NL2020681B1 - Oprolbare buis, zoals een rioolbuis, oprolbare installatiemat en vloer voorzien daarvan, en inrichting en werkwijze voor vervaardiging daarvan - Google Patents

Abstract

De vinding betreft een oprolbare buis die geschikt is voor bijvoorbeeld waterafvoer, oprolbare installatiemat en vloer voorzien daarvan, en inrichting en werkwijze voor vervaardiging daarvan. De oprolbare buis omvat - een kokerprofiel van een oprolbaar materiaal; - een of meer vormfixatie-elementen ingericht voor het in een gebruikstoestand houden van de buis, waarbij de buis is ingericht voor het overbrengen van een platte transport- en opslagtoestand naar een gebruikstoestand. De installatiemat volgens de vinding omvat een oprolbare draagmat ingericht voor het op of in een ondergrond van een bouwwerk plaatsen daarvan, en een aan de draagmat bevestigde vloerwarmingsleiding met een aan de draagmat bevestigde oprolbare buis.

Description

© 2020681 © B1 OCTROOI (2?) Aanvraagnummer: 2020681 © Int. Cl.:

E03F 3/04 (2018.01) F16L 9/14(2019.01) © Aanvraag ingediend: 29 maart 2018

Aanvraag ingeschreven:

oktober 2019 (43) Aanvraag gepubliceerd:

47) Octrooi verleend:

oktober 2019 © Octrooischrift uitgegeven:

oktober 2019 © Octrooihouder(s):

Van Losser Investments B.V. te Rijssen.

© Uitvinder(s):

Vidar Last te Kampen .

Wichert Rozendaal te Kampen.

© Gemachtigde:

ir. P.J. Hylarides c.s. te Den Haag.

(54) OPROLBARE BUIS, ZOALS EEN RIOOLBUIS, OPROLBARE INSTALLATIEMAT EN VLOER VOORZIEN DAARVAN, EN INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR VERVAARDIGING DAARVAN (57) De vinding betreft een oprolbare buis die geschikt is voor bijvoorbeeld waterafvoer, oprolbare installatiemat en vloer voorzien daarvan, en inrichting en werkwijze voor vervaardiging daarvan. De oprolbare buis omvat

- een kokerprofiel van een oprolbaar materiaal;

- één of meer vormfixatie-elementen ingericht voor het in een gebruikstoestand houden van de buis, waarbij de buis is ingericht voor het overbrengen van een platte transport- en opslagtoestand naar een gebruikstoestand. De installatiemat volgens de vinding omvat een oprolbare draagmat ingericht voor het op of in een ondergrond van een bouwwerk plaatsen daarvan, en een aan de draagmat bevestigde vloerwarmingsleiding met een aan de draagmat bevestigde oprolbare buis.

NL B1 2020681

Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.

OPROLBARE BUIS, ZOALS EEN RIOOLBUIS, OPROLBARE 1NSTALLATIEMAT EN VLOER VOORZIEN DAARVAN, EN INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR VERVAARDIGING DAARVAN

De uitvinding betreft een oprolbare buis, zoals een rioolbuis. In het bijzonder heeft de oprolbare rioolbuis betrekking op afvoeren ofwel rioolbuizen die in een gebouw zoals een woning of kantoor aanwezig zijn. Dit betreft zowel vuil water afvoer (vsw) als hemelwater afvoer (hwa). Dergelijke rioolbuizen worden veelal in of onder de vloer verwerkt. De oprolbare buis kan ook worden toegepast voor mechanische ventilatie en begeleidingskanalen voor andere leidingen en kabels, eventueel voorzien van isolatie.

Uit de praktijk is het bekend (riool)buizen, die ook wel worden aangeduid als afvoeren, onder of in de vloer van bijvoorbeeld een woning of kantoorpand aan te brengen. Verticaal gepositioneerde rioolbuizen worden bij voorkeur in een wand weggewerkt. Deze rioolbuizen worden tijdens de bouw of verbouw geplaatst onder veelal niet optimale werkomstandigheden en een dergelijke plaatsing is daarbij relatief arbeidsintensief. Bijkomend wordt niet altijd een optimale positie van deze rioolbuizen voorzien. Dit brengt additionele materiaalkosten met zich mee. Bijkomend kan dit tot een niet optimale afvoer leiden.

Een doel van de onderhavige vinding is het opheffen danwel verminderen van één of meer van de voornoemde problemen.

Dit doel wordt bereikt met de oprolbare buis volgens de vinding, waarbij de oprolbare buis geschikt is voor bijvoorbeeld waterafvoer, de buis omvattende:

- een kokerprofiel van een oprolbaar materiaal;

- één of meer vormfixatie-elementen ingericht voor het in een gebruikstoestand houden van de buis, waarbij de buis is ingericht voor het overbrengen van een platte transport- en opslagtoestand naar een gebruikstoestand.

