NL2025973B1 - Wegdeksensor-samenstel en werkwijze voor het vervaardigen hiervan. - Google Patents

Wegdeksensor-samenstel en werkwijze voor het vervaardigen hiervan. Download PDF

Info

Publication number
NL2025973B1
NL2025973B1 NL2025973A NL2025973A NL2025973B1 NL 2025973 B1 NL2025973 B1 NL 2025973B1 NL 2025973 A NL2025973 A NL 2025973A NL 2025973 A NL2025973 A NL 2025973A NL 2025973 B1 NL2025973 B1 NL 2025973B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
dielectric
layer
circuit board
printed circuit
assembly according
Prior art date
Application number
NL2025973A
Other languages
English (en)
Inventor
Van Der Neut Willem
Original Assignee
Koninklijke Bam Groep Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Koninklijke Bam Groep Nv filed Critical Koninklijke Bam Groep Nv
Priority to NL2025973A priority Critical patent/NL2025973B1/nl
Priority to EP21183183.9A priority patent/EP3933453B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2025973B1 publication Critical patent/NL2025973B1/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01WMETEOROLOGY
    • G01W1/00Meteorology
    • G01W1/02Instruments for indicating weather conditions by measuring two or more variables, e.g. humidity, pressure, temperature, cloud cover or wind speed

Landscapes

  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Atmospheric Sciences (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Ecology (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Road Signs Or Road Markings (AREA)
  • Traffic Control Systems (AREA)

Abstract

De uitvinding betreft een wegdeksensor—samenstel voor meting aan het oppervlak van een wegdek. Het samenstel bestaat uiteen schijf gevormd uiteen diëlektricum van een vast materiaal omgeven door een metalen buitenhuls met concentrisch daarin een binnenhuls. Op de bovenzijde van de schijf bevindt zich tussen de binnenhuls en buitenhuls een ringvormige toplaag met wegdekachtige structuur. In het diëlektricum bevindt zich een printplaat met elektronische componenten, die metde binnenhuls en buitenhuls verbonden zijn en ingericht zijn om de elektrische geleidbaarheid van de toplaag te meten. In het diëlektricum bevindt zich verder een batterij voor het voeden van de printplaat en een antenne voor het verzenden van een signaal met informatie over de gemeten elektrische geleidbaarheid. Verder kan in het diëlektricum een temperatuur sensor zijn ondergebracht. De uitvinding betreft verder een werkwijze voor het vervaardigen van zo’n samenstel.

