NL2019826A - Grendelsysteem voor deuren - Google Patents

Grendelsysteem voor deuren Download PDF

Info

Publication number
NL2019826A
NL2019826A NL2019826A NL2019826A NL2019826A NL 2019826 A NL2019826 A NL 2019826A NL 2019826 A NL2019826 A NL 2019826A NL 2019826 A NL2019826 A NL 2019826A NL 2019826 A NL2019826 A NL 2019826A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
locking
operating
door
movable
lock
Prior art date
Application number
NL2019826A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2019826B1 (nl
Inventor
Franciscus Maria Haarhuis Willibrordus
Original Assignee
Franciscus Maria Haarhuis Willibrordus
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Franciscus Maria Haarhuis Willibrordus filed Critical Franciscus Maria Haarhuis Willibrordus
Publication of NL2019826A publication Critical patent/NL2019826A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2019826B1 publication Critical patent/NL2019826B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B1/00Knobs or handles for wings; Knobs, handles, or press buttons for locks or latches on wings
    • E05B1/0038Sliding handles, e.g. push buttons
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D55/00Accessories for container closures not otherwise provided for
    • B65D55/02Locking devices; Means for discouraging or indicating unauthorised opening or removal of closure
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B83/00Vehicle locks specially adapted for particular types of wing or vehicle
    • E05B83/02Locks for railway freight-cars, freight containers or the like; Locks for the cargo compartments of commercial lorries, trucks or vans
    • E05B83/08Locks for railway freight-cars, freight containers or the like; Locks for the cargo compartments of commercial lorries, trucks or vans with elongated bars for actuating the fastening means
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05CBOLTS OR FASTENING DEVICES FOR WINGS, SPECIALLY FOR DOORS OR WINDOWS
    • E05C9/00Arrangements of simultaneously actuated bolts or other securing devices at well-separated positions on the same wing
    • E05C9/04Arrangements of simultaneously actuated bolts or other securing devices at well-separated positions on the same wing with two sliding bars moved in opposite directions when fastening or unfastening
    • E05C9/042Arrangements of simultaneously actuated bolts or other securing devices at well-separated positions on the same wing with two sliding bars moved in opposite directions when fastening or unfastening with pins engaging slots

Abstract

Systeem voor het vergrendelen van deuren, in het bijzonder van een deur van een door wanden begrensde verblijfsruimte of laadruimte, omvattend -een eerste grendelsamenstel met een eerste grendeldeel en een bijbehorend tweede grendeldeel, waarbij van het eerste grendelsamenstel het eerste of het tweede grendeldeel verplaatsbaar is tussen een grendelstand waarin de beide grendeldelen in grendelende aangrijping met elkaar zijn voor het verhinderen van een beweging van de deur uit de gesloten stand daarvan, en een vrijgave-stand waarin de beide grendeledelen uit grendelende aangrijping met elkaar zijn voor het toelaten van een beweging van de deur naar een open stand, -een bedieningsinrichting met een aan de binnenzijde van een wand van de verblijfsruimte of laadruimte aangebracht eerste langwerpig bedieningselement dat verbonden is met de verplaatsbare ene van de beide grendeldelen voor het verplaatsen daarvan tussen de grendelstand en de vrijgave-stand, waarbij het eerste bedieningselement verplaatsbaar is tussen een ruststand waarin de verplaatsbare ene van de beide grendeldelen zich in de vrijgave-stand bevindt en een bedrijfstand, waarin de verplaatsbare ene van de beide grendeldelen zich in de grendelstand bevindt, waarbij de bedieninginrichting voorts omvat: -een bedieningsschuif, die voorzien is van een schuifslot dat in slotrichting door de wand heen reikt en in die richting lineair verplaatsbaar is tussen een van de wand uitstekende toegangsstand en een in de wand ingetrokken slotstand; en -een aan de binnenzijde van de wand aangebracht overbrengingsmechanisme dat werkzaam is tussen het schuifslot en het eerste bedieningselement voor het omzetten van de lineaire verplaatsing van het schuifslot naar de slotstand daarvan naar genoemde verplaatsing van het eerste bedieningselement naar de bedrijfsstand daarvan, en bij voorkeur ook vice versa.

