NL2019787B1

NL2019787B1 - Device and method for sweeping up or raking up fallen leaves

Info

Publication number: NL2019787B1
Application number: NL2019787A
Authority: NL
Inventors: Jan Willem Kraaijeveld Teunis; Kraaijeveld Adrianus
Original assignee: Gkb Realisatie B V
Priority date: 2017-10-23
Filing date: 2017-10-23
Publication date: 2019-04-29

Abstract

Beschreven worden een inrichting en werkwijze voor het opvegen of opharken van afgevallen bladeren, omvattende de volgende stappen: het aandrijven van een opveeg- of opharkorgaan dat is geconfigureerd voor het opvegen of opharken van de bladeren van een ondergrond; het via een geleidingskanaal toevoegen van de bladeren aan pletmiddelen; het met pletmiddelen pletten van de bladeren tot in strengen of pellets van bladermateriaal; en het in een beweegbare houder opvangen, of op het land brengen, van de strengen of pellets.Described is a device and method for sweeping or raking fallen leaves, comprising the following steps: driving a sweeping or raking member configured to sweep or rake the leaves from a substrate; adding the leaves to crushing means via a guide channel; crushing the leaves into strands or pellets of leaf material with crushing agents; and collecting, or landing, the strands or pellets in a movable container.

Description

Inrichting en werkwijze voor het opvegen of opharken van afgevallen bladerenDevice and method for sweeping up or raking up fallen leaves

De onderhavige octrooiaanvrage heeft betrekking op een inrichting en werkwijze voor het opvegen of opharken van afgevallen bladeren.The present patent application relates to a device and method for sweeping up or raking up fallen leaves.

Afgevallen bladeren vormen een probleem in de zin dat deze op grasland het gras verstikken indien zij daar niet van worden verwijderd.Fallen leaves are a problem in the sense that they choke the grass on grassland if they are not removed from it.

In stedelijke gebieden dienen bladeren ook te worden verwijderd uit straten, tuinen en dergelijke. Deze massa aan bladeren is volumineus en het transport daarvan is weinig milieuvriendelijk, bijv. vanwege de met transport geassocieerde C02-uitstoot.In urban areas, leaves should also be removed from streets, gardens and the like. This mass of leaves is bulky and the transport thereof is not environmentally friendly, for example due to the CO2 emissions associated with transport.

De onderhavige octrooiaanvrage verschaft in een eerste aspect een werkwijze voor het opvegen of opharken van afgevallen bladeren, omvattende de volgende stappen: het aandrijven van een opveeg- of opharkorgaan dat is geconfigureerd voor het van een ondergrond opvegen of opharken van de bladeren; het via een geleidingskanaal toevoegen van de bladeren aan plelmiddelen; het met pletmiddelen pletten van de bladeren tot een verdichte substantie, bij voorkeur in strengen of pellets, van bladermateriaal; en het in een beweegbare houder opvangen, of op het land brengen, van de verdichte substantie van bladermateriaal, d.w.z. gecomprimeerd of samengeperst blad.The present patent application provides in a first aspect a method for sweeping up or raking up fallen leaves, comprising the steps of: driving a sweeping or raking member configured to sweep up or rake the leaves from a substrate; adding the leaves to plating means via a guide channel; crushing the leaves into a compacted substance, preferably in strands or pellets, of leaf material; and collecting, or landing, in a movable container, the compacted substance of leaf material, i.e., compressed or compressed sheet.

Dankzij de werkwijze, waarin bladeren worden gecomprimeerd tot een kleiner volume dan dal van losse bladeren, behoeft minder gereden te worden met de bladeren, hetgeen vanuit maatschappelijk en ecologisch standpunt zeer gewenst is.Thanks to the method in which leaves are compressed to a smaller volume than the valley of loose leaves, it is necessary to drive less with the leaves, which is highly desirable from a social and ecological point of view.

