NL2023175B1 - Underlay for roofing or facade cladding elements - Google Patents

Underlay for roofing or facade cladding elements Download PDF

Info

Publication number
NL2023175B1
NL2023175B1 NL2023175A NL2023175A NL2023175B1 NL 2023175 B1 NL2023175 B1 NL 2023175B1 NL 2023175 A NL2023175 A NL 2023175A NL 2023175 A NL2023175 A NL 2023175A NL 2023175 B1 NL2023175 B1 NL 2023175B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
facade cladding
roofing
end edge
underlay
guide part
Prior art date
Application number
NL2023175A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Andreas Wilhelmus Polman Gerardus
Original Assignee
Gpo Advies
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gpo Advies filed Critical Gpo Advies
Priority to NL2023175A priority Critical patent/NL2023175B1/en
Priority to EP20175570.9A priority patent/EP3741922B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2023175B1 publication Critical patent/NL2023175B1/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D1/00Roof covering by making use of tiles, slates, shingles, or other small roofing elements
    • E04D1/36Devices for sealing the spaces or joints between roof-covering elements

Abstract

13 Uittreksel De uitvinding betreft een onderlegelement voor het afdichten van een naad tussen twee aangrenzende dakbedekkings- of gevelbekledingselementen, omvattende een vlak geleidingsdeel 5 dat zich evenwijdig aan de naad uitstrekt onder de dakbedekkings- of gevelbekledingselementen en dat aan weerszijden begrensd wordt door in de richting van de dakbedekkings- of gevelbekledingselementen opstaande zij wanden, en een nabij een bovenste eindrand van het geleidingsdeel aangebracht, in dezelfde richting als de zijwanden opstaand ophangdeel, dat zich dwars op de naad uitstrekt. 10 De uitvinding betreft ook een samenstel van twee aangrenzende dakbedekkings- of gevelbekledingselementen en een dergelijk onderlegelement. Verder betreft de uitvinding een dakbedekking of gevelbekleding die is opgebouwd uit een groot aantal van dit soort samenstellen. En tenslotte betreft de uitvinding een dakbedekkings- of gevelbekledingselement dat 15 bedoeld is voor toepassing in een dergelijk samenstel.Excerpt The invention relates to an underlay element for sealing a seam between two adjacent roofing or facade cladding elements, comprising a flat guide part 5 which extends parallel to the seam under the roofing or facade cladding elements and which is bounded on both sides by in the direction of the roofing or facade cladding elements have upright side walls, and a suspension part arranged near an upper end edge of the guide part, in the same direction as the side walls, which suspension part extends transversely to the seam. The invention also relates to an assembly of two adjacent roofing or facade cladding elements and such a supporting element. The invention further relates to a roof covering or wall cladding which is made up of a large number of such assemblies. And finally, the invention relates to a roofing or facade cladding element intended for use in such an assembly.

Description

Onderlegelement voor dakbedekkings- of gevelbekledingselementen De uitvinding heeft betrekking op een onderlegelement voor het afdichten van een naad tussen twee aangrenzende dakbedekkings- of gevelbekledingselementen, in het bijzonder dakbedekkings- of gevelbekledingselementen van keramisch materiaal.The invention relates to an underlay element for sealing a seam between two adjacent roofing or cladding elements, in particular roofing or cladding elements of ceramic material.

Het is bekend om daken te bekleden met elementen van keramisch materiaal, zoals dakpannen. Daarbij worden de dakbedekkingselementen of dakpannen in rijen deels overlappend boven elkaar gelegd. Om het binnendringen van vocht, zoals regenwater of smeltwater tussen aangrenzende dakpannen te voorkomen, zijn de zijranden van dakpannen vaak voorzien van complementaire profielen, die in elkaar kunnen grijpen. Dit brengt met zich mee dat dakpannen vaak asymmetrisch zijn, met aan een zijde een bovenliggend profiel en aan de andere zijde een onderliggend profiel. Ook zijn dakbedekkingen bekend waarbij gebruik gemaakt wordt van twee verschillende soorten dakpannen, die afwisselend worden gelegd.It is known to cover roofs with elements of ceramic material, such as roof tiles. The roofing elements or roof tiles are placed one above the other in rows, partly overlapping. To prevent the penetration of moisture, such as rain water or melt water, between adjacent roof tiles, the side edges of roof tiles are often provided with complementary profiles that can interlock. This means that roof tiles are often asymmetrical, with an upper profile on one side and an underlying profile on the other side. Roof coverings are also known in which use is made of two different types of roof tiles, which are laid alternately.

De laatste jaren worden ook gevels van gebouwen in toenemende mate bekleed met elementen die elkaar dakpansgewijs overlappen. Het gaat daarbij om elementen die net als bij dakbedekkingen in elkaar deels overlappende rijen boven elkaar worden opgehangen aan een gevel. In vergelijking met conventioneel metselwerk hebben op deze wijze beklede gevels het voordeel dat voegen niet nodig zijn. Hierdoor is de gevelbekleding duurzamer en vergt deze minder onderhoud. In tegenstelling tot conventionele dakpannen hebben dergelijke gevelbekledingselementen echter geen geprofileerde zijranden, maar worden aangrenzende bekledingselementen met hun zijranden stotend tegen elkaar bevestigd. Dergelijke gevelbekledingen lopen uit architectonische overwegingen meestal door in de dakbedekking, die dan op overeenkomstige wijze is vormgegeven. Omdat het risico bestaat dat vocht doordringt door de naden tussen twee aangrenzende, niet overlappende bekledingselementen moeten in dit geval aanvullende maatregelen getroffen worden om het dak en de gevel vochtdicht af te sluiten. Hiertoe moet vaak over het gehele oppervlak van de dakbedekking en/of gevelbekleding een extra vochtdichte laag worden aangebracht, waardoor de constructie complex en kostbaar wordt, In GB 2 131 060 A is al een waterafvoerelement beschreven voor toepassing onder een dakbedekking van leisteen. Dit element bestaat uit een relatief brede plaat die zich onder meerdere leistenen kan uitstrekken. De plaat is voorzien van een aantal evenwijdige verdiepte delen en een over de gehele breedte van de plaat verlopende, naar beneden uitstekende ophangrand. Met deze ophangrand wordt de plaat opgehangen aan een panlat van een dakconstructie.In recent years, the facades of buildings are also increasingly clad with elements that overlap each other in a roof tile manner. These are elements that, just as with roof coverings, are suspended in partly overlapping rows one above the other on a facade. Compared to conventional masonry, façades covered in this way have the advantage that joints are not necessary. This makes the facade cladding more durable and requires less maintenance. In contrast to conventional roof tiles, however, such facade cladding elements do not have profiled side edges, but adjacent cladding elements are attached abuttingly against each other with their side edges. For architectural reasons, such facade coverings usually continue into the roof covering, which is then designed in a corresponding manner. Because there is a risk of moisture penetrating through the seams between two adjacent, non-overlapping cladding elements, additional measures must be taken in this case to seal the roof and facade moisture-tight. To this end, an additional moisture-proof layer often has to be applied over the entire surface of the roof covering and / or facade cladding, making the construction complex and expensive. GB 2 131 060 A already describes a water drainage element for use under a slate roof covering. This element consists of a relatively wide plate that can extend under several slates. The plate is provided with a number of parallel recessed parts and a hanging edge extending downwards over the entire width of the plate. With this hanging edge, the plate is hung on a batten of a roof construction.

