NL2025362B1

NL2025362B1 - Medical Garment.

Info

Publication number: NL2025362B1
Application number: NL2025362A
Authority: NL
Inventors: Wessemius Jan; Antonius Wilhelmus Maria Rombouts Adrianus; Cornelis Verhagen Rob; Leonardus Johannes Van Der Bruggen Robrecht
Original assignee: Oerlemans Packaging B V
Priority date: 2020-04-17
Filing date: 2020-04-17
Publication date: 2021-10-26

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een kledingstuk voor toepassing in een medisch-klinische omgeving, in het bijzonder op een kledingstuk voor gebruik door medisch personeel in een ziekenhuis of laboratorium. De COVlD-19 pandemie van 2020 heeft wereldwijd voor een onnoemlijk ontwrichting van de samenleving gezorgd. Naast het menselijk leed vanwege de grote hoeveelheid slachtoffers, heeft het corona-virus ook gezorgd voor een enorme belasting van de gezondheid, dat geresulteerd heeft in grote tekorten van de meest basale medische hulpmiddelen, zoals mondkapjes, desinfecterende gels, en beschermende kledij voor het medisch personeel.The invention relates to a garment for use in a medical-clinical environment, in particular to a garment for use by medical personnel in a hospital or laboratory. The COVID-19 pandemic of 2020 has caused immense disruption of society worldwide. In addition to the human suffering due to the large number of victims, the corona virus has also caused an enormous burden on health, which has resulted in major shortages of the most basic medical devices, such as mouth caps, disinfecting gels, and protective clothing for the medical profession. staff.

Description

Titel: Medisch kledingstuk.Title: Medical Garment.

De uitvinding heeft betrekking op een kledingstuk voor toepassing in een medisch-klinische omgeving, in het bijzonder op een kledingstuk voor gebruik door medisch personeel in een ziekenhuis of laboratorium.The invention relates to a garment for use in a medical-clinical environment, in particular to a garment for use by medical personnel in a hospital or laboratory.

De COVID-19 pandemie van 2020 heeft wereldwijd voor een onnoemlijk ontwrichting van de samenleving gezorgd. Naast het menselijk leed vanwege de grote hoeveelheid slachtoffers, heeft het corona-virus ook gezorgd voor een enorme belasting van de gezondheid, dat geresulteerd heeft in grote tekorten van de meest basale medische hulpmiddelen, zoals mondkapjes, desinfecterende gels, en beschermende kledij voor het medisch personeel.The COVID-19 pandemic of 2020 has caused immense social disruption worldwide. In addition to the human suffering due to the large number of victims, the corona virus has also caused an enormous health burden, which has resulted in major shortages of the most basic medical devices, such as mouth caps, disinfecting gels, and protective clothing for the medical profession. staff.

Medische kledingstukken zoals patiënthemden, operatie-kledij en schorten kennen vanwege het COVID-19 besmettingsgevaar een hoge gebruikssnelheid en zijn veelal slechts eenmalig te gebruiken en worden daarna als afval beschouwd.Medical clothing such as patient shirts, surgical clothing and aprons have a high usage rate due to the COVID-19 risk of contamination and can often only be used once and are then regarded as waste.

Er is derhalve in tijden van een medische crisis, zoals een pandemie als corona, de wens voor een goedkoop alternatief medisch kledingstuk, dat snel en op grote schaal is te produceren en dat in achtneming van alle medische veiligheidsmaatregelen snel is aan te trekken en comfortabel is tijdens het dragen en het uitoefenen van hun werkzaamheden van het medisch personeel.Therefore, in times of a medical crisis, such as a pandemic such as corona, there is a need for a cheap alternative medical garment that can be produced quickly and on a large scale and that, taking all medical safety measures into account, is quick to put on and comfortable. while wearing and performing their duties of the medical personnel.