Description

Grendelsvsteem voor deuren
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een grendelsysteem voor deuren, in het bijzonder voor deuren van verblijfsruimtes of laadruimtes, zoals vracht- en opslagcontainers. De uitvinding heeft voorts betrekking op een verblijfsruimte of laadruimte voorzien van een grendelsysteem volgens de uitvinding.
Voor het tegen onbevoegd openen van deuren van vrachtcontainers zijn verscheidene grendelsystemen bekend. Een bekende is onder meer getoond in US octrooi 3.544.145, waarin per deur twee verticale stangen voorzien zijn, die door op de deur bevestigde beugels draaibaar geleid zijn en aan elk van hun uiteinden voorzien zijn van een pal. Boven en beneden de deuren, op het frame van de container, zijn haken voorzien, waarmee de pallen in grendelaangrijping kunnen worden gebracht, door verdraaiing van de stangen met behulp van daarop bevestigde zwenkstangen. De zwenkstang kan tegen de deur geplaatst worden en in die positie vastgelegd worden met een slot.
Een ander grendelsysteem is bekend van NL octrooiaanvrage 90.00715, welk systeem een tweedelige beugel omvat, waarbij elk beugeldeel met één uiteinde in een corner fitting geplaatst kan worden en vervolgens beide beugeldelen met de andere uiteinden bij elkaar gebracht en op elkaar vastgelegd kunnen worden.
In beide van de bekende systemen is er sprake van een aantal zich aan de buitenzijde van de deuren bevindende onderdelen, die zichtbaar zijn voor onbevoegden en daarmee (zichtbare) aangrijppunten bieden voor inbraakgereedschap.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Een doel van de uitvinding is een grendelsysteem voor deuren van ruimtes te verschaffen dat in slechts geringe mate vatbaar is voor opening door onbevoegden.
Een doel van de uitvinding is een grendelsysteem voor deuren van ruimtes te verschaffen dat in slechts geringe mate vatbaar is voor beschadiging tijdens handling en/of gebruik.
Een doel van de uitvinding is een door een bevoegde gemakkelijk te bedienen grendelsysteem voor deuren van ruimtes te verschaffen.
Een doel van de uitvinding is om een grendelsysteem voor deuren van transporteerbare ruimtes, in het bijzonder containers, in het bijzonder vracht- en/of opslagcontainers, te verschaffen.
Voor het bereiken van althans één van deze doelen, dan wel andere doelen, voorziet de uitvinding, vanuit één aspect, in een systeem voor het vergrendelen van deuren, in het bijzonder van een deur van een door wanden begrensde verblijfsruimte of laadruimte, omvattend -een eerste grendelsamenstel met een eerste grendeldeel en een bijbehorend tweede grendeldeel, waarbij van het eerste grendelsamenstel het eerste of het tweede grendeldeel verplaatsbaar is tussen een grendelstand waarin de beide grendeldelen in grendelende aangrijping met elkaar zijn voor het verhinderen van een beweging van de deur uit de gesloten stand daarvan, en een vrijgave-stand waarin de beide grendeledelen uit grendelende aangrijping met elkaar zijn voor het toelaten van een beweging van de deur naar een open stand, -een bedieningsinrichting met een aan de binnenzijde van een wand van de verblijfsruimte of laadruimte aangebracht eerste langwerpig bedieningselement dat verbonden is met de verplaatsbare ene van de beide grendeldelen voor het verplaatsen daarvan tussen de grendelstand en de vrijgave-stand, waarbij het eerste bedieningselement verplaatsbaar is tussen een ruststand waarin de verplaatsbare ene van de beide grendeldelen zich in de vrijgave-stand bevindt en een bedrijfstand, waarin de verplaatsbare ene van de beide grendeldelen zich in de grendelstand bevindt, waarbij de bedieninginrichting voorts omvat: -een bedieningsschuif, die voorzien is van een schuifslot dat in slotrichting door de wand heen reikt en in die richting lineair verplaatsbaar is tussen een van de wand uitstekende toegangsstand en een in de wand ingetrokken slotstand; en -een aan de binnenzijde van de wand aangebracht overbrengingsmechanisme dat werkzaam is tussen het schuifslot en het eerste bedieningselement voor het omzetten van de lineaire verplaatsing van het schuifslot naar de slotstand daarvan naar genoemde verplaatsing van het eerste bedieningselement naar de bedrijfsstand daarvan, en bij voorkeur ook vice versa.
In het systeem volgens de uitvinding kan de grendelende toestand eenvoudig teweeggebracht worden door het uitoefenen van een duwkracht, in het bijzonder met handkracht, op het schuifslot om dat in te schuiven. In de grendelende toestand behoeft slechts het van de sleutelopening voorziene eind van het schuifslot zichtbaar te zijn, de andere onderdelen van het systeem zijn verborgen. Dat eind kan eventueel omgeven zijn door een rozet. In een uitvoering zal in die toestand slechts het eindvlak met sleutelopening zichtbaar hoeven te zijn. Een bruikbaar aangrijpdeel voor breekgereedschap is althans nagenoeg afwezig. In de grendelstand is het systeem nauwelijks vatbaar voor beschadiging tijdens transporthandelingen in geval van een verplaatsbare unit.