Description

P34511NLOO/YGR Titel: Wegdeksensor-samenstel en werkwijze voor het vervaardigen hiervan. Technisch gebied van de uitvinding De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het gebied van wegdeksensoren voor het verrichten van weersafhankelijke gladheidsmetingen. Neerslag — zoals regen, hagel, sneeuw en mist - en aanvriezen hebben invloed op de gladheid van een wegdek.
Achtergrond bij de uitvinding Voor het monitoren van de gesteldheid van een lokaal, regionaal, nationaal of internationaal wegennet is het bekend dit wegennet op diverse plaatsen uit te rusten met sensoren die de ‘weersgesteldheid’ van het wegdek meten. Deze sensoren zitten in het oppervlak van het wegdek en zijn middels een in het wegdek verzonken draad verbonden met een wegstation naast het wegdek. Dit wegstation bevat elektronische componenten, doorgaans aangebracht op een printplaat, die met een elektrische voeding verbonden zijn. De elektrische voeding kan het elektriciteitsnet zijn, een zonnepaneel, een accu, of zonnecelpaneel-accu-combinatie. De elektronische componenten verwerken de van een of meer sensoren afkomstige elektrische signalen en versturen, over een bedraad of draadloos netwerk, signalen, die representatief zijn voor de van de sensoren afkomstige elektrische signalen, al dan niet via een of meer tussenstations naar een verwerkingsstation, zoals een weerbedrijf of strooidienst. Een weerbedrijf zal de aldus ontvangen signalen op velerlei manieren verder kunnen gebruiken, bijvoorbeeld voor, al dan niet op het verkeer toegespitste, weersvoorspellingen en weerberichten. Een strooidienst zal direct ontvangen signalen of de via een weersbureau ontvangen voorspellingen of berichten kunnen gebruiken om te bepalen waar en wanneer er gestrooid moet worden.
Het is hierbij bekend om gladheidssensoren te gebruiken die op basis van de elektrische geleidbaarheid (of anders gezegd de elektrische weerstand) van een stukje wegdek de gladheid bepalen. Bij droog wegdek zal de elektrische geleidbaarheid klein of nul - overeenkomend met elektrische weerstand hoog of oneindig — zijn. Bij nat wegdek zal de elektrische geleidbaarheid al naar gelang de natheid hoger zijn, hetgeen overeenkomt met een elektrische weerstand kleiner naarmate de natheid hoger is. Aldus geeft de elektrische geleidbaarheid respectievelijk de elektrische weerstand van een wegdek informatie over de
-2- ‘weersgesteldheid’ van het wegdek ter plaatse van de gladheidsensoren. Wanneer er bij winters weer gestrooid is of wordt, zal de geleidbaarheid respectievelijk elektrische weerstand verder beïnvloed worden door de hoeveelheid op het wegdek aanwezig zout en wordt aldus extra informatie van de weersgesteldheid van het wegdek ter plaatse van een gladheidssensor verkregen. Een voorbeeld van een bekende gladheidsensor is de G-sensor of (voluit geschreven) geleidbaarheidssensor welke BAM al vele jaren produceert en levert. Deze sensor bestaat uit een schijf vervaardigd van een kunsthars met een metalen buitenhuls, een concentrisch daarin geplaatste metalen binnenhuls, en een wegdekachtige toplaag met grind op de bovenzijde van de schijf. De binnenhuls en buitenhuls zijn via een draad verbonden met het wegstation dat de elektrische geleidbaarheid/weerstand van de wegdekachtige toplaag tussen de binnenhuls en buitenhuls meet. De schijf wordt in een in het wegdek geboorde holte geplaatst en de draden worden via in het wegdek gefreesde sleuven van de sensorschijf naar het wegstation geleid.
Het plaatsen en vervangen van een gladheidssensor vereist dat rijbaan waarin de gladheidssensor geplaatst wordt voor het verkeer is afgesloten teneinde de boring te kunnen maken, de sleuven te kunnen frezen, de sensor en bedrading te kunnen plaatsen en de sleuven weer dicht te maken. Wanneer — bij rechts rijdend verkeer — een gladheidssensor in een linker rijbaan geplaatst wordt, is bovendien afsluiting van de rechts gelegen rijbanen vereist ten behoeve van het frezen van de sleuven en het weer dichtmaken hiervan wanneer de draad erin ligt (bij linksrijdend verkeer zal dit omgekeerd zijn).
In aanvulling op een gladheidsensor worden nabij die gladheidsensor vaak temperatuursensoren in het wegdek geplaatst om de temperatuur van het wegdek te meten. Ook deze temperatuursensoren zijn middels een draad, die door een in het wegdek gefreesde sleuf verloopt, met het wegstation naast het wegdek verbonden, alwaar de elektronische componenten het van de temperatuursensoren afkomstige signaal zullen verwerken en naar het verwerkingsstation zullen versturen. Omdat deze temperatuursensoren in de praktijk gevoelig blijken voor defect raken ten gevolge van de belasting van over het wegdek rijdend verkeer, worden de temperatuursensoren doorgaans in groepjes van 3 of meer geplaatst. Enerzijds kan men dan in het verwerkingsstation een meetfout als gevolge van defect raken van een temperatuursensor gemakkelijk herkennen — ze zullen immers zelden precies tegelijk defect raken -, anderzijds kan men bij defect raken van een sensor nog steeds blijven doormeten. De gevoeligheid voor defect raken brengt met zich dat defecte temperatuursensoren vervangen moeten worden. Bij het plaatsen en vervangen van temperatuursensoren moeten er — net als bij de gladheidsensoren — sleuven
-3- in het wegdek gefreesd worden ten behoeve van de bedrading. De betreffende rijbaan moet daarbij gesloten worden. Wanneer — bij rechts rijdend verkeer — temperatuursensoren in een linker rijbaan geplaatst worden, is bovendien afsluiting van de rechts gelegen rijbanen vereist ten behoeve van het frezen van de sleuven en het weer dichtmaken hiervan wanneer de draad erin ligt.
Samenvatting van de uitvinding De onderhavige uitvinding heeft tot doel te verschaffen een verbeterd of alternatief wegdeksensor-samenstel van het type dat de elektrische geleidbaarheid (of omgekeerd gezegd de elektrische weerstand) langs het oppervlak van een wegdek meet ter bepaling van de vochtigheid en/of de zoutheid van het wegdek. Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een dergelijk wegdek-samenstel dat zich sneller, gemakkelijk en met minder hinder voor het verkeer laat plaatsen en vervangen.
Een of meer van deze doelen worden volgens de uitvinding bereikt door te verschaffen een wegdeksensor-samenstel voor meting aan het oppervlak van een wegdek, waarbij het samenstel omvat: — een schijf gevormd uit een diëlektricum van een vast materiaal, — een metalen buitenhuls die is aangebracht in of rondom het diëlektricum, — een metalen binnenhuls die, in de buitenhuls en concentrisch ten opzichte van de buitenhuls, is aangebracht in het diëlektricum, — een ringvormige toplaag op een bovenzijde van de schijf, welke ringvormige toplaag zich in het gedeelte tussen de binnenhuls en buitenhuls uitstrekt, de binnenhuls en buitenhuls verbindt, en is ingericht om een wegdekoppervlak te simuleren, — een eerste printplaat voorzien van elektronische componenten, die elektrisch verbonden zijn met de binnenhuls en buitenhuls, en die ingericht zijn om de elektrische geleidbaarheid van de toplaag te bepalen en een zendsignaal te genereren met informatie representatief voor de elektrische geleidbaarheid, — een antenne verbonden met de elektronische componenten en ingericht voor het verzenden van het zendsignaal, en — een elektrische voeding verbonden met de elektronische componenten voor het elektrisch voeden daarvan, waarbij de schijf een buitenzijde heeft begrensd door de, in gebruik, naar boven gekeerde bovenzijde, door een, in gebruik, naar beneden gekeerde onderzijde, en door een omtrekwand die zich uitstrekt tussen de bovenzijde en onderzijde.
-4- welk samenstel volgens de uitvinding gekenmerkt wordt doordat de elektrische voeding een batterij is die in het diëlektricum is ingebed, en doordat de van elektronische componenten voorziene eerste printplaat en de antenne zijn ingesloten in het diëlektricum.
Met ‘bovenzijde van de schijf’ wordt in deze aanvrage bedoeld die zijde van de schijf die tijdens gebruik, d.w.z. wanneer het samenstel in een wegdek geplaatst is, naar boven gekeerd is, waarbij de bovenzijde van de schijf in het algemeen coplanair met het oppervlak van het wegdek zal liggen. Op overeenkomstige wijze wordt in deze aanvrage met ‘onderzijde van de schijf bedoeld de zijde van de schijf die tijdens gebruik naar beneden is gekeerd. De schijf heeft verder aan de buitenzijde een omtrekwand die de bovenzijde en onderzijde van de schijf verbindt. Bij een ronde schijf kan deze omtrekwand cilindrisch zijn. Onder een object ‘ingesloten in een diëlektricum’ wordt in deze uitvinding in het bijzonder verstaan dat het in het diëlektricum ingesloten object volledig door het diëlektricum omsloten is, of te wel dat het diëlektricum het object alzijdig omgeeft. Het betreffende object is dus zogezegd als volledig in het diëlektricum ‘ondergedompeld’ te verstaan. Een object kan hierbij bestaan uit een verzameling aan elkaar gemonteerde sub-objecten — bijvoorbeeld de eerste printplaat met de daarop gemonteerde elektronische componenten of de verderop te bespreken tweede printplaat met de daarop gemonteerde antenne -, waarbij dan het object als geheel is ingesloten.
Onder ‘ingebed in een diëlektricum’ wordt in deze uitvinding verstaan dat het betreffende object in het diëlektricum verzonken is. Verzonken kan hierbij gedeeltelijk verzonken zijn waarbij een gedeelte van het betreffende object aan het oppervlak van het diëlektricum ligt en dus niet alzijdig door het diëlektricum ingebed is, maar verzonken kan ook zogezegd volledig ‘ondergedompeld’ zijn waarbij het betreffende object dan is ‘ingesloten in het diëlektricum’ en volledig door het diëlektricum omgeven is.
Opgemerkt wordt dat het diëlektricum, beschouwd over de gehele schijf, uit een materiaal van in wezen dezelfde materiaal samenstelling kan bestaan. Maar het is ook denkbaar dat het diëlektricum, beschouwd over de gehele schijf, in materiaalsamenstelling kan verschillen en/of uit verschillende materialen vervaardigd kan zijn. Zo is het denkbaar dat het diëlektricum bestaat uit 2, 3 of meer zones met per zone verschillende diëlektricum materialen, bijvoorbeeld tussen de buitenhuls en binnenhuls zou het diëlektricum een rubber kunnen zijn, terwijl het diëlektricum binnen de binnenhuls een epoxy hars zou kunnen zijn.
Alternatief of in aanvulling is het ook denkbaar dat de materiaalsamenstelling van het diëlektricum verschilt afhankelijk van de plaats in de schijf, bijvoorbeeld nabij de bovenzijde kan de materiaalsamenstelling van het diëlektricum anders zijn dan daaronder, terwijl het
-5- materiaal als zodanig, bijvoorbeeld epoxyhars, niet verschilt. Het ‘ingesloten in diëlektricum’ of ‘ingebed in diëlektricum’ kan aldus ook zijn middels diëlektrica van verschillende materialen of verschillende materiaalsamenstellingen.
De ringvormige toplaag ingericht om een wegdekoppervlak te simuleren kan hierbij een wegdekachtige structuur, met grind of anderszins een oppervlaktestructuur ingericht voor het herbergen van water, omvatten. De oppervlaktestructuur ingericht voor het, althans tijdelijk, herbergen van water zorgt ervoor dat er al naar gelang de hoeveelheid water een verschillende waarde voor elektrische geleidbaarheid gemeten zal worden. Grind verschaft een onregelmatige oppervlaktestructuur waarin zich bij neerslag water zal verzamelen. Een dergelijke onregelmatige oppervlaktestructuur is ook op andere wijze te realiseren, bijvoorbeeld middels een regelmatig of onregelmatig verdeeld reliëf of regelmatig of onregelmatig verdeelde oppervlakte poriën. Zoals gebruikelijk bij een wegdek zal dit water na verloop van tijd weer verdwijnen door wegvloeien en/of verdampen en/of droog-rijden door passerend verkeer.
Door overeenkomstig de uitvinding de van elektrische componenten voorziene printplaat en de antenne in het diëlektricum in te sluiten, en de batterij althans in het diëlektricum in te bedden — doch met voorkeur in het diëlektricum in te sluiten — wordt onder meer bereikt dat i) de ingebedde/ingesloten objecten ten opzichte van de ‘buitenwereld buiten de schijf afgeschermd zijn door het diëlektricum en aldus tegen bijvoorbeeld weersinvloeden en mechanische inwerking beschermd zijn, ii) de schijf een volledig zelfstandig werkende eenheid is zonder voedingsdraden en aldus gemakkelijker te vervangen en plaatsen is (er hoeven geen sleuven voor draden gefreesd te worden en wegstations langs het wegdek zijn overbodig omdat de eenheid draadloos zijn gegevens kan versturen), iii) voor plaatsing enkel een gat voor het opnemen van de schijf in het wegdek gemaakt/geboord hoeft te worden, iv) kwetsbare koppelpunten in de bekabeling, sleuven in het wegdek of het maken van kostbare doorvoeren onderlangs het wegdek ten behoeve van bekabeling niet meer nodig zijn, en v) de hinder voor het verkeer door werkzaamheden aanzienlijk afneemt.