Hiertoe is overeenkomstig de uitvinding het kledingstuk van een kunststof foliemateriaal vervaardigd en omvat deze tenminste een voorschoot; een eerste armdeel; en een tweede armdeel, waarbij de voorschoot, het eerste armdeel en het tweede armdeel als losse onderdelen zijn vervaardigd en met behulp van verbindingsmiddelen vormbaar zijn tot het kledingstuk.To this end, according to the invention, the garment is manufactured from a plastic film material and comprises at least one apron; a first arm portion; and a second arm part, wherein the apron, the first arm part and the second arm part are manufactured as separate parts and can be formed into the garment by means of connecting means.

Dit maakt het mogelijk om het kledingstuk modulair te fabriceren, hetgeen het productieproces vereenvoudigt doordat nu slecht eenvoudig ontworpen kledingstukonderdelen afzonderlijk dienen te worden vervaardigd, in plaats van een complex patroon voor het gehele kledingstuk. Daar dergelijke standaard (wegwerp)kledingstukken slechts in één of een beperkt aantal kledingmaten worden geleverd, maakt het in losse onderdelen aanbieden van het kledingstuk het mogelijk voor de gebruiker om zelf de beste, en comfortabelste pasvorm van het kledingstuk tijdens dragen en werken te realiseren.This makes it possible to manufacture the garment modularly, which simplifies the production process because now poorly designed garment components have to be manufactured separately, instead of a complex pattern for the entire garment. Since such standard (disposable) garments are only supplied in one or a limited number of clothing sizes, offering the garment in separate parts makes it possible for the user to realize the best and most comfortable fit of the garment during wearing and working.

Meer specifiek is bij een voorbeeld elk eerste en tweede armdeel gevormd als een foliehoes, welke foliehoes is voorzien van een open schoudereinde en een al dan niet gedeeltelijk open mouweinde, waarbij de foliehoes aan het open schoudereinde is voorzien van een schouderflap.More specifically, in an example, each first and second arm part is formed as a foil cover, which foil cover is provided with an open shoulder end and a partially open or non-open sleeve end, the foil cover being provided with a shoulder flap at the open shoulder end.

Ten behoeve van comfort en medische veiligheid kan het open mouweinde van elk armdeel zijn voorzien van een rondgaand elastiek.For comfort and medical safety, the open sleeve end of each arm portion may be provided with a wraparound elastic.

Bij een functionele uitvoering van het kledingstuk zijn de verbindingsmiddelen aangebracht op elke schouderflap, dan wel op een zijde van de voorschoot.In a functional version of the garment, the connecting means are arranged on each shoulder flap or on one side of the apron.

Bij drie niet limiterende functionele uitvoeringen bestaan de verbindingsmiddelen uit een of meer dubbelzijdige kleefstroken, dan wel uit een of meer klittenband stroken, dan wel uit een of meer drukknopen. Bij deze uitvoeringen kan de gebruiker snel en effectief het kledingstuk vormen uit de losse kledingstukonderdelen, bestaande uit de voorschoot en de twee armdelen, waarbij de verbindingsmiddelen (kleefstrook, Klittenband, dan wel drukknopen) een snelle en eenvoudige aanpassing aan de postuur van de gebruiker mogelijk maakt.In three non-limiting functional embodiments, the connecting means consist of one or more double-sided adhesive strips, or of one or more Velcro strips, or of one or more press studs. With these designs, the user can quickly and effectively form the garment from the separate garment parts, consisting of the apron and the two arm parts, whereby the connecting means (adhesive strip, Velcro, or press studs) allow a quick and easy adjustment to the posture of the user makes.

Meer specifiek zijn het eerste armdeel en het tweede armdeel identiek aan elkaar. Dit vereenvoudigt niet alleen het fabricageproces, maar voorkomt ook verwarring bij het aantrekken ervan door een gebruiker.More specifically, the first arm portion and the second arm portion are identical to each other. This not only simplifies the manufacturing process, but also avoids confusion when putting it on by a user.

