NL2025448B1 - Gezichtsschild, drager, scherm en werkwijze voor het assembleren van een gezichtsschild - Google Patents

Abstract

De uitvinding heeft betrekking Op een gezichtsschild omvattende een aan een hoofd van een gebruiker aanbrengbare drager en een scherm. Het scherm is aan een in gebruik naar het hoofd van de gebruiker gerichte Zijde van de drager aangebracht. De uitvinding heeft ook betrekking Op een drager en een scherm voor een gezichtsschild, en Op een werkwijze voor het assembleren van een gezichtsschild.

Description

GEZICHTSSCHILD, DRAGER, SCHERM EN WERKWIJZE VOOR HET ASSEMBLEREN

VAN EEN GEZICHTSSCHILD De uitvinding heeft betrekking op een gezichtsschild omvattende een aan een hoofd van een gebruiker aanbrengbare drager en een scherm.

Gezichtsschilden zijn op zichzelf bekend, en worden gebruikt om het gezicht van de gebruiker door middel van het scherm af te schermen van mogelijke bronnen van infectie, zoals andere personen. In het bijzonder zijn gezichtsschilden wenselijk, of zelfs vereist, bij het behandelen van patiënten door tandartsen, omdat behandelingen vereisen dat de tandarts zich nabij de mond van de patiënt bevindt. De ademhaling van de patiënt, en het mogelijk opspatten van vocht uit de mond van de patiënt maakt het infectierisico voor tandartsen in een dergelijke situatie relatief groot. Door een fysieke barrière te verschaffen tussen de patiënt en het gezicht van de tandarts, verkleint het gebruik van een gezichtsschild het infectierisico.

Bij gezichtsschilden wordt een drager aan een hoofd van een gebruiker aangebracht, en strekt het scherm zich vanaf de drager voor het gezicht langs uil.

Bij bekende gezichtsschilden neemt vanaf de drager richtmg een vrij eind van het scherm een afstand van het scherm naar het gezicht van de drager toe. Hierdoor ontstaat aan het vrije eind van het scherm een vrij grote opening tussen het gezicht en het scherm, hetgeen mogelijk een infectierisico met zich meebrengt. Verder zijn dergelijke bekende gezichtsschilden niet comfortabel te dragen, juist doordat het scherm aan zijn vrije eind relatief ver van het gezicht is verwijderd. Ten slotte kan genoemde stand van het scherm ten opzichte van het gezicht reflecties veroorzaken, die het voor de gebruiker moeilijker maken om door het scherm heen te zien.

De uitvinding heeft als doel bovengenoemde nadelen, die aan de stand van de techniek kleven, althans voor een deel op te lossen.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een gezichtsschild van de in de aanhef vermelde soort, met het kenmerk, dat het scherm aan een in gebruik naar het hoofd van de gebruiker gerichte zijde van de drager is aangebracht.

Volgens de uitvinding is het scherm aan de gezichtszijde van de drager aangebracht. Hierdoor kan een bijzonder stevige verbinding tussen het scherm en de drager worden gemaakt, waardoor de positie van het scherm ten opzichte van de drager relatief nauwkeurig bepaald kan worden. Daardoor kan worden voorkomen dat het scherm, zoals in de stand van de techniek gebeurt, zich van het gezicht af gaat richten nabij zijn vrije eind.

De drager kan zijn ingericht het scherm te dragen.

De drager kan van polypropyleen, mogelijk antibacterieel polypropyleen, zijn vervaardigd.

Het scherm kan van een doorzichtige kunststof zijn vervaardigd, bijvoorbeeld van PET.

In een uitvoeringsvorm van het gezichtsschild volgens de uitvinding, is de drager voorzien van bevestigingsmiddelen voor het aan de drager bevestigen van het scherm.

Met behulp van dergelijke bevestigingsmiddelen kan het scherm aan de drager bevestigd worden. In het bijzonder kan het scherm relatief eenvoudig worden uitgevoerd wanneer juist de drager de bevestigingsmiddelen omvat. Hierdoor kan het scherm mogelijk kostenefficiénter geproduceerd worden.

