NL2022674B1 - Drager voor een hefinrichting, hefinrichting voorzien daarvan en werkwijze daarvoor - Google Patents

Abstract

De vinding betreft een drager voor een last, zoals een vork, een vorkenbord en/of hefinrichting voorzien daarvan en werkwijze voor het verplaatsen van goederen. De drager volgens de vinding omvat: - koppelmiddelen ingericht voor het koppelen van de drager aan de hefinrichting; - een draagdeel voor het dragen van lasten, waarbij het draagdeel is voorzien van een zich over een meetafstand uitstrekkende doorbuigingssensor ingericht voor het meten van een in hoofdzaak over de meetafstand optredend continu verloop van de doorbuiging en/of buighoek.

Description

DRAGER VOOR EEN HEFINRICHTING, HEFINRICHTING VOORZIEN DAARVAN EN

WERKWIJZE DAARVOOR De uitvinding betreft een drager, zoals een vork voor bijvoorbeeld een heftruck of palletwagen. Dergelijke dragers worden gebruikt voor het oppakken en verplaatsen van goederen.

Hefinrichtingen zijn uit de praktijk bekend in de vorm van onder meer heftrucks en palletwagens. Deze hefinrichtingen zijn voorzien van dragers, bijvoorbeeld in de vorm van vorken. Een dergelijke vork is bijvoorbeeld beschreven in NL 2018218. De hierin beschreven vork is voorzien van een overbeladings-/overbelastingsmeting en/of doorbuigingsmeting en/of IO lengtemeting voor ten minste één van de vorken van het vorkensysteem van de hefinrichting. Hierbij wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van een inclinometer en/of rekstrookjes. Het is gebleken dat hiermee op een specifieke locatie een doorbuiging en/of lengte van de vork gemeten kan worden. In geval van in lengte verstelbare vorken is het ook mogelijk daarbij aanvullend gebruik te maken van een lengtemeting.

Dergelijke bekende vorken hebben als nadeel dat slechts op een discreet aantal punten een meting mogelijk is. Voorts zijn hierbij veelal bewerkingen aan de vork vereist om de sensor te kunnen positioneren in of aan de vork. Zo dient bij voorbeeld veelal een uitsparing voorzien te worden in de vork. Dit verhoogt de Kosten van een dergelijke vork en maakt ook de toepassingen op bestaande vorken lastig. Voorts wordt met deze conventionele metingen onvoldoende, of niet voldoende nauwkeurige, informatie verkregen over het betreffende moment dat de lading uitoefent op de vork, en de optredende hoek van de vorken ten aanzien van bijvoorbeeld het grondvlak.

De onderhavige vinding heeft tot doel een drager, zoals een vork, te verschaffen waarmee bovengenoemde problemen worden opgeheven of ten minste worden verminderd, zodanig dat op effectieve wijze een doorbuiging en/of buighoek van het draagdeel van de drager gemeten kan worden, zodat onder meer veilig met dergelijke dragers gewerkt kan worden.

Dit doel wordt bereikt met de drager, zoals een vork voor een hefinrichting, volgens de vinding, waarbij de drager omvattende: - koppelmiddelen ingericht voor het koppelen van de drager aan de hefinrichting; - een draagdeel voor het dragen van lasten, waarbij het draagdeel is voorzien van een zich over een meetafstand uitstrekkende doorbuigingssensor ingericht voor het meten van een in hoofdzaak over de meetafstand optredend continu verloop van de doorbuiging en/of buighoek.

De drager volgens de vinding kan als separaat onderdeel worden voorzien en losmaakbaar worden bevestigd aan bijvoorbeeld een vorkenbord van een hefinrichting alsook bijvoorbeeld worden vast gelast aan een vorkenversteller. Deze hefinrichting betreft in het bijzonder een heftruck, echter, kan ook betrekking hebben op een palletwagen, AGV, alsook andere typen heftruck zoals een mastheftruck of meeneemheftruck, en dragers voor (geautomatiseerde) magazijnen. Veelal worden deze vorken als samenstel van twee vorken toegepast. De drager kan tevens betrekking hebben op andere lastdragers, zoals een draagdoorn voor bijvoorbeeld staalrollen en tapijtrollen, alsook kraanarmen. In een mogelijke uitvoeringsvorm is het ook mogelijk de drager inde vorm van een zogeheten verlengvork toe te passen.