Bij een verder functioneel voorbeeld van de uitvinding is de voorschoot in hoofdzaak rechthoekig gevormd en is deze voorzien van een opening voor het hoofd van een gebruiker, alsmede twee, aan weerszijden van de opening uitstrekkende strikbanden.In a further functional example of the invention, the apron is substantially rectangular in shape and is provided with an opening for a user's head, as well as two tie straps extending on either side of the opening.

Met behulp van de strikbanden kan de voorschoot om het lichaam gestrikt worden.The apron can be tied around the body using the tie straps.

Meer specifiek bezit de voorschoot aan elke zijde van de opening een schouderpartij, welke schouderpartij aanligt tegen de overeenkomende strikband. Zodoende bezit de voorschoot een groot lichaamsbedekkend oppervlak, met name rondom de schouder en nek van de gebruiker, hetgeen extra veiligheid voor de gebruiker verschaft.More specifically, the apron has a shoulder portion on each side of the opening, which shoulder portion abuts the corresponding tie strap. Thus, the apron has a large body-covering surface, especially around the shoulder and neck of the user, which provides extra safety for the user.

Meer specifiek eindigt de aanliggende snijlijn tussen de schouderpartij en de strikband in een rondgaande uitsparing in de voorschoot. Hierdoor wordt voorkomen dat bij eventuele spanningen in het foliemateriaal de snijlijn verder inscheurt.More specifically, the adjacent cutting line between the shoulder and the tie belt ends in a circumferential recess in the apron. This prevents the cutting line from tearing further in the event of any tension in the film material.

Verder kan het kunststof foliemateriaal een materiaal zijn gekozen uit de groep van LDPE, HDPE, PE, etc.Furthermore, the plastic film material can be a material selected from the group of LDPE, HDPE, PE, etc.

De uitvinding zal hierna aan de hand van een tekening nader worden toegelicht, welke tekening toont in: Figuur 1 een eerste aanzicht van een onderdeel voor een kledingstuk overeenkomstig de uitvinding; Figuur 2 een aanzicht van een ander onderdeel voor een kledingstuk overeenkomstig de uitvinding; Figuur 3 toont een kledingstuk gevormd uit de onderdelen getoond in de Figuren 1 en 2; Figuren 4A-4E deelstappen van een werkwijze voor het vervaardigen van de verschillende onderdelen van het kledingstuk 1.The invention will be explained in more detail below with reference to a drawing, which drawing shows in: Figure 1 a first view of a component for a garment according to the invention; Figure 2 is a view of another part for a garment according to the invention; Figure 3 shows a garment formed from the parts shown in Figures 1 and 2; Figures 4A-4E partial steps of a method for manufacturing the various parts of the garment 1.

Voor een beter begrip van de uitvinding zullen in de navolgende figuurbeschrijving alle overeenkomsten onderdelen met identieke referentie-cijfers worden aangeduid.For a better understanding of the invention, in the following description of the figures, all similar parts will be designated with identical reference numerals.

Figuur 1 in combinatie met Figuur 3 toont een onderdeel van een kledingstuk 1 voor toepassing in een medisch-klinische omgeving, welk kledingstuk 1 van een kunststof foliemateriaal is vervaardigd. Het onderdeel betreft de voorschoot 10 van het kledingstuk 1 en is als een los onderdeel vervaardigd.Figure 1 in combination with Figure 3 shows a part of a garment 1 for use in a medical-clinical environment, which garment 1 is manufactured from a plastic film material. The part concerns the apron 10 of the garment 1 and is manufactured as a separate part.

De voorschoot 10 is in hoofdzaak rechthoekig gevormd uit een strook foliemateriaal. De rechthoekige strook foliemateriaal is voorzien van twee langszijden 10a en 10b (zie ook Figuur 3) en is voorzien van een opening 11 voor het hoofd van een gebruiker. Tevens is de voorschoot voorzien van twee, aan weerszijden van de opening 11 uitstrekkende strikbanden 13a en 13b. Nadat de gebruiker zijn of haar hoofd door de opening 11 heeft gestoken kan de voorschoot met behulp van (de einddelen 13a’ 13b”van) de strikbanden 13a-13b om het lichaam gestrikt worden.The apron 10 is formed substantially rectangular from a strip of foil material. The rectangular strip of film material is provided with two longitudinal sides 10a and 10b (see also Figure 3) and is provided with an opening 11 for the head of a user. The apron is also provided with two tie straps 13a and 13b extending on either side of the opening 11. After the user has put his or her head through the opening 11, the apron can be tied around the body by means of (the end parts 13a' 13b" of) the tie straps 13a-13b.