Door het voorzien van een kokerprofiel van een oprolbaar materiaal wordt bewerkstelligd dat een efficiënt transport en opslag van de buis, zoals een rioolbuis, mogelijk is. Het kokerprofiel wordt bijvoorbeeld gemaakt van een polyetheen, bijvoorbeeld een HDPE, LDPE. Het zal duidelijk zijn dat ook andere typen materialen dat geschikt is voor het vormen van een oprolbaar kokerprofiel toegepast kan worden. Het kokerprofiel is zodanig uitgevoerd dat het uit ten minste in hoofdzaak platte of samengedrukte transport- en opslagtoestand overgebracht kan worden naar een gebruikstoestand. In deze gebruikstoestand is het mogelijk een vloeistofstroom door het kokerprofiel te voeren.

Doordat het kokerprofiel van de oprolbare buis van een oprolbaar materiaal is vervaardigd kan op effectieve wijze een relatief grote lengte van het kokerprofiel worden getransporteerd. Het transport is dan ook in een aanzienlijk mindere mate beperkend voor de maximale lengte van de kokerprofielen. Zo behoort het tot de mogelijkheden om met het oprolbare kokerprofiel lengtes van bijvoorbeeld 50 meter uit één enkel stuk te vervaardigen. Hierdoor kan het aantal koppelingen dat in de praktijk toegepast dient te worden sterk worden gereduceerd. Dit beperkt kosten en arbeidstijd, en reduceert bijkomend het risico op lekkages ten gevolge van een incorrecte koppeling.

Door het voorzien van één of meer vormfixatie-elementen is het mogelijk het kokerprofiel na het overbrengen daarvan vanuit de platte toestand naar de gebruikstoestand te fixeren. Hierbij wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van een plastisch vervormingselement dat na het overbrengen van de platte toestand naar de gebruikstoestand plastisch is vervormd en daarmee de vorm fixeert, een deksel die geheel of gedeeltelijk plaatsbaar is over het kokerprofiel in de gebruikstoestand om daarmee een vorm te fixeren, een koppelelement waarmee kokerprofielen onderling worden verbonden en tevens in vorm worden gefixeerd en/of een nok, waaronder ook een pen-element wordt verstaan, waarmee een koppeling kan worden gemaakt tussen wanden van het kokerprofiel die daarmee worden gefixeerd in de gewenste gebruiksvorm. Bij voorkeur is een dergelijk koppelelement of nok voorzien aan de binnenzijde van het kokerprofiel. Hiermee kan op effectieve wijze een vormfixatie voor de oprolbare buis in de gebruikstoestand worden gerealiseerd. Een voorbeeld van een dergelijke koppeling is een scharnierende deurvanger die in de praktijk voor een caravandeur wordt toegepast. Het is gebleken dat deze op effectieve wijze als vormfixatie-element toepasbaar is. Het zal duidelijk zijn dat het volgens de vinding ook tot de mogelijkheden behoort om een ander geschikt vormfixatie-element toe te passen als alternatief of in aanvulling.

De oprolbare buis volgens de vinding kan worden ingezet voor zowel vuil water afvoer (vsw) als hemelwater afvoer (hwa). Dergelijke afvoerbuizen/rioolbuizen worden veelal in of onder de vloer verwerkt. De oprolbare buis kan ook worden toegepast voor mechanische ventilatie en begeleidingskanalen voor andere leidingen en kabels, eventueel voorzien van isolatie.

De uitvinding heeft verder betrekking op een oprolbare installatiemat omvattende:

- een oprolbare draagmat ingericht voor het op of in een ondergrond van een bouwwerk plaatsen daarvan;

- een aan de draagmat bevestigde vloerwarmingsleiding, en

- een aan de draagmat bevestigde oprolbare buis geschikt voor bijvoorbeeld waterafvoer in een uitvoeringsvorm volgens de vinding.

Een dergelijke oprolbare installatiemat heeft soortgelijke voordelen en effecten als beschreven voor de oprolbare buis, zoals een oprolbare rioolbuis.

Door het voorzien van een oprolbare draagmat, in het bijzonder een gaasconstructie die in een ondergrond is aan te brengen, is een dergelijke draagmat voor een installatiemat relatief eenvoudig op te slaan, te transporteren en in praktijk eenvoudig toe te passen door het afrollen van de draagmat. Volgens de vinding zijn leidingen aangebracht op de draagmat voorafgaand aan plaatsing van de draagmat. Dit maakt het mogelijk de leidingen aan te brengen in een fabriek voorafgaand aan het transport naar de betreffende bouwlocatie waar de vloerverwarming aangebracht dient te worden. Hierdoor is productie onder gecontroleerde condities mogelijk. Dit maakt tevens het risico op fouten tijdens installatie kleiner. Dergelijke fouten kunnen immers grote consequenties hebben indien dit pas ontdekt zou worden na het storten van de vloer of zelfs het aanbrengen van een dekvloer of bovenvloer. Hiermee wordt vermeden dat door een niet optimale positionering van de leidingen ter plaatse bijvoorbeeld koude plekken kunnen ontstaan. Dit maakt een betere conditionering van het gebouw waarin de installatiemat volgens de vinding wordt toegepast mogelijk.

Het oprollen van de draagmat kan optioneel zowel in lengterichting als in breedterichting worden uitgevoerd. Het zal duidelijk zijn dat de keuze afhankelijk kan zijn van diverse factoren, waaronder afmetingen, geschiktheid van machines, transportmogelijkheden en dergelijke.