GB 2 454 368 A beschrijft een afdichtingselement voor toepassing bij de overgang tussen een frame voor zonnepanelen en een reguliere dakbedekking met dakpannen. Het afdichtingselement is in doorsnede ongeveer W-vormig en is gevouwen uit een enkele plaat. Een rechtopstaande wand aan een zijde van het element grijpt onder een zijrand van het zonnepaneelframe, terwijl een schuin naar binnen stekende zijwand aan de andere zijde een rand van een dakpan ondersteunt. Tussen de zijwanden is een centrale wand gevormd.GB 2 454 368 A describes a sealing element for use at the transition between a frame for solar panels and a regular roof covering with roof tiles. The sealing element is approximately W-shaped in cross section and is folded from a single sheet. An upright wall on one side of the element engages under a side edge of the solar panel frame, while an angled inward side wall on the other side supports an edge of a roof tile. A central wall is formed between the side walls.

In WO 97/37387 A wordt een onderlegelement voor gebruik onder zonnepanelen beschreven. Het onderlegelement is relatief breed en asymmetrisch, met aan een zijkant een brede goot en daarnaast een aantal steunruggen. Aan de onderzijde is het element voorzien van een aantal ophangnokken. Tussen de goot en de ruggen zijn verlaagde afvoerkanalen gevormd.WO 97/37387 A describes a support element for use under solar panels. The underlay element is relatively wide and asymmetrical, with a wide gutter on one side and a number of support backs next to it. The element is provided with a number of suspension cams at the bottom. Lowered drainage channels are formed between the gutter and the ridges.

De uitvinding heeft nu tot doel een onderlegelement te verschaffen waarmee cen naad tussen twee aangrenzende dakbedekkings- of gevelbekledingselementen snel en eenvoudig kan worden afgedicht, welk onderlegelement tegen relatief geringe kosten in grote aantallen geproduceerd kan worden en voor een dakdekker of gevelbekleder eenvoudig hanteerbaar is.The object of the invention is to provide an underlay element with which a seam between two adjacent roofing or facade cladding elements can be sealed quickly and simply, which underlay element can be produced in large numbers at relatively low cost and is easy to handle for a roofer or facade cladding.

Volgens de uitvinding wordt dit bereikt door een dergelijk onderlegelement dat een in hoofdzaak vlak geleidingsdeel omvat dat ingericht is om zich in hoofdzaak evenwijdig aan de naad uit te strekken onder de dakbedekkings- of gevelbekledingselementen, en dat aan weerszijden begrensd wordt door in de richting van de dakbedekkings- of gevelbekledingselementen opstaande zijwanden, alsmede ten minste één nabij een bovenste eindrand van het geleidingsdeel aangebracht, in dezelfde richting als de zijwanden opstaand ophangdeel, dat ingericht is om zich in hoofdzaak dwars op de naad uit te strekken.According to the invention this is achieved by such a support element comprising a substantially flat guide part which is arranged to extend substantially parallel to the seam under the roofing or cladding elements, and which is bounded on either side by in the direction of the roofing or facade cladding elements upright side walls, as well as at least one suspension part arranged near an upper end edge of the guide part, in the same direction as the side walls, upright suspension part, which is adapted to extend substantially transversely of the seam.

Door gebruik te maken van een onderlegelement met een opstaand ophangdeel nabij de bovenrand, kan dit element snel en eenvoudig onder twee aangrenzende dakbedekkings- of gevelbekledingselementen worden aangebracht. Door de opstaande zijwanden wordt vocht dat door de naad tussen de elementen doordringt vastgehouden op het geleidingsdeel en zo afgevoerd naar een onderste eindrand van het onderlegelement, die zich boven een volgende rij dakbedekkings- of gevelbekledingselementen zal bevinden. Omdat de dakbedekkings- of gevelbekledingselementen in opeenvolgende rijen onderling versprongen zijn aangebracht, bevindt zich onder een naad in een bepaalde rij nooit direct weer een naad. Het vocht stroomt dus vanaf het onderlegelement over een ondergelegen dakbedekkings- of gevelbekledingselement op een punt waar zich geen naad bevindt.By making use of a base element with an upright suspension part near the top edge, this element can be fitted quickly and easily under two adjacent roofing or facade cladding elements. Due to the upright side walls, moisture that penetrates through the seam between the elements is retained on the guide part and thus discharged to a lower end edge of the underlay element, which will be located above a next row of roofing or cladding elements. Because the roofing or facade cladding elements are staggered in successive rows, there is never another seam under a seam in a particular row. The moisture thus flows from the underlay element over an underlying roofing or facade cladding element at a point where there is no seam.

Voor een eenvoudige montage van het onderlegelement kan het ten minste ene ophangdeel zich in hoofdzaak langs de gehele eindrand van het geleidingsdeel uitstrekken. Zo wordt het onderlegelement gelijkmatig ondersteund.For a simple mounting of the support element, the at least one suspension part can extend substantially along the entire end edge of the guide part. In this way the support element is evenly supported.

De zijwanden van het onderlegelement kunnen op afstand van het ten minste ene ophangdeel staan. Zo wordt tussen het ophangdeel en de zijwanden ruimte gevormd voor een hierna te bespreken uitstekende bovenrand of neus van het dakbedekkings- of gevelbekledingselement.The side walls of the underlay element can be spaced from the at least one suspension part. Thus, space is formed between the suspension part and the side walls for a protruding top edge or nose of the roofing or facade cladding element to be discussed below.

Om weglekken van vocht vanaf het onderlegelement in de constructie te voorkomen, kunnen de zijwanden zich uitstrekken tot nabij een tegenover de bovenste eindrand gelegen onderste eindrand van het geleidingsdeel.In order to prevent moisture leakage from the underlay element into the construction, the side walls may extend to near a lower end edge of the guide member opposite the upper end edge.

Om “overstroming” van het onderlegelement bij grote hoeveelheden vocht, bijvoorbeeld in geval van zware neerslag te voorkomen, kan de onderste eindrand van het geleidingsdeel langer zijn dan de bovenste eindrand, en kunnen de zijwanden vanaf de bovenste eindrand in de richting van de onderste eindrand divergeren. Zo wordt tussen de zijwanden een kanaal gevormd met een in de stromingsrichting toenemende doorsnede.In order to prevent “flooding” of the underlay element with large amounts of moisture, for example in case of heavy rainfall, the lower end edge of the guide part can be longer than the upper end edge, and the side walls can move from the top end edge in the direction of the lower end edge. diverge. Thus, a channel is formed between the side walls with a cross-section increasing in the direction of flow.

Elke zijwand kan vanaf het geleidingsdeel beschouwd een hoogte vertonen, en de hoogte van elke zijwand kan toenemen vanaf de bovenste eindrand in de richting van de onderste eindrand. Ook door deze maatregel wordt de doorsnede van het door de zijwanden begrensde kanaal in de stromingsrichting vergroot.Each side wall may have a height viewed from the guide portion, and the height of each side wall may increase from the top end edge towards the bottom end edge. This measure also increases the cross-section of the channel bounded by the side walls in the direction of flow.