Overeenkomstig nog een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, strekt de eerste printplaat zich uit in een vlak evenwijdig aan de bovenzijde van de schijf. Aldus staat voor de printplaat een relatief groot oppervlak ter beschikking.
-6- Overeenkomstig nog een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, zijn de elektronische componenten voorzien op een, in gebruik, naar beneden gekeerde zijde van de eerste printplaat. Bij in een wegdek ingebouwde toestand zit de printplaat aldus tussen het wegdek en de elektronisch componenten. De elektronische componenten zijn aldus beter afgeschermd van over het wegdek rijdend verkeer. Overeenkomstig nog een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, is de eerste printplaat met de daarop voorziene elektronische componenten in een onderste helft van de schijf, bij de onderzijde van de schijf voorzien. Door de elektronisch componenten onderin de schijf te voorzien, wordt disfunctioneren of uitval hiervan als gevolg van hoge wegdektemperaturen, zoals die door de zon kunnen optreden in bijvoorbeeld de zomer, tegengegaan. Overeenkomstig nog een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, is de batterij in een onderste helft van de schijf, zoals bij de onderzijde van de schijf, voorzien. Door de batterij onderin de schijf te plaatsen wordt de batterij verder van de bovenzijde weggeplaatst, waardoor bij winterse omstandigheden de batterij beter van koude is afgeschermd en dus minder aan vermogen zal inboeten als gevolg van die koude.
Overeenkomstig nog een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, is de eerste printplaat van een uitsparing voorzien, en is de batterij in de uitsparing voorzien. Door de uitsparing ligt de printplaat zo gezegd om de batterij heen. In het bijzonder kan volgens een nadere uitvoeringsvorm van de uitvinding, de uitsparing zo geconfigureerd zijn dat de batterij met zijn lengte hartlijn evenwijdig aan de plaat, meer in het bijzonder met de lengte hartlijn van de batterij in het vlak van de plaat. Aldus is het mogelijk om de eerste printplaat en de batterij beide op, beschouw in tijdens gebruik verticale richting, ongeveer dezelfde plaats in de schijf te voorzien. De batterij kan hierbij relatief groot en/of dik zijn, denk bijvoorbeeld aan een batterij van het type AA — waarin AA voor onder meer bepaalde, gestandaardiseerde afmetingen staat -.
Overeenkomstig nog een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, is de hoogte van de binnenhuls kleiner dan de hoogte van de buitenhuls, en liggen de eerste printplaat en/of batterij, beschouwd tijdens gebruik en in verticale richting, lager den de binnenhuls. Anders gezegd, kunnen de batterij en/of eerste printplaat (met de daarop voorziene elektronische componenten) kunnen zich volgens een verdere uitvoertingsvorm van de uitvinding althans gedeeltelijk tussen de binnenhuls en de onderzijde van schijf bevinden. Enerzijds is het aldus mogelijk de batterij en/of eerste printplaat (met de daarop voorziene elektronische componenten) ver van de bovenzijde van de schijf verwijderd te houden en anderzijds
27- fungeert de buitenhuls als mechanische bescherming tegen krachten werkend in een vlak evenwijdig aan de bovenzijde van de schijf.
Overeenkomstig nog een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, is de antenne bij of grenzend aan de bovenzijde van de schijf voorzien. Hoe dichter de antenne zich bij de bovenzijde van de schijf bevindt, des te beter zal deze zijn zendsignaal kunnen verzenden of des te verder zal het zendsignaal kunnen rijken. Aldus is het energieverbruik van het samenstel te reduceren.
Overeenkomstig nog een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, is de antenne op een, tijdens gebruik, naar boven gekeerde bovenzijde van een tweede printplaat voorzien. Door de antenne op een tweede printplaat te voorzien laat deze bij het vervaardigen van het samenstel volgens de uitvinding gemakkelijk nauwkeurig plaatsen en monteren en wordt de kans op beschadigd raken van de antenne gereduceerd. Door de antenne op de naar boven gekeerde zijde van de tweede printplaat te monteren kan de antenne dicht bij de bovenzijde van de schijf liggen en wordt verstoring van het te verzenden zendsignaal, bijvoorbeeld door de tweede printplaat, tegengegaan.
Overeenkomstig nog een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, zal de afstand van de in het diëlektricum ingesloten antenne tot de bovenzijde van de schijf ten hoogste 5 mm bedragen. Deze afstand kan in nadere uitvoeringsvorm bijvoorbeeld ten hoogste 3 mm bedragen. Wanneer zich boven de antenne geen wegdekachtige toplaag met bijvoorbeeld grind bevindt kan deze afstand zelfs ten hoogste 1 à 1,5 mm bedragen. In het bijzonder wanneer het diëlektricum een giethars, zoals epoxy hars — bijvoorbeeld een van de hierna nog te noemen epoxyharsen -, is, blijkt verrassenderwijs dat een dikte van 1 mm tot 1,5 mm al voldoende sterkte biedt om de antenne langdurig tegen zware mechanische belasting ten gevolge van passerend verkeer te beschermen. De binnenring en buitenring blijken een belangrijk gedeelte van de door rijdend verkeer op het wegdek uitgeoefende krachten op te nemen en aldus het diëlektricum te ontlasten.
Overeenkomstig nog een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, heeft de eerste en/of tweede printplaat een of meer perforaties met een diameter van tenminste 1,5 mm, zoals tenminste 2 mm of tenminste 2,5 mm of tenminste 3mm. Wanneer de van elektronische componenten en eventuele verdere componenten voorziene eerste printplaat en/of de van de antenne voorziene tweede printplaat bij de vervaardiging van het samenstel in het diëlektricum ingesloten wordt, zal dit diëlektricum vloeibaar, althans viskeus, zijn. Daarbij bestaat het risico dat er ook luchtbellen ingesloten raken in het diëlektricum.
-8- Luchtinsluitingen verzwakken het samenstel in mechanisch opzicht. Om luchtinsluitingen tegen te gaan zijn er perforaties in de printplaat voorzien waarlangs luchtbellen kunnen ontsnappen tijdens de vervaardiging.
Overeenkomstig nog een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, omvat het diëlektricum veelheid lagen, en is de eerste en/of tweede printplaat voorzien in een overgangszone van hert diëlektricum van een ene laag naar een andere laag. Aldus kan het samenstel zonder kostbare spuitgietmatrijs vervaardigd worden door eerst een vloeibare, althans viskeuze, ene laag diëlektricum materiaal aan te brengen, bijvoorbeeld door deze eerste laag te gieten, vervolgens de eerste of tweede printplaat met daaraan bevestigde elektronische componenten respectievelijk antenne op de ene laag diëlektricum te leggen, en vervolgens een vloeibare, althans viskeuze, verdere laag diëlektricum materiaal aan te brengen, bijvoorbeeld door deze tweede laag te gieten. Het materiaal van de ene laag diëlektricum en het materiaal van de verdere laag diëlektricum kunnen hierbij verschillende materialen zijn of een verschillende materiaalsamenstelling hebben, maar ze kunnen ook van een en hetzelfde materiaal zijn met al dan niet dezelfde materiaalsamenstelling. Omdat het materiaal voor de ene laag en het materiaal voor de verdere laag sequentieel aangebracht (gegoten) worden, met tussen door nog de plaatsing van de van componenten voorziene eerste of tweede printplaat, zal, althans op microscopisch niveau, een overgangszone tussen de ene en verdere laag herkenbaar blijven, bijvoorbeeld aan in de overgangszone ingesloten stofdeeltjes.
Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat het samenstel verder tenminste 1 temperatuursensor, zoals 2 of meer temperatuursensoren, die elektrisch met de elektronisch componenten verbonden zijn, waarbij de elektronische componenten verder ingericht zijn om een van de tenminste ene temperatuursensor afkomstig elektrisch signaal te verwerken en om het gegenereerde zendsignaal verder te voorzien van informatie representatief voor de gemeten temperatuur. Aldus is het frezen van sleuven voor draden naar de zijkant van de weg voor het verbinden van de temperatuursensor(en) met een naast de weg geplaatst wegstation niet meer nodig. De metingen van de temperatuursensor(en) worden namelijk verwerkt door de elektronische componenten op de in de schijf-eenheid ondergebrachte printplaat en door de zender daarop draadloos verzonden. De informatie over de temperatuur van het wegdek maakt verdere een betere duiding mogelijk van de op basis van de elektrische geleidbaarheid van het wegdek gemeten gladheid van het wegdek.
Veel water op het wegdek bij zomerse temperaturen heeft heel andere gevolgen dan veel water op het wegdek bij winterse temperaturen. Voorts zal bij winterse temperaturen de
-9- geleidbaarheid van het wegdek toenemen bij hoger zoutgehalte en aldus kunnen aanduiden of er voldoende gestrooid is, dan wel dat er gestrooid moet worden. Overeenkomstig nog een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn 1 of 2 van die temperatuursensoren ingebed en/of ingesloten in het diëlektricum. Aldus wordt een wegdeksensor-samenstel met volledig geïntegreerde en in de schijf ingebouwde temperatuursensoren verkregen, welk samenstel de uitwendige vorm van een schijf heeft die is begrensd door de omtrekwand — die voorkeur cilindrisch is - , de bovenzijde en de onderzijde. Op eventuele oneffenheden in de omtrekwand — bijvoorbeeld ribbels — en/of in de bovenzijde en onderzijde — bijvoorbeeld grind op de bovenzijde of ribbels aan bovenzijde en/of onderzijde — na is de eenheid schijfvormig. Voor plaatsing hoeft er dus enkel een met de schijfvorm overeenkomstig gat in het wegdek gemaakt te worden. Bij een cilindrische schijf kan zo’n gat in het wegdek geboord worden. Verder worden de temperatuursensoren door ze in het diëlektricum in te bedden of in te sluiten — net als de printplaat met elektronische componenten en de antenne — afgeschermd van de ‘buitenwereld van de schijf en zijn ze minder gevoelig voor defect raken.
Overeenkomstig nog een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, zijn de in het diëlektricum ingebedde en/of ingesloten temperatuursensor{en) aan de buitenzijde van de schijf voorzien, zoals volgens een nadere verdere uitvoeringsvorm aangrenzend aan de buitenzijde van de schijf. Hoe dichter de temperatuursensoren zich bij de buitenzijde van de schijf bevinden, des te nauwkeuriger zullen ze de temperatuur van het wegdek kunnen meten.
Overeenkomstige een alternatieve of aanvullende verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, zijn de in het diëlektricum ingebedde en/of ingesloten temperatuur sensoren bij de bovenzijde en/of - meer in het bijzonder ‘en’ in plaats van ‘en/of’ - de omtrekwand van de schijf voorzien. Overeenkomstig een nadere verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding kunnen de in het diëlektricum ingebedde en/of ingesloten temperatuur sensoren aangrenzend aan de bovenzijde en/of - meer in het bijzonder ‘en’ in plaats van ‘en/of’ - de omtrekwand van de schijf voorzien zijn. Hoe dichter de temperatuursensoren zich bij de bovenzijde van de schijf bevinden, des te nauwkeuriger zullen ze de oppervlakte temperatuur van het wegdek kunnen meten.
Overeenkomstig nog een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, zal de afstand van de in het diëlektricum ingebedde en/of ingesloten temperatuursensor{en) tot de bovenzijde en/of omtrekwand van de schijf ten hoogste 5 mm bedragen. Deze afstand kan in nadere
-10 - uitvoeringsvorm bijvoorbeeld ten hoogste 3 mm bedragen of zelfs ten hoogste 1 a 1,5 mm bedragen. In het bijzonder wanneer het diëlektricum een giethars, zoals epoxy hars — bijvoorbeeld een van de hierna nog te noemen epoxyharsen -, is, blijkt verrassenderwijs dat een dikte van 1 mm tot 1,5 mm al voldoende sterkte biedt om de temperatuursensor(en) langdurig tegen zware mechanische belasting ten gevolge van passerend verkeer te beschermen. Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm met een genoemde temperatuursensor bij de omtrekwand van de schijf, kan de buitenhuls ter plaatse van deze temperatuursensor van een uitsparing zijn voorzien waar de temperatuursensor geheel of gedeeltelijk in is opgenomen. Vergelijkbaar als bij de uitvoering waarin de batterij is opgenomen in een in de eerste printplaat gevormde uitsparing, is de temperatuursensor aldus zeer dicht bij de omtrekwand van de schijf te plaatsen. Overeenkomstig een alternatieve of aanvullende verdere uitvoeringsvorm met een genoemde temperatuursensor bij de omtrekwand van de schijf, kan de buitenhuls op afstand van de omtrekwand van de schijf, althans tenminste deels met afstand tot de omtrekwand van de schijf, in het diëlektricum zijn aangebracht (zodat er tenminste langs een gedeelte van de buitenzijde van de buitenhuls diëlektricum aanwezig is), en is tenminste een van de temperastuursensor buiten de buitenhuls ingebed of ingesloten in het diëlektricum.