Alternatief of daarbij kunnen de bevestigingsmiddelen het voordeel bieden dat het scherm en de drager los van elkaar kunnen worden getransporteerd en opgeslagen, terwijl het scherm vlak voor gebruik aan de drager kan worden bevestigd. Derhalve kunnen de drager en het scherm op relatief compacte wijze worden getransporteerd en opgeslagen, waardoor Kosten die gemoeid gaan met transport en opslag gereduceerd kunnen worden.

In het bijzonder kunnen de bevestigingsmiddelen aan een in gebruik naar het hoofd van de gebruiker gerichte zijde van de drager zijn aangebracht.

Door de bevestigingsmiddelen aan de gezichtszijde van de drager aan te brengen, kan het scherm relatief eenvoudig aan de gezichtszijde van de drager worden bevestigd. Verder hebben bevestigingsmiddelen aan de gezichtszijde mogelijk het voordeel dat zij een relatief klein risico topen los te geraken door bij voorbeeld stoten of haken tijdens gebruik van het gezichtsschild, in vergelijking met bevestigingsmiddelen die bijvoorbeeld aan een van het gezicht afgekeerde zijde van de drager zijn aangebracht.

In een andere uitvoeringsvorm van het gezichtsschild volgens de uitvinding 1s het scherm door middel van de bevestigingsmiddelen losmaakbaar aan de drager bevestigbaar.

Hierdoor kan het scherm na gebruik worden vervangen door een nieuw scherm, waardoor de drager dus kan worden hergebruikt. Dit kan de gebruikskosten van het gezichtsschild reduceren.

In nog een andere uitvoeringsvorm van het gezichtsschild volgens de uitvinding heeft de drager een gebogen vorm.

Door de drager een gebogen vorm te geven, kan deze althans voor een deel rondom het hoofd van de gebruiker lopen, bij voorkeur op een ongeveer constante afstand van het hoofd. Daardoor kan ook het scherm althans voor een deel rondom het hoofd van de gebruiker worden gedragen.

In nog een andere uitvoeringsvorm van het gezichtsschild volgens de uitvinding heeft het scherm een gebruikstoestand, waarin het scherm gebogen is in overeenstemming met de vorm van de drager, en een rusttoestand, waarin het scherm niet of minder sterk gebogen is dan in de gebruikstoestand, waarbij het scherm van een elastisch vervormbaar materiaal is vervaardigd en daardoor naar zijn rusttoestand neigt.

In deze uitvoeringsvorm neigt het scherm door zijn elasticiteit weer naar zijn rusttoestand, waarin het scherm vlakker is. In deze uitvoeringsvorm kan de gezichtszijde van de drager concaaf zijn. Doordat het scherm aan de gezichtszijde van de drager is aangebracht, en naar zijn rusttoestand neigt, neigt het scherm tegen de drager aan. Daardoor kan een bijzonder stevige verbinding tussen het scherm en de drager worden bereikt. Alternatief of daarbij, kan het scherm op deze wijze in hoofdzaak blijven corresponderen met de vorm van de drager, zelfs nabij het vrije einde van het scherm. Daardoor kan de afstand van het scherm naar het gezicht in gebruik dus minder toenemen dan in de stand van de techniek gebruikelijk is, hetgeen helpt bij het oplossen van bovengenoemde problemen.

In nog een andere uitvoeringsvorm van het gezichtsschild volgens de uitvinding omvatten de bevestigingsmiddelen een pin, en omvat het scherm een gat waarin de pin geplaatst kan worden.

Door middel van de pin en het gat kan een gat-pinverbinding tot stand worden gebracht. Door deze verbinding kan het scherm ten opzichte van de drager worden geborgd in richtingen loodrecht op een lengterichting van de pin. De gat-pin verbinding kan verder het voordeel bieden dat de verbinding gemakkelijk door een gebruiker te maken en/of verbreken is.

Doordat zoals hierboven omschreven het scherm weer naar zijn rusttoestand kan neigen onder een zelf veroorzaakte voorspanning, duwt het scherm zichzelf vast tegen de drager om de pin heen. De verbinding met de drager kan verbroken worden door het scherm tegen zijn voorspanning in te vervormen, om zo de pin uit het gat te bewegen.

In nog een andere uitvoeringsvorm van het gezichtsschild volgens de uitvinding omvatten de bevestigingsmiddelen ten minste één nok op afstand van de pin, en omvat het scherm aan ten minste één rand daarvan, op afstand van het gat, een uitsparing, zodanig, dat het scherm met de uitsparing op de ten minste ene nok kan aangrijpen.