Bij voorkeur wordt de verdichte substantie van bladermateriaal op het land aangebracht. Doordat de bladeren tot pellets of strengen zijn gecomprimeerd, kunnen deze pellets of strengen ook weer op het land areaal worden aangebracht, omdat verstikking van het gras, door de bereikte verkleining van het volume van de bladeren, in grote mate wordt vermeden. Dit zogeheten mulchen, ofwel het aanbrengen van het bladmateriaal op het land, bijv. als organische meststof, voorkomt verder uitputting van de bodem. Bij het opnieuw en in gecomprimeerde vorm aanbrengen van de bladeren geen of minder transport van de bladeren nodig.The compacted substance of leaf material is preferably applied to the land. Because the leaves are compressed into pellets or strands, these pellets or strands can also be re-applied to the land area, because the choking of the grass is largely prevented by the reduction in the volume of the leaves achieved. This so-called mulching, or the application of the leaf material to the land, e.g. as organic fertilizer, prevents further depletion of the soil. When applying the leaves again and in compressed form, no or less transport of the leaves is necessary.

In een uitvoeringsvorm omvat de werkwijze verder het toevoegen aan de bladeren of het bladermateriaal van een stof om de bladeren of het bladermateriaal beter opneembaar te maken door de bodem. Hierdoor kan van de bladeren gedurende de verwerking daarvan een organische meststof worden geproduceerd, die op het land kan worden aangebracht. De stof kan bij voorbeeld worden toegevoegd in het geleidingskanaal. De toe te voegen stof omvat bij voorkeur een eiwit, bijv. in oplossing. Meer voorkeur omvat het eiwit een enzym voor het afbreken van plantaardig materiaal, bij voorkeur bladmateriaal.In one embodiment, the method further comprises adding a substance to the leaves or leaf material to make the leaves or leaf material more absorbable through the soil. This allows an organic fertilizer to be produced from the leaves during processing, which can be applied to the land. The substance can, for example, be added in the guide channel. The substance to be added preferably comprises a protein, e.g. in solution. More preferably, the protein comprises an enzyme for degrading plant material, preferably leaf material.

Volgens een tweede aspect van de onderhavige octrooiaanvrage wordt een inrichting voor hel opharken of opvegen van bladeren vanaf een ondergrond verschaft, de inrichting omvattende: een opveeg- of opharkorgaan dat aandrijfbaar is vanaf een trekkend voertuig; een geleidingskanaal voor het geleiden van de opgeveegde of opgeharkte bladeren tot aan pletmiddelen; en de pletmiddelen voor het tot in strengen of pellets pletten van de bladeren, welke pellets of strengen zijn geconfigureerd om op het land te worden uitgereden.According to a second aspect of the present patent application, a device for raking or sweeping leaves from a substrate is provided, the device comprising: a sweeping or rake member drivable from a towing vehicle; a guide channel for guiding the swept or raised leaves up to crushing means; and the crushing means for crushing the leaves into strands or pellets, which pellets or strands are configured to be landed.

De inrichting is in het bijzonder geschikt voor toepassing in de werkwijze volgens het eerste aspect. Met de inrichting worden derhalve ook dezelfde voordelen als voor de werkwijze bereikt.The device is particularly suitable for use in the method according to the first aspect. The same advantages as for the method are therefore achieved with the device.

Bij voorkeur is het opveeg- of opharkorgaan ook ingericht voor het ten minste gedeeltelijk verkleinen en/of versnijden van de bladeren.Preferably, the sweeping or rake member is also adapted to at least partially reduce and / or cut the leaves.

In een uitvoeringsvorm omvatten de pletmiddelen een eerste en een tweede pletoppervlak omvatten die ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn, waarbij de pletmiddelen zijn ingericht om de bladeren tussen het eerste en het tweede pletoppervlak te pletten, waarbij gedurende het pletten het bladermateriaal een in hoofdzaak constante positie heeft ten opzichte van het eerste en tweede pletoppervlak. Doordat hel bladermateriaal, dal vaak vochtig is, niet beweegt ten opzichte van de pletmiddelen, is er een verlaagde kans op het verstopt raken van de pletmiddelen.In one embodiment, the crushing means comprise a first and a second crushing surface which are movable relative to each other, the crushing means being adapted to crush the leaves between the first and the second crushing surface, wherein during the crushing the leaf material has a substantially constant position has with respect to the first and second crushing surface. Because the leaf material, which is often moist, does not move relative to the crushing means, there is a reduced chance of the crushing means becoming clogged.