In een uitvoering is de wand waarop de bedieningsschuif met schuifslot aangebracht is de deur, waarbij het bedieningselement en het daarmee verbonden verplaatsbare grendeldeel aangebracht is op de deur, in het bijzonder aan de binnenzijde van de deur, in het bijzonder nabij de sluitrand van de deur. Het niet verplaatsbare van het eerste en het tweede grendeldeel kan aangebracht zijn op een horizontale wand van de laadruimte, zoals een dak of een bodem.
In een verdere ontwikkeling, waarbij op eenvoudige en parallelle wijze een dubbele vergrendeling gerealiseerd kan worden, omvat het systeem voorts: -een tweede grendelsamenstel met een derde grendeldeel en een bijbehorend vierde grendeldeel waarbij van het tweede grendelsamenstel het derde of het vierde grendeldeel verplaatsbaar is tussen een grendelstand waarin de beide grendeldelen in grendelende aangrijping met elkaar zijn voor het verhinderen van een beweging van de deur uit de gesloten stand daarvan, en een vrijgave-stand waarin de beide grendeledelen uit grendelende aangrijping met elkaar zijn voor het toelaten van een beweging van de deur naar een open stand, waarbij de bedieningsinrichting een tweede langwerpig bedieningselement omvat dat verbonden is met de verplaatsbare ene van de derde en vierde grendeldelen voor het verplaatsen daarvan tussen de grendelstand en de vrijgave-stand, waarbij het tweede bedieningselement verplaatsbaar is tussen een ruststand waarin de verplaatsbare ene van de derde en vierde grendeldelen zich in de vrijgave-stand bevindt en een bedrijfstand, waarin de verplaatsbare ene van de derde en vierde grendeldelen zich in de grendelstand bevindt, waarbij het overbrengingsmechanisme tevens werkzaam is tussen het schuifslot en het tweede bedieningselement voor het omzetten van de lineaire verplaatsing van het schuifslot naar de slotstand daarvan naar genoemde verplaatsing van het tweede bedieningselement naar de bedrijfsstand daarvan, en bij voorkeur ook vice versa.
In voornoemde uitvoering waarin de bedieningsschuif met schuifslot aangebracht is op de deur kunnen zowel het eerste als het tweede langwerpige bedieningselement en de daarmee verbonden verplaatsbare grendeldelen aangebracht zijn aan de binnenzijde van de deur, in het bijzonder nabij de sluitrand van de deur. De niet verplaatsbare grendeldelen kunnen dan aangebracht zijn op een horizontale wand van de laadruimte, zoals een dak of een bodem.
In een uitvoering is het eerste bedieningselement in een eerste richting lineair verplaatsbaar tussen de ruststand en de bedrijfstand, waarbij het schuifslot dwars op de eerste richting lineair verplaatsbaar is tussen de van de wand uitstekende toegangsstand en de in de wand ingetrokken slotstand.
In een uitvoering is het tweede bedieningselement in een tweede richting lineair verplaatsbaar tussen de ruststand en de bedrijfstand, waarbij het schuifslot dwars op de tweede richting lineair verplaatsbaar is tussen de van de wand uitstekende toegangsstand en de in de wand ingetrokken slotstand.
In een eenvoudige uitvoering zijn de eerste en tweede richting parallel aan elkaar.
In een eenvoudige en/of robuuste uitvoering, kan het eerste en/of tweede bedieningselement stangvormig zijn. Het betreffende bedieningselement kan zich althans in hoofdzaak verticaal uitstrekken. De deur kan een verticale scharnierhartlijn hebben.
In een uitvoering met eerste en tweede bedieningsstangen met bijbehorende grendeldelen kunnen deze een espagnolet-sluitingsmechanisme vormen.
Alternatief kan het eerste en/of tweede bedieningselement telkens een kabel omvatten, in het bijzonder een Bowden kabel.
In een uitvoering is althans één van bedieningschuif, eerste en/of tweede bedieningselement en verplaatsbare ene van eerste en tweede grendeldelen en/of verplaatsbare ene van derde en vierde grendeldelen gespannen naar respectievelijk de toegangsstand, ruststand en vrijgave-stand.
De eerste en tweede grendeldelen kunnen een samenstel van grendelpen en grendelaanslag vormen. De derde en vierde grendeldelen kunnen een samenstel van grendelpen en grendelpenaanslag vormen. De grendelpenaanslag kan een grendelpenopnemer zijn, zoals een plaat met een penopneemgat of een ring met een penopneemoog. In een uitvoering vormen de grendelpen en de grendelpenaanslag respectievelijk het verplaatsbare deel en het stationaire deel van het grendelsamenstel. Bij voorkeur vormt elke grendelpen een verplaatsbare eenheid met het bijbehorende bedieningselement, in het bijzonder bedieningsstang.
