NL2019832B1 - Systeem met gekoppelde tegels voor vloeren of panelen - Google Patents

Abstract

Beschreven wordt een systeem met onderling te verbinden tegels voor een vloer, plafond, muur of paneel, waarbij elke tegel een grondvlak heeft dat aan diens omtrek vastzit op een zich naar onder uitstrekkende omtreksrand, waarbij vanaf het grondvlak onderling door een raamwerk aan open kanalen van elkaar gescheiden verhogingen oprijzen, de omtreksrand een buitenkant heeft die is voorzien van ten minste een paar koppelorganen voor koppeling met een aangrenzende tegel wiens omtreksrand aan diens buitenkant is voorzien van ten minste een ander paar koppelorganen, in gekoppelde toestand van de ene en de andere paren koppelorganen de omtreksranden van aan elkaar grenzende tegels tegen elkaar liggen, en elk paar van de ene en de andere paren koppelorganen een eerste koppelorgaan en een tweede koppelorgaan heeft die onderling complementair zijn en die elk zijn voorzien van een steunvlak, welke steunvlakken zodanig zijn uitgevoerd dat in voornoemde gekoppelde toestand het steunvlak van het eerste koppelorgaan van voornoemd paar op de ene tegel uitgeoefende drukkrachten van de ene naar de andere tegel overdraagt en het steunvlak van het tweede koppelorgaan van voornoemd paar op de andere tegel uitgeoefende drukkrachten van de andere naar de ene tegel overdraagt.

Description

SYSTEEM MET GEKOPPELDE TEGELS VOOR VLOEREN OF PANELEN

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een systeem met onderling te verbinden tegels, en op het gebruik van dergelijke tegels voor het bedekken van een al of niet tijdelijke vloer, muur, plafond of paneel.

Een dergelijk systeem voor het leggen van tegels voor bijvoorbeeld tijdelijke vloeren, zoals bij exposities, beurzen, tentoonstellingen, en dergelijke is algemeen bekend. Probleem bij de bekende vloeren is dat de ondergrond nogal eens ongelijk is, waardoor het lopen over individueel meegevende tegels van de vloer als onprettig wordt ervaren en de aandacht van het publiek afleid van hetgeen geëxposeerd wordt.

Ook is het aanbrengen van extra elektrische aansluitpunten voor bijvoorbeeld verlichting of ten behoeve van laptops, computers of I-phones, nadat de tegelvloer is gelegd een probleem. Vaak worden dan extra lange kabels zoveel mogelijk uit het zicht en uit het loopgebied, bijvoorbeeld langs de rand van de vloerbedekking of achterlangs meubels of toonbanken gelegd. De kabels liggen daar vaak los of worden ergens aan vastgeplakt.

Doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een mechanisch stabieler systeem met onderling te verbinden tegels dat bovendien meer flexibiliteit en veiligheid biedt ten aanzien van de hierboven geschetste problemen.

Daartoe heeft het systeem overeenkomstig de uitvinding de kenmerken van conclusie 1.

Voordeel van het systeem volgens de uitvinding is dat bij het koppelen van naburige tegels deze eenvoudig met elkaar in aangrijping kunnen worden gebracht, waarbij de paren koppelorganen met hun complementaire eerste en tweede koppelorganen eenvoudig in elkaar schuiven. Met voordeel hoeven de tegels daarbij bijvoorbeeld niet te worden opgetild of in diverse verschillende richtingen te worden gemanoeuvreerd om in juiste posities onderling te worden gekoppeld.

In gekoppelde toestand is het geheel van onderling in positie gefixeerde tegels bovendien in staat om, via de steunvlakken die aanwezig zijn op de gekoppelde eerste en tweede koppelorganen, met voordeel drukkrachten op elkaar over te brengen en deze zodoende onderling gelijkelijk te verdelen. Het effect van het belasten van op enigszins ongelijke ondervloeren aangebrachte gekoppelde tegels, ten aanzien van het individueel bewegen van met name naburige gekoppelde tegels, wordt hierdoor beperkt. Hierdoor ontstaat een modulair zelfdragend systeem.