In een uitvoeringsvorm omvatten de pletmiddelen twee of meer roteerbare schijven waartussen de bladeren worden geplet. De toepassing van roteerbare schijven als pletmiddelen heeft het voordeel dat de bladeren, die over het algemeen vochtig zijn, niet of nauwelijks verstoppingen veroorzaken omdat de bladeren ten opzichte van de roterende schijven relatief weinig bewegen.In one embodiment, the crushing means comprise two or more rotatable discs between which the leaves are crushed. The use of rotatable discs as crushing means has the advantage that the leaves, which are generally moist, cause no or hardly any clogging because the leaves move relatively little relative to the rotating discs.

In een uitvoeringsvorm omvatten de pletmiddelen een eerste en een tweede stel van twee of meer schijven, waarbij de eerste en tweede stellen in hooldzaak parallel aan elkaar zijn aangebracht en de schijven van elk stel om een roteerbare as zijn aangebracht, waarbij de inrichting is geconfigureerd om de assen van de eerste en tweede stellen schijven in tegengestelde richting te roteren, waarbij de schijven van het eerste en tweede stel ten opzichte van elkaar zijn verzet in een richting van de as, waarbij het eerste en het tweede stel schijven zodanig zijn aangebracht dat de schijven van het eerste en tweede stel elkaar ten minste gedeeltelijk overlappen in de richting van de as. Deze uitvoeringsvorm is voordelig, doordat bladeren tussen de in tegengestelde richting roterende overlappende delen van de twee stellen schijven worden gebracht, en aldaar worden geplet of gecomprimeerd.In one embodiment, the flattening means comprise a first and a second set of two or more discs, the first and second sets being arranged parallel to each other and the discs of each set are arranged about a rotatable axis, the device being configured to rotating the shafts of the first and second sets of disks in opposite directions, the disks of the first and second sets being offset relative to each other in a direction of the shaft, the first and second sets of disks being arranged such that the discs of the first and second sets at least partially overlap each other in the direction of the axis. This embodiment is advantageous in that leaves are introduced between the overlapping parts of the two sets of discs rotating in opposite directions and are crushed or compressed there.

In een verdere uitvoeringsvorm zijn de schijven van het eerste en het tweede stel verzet in de richting van de as met in hoofdzaak een halve dikte van een schijf, waarbij elke schijf van ten minste het eerste stel in dwarsdoorsnede naar een aan een buitenomtrek van de schijf liggend deel toe verjongt, waarbij ten minste één schijf van het tweede stel aan een buitenomtrek een pletoppervlak omvat, waarbij het pletoppervlak in hoofdzaak parallel is aan de bij de ten minste één schijf behorende as, waarbij door het overlappen van de verjongde delen van schijven van het eerste stel en het pletoppervlak van de ten minste één schijf van het tweede stel een bladdoorvoervolume wordt gedefinieerd voor het vormen van de strengen of pellets.In a further embodiment, the discs of the first and the second set are offset in the direction of the axis with substantially half a thickness of a disc, with each disc of at least the first set in cross-section to an outer circumference of the disc lying part, wherein at least one disc of the second set comprises a flattening surface on an outer circumference, the flattening surface being substantially parallel to the axis associated with the at least one disc, whereby overlapping the rejuvenated parts of discs of the first set and the crushing surface of the at least one disk of the second set of a sheet feed-through volume is defined to form the strands or pellets.

In een uitvoeringsvorm omvat de inrichting ten minste één voorspanningsorgaan, waarbij het voorspanningsorgaan is ingericht om de twee stellen schijven met een instelbare voorspanning naar elkaar toe te duwen. Door toepassing van een voorspanningsorgaan, zoals een duwveer of een trekveer, bij voorkeur een mechanische of hydraulische duw- of trekveer, kunnen de schijven van de twee stellen met een instelbare voorspanning naar elkaar toe worden geduwd. Hierdoor wordt bereikt, dat voorwerpen takken of afval (bijv. blikjes) langs de pletmiddelen kunnen komen, omdat de stellen schijven uit elkaar kunnen bewegen onder een instelbare kracht. Hierdoor zal, wanneer dergelijke voorwerpen aan de invoerzijde van de pletmiddelen terecht komen, de inrichting niet vastlopen en/of blokkeren waardoor continu gebruik in het bijzonder ook in stedelijke omgevingen mogelijk is.In one embodiment, the device comprises at least one biasing member, the biasing member being adapted to push the two sets of disks with an adjustable bias toward each other. By using a biasing means, such as a push spring or a tension spring, preferably a mechanical or hydraulic push or tension spring, the discs of the two sets can be pushed towards each other with an adjustable bias. This achieves that objects or branches (such as cans) of waste can come past the crushing means, because the sets of discs can move apart under an adjustable force. As a result, when such objects end up on the input side of the crushing means, the device will not get stuck and / or block, whereby continuous use, in particular also in urban environments, is possible.