Vanaf de bovenste eindrand. kan een opstaande scheidingwand zich in hoofdzaak evenwijdig aan de naad uitstrekken. Door deze scheidingswand in de naad tussen de aangrenzende dakbedekkings- of gevelbekledingselementen te plaatsen kan het onderlegelement nauwkeurig gepositioneerd worden.From the top end edge. an upright partition wall can extend substantially parallel to the seam. By placing this partition wall in the seam between the adjacent roofing or facade cladding elements, the underlay element can be accurately positioned.

Daarbij kan de scheidingswand zich uitstrekken tot nabij de onderste eindrand van het geleidingsdeel en over de gehele lengte in de naad geplaatst zijn. De wand scheidt dan daadwerkelijk het vocht op het geleidingsvlak in twee deelstromen. Anderzijds is het ook denkbaar dat slechts in de nabijheid van het ophangdeel een korte scheidingswand gevormd is, uitsluitend om het onderlegelement te positioneren.The dividing wall can extend to near the lower end edge of the guide part and be placed in the seam over its entire length. The wall then actually separates the moisture on the guiding surface into two partial flows. On the other hand, it is also conceivable that a short dividing wall is formed only in the vicinity of the suspension part, solely for positioning the support element.

Het onderlegelement kan verder voorzien zijn van ten minste één zich vanaf het geleidingsdeel tegengesteld aan de zijwanden uitstekende ribbe. Door een dergelijke ribbe wordt het geleidingsvlak ondersteund en verstevigd, waardoor het risico van vervorming minder is.The support element can further be provided with at least one rib protruding from the guide part opposite to the side walls. The guide surface is supported and reinforced by such a rib, so that the risk of deformation is less.

Daarbij kan de ten minste ene ribbe ingericht zijn om zich in hoofdzaak evenwijdig aan de naad uit te strekken.The at least one rib can herein be adapted to extend substantially parallel to the seam.

Het geleidingsdeel kan tussen de bovenste en de onderste eindrand in hoofdzaak vlak zijn. Zo wordt een eenvoudig te construeren onderlegelement verkregen.The guide portion may be substantially planar between the top and bottom end edges. An easy-to-construct support element is thus obtained.

Anderzijds kan het geleidingsdeel tussen de bovenste en onderste eindrand geknikt of getrapt zijn. Hierdoor kan het onderlegelement worden aangepast aan de vorm van de dakbedekkings- of gevelbekledingselementen, en kan de afvoer van vocht worden verbeterd.On the other hand, the guide part can be kinked or stepped between the top and bottom end edges. As a result, the underlay element can be adapted to the shape of the roofing or facade cladding elements, and the drainage of moisture can be improved.

Het onderlegelement kan in hoofdzaak symmetrisch zijn ten opzichte van een middenlangsvlak dat ingericht is om de naad te omvatten. Door het onderlegelement symmetrisch uit te voeren kan dit eenvoudig worden vervaardigd en geïnstalleerd.The pad may be substantially symmetrical with respect to a median longitudinal plane adapted to enclose the seam. By designing the support element symmetrical, it can be manufactured and installed in a simple manner.

Een grootste afstand tussen de zijwanden van het onderlegelement kan kleiner zijn dan een breedte van een dakbedekkings- of gevelbekledingselement. Zo wordt een onderlegelement verkregen dat zich slechts over een klein deel van de breedte van de dakbedekkings- of gevelbekledingselementen uitstrekt, uitsluitend in de nabijheid van de naad daartussen. Hierdoor blijft het materiaalverbruik en daarmee ook de kosten van het onderlegelement beperkt.A greatest distance between the side walls of the underlay element can be smaller than a width of a roofing or cladding element. In this way, a support element is obtained which extends over only a small part of the width of the roofing or facade cladding elements, only in the vicinity of the seam between them. As a result, the material consumption and thus also the costs of the support element is limited.

Het onderlegelement kan vervaardigd zijn van kunststof of metaal. Dit zijn materialen die goed vloeistofdicht zijn. Het onderlegelement kan als één geheel vervaardigd zijn, bijvoorbeeld door buigen of zetten, Een onderlegelement van Kunststof kan daarnaast eveneens door spuitgieten of 3D-printen vervaardigd worden.The support element can be made of plastic or metal. These are materials that are liquid-tight. The underlay element can be manufactured as a whole, for instance by bending or bending. In addition, a plastic underlay element can also be manufactured by injection molding or 3D printing.

De uitvinding betreft verder een samenstel van twee aangrenzende dakbedekkings- of gevelbekledingselementen en een onderlegelement als hiervoor beschreven.The invention further relates to an assembly of two adjacent roofing or facade cladding elements and a supporting element as described above.

Bij een uitvoering van het samenstel kan elk van de dakbedekkings- of gevelbekledingselementen nabij zijn naar het andere dakbedekkings- of gevelbekledingselement gerichte zijde ten minste één uitsparing vertonen voor het opnemen van een deel van het onderlegelement. Zo wordt voorkomen dat door de aanwezigheid van het onderlegelement het dakbedekkings- of gevelbekledingselement plaatselijk van de onderliggende constructie los komt.In one embodiment of the assembly, each of the roofing or facade cladding elements may have at least one recess near its side facing the other roofing or facade cladding element for receiving a part of the underlay element. In this way it is prevented that the roof covering or wall cladding element will locally come loose from the underlying construction due to the presence of the underlay element.

Wanneer elk dakbedekkings- of gevelbekledingselement een zichtzijde heeft, kan de ten minste ene uitsparing gevormd zijn in een van de zichtzijde afgekeerde onderzijde van het dakbedekkings- of gevelbekledingselement. Het onderlegelement is zo dus niet zichtbaar aan de zichtzijde van de dakbedekking of gevelbekleding.When each roofing or facade cladding element has a visible side, the at least one recess can be formed in an underside of the roofing or facade cladding element remote from the visible side. The underlay element is thus not visible on the visible side of the roof covering or facade cladding.

Elk dakbedekkings- of gevelbekledingselement kan ten minste nabij een bovenzijde daarvan een zich in van de zichtzijde afgekeerde richting uitstrekkende ophangrand vertonen, en de ten minste ene uitsparing kan gevormd zijn in die ophangrand. Zo wordt in elk geval aan de bovenzijde van het dakbedekkings- of gevelbekledingselement het onderlegelement passend opgenomen.Each roofing or facade cladding element can have a suspension edge extending in a direction away from the visible side at least near a top side thereof, and the at least one recess can be formed in said suspension edge. In any case, the underlay element is suitably received at the top of the roofing or facade cladding element.

Verder kan elk dakbedekkings- of gevelbekledingselement ten minste nabij een onderzijde daarvan een zich in van de zichtzijde afgekeerde richting uitstrekkende steunrand vertonen, waarin eventueel ook een uitsparing gevormd kan zijn. Zo zou het onderlegelement volledig in de beide randen van het dakbedekkings- of gevelbekledingselement opgenomen kunnen zijn.Furthermore, each roofing or facade cladding element can have at least near an underside thereof a support edge extending in the direction away from the visible side, in which a recess can optionally also be formed. For instance, the underlay element could be completely incorporated into both edges of the roofing or facade cladding element.