Van voordeel is verder dat kabels, leidingen of buizen ook na het leggen van de gekoppelde tegels nog tussen de verhogingen in de kanalen kunnen worden aangebracht, en daarin wegzinken. De tegels hoeven dus met voordeel hierbij niet te worden losgemaakt en weer vastgemaakt. Voorts is geen sprake van hinder van de verzonken kabels en dergelijke bij het daarna over het vloersysteem volgens de uitvinding lopen. En dit vloersysteem biedt in de praktijk de mogelijkheid om bijvoorbeeld de bovenoppervlakken van de verhogingen of daarop te leggen afdekplaten van een opdruk, bijvoorbeeld ten behoeve van reclame uitingen, te voorzien.

Een voorkeur uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat het eerste koppelorgaan een in de buitenkant van de omtreksrand aangebrachte sleuf vormt, waarvan de bovenste begrenzing diens steunvlak is, en een het tweede koppelorgaan een vanaf de buitenkant van de omtreksrand uitstekende nok vormt waarvan de bovenste begrenzing diens steunvlak is.

Voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat deze koppelorganen eenvoudig, bijvoorbeeld al bij de productie van de tegels, zijn te integreren of daarop zijn aan te brengen.

Een verdere uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat het systeem is voorzien van klemstukken die op posities langs de omtrek van aangrenzende tegels zijn aan te brengen en deze vast met elkaar verbinden op een wijze waarbij van boven de tegels gezien het raamwerk van open kanalen en van daardoor van elkaar gescheiden verhogingen met voordeel intact blijft.

In een verdere uitvoeringsvorm zijn de klemstukken uitgevoerd om van boven af voor de helft in de ene en voor de andere helft in de naburige andere tegel te worden gehaakt, en zijn uitgevoerd om na het vervolgens scharnieren van betreffend eendelig klemstuk door middel van daarop aangebrachte snaporganen in de betreffende positie te worden vastgeklemd.

Voordeel hiervan is dat voor het vastklemmen van naburige tegels deze door de koppelorganen in positie gefixeerd blijven, omdat in die positie de klemstukken zijn aan te brengen die als een soort brugelement een mechanisch stabiele klemverbinding vormen tussen naburige tegels.

Verder gedetailleerde uitvoeringsvormen die in de overige conclusies zijn uiteen gezet, zijn samen met de daarbij behorende voordelen in de navolgende beschrijving vermeld.

Thans zal het systeem volgens de onderhavige uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de onderstaande figuren, waarin overeenkomstige onderdelen van dezelfde verwijzingscijfers zijn voorzien. Daarbij toont:

Figuur 1 een detailaanzicht met bijbehorende doorsnede van een tegel volgens de uitvinding, welke is voorzien van paren complementaire koppelorganen; tonen

Figuren 2a en 2b respectievelijke bovenaanzichten, en figuur 2c het onderaanzicht van een klemstuk dat geschikt is om naburige tegels onderling vast te klemmen; toont

Figuur 3 een deel van naburige door middel van de koppelorganen in positie gefixeerde tegels die onderling worden verbonden door middel van een daartussen gehaakt, gescharnierd en vastgeklemd klemstuk; en tonen

Figuren 4a en 4b respectievelijke een uiteengenomen voorstelling en de samengebrachte onderdelen van een uitvoeringsvorm van de tegel volgens het systeem van de uitvinding.