Overeenkomstig nog een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding is het diëlektricum vervaardigd uit een kunsthars. De kunsthars kan volgens een verder uitvoering een giethars zijn — zoals en polyester giethars of een epoxy giethars of een polyurethaan giethars of een combinatie van een of meer van deze gietharsen -. De kunsthars is in het bijzonder een epoxyhars. De kunsthars kan bijvoorbeeld ‘kabeline 2375 GLM epoxy kunsthars’ of ‘kabeline 2444 epoxy kunsthars’ zijn, zoals verkrijgbaar bij de firma Filoform. Insluiten van de betreffende objecten in een kunsthars, bijvoorbeeld ‘kabeline 2375 GLM epoxy kunsthars’, resulteert in een zeer harde massa diëlektricum dat de ingesloten ‘objecten’ in hoge mate beschermd tegen mechanische invloeden, zoals trillingen en belastingen als gevolg van over het wegdek rijdend verkeer. Overeenkomstig een nadere uitvoeringsvorm hierbij kan (in wezen) de gehele door de buitenhuls omschreven ruimte met kunsthars — zoals een van de genoemde epoxy harsen of meer algemeen epoxyhars — gevuld zijn. De metalen buitenhuls in combinatie met de kunsthars massa daarin vormt dan een zeer hard en zeer sterk massief geheel dat de daarin ingesloten printplaat met daarop gemonteerde onderdelen — als de elektronische componenten, de antenne, en de
-11- temperatuursensoren — zeer effectief beschermt tegen beschadiging als gevolg van belasting door zwaar verkeer, zout en weersinvloeden.
Overeenkomstig nog een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, omvat de ringvormige toplaag grind en een bindmiddel.
Het bindmiddel kan hierbij een kunsthars, in het bijzonder een giethars - zoals een epoxyhars - zijn.
Het grind simuleert het wegdek en verschaft een onregelmatige oppervlakte structuur waartussen water (tijdelijk) vastgehouden kan worden.
Het bindmiddel zorgt ervoor dat het grind bijeengehouden en vastgehouden wordt op de schijf.
Het bindmiddel kan hierbij een kunsthars, in het bijzonder een giethars - zoals een epoxyhars — zijn, maar ook een ander bindmiddel is denkbaar.
Het grind zal in het algemeen grind zijn met een zeefgrootte van ten hoogste 5 mm, zoals ten hoogste 3 mm.
Het grind zal verder ook niet al te fijn zijn.
In het algemeen zal de zeefgrootte van het grind tenminste 1 mm zijn.
Het grind kan bijvoorbeeld 1/3 mm grind zijn, dat wil zeggen grind met korrels van gemengde grootte in het bereik tussen 1 mm en 3 mm zeefgrootte.
Ook het gedeelte van de bovenzijde dat binnen de binnenhuls ligt kan desgewenst zijn voorzien van een zelfde toplaag.
Verder kan desgewenst ook het gedeelte van de bovenzijde, dat buiten de buitenhuls ligt, zijn voorzien van een zelfde toplaag.
Overeenkomstig nog een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, omvat het samenstel een of meer afstand-houders, die zijn ingericht om: — de binnen de binnenhuls voorziene antenne of tweede printplaat op een vooraf bepaalde eerste afstand van de binnenhuls te houden; en/of — om de tweede printplaat op een vooraf bepaalde tweede afstand van de bovenzijde van de schijft te houden.
De eerste afstand dient ervoor om tussen de tweede printplaat en binnenhuls een speling te verschaffen voldoende om tijdens de vervaardiging insluiting van luchtbellen in het diëlektricum tegen te gaan.
Deze eerste afstand kan volgens een nadere verdere uitvoertingsvorm tenminste 1 mm of tenminste 1,5 mm - zoals tenminste 2 mm of tenminste 2,5 mm - kan bedragen.
De tweede afstand dient ervoor om te verzekeren dat de tweede afstand een vooraf bepaalde waarde heeft.
Dit is in het bijzonder van belang wanneer de antenne op de bovenzijde van de tweede printplaat is bevestigd.
Indien deze tweede afstand tussen verschillende samenstellen volgens de uitvinding namelijk te veel fluctueert, dan zal het functioneren — i.h.b. de sterkte van het zendsignaal - van de verschillende samenstellen onderling te veel gaan verschillen.
Deze tweede afstand kan volgens een nadere verdere uitvoertingsvorm een waarde in het bereik van 1 a 5 mm - zoals 1à 3 mm - hebben.
-12- Wanneer de afstandhouders geconfigureerd zijn als over de omtrek verdeelde, radiale uitsteeksels van de tweede printplaat die gefixeerd zijn (of fixeerbaar zijn) in opnames in de binnenzijde van de binnenhuls, bijvoorbeeld op de wijze van een bajonetsluiting, dan zijn deze uitsteeksels in staat om te verzekeren dat zowel de voorafbepaalde eerste afstand als de voorafbepaalde tweede afstand gerealiseerd wordt. Ook het omgekeerde is hierbij denkbaar, namelijk dat de uitsteeksels aan de binnenhuls bevestigd zijn, die gefixeerd (of fixeerbaar) zijn in opnames gevormd in de tweede printplaat. Ook dit kan bijvoorbeeld op de wijze van een bajonetsluiting gerealiseerd worden. Overeenkomstig nog een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, heeft het diëlektricum een smelttemperatuur van tenminste 100 °C, zoals tenminste 120 °C of tenminste 150 °C. Dit om te voorkomen dat het diëlektricum bij zomerse omstandigheden door opwarming, zo niet verhitting, van asfaltwegdek al dan niet tijdelijk aangetast raakt of aan sterkte verliest.
Volgens een verder aspect heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een wegdek-sensor samenstel volgens het hiervoor beschreven aspect van de uitvinding, en omvat deze werkwijze de volgende stappen: — stap a): het concentrisch ten opzichte van elkaar plaatsen van de buitenhuls en binnenhuls op een ondergrond; — stap b): het aanbrengen, bijvoorbeeld door gieten, van een eerste laag vloeibaar, althans viskeus, diëlektricum; — stap c): het plaatsen van de antenne, zoals de tweede printplaat met daarop de antenne, op de viskeuze eerste laag diëlektricum in de binnenhuls en eventueel het aandrukken van de van antenne, zoals de tweede printplaat met daarop de antenne, in deze eerste laag diëlektricum; — stap d}: het aanbrengen, bijvoorbeeld door gieten, van een tweede laag vloeibaar, althans viskeus, diëlektricum in de binnenhuls zodanig dat de antenne, zoals de tweede printplaat met daarop de antenne, wordt ingesloten in een overgangszone tussen de eerste laag en tweede laag diëlektricum; — stap e): het plaatsen van de eerste printplaat met de daarop voorziene elektronische componenten op de viskeuze tweede laag diëlektricum en eventueel het aandrukken van de eerste printplaat met de daarop voorziene elektronische componenten in de tweede laag diëlektricum; — stap f): het aanbrengen, bijvoorbeeld door gieten, van een derde laag vloeibaar, althans viskeus, diëlektricum in de buitenhuls zodanig dat de eerste printplaat ingesloten raakt in een overgangszone tussen de tweede laag en derde laag diëlektricum;
-13- — stap g): het laten harden van de eerste laag diëlektricum, van de tweede laag diëlektricum, en van de derde laag diëlektricum; — stap h): het elektrisch verbinden van de elektronische componenten met de buitenhuls en binnenhuls, met de antenne, en met de batterij; — stap i): het aanbrengen van de ringvormige toplaag; en — stap j): het vullen van de ruimte tussen de buitenhuls en binnenhuls met diëlektricum en — stap Kk): het in het diëlektricum inbedden of insluiten van de batterij.
Voor toelichting op dit verdere aspect en nog te beschrijven verdere uitvoeringsvormen hiervan wordt verwezen naar de toelichting hiervoor betreffende het samenstel volgens de uitvinding.
Overeenkomstig nog een verdere uitvoeringsvorm van het verdere aspect van de uitvinding, kan: — stap h) plaatsvinden voorafgaand aan een van de stappen a)-g) ; en/of — stap i) plaatsvinden voorafgaand aan stappen a); en/of — stap j) gelijktijdig met stap b) en/of stap d) plaatsvinden.
Overeenkomstig nog een verdere uitvoeringsvorm van het verdere aspect van de uitvinding, worden, in stap a), de binnenhuls en buitenhuls concentrisch in een mal geplaatst, welke mal een de ondergrond vormende malbodem heeft alsmede een malwand die zich rondom de buitenhuls uitstrekt zodanig dat een spleet verschaft wordt tussen de malwand en de buitenhuls, omvat stap b) verder het aanbrengen van een eerste laag vloeibaar, althans viskeus, diëlektricum in de spleet, omvat stap c) verder het plaatsen van tenminste een temperatuursensor op de viskeuze eerste laag diëlektricum in de spleet en eventueel het aandrukken van de tenminste ene temperatuursensor in deze eerste laag, omvat stap d) verder het aanbrengen van een tweede laag vloeibaar, althans viskeus, diëlektricum in de spleet zodanig dat de tenminste ene temperatuursensor ingebed of ingesloten raakt in een overgangszone tussen de in de spleet gevormde eerste laag en tweede laag diëlektricum, en omvat stap f) verder omvat het elektrisch verbinden van de tenminste ene temperatuursensor met de elektronisch componenten.
-14 - Overeenkomstig nog een verdere uitvoeringsvorm van het verdere aspect van de uitvinding, is, tijdens stap d), de eerste laag diëlektricum vloeibaar, althans viskeus. Een goede hechting van de tweede laag aan de eerste laag wordt aldus verzekerd.
Overeenkomstig nog een verdere uitvoeringsvorm van het verdere aspect van de uitvinding, heeft de tweede en/of eerste printplaat een of meer perforaties zodanig dat tijdens stap c) respectievelijk stap e) gasbellen, die aanwezig zijn in de vloeibare, althans viskeuze, in stap b) respectievelijk stap d) aangebrachte laag of tussen de in stap b) respectievelijk stap d) aangebrachte laag en de tweede respectievelijk eerste printplaat, ontwijken via de perforaties. Overeenkomstig nog een verdere uitvoeringsvorm van het verdere aspect van de uitvinding, vindt stap k) — het aanbrengen van de batterij — plaats tijdens het aanbrengen van de derde laag in stap f).
Overeenkomstig nog een verdere uitvoeringsvorm van het verdere aspect van de uitvinding, vindt stap i) plaats na stap a), voor stap b), en voor stap j), en wordt in stap i) een ringvormige toplaag van grindkorrels vermengd met een bindmiddel, aangebracht tussen de binnenhuls en buitenhuls, waarbij het bindmiddel optioneel kunsthars, in het bijzonder een giethars - zoals een epoxy hars -, kan omvatten. Overeenkomstig nog een verdere uitvoeringsvorm van het verdere aspect van de uitvinding, wordt het grind met bindmiddel tijdens stap i) aangedrukt of aangestampt. Aldus wordt een betere simulatie van het wegdek verkregen en een betere binding/bevestiging van de grindkorrels aan het bindmiddel. Overeenkomstig nog een verdere uitvoeringsvorm van het verdere aspect van de uitvinding, wordt, tijdens stap i), overeenkomstig de aanbrenging van de ringvormige toplaag, een cirkelvormige toplaag van grindkorrels vermengd met een kunsthars, in het bijzonder een giethars - zoals een epoxy hars -, aangebracht in de binnenhuls en eventueel in de spleet tussen de buitenhuls en de malwand. Aldus wordt de gehele bovenzijde van de schijf voorzien van grindkorrels. De onderhavige uitvinding zal navolgend aan de hand van de tekeningen nader toegelicht worden. Hierin toont: Figuur 1 een gladheidsensor volgens de stand van de techniek, waarbij figuur 1a een bovenaanzicht toont op de bovenzijde, en figuur 1b een doorsnede aanzicht.
-15- Figuur 2 schematische een eerste uitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding, waarbij figuur 2a een schematisch bovenaanzicht toont op de bovenzijde, en figuur 2b een schematisch doorsnede aanzicht.
Figuur 3 schematische een tweede uitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding welk samenstel ten opzichte van de eerste uitvoeringsvorm additioneel is voorzien van een temperatuursensor, waarbij figuur 2a een schematisch bovenaanzicht toont op de bovenzijde, en figuur 2b een schematisch doorsnede aanzicht.
Figuur 4 schematisch een derde uitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding welk samenstel een in de schijf geïntegreerde temperatuursensor heeft, waarbij figuur 4a een schematisch bovenaanzicht toont op de bovenzijde, en figuur 4b een schematisch doorsnede aanzicht.
Figuur 5 een schematische weergave van een werkwijze voor het vervaardigen van een samenstel volgens de uitvinding, waarbij figuren 5a, 5b, 5c, 5d, 5e, 5f. 5g, 5h en 5i, in volgorde, opeenvolgende stappen van deze werkwijze tonen.
