NL2025345B1

NL2025345B1 - Transportsamenstel voor het oriënteren en groeperen van vlakke baksels ten behoeve van het verpakken van stapels of rollen vlakke baksels door een verpakkingsmachine.

Info

Publication number: NL2025345B1
Application number: NL2025345A
Authority: NL
Inventors: Houdijk Bart; Johannes De Vette Bart
Original assignee: B V Machf Houdijk
Priority date: 2020-04-14
Filing date: 2020-04-14
Publication date: 2021-10-26
Also published as: EP4136029A1; WO2021210977A1; EP4136029B1

Abstract

De onderhavige uitvinding voorziet in een transportsamenstel voor het oriënteren en groeperen van vlakke baksels ten behoeve van het verpakken van stapels of rollen vlakke baksels door een verpakkingsmachine, het transportsamenstel ten minste omvattende een eerste transportinrichting, een eerste overbrenginrichting, een formeerplaat en een tweede transportinrichting, waarbij de eerste transportinrichting ingericht is voor het ontvangen van de veelheid vlakke baksels vanaf een aanvoer in een aanvoerpatroon, waarbij de vlakke baksels in het aanvoerpatroon een vlakke oriëntatie bezitten ten opzichte van het transportvlak van de eerste transportinrichting, en waarbij de eerste transportinrichting ingericht is voor het van de veelheid vlakke baksels vormen van deelstapels van vlakke baksels; de eerste overbrenginrichting ingericht is voor het gelijktijdig overbrengen van een groep deelstapels in de formeerplaat; de formeerplaat een aan de groepen deelstapels overeenkomstige hoeveelheid parallelle groeven omvat en ingericht is voor het door verplaatsing door de groeven van de groepen deelstapels vormen van een of meer stapels of rollen vlakke baksels; de tweede transportinrichting ingericht is voor het van de formeerplaat ontvangen van de stapels of rollen vlakke baksels en het naar de verpakkingsmachine transporteren van de stapels of rollen vlakke baksels, en waarbij de tweede transportinrichting verder ingericht is voor het aanpassen van de onderlinge afstand en snelheid stapels of rollen vlakke baksels, waarbij de onderlinge afstand en snelheid bepaald worden door de verpakkingsmachine.

Description

Korte aanduiding: Transportsamenstel voor het oriënteren en groeperen van vlakke baksels ten behoeve van het verpakken van stapels of rollen vlakke baksels door een verpakkingsmachine. Beschrijving De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een transportsamenstel voor het oriënteren en groeperen van vlakke baksels ten behoeve van het verpakken van stapels of rollen vlakke baksels door een verpakkingsmachine.

Een transportsamenstel voor het oriënteren en groeperen van vlakke baksels is bekend uit de stand van de techniek. Een dergelijke inrichting wordt met name gebruikt voor een drietal zaken. Ten eerste worden individuele vlakke baksels in een juiste oriëntatie gebracht. Dat wil zeggen, dat ze bijvoorbeeld hoofdzakelijk horizontaal of vlak uit de bakoven kunnen komen en in hoofdzakelijk verticale, rechtopstaande oriëntatie moeten worden gebracht alvorens ze kunnen worden verpakt. Ten tweede dienen de vlakke baksels een juiste onderlinge afstand te hebben, zodat de verpakkingsmachine de baksels op je correcte wijze verpakt. Ten derde dienen de vlakke baksels gegroepeerd te worden, dat wil zeggen dat dergelijke vlakke baksels over het algemeen groepsgewijs worden verpakt. Bijvoorbeeld met 2, 4,8, 12, of meer producten per verpakking.

De vlakke baksels zoals deze uit de bakovens aangevoerd worden, voldoen meestal aan geen van de voorgaande eisen van oriëntatie, positie en groepering. Daartoe bestaan inrichtingen zoals industriële robots zoals SCARA robots, delta robots, cartesian coordinate robots, articulated robots, etc. Afhankelijk van het gebruikte type robot kan hiermee ieder individueel product of vlak baksel opgepakt worden, verplaatst worden, van oriëntatie worden veranderd en gegroepeerd. Dergelijke robots zijn relatief duur en kennen een limiet in snelheid en flexibiliteit. Immers, zodra de productielijn omgesteld moet worden, bijvoorbeeld omdat er rollen vlakke baksels in plaats van stapels gevormd moeten worden, dan dienen deze robots veelal op complexe wijze te worden aangepast. Bovendien hebben dergelijke robots een voetafdruk die het gebruik van vloeroppervlak van de gehele oriëntatieinrichting laat toenemen. Ook kunnen dergelijke robots elkaar hinderen in hun beweging, waardoor de voetafdruk nog verder toeneemt. Het omstellen van de productielijn volgens dergelijke bekende implementaties niet eenvoudig. Wanneer het type vlakke baksel, de onderlinge afstand, de aanvoersnelheid, de oriëntatie, de groep samenstelling, en de groep oriëntatie verandert, dan is het niet eenvoudig om de lijn hier snel op aan te passen.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een verbeterde oriëntatieinrichting te verschaffen, welke ten minste enkele van bovengenoemde nadelen van de stand van de techniek niet kent.

Het is een verder doel van de onderhavige uitvinding om een verbeterede oriëntatieinrichting te verschaffen waarbij op eenvoudige, snelle en robuuste wijze vlakke baksels georiënteerd, gepositioneerd en gegroepeerd kunnen worden tot verschillende typen verpakkingen van rollen of stapels vlakke baksels, waarbij het omstellen van de productlijn tussen verschillende typen verpakkingen vereenvoudigd is.