Door het aanbrengen van leidingen op de draagmat is het mogelijk meerdere secties of delen op een enkele draagmat te voorzien. Deze secties betreffen bijvoorbeeld afzonderlijke ruimtes in een gebouw. Secties kunnen zijn onderverdeeld in subsecties van in een zelfde ruimte naast elkaar te leggen delen van de installatiemat. Afmetingen kunnen hierop worden afgestemd. Zo kan bijvoorbeeld ook met een kleinere breedte van bijvoorbeeld 1,0 meter worden gewerkt tijdens het productieproces om installatiematten te vervaardigen die bijvoorbeeld zijn afgestemd op keukenafmetingen. Hiermee wordt de flexibiliteit van de installatiemat volgens de vinding verder vergroot.

In een voordelige voorkeursuitvoeringsvorm worden aan de draagmat naast vloerverwarmingsleidingen en (riool)buizen tevens elektraleidingen bevestigd.

Doordat de oprolbare installatiemat in een dergelijke uitvoeringsvorm volgens de vinding een combinatie van vloerverwarmingsleidingen, (riool)buizen en elektraleidingen bevat is het mogelijk om op effectieve wijze een groot deel van de installatiewerkzaamheden effectief uit te voeren. Alle genoemde leidingen kunnen onder gecontroleerde condities worden aangebracht op de draagmat. Optioneel worden ook leidingen voor internet, telefoon, televisie en dergelijke aangebracht op de oprolbare installatiemat volgens de vinding. Hiermee kunnen de genoemde voordelen en effecten verder worden versterkt en uitgebreid tot deze genoemde bijkomende leidingen.

Door het voorzien van oprolbare draagmat wordt bewerkstelligd dat deze op effectieve wijze als geheel naar een afnemer en eindgebruiker kan worden getransporteerd. Dit maakt efficiënte opslag en transport mogelijk. Desgewenst is het mogelijk meerdere ruimtes of gebouwen van vloerverwarmingsmatten te voorzien die op een enkele rol worden aangeleverd.

De draagmat is bij voorkeur met een handgereed schap inknipbaar zodanig dat dit op effectieve wijze door een monteur of andere gebruiker uitgevoerd kan worden. Hierdoor is het mogelijk de draagmat en de daarop bevestigde leiding indien nodig aan te passen op de ruimte tijdens de installatiewerkzaamheden. Zo kan deze bijvoorbeeld worden aangepast aan een hoek van de ruimte of rond een pilaar van een gebouw worden geïnstalleerd.

In een voordelige uitvoeringsvorm volgens de vinding is ten minste een deel van de op de draagmat aangelegde leidingen en buizen aan weerszijden van de draagmat voorzien.

Door afzonderlijke leidingen en buizen aan weerszijden van de draagmat te voorzien kunnen deze in een keer in een gewenst patroon worden geïnstalleerd. Hiermee worden bijvoorbeeld kruisende leidingen vermeden. Een verder voordeel kan worden behaald bij een gecombineerd verwarmings- en koelsysteem, waarbij verwarmingsleidingen aan een in gebruik naar boven gerichte zijde op de draagmat zijn voorzien en koelleidingen aan een in gebruik naar onder gerichte zijde op de draagmat zijn voorzien. Dit is met name voordelig bij toepassing op tussenvloeren of verdiepingsvloeren. Hiermee is het mogelijk de mat zowel als vloerverwarming voor de ene ruimte als plafondkoeling voor de andere ruimte te benutten.

Opgemerkt wordt dat de leidingen volgens diverse uitvoeringen elkaar gedeeltelijk kunnen overlappen of zelfs geheel uitgelijnd kunnen zijn. Dit is bijzonder voordelig in combinatie met een gaas vormige drager, zoals een metalen gaas of een kunststof gaas, aangezien de leidingen dan eenvoudig gezamenlijk te bevestigen zijn aan de draagmat, door de leidingen op posities waar ze elkaar kruisen / overlappen gezamenlijk aan de mat te bevestigen, bijvoorbeeld door middel van een vlechtmachine, een “tackeri’apparaat, een “tie-wrap”-apparaat (Engels: “cable tie gun” of “cable tie tool”) en/of het gebruik van een klittenbandmachine, waarmee bij voorkeur klittenband vanaf een rol bij een dubbele meander uitvoering wordt toegepast.

In een voordelige uitvoering volgens de vinding is ten minste een deel van de leidingen afgeperst.

Elk van de leidingen kan worden afgeperst door de uiteinden daarvan te voorzien van een geschikte afsluiter, zodat het afpersmedium, zoals lucht of water, in de leiding wordt gehouden. Bij voorkeur is de leiding afgeperst met lucht, bijvoorbeeld perslucht. Door de leiding af te persen met lucht, neemt het gewicht van de leiding niet toe door het afpersen. Doordat de leiding is gevuld met lucht, en is afgesloten, zal in de opgerolde toestand van het vloerdeel de leiding minder snel indeuken. Hierdoor kan een relatief lang vloerdeel worden opgerold, zonder dat de leiding in de opgerolde toestand beschadigd door het gewicht van het opgerolde pakket. Het afpersmedium kan op diverse wijzen worden uitgevoerd, zoals afpersdoppen of afdichtdoppen.