Figuur 1 toont een gladheidsensor 50 volgens de stand van de techniek. Deze bekende gladheidsensor bestaat uit een metalen buitenhuls 1, een metalen binnenhuls 2, een gespikkeld afgebeeld diëlektricum 10 als vulmassa in de buitenhuls, en een in het grijs aangeduide toplaag 3 met grind op de bovenzijde 7 van de gladheidssensor. De onderzijde van de gladheidsensor 50 is aangeduid met 8. Tussen de bovenzijde 7 en onderzijde 8 strekt zich een omtrekwand 9 uit, die hier samenvalt met de buitenzijde van de buitenhuls. De buitenzijde van deze gladheidssensor wordt aldus begrensd door de bovenzijde 7, de onderzijde 8 en de omtrekwand 9. De binnenhuls 2 ligt concentrisch ten opzichte van de buitenhuls 1, ingebed in het gespikkeld afgebeelde diëlektricum 10. In gebruik, is deze gladheidssensor ondergebracht in een in het wegdek 11 geboord gat (niet nader aangeduid). De gladheidsensor volgens de stand van de techniek heeft verder een 2- aderige elektrische kabel, waarvan de ene ader 12 op de buitenhuls 1 is aangesloten en de andere ader 13 op de binnenhuls 2. Deze elektrische kabel strekt zich in een in het wegdek gefreesde sleuf uit naar een naast het wegdek opgesteld wegstation, waarin zich elektronica bevindt middels welke de elektrische geleidbaarheid van de toplaag 3 tussen de binnenhuls 2 en buitenhuls 1 bepaald kan worden. Figuur 2 toont schematisch een samenstel 100 volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding. Voor gelijke onderdelen zijn dezelfde verwijzingsnummers gebruikt als in figuur 1.
In figuur 2b is het diëlektricum — in afwijking van figuur 1b — niet gespikkeld weergegeven. De spikkeling is in figuur 2b alsook in de verderop te bespreken figuren 3b en 4b
-16 - weggelaten voor de duidelijkheid van de tekening, niet omdat er in figuur 2b, figuur 3b of figuur 4b geen diëlektricum zou zijn. Verdere verschillen tussen figuur 1 en figuur 2 zijn dat er in de in figuur 2 getoonde uitvoeringsvorm geen grind 3 is voorzien op het gedeelte van de bovenzijde 7 dat zich binnen de binnenhuls 2 bevindt, dat de binnenhuls 2, in verticale richting, korter is dan de buitenhuls 3, en dat het binnenvlak en buitenvlak van de binnenhuls van een ribbeling voorzien zijn. In dit verband moet echter worden opgemerkt dat het binnen de door de conclusies bepaalde reikwijdte van de uitvinding zeer goed mogelijk is dat de zojuist genoemde verschillen tussen figuur 1 en 2 bij de uitvinding niet aanwezig zijn. Zo is het binnen de door de conclusies bepaalde reikwijdte van de uitvinding mogelijk dat op het gedeelte van de bovenzijde 7 binnen de binnenhuls 2 wel grind of een ander wegdekachtig materiaal kan zijn voorzien, en/of dat de binnenhuls in verticale richting even lang is als de buitenhuls, en/of dat de ribbeling op een of meer vlakken van de binnenhuls en buitenhuls ontbreekt.
Bij het samenstel 100 volgens de uitvinding is de elektronica — die volgens de stand van de techniek in een wegstation naast het wegdek is ondergebracht — bevestigd op een eerste printplaat 20. Deze elektronica bestaat uit dan wel omvat in figuur 2b aangeduide elektronische componenten 21, 22, 23, 24 en 25. Deze elektronische componenten 21-25 zijn in het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 2 op de onderzijde van de printplaat 20 bevestigd. De printplaat 20 is in het in figuur 2 getoonde uitvoeringsvoorbeeld cirkelvormig — zie de streeplijn cirkel in figuur 2a — . Tussen de printplaat 20 en de binnenhuls 2 is rondom een spleet S met een (horizontale) breedte van tenminste 1 à 1,5 mm vrijgelaten. De printplaat kan echter ook een andere vorm hebben en/of de spleet S kan ook in breedte variëren. Voorts kan de eerste printplaat in figuur 2 afwezige, maar in figuur 3 wel aanwezige en getoonde perforaties 40 hebben, die het insluiten van luchtbellen in het diëlektricum tijdens vervaardiging van het samenstel tegen gaan.
De buitenhuls 1 en binnenhuls 2 zijn bij het samenstel volgens de uitvinding door met streeplijn aangeduide bedrading 26 en 27 elektrisch met de printplaat en daarop voorziene elektronische componenten verbonden.
Volgens de uitvinding omvat het samenstel verder een antenne 32, die in het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 2 op afstand boven de eerste printplaat 20 is bevestigd middels kolommen 28 en via een signaal dragende bedrading 29 met de printplaat 20 en daarop voorziene elektronische componenten 21-25 verbonden. De antenne 32 kan ook los
17 - van de printplaat 20 zijn en bijvoorbeeld alleen via de signaal dragende bedrading 29 met de printplaat 20 verbonden zijn. Ook is het denkbaar dat de antenne 32 zich op een andere plaats ten opzichte van de printplaat 20bevindt, eventueel kan de antenne uit de schijf van het samenstel uitsteken.
Het samenstel volgens de uitvinding omvat verder een batterij 30, die in het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 2 nabij de onderzijde 8 van de schijf, onder de printplaat 20, in het diëlektricum is ingesloten. Deze batterij 30 is door met streeplijn aangeduide bedrading 31 verbonden met de printplaat voor het voeden van de daarop voorziene componenten 21-25. De batterij kan ook op een andere plaats in de schijf zijn ondergebracht. De afbeelding van figuur 2 is schematisch van aard en niet op schaal. In het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 2, is de diameter van de binnenhuls circa 51 mm, is de diameter van de printplaat circa 48 mm, is de verticale afstand van de antenne 32 tot de bovenzijde 7 van de schijf circa 1-2 mm, , en is de verticale dikte, dwars op de diameter van de schijf, circa 40 mm. Voorts is in deze uitvoering de batterij 9 van het type AA — waarin AA de afmetingen van de batterij definieert — en is deze in figuur 2b in zijaanzicht, maar niet op schaal, afgebeeld.
Zoals in figuur 2a schematisch met 33 is aangeduid heeft het samenstel volgens het in figuur 2 getoonde uitvoeringsvoorbeeld drie, gelijkmatig over de omtrek van de printplaat 20 verdeeld aangebrachte fixeerorganen 33. Deze fixeerorganen kunnen op de printplaat 20 bevestigd zijn en vanaf de printplaat 20 naar de binnenhuls 2 uit steken en aldaar ineengrijpen met ontvangst-organen die in of aan de binnenhuls 2 zijn voorzien. De fixeerorganen 33 kunnen aan de ontvangstorganen-organen gefixeerd zijn en aldus de relatieve positie van de eerste printplaat 20 ten opzichte van de binnenhuls 2 en bovenzijde 7 van de schijf fixeren. Optioneel kan de antenne 32 op een in figuur 2 niet getoonde tweede printplaat, in het bijzonder op de bovenzijde daarvan, gemonteerd zijn. Deze tweede printplaat kan rond zijn, maar kan ook zeer wel een langwerpige strook zijn. Deze tweede printplaat kan voorts perforaties hebben die tijdens vervaardiging van het samenstel insluiting van luchtbellen in het diëlektricum tegen gaan. Op een wijze overeenkomstig als voor de eerste printplaat uiteengezet, kunnen in relatie tot de tweede printplaat (niet getoonde) fixeerorganen voorzien zijn. Deze kunnen op de tweede printplaat bevestigd zijn en van de tweede printplaat uitsteken naar de binnenhuls en aldaar ineengrijpen met met ontvangstorganen die in of aan de binnenhuls voorzien zijn. Ook deze fixeerorganen kunnen aan de ontvangstorganen-organen gefixeerd zijn en aldus de relatieve positie van
-18 - de tweede printplaat ten opzichte van de binnenhuls 2 en bovenzijde 7 van de schijf fixeren, en aldus de relatieve positie van de antenne ten opzichte van de rest van de schijf nauwkeurig vastleggen.
Verder zijn in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld de cilindrische buitenvlakken van de binnenhuls 2 en buitenhuls 1 geribbeld met horizontale ribbels. Deze buitenvlakken kunnen echter ook glad of op andere wijze geprofileerd zijn. Ook is het denkbaar dat niet alle buitenvlakken van de binnen- en buitenhuls geprofileerd zijn, maar van elke huls slechts een buitenvlak geprofileerd is of bij de ene huls wel geprofileerd en bij de andere huls niet geprofileerd. Figuur 3 toont schematisch een samenstel 200 volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding. Voor gelijke onderdelen zijn dezelfde verwijzingsnummers gebruikt als in figuur 1 en figuur 2.
De belangrijkste verschillen tussen het samenstel 100 volgens figuur 2 en het samenstel 200 volgens figuur 3 zijn dat bij het samenstel 200 de eerste printplaat 20 onderin de schijf is voorzien, de eerste printplaat is voorzien van een uitsparing 34 waarin de batterij ligt, de eerste printplaat perforaties 40 heeft, en dat het samenstel 200 is voorzien van een temperatuursensor 35 die via een bedrading 36 is verbonden met de eerste printplaat 20 en elektronische componenten daarop. En dat de bij figuur 2 optioneel al besproken tweede printplaat 37 met perforaties 41 in figuur 3 wel getoond wordt. Opgemerkt wordt dat binnen de door de conclusies bepaalde beschermingsomvang het niet vereist is dat deze drie verschillen alle tegelijk in een uitvoeringsvorm van de uitvinding aanwezig zijn. Zo is het bijvoorbeeld denkbaar dat de eerste printplaat, beschouwd in verticale richting, richting onder de binnenhuls ligt maar dat de eerste printplaat geen uitsparing 34 voor de batterij heeft en/of dat de temperatuursensor afwezig is. Verwijzend naar figuur 3b, is te zien dat de eerste printplaat 20, in verticale richting gezien, lager ligt dan de binnenhuls. Het wordt daardoor mogelijk dat de eerste printplaat, beschouwd in het horizontale vlak, afmetingen heeft groter dan het inwendig dwarsdoorsnede oppervlak van de binnenhuls. Maar de in het horizontale vlak beschouwde afmetingen van de eerste print plaat kunnen ook kleiner zijn dan die van het inwendig horizontaal dwarsdoorneden vlak van de binnenhuls. Een grotere eerste printplaat biedt meer ruimte voor elektronische componenten en biedt ook (meer) ruimte voor de uitsparing 34 waarin de batterij 30 kan liggen. Dit maakt het mogelijk dat de batterij en eerste printplaat met daarop voorziene elektronisch componenten i) nabij de onderzijde van de schijf
-19- geplaatst kunnen worden, en/of ii) als een prefab eenheid aangeleverd kunnen worden en tijdens vervaardiging als een geheel in het nog viskeuze diëlektricum geplaatst kunnen worden.
Geheel los van het voorgaande is het samenstel 200 voorzien van een temperatuursensor 35 die middels een bedrading 36 elektrisch is verbonden met de eerste printplaat 20 en daarop voorziene elektronische componenten 21-25. De temperatuursensor 35 is in het samenstel 200 extern van de schijf voorzien, maar kan ook in de schijf geïntegreerd zijn doordat deze ingebed of ingesloten is in het diëlektricum. Twee voorbeelden hiervan zullen hierna aan de hand van figuur 4 besproken worden, maar opgemerkt wordt dat de temperatuursensor 35 ook op andere plaats in de schijf geïntegreerd kan zijn dan getoond in figuur 4. De temperatuursensor 35 kan bijvoorbeeld ook aan de bovenzijde van de schijf binnen de binnenhuls zijn voorzien.
Eveneens geheel losstaand van het voorgaande, is het samenstel 200 voorzien van een tweede printplaat 37 met op de bovenzijde daarvan de antenne 32. Deze tweede printplaat 37 kan middels eerder beschreven fixeerorganen 33 ten opzichte van de binnenhuls 2 gefixeerd zijn.
Eveneens geheel losstaand van het voorgaande, is de eerste printplaat 20 in het samenstel 200 voorzien van perforaties. Dergelijke perforaties 40 kunnen ook in de eerste printplaat 20 van het samenstel 100 uit figuur 2 voorzien zijn. Bij de vervaardiging van het samenstel volgens de uitvinding laten deze perforaties toe dat ingesloten luchtbellen tijdens de vervaardiging kunnen ontsnappen uit het nog vloeibare, althans viskeuze diëlektricum.
Figuur 4 toont schematisch een samenstel 300 volgens een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding. Voor gelijke onderdelen zijn dezelfde verwijzingsnummers gebruikt als in figuur 1, figuur 2 en figuur 3.
De belangrijkste verschillen tussen het samenstel 200 volgens figuur 3 en het samenstel 300 volgens figuur 4 is dat bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 4 de temperatuursensor 35 in het diëlektricum ingebed (of ingesloten) is aldus in de schijf geïntegreerd is. Verder is in figuur 4 de tweede printplaat 37 niet afgebeeld, echter het zal duidelijk zijn dat de tweede printplaat wel aanwezig kan zijn en is in figuur 4 de antenne middels een bedrading 29 met de eerste printplaat 20 verbonden en zijn — net als in figuur 3 - de steunkolommen 28 uit figuur 2 weggelaten. Echter ook hier zal duidelijk zijn dat zowel in figuur 3 als in figuur 4 een of meer steunkolommen aanwezig kunnen zijn.