Het doel wordt bereikt met een transportsamenstel voor het oriënteren en groeperen van vlakke baksels ten behoeve van het verpakken van stapels of rollen vlakke baksels door een verpakkingsmachine, het transportsamenstel ten minste omvattende een eerste transportinrichting, een eerste overbrenginrichting, een formeerplaat en een tweede transportinrichting, waarbij - de eerste transportinrichting ingericht is voor het ontvangen van de veelheid vlakke baksels vanaf een aanvoer in een aanvoerpatroon, waarbij de vlakke baksels in het aanvoerpatroon een vlakke oriëntatie bezitten ten opzichte van het transportvlak van de eerste transportinrichting, en waarbij de eerste transportinrichting ingericht is voor het van de veelheid vlakke baksels vormen van deelstapels van vlakke baksels; - de eerste overbrenginrichting ingericht is voor het gelijktijdig overbrengen van een groep deelstapels in de formeerplaat; - de formeerplaat een aan de groepen deelstapels overeenkomstige hoeveelheid parallelle groeven omvat en ingericht is voor het door verplaatsing door de groeven van de groepen deelstapels vormen van een of meer stapels of rollen vlakke baksels; - de tweede transportinrichting ingericht is voor het van de formeerplaat ontvangen van de stapels of rollen vlakke baksels en het naar de verpakkingsmachine transporteren van de stapels of rollen vlakke baksels, en waarbij de tweede transportinrichting verder ingericht is voor het aanpassen van de onderlinge afstand en snelheid stapels of rollen vlakke baksels, waarbij de onderlinge afstand en snelheid bepaald worden door de verpakkingsmachine.

Het transportsamenstel volgens het eerste aspect omvat diverse componenten of onderdelen en bestaat ten minste uit een eerste en tweede transportinrichting als ook uit een overbrenginrichting en een formeerplaat. De eerste transportinrichting staat aan de ontvangende of aankomende zijde van het samenstel en ontvangt de vlakke baksels die afkomstig zijn vanaf de bakovens. De eerste transportinrichting is daarom gepositioneerd tegen, naast of nabij de hoofdaanvoerband die de vlakke baksels naar het samenstel aanvoert.

De tweede transportinrichting staat aan de afgevende of uitgaande zijde van het samenstel en brengt de baksels over in een verpakkingsmachine. Deze verpakkingsmachine is bij voorkeur van het type flowwrapper, maar ook andere types verpakkingsmachines zijn toepasbaar. Deze verpakkingsmachine maakt bij voorkeur geen onderdeel uit van het samenstel maar kan daarbij in een alternatieve uitvoering wel deels mee geïntegreerd zijn. Dat wil zeggen, dat de tweede transportinrichting de aanvoerband vormt van de verpakker of verpakkingsmachine. Op deze manier is het niet nodig om de vlakke baksels over te dragen naar de invoerketting van de verpakkingsmachine. De verpakkingsmachine of flowwrapper verpakt de vlakke baksels in groepen van meerdere vlakke producten die als stapels of rollen georiënteerd zijn.

Binnen de context van dit document wordt met een “vlakke baksel” een product bedoeld dat in hoofdzaak een bakkerijproduct betreft zoals een koekje, kaakje, cracker of biscuit. Dergelijke baksels kunnen rond, vierkant, ovaal, rechthoekig of andere vormen hebben maar zijn bij voorkeur in hoofdzaak aan twee overstaande zijde voorzien van vlakke hoofdvlakken.

De eerste transportinrichting ontvangt de vlakke baksels zoals gezegd in een aanvoerpatroon. Dat patroon kan willekeurig zijn, of gesorteerd, geordend en uitgelijnd in een of twee (orthogonale) richtingen. De vlakke baksels worden in ieder geval in welk aanvoerpatroon dan ook, altijd aangevoerd in een vlakke oriëntatie, wat wil zeggen, dat ze plat op de transportband liggen en dus met het vlakke hoofdvlak op deze transportband rusten.

De eerste transportinrichting is ingericht om van de vlakke baksels deelstapels te maken die bestaan uit een, twee, drie, vier, vijf of meer (doch bij voorkeur 2 of 3) vlakke baksels die vlak op elkaar gestapeld zijn. Deze vlakke baksels worden door de transportinrichting naar de overbrenginrichting getransporteerd waar ze in formeerplaat geplaatst worden om aldaar de uiteindelijke productgroepen te vormen.

De overbrenginrichting brengt de deelstapels van vlakke baksels over van de eerste transportinrichting door de formeerplaat naar de tweede transportinrichting voor verder transport naar de verpakkingsmachine.

Deze overbrenginrichting kan enkel of dubbel zijn uitgevoerd, wat wil zeggen dat er in één overbrenginrichting kan worden voorzien die ofwel enkel gelijktijdig een veelheid deelstapels de formeerplaat inbrengt. De formeerplaat kan in deze uitvoering onder een helling zijn aangebracht waardoor de deelstapels onder invloed van de zwaartekracht door de formeerplaat schuiven en in de tweede transportinrichting terecht komen. Als alternatief kunnen de deelstapels ook door de zwaartekracht in de formeerplaat vallen, dan wel door de eerste transportinrichting hierin overgebracht worden, waarna een enkele overbrenginrichting zorgt dat de deelstapels door de formeerplaat geduwd of getransporteerd worden. In dit geval, is het onder een helling brengen van de formeerplaat niet nodig. Zoals gesteld, kan de overbrenginrichting ook dubbel zijn uitgevoerd, waarbij een eerste overbrenginrichting de deelstapels actief in de formeerplaat plaatst, en de tweede overbrenginrichting deze er weer uit haalt en in de tweede transportinrichting plaatst. In dit geval, kan de formeerplaat onder een helling zijn aangebracht zodat de deelstapels onder invloed van de zwaartekracht richting uitgang van de formeerplaat gaan, of doordat de eerste of tweede overbrenginrichting deze actief door de formeerplaat verplaatst.