De vork is volgens de vinding voorzien van koppelmiddelen, bij voorkeur losmaakbare koppelmiddelen, waarmee de vork koppelbaar is aan de hefinrichting. De vork is verder voorzien van een draagdeel waarop lasten en/of goederen plaatsbaar zijn. Door dit draagdeel volgens de vinding te voorzien van een doorbuigingssensor, waarbij deze sensor zich uitstrekt over een zekere meetafstand met een meetlengte, kan de doorbuiging en/of buighoek van het draagdeel over een in hoofdzaak continue meetafstand worden bepaald. Hiermee is een in hoofdzaak continu verloop van de doorbuiging en/of buighoek te bepalen. De meetafstand kan zich uitstrekken over een verticaal en/of horizontaal deel van het draagdeel van de drager.

Door bepaling van een in hoofdzaak continu verloop van de doorbuiging en/of buighoek over de meetafstand van het draagdeel wordt bewerkstelligd dat bijvoorbeeld de locatie van de last en het bijbehorende moment op relatief nauwkeurige wijze kan worden bepaald. Dit geeft een relatief nauwkeurige indruk van cen mogelijke overbelasting van de vorken.

Een bijzonder voordeel van de vork volgens de vinding is dat deze gebruikt kan worden in combinatie met een dynamische controle van overbelading ofwel overbelasting van de vork{en).

Een vork kan bijvoorbeeld minder lading meenemen aan de voorzijde {vrije uiteinde) van de vork ten gevolge van de momentwerking. Doordat de locatie van de last nauwkeurig bepaald kan worden en de doorbuiging en/of buighoek over een substantieel deel van de vork, met een in hoofdzaak continu verloop over de meetafstand, kan worden bepaald, wordt een grotere betrouwbaarheid van de belasting verkregen. Hiermee wordt de veiligheid van het werken met de vork aanzienlijk vergroot. Desgewenst is het mogelijk tevens een gewichtsbepaling uit te voeren.

Voorts is het mogelijk de meetgegevens te gebruiken als informatie voor een neigsysteem van bijvoorbeeld een heftrack. Indien sprake is van een (grote) doorbuiging kan het neigsysteem van een heftruck worden geactiveerd om veilige situatie te behouden of te verkrijgen. Hierdoor kan worden ingespeeld op de doorbuiging en zullen onveilige situaties zoveel mogelijk worden vermeden.

Een verder voordeel van een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm volgens de vinding is dat ook na het wegnemen van de belasting de mate van terugvering kan worden bepaald. Hiermee is het mogelijk om te bepalen of er sprake is van een plastische deformatie van de vork. Door een dergelijke deformatie in de tijd te volgen kan worden bepaald of er sprake is langzame plastische deformatie van de vork en er wellicht onderhoud of vervanging nodig is. Tevens is het mogelijk om slijtage te detecteren, bijvoorbeeld bij de hiel van de vork, om daarmee preventief onderhoud mogelijk te maken. Dit heeft als extra voordeel dat geen separate controles nodig zijn van dit onderdeel, aangezien deze mogelijke slijtage in bedrijf kan worden gemeten. Dit vergroot de inzetbaarheid van de hefinrichting volgens de vinding.

De meetafstand strekt zich bij voorkeur uit over een lengte van ten minste 10% van de lengte van het draagdeel van de drager, bij voorkeur ten minste 25%, met meer voorkeur ten minste 40%, met nog meer voorkeur ten minste 50%, met zelfs nog meer voorkeur ten minste 75%, en bedraagt met de meeste voorkeur ten minste zo’n 90% van deze lengte. Hiermee wordt een substantiële meetlengte verkregen over een groot deel van het draagdeel van de vork. Het is gebleken dat het hiermee mogelijk is om bijvoorbeeld de hiervoor genoemde plastische deformatie te bepalen, bijvoorbeeld tot in de ordegrootte van 0,1 mm.