Door middel van de ten minste ene nok, en de uitsparing in het scherm, die beiden op afstand van de pin respectievelijk het gat zijn aangebracht, kan het scherm tegen de drager aan worden gehouden. In samenwerking met bovengenoemde gat-pin verbinding kan het scherm daardoor in meerdere richtingen ten opzichte van de drager worden geborgd. Het scherm kan relatief eenvoudig worden aangebracht door eerst het scherm met de ten minste ene uitsparing over de ten minste ene nok aan te brengen, en vervolgens het scherm zo te bewegen dat het gat is uitgelijnd met de pin, en daarna het scherm met het gat over de pin heen te (laten) bewegen. De verbinding tussen de uitsparing en de nokken kan het voordeel bieden dat deze losneembaar is.

In het bijzonder kan de ten minste ene nok zo zijn geplaatst, dat het scherm door zich naar zijn rusttoestand toe te neigen, zich met de uitsparing over de ten minste ene nok neigt. Daardoor ontstaat een voldoende stevige verbinding tussen het scherm en de drager. Verder heeft deze verbinding het voordeel dat hij gemakkelijk kan worden aangebracht en losgemaakt, door het scherm tegen zijn voorspanning in te bewegen, en zo de nok naar wens uit of in de uitsparing aan te brengen.

In nog een andere uitvoeringsvorm van het gezichtsschild volgens de uitvinding heeft de ten minste ene nok ten minste één afgeronde zijde.

Door de nok van ten minste één afgeronde zijde te voorzien, kan het scherm, wanneer dat met slechts de ten minste ene uitsparing over de ten minste ene nok aangebracht is, ten opzichte van de drager worden geroteerd, met de nok als steunpunt. Op die wijze kan relatief eenvoudig eerst een verbinding tussen de ten minste ene uitsparing en de ten minste ene nok worden aangebracht, waarna het gat in het scherm door het scherm te roteren kan worden uitgelijnd met de pin van de drager. Door vervolgens de pin door het gat te steken wordt het scherm ook in rotatie geborgd ten opzichte van de drager.

Het scherm kan vervolgens worden losgenomen door het scherm te vervormen om het scherm van de pin af te nemen, het scherm rondom de ten minste ene nok te roteren, en vervolgens de ten minste ene uitsparing van de ten minste ene nok te verwijderen.

In nog een andere uitvoeringsvorm van het gezichtsschild volgens de uitvinding hebben de drager en de ten minste ene nok elk een hoogteafmeting, waarbij de hoogteafmeting van de ten minste ene nok kleiner is dan de hoogteafmeting van de drager, bij voorkeur minimaal twee keer kleiner is, en meer bij voorkeur minimaal drie keer kleiner is.

Door de nok met een relatief kleine hoogteafmeting uit te voeren, is het relatief eenvoudig het scherm over de nok te roteren. Door tegelijkertijd de drager met een voldoende grote hoogteafmeting uit te voeren, kan deze voldoende stevig zijn uitgevoerd.

In nog een andere uitvoeringsvorm van het gezichtsschild volgens de uitvmding omvatten de bevestigingsmiddelen twee dergelijke nokken, die aan weerszijden van de pin zijn aangebracht.

Op deze wijze kan een stabiele verbinding tussen drager en scherm tot stand worden gebracht.

Voor een stevige verbinding is het voordelig om twee uitsparingen aan weerszijden van het scherm te voorzien, en twee dergelijke nokken aan de drager te voorzien, welke met de uitsparingen overeen komen. Door het scherm tussen de nokken te klemmen kan het scherm op die manier in zijn gebogen toestand worden gehouden.

In nog een andere uitvoeringsvorm van het gezichtsschild volgens de uitvinding omvat het gezichtsschild verder een althans gedeeltelijk rondom het hoofd van de gebruiker aanbrengbare beugel, waarbij de drager met de beugel is verbonden.

Met behulp van de beugel kan het gezichtsschild op of om het hoofd van een gebruiker worden bevestigd. De beugel kan bijvoorbeeld ingericht zijn om zich vast te klemmen op het hoofd van een gebruiker.

Het scherm kan zich tussen de drager en de beugel bevinden.

In nog een andere uitvoeringsvorm van het gezichtsschild volgens de uitvinding strekt de drager zich althans gedeeltelijk op een afstand van de beugel uit.