In de formeerplaat zijn meerdere groeven aanwezig. Deze groeven lopen van een eerste zijde die gericht is naar de eerste transportinrichting, naar een tweede zijde die gericht is naar de tweede transportinrichting. De groeven staan parallel aan elkaar en zijn in aantal gelijk, aan het aantal parallel voor de eerste zijde opgestelde deelstapels. Zodra de deelstapels de groeven doorlopen hebben zullen de oriëntatie en onderlinge positie overeenkomen of althans grotendeels overeenkomen met de gewenste oriëntatie en onderlinge positie zoals deze verpakt worden door de verpakkingsmachine. Dat wil zeggen dat de oriëntatie aangepast kan zijn doordat de vlakke baksels niet meer een vlakke of liggende oriëntatie aanhouden maar van deze horizontale naar een verticale of rechtopstaande oriëntatie zijn gebracht. Op deze wijze worden rollen gevormd van een groep bestaande uit meerdere vlakke baksels die in hoofdvlak aan elkaar grenzen. De oriëntatie kan echter ook gelijk blijven, waarbij de vlakke baksels dus hun horizontale oriëntatie behouden. In dit geval wordt enkel de onderlinge positie aangepast.

De individuele rollen of stapels vlakke baksels zijn nu in een juiste oriëntatie en onderlinge positie, maar het staat nog niet vast, dat de afstand tussen de 5 rollen of stapels afgestemd is op de gewenste afstand zoals deze door de verpakkingsmachine vereist worden. Bovendien zal de verpakkingsmachine met een bepaalde vaste snelheid operationeel zijn, wat wil zeggen, dat niet alleen de afstand tussen de rollen of stapels, maar ook de snelheid waarmee deze worden aangevoerd, afgestemd moet zijn op de verpakkingsmachine. Daartoe zal de transportinrichting ingericht zijn, om deze onderlinge afstand aan te passen en individueel aan te sturen in afstand en snelheid. Daartoe is de tweede transportinrichting bij voorkeur uitgevoerd als een lineair motor aangedreven transportinrichting welke voorzien is van een veelheid individueel aangedreven transportvingers of meenemers, waarbij met één vinger of tussen een tweetal vingers een rol of stapel vlakke baksels individueel in snelheid en onderlinge afstand naar de verpakkingsmachine kan worden getransporteerd.

Door een dergelijk samenstel wordt enerzijds een robuust systeem verschaft waarbij met hoge snelheid en een grote opbrengst veel vlakke baksels naar de verpakkingsmachine kunnen worden getransporteerd, waarbij bovendien een hoge snelheid van verpakken mogelijk is en waarbij het samenstel de aanvoer van rollen of stapels daarop af kan stellen. Bovendien is omstellen tussen rollen of stapels of andere groepen vlakke baksels of verpakkingswijzen zeer eenvoudig door het vervangen van de formeerplaat. Zelfs indien er een nieuwe configuratie gewenst is, bijvoorbeeld omdat er meer vlakke baksels in één rol moeten worden verpakt, kan dit op eenvoudige wijze worden opgelost door enkel structurele aanpassing van de formeerplaat. Dergelijke omstelling van de lijn is daarom eenvoudig, snel, betrouwbaar en goedkoop, zonder dat dit ten koste gaat van snelheid van de lijn.

Uitvoeringsvormen of voorbeelden volgens de onderhavige uitvinding worden navolgend omschrijven.

In een voorbeeld omvat het transportsamenstel verder een tweede overbrenginrichting die ingericht is voor het gelijktijdig overbrengen van een groep deelstapels van de formeerplaat in de tweede transportinrichting.

Het samenstel kan uit een of uit twee overbrenginrichtingen bestaan, waarbij de overbrenginrichtingen in het bijzonder robots betreffen waaronder industriële robots zoals SCARA robots, delta robots, cartesian coordinate robots, articulated robots, gentry robots, etc. Er is ten minste sprake van een overbrenginrichtingen of robot voor het transport van, naar of door de formeerplaat. Docht in een voorkeursuitvoering zijn er twee robots, een voor het in de formeerplaat overbrengen van de deelstapels en een voor het uit de formeerplaat halen van de stapels of rollen vlakke baksels zoals deze verpakt zullen worden door de verpakker.

In een voorbeeld omvat de formeerplaat meerdere over de lengte van de formeerplaat gevormde rechte parallelle groeven. De formeerplaat omvat meerdere groeven of opstaande randen om de deelstapels van elkaar af te zonderen. Deze groeven lopen deels of bij voorkeur over de gehele lengte van de formeerplaat van de ingangszijde naar de uitgangszijde. Deze groeven lopen bij voorkeur deels of over de gehele lengte parallel. Bij een alternatieve uitvoering lopen de groeven ongeveer de eerste 100mm parallel waarna ze eindigen zodat de deelstapels elkaar kunnen raken en samengevoegd kunnen worden.

In een voorbeeld omvat de formeerplaat meerdere over de lengte van de formeerplaat convergerende parallelle groeven.

De groeven kunnen naar elkaar toe lopen waarmee niet alleen een rol gevormd kan worden maar waarmee bovendien de onderlinge zijdelingse afstand van de deelstapels verminderd wordt en meer in overeenstemming wordt gebracht met de gewenste positie benodigd voor verpakking.