In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de vinding is het draagdeel over een meetafstand voorzien van cen groef of uitsparing waarin de doorbuigingssensor ten minste gedeeltelijk opneembaar is.

Door het voorzien van een groef of uitsparing kan de doorbuigingssensor over de meetafstand worden beschermd tegen slijtage of tegen een impact met andere objecten. Hierdoor wordt de levensduur van een dergelijke sensor vergroot en blijft de nauwkeurigheid behouden. Bij voorkeur is de doorbuigingssensor daarbij aangebracht in een groef of uitsparing aan de zijkant van de vork. Eventuele elektronica kan in een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm worden aangebracht in of nabij de neus van de vork, Hiermee wordt een compacte inbouw van de meetcomponenten in de vork volgens de vinding mogelijk.

In een voordelige uitvoeringsvorm volgens de vinding strekt de meetafstand zich uit over zowel een in hoofdzaak horizontaal deel als een in hoofdzaak verticaal deel van het draagdeel van de drager.

Door de meetafstand zich uit te laten strekken over een in hoofdzaak horizontaal en een verticaal deel van het draagdeel van de drager wordt bewerkstelligd dat een zo volledig mogelijke signalering van de belasting en eventuele vervorming van de drager wordt verkregen. Hiermee wordt een zo compleet mogelijk beeld verkregen van de effecten van de belasting op de drager.

In een voordelige uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat de sensor een glasvezelkabel.

Door het voorzien van een glasvezelkabel, ook wel aangeduid als “optical fiber cable” wordt cen golfgeleider verkregen waarmee een signaal door de kabel kan worden gestuurd. Door een vervorming van de kabel ten gevolge van bijvoorbeeld doorbuiging van de vork kan op effectieve wijze worden berekend waar de doorbuiging plaatsvindt en hoe groot deze is. Dit is bijvoorbeeld mogelijk doordat een doorbuiging de frequentie van het signaal verandert waardoor een dergelijke bepaling op effectieve wijze nauwkeurig kan worden uitgevoerd. Het is bijvoorbeeld ook mogelijk door te kijken naar verlies van signaal(sterkte). Hierbij is de glasvezelkabel bij voorkeur aangebracht in de hiervoor besproken groef of uitsparing, met meer voorkeur aan de zijkant van de vork. Als alternatief of aanvullend voor de glasvezelkabel kan de sensor verder een weerstandssensor, zoals een rekstrooksensor, draadsensor , weerstandslaag voor meting van weerstandsverandering, omvatten. Een dergelijke sensor maakt daarmee gebruik van een weerstandsmeting waarmee desgewenst ook een doorbuiging bepaald kan worden. Desgewenst kan de sensor gebruik maken van aanvullende sensoren, zoals een inclinometer, trekdraadsensor, laser, ultrasoon sensor, stromingssensor, waarmee de nauwkeurigheid van de meting verder kan worden vergroot en de meting eventueel kan worden gecombineerd met een lengtemeting van de vork.

Hiermee wordt de beschikbare hoeveelheid meetinformatie verder vergroot, in het bijzonder bij verlengbare vorken, om daarmee risico’s op schade te vermijden of ten minste te reduceren.