Door een afstand te creëren tussen de beugel en de drager, kan het scherm op een afstand van de beugel worden gedragen. Daardoor komt het scherm niet in aanraking met het gezicht van de gebruiker, het geen het draagcomfort kan verhogen.

In nog een andere uitvoeringsvorm van het gezichtsschild volgens de uitvinding is de nok 5 ter plaatse van een verbindingspunt van de drager en de beugel aangebracht.

De combinatie van drager en beugel is bijzonder sterk nabij het verbindingspunt, waardoor het voorzien van de nok ter plaatse van het verbindingspunt bijdraagt aan een stevige constructie. Tevens bevindt dit verbindingspunt zich mogelijk dichtbij het hoofd van de gebruiker, waardoor de rand van het scherm nabij het gezicht van de gebruiker kan lopen, het geen het risico op infecties kan verkleinen. De uitsparing in het scherm kan nabij een hoekpunt van het scherm zijn aangebracht, om in positie overeen te komen met de nok.

In nog een andere uitvoeringsvorm van het gezichtsschild volgens de uitvmding omvat het gezichtsschild verder cen rubberen bevestigingselement voor het aan het hoofd van de gebruiker bevestigen van de beugel.

Door middel van het rubberen bevestigingselement kan de beugel voldoende stevig aan het hoofd worden bevestigd, en kan eenzelfde maat beugel gebruikt worden door gebruikers met een verschillende hoofdomvang of haarstijl. Het rubberen bevestigingselement kan verstelbaar zijn, om kleinere en grotere hoofdafmetingen te faciliteren.

In nog een andere uitvoeringsvorm van het gezichtsschild volgens de uitvinding is het scherm langs een in gebruik vrije rand van ten minste Één inkeping is voorzien.

De inkeping kan gebruikt worden als positie voor een zogenoemde mik. Wanneer het scherm bij productie uit een materiaalbaan is gestanst of gesneden, kan een mik worden gebruikt om het scherm tijdelijk met de materiaalbaan verbonden te laten. Door de mik in de inkeping van het scherm te plaatsen, wordt de kans verkleind dat de mik, die doorgaans scherp of hakig is, bij gebruik achter bijvoorbeeld kleding blijft haken.

De uitvinding heeft ook betrekking op een drager voor een gezichtsschild, bijvoorbeeld zoals hierboven omschreven, waarbij de drager is ingericht om een scherm te dragen aan een in gebruik naar een hoofd van een gebruiker gerichte zijde van de drager.

De drager kan gebruikt worden en bedoeld zijn voor een gezichtsschild zoals hierboven omschreven. Derhalve kan de drager alle hierboven met betrekking tot de drager omschreven kenmerken, in willekeurig welke geschikte combinatie, vertonen, en de corresponderende voordelen bieden.

In het bijzonder kan de drager zijn voorzien van bevestigingsmiddelen voor het aan de drager bevestigen van het scherm, waarbij de bevestigingsmiddelen aan de in gebruik naar het hoofd van de gebruiker gerichte zijde van de drager zijn aangebracht.

Op die manier kan het scherm eenvoudig aan de gezichtszijde van de drager worden bevestigd, waarmee bovengenoemde voordelen kunnen worden behaald.

De drager kan verbonden zijn met een beugel zoals hierboven omschreven, bij voorbeeld door de drager en de beugel in één stuk te vormen, bijvoorbeeld door te spuitgieten.

De drager kan bijvoorbeeld de twee nokken omvatten, en/of de pin.

De uitvinding heeft ook betrekking op een scherm voor een gezichtsschild, bij voorbeeld zoals hierboven omschreven, waarbij het scherm is ingericht om aan een drager van het gezichtsschild aangebracht te worden aan een in gebruik naar een hoofd van een gebruiker gerichte zijde van de drager.

Het scherm kan gebruikt worden en bedoeld zijn voor een gezichtsschild zoals hierboven omschreven. Het scherm kan derhalve alle hierboven met betrekking tot het scherm omschreven kenmerken hebben, in willekeurig welke geschikte combinatie, en derhalve de overeenkomstige voordelen bieden.

In het bijzonder is het scherm voorzien van ten minste één gat voor het opnemen van een pin van een drager.