Ook betreft de uitvinding een dakbedekking of gevelbekleding die is opgebouwd uit een groot aantal samenstellen van dakbedekkings- of gevelbekledingselementen en onderlegelementen van de hiervoor beschreven soort.The invention also relates to a roof covering or wall covering which is built up from a large number of assemblies of roof covering or wall covering elements and underlay elements of the above described type.

Tenslotte betreft de uitvinding nog een dakbedekkings- of gevelbekledingselement dat kennelijk bedoeld is voor toepassing in een samenstel zoals hiervoor beschreven.Finally, the invention also relates to a roofing or facade cladding element which is apparently intended for use in an assembly as described above.

De uitvinding wordt nu verder toegelicht aan de hand van een aantal voorbeelden, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekening, waarin overeenkomstige onderdelen aangeduid zijn met dezelfde verwijzingscijfers, en waarin:The invention is now further elucidated on the basis of a number of examples, reference being made to the appended drawing, in which corresponding parts are indicated with the same reference numbers, and in which:

Fig. 1 een vooraanzicht is van een deel van een gevelbekleding die is opgebouwdFIG. 1 is a front view of part of a facade cladding that has been built up

5 uit elkaar deels overlappende rijen gevelbekledingselementen met onder elke naad een onderlegelement volgens de uitvinding;5 rows of facade cladding elements, partly overlapping each other, with an underlay element according to the invention under each seam;

Fig. 2 een perspectivisch onderaanzicht is van een gevelbekledingselement uit de gevelbekleding van Fig. 1;FIG. 2 is a perspective bottom view of a facade cladding element from the facade cladding of FIG. 1;

Fig. 3 een perspectivisch aanzicht is van een eerste uitvoering van een onderlegelement voor toepassing in de gevelbekleding van Fig. 1, waarin twee aangrenzende gevelbekledingselementen die daartussen een naad bepalen in stippellijnen zijn weergegeven;FIG. 3 is a perspective view of a first embodiment of a supporting element for use in the facade cladding of FIG. 1, in which two adjacent facade cladding elements defining a seam therebetween are shown in dotted lines;

Fig. 4 een alternatieve uitvoering toont van het onderlegelement van Fig. 3, die is voorzien van een uit zijn geleidingsvlak stekende ribbe;FIG. 4 shows an alternative embodiment of the support element of FIG. 3, which is provided with a rib protruding from its guide surface;

Fig. 5 een variant toont van het onderlegelement van Fig. 4, die voorzien is van een tegenover de ribbe uit het geleidingsvlak stekende scheidingswand;FIG. 5 shows a variant of the support element of FIG. 4, which is provided with a partition wall protruding from the guide surface opposite the rib;

Fig. 6 weer een andere uitvoering toont van het onderlegelement, voor gebruik bij gevelbekledingselementen met een grotere hoogte, die een langer geleidingsvlak, langere zijwanden en een langere scheidingswand vertoont;FIG. 6 shows yet another embodiment of the underlay element, for use with facade cladding elements of a greater height, which has a longer guide surface, longer side walls and a longer partition wall;

Fig. 7 een variant toont van het onderlegelement van Fig. 6, die voorzien is van drie ribben aan de achterzijde van het geleidingsvlak;FIG. 7 shows a variant of the support element of FIG. 6, which has three ribs at the rear of the guide surface;

Fig. 8 een uitvoeringsvorm van het onderlegelement toont waarbij het geleidingsdeel tussen de bovenrand en onderrand niet vlak maar tweemaal geknikt is;FIG. 8 shows an embodiment of the underlay element in which the guide part between the top edge and the bottom edge is not flat but bent twice;

Fig. 9 een variant toont van het onderlegelement van Fig. 8 met een scheidingswand;FIG. 9 shows a variant of the support element of FIG. 8 with a partition;

Fig. 10 een variant toont van het onderlegelement van Fig. 9 met cen ribbe aan de achterzijde;FIG. 10 shows a variant of the support element of FIG. 9 with a rib at the back;

Fig. 11 een variant toont van het onderlegelement van Fig. 9 met een aantal stromingsgeleiders aan de binnenzijde van de zijwanden;FIG. 11 shows a variant of the support element of FIG. 9 with a plurality of flow guides on the inside of the side walls;

Fig. 12 een variant toont van het onderlegelement van Fig. 10 met drie ribben aan de achterzijde;FIG. 12 shows a variant of the support element of FIG. 10 with three ribs at the back;

Fig. 13 een uitvoeringsvorm van het onderlegelement toont waarbij het geleidingsdeel tussen de bovenrand en onderrand eenmaal getrapt en eenmaal geknikt is;FIG. 13 shows an embodiment of the underlay element in which the guide part between the top edge and bottom edge is stepped once and kinked once;

Fig. 14 een variant toont van het onderlegelement van Fig. 9 met slechts een korte scheidingswand ter plaatse van de vrije ruimte tussen de zijwanden en het ophangdeel;FIG. 14 shows a variant of the support element of FIG. 9 with only a short partition wall at the location of the free space between the side walls and the suspension part;

Fig. 15 een variant toont van het onderlegelement van Fig. 14 met een ribbe aan de achterzijde;FIG. 15 shows a variant of the support element of FIG. 14 with a rib at the back;

Fig. 16 een variant toont van het onderlegelement van Fig. 8 met een ribbe aan de achterzijde; Fig. 17 een korte variant toont van het onderlegelement van Fig. 9, voor gebruik bij gevelbekledingselementen met een geringere hoogte: Fig. 18 een uitvoeringsvorm van het onderlegelement toont die geschikt is voor gebruik bij een onderste rij dakbedekkings- of gevelbekledingselementen, die aansluiten op een goot; Fig. 19 een kortere variant toont van het onderlegelement van Fig. 18 voor gebruik bij dakbedekkings- of gevelbekledingselementen met een geringere hoogte; Fig. 20 een doorsnede is door de gevelbekleding volgens de lijn XX-XX in Fig. 1, waarbij een onderlegelement volgens Fig. 9 is toegepast; Fig. 21 een perspectivisch vooraanzicht toont van een deel van een gevelbekleding waarbij de bekledingselementen in halfsteens verband zijn aangebracht; Fig. 22 een perspectivisch achteraanzicht is van de gevelbekleding van Fig. 21; en Fig. 23 een met Fig. 20 overeenkomende doorsnede is die een andere bevestigingswijze aan de gevel toont.FIG. 16 shows a variant of the support element of FIG. 8 with a rib at the back; FIG. 17 shows a short variant of the support element of FIG. 9, for use with facade cladding elements with a lower height: fig. 18 shows an embodiment of the underlay element which is suitable for use with a bottom row of roofing or cladding elements that connect to a gutter; FIG. 19 shows a shorter variant of the support element of FIG. 18 for use on roofing or cladding elements with a reduced height; FIG. 20 is a section through the facade cladding along the line XX-XX in FIG. 1, wherein a support element according to FIG. 9 has been applied; FIG. 21 shows a perspective front view of a part of a facade cladding in which the cladding elements have been applied in stretcher bond; FIG. 22 is a rear perspective view of the siding of FIG. 21; and FIG. 23 and with FIG. 20 is a corresponding cross-section showing another method of attachment to the facade.