In een voordelige uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat de vork een transmitter ingericht voor het zenden van één of meer metingen naar een buigingsregelaar. Door gebruik te maken van een transmitter kan een meting draadloos worden verstuurd naar een doorbuigingsregelaar. Een dergelijke doorbuigingsregelaar is bij voorkeur voorzien op de hefinrichting, in het bijzonder de heftruck, en/of in een controlekamer en/of een bestuurder in de vorm van een mobiel of tablet of smartwatch en dergelijke. Ook behoort het tot de mogelijkheden de doorbuigingsregelaar als onderdeel van de vork volgens de vinding te beschouwen en eventueel geheel of gedeeltelijk daarop of daarin te monteren. De met de transmitter (en sensor/sensoren) verkregen informatie kan door de doorbuigingsregelaar gebruiken voor het opslaan van data ten behoeve van trainingen van gebruikers van een hefinrichting, het vastleggen van informatie ten behoeve van verzekeringen in geval van schades, als ook voor de bepaling van bijvoorbeeld palletgewichten tijdens het hanteren daarvan, De transmitter is bij voorkeur voorzien van een energiebron. Een dergelijke energiebron wordt bijvoorbeeld gebruikt voor het verzenden van een draadloos signaal en kan bijvoorbeeld worden opgeladen op een draadloze wijze, bijvoorbeeld door gebruik te maken van een zogeheten piëzo-element dat desgewenst in combinatie met de lading energie kan generen, en/of door gebruik te maken van een inductief oplaadproces. Als alternatief of aanvullend kan de energiebron ook bijvoorbeeld met behulp van een kabel worden opgeladen en/of met de accu van de hefinrichting worden gekoppeld waarbij deze accu desgewenst als energiebron kan fungeren.

In een voordelige uitvoeringsvorm volgens de vinding is de vork voorzien van een alarmering voor het aangeven van met de doorbuigingssensor een geconstateerde overbelasting. Door het voorzien van een alarmering kan, in geval van constatering van een te grote doorbuiging en/of overbelasting van de vork, een alarm worden gegenereerd voor een gebruiker of een ander persoon. Deze kan vervolgens actie ondernemen. Ook kan de hefinrichting zelf overgaan tot maatregelen. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat een AGV voorzien van een vork volgens de vinding bij voorbeeld stil gaat staan ten gevolge van een dergelijk alarm. Het zal duidelijk zijn dat diverse uitvoeringsvormen van een alarmering mogelijk zijn.

De vinding heeft voorts betrekking op een vorkenbord voor een hefinrichting en/of een dergelijke hefinrichting, zoals een heftruck, omvattende een vork in een uitvoeringsvorm volgens 5 de vinding.

Een dergelijk vorkenbord en/of dergelijke hefinrichting verschaffen soortgelijke voordelen effecten als beschreven voor de vork. Deze hefinrichting betreft in het bijzonder een heftruck, echter, kan ook betrekking hebben op een palletwagen, AGV, alsook andere typen heftruck zoals een mastheftruck of meeneemheftruck, en dragers voor (geautomatiseerde) magazijnen.

In een mogelijke uitvoeringsvorm van de hefinrichting is deze voorzien van een doorbuigingsregelaar ingericht voor het ontvangen van een meting van de doorbuigingssensor. Hiermee is het bijvoorbeeld mogelijk een alarmering te verschaffen. Hiermee wordt de algehele veiligheid van het werken met de hefinrichting verder vergroot.

In een verdere uitvoeringsvorm volgens de vinding wordt de hefinrichting bijvoorbeeld verder voorzien van een neigsysteem voor het corrigeren van de positie van de vorken voor een gemeten doorbuiging. Door het voorzien van een neigsysteem kan een ongewenste mate van doorbuiging desgewenst worden gecompenseerd door de vorken te neigen, zoals hiervoor reeds is toegelicht. Een dergelijk neigsysteem kan op gebruikelijke wijze aanwezig zijn op de hefinrichting, in het bijzonder op de heftruck, en bij voorbeeld worden voorzien op de zogeheten vorkrug. Een dergelijk neigsysteem op de vorkrug wordt bij voorkeur als afzonderlijke module uitgevoerd om daarmee op universele wijze toegepast te kunnen worden voor verschillende typen vorken en/of verschillende typen hefinrichtingen. Hierbij wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van een bij voorkeur compacte hydraulische of elektrische cilinder met beperkte voorbouw die is ingebouwd aan of in de vorkrug, in het bijzonder bij ophangklauwen of vorkrug. In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm is het neigsysteem werkzaam verbonden met de regelaar die bij voorkeur is aangebracht in een cabine van een heftruck. Hierdoor Kan een bestuurder op effectieve wijze het neigsysteem aansturen. Ook behoort het volgens de vinding tot de mogelijkheden dat de regelaar op automatische wijze het neigsysteem aanstuurt op basis van de uitgevoerde metingen.