Het overbrengingsmechanisme kan op verschillende wijzen uitgevoerd zijn. In een uitvoering is het overbrengmechanisme uitgevoerd voor het omzetten van de lineaire verplaatsing van het schuifslot naar de verplaatsing, in het bijzonder lineaire verplaatsing, van het eerste en/of tweede bedieningselement, en vice versa, door rotatie, in het bijzonder rotatie in een vlak dat parallel is met die beide verplaatsingsrichtingen. In een uitvoering is het overbrengingsmechanisme voorzien van een om een draaipunt draaibare overbrengplaat, waarbij de bedieningsschuif en de overbrengplaat met elkaar verbonden zijn door middel van een pen-sleuf verbinding voor het opleggen van een draaibeweging aan de overbrengplaat bij verplaatsing van het schuifslot in de slotrichting naar de slotstand, waarbij elk genoemd bedieningselement en overbrengplaat met elkaar verbonden zijn door middel van een draaiverbinding voor het opleggen van de verplaatsing, in het bijzonder lineaire verplaatsing, aan het betreffende bedieningselement, naar de bedrijfsstand daarvan, bij genoemde draaibeweging van de overbrengplaat. In het geval van de twee (eerste en tweede) bedieningselementen kunnen deze verbonden zijn met een gemeenschappelijke overbrengplaat, of elk verbonden zijn met een eigen overbrengplaat. In het laatste geval kunnen beide overbrengplaten boven elkaar gelegen zijn. Zij kunnen werkzaam aangegrepen worden door dezelfde bedieningsschuif. De draaipunten van beide overbrengplaten kunnen gelegen zijn aan tegengestelde zijden, in het bijzonder boven en onder, de baan van de bedieningsschuif.
De draaihartlijn van het draaipunt van de betreffende overbrengplaat kan dwars op de slotrichting en dwars op genoemde eerste en/of tweede richting staan. De betreffende overbrengplaat kan zijn gespannen naar een stand waarin het schuifslot zich in de toegangsstand bevindt.
Voor bevordering van krachtenoverdracht en daarmee bediening kan de afstand tussen het draaipunt en de pen van de verbinding bedieningsschuif-overbrengplaat groter zijn dan de afstand tussen het draaipunt en de pen van de verbinding overbrengplaat-bedieningselement.
In een uitvoering is de pen van de verbinding bedieningsschuif-overbrengplaat bevestigd aan de bedieningsschuif en is de sleuf voorzien in de betreffende overbrengplaat.
Het slot van het schuifslot kan een cilinderslot omvatten en een daarmee één verschuifbaar geheel vormend verbindingsdeel dat in werkzame aangrijping verkeert met het overbrengingsmechanisme. Het verbindingsdeel kan een buis zijn met een verbindingspen voor verbinding met het overbrengingsmechanisme.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een deur voor doorgang van personen, voorzien van de bedieningsinrichting met bedieningsschuif en overbrengingsmechanisme van het systeem volgens de uitvinding, alsmede van de door de bedieningsinrichting verplaatsbare grendeldelen.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een laadruimte of opslagruimte met een deur, voorzien van een grendelsysteem volgens de uitvinding voor die deur, in het bijzonder buitendeur.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een verblijfsruimte, in het bijzonder kantoor, met een deur, voorzien van een grendelsysteem volgens de uitvinding voor die deur, in het bijzonder buitendeur.
De laadruimte, opslagruimte of verblijfsruimte kan de vorm hebben van een verplaatsbare unit, zoals een zogenoemde zeecontainer of vracht/opslagcontainer zijn, zoals TEU 10, TEU 20, TEU 40 of High Cube container. Alternatief kan de laadruimte deel uitmaken van een vrachtwagen of bedrijfswagen.
De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoering. Getoond wordt in:
Figuur 1 een isometrisch aanzicht op een vrachtcontainer volgens de uitvinding;
Figuren 2A en 2B details van een voorbeelduitvoering van een bedieningsinrichting voor een grendelsysteem volgens de uitvinding, respectievelijk in vrijgavestand en in grendelstand;
Figuren 2C en 2D respectievelijk een schematisch zijaanzicht en vooraanzicht van een deel van een bedieningsinrichting voor een grendelsysteem volgens de uitvinding, met de opstelling van de figuren 2A en 2B;
Figuren 3A en 3B een deel van een container met een grendelsysteem volgens de uitvinding met de bedieningsinrichting van de figuren 2C en 2D, respectievelijk in de vrijgavestand en de grendelstand; en
Figuren 4A en 4B een voorbeeld van een alternatieve uitvoering van een bedieningsinrichting voor een grendelsysteem volgens de uitvinding, respectievelijk in vrijgavestand en in grendelstand.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De vrachtcontainer 1 in figuur 1 is aan de zes zijden voorzien van stalen wanden, zoals de bovenwand 2, de bodemwand 3 de twee lange zijwanden 4a,b en de korte zijwanden 5a,b. De wanden 2,3,4a,b en 5a zijn vast, de wand 5b omvat twee deuren 6a,b, die met behulp van een grendelsysteem 10 volgens de uitvinding, omvattend een bedieningsinrichting 7 met een slot 8a, in de gesloten stand te vergrendelen zijn. De deur 6b is aan de sluitrand 6” voorzien van een sluitstrip die over de sluitrand 6’ van de deur 6a valt, zodat met het vastleggen van de positie van deur 6b ook de deur 6a in positie vastligt.