Een gevelbekleding 1 wordt hier gevormd door een aantal boven elkaar geplaatste rijen gevelbekledingselementen 2 (Fig. 1). Elk gevelbekledingselement 2 heeft een bovenrand. 4, een onderrand 5 en twee zijranden 7, De aangrenzende gevelbekledingselementen 2 in een rij zijn met hun zijranden 7 stotend tegen elkaar geplaatst, dus overlappen elkaar niet in horizontale richting, maar bepalen daartussen telkens een naad 3. In het getoonde voorbeeld zijn de gevelbekledingselementen aangebracht in drie rijen 1, IL, UI, waarbij de onderranden 5 van de gevelbekledingselementen 2 in elke rij I, Il de bovenranden 4 van de gevelbekledingselementen 2 in een direct daaronder gelegen rij IL Ul in verticale richting overlappen. De gevelbekledingselementen 2 zijn dus dakpansgewijs aangebracht, zodat er geen vocht kan doordringen tussen twee opeenvolgende rijen.A facade cladding 1 is here formed by a number of rows of facade cladding elements 2 placed one above the other (Fig. 1). Each facade cladding element 2 has an upper edge. 4, a bottom edge 5 and two side edges 7, The adjacent facade cladding elements 2 in a row are placed abutting against each other with their side edges 7, so do not overlap each other in the horizontal direction, but define a seam in between each time 3. In the example shown, the facade cladding elements are arranged in three rows 1, IL, UI, wherein the bottom edges 5 of the facade cladding elements 2 in each row I, II overlap the top edges 4 of the facade cladding elements 2 in a row IL U1 located immediately below it in a vertical direction. The facade cladding elements 2 are thus arranged in a roof tile manner, so that no moisture can penetrate between two successive rows.

Om te voorkomen dat vocht door een naad 3 tussen twee aangrenzende gevelbekledingselementen 2 een daarachter gelegen gevel 8 kan bereiken is achter elke naad 3 een onderlegelement 6 aangebracht, dat hierna verder zal worden toegelicht.In order to prevent moisture from reaching a rear facade 8 through a seam 3 between two adjacent facade cladding elements 2, an underlay element 6 is arranged behind each seam 3, which will be explained in more detail below.

Elk gevelbekledingselement 2 heeft hier nabij zijn bovenzijde 4 een ophangrand of neus 11, die uitsteekt aan de achterzijde 9 van het element 2, tegenover de voorzijde of zichtzijde 10 (Fig. 2). Met behulp van deze ophangrand of neus 11 wordt het gevelbekledingselement 2 opgehangen aan cen horizontale lat 12 (Fig. 20-22), die op zijn beurt door middel van schroeven 13 bevestigd is aan een op de gevel 8 bevestigd frame 14. Omdat het gevelbekledingselement 2 hier nagenoeg verticaal hangt, wordt dit niet slechts opgehangen maar ook bevestigd aan de horizontale lat 12. Daartoe zijn de het gevelbekledingselement 2 een aantal gaten 15 gevormd, waar schroeven 16 doorheen gestoken worden die in de horizontale lat 12 worden geschroefd.Each facade cladding element 2 here has, near its top side 4, a suspension edge or nose 11, which protrudes at the rear 9 of the element 2, opposite the front side or visible side 10 (Fig. 2). With the aid of this hanging edge or nose 11, the facade cladding element 2 is suspended from a horizontal batten 12 (Fig. 20-22), which in turn is attached by means of screws 13 to a frame 14 attached to the facade 8. 2 hangs almost vertically here, it is not only hung but also attached to the horizontal batten 12. To this end, a number of holes 15 are formed in the facade cladding element 2, through which screws 16 are inserted which are screwed into the horizontal batten 12.

Daarnaast heeft in het getoonde voorbeeld elk gevelbekledingselement 2 nabij zijn onderzijde 5 een steunrand 17, die eveneens uitsteekt aan de achterzijde 9. Deze steunrand 17 steunt af op de zichtzijde 10 van een gevelbekledingselement 2 in een ondergelegen rij, dat verder op soortgelijke wijze aan de gevel 8 bevestigd is. Het gevelbekledingselement 2 heeft dus in doorsnede de vorm van een brug.In addition, in the example shown, each facade cladding element 2 has a support edge 17 near its underside 5, which also protrudes at the rear 9. This support edge 17 bears on the visible side 10 of a facade cladding element 2 in a lower row, which is furthermore similarly attached to the facade 8 is attached. The facade cladding element 2 thus has the shape of a bridge in cross-section.

De steunranden 17 van de elementen 2 in de onderste rij van de gevelbekleding 1 steunen niet meer af op elementen in een ondergelegen rij. Daarom is de onderste horizontale lat 19 (Fig. 21, 22) dikker uitgevoerd dan de andere latten 12. Zo kunnen de achterzijden 9 van de gevelbekledingselementen 2 in de onderste rij rechtstreeks op de onderste lat 19 steunen, waardoor de zichtzijden 10 van deze elementen 2 toch evenwijdig verlopen met die van de daarboven aangebrachte elementen 2. Daar waar tussen de aangrenzende gevelbekledingselementen 2 in de hoger gelegen rijen telkens een onderlegelement 6 volgens Fig. 9 is aangebracht, wordt tussen elk paar elementen 2 in de onderste rij van de gevelbekleding 1 een onderlegelement 6 volgens Fig. 18 toegepast, dat het vocht kan geleiden naar een onder die rij aangebrachte goot (hier niet getoond).The supporting edges 17 of the elements 2 in the bottom row of the facade cladding 1 no longer rest on elements in a bottom row. That is why the lower horizontal slat 19 (Fig. 21, 22) is made thicker than the other slats 12. Thus, the rear sides 9 of the facade cladding elements 2 in the bottom row can rest directly on the lower slat 19, whereby the visible sides 10 of these elements 2 nevertheless run parallel to those of the elements 2 arranged above it. There where, in each case, between the adjacent facade cladding elements 2 in the higher rows, a support element 6 according to FIG. 9 is arranged, between each pair of elements 2 in the bottom row of the facade cladding 1 a support element 6 according to FIG. 18 is applied, which can conduct the moisture to a gutter arranged under that row (not shown here).

Bij een andere variant kunnen de gevelbekledingselementen 2 zijn opgehangen en bevestigd aan horizontale profielen 12, die door middel van schroeven 13 bevestigd zijn aan verticale profielen 14 (Fig. 23).In another variant, the facade cladding elements 2 can be suspended and attached to horizontal profiles 12, which are attached to vertical profiles 14 by means of screws 13 (Fig. 23).

Zoals gezegd strekt zich onder (en in dit voorbeeld schuin achter) een naad 3 tussen twee aangrenzende gevelbekledingselementen 2 een onderlegelement 6 uit. Zoals in Fig. 22 te zien is dit onderlegelement 6 in het getoonde voorbeeld opgenomen in uitsparingen 18 in de ophangrand 11, zodat het gevelbekledingselement 2 niet ter plaatse van het onderlegelement 6 loskomt van de achtergelegen constructie. Deze uitsparingen 18 zijn schematisch weergegeven in het achteraanzicht van een gevelbekledingselement 2 in Fig. 2, waar te zien is dat zij zich vanaf de zijrand 7 slechts over een klein deel van de ophangrand 11 uitstrekken.As stated, a support element 6 extends underneath (and in this example at an angle behind) a seam 3 between two adjacent facade cladding elements 2. As shown in Fig. 22, in the example shown, this support element 6 is received in recesses 18 in the suspension edge 11, so that the facade cladding element 2 does not come loose from the rear construction at the location of the support element 6. These recesses 18 are schematically shown in the rear view of a facade cladding element 2 in FIG. 2, where it can be seen that they extend from the side edge 7 over only a small part of the hanging edge 11.