Zoals te zien in Figuur 1 is de voorschoot aan elke zijde van de opening 11 voorzien van een eerste (linker) schouderpartij 12a en een tweede (rechter) schouderpartij 12b. Bij deze uitvoering ligt elke schouderpartij 12a-12b tegen de overeenkomende strikband 13a-13b aan. Zodoende bezit de voorschoot 10 een groot lichaamsbedekkend oppervlak, met name rondom de schouder en nek van de gebruiker, hetgeen extra veiligheid voor de gebruiker verschaft.As seen in Figure 1, the apron on each side of the opening 11 is provided with a first (left) shoulder portion 12a and a second (right) shoulder portion 12b. In this embodiment, each shoulder section 12a-12b abuts against the corresponding tie belt 13a-13b. Thus, the apron 10 has a large body-covering area, particularly around the shoulder and neck of the user, providing additional safety for the user.

Figuur 2 in combinatie met Figuur 3 toont een ander onderdeel van het samengestelde kledingstuk, aangeduid als een eerste (linker) armdeel 20 en tweede (rechter) armdeel 20°.Figure 2 in combination with Figure 3 shows another part of the composite garment, referred to as a first (left) arm portion 20 and second (right) arm portion 20°.

Elk eerste en tweede armdeel 20-20’ is rechthoekig gevormd voorzien van eerste langszijde 20a, een tweede langszijde 20b en een eerste kopse zijde 20c en een tweede kopse zijde 20d. Meer specifiek is elk armdeel 20-20’ gevormd als een foliehoes of armhoes 22, welke foliehoes 22 is voorzien van een open schoudereinde 21a en een open mouweinde 21b aan de tweede kopse zijde 20d. Referentie-cijfer 22a duiden anti- inscheursneden aan, welke voorkomen dat bij gebruik, dat wil zeggen bij het in de armhoes 22 steken van een arm door de gebruiker, de armhoes 22 nabij de overgang met de schouderflap 23 losscheurt.Each first and second arm part 20-20' is rectangular in shape, provided with a first longitudinal side 20a, a second longitudinal side 20b and a first front side 20c and a second front side 20d. More specifically, each arm part 20-20' is formed as a foil sleeve or arm sleeve 22, which foil sleeve 22 is provided with an open shoulder end 21a and an open sleeve end 21b on the second front side 20d. Reference numeral 22a denote anti-tear cuts which prevent during use, i.e. when an arm is inserted into the arm cover 22 by the user, that the arm cover 22 near the interface with the shoulder flap 23 does not tear off.

Voorts is de foliehoes of armhoes 22 aan het open schoudereinde 21a is voorzien van een schouderflap 23 welke eindigt in de eerste kopse zijde 20c. De schouderflap 23 {of borstkasflap 23) komt tegen de borstkas van de gebruiker te liggen, wanneer de gebruiker zijn/haar arm door de armhoes 22 steekt.Furthermore, the foil cover or arm cover 22 is provided at the open shoulder end 21a with a shoulder flap 23, which ends in the first end face 20c. The shoulder flap 23 (or chest flap 23) comes to rest against the user's chest when the user puts his/her arm through the arm sleeve 22 .