-20- De temperatuursensor 35 kan in beginsel overal in de schijf voorzien zijn, doch is met voorkeur aan de buitenzijde van de schijf, in het bijzonder aan de bovenzijde 7 of aan de omtrekwand 9 van de schijf. Door de temperatuursensor aan de buitenzijde van de schijf te voorzien zal deze de temperatuur in de omgeving van de schijf zo gezegd direct meten. Bij temperatuursveranderingen speelt vertraging in de responstijd ten gevolge van het doorgeleiden van de temperatuursverandering door het diëlektricum naar de temperatuursensor, geen rol van betekenis. Om de oppervlakte temperatuur aan het rijvlak laat zich direct met korte responstijd meten door de temperatuursensor aan de bovenzijde van de schijf te voorzien. Om de oppervlakte temperatuur van het wegdek zelf direct en met korte responstijd te kunnen meten, zal de temperatuursensor in het bijzonder nabij zowel de bovenzijde van de schijf als nabij de omtrekwand van de schijf voorzien zijn. Deze laatste uitvoering met de temperatuursensor 35 nabij de bovenzijde en nabij de omtrekwand is in figuur 4 getoond. De temperatuursensor 35 bevindt zich in dit voorbeeld circa 2 mm onder de bovenzijde 7 en circa 1,5 mm vanaf de omtrekwand. Zoals in figuur 4 getoond is it te realiseren door rondom de buitenzijde van de buitenhuls een mantel van diëlektricum te voorzien. In plaats van een mantel, kan de buitenzijde van de buitenhuls ook plaatselijk voorzien zijn van een verdikking van diëlektricum waarin de temperatuursensor 35 is ingebed of ingesloten. Inbedden of insluiten van de temperatuursensor in het diëlektricum, isoleert de temperatuur sensor niet alleen elektrisch van de buitenhuls, binnenhuls, printplaten, batterij en antenne, maar beschermt deze ook tegen mechanische invloeden van buitenaf. Teneinde de temperatuursensor 35 elektrisch met de eerste printplaat 20 te verbinden kan de buitenhuls voorzien zijn van een uitsparing 39 waar de bedrading 36 door heen gaat.
De temperatuursensor 35 kan ook op andere wijze zowel aan de omtrekwand als aan de bovenzijde van de schijf geplaatst worden. Bijvoorbeeld door de uitsparing 39 boven in de buitenhuls 1 te voorzien en de temperatuursensor geheel of althans gedeeltelijk in deze hoog gelegen uitsparing onder te brengen. Van de extra mantel 38 van diëlektrisch materiaal of van het plaatselijk de buitenhuls verdikken met diëlektrisch materiaal, kan dan worden afgezien. Met betrekking tot figuren 3 en 4 wordt opgemerkt dat er ook twee of meer temperatuursensoren voorzien kunnen zijn op overeenkomstige wijze, alsook dat er een externe temperatuursensor kan zijn voorzien overeenkomstig figuur 3 in combinatie met een een of meer in de schijf geïntegreerde temperatuursensoren.
-21- Figuur 5 toont, sterk geschematiseerd, een voorbeeld van een werkwijze waarmee het samenstel 300 volgens de uitvinding vervaardigd kan worden. De figuren 5a-5i tonen hierbij in volgorde een reeks van opeenvolgende stappen. Opgemerkt wordt echter dat er ook andere volgorden van stappen mogelijk zijn. Voor gelijke onderdelen zijn in figuur 5 dezelfde verwijzingsnummers gebruikt als in figuur 1, figuur 2, figuur 3 en figuur 4.
Figuur 5a toont als eerste de in de conclusies als ‘stap a)’ aangeduide stap. In deze stap worden de buitenhuls 1 en binnenhuls 2, concentrisch ten opzichte van elkaar, op een ondergrond 70 geplaatst met daarom heen een malwand 71. Om te voorkomen dat de concentriciteit van de buitenhuls 1 en binnenhuls 2 verloren gaat of dat anderszins de binnenhuls 2 en/of buitenhuls 1 kunnen verschuiven, kunnen de binnenhuls 2 en buitenhuls 1 ten opzichte van de ondergrond gefixeerd zijn. Dit is eenvoudig te realiseren met behulp van bijvoorbeeld tweezijdig klevende tape.
Figuur 5b toont als tweede stap de in de conclusies als ‘stap i)’ aangeduide stap. In deze stap wordt de ringvormige toplaag 3 aangebracht, die de binnenhuls 2 en buitenhuls 1 onderling verbindt middels een het wegdek simulerende laag 3. In dit voorbeeld bestaat deze toplaag uit aangedrukt grind met een bindmiddel in de vorm van een epoxy hars, welke met voorkeur niet elektrisch geleidend is. Alhoewel dit in de hier schematische getoonde werkwijze niet het geval is, kan ook binnen de binnenhuls 2 een zelfde of andere toplaag aangebracht worden en is het ook denkbaar om tussen de buitenhuls 1 en malwand 71 een zelfde of andere toplaag te voorzien.
Figuur 5c toont als derde stap de in de conclusies als ‘stap b}' aangeduide stap. In deze stap wordt in de binnenhuls een eerste laag 72 van vloeibaar, althans viskeus, diëlektricum aangebracht. In het getoonde voorbeeld waarbij zich in de binnenhuls geen toplaag 3 bevindt, kunnen de in figuur 3b en figuur 3c getoonde stappen ook in volgorde omgedraaid plaatsvinden of gelijktijdig plaats vinden of deels overlappend plaats vinden. Verder wordt in deze stap b) een eerste laag 73 van vloeibaar, althans viskeus diëlektricum aangebracht in de ruimte tussen de malwand 71 en buitenhuls 3. Het aanbrengen van de eerste laag 72 en de eerste laag 73 kan simultaan plaatsvinden, maar kan ook achtereenvolgens of gescheiden van elkaar plaatsvinden (de eerste laag 72 eerst en daarna de eerste laag 73 of omgekeerd). Daarnaast kan in deze fase ook een eerste laag 74 van diëlektricum worden aangebracht tussen de buitenhuls 1 en binnenhuls 2. De ruimte tussen de buitenhuls 1 en binnenhuls 2 kan echter ook tijdens stap b), voor stap b) of na stap b) 1x geheel met diëlektricum gevuld worden. Figuur 5c toont de eerste laag 72 en eerste laag 73 als even
_22- hoog, echter de verticale hoogtes van de eerste laag 73 en eerste laag 74 kunnen ook ongelijk zijn. Figuur 5d toont als vierde stap de in de conclusies als ‘stap c)’ aangeduide stap. In deze stap wordt, zoals middels pijl R is aangeduid, antenne 32 geplaatst op de vloeibare, althans viskeuze, eerste laag 72 diëlektricum in de binnenhuls 2. Op overeenkomstige wijze wordt in deze stap de temperatuursensor 35 geplaatst op de vloeibare, althans viskeuze, eerste laag 73 van diëlektricum in de ruimte tussen de malwand 71 en buitenhuls 1. Het plaatsen van de antenne 32 op de eerste laag 72 en het plaatsen van de temperatuursensor 35 op de eerste laag 73 kan simultaan plaatsvinden, maar kan ook achtereenvolgens of gescheiden van elkaar plaatsvinden (eerste de antenne en dan de temperatuursensor of omgekeerd). Voorts is het denkbaar dat bij het plaatsen van de antenne 32 de eerste laag 73 tussen de malwand en buitenhuls nog afwezig is.
Figuur 5e toont dat de antenne 32 en de temperatuursensor 35 overeenkomstig pijl T in de eerste laag 72 diëlektricum 31 respectievelijk in de eerste laag 73 diëlektricum gedrukt of aangedrukt zijn. Alhoewel figuur 5e toont dat de antenne 32 en temperatuursensor 35 geheel in de respectieve eerste laag 72, 73 gedrukt zijn, kunnen de antenne 32 en/of de temperatuursensor 35 ook deels boven de eerste laag 72 respectievelijk de eerste laag 73 uitsteken. Wanneer een tweede printplaat 37 is voorzien (deze kan volgens de uitvinding ook afwezig zijn} en wanneer deze tweede printplaat perforaties 41 van voldoende grootte heeft dan kan zich onder de tweede printplaat 37 bevindende lucht via deze perforaties ontwijken, waardoor luchtinsluitingen in de eerste laag diëlektricum of tussen deze eerste laag en de tweede printplaat 37 voorkomen worden. Op overeenkomstige wijze kan lucht ontsnappen via de tussenruimte tussen de tweede printplaat 37 en de binnenhuls 2. In de in figuur 5e getoonde toestand grijpen de — in figuur 5e niet getoonde - fixeerorganen 33 ineen met aan de binnenzijde van de binnenhuls 2 voorziene ontvangstorganen. Deze ineengrijping houdt de tweede printplaat 37 gefixeerd ten opzichte van de binnenhuls 2 en ten opzichte van de uiteindelijke bovenzijde 7 van de schijf van het samenstel volgens de uitvinding.
Figuur 5f toont als vijfde stap de in de conclusies als ‘stap d)’ aangeduide stap. In deze stap wordt de binnenhuls 2 verder met diëlektricum gevuld, bijvoorbeeld door gieten. Aldus wordt de tweede laag 75 van diëlektricum in de binnenhuls tot stand gebracht. Op overeenkomstige wijze kunnen eerder, simultaan, of later de ruimte tussen de binnenhuls 2 en buitenhuls 1 en/of de ruimte tussen buitenhuls 1 en malwand 71 met diëlektricum gevuld worden. Het is hierbij mogelijk dat zich voorafgaand een het vullen van de ruimte tussen de
-23- binnenhuls en buitenhuls nog geen diélektricum in de ruimte tussen buitenhuls en binnenhuls bevindt. Het vullen van de ruimte tussen binnenhuls 2 en buitenhuls 1 alsook het vullen van de ruimte tussen de malwand en buitenhuls hoeven geen afzonderlijke handelingen te zijn. Immers bij wijze van voorbeeld, zodra de binnenhuls 2 vol is met diëlektricum zal het diëlectricum over de rand 76 van de binnenhuls heen kunnen stromen en de ruimte tussen binnenhuls 2 en buitenhuls 1 gaan vullen. Zodra vervolgens het diëlektricum het niveau van de doorgang 39 voor de bedrading van de temperatuursensor bereikt heeft zal het diëlektricum daardoor heen stromen en ook de ruimte tussen de malwand en buitenhuls kunnen gaan vullen. Eventueel kunnen daartoe ook extra doorgangen door de buitenhuls voorzien zijn. De doorgang 39 en/of eventuele extra doorgangen zijn daartoe in het bijzonder nabij de bovenzijde 7 van de schijf — die tijdens het vervaardigingsproces naar beneden gekeerd is — en boven de eerste laag 73 voorzien.
Figuur 5g toont als zesde stap de in de conclusies als ‘stap h)’ aangeduide stap. In deze stap worden de binnenhuls 2 via 13, de buitenhuls 1 via 12, de batterij 32 via 29, en — indien aanwezig — de temperatuursensor 35 via 36 elektrisch verbonden met de eerste printplaat 20 en daarop voorziene elektronische componenten 20-25, en wordt de antenne 32 via 29 signaaldragend verbonden met de printplaat 20 en daarop voorziene elektronische componenten 20-25. Opgemerkt wordt dat de in figuur 5f getoonde ‘stap hy’ ook voorafgaand aan of gelijktijdig met de figuren 5d en 5e getoonde ‘stap c)’ kan plaatsvinden of zelfs later na en/of tijdens de in figuren 5h en 5i getoonde stappen. Ook is het denkbaar dat de verbindingen van de binnenhuls en/of de buitenhuls en/of de batterij en/of de temperatuursensor en/of de antenne met de eerste printplaat al tot stand gebracht zijn voorafgaand aan het aanbrengen of gieten van enig diëlektricum. De eerste printplaat enerzijds en binnenhuls en/of de buitenhuls en/of de batterij en/of de temperatuursensor en/of de antenne kunnen bijvoorbeeld als een prefab geheel aangeleverd worden.
Figuur 5h toont de in de conclusies als ‘stap e aangeduide stap. In deze ‘stap e)'wordt de eerste printplaat met de daarop voorziene elektronische componenten op de nog vloeibare, althans viskeuze tweede laag 75 van diëlektricum geplaatsten eventueel — zie pijl V - in die tweede laag 75 aangedrukt. De batterij 30 kan hierbij als een geheel met de eerste printplaat op of in de tweede laag diëlektricum geplaatst worden, of alternatief voorafgaand aan de eerste printplaat of na de eerste printplaat. Vervolgens wordt overeenkomstig ‘stap f)’ uit de conclusies een derde laag 77 van vloeibaar, althans viskeus diëlektricum in de buitenhuls 1 aangebracht, bijvoorbeeld hierin gegoten. Hierbij zal ondertussen de batterij 30
-24- in het diëlektricum verder ingebed of verder ingesloten worden — ‘stap K)' uit de conclusies — voor zover deze ‘stap k)' niet al bij het plaatsen van de batterij 30 in de tweede laag 75 diëlektricum heeft plaatsgevonden.
Het niveau van het diëlektricum zal hierbij verder stijgen tot aan de (uiteindelijke) onderzijde 8 de schijf van het samenstel volgens de uitvinding.
Het zal duidelijk zijn dat ‘stap k)' ook later kan plaatsvinden, bijvoorbeeld nadat de buitenhuls 1 volledig gevuld is met diëlektricum door de batterij 30 in de al gestorte/gegoten derde laag 77 van diëlektricum te drukken.
Figuur 5i toont de in de conclusies als ‘stap 9) aangeduide stap.
In deze stap laat men de eerste laag diëlektricum, de tweede laag diëlektricum, en de derde laag diëlektricum harden voor zover een of meer van deze lagen niet al gehard zijn.
Het harden van deze lagen hoeft niet gelijktijdig plaats te vinden en kan deels of geheel ook al plaatsvinden tijdens voorgaande stappen na het aanbrengen van de betreffende laag.
Echter, dit harden kan afhankelijk van het gebruikte diëlektricum een paar uur tot een paar dagen duren.
In dit geval zal het harden van de drie lagen voor een groot gedeelte simultaan plaatsvinden.
Nadat de eerste laag 72, 73, de tweede laag 75 en derde laag 77 voldoende gehard is, kan de malwand 71 verwijderd worden.
Deze kan bijvoorbeeld gemaakt zijn van PVC.
Ook is het denkbaar dat de malwand 71 gewoon blijft zitten.