In een voorbeeld omvat de formeerplaat meerdere parallelle groeven die zodanig gevormd zijn, dat de deelstapels geleidelijk nabij een eerste zijde van de eerste transportinrichting van een horizontale oriëntatie, naar een nabij een tweede zijde van de tweede transportinrichting verticale oriëntatie gebracht worden.

De formeerplaat is bij voorkeur voorzien van zodanig gevormde groeven of opstaande randen, dat de deelstapels over geleidelijk gedurende transport door de formeerplaat van een horizontale naar een verticale orientatie gaan. Dit kan geleidelijk en dus lineair verlopen over de gehele lengte, maar kan ook niet-lineair, waarbij bijvoorbeeld de mate van helling van de groef ten behoeve van het veranderen van de oriëntatie van de vlakke baksels, exponentieel toeneemt.

In een voorbeeld omvat de formeerplaat meerdere groeven die een diepte hebben die overeenkomt met een deel van de hoogte van de vlakke baksels, en in het bijzonder tussen de 10% en 90%, meer in het bijzonder tussen de 20% en

80%, tussen de 30% en 70% en meest bijzonder tussen de 40% en 60% van de hoogte van de vlakke baksels in horizontale of verticale oriëntatie.

Doordat de groeven een diepte hebben die bij voorkeur slechts een deel van de hoogte betreft van de door de groeven getransporteerde vlakke baksels, kan er gebruik worden gemaakt van een transportelement zoals een duwstang die de vlakke baksels deels of over de gehele lengte van de formeerplaat voortduwt.

In een voorbeeld is de tweede transportinrichting voorzien van een oneindige transportband die voorzien is van meerdere meenemers welke individueel aanstuurbaar zijn in snelheid en onderlinge afstand.

In een voorbeeld is de eerste en/of tweede transportinrichting voorzien van een oneindige transportband die voorzien is van meerdere meenemers welke individueel aanstuurbaar zijn in snelheid en onderlinge afstand en waarbij de tweede transportinrichting ingericht is om met één meenemer een rol of stapel vlakke baksels naar de verpakkingsmachine te transporteren.

De eerste, de tweede of beide transportinrichtingen zijn voorzien van transportsystemen die meerdere transporteurs of meenemers omvatten. Deze meenemers worden gevormd door een eerste zijde van een lineair motor systeem dat mogelijk maakt, dat iedere meenemer door het systeem individueel aangestuurd kan worden. Daarmee kan de snelheid en derhalve onderlinge afstand van iedere meenemer afzonderlijk geregeld worden. Dit stelt het systeem in staat, om de snelheid en/of onderlinge afstand van te transporteren stapels of rollen vlakke producten af te stemmen op de volgende inrichting uit het samenstel.

In een voorbeeld is de eerste en of tweede transportinrichting voorzien van een oneindige transportband die voorzien is van meerdere meenemers welke individueel aanstuurbaar zijn in snelheid en onderlinge afstand en waarbij de tweede transportinrichting ingericht is om tussen twee meenemers een rol of stapel vlakke baksels naar de verpakkingsmachine te transporteren, en waarbij de twee meenemers, na ontvangst van de rol of stapel ingericht zijn om naar elkaar toe te bewegen om de onderlinge afstand tussen de vlakke baksels van de rol of stapel te verkleinen.

Door naar elkaar toe te bewegen, wordt de onderlinge afstand tussen de vlakke baksels verminderd. Daarmee wordt de kans op schade aan de baksels door transport ook verminderd, en wordt het mogelijk om met hogere snelheid te transporteren.

In een voorbeeld omvat het transportsamenstel meerdere formeerplaten die dwars op de transportrichting van de vlakke baksels van de eerste transportinrichting naast elkaar opgesteld zijn opgesteld.

Er kan sprake zijn van een formeerplaat, maar ook van meerdere naast elkaar geplaatste formeerplaten. Hierdoor wordt het mogelijk om hogere doorvoeren te realiseren of om op andere wijze te verpakken, bijvoorbeeld meerdere trays in een verpakking, waarbij er per tray een formeerplaat gebruikt wordt.

In een voorbeeld is de tweede transportinrichting ingericht voor het tussen een of twee meenemers opnemen en transporteren van trays voor het in de trays vanuit de formeerplaat ontvangen van de rollen of stapels vlakke baksels.

In een voorbeeld is de eerste transportinrichting ingericht voor het ontvangen van de veelheid vlakke baksels vanaf een aanvoer in een eerste aanvoerpatroon, waarbij de vlakke baksels in het eerste aanvoerpatroon in twee orthogonale richtingen geordend zijn, en een vlakke oriëntatie bezitten ten opzichte van het transportvlak van de eerste transportinrichting, en waarbij de eerste transportinrichting verder ingericht is voor positionering boven een hoofdaanvoerband van de vlakke baksels, en waarbij het transportsamenstel bij voorkeur een rij gantry robots omvat voor het van de hoofdaanvoerband oppakken en op de eerste transportinrichting plaatsen van een rij vlakke baksels.

In een voorbeeld is de eerste transportinrichting ingericht voor het ontvangen van de veelheid vlakke baksels vanaf een aanvoer in een tweede aanvoerpatroon, waarbij de vlakke baksels in het tweede aanvoerpatroon in twee richtingen willekeurig geordend zijn, en een vlakke oriëntatie bezitten ten opzichte van het transportvlak van de eerste transportinrichting, en waarbij de eerste transportinrichting ingericht is voor positionering voor de formeerplaat, zodanig dat de formeerplaat zich bevindt in het verlengde van de transportrichting van de eerste transportinrichting, en waarbij het transportsamenstel bij voorkeur een rij delta robots omvat voor het van de hoofdaanvoerband oppakken en op de eerste transportinrichting plaatsen van deelstapels vlakke baksels.