Referentiecijfer 24 duidt een rondgaand elastiek aan, dat in het open mouweinde 21b van elk armdeel 20-20" is verwerkt. Hierdoor sluit het armdeel 20-20’ goed af rondom de pols van de gebruiker hetgeen extra comfort, bewegingsvrijneid en medische veiligheid verschaft. Het toepassen van elastiek is optioneel, eventueel kan de opening van het mouweinde 21b een dusdanige doorsnede hebben dat de hand van de gebruiker er net doorheen past, zodat vanwege de flexibiliteit van het gebruikte foliemateriaal het mouweinde alsnog nauw aansluit om de pols.Reference numeral 24 denotes a circumferential elastic which is incorporated into the open sleeve end 21b of each arm portion 20-20". This allows the arm portion 20-20' to seal tightly around the wrist of the user, providing extra comfort, freedom of movement and medical safety. The use of elastic is optional. The opening of the sleeve end 21b may optionally have such a cross-section that the user's hand just fits through it, so that due to the flexibility of the foil material used, the sleeve end still fits closely around the wrist.

Zoals getoond in de Figuren 1-3 zijn de voorschoot 10, het eerste armdeel 20 en het tweede armdeel 20’ als losse onderdelen vervaardigd. Teneinde deze losse onderdelen eenvoudig en efficiënt door een medisch geschoold persoon tot een kledingstuk te vormen zijn verbindingsmiddelen 30a-30b aanwezig, waarmee de losse onderdelen 10-20-20’ met elkaar vormbaar zijn tot het kledingstuk 1.As shown in Figures 1-3, the apron 10, the first arm portion 20 and the second arm portion 20' are manufactured as separate parts. In order to easily and efficiently form these separate parts into a garment by a medically trained person, connecting means 30a-30b are provided, with which the separate parts 10-20-20' can be molded together to form the garment 1.

Zoals getoond in Figuur 2 zijn de verbindingsmiddelen aangebracht op de schouderflap 23 van elk armdeel 20-20’, bij voorkeur op de zijde 23’ van de schouderflap 23, welke zijde 23’ van de zijde van de armhoes 22 af is gekeerd. Bij het aantrekken van het armdeel 20-20’ steekt de gebruiker zijn/haar arm door de armhoes 22 en brengt de schouderflap 23 (ook wel borstkasflap genoemd) tegen zijn/haar borstkas, waarbij de zijde 23’ en de verbindingsmiddelen 30a-30b naar voren en van het lichaam af zijn gericht en dus niet tegen de borstkas aanliggen. Bij een andere uitvoering kunnen de verbindingsmiddelen zijn aangebracht op een naar het lichaam toe gerichte zijde van de voorschoot 10.As shown in Figure 2, the connecting means are arranged on the shoulder flap 23 of each arm part 20-20', preferably on the side 23' of the shoulder flap 23, which side 23' faces away from the side of the arm cover 22. When putting on the arm part 20-20', the user puts his/her arm through the arm cover 22 and brings the shoulder flap 23 (also called chest flap) against his/her chest, whereby the side 23' and the connecting means 30a-30b move towards facing forward and away from the body and not against the chest. In another embodiment, the connecting means can be arranged on a side of the apron 10 facing the body.

In Figuur 2 zijn de verbindingsmiddelen weergegeven met referentie-cijfers 30a-30b en bestaan zij uit één of meer dubbelzijdige kleefstroken. Bij voorkeur is elk eerste 20 en tweede 20° armdeel voorzien van tenminste één verbindingsmiddel {(kleefstrook) 30a dat nabij de eerste kopse zijde 20c is aangebracht. Bij voorkeur strekken de verbindingsmiddelen 30a zich parallel aan de kopse zijde 20c (dus loodrecht op de langsrichting van het armdeel 20-20’) uit.In Figure 2 the connecting means are indicated with reference numerals 30a-30b and consist of one or more double-sided adhesive strips. Preferably, each first 20 and second 20° arm part is provided with at least one connecting means (adhesive strip) 30a which is arranged near the first end face 20c. The connecting means 30a preferably extend parallel to the end face 20c (i.e. perpendicular to the longitudinal direction of the arm part 20-20').