Het onderlegelement 6 omvat een vlak geleidingsdeel 20 dat zich in de gemonteerde toestand in hoofdzaak evenwijdig aan de achterzijde 9 van het gevelbekledingselement 2 {en dus ook aan de naad 3) uitstrekt. Dit geleidingsdeel 20 heeft zijranden 21 en wordt aan weerszijden begrensd door vanaf de zijranden 21 opstaande zijwanden 22 (Fig. 3), die zich uitstrekken naar het gevelbekledingselement 2. Verder heeft het geleidingsdeel 20 een bovenrand 23 en een onderrand 24. Vanaf de bovenrand 23 strekt zich een staand ophangdeel 25 uit, dat in hoofdzaak dwars op de zijwanden 22 en dwars op de naad 3 verloopt. Het ophangdeel 25 staat rechtop, en strekt zich dus net als de zijwanden 22 uit naar het gevelbekledingselement 2. Het ophangdeel 25 is dan ook niet bedoeld voor samenwerking met de aan de gevel 8 bevestigde horizontale lat 12, maar wordt opgehangen aan een buitenzijde 26 van de ophangrand 11 van het gevelbekledingselement 2. Het ophangdeel 25 bevindt zich op enige afstand van de zijwanden 22, zodat daartussen een opnameruimte 27 gevormd is voor de ophangrand 11 van het gevelbekledingselement 2.The support element 6 comprises a flat guide part 20 which, in the assembled state, extends substantially parallel to the rear side 9 of the facade cladding element 2 (and thus also to the seam 3). This guide part 20 has side edges 21 and is bounded on either side by side walls 22 (Fig. 3) standing up from the side edges 21 and extending to the facade cladding element 2. Furthermore, the guide part 20 has an upper edge 23 and a lower edge 24. From the top edge 23 extends an upright suspension part 25, which extends substantially transversely of the side walls 22 and transversely of the seam 3. The suspension part 25 stands upright, and thus, like the side walls 22, extends towards the facade cladding element 2. The suspension part 25 is therefore not intended for cooperation with the horizontal lath 12 attached to the facade 8, but is suspended from an outside 26 of the wall. the suspension edge 11 of the facade cladding element 2. The suspension part 25 is situated at some distance from the side walls 22, so that a receiving space 27 is formed between them for the suspension edge 11 of the facade cladding element 2.

Teneinde het geleidingsdeel 20 en daarmee het gehele onderlegelement 6 meer stijfheid en sterkte te geven kan aan de onderzijde of achterzijde van het geleidingsdeel 20 een ribbe 28 uitsteken (Fig. 4). Deze ribbe 28 strekt zich dus in tegengestelde richting uit ten opzichte van de zijwanden 22 en het ophangdeel 25.In order to give the guide part 20 and thus the entire bearing element 6 more rigidity and strength, a rib 28 can protrude from the underside or rear side of the guide part 20 (Fig. 4). This rib 28 thus extends in opposite directions to the side walls 22 and the suspension part 25.

Tegenover de ribbe 28 kan in het midden van het geleidingsdeel 20 een opstaande scheidingswand 29 zijn gevormd (Fig. 5), die dwars op het ophangdeel 25 gericht is. De scheidingswand 29 verloopt daarmee evenwijdig aan de naad 3 en kan daarin steken wanneer het onderlegelement 6 onder twee aangrenzende gevelbekledingselementen 2 is aangebracht, De scheidingswand 29 kan zich tot nabij de onderrand 24 van het geleidingsdeel 20 uitstrekken, maar wanneer het geleidingsdeel 20 langer is kan de scheidingswand 29 ook op afstand va de onderrand 24 eindigen (Fig. 6).Opposite the rib 28, in the center of the guide part 20, an upright partition wall 29 can be formed (Fig. 5), which is directed transversely to the suspension part 25. The partition wall 29 thus runs parallel to the seam 3 and can protrude therein when the underlay element 6 is arranged under two adjacent facade cladding elements 2. The partition wall 29 can extend to near the bottom edge 24 of the guide part 20, but when the guide part 20 is longer the partition wall 29 also end at a distance from the bottom edge 24 (Fig. 6).

Afhankelijk van de eisen die aan het onderlegelement 6 gesteld worden kan het aantal ribben 28 worden gevarieerd. In Fig. 7 is een versterkte uitvoering met drie ribben 28 getoond.The number of ribs 28 can be varied depending on the requirements imposed on the support element 6. In fig. 7, a reinforced embodiment with three ribs 28 is shown.

Wanneer het onderlegelement 6 gebruikt wordt in combinatie met een gevelbekledingselement 2 waarvan de ophangrand en steunrand verschillende hoogtes hebben, kan het geleidingsdeel 2 dubbel geknikt uitgevoerd worden (Fig. 8). Naast een vlak deel dat de vrije ruimte 27 bepaalt heeft het element 6 hier een hellend deel 30, gevolgd door weer een vlak deel 31, dat evenwijdig is aan het deel 27. De zijwanden 22 zijn hier ook hellend uitgevoerd, met een hoogte die vanaf de bovenrand 23 naar de onderrand 24 gelijkmatig toeneemt.When the underlay element 6 is used in combination with a facade cladding element 2 of which the hanging edge and supporting edge have different heights, the guide part 2 can be designed in a double-kinked design (Fig. 8). In addition to a flat part defining the free space 27, the element 6 here has an inclined part 30, followed by another flat part 31, which is parallel to the part 27. The side walls 22 are here also made inclined, with a height that is from the top edge 23 to the bottom edge 24 increases evenly.

Ook bij deze uitvoeringsvorm van het onderlegelement 6 kan een scheidingswand 29 zijn voorzien (Fig. 9), eventueel in combinatie met een enkele ribbe 28 (Fig. 10) of zelfs drie ribben 28 (Fig. 12). Voor een optimale geleiding van vocht dat door het onderlegelement 6 wordt afgevoerd kunnen nabij de onderrand 24 nog schuine stroomgeleiders 32 uit de zijwanden 22 naar binnen steken.Also in this embodiment of the underlay element 6, a partition wall 29 can be provided (Fig. 9), optionally in combination with a single rib 28 (Fig. 10) or even three ribs 28 (Fig. 12). For optimum conduction of moisture that is discharged by the support element 6, inclined current conductors 32 can protrude from the side walls 22 near the bottom edge 24.

In plaats van dubbel geknikt kan het geleidingsdeel 20 ook getrapt en enkel geknikt zijn (Fig. 13). Tussen de vrije ruimte 27 en het door de zijwanden 22 begrensde deel 30 bevindt zich hier een wand 33 die evenwijdig is aan het ophangdeel 25.Instead of double-kinked, the guide part 20 can also be stepped and single-kinked (Fig. 13). Here, between the free space 27 and the part 30 bounded by the side walls 22, there is a wall 33 which is parallel to the suspension part 25.