Het grendelsysteem 10 omvat het slot 8 (zie figuren 2A en 2B), dat een in- en uitschuifbaar slot is, met een cilinder 8a die aan één eind voorzien is van een sleutelgat 28 en in slotrichting A1 en weer terug (A2) heen en weer verschuifbaar is, hier horizontaal, in een met de deur 6b vaste geleidebuis 11 die vervaardigd is van gehard staal en door de deur 6b heen reikt en voorzien is van een schootaanslag 11a. De cilinder 8a is voorzien van een door een interne veer naar buiten gespannen schoot 8b. De cilinder 8a is bevestigd in een verbindingsbuis 8c, voor verbinding met het nog te bespreken overbrengingsmechanisme, welke buis voorzien is van een gat voor de schoot 8b en naar achter toe voortgezet is en nabij het achtereind is voorzien van een dwarspen 12. De dwarspen 12 is verschuifbaar, met beide uiteinden, geleid in horizontale sleuven 13 van een aan de binnenzijde van de deur 6b bevestigd paar verticale platen 14. De dwarspen 12 is voorts geleid in een rechte sleuf 15 in een overbrengplaat of draaiplaat 16, welke plaat 16 ter plaatse van pen 17 in een verticaal vlak draaibaar (richtingen B1,2) bevestigd is aan de platen 14 en daartussen gelegen is.
De platen 14 zijn voorts voorzien van cirkelsegmentvormige sleuven 18a,b, die concentrisch zijn ten opzichte van de pen 17 en waarin dwarspennen 19a,b geleid zijn. De afstand tussen de baan van de dwarspen 12 en de pen 17 is groter dan de afstand tussen de pen 17 en de dwarspennen 18a,b, in dit voorbeeld ongeveer driemaal zo groot.
De dwarspennen 19a,b zijn bevestigd aan de vrije einden van gaffels 20a, b, die deel uitmaken van langwerpige bedieningselementen, hier uitgevoerd als bedieningsstangen 21a,b, zie verder ook figuren 2C en 2D. De draaiplaat 16 is een gemeenschappelijke draaiplaat voor beide bedieningsstangen 21a,b. De gaffels 20a,b zijn via scharnieren 27a,b draaibaar bevestigd aan tussenstangen 28a,b, die met hun einden 29a,b bevestigd zijn in blinde gaten van grendeldelen, hier grendelpennen 22a,b. De bedieningsstangen 21a,b strekken zich respectievelijk opwaarts en neerwaarts uit en zijn op en neer, in eerste (C1,2) en tweede (D1,2) richtingen, verplaatsbaar. De grendelpennen 22a,b zijn geleid in U-vormige profielen 23a,b die bevestigd zijn aan de binnenzijde van de deur 6b. De beide benen 24a,b van de profielen 23a,b zijn voorzien van gaten 25a,b waarin de grendelpennen 22a,b op schuifbare, passende wijze zijn opgenomen. Tussen de buitenste benen 24a,b en op de grendelpennen 22a,b bevestigde aanslagpennen 30a,b zijn drukveren 31a,b aangebracht.
De grendelpennen 22a,b zijn bestemd om grendelend samen te werken met de andere grendeldelen, hier grendelopneemgaten 26a,b die grendelpenaanslagen vormen en zijn verschaft in respectievelijk de bovenwand 2 en de bodemwand 3 van de container 1, zie figuren 3A en 3B. De grendelpennen 22a,b en de opneemgaten 26a,b vormen grendelsamenstellen.
De bedieningsstangen 21a,b, dwarspennen 19a,b, draaiplaat 16 en slot 8 vormen een bedieningsinrichting 7 voor de grendelpennen 22a,b. De draaiplaat 16 en dwarspennen 12 en 19a,b vormen een overbrengingsmechanisme 9 dat deel uitmaakt van de bedieningsinrichting. Het schuifslot 8 vormt een bedieningsschuif van de bedieningsinrichting.
In gebruik worden de deuren 6a,b in de gesloten stand gebracht, eerst deur 6a en dan deur 6b, met de sluitranden 6’, 6” bij/tegen elkaar, waarbij de sluitstrip de voeg tussen die sluitranden afdekt. De slotcilinder 8a reikt, zie figuren 2A, in de afgebeelde toegangsstand ruim uit de deur 6b. De slotschoot 11 bevindt zich ook buiten de deur 6b. De gebruiker drukt het schuifslot 8 in slotrichting A1 naar de slotstand, figuur 2B. De schoot 8b wordt bij aankomst tegen de voorrand van de geleidebuis 11 naar binnen gedwongen, tegen de veerwerking in, en komt uiteindelijk achter de schootaanslag 11a alwaar de schoot 8b weer door de veer naar buiten kan worden gedwongen en het slot 8 zich in de slotstand bevindt. In deze verplaatsing is met de buis 8c ook de dwarspen 12 in de richting A1 door de sleuven 13 verschoven. De dwarspen 12 die in de sleuf 15 van draaiplaat 16 reikt dwingt de draaiplaat 16 daarbij tot verdraaiing om de pen 17 in richting B1.
De dwarspennen 19a,b volgen de draaibeweging van de draaiplaat 16. Hierdoor worden de gaffels 20a,b respectievelijk opwaarts en neerwaarts gedwongen, welke beweging via de scharnierpennen 27a, b wordt overgedragen aan de tussenstangen 28a,b. De bedieningsstangen 21a,b worden aldus, vanuit de ruststand, respectievelijk opwaarts, richting C1, en neerwaarts, richting D1, gedwongen, naar de bedrijfsstand. Als gevolg daarvan worden de grendelpennen 22a,b vanuit de vrijgavestand, opwaarts, richting C1, en neerwaarts, richting D1 gedwongen, om buiten de bovenrand en benedenrand van de deur 6b te treden en in de grendelpenopneemgaten 26a,b opgenomen te worden, zie de toestand van figuur 3B. De veren 31a,b zijn zodanig gekozen dat met de hand voldoende kracht op de slotschuif 8 kan worden uitgeoefend om de grendelpennen 22a,b tegen de veerdruk in uit te zetten. De bedieningsstangen 21a,b bevinden zich nu in de bedrijfsstand. De grendelpennen 22a,b bevinden zich nu in de grendelstand.