Claims (1)

  1. _25-
    CONCLUSIES 1] Wegdeksensor-samenstel voor meting aan het oppervlak van een wegdek, waarbij het samenstel omvat: — een schijf gevormd uit een diëlektricum van een vast materiaal, — een metalen buitenhuls die is aangebracht in of rondom het diëlektricum, — een metalen binnenhuls die, concentrisch in de buitenhuls, is aangebracht in het diëlektricum, — een ringvormige toplaag op een bovenzijde van de schijf, welke ringvormige toplaag zich in het gedeelte tussen de binnenhuls en buitenhuls uitstrekt, de binnenhuls en buitenhuls verbindt, en is ingericht om een wegdekoppervlak te simuleren, — een eerste printplaat voorzien van elektronische componenten, die elektrisch verbonden zijn met de binnenhuls en buitenhuls, en die ingericht zijn om de elektrische geleidbaarheid van de toplaag te bepalen en een zendsignaal te genereren met informatie representatief voor de elektrische geleidbaarheid, — een antenne verbonden met de elektronische componenten en ingericht voor het verzenden van het zendsignaal, en — een elektrische voeding verbonden met de elektronische componenten voor het elektrisch voeden daarvan, waarbij de schijf een buitenzijde heeft begrensd door de in gebruik naar boven gekeerde bovenzijde, door een in gebruik naar beneden gekeerde onderzijde, en door een omtrekwand die zich uitstrekt tussen de bovenzijde en onderzijde, met het kenmerk, dat de elektrische voeding een batterij is die in het diëlektricum ingebed is, en dat de van de elektronische componenten voorziene eerste printplaat en de antenne in het diëlektricum ingesloten zijn.
    2] Samenstel volgens een conclusie 1, waarbij de eerste printplaat zich uitstrekt in een vlak evenwijdig aan de bovenzijde van de schijf.
    3] Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de elektronische componenten zijn voorzien op een in gebruik naar beneden gekeerde zijde van de eerste printplaat.
    4] Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste printplaat in een onderste helft van de schijf, bij de onderzijde van de schijf is voorzien.
    -26- 5] Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de batterij in een onderste helft van de schijf, zoals bij de onderzijde van de schijf is voorzien. 6] Samenstel volgens een van de conclusies 4-5, waarbij de eerste printplaat is voorzien van een uitsparing, en waarbij de batterij in de uitsparing is voorzien. 7] Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de hoogte van de binnenhuls kleiner is dan de hoogte van de buitenhuls, en waarbij de eerste printplaat en/of de batterij, beschouwd tijdens gebruik en in verticale richting, lager liggen dan de binnenhuls.
    8] Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de antenne bij of grenzend aan de bovenzijde van de schijf is voorzien.
    9] Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de antenne op een, tijdens gebruik, naar boven gekeerde zijde van een tweede printplaat is voorzien.
    10] Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de afstand van de in het diëlektricum ingesloten antenne tot de bovenzijde van de schijf ten hoogste 5 mm, zoals ten hoogste 3 mm of ten hoogste 1 mm bedraagt.
    11] Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste en/of tweede printplaat een of meer perforaties heeft met een diameter van tenminste 1 mm of tenminste 1,5 mm, zoals tenminste 2 mm of tenminste 2,5 mm.
    12] Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het diëlektricum een veelheid lagen omvat en waarbij de eerste printplaat en/of de tweede printplaat zijn/is voorzien in een overgangszone van een ene laag naar een andere laag.
    13] Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het samenstel verder tenminste 1 temperatuursensor omvat, zoals 2 temperatuursensoren, die elektrisch met de elektronische componenten verbonden zijn, waarbij de elektronische componenten verder ingericht zijn om een van de tenminste ene temperatuursensor afkomstig elektrisch signaal te verwerken en om het gegenereerde zendsignaal verdere te voorzien van informatie representatief voor de gemeten temperatuur.
    -27- 14] Samenstel volgens conclusies 13, waarbij 1 of 2 van die temperatuursensoren zijn ingebed en/of ingesloten in het diëlektricum. 15] Samenstel volgens conclusie 14, waarbij de in het diëlektricum ingebedde en/of ingesloten temperatuursensor(en) zijn voorzien aan de buitenzijde van de schijf, zoals aangrenzend aan de buitenzijde van de schijf. 16] Samenstel volgens een van de conclusies 14-15, waarbij de afstand van de in het diëlektricum ingebedde en/of ingesloten temperatuursensor(en) tot de buitenzijde van de schijf ten hoogste 5 mm, zoals ten hoogste 3 mm of ten hoogste 1 mm bedraagt.
    17] Samenstel volgens een van de conclusies 14-16, waarbij de in het diëlektricum ingebedde en/of ingesloten temperatuursensor(en) bij de bovenzijde en/of de omtrekwand van de schijf zijn voorzien.
    18] Samenstel volgens een van de conclusies 14-17, waarbij de omtrekwand de buitenhuls ter plaatse van de in het diëlektricum ingebedde en/of ingesloten temperatuursensor(en) is voorzien van een uitsparing die geconfigureerd is om die temperatuursensor geheel of gedeeltelijk in de uitsparing op te nemen.
    19] Samenstel volgens een van de conclusies 14-18, waarbij de buitenhuls in het diëlektricum is aangebracht, en waarbij de in het diëlektricum ingebedde en/of ingesloten temperatuursensoren buiten de buitenhuls zijn voorzien.
    20] Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het diëlektricum is vervaardigd uit een kunsthars, in het bijzonder een giethars — zoals en polyester giethars of een epoxy giethars of een polyurethaan giethars of een combinatie van een of meer van deze gietharsen -.
    21] Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de ringvormige toplaag grind en kunsthars, in het bijzonder giethars - zoals epoxyhars -, omvat 22] Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het diëlektricum een smelttemperatuur heeft van tenminste 100 °C, zoals tenminste 120 °C of tenminste 150 °C.
    23] Werkwijze voor het vervaardigen van een wegdek-sensor samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende de volgende stappen:
    _28- — stap a): het concentrisch ten opzichte van elkaar plaatsen van de buitenhuls en binnenhuls op een ondergrond; — stap b): het aanbrengen, zoals gieten, van een eerste laag vloeibaar, althans viskeus, diëlektricum in de binnenhuls; — stap ¢): het plaatsen van de antenne, zoals de tweede printplaat met daarop de antenne op de viskeuze eerste laag diëlektricum in de binnenhuls en eventueel het aandrukken van de antenne, zoals de tweede printplaat met daarop de antenne, in deze eerste laag diëlektricum; — stap d): het aanbrengen, zoals gieten, van een tweede laag vloeibaar, althans viskeus, diëlektricum in de binnenhuls zodanig dat de antenne, zoals de tweede printplaat met daarop de antenne, wordt ingesloten in een overgangszone tussen de eerste laag en tweede laag diëlektricum; — stap e): het plaatsen van de eerste printplaat met de daarop voorziene elektronische componenten op de viskeuze tweede laag diëlektricum en eventueel het aandrukken van de eerste printplaat met de daarop voorziene elektronische componenten in de tweede laag diëlektricum; — stap f): het aanbrengen, zoals gieten, van een derde laag vloeibaar, althans viskeus, diëlektricum in de buitenhuls zodanig dat de eerste printplaat ingesloten raakt in een overgangszone tussen de tweede laag en derde laag diëlektricum; — stap g): het laten harden van de eerste laag diëlektricum, van de tweede laag diëlektricum, en van de derde laag diëlektricum; — stap h): het elektrisch verbinden van de elektronische componenten met de buitenhuls en binnenhuls, met de antenne, en met de batterij; — stap i): het aanbrengen van de ringvormige toplaag; — stap j): het vullen van de ruimte tussen de buitenhuls en binnenhuls met diëlektricum; en — stap k): het in het diëlektricum inbedden of insluiten van de batterij.
    24] Werkwijze volgens conclusie 23, waarbij: — stap h) kan plaatsvinden voorafgaand aan een van de stappen a)-g); en/of — stap i) kan plaatsvinden voorafgaand aan stap a); en/of — stap j) gelijktijdig met stap b) en/of stap d) kan plaatsvinden.
    25] Werkwijze volgens een van de conclusies 23-24,
    -29- waarbij, in stap a), de binnenhuls en buitenhuls concentrisch in een mal geplaatst worden, welke mal een de ondergrond vormende malbodem heeft alsmede een malwand die zich rondom de buitenhuls uitstrekt zodanig dat een spleet verschaft wordt tussen de malwand en de buitenhuls, waarbij stap b) verder omvat het aanbrengen van een eerste laag vloeibaar, althans viskeus, diëlektricum in de spleet, waarbij stap c) verder omvat het plaatsen van tenminste een temperatuursensor op de viskeuze eerste laag diëlektricum in de spleet en eventueel het aandrukken van de tenminste ene temperatuursensor in deze eerste laag, waarbij stap d) verder omvat het aanbrengen van een tweede laag vloeibaar, althans viskeus, diëlektricum in de spleet zodanig dat de tenminste ene temperatuursensor ingebed of ingesloten raakt in een overgangszone tussen de in de spleet gevormde eerste laag en tweede laag diëlektricum, en waarbij stap f) verder omvat het elektrisch verbinden van de tenminste ene temperatuursensor met de elektronisch componenten.
    26] Werkwijze volgens een van de conclusies 23-25, waarbij tijdens stap d) de eerste laag diëlektricum vloeibaar, althans viskeus, is.
    27] Werkwijze volgens een van de conclusies 23-26, waarbij de tweede en/of eerste printplaat een of meer perforaties heeft zodanig dat tijdens stap c) respectievelijk stap e) gasbellen, die aanwezig zijn in de vloeibare, althans viskeuze, in stap b) respectievelijk stap d) aangebrachte laag of tussen de in stap b) respectievelijk stap d) aangebrachte laag en de eerste respectievelijk tweede printplaat, ontwijken via de perforaties.
    28] Werkwijze volgens een van de conclusies 23-27, waarbij stap k) plaatsvindt tijdens het aanbrengen van de derde laag in stap f).
    29] Werkwijze volgens een van de conclusies 23-28, waarbij stap i) plaatsvindt na stap a), voor stap b), en voor stap j}, en waarbij in stap i) een ringvormige toplaag van grindkorrels vermengd met bindmiddel wordt aangebracht tussen de binnenhuls en buitenhuls, waarbij het bindmiddel een kunsthars, in het bijzonder een giethars - zoals een epoxy hars -, kan omvatten.
    30] Werkwijze volgens conclusie 29, waarbij het grind en bindmiddel tijdens stap i) aangedrukt of aangestampt wordt.
    -30- 31] Werkwijze volgens conclusie 29 of 30, waarbij tijdens stap i), overeenkomstig de aanbrenging van de ringvormige toplaag, een cirkelvormige toplaag van grindkorrels vermengd met een kunsthars, in het bijzonder een giethars - zoals een epoxy hars -, wordt aangebracht in de binnenhuls en eventueel in de spleet.
NL2025973A 2020-07-02 2020-07-02 Wegdeksensor-samenstel en werkwijze voor het vervaardigen hiervan. NL2025973B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2025973A NL2025973B1 (nl) 2020-07-02 2020-07-02 Wegdeksensor-samenstel en werkwijze voor het vervaardigen hiervan.
EP21183183.9A EP3933453B1 (en) 2020-07-02 2021-07-01 Road sensor assembly and method of manufacturing the same