De uitvinding heeft voorts tevens betrekking op een werkwijze voor het meten van een doorbuiging en/of doorbuigingshoek van een vork, omvattende de stappen: - het voorzien van een vork in een uitvoeringsvorm volgens de vinding; en - het uitvoeren van een meting.

Een dergelijke werkwijze biedt soortgelijke voordelen en effecten voor de vork en/of hefinrichting. In het bijzonder is het hiermee mogelijk een veilig gebruik van de vorken volgens de vinding te verschaffen. Bijkomend kan aanvullende informatie worden verkregen.

In voordelige uitvoeringsvormen kan hierbij worden gedacht aan het met een doorbuigingsregelaar detecteren van een optredende plastische deformatie. Een dergelijke detectie kan in gebruik worden uitgevoerd. Hiermee kan tijdig onderhoud worden ingepland. Ook kan met een dergelijke doorbuigingsregelaar een overbelasting worden gedetecteerd, zodat desgewenst ingegrepen kan worden, bijvoorbeeld door het genereren van een alarmmelding. Door het detecteren van preventief onderhoudsmomenten en/of het bepalen van onderhoudsintervallen wordt hiermee de efficiëntie en effectiviteit van de inrichting en werkwijze volgens de vinding vergroot.

Voorts is het mogelijk om de vork en/of hefinrichting met behulp van de transmitter te laten I0 communiceren met een extern systeem, bijvoorbeeld een planningssysteem, voorraadbeheersysteem, onderhoudssysteem en/of ander ERP systeem. Hierdoor wordt de hefinrichting in een dergelijke uitvoeringsvorm van de vinding verder geïntegreerd met relevante bedrijfsprocessen. Zo behoort het bijvoorbeeld tot de mogelijkheden om het gebruik van een hefinrichting volgens de vinding te koppelen aan de lading en daardoor bij voorbeeld kosten van het gebruik van de heftruck specifiek toe te wijzen. Hierdoor wordt de veiligheid en beheersing van de logistieke afhandeling in bijvoorbeeld een distributiecentrum of ander magazijn vergroot. Als onderdeel van een ERP systeem, of aanvullend daarop, kan gemeten data ook worden opgeslagen in een datalogger of ander dataopslagsysteem. Hierdoor is data beschikbaar voor het bepalen van bijvoorbeeld onderhoudsintervallen, mate van gebruik van zogeheten voorzetapparatuur en andere logistieke informatie.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de uitvinding worden toegelicht aan de hand van voorkeursuitvoeringsvormen daarvan, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekeningen, waarin tonen: - figuur | A-D: aanzichten van de vork met doorbuigingssensor volgens de vinding; - figuur 2: een heftruck voorzien van de vork uit figuur 1; - figuur 3: een palletwagen voorzien van de vork uit figuur 1; en - figuur 4: een AGV voorzien van de vork uit figuur 1.

Drager 2, in de getoonde uitvoeringsvorm weergegevan als vork 2 (figuur 1A-D), is voorzien van cen in gebruik zich in hoofdzaak in horizontale richting uitstrekkend draagdeel 4 en een in gebruik zich in hoofdzaak in verticale richting uitstrekkend verticaal deel 6, waaraan koppelelementen 8 bijvoorbeeld in de vorm van een haak zijn voorzien. Delen 4,6 zijn verbonden bij overgang 10 waar de zogeheten hiel 12 van vork 2 is voorzien, eventueel voorzien van slijtage beperkende elementen. Zijkant 14 van draagdeel 4 is in de getoonde uitvoeringsvorm voorzien van groef 16 die zich uitstrekt over in hoofdzaak de gehele (in hoofdzaak) horizontale lengte L van draagdeel 4 en een deel van de (in hoofdzaak) verticale lengte L’. in deze uitvoeringsvorm gaat de meetafstand van draagdeel 4, 6 als het ware “de bocht om”. De horizontale lengte L van draagdeel