De stand van de draaiplaat wordt vergrendeld door middel van de schoot 8b en schootaanslag 11a en het uitnemen van de sleutel, indien die aanwezig was. De cilinder 8a steekt niet of nauwelijks uit van de deur 6b, en kan eventueel optimaal afgeschermd worden door een rozet van gehard staal.
Bij het ontgrendelen van de deuren 6a,b steekt de gebruiker de sleutel in het sleutelgat van de cilinder 8a, draait de sleutel om de schoot 8b in te trekken en daardoor vrij te maken van de schootaanslag 11a. Hierdoor kan het slot 8 in de richting A2 verplaatsen en kan ook de draaiplaat 16 terug verdraaien, en daarmee ook de bedieningsstangen 21a,b naar elkaar toe bewogen worden, naar de ruststand van figuur 3A. Dit vindt plaats onder invloed van de spanning van de ingedrukte drukveren 31a,b, die de grendelpennen 22a,b in de richtingen C2 en D2, vanuit de grendelstand, respectievelijk neerwaarts en opwaarts dwingen, naar een vrijgavestand waarin zij geheel uit de grendelopneemgaten 26a,b zijn getreden. Door de respectievelijk neerwaartse en opwaartse verplaatsing van de grendelpennen 22a,b worden de bedieningsstangen 21a,b naar de ruststand gedwongen, en derhalve de gaffels 20a,b naar elkaar toe gedwongen, en daarmee de pennen 19a,b. Hierdoor wordt de draaiplaat 16 in de richting B2, om pen 17, gedraaid. Door de in sleuf 15 en in sleuf 13 reikende dwarspen 12 wordt deze rotatie omgezet naar een verschuiving van het schuifslot 8 in buitenwaartse richting, richting A2, naar de toegangsstand daarvan, waarna de toestand van figuur 3A is verkregen. De deur 6b is dan vrijgekomen.
In plaats van een min of meer stijve, op zekere wijze druk- overdragende stangverbinding tussen draaiplaat en grendelpen kan gekozen worden voor een kabelverbinding, zoals met een Bowden kabel. De draaiplaat zet dan de lineaire verplaatsing van het schuifslot om naar een verkorting dan wel verlenging van die kabel, waarmee dan de verplaatsing van de grendelpen wordt bereikt.
In de figuren 4A en 4B is een uitvoering van en grendelsysteem 10 volgens de uitvinding weergegeven, dat van het hiervoor besproken grendelsysteem onder meer verschilt doordat er voor elke bedieningstang 21a,b een eigen overbrengplaat/draaiplaat 16a,b aanwezig is. Elke draaiplaat 16a,b is via een, een draaipunt vormende pen 17a,b om een horizontale draaihartlijn roteerbaar bevestigd aan twee platen 14, naast elkaar gelegen, tussen de beide platen 14. De ene draaipen 17a ligt boven de baan van de pen 12, de andere draaipen 17b daar beneden. Elke draaiplaat 16a,b heeft een sleuf 15a,b voor de dwarspen 12 op de buis 8c. De bedieningsstangen 21a,b zijn aan hun binneneinden voorzien van pennen 19a,b die geleid zijn in cirkelsegmentvormige sleuven 18a,b in de beide platen 14. De afstand tussen de pen 19a,b en pen 17a,b is in beide draaiplaten 16a,b kleiner dan de afstand tussen de pen 12 en de pen 17a,b, in dit voorbeeld ongeveer de helft daarvan. Een voordeel van deze splitsing in twee draaiplaten is dat de verplaatsingsbanen van beide pennen 19a, 19b boven elkaar gelegen kunnen zijn, waardoor de inbouwlengte in richtingen A1,2 beperkt kan blijven, en het overbrengingsmechanisme 9 voor een groot deel binnen de deur 6b gelegen kan zijn.
Bij het in de richting A1 indrukken van het schuifslot 8 (zullen de beide draaiplaten 16a,b in tegengesteld richtingen om de betreffende pennen 17a,b draaien, richtingen B1, B2, terwijl de pen door sleuven 13 geleid wordt. De sleuven 15a,b bieden voldoende lengte voor een ongehinderde beweging van de pen 12 door het verticale vlak dat de draaihartlijn van de pennen 17a,b bevat.
Getoond is voorts een klep 40 voor het tegen weersinvloeden afdekken van het slot 8 in de slotstand. Voorts wordt opgemerkt dat alleen de deur 6b is weergegeven, begrepen zal worden dat de grendelpennen 22a,b bestemd zijn om in stationaire grendelopneemgaten 26a,b (figuren 3A,B) of iets dergelijks te reiken voor het vergrendelen van de deur 6b.
De uitvinding(en is/zijn geenszins beperkt tot de in de tekeningen en beschrijving getoonde en beschreven uitvoeringen. De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties duidelijk zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding. Variaties zijn mogelijk van de in de tekeningen getoonde en in de beschrijving beschreven onderdelen. Zij kunnen apart worden toegepast in andere uitvoeringen van de uitvinding(en). Onderdelen van verschillende gegeven voorbeelden kunnen met elkaar gecombineerd worden.