En in plaats van een lange scheidingswand kan ook volstaan worden met een korte, in dit geval driehoekige scheidingswand 29 ter plaatse van het ophangdeel 25 en de vrije ruimte 27 (Fig. 14, 15).And instead of a long partition wall, it is also possible to suffice with a short, in this case triangular partition wall 29 at the location of the suspension part 25 and the free space 27 (Fig. 14, 15).

Wanneer het onderlegelement 6 gebruikt wordt in een onderste Tij gevelbekledingselementen 2, die aansluit op een goot, kan aan de onderrand 24 een naar onderen gericht deel 34 zijn gevormd (Fig. 18, 19). Hoewel de uitvinding hiervoor is toegelicht aan de hand van een aantal voorbeelden, zal het duidelijk zijn dat deze daartoe niet is beperkt.When the underlay element 6 is used in a bottom Tij facade cladding element 2, which connects to a gutter, a downwardly directed part 34 can be formed on the bottom edge 24 (Fig. 18, 19). Although the invention has been elucidated above on the basis of a number of examples, it will be clear that it is not limited thereto.

Zo kan de uitvinding niet slechts bij een gevelbekleding worden toegepast, maar eveneens bij een dakbedekking.Thus, the invention can be applied not only to a facade cladding, but also to a roof covering.

In dat geval moet veelal het woord “onder” gelezen worden waar hiervoor “achter” gebruikt werd.In that case, the word “under” should usually be read where “behind” was used for this.

Daarnaast kan de uitvinding worden toegepast met dakbedekkings- of gevelbekledingselementen van zeer uiteenlopende vorm, met alleen een neus of ophangrand, of met uitstekende randen aan de boven- en onderzijde.In addition, the invention can be applied with roofing or facade cladding elements of very different shapes, with only a nose or hanging edge, or with protruding edges on the top and bottom.

De omvang van de uitvinding wordt uitsluitend bepaald door de nu volgende conclusies.The scope of the invention is defined solely by the following claims.

Claims (23)

Conclusies t. Onderlegelement voor het afdichten van een naad tussen twee aangrenzende dakbedekkings- of gevelbekledingselementen, omvattende een in hoofdzaak vlak geleidingsdeel dat ingericht is om zich in hoofdzaak evenwijdig aan de naad uit te strekken onder de dakbedekkings- of gevelbekledingselementen en dat aan weerszijden begrensd wordt door in de richting van de dakbedekkings- of gevelbekledingselementen opstaande zijwanden, en ten minste één nabij een bovenste eindrand van het geleidingsdeel aangebracht, in dezelfde richting als de zijwanden opstaand ophangdeel, dat ingericht is om zich in hoofdzaak dwars op de naad uit te IO strekken.Conclusions t. Underlay element for sealing a seam between two adjacent roofing or facade cladding elements, comprising a substantially planar guide part which is adapted to extend substantially parallel to the seam under the roofing or facade cladding elements and which is bounded on either side by in the upright side walls, and at least one upright hanging part arranged near an upper end edge of the guide part, in the same direction as the side walls, which is adapted to extend substantially transversely of the seam. 2. Onderlegelement volgens conclusie 1, waarbij het ten minste ene ophangdeel zich in hoofdzaak langs de gehele eindrand van het geleidingsdeel uitstrekt.2. Support element according to claim 1, wherein the at least one suspension part extends substantially along the entire end edge of the guide part. 3. Onderlegelement volgens conclusie 1 of 2, waarbij de zijwanden op afstand van het ten minste ene ophangdeel staan.3. Support element as claimed in claim 1 or 2, wherein the side walls are spaced from the at least one suspension part. 4. Onderlegelement volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de zijwanden zich uitstrekken tot nabij een tegenover de bovenste eindrand gelegen onderste eindrand van het geleidingsdeel.4. Support element according to any one of the preceding claims, wherein the side walls extend to near a lower end edge of the guide part opposite the upper end edge. 5. Onderlegelement volgens conclusie 4, waarbij de onderste eindrand van het geleidingsdeel langer is dan de bovenste eindrand, en de zijwanden vanaf de bovenste eindrand in de richting van de onderste eindrand divergeren.The pad according to claim 4, wherein the lower end edge of the guide member is longer than the upper end edge, and the side walls diverge from the upper end edge towards the lower end edge. 6. Onderlegelement volgens conclusie 4 of 5, waarbij elke zijwand vanaf het geleidingsdeel beschouwd een hoogte vertoont, en de hoogte van elke zij wand toeneemt vanaf de bovenste eindrand in de richting van de onderste eindrand.Support element according to claim 4 or 5, wherein each side wall has a height viewed from the guide part, and the height of each side wall increases from the upper end edge towards the lower end edge. 7. Onderlegelement volgens één der voorgaande conclusies, waarbij zich vanaf de bovenste eindrand een opstaande scheidingswand in hoofdzaak evenwijdig aan de naad uitstrekt.7. Underlay element according to any one of the preceding claims, wherein an upright partition wall extends from the top end edge, substantially parallel to the seam. 8. Onderlegelement volgens conclusie 7, waarbij de scheidingswand zich uitstrekt tot nabij de onderste eindrand van het geleidingsdeel.8. Underlay element as claimed in claim 7, wherein the partition extends to near the lower end edge of the guide part. 9. Onderlegelement volgens één der voorgaande conclusies, verder voorzien van ten minste één zich vanaf het geleidingsdeel tegengesteld aan de zijwanden uitstrekkende ribbe.9. Support element as claimed in any of the foregoing claims, further provided with at least one rib extending from the guide part opposite to the side walls. 10. Onderlegelement volgens conclusie 9, waarbij de ten minste ene ribbe ingericht is om zich in hoofdzaak evenwijdig aan de naad uit te strekken.The pad of claim 9, wherein the at least one rib is arranged to extend substantially parallel to the seam. 11. Onderlegelement volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het geleidingsdeel tussen de bovenste en onderste eindrand in hoofdzaak vlak is.11. Underlay element according to any one of the preceding claims, wherein the guide part between the upper and lower end edge is substantially flat. 12. Onderlegelement volgens één der conclusies 1-10, waarbij het geleidingsdeel tussen de bovenste en onderste eindrand geknikt of getrapt is.12. Underlay element as claimed in any of the claims 1-10, wherein the guide part is kinked or stepped between the top and bottom end edge. 13. Onderlegelement volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het onderlegelement in hoofdzaak symmetrisch is ten opzichte van een middenlangsvlak dat ingericht is om de naad te omvatten.Underlay element according to any one of the preceding claims, wherein the underlay element is substantially symmetrical with respect to a central longitudinal plane that is adapted to encompass the seam. 14. Onderlegelement volgens één der voorgaande conclusies, waarbij een grootste afstand tussen de zijwanden kleiner is dan een breedte van een dakbedekkings- of gevelbekledingselement.Underlay element according to any one of the preceding claims, wherein a greatest distance between the side walls is smaller than a width of a roofing or facade cladding element. 15. Onderlegelement volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het onderlegelement vervaardigd is van een kunststof of metaal.Support element as claimed in any of the foregoing claims, wherein the support element is made of a plastic or metal. 16. Onderlegelement volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het onderlegelement als één geheel vervaardigd is.Support element according to any one of the preceding claims, wherein the support element is manufactured as one whole. 17. Samenstel van twee aangrenzende dakbedekkings- of gevelbekledingselementen en een onderlegelement volgens één der voorgaande conclusies.17. Assembly of two adjacent roofing or facade cladding elements and a supporting element according to any one of the preceding claims. 18. Samenstel volgens conclusie 17, waarbij elk van de dakbedekkings- of gevelbekledingselementen nabij zijn naar het andere dakbedekkings- of gevelbekledingselement gerichte zijde ten minste één uitsparing vertoont voor het opnemen van een deel van het onderlegelement.Assembly according to claim 17, wherein each of the roofing or facade cladding elements has at least one recess near its side facing the other roofing or facade cladding element for receiving a part of the underlay element. 19. Samenstel volgens conclusie 18, waarbij elk dakbedekkings- of gevelbekledingselement een zichtzijde heeft en de ten minste ene uitsparing gevormd is in een van de zichtzijde afgekeerde onderzijde van het dakbedekkings- of gevelbekledingselement.Assembly according to claim 18, wherein each roofing or facade cladding element has a visible side and the at least one recess is formed in an underside of the roofing or facade cladding element remote from the visible side. 20. Samenstel volgens conclusie 19, waarbij elk dakbedekkings- of gevelbekledingselement ten minste nabij een bovenzijde daarvan een zich in van de zichtzijde afgekeerde richting uitstrekkende ophangrand vertoont, en de ten minste ene uitsparing gevormd is inde ophangrand.Assembly according to claim 19, wherein each roofing or facade cladding element has a suspension edge extending in the direction away from the visible side at least near one top side thereof, and the at least one recess is formed in the suspension edge. 21. Samenstel volgens conclusie 20, waarbij elk dakbedekkings- of gevelbekledingselement ten minste nabij een onderzijde daarvan een zich in van de zichtzijde afgekeerde richting uitstrekkende steunrand vertoont.21. Assembly according to claim 20, wherein each roofing or facade cladding element has a supporting edge extending in the direction away from the visible side at least near an underside thereof. 22. Dakbedekking of gevelbekleding die is opgebouwd uit een groot aantal samenstellen volgens één der conclusies 17-21,22. Roof covering or wall cladding that is built up from a large number of assemblies according to any one of claims 17-21, 23. Dakbedekkings- of gevelbekledingselement, kennelijk bedoeld voor toepassing in een samenstel volgens één der conclusies 17-21.23. Roof covering or facade cladding element, evidently intended for use in an assembly according to any one of claims 17-21.
NL2023175A 2019-05-21 2019-05-21 Underlay for roofing or facade cladding elements NL2023175B1 (en)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2023175A NL2023175B1 (en) 2019-05-21 2019-05-21 Underlay for roofing or facade cladding elements
EP20175570.9A EP3741922B1 (en) 2019-05-21 2020-05-19 Underlay element for roof covering or outer wall cladding elements