4 strekt zich uit tussen overgang 10 en neus 18 aan het uiteinde van vork 2. In de getoonde uitvoeringsvorm is vork 2 aangebracht op vorkenbord 3. Vork 2 kan betrekking hebben op een vaste vork 2 (figuur 1A) alsook op een verlengvork 2 (figuur 1C). De in het kader van de onderhavige vinding beschreven onderdelen en effecten zijn van toepassing voor beiden vorken 2 alsook op andere type dragers, waaronder draagdoorns, kraanarmen en dergelijke.

In groef 16 van draagdeel 4, 6 is glasvezelkabel 20 aangebracht die werkzaam is verbonden met meetelektronica 22 die in de getoonde uitvoeringsvorm 1s aangebracht in of nabij neus 18 van vork 2 (figuren 1 A en C) alsook in verticaal draagdeel 6 (figuur 1A). Optioneel is additioneel sensor element 24 aangebracht op of in draagdeel 4. Het zal duidelijk zijn dat de locatie van een additioneel sensorelement 24 en/of meetelektronica 22 afgestemd kan worden op de betreffende sensor. Schematisch is een mogelijk optredende doorbuiging (figuur 1B) van vork 2 getoond. In de getoonde uitvoeringsvorm is optionele afdekstrip of afdekplaat 21 (figuur 1D) voorzien voor afscherming van kabel 20.

Heftruck 102 (figuur 2) is voorzien van cabine 104, gestel 106 en een aantal wielen 108.

Aan voorzijde 110 van heftruck 102 is mastconstructie 112 voorzien. In de getoonde uitvoeringsvorm is constructie 112 voorzien van een tweetal geleiders 114 waarin of waaraan vorkenbord 116 is aangebracht. Aan vorkenbord of verbindingselement 116 is vork 2 volgens de vinding aangebracht. In een mogelijke uitvoeringsvorm is een optioneel verschuifbaar verstelbaar vorkdeel (niet getoond) voorzien dat fungeert als buitenvork.

In de getoonde uitvoeringsvorm is voorts zender-ontvanger of transmitter 118 voorzien, alsmede energiebron of voedingssysteem 120 bijvoorbeeld uitgevoerd als een accu of batterij. Zender-ontvanger 118 communiceert ia signalen 122 met extern regelsysteem 124, bijvoorbeeld een ERP systeem. Alternatief of aanvullend is in cabine 104 in de getoonde uitvoeringsvorm bedieningskast of interface 126 aangebracht welke in de getoonde uitvoeringsvorm is voorzien van doorbuigingsregelaar 128 en alarmering 130. Tevens is in de getoonde uitvoeringsvorm additioneel sensorblok 132 voorzien voor een additionele sensor en/of referentiepunt dat werkzaam is verbonden met overige componenten. In de getoonde uitvoeringsvorm is heftruck 2 verder voorzien van laserpointer 134 in of nabij neus 18. Desgewenst kan aanvullend of als alternatief een bekabelde informatieoverdracht worden voorzien, bijvoorbeeld door gebruik te maken van kanaal/kabel 138 tussen sensor en bedieningskast 126.

Palletwagen 202 (figuur 3) kan eveneens worden voorzien van een vork 204 van het type getoond in figuur 1. Hierbij is tevens sprake van een groef 206 waarin glasvezelkabel 208 is aangebracht. Tevens kan vork 2 worden toegepast op een zogeheten AGV 302 (figuur 4). Het zal duidelijk zijn dat onderdelen van de diverse uitvoeringsvormen onderling verwisselbaar zijn en/of toepasbaar zijn op andere mogelijke uitvoeringsvormen volgens de vinding.