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2025973A NL2025973B1 (nl) 2020-07-02 2020-07-02 Wegdeksensor-samenstel en werkwijze voor het vervaardigen hiervan.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2025973B1 true NL2025973B1 (nl) 2022-03-08

Family

ID=72802088

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2025973A NL2025973B1 (nl) 2020-07-02 2020-07-02 Wegdeksensor-samenstel en werkwijze voor het vervaardigen hiervan.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP3933453B1 (nl)
NL (1) NL2025973B1 (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5418522A (en) * 1990-10-15 1995-05-23 Tekmar Angewandte Elektronik Gmbh System for indicating and signaling the presence of snow and ice
EP3153892A2 (fr) * 2015-10-08 2017-04-12 Greensystech Dispositif pour déterminer le risque de gel

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5418522A (en) * 1990-10-15 1995-05-23 Tekmar Angewandte Elektronik Gmbh System for indicating and signaling the presence of snow and ice
EP3153892A2 (fr) * 2015-10-08 2017-04-12 Greensystech Dispositif pour déterminer le risque de gel

Also Published As

Publication number Publication date
EP3933453B1 (en) 2023-04-12
EP3933453A1 (en) 2022-01-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP6717995B2 (ja) 車道に無停止計量センサを装備する方法
CN108279037B (zh) 一种地铁轨道结构实时监测系统的布置方法
US7090392B2 (en) Roadway freezing point monitoring system and method
Khweir et al. Influence of layer bonding on the prediction of pavement life
CN109958017B (zh) 一种具有称重传感器的路面结构及其施工方法
US20020190728A1 (en) System and method for AC capacitance sensing of pavement density
Čygas* et al. Monitoring the mechanical and structural behavior of the pavement structure using electronic sensors
NL2025973B1 (nl) Wegdeksensor-samenstel en werkwijze voor het vervaardigen hiervan.
Zhou et al. Validating MEPDG with Tennessee pavement performance data
CN101246157A (zh) 沥青混凝土路面应力应变检测方法及检测系统
JPH07272188A (ja) データ検出装置
Mun Park et al. Temperature correction of multiload-level falling weight deflectometer deflections
Rainwater et al. Comprehensive monitoring systems for measuring subgrade moisture conditions
Chen et al. Comparison of two pavement rehabilitation strategies
Maadani et al. Instrumentation for monitoring pavement performance in cold regions
CN219547627U (zh) 基于沥青路面的压应变传感器安装结构
Swett et al. A study of temperature and traffic load related response in different layers in an instrumented flexible pavement
Sebaaly et al. Instrumentation for flexible pavements
Guan et al. Weighting factor for seasonal subgrade resilient modulus
JP4258073B2 (ja) 道路橋梁部の路面温度推定方法及びその装置
Straube et al. Temperature correction of falling weight deflectometer measurements
CN116929197A (zh) 一种沥青路面结构内部应变感知装置及其制备方法与应用
KR102279197B1 (ko) 도로 노면 온도감지센서 설치방법
CN217083608U (zh) 直读式路面构造深度测定仪
RO135230A2 (ro) Senzor pentru cântărirea autovehi- culelor aflate în mişcare şi monitorizarea traficului urban