In een uitvoeringsvorm is de inrichting voorzien van schraapelementen voor het afschrapen van het geplette materiaal van de schijven. Door toepassing van schraapelementen wordt voorkomen, dat geplet bladmateriaal terug naar de invoerzijde meeroteert met de schijven. Bij voorkeur zijn de schraapelementen aan elk van de twee stellen schijven aangebracht, meer voorkeur aan een van het andere stel afgelegen zijde.In one embodiment the device is provided with scraper elements for scraping the crushed material from the discs. The use of scraper elements prevents the flattened leaf material from turning back to the input side with the discs. The scraper elements are preferably arranged on each of the two sets of discs, more preferably on a side remote from the other set.

In een uitvoeringsvorm omvat de inrichting een afvoertransporteur voor het afvoeren van de strengen of pellets. Met de afvoertransporteur wordt bereikt, dat bladeren weg van een uitvoerzijde van de pletmiddelen worden gebracht, opdat een continue werking van de inrichting mogelijk is.In one embodiment, the device comprises a discharge conveyor for discharging the strands or pellets. It is achieved with the discharge conveyor that leaves are moved away from an output side of the crushing means, so that a continuous operation of the device is possible.

In een uitvoeringsvorm omvat de inrichting verder opvoertransporteur voor het opwaarts vanaf de afvoer transporteren van de pellets of strengen teneinde die op in een beweegbare houder op te vangen of op het land te kunnen aanbrengen.In one embodiment the device further comprises lifting conveyor for transporting the pellets or strands upwards from the discharge in order to receive them on a movable holder or to be able to apply them to the land.

In een verdere uitvoeringsvorm is het opveeg- of opharkorgaan een roteerbare veger met borstels. Alternatief is het opveeg- of opharkorgaan een klepelmaaier. Een klepelmaaier omvat bij voorkeur een roteerbare as, met aan een omtrek daarvan beweegbaar gekoppeld een veelvoud aan klepels. Bij voorkeur wordt het bladmateriaal verkleind of versneden, voordat het bladmateriaal wordt geplet. Dit kan bijvoorbeeld door de klepelmaaier gebeuren. Hierdoor zal tijdens het opvegen of opharken de verkleining en/of versnijding van de bladeren teweeg worden gebracht.In a further embodiment, the sweeping or rake member is a rotatable sweeper with brushes. Alternatively, the sweeping or rake member is a flail mower. A flail mower preferably comprises a rotatable shaft, with a plurality of flails movably coupled to a periphery thereof. The sheet material is preferably reduced or cut before the sheet material is crushed. This can for example be done by the flail mower. This will cause the reduction and / or cutting of the leaves during sweeping or raking.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de hand van de navolgende beschrijving van figuren die betrekking hebben op een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan, waarin tonen:Further advantages, features and details of the present invention will be elucidated with reference to the following description of figures which relate to a preferred embodiment thereof, in which:

Fig. 1 een zijaanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting volgens de onderhavige octrooiaanvrage die aan een trekkend voertuig is gekoppeld;FIG. 1 is a side view of a preferred embodiment of a device according to the present patent application which is coupled to a towing vehicle;

Fig. 2 een weergave in perspectief van een voorkeursuitvoeringsvorm van de pletmiddelen volgens de uitvinding;FIG. 2 is a perspective view of a preferred embodiment of the crushing means according to the invention;

Fig. 3 een bovenaanzicht van de pletmiddelen van fig. 2 met een voorkeursuitvoeringsvorm van de schraapelementen en een uitvergroting van overlappende delen van de schijven van de pletmiddelen;FIG. 3 shows a top view of the crushing means of FIG. 2 with a preferred embodiment of the scraper elements and an enlargement of overlapping parts of the discs of the crushing means;

Fig. 4 een bovenaanzicht volgens de uitvergroting van fig. 3. met een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de schijven van de pletmiddelen; enFIG. 4 shows a top view according to the enlargement of FIG. 3. with a first preferred embodiment of the discs of the crushing means; and

Fig. 5 een bovenaanzicht volgens de uitvergroting van fig. 3, met een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de schijven van de pletmiddelen.FIG. 5 is a top view according to the enlargement of FIG. 3, with a second preferred embodiment of the discs of the crushing means.