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2023175A NL2023175B1 (en) 2019-05-21 2019-05-21 Underlay for roofing or facade cladding elements

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2023175B1 true NL2023175B1 (en) 2020-12-01

Family

ID=67002325

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2023175A NL2023175B1 (en) 2019-05-21 2019-05-21 Underlay for roofing or facade cladding elements

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP3741922B1 (en)
NL (1) NL2023175B1 (en)

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1978519A (en) * 1932-11-15 1934-10-30 John P Willock Roofing construction
FR1524125A (en) * 1966-02-01 1968-05-10 Redland Tiles Ltd Gutter elements for tiled roofs, as well as roof made up with said element
GB2131060A (en) 1982-11-24 1984-06-13 Marley Roof Tile Preventing penetration of water through tiled or slated pitched roofs
DE29603215U1 (en) * 1995-02-28 1996-04-11 Plum Roof slate arrangement
WO1997037387A1 (en) 1996-03-29 1997-10-09 Braas Gmbh Bottom lining element for a flat, panel-shaped building element
US5794396A (en) * 1996-07-30 1998-08-18 Gibbs; Alden T. Roof mounting assembly
GB2436567A (en) * 2005-10-31 2007-10-03 Sandtoft Roof Tiles Ltd A kit for covering the verge of a roof
GB2454368A (en) 2007-11-05 2009-05-06 Imerys Tc Sealing element for use between a solar panel frame and adjacent roof tiles

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1978519A (en) * 1932-11-15 1934-10-30 John P Willock Roofing construction
FR1524125A (en) * 1966-02-01 1968-05-10 Redland Tiles Ltd Gutter elements for tiled roofs, as well as roof made up with said element
GB2131060A (en) 1982-11-24 1984-06-13 Marley Roof Tile Preventing penetration of water through tiled or slated pitched roofs
DE29603215U1 (en) * 1995-02-28 1996-04-11 Plum Roof slate arrangement
WO1997037387A1 (en) 1996-03-29 1997-10-09 Braas Gmbh Bottom lining element for a flat, panel-shaped building element
US5794396A (en) * 1996-07-30 1998-08-18 Gibbs; Alden T. Roof mounting assembly
GB2436567A (en) * 2005-10-31 2007-10-03 Sandtoft Roof Tiles Ltd A kit for covering the verge of a roof
GB2454368A (en) 2007-11-05 2009-05-06 Imerys Tc Sealing element for use between a solar panel frame and adjacent roof tiles

Also Published As

Publication number Publication date
EP3741922A1 (en) 2020-11-25
EP3741922B1 (en) 2022-04-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
ES2961955T3 (en) Side flap interconnection for rooftop PV modules
NL2001380C2 (en) Sloping roof with solar panel holder.
US6425218B1 (en) Panel structure
CA2980094C (en) Flush or lap siding system
US10017944B2 (en) Cover apparatus with continuing cover plates
FI124196B (en) System for a roof construction and a roofing piece
US9388565B2 (en) Siding and roofing panels and method for mounting same
KR101365665B1 (en) Arrangement for construction of exterior or interior metal wall panel
KR100973565B1 (en) Molding bar for awning structure and awning structure using the same
JP5870383B2 (en) Interstitial structure, building external structure, and construction method of building external structure
US20240060307A1 (en) Single piece gutter guard with girder
NL7906255A (en) NOKLAT BRACKET.
NL2023175B1 (en) Underlay for roofing or facade cladding elements
CA2722715C (en) Support bracket for anchoring overlapping cladding tiles to a wall structure
EP2945282B1 (en) Roof panel and roof provided with such a roof panel
DK178392B1 (en) System for mounting wall and / or roof cladding materials and method for mounting wall and or roof cladding to a building structure
US3318055A (en) Roof covering for buildings and the like
JP5832831B2 (en) Construction method of roof with photovoltaic module
NL194090C (en) Assembly of a sloping roof and a gutter, as well as a gutter.
NL2018277B1 (en) System for installing solar panels on a sloping roof.
BE1030345B1 (en) Tiled outdoor terrace with balustrade, patio screen or the like
RU2608369C2 (en) Outer wall materials connection structure
EP3892787A1 (en) Displaceable veranda with self-draining roof
CA2800214C (en) Siding and roofing panels and method for mounting same
BE1029351B1 (en) Roof device for a terrace covering, set of parts for assembling the roof device, and terrace covering comprising the roof device