In het bijzonder is het scherm voorzien van ten minste één uitsparing voor het opnemen van ten minste één nok van de drager.

In het bijzonder is het scherm voorzien van ten minste één inkeping langs een in gebruik vrije rand van het scherm.

De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het assembleren van een gezichtsschild door een scherm aan een drager te bevestigen, waarbij het scherm aan een in gebruik naar een hoofd van een gebruiker gerichte zijde van de drager wordt aangebracht.

De werkwijze heeft als voordeel dat een gezichtsschild als hierboven omschreven wordt geassembleerd, waardoor de hierboven omschreven voordelen kunnen worden behaald.

Additioneel of alternatief kan de werkwijze het voordeel bieden dat het scherm en de drager separaat kunnen worden opgeslagen en/of getransporteerd, waardoor de totale benodigde ruimte voor opslag en/of transport kan worden verkleind. Verder kan een gebruiker door deze werkwijze de drager hergebruiken door een nieuw scherm aan de drager te bevestigen. In het bijzonder omvat de werkwijze de volgende stappen: - het tegen een steunpunt op de drager steunen van ten minste één rand van het scherm; - het om het steunpunt roteren van het scherm richting de drager; en - het ten opzichte van de drager borgen van het scherm.

Het op deze wijze bevestigen van het scherm aan de drager kan bijzonder snel worden uitgevoerd. Tevens kan op deze wijze een voldoende stevige bevestiging tussen het scherm en de drager tot stand worden gebracht.

Het is mogelijk de werkwijze volgens de uitvinding uit te voeren met het gezichtsschild zoals hierboven omschreven. In het bijzonder kan de gat-pin verbinding en de verbinding tussen uitsparing en nok worden gebruikt om de werkwijze mogelijk te maken.

De uitvinding zal verder worden toegelicht aan de hand van de figuren, waarin: Figuur 1 schematisch een perspectivisch aanzicht toont van een gezichtsschild volgens de uitvinding; Figuren 2 — 9 schematisch perspectivische aanzichten tonen van verschillende stappen van het assembleren van het gezichtsschild van figuur 1; en Figuren 10A en 10B een detail tonen van de drager van het gezichtsschild van figuren 1 — 9, In de figuren zijn gelijke elementen met gelijke verwijzingscijfers aangeduid.

De figuren tonen een gezichtsschild 1. Het gezichtsschild 1 omvat een scherm 2 dat een gezicht van een gebruiker af kan schermen, om bij voorbeeld infecties te helpen voorkomen. Het scherm 2 wordt gedragen door een drager 3. De drager 3 is bevestigd aan een beugel 4, waarmee de drager 3 aan het hoofd van een gebruiker aangebracht kan worden. De beugel 4 kan namelijk met behulp van een rubberen band 5 om het hoofd worden gespannen. In gebruik omgeven de beugel 4 en de rubberen band 5 samen het hoofd van de gebruiker. De rabberen band 5 bevindt zich nabij het achterhoofd van de gebruiker. De drager 3 strekt zich in gebruik uit op een afstand van het voorhoofd van een gebruiker, van waaruit het scherm 2 zich naar beneden toe uitstrekt. Volgens de uitvinding is het scherm 2 aan een in gebruik naar het hoofd van de gebruiker gerichte zijde van de drager 3 aangebracht. Die zijde komt in het getoonde voorbeeld overeen met de concave zijde van de drager 3. Om de verbinding tussen het scherm 2 en de drager 3 te verduidelijken, is in figuren 2 — 9 stapsgewijs getoond hoe de verbinding tot stand kan worden gebracht.

In een eerste stap, die in figuur 2 is getoond, worden de drager 3 en de beugel 4 verschaft. De drager 3 en de beugel zijn in het getoonde voorbeeld integraal, dat wil zeggen éénstukkig, met elkaar uitgevoerd. De drager 3 en beugel 4 zijn van een kunststof vervaardigd, door te spuitgieten. In figuur 2 zijn de drager 3 en beugel 4 getoond vanuit een onder-achterzijde van het gezichtsschild I. Zij zijn dus met de onderzijde naar boven toe getoond. In deze figuur is goed zichtbaar dat centraal aan de drager 3 een pin 6 is aangebracht. Verder zijn ter plaatse van een verbindingspunt van de steun 4 en de drager 3 nokken 7 aangebracht. De twee nokken 7 bevinden zich aan weerszijden van de pin 6. Verder is de beugel 4 aan zijn vrije einden voorzien van haken § voor het daaraan verbinden van de rubberen band 5 die in figuur | reeds is getoond.