De draagmat is bijvoorbeeld een gaasconstructie die enerzijds stabiel genoeg is voor het dragen van de daarop aangebrachte leidingen en anderzijds flexibel genoeg is voor het oprollen en inknippen daarvan. In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm is de benodigde kracht die op de draagmat uitgeoefend dient te worden voor het doorknippen kleiner dan 500 N, bij voorkeur kleiner dan 300 N en met meer voorkeur kleiner van 100 N. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van een zogeheten zijsnijtang of middensnijtang. Het materiaal van de draagmat betreft bijvoorbeeld een metaal met een draaddikte van 1 tot 3 mm. De maaswijdte van de draagmat ligt bij voorkeur in het bereik van 5 tot 20 cm, met meer voorkeur bedraagt de maaswijdte zo’n 15 cm.

In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm is de draagmat voorzien van een gaas- of roosterstructuur omvattende langsdraden en breedtedraden voorzien van een diameter in het bereik van 0,5 tot 5,0 mm, bij voorkeur in het bereik van 1,0 tot 3,0 mm. Het is gebleken dat toepassing van dergelijke diameters een in de praktijk oprolbare draagmat verschaft en een na plaatsing voldoende stabiele en stijve constructie. Bij voorkeur is de diameter van de langsdraad kleiner dan de diameter van de breedtedraad. Hiermee wordt de mogelijkheid voor het oprollen van de draagmat voor opslag en transport verbeterd, terwijl stabiliteit en stijfheid na plaatsing behouden blijft. Als alternatief en bij voorkeur aanvullend worden de langsdraden en breedtedraden voorzien van enigszins verschillende materiaaleigenschappen door gebruik van verschillende materialen, waaronder legeringen. Bij voorkeur is de langsdraad dunner en zachter uitgevoerd dan de breedtedraad. Hiermee wordt de flexibiliteit voor opslag en transport verbeterd en blijft stabiliteit en stijfheid na plaatsing behouden.

Het metaal betreft bijvoorbeeld een verzinkt metaal, zoals verzinkt staal of verzinkt ijzer, of een gegalvaniseerd metaal, zoals gegalvaniseerd staal of gegalvaniseerd ijzer. Als alternatief kan ook gebruik worden gemaakt van een kunststof draagmat van bijvoorbeeld polyethyleen, polypropyleen, polyvinylchloride, gechloreerd polyvinylchloride en/of kunststof folie zoals polyethyleen folie. De draagmat kan zijn uitgevoerd als een onderbroken drager of in een huidige geprefereerde uitvoeringsvorm als een gaasvormige drager. Verdere alternatieve materialen zijn ook mogelijk volgens de vinding, waaronder rubber, textiel, bamboe en/of riet.

In een verdere voordelige uitvoeringsvorm volgens de vinding is de installatiemat voorzien van een isolatielaag.

Door het voorzien van een isolatielaag worden de eigenschappen van de installatiemat ten aanzien van warmte- en/of koelefficiëntie verder verbeterd. Zo kan een dergelijke isolatiemat in geval van een vloerverwarming aan de onderzijde van de draagmat zijn bevestigd. Hiermee wordt warmte en/of koeling gericht naar de gewenste zijde van de vloerverwarmingsmat. Bij voorkeur is de isolatiemat oprolbaar voorzien en wordt deze vooraf onder gecontroleerde (fabrieks)omstandigheden aan de draagmat bevestigd. Desgewenst is het ook mogelijk de isolatiemat bij plaatsing aan te brengen.

In een verdere voordelige uitvoeringsvorm volgens de vinding is ten minste de vloerverwarmingsleiding ter plaatse van een overgang naar een volgende subsectie van de draagmat voorzien van een verruimde lus, en is de draagmat daarbij ter plaatse van de overgang inknipbaar en omklapbaar, zodanig dat na plaatsing twee naastgelegen subsecties van een vloerverwarming en/of koeling door de verruimde lus met een doorlopende en aaneengesloten leiding zijn verbonden.

Door het voorzien van een inknipbare en omklapbare draagmat is het mogelijk secties, in het bijzonder subsecties, van de mat in te knippen zodanig dat een deel van de mat omgeklapt kan worden. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk de afzonderlijke draden van de draagmat die zich uitstrekken in de lengterichting op een bepaalde positie door te knippen, waarbij eventueel één draad intact blijft. Voorts kan deze ene draad worden verbogen waardoor het restant van de draagmat als het ware omgeklapt kan worden, in het bijzonder gerelateerd aan een in hoofdzaak plat vlak van de mat, waardoor de mat op eenvoudige wijze doorgelegd kan worden.

Door de installatiemat volgens de vinding op of nabij een overgang naar een volgende subsectie te voorzien van een verlengde of verruimde lus kan dit omklappen van de draagmat worden uitgevoerd zonder dat de leiding doorgeknipt of anderszins onderbroken hoeft te worden. Een dergelijke verlengde of verruimde lus wordt ook wel aangeduid als omklaplus. Met een dergelijke omklaplus blijft de leiding een doorlopende, aaneengesloten leiding, waarbij geen additionele koppelingen aangebracht hoeven te worden. Doordat geen koppelingen aangebracht hoeven te worden kan de installatiemat in relatief korte tijd worden geplaatst. Bijkomend levert deze enorme reductie aan benodigde koppelingen een additionele kostenbesparing aan materiaalkosten op. Verder bijkomend wordt door het terugdringen van het aantal koppelingen het risico op lekkages door een foutieve koppeling enorm gereduceerd.