Claims (28)

1. Systeem voor het vergrendelen van deuren, in het bijzonder van een deur van een door wanden begrensde verblijfsruimte of laadruimte, omvattend -een eerste grendelsamenstel met een eerste grendeldeel en een bijbehorend tweede grendeldeel, waarbij van het eerste grendelsamenstel het eerste of het tweede grendeldeel verplaatsbaar is tussen een grendelstand waarin de beide grendeldelen in grendelende aangrijping met elkaar zijn voor het verhinderen van een beweging van de deur uit de gesloten stand daarvan, en een vrijgave-stand waarin de beide grendeledelen uit grendelende aangrijping met elkaar zijn voor het toelaten van een beweging van de deur naar een open stand, -een bedieningsinrichting met een aan de binnenzijde van een wand van de verblijfsruimte of laadruimte aangebracht eerste langwerpig bedieningselement dat verbonden is met de verplaatsbare ene van de beide grendeldelen voor het verplaatsen daarvan tussen de grendelstand en de vrijgave-stand, waarbij het eerste bedieningselement verplaatsbaar is tussen een ruststand waarin de verplaatsbare ene van de beide grendeldelen zich in de vrijgave-stand bevindt en een bedrijfstand, waarin de verplaatsbare ene van de beide grendeldelen zich in de grendelstand bevindt, waarbij de bedieninginrichting voorts omvat: -een bedieningsschuif, die voorzien is van een schuifslot dat in slotrichting door de wand heen reikt en in die richting lineair verplaatsbaar is tussen een van de wand uitstekende toegangsstand en een in de wand ingetrokken slotstand; en -een aan de binnenzijde van de wand aangebracht overbrengingsmechanisme dat werkzaam is tussen het schuifslot en het eerste bedieningselement voor het omzetten van de lineaire verplaatsing van het schuifslot naar de slotstand daarvan naar genoemde verplaatsing van het eerste bedieningselement naar de bedrijfsstand daarvan, en bij voorkeur ook vice versa.
2. Systeem volgens conclusie 1, voorts omvattend -een tweede grendelsamenstel met een derde grendeldeel en een bijbehorend vierde grendeldeel waarbij van het tweede grendelsamenstel het derde of het vierde grendeldeel verplaatsbaar is tussen een grendelstand waarin de beide grendeldelen in grendelende aangrijping met elkaar zijn voor het verhinderen van een beweging van de deur uit de gesloten stand daarvan, en een vrijgave-stand waarin de beide grendeledelen uit grendelende aangrijping met elkaar zijn voor het toelaten van een beweging van de deur naar een open stand, waarbij de bedieningsinrichting een tweede langwerpig bedieningselement omvat dat verbonden is met de verplaatsbare ene van de derde en vierde grendeldelen voor het verplaatsen daarvan tussen de grendelstand en de vrijgave-stand, waarbij het tweede bedieningselement verplaatsbaar is tussen een ruststand waarin de verplaatsbare ene van de derde en vierde grendeldelen zich in de vrijgave-stand bevindt en een bedrijfstand, waarin de verplaatsbare ene van de derde en vierde grendeldelen zich in de grendelstand bevindt, waarbij het overbrengingsmechanisme tevens werkzaam is tussen het schuifslot en het tweede bedieningselement voor het omzetten van de lineaire verplaatsing van het schuifslot naar de slotstand daarvan naar genoemde verplaatsing van het tweede bedieningselement naar de bedrijfsstand daarvan, en bij voorkeur ook vice versa.
3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de wand waarop de bedieningsschuif aangebracht is de deur is en waarbij het eerste en/of tweede bedieningselement met daarmee verbonden verplaatsbare grendeldeel aangebracht is op de deur, in het bijzonder aan de binnenzijde van de deur, in het bijzonder nabij de sluitrand van de deur.
4. Systeem volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij het eerste of het tweede grendeldeel, in het bijzonder het niet verplaatsbare grendeldeel, aangebracht is op een horizontale wand van de laadruimte, zoals een dak of een bodem en/of waarbij het derde of het vierde grendeldeel, in het bijzonder het niet verplaatsbare grendeldeel, aangebracht is op een horizontale wand van de laadruimte, zoals een dak of een bodem.
5. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het eerste bedieningselement in een eerste richting lineair verplaatsbaar is tussen de ruststand en de bedrijfstand, waarbij het schuifslot dwars op de eerste richting lineair verplaatsbaar is tussen de van de wand uitstekende toegangsstand en de in de wand ingetrokken slotstand.
6. Systeem volgens één der conclusies 2-5, waarbij het tweede bedieningselement in een tweede richting lineair verplaatsbaar is tussen de ruststand en de bedrijfstand, waarbij het schuifslot dwars op de tweede richting lineair verplaatsbaar is tussen de van de wand uitstekende toegangsstand en de in de wand ingetrokken slotstand.
7. Systeem volgens conclusies 5 en 6, waarbij de eerste richting en/of de tweede richting en de slotrichting dwars op elkaar staan.
8. Systeem volgens conclusies 5 en 6 of volgens conclusie 7, waarbij de eerste en tweede richtingen parallel aan elkaar zijn.
9. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de eerste en tweede grendeldelen een samenstel van grendelpen en grendelpenaanslag vormen.
10. Systeem volgens één der conclusies 2-9, waarbij de derde en vierde grendeldelen een samenstel van grendelpen en grendelpenaanslag vormen.
11. Systeem volgens conclusie 9 of 10, waarbij de grendelpen en de grendelpenaanslag respectievelijk het verplaatsbare deel en het stationaire deel van het grendelsamenstel vormen.
12. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het eerste en/of het tweede bedieningselement een kabel, in het bijzonder Bowden kabel, omvat.
13. Systeem volgens één der conclusies 1-11, waarbij het eerste en/of het tweede bedieningselement stangvormig is.
14. Systeem volgens conclusie 13, waarbij de eerste en tweede stangvormige bedieningselementen met bijbehorende grendeldelen een espagnolet-sluitingsmechanisme vormen.
15. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij althans één van bedieningschuif, eerste en/of tweede bedieningselement en verplaatsbare ene van eerste en tweede grendeldelen en/of verplaatsbare ene van derde en vierde grendeldelen gespannen is naar respectievelijk de toegangsstand, ruststand en vrijgave-stand.
16. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het overbrengmechanisme uitgevoerd is voor het omzetten van de lineaire verplaatsing van het schuifslot naar de verplaatsing, in het bijzonder lineaire verplaatsing, van het eerste en/of tweede bedieningselement, en vice versa, door rotatie, in het bijzonder rotatie in een vlak dat parallel is met die beide verplaatsingsrichtingen.
17. Systeem volgens conclusie 16, waarbij het overbrengingsmechanisme voorzien is van een om een draaipunt draaibare overbrengplaat, waarbij de bedieningsschuif en de daarvoor voorziene overbrengplaat met elkaar verbonden zijn door middel van een pen-sleuf verbinding voor het opleggen van een draaibeweging aan de overbrengplaat bij verplaatsing van het schuifslot in de slotrichting naar de slotstand, waarbij elk genoemd bedieningselement en de daarvoor voorziene overbrengplaat met elkaar verbonden zijn door middel van een draaiverbinding voor het opleggen van genoemde verplaatsing aan het betreffende bedieningselement, naar de bedrijfsstand daarvan, bij genoemde draaibeweging van genoemde overbrengplaat.
18. Systeem volgens conclusie 16 of 17, wanneer afhankelijk van conclusie 2, waarbij de eerste en tweede bedieningselementen door betreffende draaiverbindingen verbonden zijn met een gemeenschappelijke overbrengplaat.
19. Systeem volgens conclusie 16 of 17, wanneer afhankelijk van conclusie 2, waarbij de eerste en tweede bedieningselementen door betreffende draaiverbindingen elk verbonden zijn met een eigen overbrengplaat.
20. Systeem volgens conclusie 19, waarbij de draaipunten van beide overbrengplaten gelegen zijn aan tegengestelde zijden, in het bijzonder boven en onder, de baan van de bedieningsschuif.
21. Systeem volgens één der conclusies 17-20 , waarbij de betreffende overbrengplaat gespannen is naar een stand waarin de bedieningsschuif zich in de toegangsstand bevindt.
22. Systeem volgens één der conclusies 17-21, waarbij telkens de afstand tussen het draaipunt en de pen van de verbinding bedieningsschuif-overbrengplaat groter is dan de afstand tussen het draaipunt en de pen van de verbinding overbrengplaat-bedieningselement.
23. Systeem volgens één der conclusie 17-22, waarbij de pen van de verbinding bedieningsschuif-overbrengplaat bevestigd is aan de bedieningsschuif en de sleuf voorzien is in de betreffende overbrengplaat.
24. Verblijfsruimte met een deur, voorzien van een systeem volgens één der voorgaande conclusies, voor die deur, in het bijzonder buitendeur.
25. Laadruimte met een deur, voorzien van een systeem volgens één der conclusies 1-23, voor die deur, in het bijzonder buitendeur.
26. Verblijfsruimte of laadruimte/opslagruimte volgens conclusie 24 of 25, uitgevoerd als verplaatsbare unit, zoals standaard container.
27. Deur voor doorgang van personen, voorzien van de bedieningsinrichting met bedieningsschuif en overbrengingsmechanisme van het systeem volgens één der conclusies 1-23, alsmede van de door de bedieningsinrichting verplaatsbare grendeldelen.
28. Systeem voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
NL2019826A 2016-10-28 2017-10-30 Grendelsysteem voor deuren NL2019826B1 (nl)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1042122 2016-10-28