Figuur 1 toont een detail van een tegel 1 dat deel uitmaakt van een systeem 2 (zie figuur 3), waarin de tegels 1 onderling zijn verbonden voor het vormen van een vloer, of een bekleding voor bijvoorbeeld een paneel, muur of plafond. De tegel 1 heeft een grondvlak 3 dat aan diens omtrek 4 vastzit op een zich naar onder uitstrekkende omtreksrand 4-1, waarbij vanaf het grondvlak 3 onderling door een raamwerk aan open kanalen 5 van elkaar gescheiden verhogingen 6 oprijzen. De omtreksrand 4-1 heeft een buitenkant die is voorzien van ten minste een paar koppelorganen 7-1, 7-2 voor koppeling met een aangrenzende tegel 1 wiens omtreksrand 4-1 aan diens buitenkant is voorzien van ten minste een ander paar koppelorganen 7-2, 7-1. In gekoppelde toestand, waarin aan elkaar grenzende tegels met hun respectieve omtreksranden 4-1 tegen elkaar liggen (zie figuur 3) is het ene paar koppelorganen 7-1, 7- 2 op de ene tegel gekoppeld met het andere paar hieraan complementaire koppelorganen 7-2, 7-1 op een andere naburige tegel. Elk paar koppelorganen heeft een eerste koppelorgaan 7-1 en een tweede koppelorgaan 7-2 die onderling complementair zijn en die elk zijn voorzien van een steunvlak 8-1 respectievelijk 8-2. Deze steunvlakken zijn zodanig uitgevoerd dat in voornoemde gekoppelde toestand het steunvlak 8-1 van het eerste koppelorgaan 7-1 van voornoemd paar op de ene tegel uitgeoefende drukkrachten van de ene naar de andere naburige tegel overdraagt. Evenzo draagt het steunvlak 8-2 van het tweede koppelorgaan 7-2 van voornoemd paar op de andere tegel uitgeoefende drukkrachten van de andere naar de ene tegel over .

In een eenvoudig te vervaardigen uitvoering, als getoond in Figuur 1, zijn de eerste koppelorganen 7-1 en de tweede koppelorganen 7-2 langwerpig uitgevoerd en hebben zij lengteassen die loodrecht op het grondvlak 3 staan. Met behoud van hun steunfunctie zijn andere vormen denkbaar.

In het bijzonder vormt het eerste koppelorgaan 7-1 een in de buitenkant van de omtreksrand 4-1 aangebrachte sleuf 7-1, waarvan de bovenste begrenzing diens steunvlak 8-1 vormt. Terwijl het tweede koppelorgaan een vanaf de buitenkant van de omtreksrand 4-1 uitstekende nok 7-2 vormt waarvan de bovenste begrenzing diens steunvlak 8-2 vormt. Via de in gekoppelde toestand onderling contact makende steunvlakken 8-1 en 8-2 worden drukkrachten over en weer overgedragen van en naar naburige tegels 1, waardoor een mechanisch stabiel systeem 2 ontstaat met tegels die onder invloed van daarop uitgeoefende drukkrachten minder individueel bewegen.

In de uitvoering van de koppelorganen die in figuur 1 is getoond liggen de eerste koppelorganen 7-1 en de tweede koppelorganen 7-2 van elk paar koppelorganen op elke tegel aangrenzend, te weten, naast elkaar. Dit is vervaardigingtechnisch van voordeel. Zij zouden eventueel met een tussenruimte op zekere afstand van elkaar kunnen staan.

Zoals de figuren 2a, 2b en 2c tonen is het systeem 2 van de door de gekoppelde koppelorganen 7-1, 7-2 tegen elkaar in positie gefixeerde tegels 1 verder voorzien van klemstukken 9 die op posities langs de omtrek van aangrenzende tegels zijn aan te brengen en deze onderling vast met elkaar verbinden. Dit geschiedt bij voorkeur op een wijze waarbij van boven de tegels 1 gezien het raamwerk van de open kanalen 5 en van daardoor van de van elkaar gescheiden verhogingen 6 intact blijft. Dit laatste met het oog op het voordeel dat daarin gelegde pijpen, buizen en/of kabels, in het bijzonder elektriciteitskabels, verzonken liggen in de open kanalen 5 tussen bovenoppervlakken van de verhogingen 6.