Een tweede verbindingsmiddel 30b is ook parallel aan de kopse zijde 20c {dus loodrecht op de langsrichting van het armdeel 20-20’) aangebracht nabij het open schoudereinde 21a, doch ook hier aan de van de armhoes 22 afgerichte zijde 23’ van de schouderflap (borstkasflap) 23.A second connecting means 30b is also arranged parallel to the front side 20c (i.e. perpendicular to the longitudinal direction of the arm part 20-20') near the open shoulder end 21a, but here also on the side 23' of the shoulder flap ( chest flap) 23.

Bij een ander voorbeeld bestaan de verbindingsmiddelen uit één of meer klittenband stroken 30a-30b die op overeenkomende samenwerkende posities van beide armdelen 20-20’ zijn aangebracht of bestaan de verbindingsmiddelen uit één of meer 5 drukknopen, welke in rijen 30a-30b op overeenkomende samenwerkende posities op beide armdelen 20-20’ en de voorschoot 10 zijn aangebracht.In another example, the connecting means consist of one or more Velcro strips 30a-30b arranged at corresponding cooperating positions of both arm parts 20-20' or the connecting means consist of one or more press studs, which are arranged in rows 30a-30b on corresponding cooperating positions. positions on both arm parts 20-20' and the apron 10 are provided.

Echter, het gebruik van tweezijdige kleefstroken 30a-30b zoals getoond in Figuur 2 verdient de voorkeur, zowel omdat hierdoor het fabricageproces efficiënter wordt en tevens de verstelbaarheid qua pasvorm aan de postuur van de gebruiker/drager van het kledingstuk vereenvoudigt.However, the use of double sided adhesive strips 30a-30b as shown in Figure 2 is preferred, both because it makes the manufacturing process more efficient and also simplifies adjustability in fit to the posture of the user/wearer of the garment.

Het zal duidelijk zijn dat het in losse onderdelen aanbieden van de voorschoot 10 en de armdelen 20-20’ en het met behulp van de kleefstroken 30a-30b vormen tot een kledingstuk 1 (zoals getoond in Figuur 3) het mogelijk voor de gebruiker om zelf de beste, en comfortabelste pasvorm van het kledingstuk tijdens dragen en werken te realiseren.It will be clear that presenting the apron 10 and the arm parts 20-20' in separate parts and forming them into a garment 1 with the aid of the adhesive strips 30a-30b (as shown in Figure 3) makes it possible for the user to achieve the best and most comfortable fit of the garment while wearing and working.

Het toepassen van de verbindingsmiddelen 30a en 30b op twee op enige afstand van elkaar gelegen posities op de schouderflap 23 realiseert een verbeterde verbinding tussen het twee eerste armdeel 20 en het tweede armdeel 20’ enerzijds en de naar het lichaam van de gebruiker gericht zijde van de voorschoot 10 en een armdeel 20- 20 anderzijds. Dit vergroot de stabiliteit van het aldus gevormde kledingstuk 1 en verbeterd het draagcomfort voor de gebruiker.Applying the connecting means 30a and 30b at two spaced apart positions on the shoulder flap 23 realizes an improved connection between the two first arm part 20 and the second arm part 20' on the one hand and the side of the user facing the body of the user. apron 10 and an arm part 20-20 on the other. This increases the stability of the garment 1 thus formed and improves the wearing comfort for the user.

Bij voorkeur zijn het eerste (linker) armdeel 20 en het tweede (rechter) armdeel 20 identiek aan elkaar. Dit vereenvoudigt niet alleen het fabricageproces, maar voorkomt ook verwarring bij het aantrekken ervan door een gebruiker.Preferably, the first (left) arm portion 20 and the second (right) arm portion 20 are identical to each other. This not only simplifies the manufacturing process, but also avoids confusion when putting it on by a user.

Het kunststof foliemateriaal is een materiaal dat is gekozen uit de groep de groep van LDPE, HDPE, PE, etc. Echter, elk ander, flexibel, dun en eenvoudig te verwerken kunststoffoliemateriaal kan worden gebruikt met in achtneming van de hygiëne- en medische veiligheidsvoorschriften.The plastic film material is a material selected from the group consisting of LDPE, HDPE, PE, etc. However, any other flexible, thin and easy-to-process plastic film material can be used with due observance of hygiene and medical safety regulations.