In een voorbeeld is een eerste en/of een tweede overbrenginrichting voorzien van een of meer van een duwstang, vacuumgripper en klemgripper.

In een voorbeeld is de tweede transportinrichting met de verpakkingsmachine geïntegreerd op een zodanige wijze, dat de transportinrichting de invoerketting van de verpakkingsmachine vormt.

Door de tweede transportinrichting te integreren met de verpakkingsmachine, bijvoorbeeld een flowwrapper of flowpacker, wordt de invoerketting van de verpakkingsmachine overbodig. Dat is gunstig voor het benodigde voeroppervlak, maar ook is daardoor een extra overdracht en daarmee synchronisatie tussen de tweede transportinrichting en de verpakkingsmachine overbodig.

Figuurbeschrijving Navolgend zal de onderhavige uitvinding worden omschreven aan de hand van de figuren.

Fig. 1 toont in perspectief een transportsamenstel volgens een eerste aspect van de onderhavige beschrijving; Fig. 2 toont in perspectief een detail van het transportsamenstel met de daarbij behorende onderdelen; Fig. 3 toont een bovenaanzicht van het transportsamenstel waarbij de vlakke producten in een eerste aanvoerpatroon worden aangevoerd; Fig. 4 toont in perspectief het transportsamenstel waarbij de vlakke producten in een tweede aanvoerpatroon worden aangevoerd; Fig. 5 toont in detail van een uitvoering van een formeerplaat die ingericht is voor het vormen van stapels vlakke producten; Fig. 6 toont in detail van een uitvoering van een formeerplaat die ingericht is voor het vormen van rollen vlakke producten; Fig. 7 toont in detail van een uitvoering van een formeerplaat die ingericht is voor het vormen van rollen vlakke producten die in trays worden overgebracht; Fig. 8 toont in detail van een uitvoering van een formeerplaat die ingericht is voor het vormen van rollen vlakke producten die in meercellige trays worden overgebracht.

In Fig. 1 wordt een transportsamenstel 100 getoond voor het oriënteren en groeperen en vlakke baksels 101. De vlakke baksels 101 worden aan het eind 102 van het transportsamenstel 100 verpakt door een verpakkingsmachine

103. De verpakkingsmachine betreft een folieverpakkingsmachine zoals een flowwrapper. Met de verpakkingsmachine 103 worden rollen of stapels vlakke producten verpakt. Deze vlakke baksels zijn in hoofdzaak bakkerijproducten die uit een of meer bakovens komen stroomopwaarts in de lijn. De baksels zijn in het bijzonder koekjes, kaakjes, crackers, of dergelijke en kunnen diverse vormen hebben zoals rond, vierkant, rechthoekig, ovaal, etc. In inhoudsvorm gedefinieerd hebben de vlakke baksels twee overliggende hoofdvlakken die geheel of ten minste deels vlak zijn. Liggend op deze hoofdvlakken worden de baksels aangevoerd richting het samenstel 100 in een bepaalde aanvoerordening of een aanvoerpatroon. Dit patroon kan uit meerdere rijen bestaan, uit meerdere kolommen en de rijen. Daarbij kunnen de vlakke baksels uitgelijnd zijn in rijen, in kolommen of beide en is de onderlinge afstand in rijen en/of in kolommen bij voorkeur hoofdzakelijk gelijk.

Het transportsamenstel 100 zoals getoond in Fig. 1 omvat ten minste een eerste transportinrichting 104, een eerste overbrenginrichting 105, een tweede overbrenginrichting 108, een formeerplaat 107 en een tweede transportinrichting 108.

De eerste transportinrichting 104 is bij voorkeur zoals in het getoond voorbeeld een lineair elektromotor aangedreven transportsysteem. Dit mechatronisch systeem bestaat uit een rail die rondloopt en volledig modulair is waarbij meerdere meenemers of movers over de rail bewegen en afzonderlijk aangestuurd worden in snelheid, positie en daarmee onderlinge afstand. De eerste transportinrichting kan ook uitgevoerd zijn als een vlakke transportband waarbij de onderlinge afstand van de aangevoerde producten niet door de transportband zelf kan worden aangepast. Daartoe kunnen additionele inrichtingen worden voorzien zoals een of meer robots, of een duwstang die een rij producten in de transportrichting in relatieve zin afremt of doet laten versnellen.

De tweede transportinrichting 108 is zoals in het getoonde voorbeeld van Fig. 1 ook een lineair elektromotor aangedreven transportsysteem. Dit heeft als voordeel, dat hiermee de te verpakken producten, hier zijn de vlakke baksels immers al als rollen of stapels zodanig gevormd dat ze gereed zijn voor verpakking, gesynchroniseerd kunnen worden op de verpakkingsmachine 103. De verpakkingsmachine is bepalend voor de snelheid en de steek (onderlinge afstand tussen de te verpakken producten} waarmee de producten aangevoerd moeten worden. Daarmee wordt bij voorkeur de inrichting die stroomopwaarts in de lijn van de verpakkingsmachine opgesteld staat, ingericht om de producten aan te voeren op een op de verpakkingsmachine gesynchroniseerde wijze in steek en snelheid.