De in bovenaanzichten in figuren 2a en 2b, en in onderaanzicht in figuur 2c getoonde klemstukken 9 zijn uitgevoerd om van boven af voor de helft in de ene en voor de andere helft in de naburige andere tegel te worden gehaakt; wat in figuur 3 is getoond. Op de plaats waar het klemstuk 9 tussen twee naburige tegels 1 is aan te brengen hebben de ene tegel en de naburige tegel elk een asdeel 10 (fig. 4a), waar overheen bij het insteken van het eendelige klemstuk 9 diens aan een einde aangebrachte liggende U-vormige holtes 11 vallen. Vervolgens scharniert het klemstuk 9 bij het neerwaarts bewegen van het andere einde van het klemstuk 9 om dat asdeel 10. Om daarna door middel van in dit geval op het klemstuk 9 aangebrachte veerkrachtige snaporganen 12 in positie te worden vastgeklemd, zonder dat hiertoe gereedschap nodig is. De snaporganen 12 klikken daarbij over randen 13 die in dit geval in de tegels 1 langs hun omtreksrand 4-1 zijn aangebracht. Het mechanisch omgekeerde hiervan is ook mogelijk. Het lossen van het klemstuk 9, bij demontage, vindt plaats door middel van het door een doorgaand gat 14 in het klemstuk 9 steken van bijvoorbeeld een schroevendraaier, waarmee de veerkrachtige snaporganen 12 worden weggedrukt van de randen 13 en het klemstuk 9 aan het voornoemde andere einde naar boven toe kan worden uitgenomen.

Omdat de bovenkant van elk klemstuk 9 twee door een kanaal 5 gescheiden helften van de verhogingen 6 bevat, welke helften na het aanbrengen van het klemstuk 9, samen met het kanaal 5, correct uitgelijnd aansluiten, blijft hun eerdergenoemde raamwerk intact. Dientengevolge kunnen ook na het positioneren en vastklemmen van de tegels 1 er nog pijpen, buizen en/of kabels, in het bijzonder elektriciteitskabels in de kanalen 5 tussen de verhogingen 6 verzonken worden gelegd. Deze zijn daarin weggewerkt en vormen geen obstakel meer. Deze kabels en dergelijke kunnen zelfs daarin in een trekkracht ontlastende lus worden gelegd.

Desgewenst kunnen de bovenoppervlakken 15 van de verhogingen 6 zijn voorzien van een gewenst opdruk, in de vorm van teksten en/of afbeeldingen. Eventueel kunnen de onderling verbonden tegels 1 worden afgedekt door al of niet van een opdruk voorziene afdekplaten 16, waar overheen kan worden gelopen. Figuur 4 toont een afdekplaat 16 die een rand 17 heeft die om de verhogingen valt en op het bovenoppervlak van het grondvlak 3 valt. De tegels zijn zo vorm gegeven dat deze nestbaar stapelbaar zijn uitgevoerd, wat leidt tot een laag opslag- en transportvolume.

Figuur 5 toont nog dat in de rand 17 en in de omtreksrand 4-1 inkepingen 18 zitten waardoorheen de kabels en dergelijke onder de tegels door kunnen lopen. De onderkant van de tegels heeft een ribstructuur die krachten van wel 900 kg per tegel kan dragen.

Claims (12)

1. Systeem met onderling te verbinden tegels voor een vloer, plafond, bekleding of paneel, waarbij: - elke tegel een grondvlak heeft dat aan diens omtrek vastzit op een zich naar onder uitstrekkende omtreksrand, waarbij vanaf het grondvlak onderling door een raamwerk aan open kanalen van elkaar gescheiden verhogingen oprijzen, - de omtreksrand een buitenkant heeft die is voorzien van ten minste een paar koppelorganen voor koppeling met een aangrenzende tegel wiens omtreksrand aan diens buitenkant is voorzien van ten minste een ander paar koppelorganen, - in gekoppelde toestand van de ene en de andere paren koppelorganen de omtreksranden van aan elkaar grenzende tegels tegen elkaar liggen, en - elk paar van de ene en de andere paren koppelorganen een eerste koppelorgaan en een tweede koppelorgaan heeft die onderling complementair zijn en die elk zijn voorzien van een steunvlak, welke steunvlakken zodanig zijn uitgevoerd dat in voornoemde gekoppelde toestand het steunvlak van het eerste koppelorgaan van voornoemd paar op de ene tegel uitgeoefende drukkrachten van de ene naar de andere tegel overdraagt en het steunvlak van het tweede koppelorgaan van voornoemd paar op de andere tegel uitgeoefende drukkrachten van de andere naar de ene tegel overdraagt.

2. Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de eerste en tweede koppelorganen van elk voornoemd paar koppelorganen op elke tegel aan elkaar grenzen.

3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de eerste en tweede koppelorganen langwerpig zijn uitgevoerd en lengteassen hebben die loodrecht op het grondvlak zijn gericht.

4. Systeem volgens een van de conclusies 1-3, met het kenmerk dat het eerste koppelorgaan een in de buitenkant van de omtreksrand aangebrachte sleuf vormt, waarvan de bovenste begrenzing diens steunvlak is.

5. Systeem volgens een van de conclusies 1-4, met het kenmerk dat het tweede koppelorgaan een vanaf de buitenkant van de omtreksrand uitstekende nok vormt waarvan de bovenste begrenzing diens steunvlak is.

6. Systeem volgens een van de conclusies 1-5, met het kenmerk dat de afmetingen van de kanalen zodanig zijn dat daarin gelegde pijpen, buizen en/of kabels, in het bijzonder elektriciteitskabels, verzonken liggen tussen bovenoppervlakken van de verhogingen.

7. Systeem volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de raamwerken op elke tegel respectievelijk, van aangrenzende gekoppelde tegels, zodanig uitgelijnd zijn dat het althans mogelijk is om voornoemde pijpen, buizen en/of kabels, in het bijzonder elektriciteitskabels, in een trekkrachtontlasting vormende lus op het grondvlak in de kanalen te leggen.

8. Systeem volgens één van de conclusies 1-7, met het kenmerk dat het systeem is voorzien van klemstukken die op posities langs de omtrek van aangrenzende tegels zijn aan te brengen en deze vast met elkaar verbinden, bij voorkeur op een wijze waarbij van boven de tegels gezien het raamwerk van open kanalen en van daardoor van elkaar gescheiden verhogingen intact blijft.

9. Systeem volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de klemstukken zijn uitgevoerd om van boven af voor de helft in de ene en voor de andere helft in de naburige andere tegel te worden gehaakt, en zijn uitgevoerd om na het vervolgens scharnieren van betreffend eendelig klemstuk door middel van daarop aangebrachte snaporganen in de betreffende positie te worden vastgeklemd.

10. Systeem volgens één van de conclusies 1-9, met het kenmerk dat de onderling verbonden tegels worden afgedekt door al of niet van een opdruk voorziene afdekplaten die, op de al of niet bedrukte bovenoppervlakken van de verhogingen zijn aan te brengen.

11. Tegel geschikt voor toepassing in het systeem volgens een van de conclusies 1-10, waarbij: - elke tegel een grondvlak heeft dat aan diens omtrek vastzit op een zich naar onder uitstrekkende omtreksrand, waarbij vanaf het grondvlak onderling door een raamwerk aan open kanalen van elkaar gescheiden verhogingen oprijzen, - de omtreksrand een buitenkant heeft die is voorzien van ten minste een paar koppelorganen, welke paar koppelorganen een eerste koppelorgaan en een tweede koppelorgaan heeft die onderling complementair zijn en die elk zijn voorzien van een steunvlak, - het eerste koppelorgaan een in de buitenkant van de omtreksrand aangebrachte sleuf vormt, waarvan de bovenste begrenzing diens steunvlak is, en - het tweede koppelorgaan een vanaf de buitenkant van de omtreksrand uitstekende nok vormt waarvan de bovenste begrenzing diens steunvlak is.

12. Gebruik van de tegel volgens conclusie 11 ten behoeve van het bedekken van een al of niet tijdelijke vloer, een paneel of een bekleding van een muur, plafond of dergelijke.