Bij het plaatsen van goederen op vork 2, in het bijzonder draagdeel 4 daarvan, zal bij een significante lading doorbuiging van in het bijzonder draagdeel 4 optreden. Door een verandering in het signaal door glasvezelkabel 20 zal met de meetelektronica 22 een signaal worden bepaald waarmee het mogelijk is gebleken een exacte locatie van de optredende vervorming te bepalen.

Een dergelijke meting kan worden doorgegeven aan een extern systeem 124 en/of besturing 126 op hefinrichting 102, 202, 302. Desgewenst worden instellingen van hefsysteem 102, 202, 302 aangepast aan de hand van de verkregen informatie. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de neighoek. Ook is het mogelijk om in geval van een verlengbare vork de lengte instelling aan te passen. Systeem 124 maakt het mogelijk om onderhoud in te plannen of de benodigde bewaking, IO bijvoorbeeld ten aanzien slijtage, uit te voeren. De onderhavige vinding is geenszins beperkt tot de bovenbeschreven voorkeursuitvoeringsvormen daarvan. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.

Claims (17)

Conclusies

1. Drager voor lasten, zoals een vork voor een hefinrichting, omvattende: - koppelmiddelen ingericht voor het koppelen van de drager aan de hefinrichting; - een draagdeel voor het dragen van lasten, waarbij het draagdeel is voorzien van een zich over een meetafstand uitstrekkende doorbuigmgssensor ingericht voor het meten van een in hoofdzaak over de meetafstand optredend continu verloop van de doorbuiging en/of buighoek, en waarbij de meetafstand zich uitstrekt over een verticaal en/of horizontaal deel van het draagdeel van de drager.

2. Drager volgen conclusie 1, waarbij de meetafstand zich uitstrekt over ten minste 10% van de lengte van het draagdeel van de drager, bij voorkeur ten minste 25%, met meer voorkeur ten minste 40%, met nog meer voorkeur ten minste 50%, met zelfs nog meer voorkeur ten minste 75%, en met de meeste voorkeur ten minste 90% van de lengte van het draagdeel van de drager.

3. Drager volgens conclusie 1 of 2, waarbij het draagdeel over de meetafstand is voorzien van een groef of uitsparing waarin de doorbuigingssensor ten minste gedeeltelijk opneembaar is.

4. Drager volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de meetafstand zich uitstrekt over zowel een in hoofdzaak horizontaal deel als een in hoofdzaak verticaal deel van het draagdeel van de drager.

5. Drager volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de sensor omvattende een glasvezelkabel.

6. Drager volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de sensor verder omvattende een rekstrooksensor of weerstandssensor.

7. Drager volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende een transmitter ingericht voor het zenden van één of meer metingen naar een doorbuigingsregelaar.

8. Drager volgens conclusie 7, verder omvattende een energiebron.

9, Drager volgens conclusie 7 of 8, verder omvattende een alarmering voor het aangeven van een overbelasting.

10. Vorkenbord voor een hefinrichting zoals een heftruck, het vorkenbord omvattende een drager volgens één van de voorgaande conclusies.

11. Hefinrichting, zoals een heftruck, omvattende een drager en/of vorkenbord volgens één van de voorgaande conclusies.

12. Hefinrichting volgens conclusie 11, verder omvattende een doorbuigingsregelaar ingericht voor het ontvangen van een meting van de doorbuigingssensor.

13. Werkwijze voor het meten van een doorbuiging en/of doorbuigingshoek van een drager, omvattende de stappen: - het voorzien van een drager volgens één van de voorgaande conclusies 1-8; en - het uitvoeren van een meting.

14. Werkwijze volgens conclusie 13, verder omvattende het met een doorbuigingsregelaar detecteren van een plastische deformatie.

15. Werkwijze volgens conclusie 13 of 14, verder omvattende het met een doorbuigingsregelaar detecteren van een overbelasting.

16. Werkwijze volgens conclusie 15, verder omvattende de stap van het genereren van een alarmmelding.

17. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, verder omvattende het detecteren van een preventief onderhoudsmoment of onderhoudsinterval.