In Fig. 1 worden de vlakke baksels naar de eerste transportinrichting 104 aangevoerd in eerste aanvoerpatroon in een aanvoerrichting A. Het transportsamenstel 100 neemt de vlakke baksels haaks over in dit geval in drie 100A, 100B, 100C parallel opgestelde transportsamenstellen. Het in Fig. 1 getoonde aanvoerpatroon bestaat uit vlakke baksels die in twee orthogonale richten uitgelijnd zijn. Dat wil zeggen dat de vlakke baksels rijen en kolommen vormen. Door het eerste transportsamenstel 100A wordt een eerste rij producten overgenomen door de eerste aanvoerinrichting 104. Het de eerste aanvoerinrichting 104 van het tweede transportsamenstel 100B neemt vervolgens een volgende rij vlakke baksels uit het aanvoerpatroon van de aanvoerband en de eerste aanvoerinrichting 104 van het derde transportsamenstel 100C neemt tot slot de laatste rijen vlakke baksels over. Door breedte van de aanvoerband te verhogen en het aantal parallel opgestelde transportsamenstellen mee te verhogen kan de capaciteit van de lijn worden verhoogd, zonder dat de transportsnelheden aangepast hoeven te worden.

Zodra de vlakke baksels in de eerste aanvoerinrichting zijn overgenomen bestaan ze uit deelstapels. Deze deelstapels bestaan uit 2, 3, 4, 5 of meer op elkaar gestapelde individuele vlakke baksels. In het geval van het aanvoerpatroon zoals getoond in Fig. 1 zullen deze deelstapels gevormd worden doordat er een robot opgesteld is, of bij voorkeur meerdere robots, die de producten van de aanvoerband afnemen en op elkaar stapelen in vooraf bepaalde deelstapels. Deze worden verder getransporteerd richting een eerste overbrenginrichting 105. Deze is ingericht voor het gelijktijdig overbrengen van een groep deelstapels in de formeerplaat. Zoals in Fig. 1 getoond, zijn er in deze uitvoering twee overbrenginrichtingen 105, 106 waarbij de eerste overbrenginrichting 105 meerdere deelstapels in de formeerplaat plaatst. Daarbij is het aantal deelstapels bij voorkeur gelijk aan het aantal groeven of kanalen in de formeerplaat. De tweede overbrenginrichting 106 neemt dan de uit de deelstapels gevormde rij of stapel uit de formeerplaat en brengt deze over in de tweede transportinrichting 108. Deze transporteert de rollen of stapels naar de verpakkingsmachine 103, zodat ze aldaar overgenomen kunnen worden door de invoerketting van de verpakkingsmachine 103, of de tweede transportinrichting vervangt de invoerketting van de verpakkingsmachine

103.

Zoals in Fig. 1 te zien is, worden de vlakke baksels in een aanvoerrichting A aangevoerd. Deze worden vervolgens overgenomen door dwars op deze aanvoerinrichting A opgestelde eerste aanvoerinrichtingen 104 van de verschillende parallel opgestelde transportsamenstellen 100A, 100B, 100C. Aan het eind of nabij het eind van de eerste aanvoerinrichtingen 104 zijn eerste overbrenginrichtingen 105 dwars opgesteld op de transportrichting van de aanvoerinrichtingen. Deze staan er derhalve naast. In het verlengde daarvan, en dus dwars op de transportrichtingen zijn is de formeerplaat of platen 107 opgesteld. In lijn met en op het eind van de formeerplaat zijn de tweede overbrenginrichtingen 106 opgesteld voor overname van de rollen of stapels vlakke baksels dwars op de transportrichting van de formeerplaat en dus parallel aan de eerste aanvoerinrichtingen 104. De verpakkingsmachine staat in het verlengde opgesteld van de aanvoerinrichtingen 104, waardoor overname of integratie vereenvoudigd wordt. De tweede transportinrichting 108 is dus ingericht voor het van de formeerplaat ontvangen van de stapels of rollen vlakke baksels en het naar de verpakkingsmachine transporteren van de stapels of rollen vlakke baksels. De tweede transportinrichting 108 is verder ingericht om de onderlinge afstand en snelheid stapels of rollen vlakke baksels aan te passen en te synchroniseren op de onderlinge afstand en snelheid zoals deze bepaald wordt door de verpakkingsmachine.

De formeerplaat is ofwel ingericht voor het vormen van rollen of voor het vormen van stapels. Derhalve kan de lijn eenvoudig worden omgesteld door de formeerplaat te vervangen. Ook kan met verschillende formeerplaten eenvoudig gewisseld worden tussen de diverse soorten verpakkingen waarbij een, twee drie of meer rollen, stapels of trays in een verpakking verpakt worden.

In Fig. 2 worden de diverse onderdelen van het systeem verder in detail weergegeven, waarbij benadrukt wordt, dat deze uitvoering van het transportsamenstel 100 ingericht en geconfigureerd is voor aanvoer van producten in een eerste niet willekeurig aanvoerpatroon. Dat patroon en de wijze waarop de producten aangevoerd worden is in Fig. 3 goed zichtbaar. In Fig. 4 wordt een alternatieve uitvoering van het transportsamenstel getoond waarbij er sprake is van een ander aanvoerpatroon waarbij de vlakke baksels geheel willekeurig aangevoerd worden.