Door het voorzien van een verruimde lus of omklaplus ter plaatse van een overgang is het voor een monteur of andere gebruiker van de installatiemat als bijkomend voordeel extra duidelijk hoe de mat in een ruimte geplaatst dient te worden en waar de draagmat ingeknipt en eventueel omgeklapt dient te worden. Dit geeft een bijkomende controle op een juiste plaatsing van de installatiemat volgens de vinding. Dit wordt in het bijzonder mogelijk gemaakt door het bij voorkeur op specificatie maken van de vloerverwarmingsmat specifiek voor een beoogd gebouw. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om in geval van een woning of appartement de afzonderlijke ruimtes die voorzien dienen te worden van vloerverwarming in te meten, of zelfs direct de bouwtekeningen door te sturen naar de productielocatie van de vloerverwarmingsmat, waardoor de installatiemat op specificatie vervaardigbaar is. Hierdoor kan de vloerverwarmingsmat reeds direct met de gewenste afmetingen worden vervaardigd zodat de benodigde arbeid verder gereduceerd kan worden. Dit vergroot de hiervoor genoemde voordelen nog verder.

De vinding heeft voorts tevens betrekking op een vloer voorzien van een installatiemat in een uitvoeringsvorm zoals voorgaand beschreven.

Een dergelijke vloer biedt gelijke voordelen en effecten als beschreven voor de oprolbare buis en/of de oprolbare installatiemat.

De uitvinding heeft voorts tevens betrekking op een inrichting en werkwijze voor het vervaardigen en/of voorzien van een installatiemat in een uitvoeringsvorm volgens de vinding. De werkwijze omvat daarbij naast het voorzien van een inrichting voor het vervaardigen van een dergelijke installatiemat de volgende stappen:

- het bepalen van afmetingen en configuratie van de installatiemat;

- het inlezen van de bepaalde afmetingen en configuratie;

- het naar de inrichting aanvoeren van vloerverwarmingsleiding, draagmat en buis, zoals een rioolbuis;

- het volgens de afmetingen en configuratie aanbrengen van leidingen en buis op de draagmat; en

- het uit de inrichting halen van de draagmat.

Een dergelijke inrichting en werkwijze verschaffen soortgelijke voordelen en/of effecten als beschreven voor de oprolbare buis, installatiemat en/of vloer.

De werkwijze omvat in een voordelige uitvoeringsvorm ten aanzien van het inlezen van een bepaalde afmeting of configuratie de volgende stappen:

- het aan de inrichting aanleveren van gewenste specificaties van de beoogde locatie waar de installatiemat aangebracht dient te worden; en

- het bepalen van het gewenste productieschema met een aantal secties en/of subsecties voorzien van de gewenste afmetingen en configuraties.

Door het aanleveren van de gewenste specificaties, bijvoorbeeld in de vorm van een Autocad tekening, kan op effectieve wijze een prefab installatiemat worden gerealiseerd onder gecontroleerde condities. Bij voorkeur wordt hierbij een productieschema bepaald, waarmee de verschillende secties en subsecties op effectieve wijze op de draagmat aangebracht kunnen worden door de inrichting.

Een geprefabriceerde installatiemat wordt volgens de vinding vervolgens getransporteerd en aangebracht op een gewenste locatie in een gebouw, bijvoorbeeld een woning, appartement of bedrijfspand. Dit aanbrengen omvat bij voorkeur het in of op de ondergrond positioneren van de installatiemat, het nabij de overgang inknippen en omklappen van de installatiemat, en het in een andere richting doorleggen hiervan. Hiermee kan op effectieve wijze de installatiemat volgens de vinding worden geplaatst in het gebouw. Hiermee worden de hiervoor reeds genoemde voordelen op effectieve wijze gerealiseerd.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de uitvinding worden toegelicht aan de hand van voorbeelduitvoeringen daarvan, waarbij wordt verwezen naar de bijgevoegde figuren, waarin tonen:

- figuur 1 A,B een aanzicht van een installatiemat volgens de vinding;

- figuur 2A-B zijaanzichten van een opgerold installatiemat volgens de vinding;

- figuur 3A-E aanzichten van de oprolbare (riool)buis volgens de vinding;

- figuur 4 een schematisch overzicht van de werkwijze van een uitvoeringsvorm volgens de vinding; en

- figuren 5 en 6 een aanzicht van een inrichting voor het vervaardigen van een installatiemat volgens de vinding.