In een volgende stap, die in figuur 3 is getoond, wordt het scherm 2 aangevoerd. Het scherm 2 wordt in een met die van de drager 3 overeenkomstige oriëntatie, dat wil zeggen met de onderzijde naar boven, aangevoerd. Het scherm 2 is vervaardigd uit een kunststof foliebaan, in dit voorbeeld door te stansen. Het scherm 2 zou ook gesneden kunnen worden. Het scherm 2 is in een rusttoestand vlak, maar is in figuur 3 reeds in een gebogen toestand getoond, zodat het de vorm van het scherm 2 ongeveer overeenkomt met die van de drager 3. Door zijn elasticiteit kan het scherm 2 gemakkelijk door een gebruiker worden gebogen, en daardoor in de gebogen toestand worden gebracht. De elasticiteit van het scherm 2 zorgt er daarna voor dat het scherm 2 weer naar zijn rusttoestand neigt. Zonder in de gebogen toestand gehouden te worden, zal het scherm 2 dus weer vlakker worden. Het scherm heeft verder uitsparingen 9 en een gat 10, die hieronder nader zullen worden besproken.

In figuur 4 is een detailaanzicht van figuur 3 getoond, waarin één van de nokken 7 en één van de uitsparingen 9 goed zichtbaar zijn. Zoals in dit figuur te zien is, zijn de uitsparingen 9 aangebracht langs de rand van het scherm 2, daar waar de rand van het scherm 2 de drager 3 raakt wanneer deze met de drager 3 is verbonden. De drager 3 is op overeenkomstige posities van nokken 7 voorzien. De posities komen hier overeen met een verbindingspunt tussen de drager 3 en de beugel 4. In de in figuren 3 en 4 getoonde stappen, wordt het scherm 2 met de uitsparingen 9 over de nokken 7 heen aangebracht. Het scherm 2 is daardoor tegen verticale verplaatsing ten opzichte van de drager 3 geborgd, althans ter plaatse van de uitsparingen 9.

In figuren 10A en 10B is wederom een detail getoond van de drager 3 en beugel 4, respectievelijk zonder en met het scherm 2. In deze figuren zijn de nokken 7 duidelijker zichtbaar. In de aanzichten van figuren 10A en 10B is zijn de drager 3 en de beugel 4 met de onderzijde naar beneden getoond, de figuren zijn dus een boven-vooraanzicht. Zoals met name in figuren 10A en 10B te zien is, is een rand 11 van de nokken 7 tussen de bovenzijde en de voorzijde afgerond.

Hierdoor kan het scherm 2, nadat deze met de uitsparingen 9 over de nokken 7 heen is geplaatst, relatief gemakkelijk om de nokken 7 roteren. Om het roteren verder te vergemakkelijken, hebben de nokken 7 een hoogteafmeting h die ten opzichte van een hoogteafmeting H van de drager 3 relatief klein is. De hoogteafmeting h van de nok 7 is in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld ongeveer drie keer zo klein als de hoogteafmeting H van de drager.

In figuur 5 is een volgende stap getoond, die volgt op de stap uit figuren 3 en 4, waarin het scherm 2 met de uitsparingen 9 over de nokken 7 is aangebracht. Het scherm 2 is ten opzichte van de drager 3 gekanteld, waardoor het gat 10, dat centraal langs een rand van het scherm 2 is aangebracht, niet in lijn ligt met de pin 6 van de drager.

Door het scherm 2 ten opzichte van de drager 3 te roteren, kan het gat 10 nabij de pin 6 worden gebracht. De rotatie kan door een gebruiker gemakkelijk worden uitgevoerd doordat het scherm 2 met de uitsparingen 9 op de nokken 7 steunt. De nokken 7 werken daarbij als steunput. In figuur 6 is het scherm al deels geroteerd weergegeven, waardoor het gat 10 zich nabij het de pin 6 bevindt.