In Fig. 2 wordt het transportsamenstel 100 getoond een eerste transportinrichting 104, een tweede transportinrichting 107, een eerste overbrenginrichting 105 en een tweede overbrenginrichting 106. Stroomopwaarts van het transportsamenstel 100 staat de aanvoerlijn of aanvoerband waarbij er een extra derde overbrenginrichting 109 is toegepast die de vlakke baksels overneemt van de aanvoerband 110 en op de een eerste transportinrichting 104 plaatst. Stroomafwaarts van het transportsamenstel 100 staat de verpakkingsmachine opgesteld (niet getoond) aan het eind van de tweede transportinrichting 108. In Fig. 3 is dezelfde uitvoering nogmaals getoond vanuit een bovenaanzicht. Daarbij zijn er twee zijdelings opgestelde formeerplaten 107 en is de verpakkingsmachine 103 ook getoond. De eerste transportinrichting 104 is bij voorkeur boven de aanvoerband 110 geplaats en er wordt met behulp van een of meer gantry robots 109 een hele rij producten van de aanvoerband 110 opgepakt en tussen de meenemers van de eerste transportinrichting 104 geplaatst. Bij ontbrekende producten in de rij, worden de meenemers dusdanig geplaatst dat er geen ontbrekende posities zijn in opvolgende meenemers. Bij zowel het maken van rollen of stapelverpakkingen, worden in de eerste transportinrichting 104 de stapels gemaakt, door meerdere rijen product door de gantry robot in de ketting van de eerste transportinrichting 104 boven op elkaar te plaatsen. Zodra de benodigde stapel is geformeerd, verplaatsen de gevulde meenemers zich zijwaarts en komen er lege meenemerposities weer boven de aanvoerband te staan.

In Fig. 4 wordt een alternatieve uitvoering van het transportsamenstel 200 getoond waarbij de producten 101 in een willekeurig patroon worden aangevoerd. De eerste transportinrichting 204 is in deze uitvoering een vlakke band en deze is gepositioneerd vóór de formeerplaat, en dus in het verlengde daarvan. De band is in het bijzonder tussen de 5 en 25 meter, doch meer bij voorkeur tussen de 10 en 15 meter en wordt door robots (cookiebots) 209 gevuld met een patroon van rijen producten {ook stapeltjes}. Deze komen overeen met het patroon dat nodig is om met behulp van de formeerplaat rollen te maken of stapels door te voeren en is dus bij voorkeur gelijk aan het aantal groeven in de formeerplaat.

In Fig. 5, 6, 7 en 8 worden diverse uitvoeringen van de formeerplaat getoond. De formeerplaat is voorzien van een aantal groeven of kanalen. Het aantal groeven is bij voorkeur 2, 3,4, 5,6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14 of 15. Deze sluiten aan de invoerzijde aan op de meenemers van de eerste transportinrichting 104 en aan de uitvoerzijde aansluitend op de meenemers van tweede transportinrichting 108 (of de daar gepositioneerde tray tussen de meenemers van de tweede transportinrichting 108). De formeerplaat vormt een 3D gemodeleerd vlak, met in lengte richting sporen/groeven of kanalen, met een dusdanige vorm dat producten of gekanteld worden en tot rolletje worden geformeerd, of vlak blijven en als stapeltje naar de tweede transportinrichting 108 worden geschoven. Bij voorkeur worden de formeerplaten geplaatst aansluitend op bijvoorbeeld bij een aanvoer van 30 stapeltjes {van 2 producten hoog) en te formeren rollen van 14 stuks. In een voorbeeld is er echter sprake van 3 formeerplaten met ieder 7 groeven (er blijven dan 2 meenemers over die niet worden geleegd, maar dat gebeurt dan bij de volgende cyclus). Het materiaal van de formeerplaten is ingericht voor transport met lage weerstand en is dus bij voorkeur glad en van kunststof en omvat een afmeting van ongeveer 500x500 mm.

In Fig. 5 worden twee formeerplaten 107A getoond in een uitvoering waarbij er stapels worden gemaakt. Hier bestaan de kanalen of groeven uit de formeerplaat dus uit parallelle doorlopende groeven.

In Fig. 6 worden twee andere formeerplaten 107B getoond waarmee rollen kunnen worden gevormd. De kanalen of groeven zijn derhalve ook anders gevormd en bestaan deels uit parallelle kanalen die convergeren en naar elkaar toe lopen, waarbij de vlakke baksels van een horizontale naar een verticale oriëntatie gebracht worden door de vorm van de formeerplaat en in het bijzonder de vorm van de groeven.

In Fig. 7 en 8 worden varianten getoond waarmee rollen in trays 211 worden beladen. In Fig. 7 worden rollen in enkele trays 211 geladen en duwt of tweede overbrenginrichting 106 of robot een rol vanaf een wat hoger eindigende formeerplaat 107C in de gereedstaande tray die door de tweede transportinrichting verder getransporteerd wordt naar de verpakkingsmachine. Als alternatief kan de robot 106 ook producten oppakken in een bepaalde formatie en beladen in de tray. Dit in het geval dat er sprake is van niet rollende vormen zoals vierkante vlakke baksels.

Tot slot wordt in Fig. 8 een variant getoond waarbij er meer trays naast elkaar zijn opgesteld. Deze meercellige trays worden in het getoonde voorbeeld in groepen van drie trays verpakt en derhalve als zodanig door de meenemer(s) van de tweede transportinrichting getransporteerd.

Het moge voor de vakman duidelijk zijn dat slechts enkele mogelijke uitvoeringsvormen van een inrichting volgens de uitvinding in de tekeningen zijn weergegeven en hierboven zijn beschreven, maar dat vele wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder afstand te doen van de inventieve toepassing zoals bepaald door de beschermingsomvang van de navolgende conclusies.