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2019826A true NL2019826A (nl) 2018-05-04
NL2019826B1 NL2019826B1 (nl) 2018-05-24

Family

ID=57796899

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2019826A NL2019826B1 (nl) 2016-10-28 2017-10-30 Grendelsysteem voor deuren

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL2019826B1 (nl)
WO (1) WO2018080307A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2020026090A2 (en) * 2018-07-30 2020-02-06 Mac Donald David Johannes Intermodal container door lock

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1174652A (en) * 1912-10-23 1916-03-07 Edmund H Banks Automatic twin door-latch.
AU2003236199A1 (en) * 2002-04-25 2003-11-10 Pinlock Systems Aps A combination lock
ITBO20030601A1 (it) * 2003-10-15 2005-04-16 Cisa Spa Bocchetta per anta secondaria di porte tagliafuoco
DE102006038988B4 (de) * 2006-08-21 2014-05-28 Johnson Controls Interiors Gmbh & Co. Kg Klappe mit einer Ver- und Entriegelungsvorrichtung
CN104583516B (zh) * 2012-08-23 2017-12-05 百乐仕株式会社 开闭体的锁止装置
DE202013102641U1 (de) * 2013-06-19 2014-09-23 Maco Technologie Gmbh Beschlag für Fenster oder Türen

Also Published As

Publication number Publication date
NL2019826B1 (nl) 2018-05-24
WO2018080307A1 (en) 2018-05-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA3088765C (en) Dual action truck bed cover
CA2826550C (en) Gate for play yard
WO2020205009A1 (en) Package receiving system
CA2908069C (en) Interconnected locking system
US20170037612A1 (en) Structure
US11553770B2 (en) Portable container and associated coupling assembly
NL2019826B1 (nl) Grendelsysteem voor deuren
US20170073998A1 (en) Latching assembly for barrier gate
CN100526586C (zh) 用于窗户或类似物的互锁机构
EP3341542B1 (en) Securing mechanism for a sliding panel
US20150330108A1 (en) Latch mechanism
JP2020506118A (ja) 折り畳み式インターモーダルコンテナ
US9404296B2 (en) Recessed handle lever for lift and slide door
US6851771B2 (en) Lockable wire enclosure and locking mechanism therefor
KR101101327B1 (ko) 윙바디용 윙 잠금 장치
US20220242660A1 (en) Collapsible shipping container
US6918501B2 (en) Strengthened door for a blast-resistant cargo container
WO2014111046A1 (zh) 适用于大型容器的锁定机构及大型容器
CA2732667C (en) Slam catch for trailer gates and the like
EP1626143A1 (en) Lock apparatus
US20180238082A1 (en) Spring Loaded Lock Bolt
NL1042326B1 (nl) Grendelsysteem voor deurbladen of raambladen van voertuigen
KR101626091B1 (ko) 완충 유닛이 장착된 전면 벽체를 구비한 접이식 컨테이너
EP3511492A1 (en) Closure mechanism for doors of goods vehicles
KR20210076390A (ko) 카라반 수납함 및 이를 사용한 카라반

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20201101