Voor het vervaardigen van de voorschoot 10 wordt verwezen naar Figuur 4, waar met behulp van vijf deelfiguren 4A-4E het productieproces wordt toegelicht.For the manufacture of the apron 10, reference is made to Figure 4, where the production process is explained with the aid of five sub-figures 4A-4E.

In een eerste werkwijze stap wordt van een oneindige strook foliemateriaal 50 van een toevoerrol (niet getoond) afgewikkeld. De oneindige strook foliemateriaal 50 is in zijn langsrichting dubbelgevouwen, zodat de strook foliemateriaal 50 een langsgerichte vouw 10’ en twee langszijden 10a en 10b bezit. De halve breedte (dwarsrichting) van de dubbelgevouwen strook foliemateriaal 50 is ong. 40-50 cm, bij voorkeur 40 cm. De dubbelgevouwen oneindige strook foliemateriaal 50 wordt tijdens het afwikkelen telkens in zijn dwarsrichting afgesneden in afzonderlijk stroken 100 met een langsafmeting tussen de twee kopse zijnde 50c en 50d van ongeveer 110 tot 130 cm, bij voorkeur 125 cm.In a first method step, an infinite strip of film material 50 is unwound from a feed roll (not shown). The endless strip of film material 50 is folded in half in its longitudinal direction, so that the strip of film material 50 has a longitudinal fold 10' and two longitudinal sides 10a and 10b. The half width (transverse direction) of the double folded strip of film material 50 is about 40-50 cm, preferably 40 cm. During unwinding, the double folded endless strip of film material 50 is cut in its transverse direction each time in its transverse direction into individual strips 100 with a longitudinal dimension between the two ends, being 50c and 50d of approximately 110 to 130 cm, preferably 125 cm.

Elke strook 100 vormt het uitgangsmateriaal voor een voorschoot 10.Each strip 100 forms the starting material for an apron 10.

In een vervolgstap van de werkwijze (Figuur 4C) wordt een stanselement 60 gebruikt voorzien van een stansmes 60. In een stansbeweging stanst het stanselement 60 door de dubbelgevouwen uitgangsstrook 100 en snijdt met de stansmessen 61 de opening 11 voor het hoofd, de contour van de schouderpartij 12a- 12b, en de contour van de strikbanden 13a-13b in de dubbelgevouwen uitgangsstrookIn a subsequent step of the method (Figure 4C), a punching element 60 is used provided with a punching blade 60. In a punching movement, the punching element 60 punches through the double-folded output strip 100 and with the punching blades 61 cuts the opening 11 for the head, the contour of the shoulder part 12a-12b, and the contour of the tie straps 13a-13b in the double folded starting strip

100.100.

De strikbanden 13a-13b worden zo in de rechthoekige dubbelgevouwen strook foliemateriaal 100 gevormd, waarbij tevens een snijlijn 14 in het foliemateriaal wordt gestanst en zodoende de schouderpartijen 12a-12b en de strikbanden 13a-13b uit het foliemateriaal vormt. Zoals getoond in Figuur 1 en 3 en 4D liggen de schouderpartijen 12a resp. 12b en de strikbanden 13a resp. 13b tegen elkaar aan, gescheiden door de snijlijn 14. De aanliggende snijlijn 14 eindigt in een rondgaande uitsparing 15 in de voorschoot 10 ter plaatste van het begindeel 13a’-13b’ van de strikband 13a-13b.The tie ties 13a-13b are thus formed in the rectangular double folded strip of film material 100, wherein a cutting line 14 is also punched into the film material and thus forms the shoulder parts 12a-12b and the tie ties 13a-13b from the film material. As shown in Figures 1 and 3 and 4D, the shoulder sides 12a, respectively. 12b and the tie straps 13a resp. 13b abutting each other, separated by the cutting line 14. The abutting cutting line 14 terminates in a circumferential recess 15 in the apron 10 at the location of the initial part 13a'-13b' of the tie band 13a-13b.