Claims

CONCLUSIES

1. Transportsamenstel voor het oriënteren en groeperen en vlakke baksels ten behoeve van het verpakken van stapels of rollen vlakke baksels door een verpakkingsmachine, het transportsamenstel ten minste omvattende een eerste transportinrichting, een eerste overbrenginrichting, een formeerplaat en een tweede transportinrichting, waarbij - de eerste transportinrichting ingericht is voor het ontvangen van de veelheid vlakke baksels vanaf een aanvoer in een aanvoerpatroon, waarbij de vlakke baksels in het aanvoerpatroon een vlakke oriëntatie bezitten ten opzichte van het transportvlak van de eerste transportinrichting, en waarbij de eerste transportinrichting ingericht is voor het van de veelheid vlakke baksels vormen van deelstapels van vlakke baksels; - de eerste overbrenginrichting ingericht is voor het gelijktijdig overbrengen van een groep deelstapels in de formeerplaat; - de formeerplaat een aan de groepen deelstapels overeenkomstige hoeveelheid parallelle groeven omvat en ingericht is voor het door verplaatsing door de groeven van de groepen deelstapels vormen van een of meer stapels of rollen vlakke baksels; - de tweede transportinrichting ingericht is voor het van de formeerplaat ontvangen van de stapels of rollen vlakke baksels en het naar de verpakkingsmachine transporteren van de stapels of rollen vlakke baksels, en waarbij de tweede transportinrichting verder ingericht is voor het aanpassen van de onderlinge afstand en snelheid stapels of rollen vlakke baksels, waarbij de onderlinge afstand en snelheid bepaald worden door de verpakkingsmachine.

2. Transportsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, verder omvattende een tweede overbrenginrichting die ingericht is voor het gelijktijdig overbrengen van een groep deelstapels van de formeerplaat in de tweede transportinrichting.

3. Transportsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de formeerplaat meerdere over de lengte van de formeerplaat rechte parallelle groeven omvat.

4. Transportsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de formeerplaat meerdere over de lengte van de formeerplaat convergerende parallelle groeven omvat.

5. Transportsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de formeerplaat meerdere parallelle groeven omvat die zodanig gevormd zijn, dat de deelstapels geleidelijk nabij een eerste zijde van de eerste transportinrichting van een horizontale oriëntatie, naar een nabij een tweede zijde van de tweede transportinrichting verticale oriëntatie gebracht worden.

6. Transportsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de formeerplaat meerdere groeven omvat die een diepte hebben die overeenkomt met een deel van de hoogte van de vlakke baksels, en in het bijzonder tussen de 10% en 90%, meer in het bijzonder tussen de 20% en 80%, tussen de 30% en 70% en meest bijzonder tussen de 40% en 60% van de hoogte van de vlakke baksels in horizontale of verticale oriëntatie.

7. Transportsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de tweede transportinrichting voorzien is van een oneindige transportband die voorzien is van meerdere meenemers welke individueel aanstuurbaar zijn in snelheid en onderlinge afstand.

8. Transportsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste en of tweede transportinrichting voorzien is van een oneindige transportband die voorzien is van meerdere meenemers welke individueel aanstuurbaar zijn in snelheid en onderlinge afstand en waarbij de tweede transportinrichting ingericht is om met één meenemer een rol of stapel vlakke baksels naar de verpakkingsmachine te transporteren.

9. Transportsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste en of tweede transportinrichting voorzien is van een oneindige transportband die voorzien is van meerdere meenemers welke individueel aanstuurbaar zijn in snelheid en onderlinge afstand en waarbij de tweede transportinrichting ingericht is om tussen twee meenemers een rol of stapel vlakke baksels naar de verpakkingsmachine te transporteren, en waarbij de twee meenemers, na ontvangst van de rol of stapel ingericht zijn om naar elkaar toe te bewegen om de onderlinge afstand tussen de vlakke baksels van de rol of stapel te verkleinen.

10. Transportsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het transportsamenstel meerdere formeerplaten omvat die dwars op de transportrichting van de vlakke baksels van de eerste transportinrichting naast elkaar opgesteld zijn opgesteld.

11. Transportsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de tweede transportinrichting ingericht is voor het tussen een of twee meenemers opnemen en transporteren van trays voor het in de trays vanuit de formeerplaat ontvangen van de rollen of stapels vlakke baksels.

12. Transportsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste transportinrichting ingericht is voor het ontvangen van de veelheid vlakke baksels vanaf een aanvoer in een eerste aanvoerpatroon, waarbij de vlakke baksels in het eerste aanvoerpatroon in twee orthogonale richtingen geordend zijn, en een vlakke oriëntatie bezitten ten opzichte van het transportvlak van de eerste transportinrichting, en waarbij de eerste transportinrichting verder ingericht is voor positionering boven een hoofdaanvoerband van de vlakke baksels, en waarbij het transportsamenstel bij voorkeur een rij gantry robots omvat voor het van de hoofdaanvoerband oppakken en op de eerste transportinrichting plaatsen van een rij vlakke baksels.

13. Transportsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste transportinrichting ingericht is voor het ontvangen van de veelheid vlakke baksels vanaf een aanvoer in een tweede aanvoerpatroon, waarbij de vlakke baksels in het tweede aanvoerpatroon in twee richtingen willekeurig geordend zijn, en een vlakke oriëntatie bezitten ten opzichte van het transportvlak van de eerste transportinrichting, en waarbij de eerste transportinrichting ingericht is voor positionering voor de formeerplaat, zodanig dat de formeerplaat zich bevindt in het verlengde van de transportrichting van de eerste transportinrichting, en waarbij het transportsamenstel bij voorkeur een rij delta robots omvat voor het van de hoofdaanvoerband oppakken en op de eerste transportinrichting plaatsen van deelstapels vlakke baksels.

14. Transportsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij een eerste en/of een tweede overbrenginrichting voorzien is van een of meer van een duwstang, vacuumgripper en klemgripper.

15. Transportsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de tweede transportinrichting met de verpakkingsmachine geintegreerd is op een zodanige wijze, dat de transportinrichting de invoerketting van de verpakkingsmachine vormt.