Vloerverwarmingsmat 2 (Figuren IA, 1B) omvat een draagmat 4 als gaasmateriaal waarop eerste leiding 6 en tweede leiding 8 met behulp van tie-wraps 10 zijn vastgezet. In de lengterichting van draagmat 4 zijn leidingen 6, 8 op onderlinge afstand L aangebracht en in dwarsrichting van mat 4 op onderlinge afstand D in bochten 12. Bij overgang 14 tussen eerste subsectie 16 en tweede subsectie 18 is additionele of verlengde of verruimde lus of omklaplus 20 voorzien, waarbij eerste leiding 6 en tweede leiding 8 dichter bij elkaar worden gebracht dan op afstand D. Aan de zijranden van draagmat 4 is optioneel vrije strook B voorzien. Optioneel is isolatiemat 21 aangebracht aan de onderzijde van draagmat 4. In de getoonde uitvoeringsvorm is isolatiemat 21 voorzien uit eerste deel 21a en tweede deel 21b die deelbaar zijn bij overgang 14.

In de getoonde uitvoeringsvorm is buis 102 aangebracht, evenals elektraleiding 104. Elektraleiding 104 is bij voorkeur uitgevoerd als platte leiding, optioneel met stekker of koppeling 105. Buis 102 is voorzien van koppelstuk 106 die als een soort mof met een buitendeel om rechthoekige koker 108 wordt geschoven. Buitendeel 110 is hierbij plaatsbaar over rechthoekige koker 108 waarbij koppeldeel 112 wordt geschoven in het inwendige van kokerprofiel 108. In de getoonde uitvoeringsvorm wordt koppelstuk 106 met afnemende inwendige diameter voorzien in een stromingsrichting S om daarmee het risico op lekkage te verkleinen. Voor aansluiting op een slang of afvoer 114 van bijvoorbeeld een keukenwasbak is in de getoonde uitvoeringsvorm alternatieve koppeling 116 voorzien. Hiermee kan op effectieve wijze een aansluiting op de oprolbare buis 102 worden verschaft.

In de getoonde uitvoeringsvorm is mat 2 voorzien van eerste subsectie 16 en tweede subsectie 18 die bij overgang 14 worden gedeeld door het doorknippen van gaasdelen waardoor subsecties 16, 18 worden gescheiden. Doorgeknipte gaas verbindingen 22 omvatten in een uitvoeringsvorm een buitenste doorgeknipt gaas verbinding 24. In de getoonde uitvoeringsvorm (Figuur 1B) is binnenste gaasverbinding 26 intact gelaten en wordt omgebogen tot omgebogen gaasdeel 26. Vervolgens worden eerste en tweede subsecties 16, 18 relatief ten opzichte van elkaar omgeklapt in de richting A in het vlak van mat 2 zodat deze zich in de getoonde uitvoeringsvorm parallel aan elkaar uitstrekken. Hierdoor hoeven de afzonderlijke banen van subsecties 16, 18 niet gekoppeld te worden aangezien eerste leiding 6 en tweede leiding 8 door kunnen lopen. Dit wordt mogelijk gemaakt door het buigen van extra lus 20, waarbij de afstand C tussen twee naastgelegen geplaatste subsecties 16, 18 in de getoonde uitvoeringsvorm mede wordt bepaald door de lengte van omgebogen gaasverbinding 26. Hiermee zijn separate koppelingen voor eerste leiding 6 en tweede leiding 8 bij overgang 14 niet vereist. De optionele isolatiemat kan met delen 21 a.b mee bewegen subsecties 16, 18.

Het zal duidelijk zijn dat de configuratie van leidingen 6, 8, 102, 104 volgens de vinding bij voorkeur op effectieve wijze wordt voorzien op draagmat 4.

Opgerolde installatiemat 402 (Figuur 2A) toont een opgerolde drager 404 met daarop aan één zijde aangebrachte leiding of leidingen 406 en optioneel aan de andere zijde isolatiemat 408. Installatiemat 402 kan bij voorkeur zowel in lengterichting als in breedterichting worden opgerold. Tevens zijn buis 102 en elektraleiding 104 aangebracht. In een alternatieve uitvoeringsvorm is mat 502 (Figuur 2B) voorzien van opgerolde mat 504 waarbij aan weerszijden leidingen 506, 508 zijn aangebracht, eventueel voorzien van optionele isolatiemat 510. Leidingen 406, 506, 508 kunnen zijn aangebracht in een meanderconfiguratie, slakkenhuisconfiguratie of een andere niet getoonde configuratie.

Oprolbare buis 102 kan in een platte toestand (figuur 3A) met zijwanden 118 en bovenzijde/onderzijde 120 worden opgeslagen, getransporteerd en aangevoerd. In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm is buis 2 in gebruikstoestand voorzien van een rechthoekige doorstroombare doorsnede. Het zal duidelijk zijn dat andere uitvoeringsvormen volgens de vinding ook tot de mogelijkheden behoren.

Bij het “rechtop” plaatsen van buis 102 vanuit de platte toestand naar de gebruikstoestand zijn diverse vormfixatie-elementen mogelijk. Zo is het mogelijk het materiaal van buis 102 zodanig uit te voeren dat er een plastische vervorming (figuur 3B) optreedt waardoor de vorm wordt gefixeerd. Ook is het mogelijk dekselelement 122 (figuur 3C) te positioneren over wanden 118 om daarmee de vorm van buis 102 te fixeren. In een verdere alternatieve uitvoeringsvorm is klem of band 124 (figuur 3D) voorzien. Klem of band 124 kan als een band of ring over spanband of soortgelijk worden voorzien. In een verdere alternatieve uitvoeringsvorm kunnen klikelementen 126 (figuur 3E) worden voorzien die functioneren als een soort deurvanger in een caravanuitvoering. Het zal duidelijk zijn dat combinaties en/of alternatieven ook mogelijk zijn volgens de vinding.