Figuur 4E toont de voorschoot 10 uitgevouwen en gelijk aan de Figuur 3.Figure 4E shows the apron 10 unfolded and similar to Figure 3.

LIJST MET REFERENTIE-CIJFERS 1 kledingstuk 10 voorschoot middellijn van voorschoot 10a eerste langszijde 10b tweede langszijde 11 hoofdopening 12a eerste schouderpartij (links) 10 12b tweede schouderpartij (rechts) 13a eerste strikband (links) 13b tweede strikband (rechts) 13a-13b’ begindeel van de strikband 13a”-13b” einddeel van de strikband 14 snijlijn 15 opening eerste armdeel 20° tweede armdeel 20a eerste langszijde van armdeel 20 20b tweede langszijde van armdeel 20c eerste kopse zijde van armdeel 20d tweede kopse zijde van armdeel 21a eerste, schouderopening 21b tweede, mouwopening 22 armhoes 22a anti-inscheur snede 23 schouderflap (borstkasflap) 24 mouwopening elastiek 50 oneindige strook foliemateriaal 50c-50d kopse zijden van strook uitgangsmateriaal 100 60 stanselement 61 stansmescontour 100 strook uitgangsmateriaal voor voorschoot 10LIST OF REFERENCE NUMBERS 1 garment 10 apron centerline of apron 10a first longitudinal side 10b second longitudinal side 11 main opening 12a first shoulder part (left) 10 12b second shoulder part (right) 13a first tie (left) 13b second tie (right) 13a-13b' start part of the tie 13a”-13b” end part of the tie 14 cutting line 15 opening first arm part 20° second arm part 20a first longitudinal side of arm part 20 20b second longitudinal side of arm part 20c first end face of arm part 20d second end face of arm part 21a first shoulder opening 21b second, sleeve opening 22 arm cover 22a anti-tear cut 23 shoulder flap (chest flap) 24 sleeve opening elastic 50 infinite strip of foil material 50c-50d end faces of strip of raw material 100 60 punch element 61 punching knife contour 100 strip of raw material for apron 10

Claims

CONCLUSIONS

1. A garment for use in a medical-clinical environment, which garment is manufactured from a plastic film material and comprises at least: ° an apron; ° a first arm part; and . a second arm part, wherein the apron, the first arm part and the second arm part are manufactured as separate parts and can be formed into the garment by means of connecting means, wherein each first and second arm part is formed as a foil cover, which foil cover is provided with an open shoulder end and an open sleeve end, wherein the foil cover is provided with a shoulder flap at the open shoulder end.

The garment of claim 1, wherein the open sleeve end of each arm portion is provided with a circumferential elastic.

The garment according to claim 1 or 2, wherein the connecting means are arranged on each shoulder flap.

The garment according to any one of the preceding claims, wherein the connecting means are arranged on one side of the apron.

The garment according to any one of claims 1-4, wherein the connecting means consists of one or more double-sided adhesive strips.

The garment according to any one of claims 1-4, wherein the connecting means consists of one or more Velcro strips.

The garment according to any one of claims 1-4, wherein the connecting means consists of one or more press studs.

The garment of any preceding claim, wherein the first arm portion and the second arm portion are identical to each other.

The garment according to one or more of the preceding claims, wherein the apron is substantially rectangular in shape and is provided with an opening for a user's head and two tie straps extending on either side of the opening.

The garment according to claim 9, wherein the apron on each side of the opening comprises a shoulder portion, the shoulder portion abutting the corresponding tie belt.

The garment of claim 10, wherein the abutting cut line between the shoulder portion and the tie belt terminates in a circumferential recess in the apron.

The garment according to any one of the preceding claims, wherein the plastic film material is one selected from the group of LDPE, HDPE, PE, etc.