Vervolgens is in een volgende stap, die in figuur 7 is weergegeven, het scherm 2 elastisch vervormd. De vervorming is bereikt door een deel van het scherm nabij het gat 10 van de drager 3 afte duwen. Daardoor is ter plaatse van het gat 10 een deuk 12 in het scherm 2 ontstaan. Het scherm 2 kan daardoor verder naar de drager 3 toe worden geroteerd, totdat het gat 10 en de pin 6 ten opzichte van elkaar zijn uitgelijnd.

In figuur 8 is vervolgens getoond hoe de deuk 12 uit het scherm 2 is verdwenen, door het scherm 2 zich ten dele te laten ontspannen. De elastische vervorming van het scherm 2 die ten grondslag lag aan de vorming van de deuk 12 wordt daarmee ongedaan gemaakt. Het scherm 2 verplaatst daarmee althans ter plaatse van het gat 10 in de richting van de drager 3. Doordat het gat 10 met de pin 6 op de drager is uitgelijnd, wordt daarbij het scherm 2 met het gat 10 over de pin 6 heen geschoven. Het gat 10 en de pin 6 vormen daarbij een gat-pinverbinding tussen het scherm 2 en de drager 3. Doordat het scherm 2 ook met de uitsparingen 9 om de nokken 7 heen is geplaatst, en vanwege zijn elasticiteit terug neigt naar zijn rusttoestand, klemt het scherm 2 zichzelf vast tegen de drager 3. De nokken 7 en de pin 6 vormen tezamen verbindingsmiddelen voor het aan de drager 3 verbinden van het scherm. Vanzelfsprekend is het ook mogelijk een ander type verbindingsmiddelen te voorzien.

Het scherm 2 kan van de drager worden afgenomen, door het scherm 2 nabij het gat 10 in te deuken, en daarbij het scherm 2 met het gat 10 van de pin 6 af te schuiven. Vervolgens kan het scherm 2 ten opzichte van de drager 3 om de nokken 7 worden geroteerd, en daarna van de nokken 7 worden genomen.

Nadat het scherm 2, zoals in figuur 8 is getoond, op de drager 3 is aangebracht, kan de beugel 4 om het hoofd van de gebruiker worden gespannen met behulp van de rubberen band 5. De rubberen band 5 heeft cen aantal openingen 13 waarmee de band aan de haken 8 van de beugel 4 bevestigd kan worden, waardoor de rubberen band 5 in effectieve lengte verstelbaar is.

Het scherm 2 omwat verder nog een inkeping 14, aan een in gebruik vrij eind van het scherm 2. Ter plaatse van de inkeping 14 is het scherm tijdens productie tijdelijk verbonden geweest met een materiaalbaan waaruit het scherm is gestanst. Derhalve resteert ter plaatse van de inkeping een mik (niet zichtbaar). De mik is een relatief klein, mogelijk scherp uitsteeksel. Door de mik ter plaatse van de inkeping 14 aan te brengen, wordt de kans dat het scherm 2 in gebruik met de mik achter bijvoorbeeld kleding blijft haken verkleind.

Hoewel de uitvinding hierboven is toegelicht aan de hand van een aantal specifieke voorbeelden en uitvoeringsvormen, is de uitvinding daartoe niet beperkt. In plaats daarvan beslaat de uitvinding ook de door de navolgende conclusies gedefinieerde materie.

Claims (24)