Indien een gebouw voorzien dient te worden van een installatie, bij voorkeur ook geschikt voor koeling, omvat de werkwijze 702 (Figuur 4) allereerst het ontwerpen 704 van een installatiemat met een aantal secties en subsecties. Hiertoe worden de specificaties en andere benodigde gegevens ingelezen in stap 706. Dit inlezen kan gebeuren op een geautomatiseerd systeem dat werkzaam is verbonden met de inrichting of op een decentraal systeem dat zelf in staat is meerdere inrichtingen aan te sturen en eventueel daar een logistieke planning bij te maken. Het inlezen gebeurt bijvoorbeeld door het inlezen van Autocad tekeningen van het betreffende gebouw, waarna de productieschema’s worden gemaakt, en in productiestap 708 de mat gemaakt kan worden met optioneel de additionele lus 20. Na productie wordt de vloerverwarmin asmat opgeslagen en getransporteerd, bij voorkeur op een rol en optioneel in afgeperste toestand in stap 710. Vervolgens wordt op de betreffende bouwlocatie in stap 712 de mal geplaatst, waarbij ter plaatse in positioneringsstap 714 de mat wordt ingeknipt en omgeklapt waar nodig. Hierbij kan een installateur/gebruiker gebruik maken van de visuele herkenningspunten die met behulp van additionele lussen zijn aangebracht op de installatiemat. Na het positioneren van de vloerverwarmingsmat wordt deze in stap 716 aangesloten op overige delen van een installatiesysteem. Dit aansluiten is met een mat volgens de vinding aanzienlijk vereenvoudigd doordat het aantal benodigde koppelingen aanzienlijk is gereduceerd. Na aansluiting volgt de ingebruikname in stap 718.

Machine 800 (Figuren 5, 6) omvat een rol 802 voor de aanvoer van een gaasvormige draagmat 804. Omwille van de duidelijkheid is in figuur 6 het raster van de draagmat 804 niet weergegeven, echter draagmat 804 is in werkelijkheid gaasvormig.

De draagmat 804 wordt vanaf de aanvoerrol 806 naar twee transportbanden 808a, 808b geleid. Optioneel is een geleiderrol 810 voorzien om de draagmat richting de transportbanden 806a, 806b te geleiden. De transportbanden 806a, 806b zijn voorzien van noppen, zodat de noppen in de mazen van de gaasvormige draagmat 804 kunnen haken, om zo de gaasvormige draagmat 804 te transporteren. De draagmat 804 wordt door de transportbanden 804a, 804b in de richting van de pijl P getransporteerd, waarna de draagmat 804 wordt opgerold op een rol 812. Optioneel is aan deze uitvoerzijde een geleiderrol 814 voorzien. De geleiderrollen 810, 814 dragen bij aan het op de transportband houden van de draagmat 804. Op soortgelijke wijze kunnen buizen 102 en elektraleidingen 104 worden aangebracht. De werking zal navolgend aan de hand van leiding 816 worden toegelicht.

De eerste leiding 816 wordt aangevoerd vanaf een rol 818. Boven de draagmat is een rail 820 ingericht, waarlangs een loopwagen 822 heen en weer kim bewegen. De loopwagen is voorzien van één of meer omleidrollen 824, 826 die de leiding 816 op de draagmat 804 positioneren.

De machine 800 omvat bovendien een tie-wrap-apparaat, of vlechtmachine (niet weergegeven) of klittenbandmachine (niet weergegeven) waarbij bijvoorbeeld leidingen met klittenband op een klittenband draagmat worden geplaatst, om de leiding 816 die door de omleidrollen 814, 816 in dwarsrichting over de draagmat 804 is gelegd, aan de gaasvormige draagmat 804 te bevestigen. Bijvoorbeeld is het tie-wrap-apparaat of de vlechtmachine eveneens voorzien aan loopwagen 822. Alternatief kan het tie-wrap-apparaat of de vlechtmachine zich ook aan de andere zijde van de draagmat 804 bevinden ten opzichte van de loopwagen, om vanaf deze zijde de leiding 816 aan de gaasvormige draagmat 804 te bevestigen.

Daarna beweegt de loopwagen 822 in tegengestelde richting om een nieuw deel van de leiding 816 over de gewenste breedte op de draagmat 804 te plaatsen, waarbij de bevestigingsmiddelen van apparaat ook dit deel van leiding 816 op de draagmat 804 bevestigen, De eventuele tweede leiding 824 voor het vloerdeel/mat wordt op vergelijkbare wijze aangebracht op de draagmat 804.

