartslag en het aantal revalidatietrainingen nadat de trainingen zijn voltooid, en indien een nieuwe optimale drempelwaarde voor de hartslag aanwezig is, het verzenden naar de server van de ten minste ene sub-taak voor revalidatietraining, alle vastgelegde actuele hartslagwaardes en de nieuwe optimale drempelwaarde voor de hartslag; en het downloaden van een nieuw datapakket corresponderend met de identiteit van de patiënt wanneer het nieuwe datapakket wordt gedetecteerd; een hartslagmonitor die is ingericht voor het meten van een actuele hartslagwaarde wanneer de patiënt revalidatietrainingen uitvoert volgens de ten minste ene sub-taak voor revalidatietraining; en een processor van een familielid van de patiënt, ingericht voor het controleren vanaf de server van de voortgangsgegevens van de revalidatie van de patiënt welke corresponderen met de identiteit van de patiënt, waarbij de voortgangsgegevens van de revalidatie de taak van de revalidatietraining omvatten, de tijdelijke drempelwaarde voor de hartslag, de ten minste ene sub-taak voor revalidatietraining, alle vastgelegde actuele hartslagwaardes en de nieuwe optimale drempelwaarde voor de hartslag.