1. Conclusies I. Gezichtsschild omvattende een aan een hoofd van een gebruiker aanbrengbare drager en een scherm, met het kenmerk, dat het scherm aan een in gebruik naar het hoofd van de gebruiker gerichte zijde van de drager is aangebracht.
2. 2. Gezichtsschild volgens de vorige conclusie, waarbij de drager is voorzien van bevestigingsmiddelen voor het aan de drager bevestigen van het scherm.
3. 3. Gezichtsschild volgens de vorige conclusie, waarbij de bevestigingsmiddelen aan een in gebruik naar het hoofd van de gebruiker gerichte zijde van de drager zijn aangebracht.
4. 4. Gezichtsschild volgens conclusie 2 of 3, waarbij het scherm door middel van de bevestigingsmiddelen losmaakbaar aan de drager bevestigbaar is.
5. 5. Gezichtsschild volgens ten minste één der voorgaande conclusies, waarbij de drager een gebogen vorm heeft.
6. 6. Gezichtsschild volgens de vorige conclusie, waarbij het scherm een gebruikstoestand heeft, waarin het scherm gebogen is in overeenstemming met de vorm van de drager, en een rusttoestand, waarin het scherm niet of minder sterk gebogen is dan in de gebruikstoestand, waarbij het scherm van een elastisch vervormbaar materiaal is vervaardigd en daardoor naar zijn rusttoestand neigt.
7. 7. Gezichtsschild volgens ten minste één der voorgaande conclusies, waarbij de bevestigingsmiddelen een pin omvatten, en het scherm een gat omvat waarin de pin geplaatst kan worden.
8. 8, Gezichtsschild volgens ten minste één der voorgaande conclusies, waarbij de bevestigingsmiddelen ten minste één nok op afstand van de pin omvatten, en het scherm aan ten minste één rand daarvan, op afstand van het gat, een uitsparing omvat, zodanig, dat het scherm met de uitsparing op de ten minste ene nok Kan aangrijpen.
9. 9. Gezichtsschild volgens de vorige conclusie, waarbij de ten minste ene nok ten minste één afgeronde zijde heeft.
10. 10. Gezichtsschild volgens conclusie 8 of 9, waarbij de drager en de ten minste ene nok elk een hoogteafmeting hebben, waarbij de hoogteafmeting van de ten minste ene nok kleiner is dan de hoogteafmeting van de drager, bij voorkeur minimaal twee keer kleiner is, en meer bij voorkeur minimaal drie keer kleiner is.
11. 11. Gezichtsschild volgens ten minste één der conclusies 8 — 10, waarbij de bevestigingsmiddelen twee dergelijke nokken omvatten, die aan weerszijden van de pin zijn aangebracht.
12. 12. Gezichtsschild volgens ten minste één der voorgaande conclusies, verder omvattende een althans gedeeltelijk rondom het hoofd van de gebruiker aanbrengbare beugel, waarbij de drager met de beugel is verbonden.
13. 13. Gezichtsschild volgens de vorige conclusie, waarbij de drager zich althans gedeeltelijk op een afstand van de beugel uitstrekt.
14. 14. Gezichtsschild volgens althans conclusies 8 en 12, waarbij de nok ter plaatse van een verbindingspunt van de drager en de beugel is aangebracht.
15. 15. Gezichtsschild volgens ten minste één der conclusies 12 - 14, verder omvattende een rubberen bevestigingselement voor het aan het hoofd van de gebruiker bevestigen van de beugel.
16. 16. Gezichtsschild volgens ten minste één der voorgaande conclusies, waarbij het scherm langs een in gebruik vrije rand van ten minste één inkeping is voorzien.
17. 17. Drager voor een gezichtsschild, bij voorbeeld volgens ten minste één der voorgaande conclusies, waarbij de drager is ingericht om een scherm te dragen aan een in gebruik naar een hoofd van een gebruiker gerichte zijde van de drager.
18. 18. Drager volgens de vorige conclusie, waarbij de drager is voorzien van bevestigingsmiddelen voor het aan de drager bevestigen van het scherm, en waarbij de bevestigingsmiddelen aan de in gebruik naar het hoofd van de gebruiker gerichte zijde van de drager zijn aangebracht.
19. 19. Scherm voor een gezichtsschild, bij voorbeeld volgens ten minste één der conclusies 1 — 15, waarbij het scherm is ingericht om aan een drager van het gezichtsschild aangebracht te worden aan een in gebruik naar een hoofd van een gebruiker gerichte zijde van de drager.
20. 20. Scherm volgens de vorige conclusie, voorzien van ten minste één gat voor het opnemen van een pin van een drager.
21. 21. Scherm volgens conclusie 19 of 20, voorzien van ten minste één uitsparing voor het opnemen van ten minste één nok van de drager.
22. 22. Scherm volgens één der conclusies 19 — 21, waarbij het scherm langs een in gebruik vrije rand van ten minste één inkeping is voorzien.
23. 23. Werkwijze voor het assembleren van een gezichtsschild door een scherm aan een drager te bevestigen, waarbij het scherm aan een in gebruik naar een hoofd van een gebruiker gerichte zijde van de drager wordt aangebracht.
24. 24. Werkwijze volgens de vorige conclusie, omvattende de volgende stappen: - het tegen een steunpunt op de drager steunen van ten minste één rand van het scherm; - het om het steunpunt roteren van het scherm richting de drager; en - het ten opzichte van de drager borgen van het scherm.