In machine 800 wordt de draagmat 804 horizontaal getransporteerd langs de bevestigingsmiddelen. Het is echter eveneens mogelijk om de machine 800 (figuur 6) zodanig in te richten dat de draagmat 804 verticaal getransporteerd wordt langs de bevestigingsmiddelen. Bij voorkeur zijn in dat geval de bevestigingsmiddelen, zoals een tie-wrap-apparaat of een vlechtmachine of een klittenbandmachine, voorzien aan de loopwagens 822, zodat de leidingen 816, 824 meteen aan de draagmat 804 bevestigd kunnen worden terwi j 1 de loopwagens 822 de leidingen 816, 824 op de draagmat 804 positioneren. In de getoonde uitvoeringsvorm is ter plaatse van lus 826 de binnenlus op automatische wijze dichter geplaatst, of zelfs gelegd tegen, de buitenlus om op deze positie in een later stadium het omklappen mogelijk te malven, op een wijze getoond in figuren 1 A,B. Het zal duidelijk zijn dat in machine 800 ook verdere processtappen meegenomen kunnen worden en/of op andere alternatieve wijze kunnen worden voorzien.

De onderhavige uitvinding is geenszins beperkt tot de bovenbeschreven uitvoeringen daarvan. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies binnen de strekking waarvan modificaties denkbaar zijn.

Claims (5)

1. CONCLUSIES

   1. Oprolbare bots geschikt, voor bijvoorbeeld waterafvoer zoals een rioolbuis, waarbij de buis omvai lende:

   5 -- een kokerproiïeï van een oprolbaar materiaal;

   - éên of meer vornifixatie-eïementen ingericht voor het in een gebruiks toes tand houden van de huis, waarbij de buis is ingericht voor het overbrengen van een platte transport- en opslagtoestand naar een gebruiksloestand.
2. 2. Oprolbare buis volgens conclusie L waarbij de vormfixatie-eleme-nten één of meer van dt groep omvatten bestaande uit: een plastisch vervetmingseletnenf, een deksel, een koppelelemenr, een nok.

   15
3. 3. Oprolbare buts volgens conclusie 2, waarbij bet. koppelelement of de nok aan de binnenzijde van het kokerprofiel is voorzien.
4. 4. Oprolbare installatiemat, omvattende:

   - een oprolbare draagmat ingericht voor bet op of in een ondergrond van een bouwwerk

   20 plaatsen daarvan;

   -- een aan de draagmat bevestigde vloerwarmingsleiding; en

   - een aan de draagmat bevestigde oprolbare huis volgens één van de voorgaande conclusies.

   25 5. Oprolbare installatiemat volgens conclusie 4. verder omvattende een aan de draagmat bevestigde elektraleiding.

   6. Oprolbare installatiemat volgens één van de voorgaande conclusies 4-3, waarop de buis en ten minste één van de vloerverwiumingsleidingen aan weerszijden van de draagmat zijn

   30 voorzien.

   7. Oprolbare insiullatiemal volgens één van de. voorgaande conclusies 4-6, waarbij ten minste een deel van de op de draagmat aangebrachte leidingen en buizen is atgeperst.

   35 8. Oprolbare instnllaiiemat volgens één van de voorgaande conclusies 4-7, waarbij de draagmat is voorzien van een gaas- of roostersintctuur omvattende langsdraden en breedtedraden voorzien van een diameter in het bereik van 0,5 tot 5,0 mm, bij voorkeur in het bereik van 1,0 tot 3,0 mm.

   9. Oprolbare installatiemat volgens conclusie 8, waarbij de diameter van de langsdraad kleiner is dan de diameter van de breedtedraad.

   10. Oprolbare installatiemat volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de draagmat verder is voorzien van een isolatielaag.

   11. Oprolbare installatiemat volgens één der voorgaande conclusies, waarbij ten minste de vloerverwarmingsleiding ter plaatse van een overgang naar een volgende subsectie van de draagmat is voorzien van een verruimde lus, en waarbij de draagmat ter plaatse van de overgang inknipbaar en omklapbaar is, zodanig dat na plaatsing twee naastgelegen subsecties van een vloerverwarming en/of koeling door de verruimde lus met een doorlopende en aaneengesloten leiding zijn verbonden.

   12. Vloer voorzien van een installatiemat volgens één van de conclusies 4-11.

   13. Inrichting voor het vervaardigen van een installatiemat volgens één van de conclusies 4-

   11.

   14. Werkwijze voor het voorzien van een installatiemat, de werkwijze omvattende de stappen:

   - het voorzien van een inrichting voor het vervaardigen van een installatiemat volgens één van de conclusies 4-11;

   - het bepalen van afmetingen en configuratie van de installatiemat;

   - het inlezen van de bepaalde afmetingen en configuratie;

   - het naar de inrichting aanvoeren van vloerverwarmingsleiding, draagmat en buis;

   - het volgens de afmetingen en configuratie aanbrengen van leidingen en buis op de draagmat; en

   - het uit de inrichting halen van de draagmat.

   15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij het inlezen van de bepaalde afmetingen en configuratie omvattende:

   - het aan de inrichting aanleveren van gewenste specificaties van de beoogde locatie waar de installatiemat aangebracht dient te worden; en

   - het bepalen van het gewenste productieschema met een aantal secties en/of subsecties voorzien van de gewenste afmetingen en configuraties.

   16. Werkwijze volgens conclusie 14 of 15, verder omvattende de stap van het transporteren
5. 5 en aanbrengen van de opgerolde installatiemat op een gewenste locatie.

   

   

   

   

   

   

   

   

   

   

   

   S/7

   

   I

   

   $