De inrichting 10 voor het opvegen of opharken van afgevallen bladeren 4 is gekoppeld aan een tractor 1. De inrichting 10 omvat in deze uitvoering een klepelmaaier 12, die wordt gebruikt om de bladeren 4 omhoog te bew'egen. Optioneel kan de klepelmaaier 12 tegelijkertijd worden gebruikt voor maaien. In fig. 1 wordt de klepelmaaier aangedreven door aandrijfmiddelen 3 en 5, omvattende een roteerbare as 3 en een overdrachtsorgaan 5. De aandrijfmiddelen zijn aandrijfbaar door de tractor via een mechanische koppeling. De inrichting 10 is in hoogte verstelbaar door instelorgaan 6, dat is ingericht voor het instellen van een hoogte van het gestel met wielen 7. Hierdoor kan ook een hoogte van de klepelmaaier 12 worden ingesteld.The device 10 for sweeping up or raking up fallen leaves 4 is coupled to a tractor 1. In this embodiment, the device 10 comprises a flail mower 12, which is used to raise the leaves 4. Optionally, the flail mower 12 can be used for mowing at the same time. In Fig. 1, the flail mower is driven by drive means 3 and 5, comprising a rotatable shaft 3 and a transfer member 5. The drive means are drivable by the tractor via a mechanical coupling. The device 10 is height-adjustable by means of adjusting member 6, which is adapted to adjust a height of the frame with wheels 7. As a result, a height of the flail mower 12 can also be adjusted.

De gevallen bladeren 4 worden door de klepelmaaier 12 opwaarts bewogen naar een gekromde koker 14, bij voorkeur omvattende plaatmateriaal als wand. De bladeren 4 bew'egen door de koker 14 naar een opvangdeel 15 daarvan, waar de bladeren zich verzamelen aan een invoerzijde van twee stellen schijven 18 en 20. De schijven 18 en 20 van elk stel zijn om respectievelijke assen 22 en 24 aangebracht. Wanneer de stellen schijven in tegengestelde richting, worden de bladeren in het opvangdeel 15 geplet. In fig. 1 roteert eerste stel schijven 18 tegen de klok in, terwijl het tweede stel schijven 20 met de klok mee roteert. De twee stellen schijven worden in meer detail getoond in, en verder beschreven aan de hand van, de figuren 2 tot en met 5.The fallen leaves 4 are moved upwards by the flail mower 12 to a curved sleeve 14, preferably comprising sheet material as a wall. The leaves 4 move through the sleeve 14 to a receiving part 15 thereof, where the leaves collect on an input side of two sets of disks 18 and 20. The disks 18 and 20 of each set are arranged about respective shafts 22 and 24. When the sets of discs dispose in the opposite direction, the leaves are crushed in the collecting part 15. In Fig. 1, first set of disks 18 rotates counterclockwise, while the second set of disks 20 rotates clockwise. The two sets of discs are shown in more detail in and further described with reference to Figures 2 to 5.

De stellen schijven zijn ingericht om de bladeren 4 aan de invoerzijde te pletten tot strengen of pellets 30, die uit een uitvoerzijde van de stellen schijven komen, in de huidige uitvoeringsvorm vallen de pellets of strengen 30 op een houder van opvoertransporteur 40, alwaar de pellets of strengen 30 als opgevangen pellets of strengen 32 weg van de uitvoerzijde van de stellen schijven worden gevoerd. In Fig. 1 worden de afgevoerde pellets of strengen 32 in een richting in hoofdzaak haaks op ondergrond 2 weggevoerd.The sets of disks are arranged to flatten the leaves 4 at the input side into strands or pellets 30 coming from an output side of the sets of disks, in the present embodiment the pellets or strands 30 fall onto a holder of elevator conveyor 40, where the pellets or strands 30 are collected as collected pellets or strands 32 away from the output side of the sets of discs. In FIG. 1, the discharged pellets or strands 32 are carried away in a direction substantially perpendicular to substrate 2.

De inrichting omvat verder een instelbare duwveer 27, waarbij de twee stellen schijven 18 en 20 met een instelbare voorspanning naar elkaar toe kunnen worden geduwd. Hierdoor zijn de stellen schijven uit elkaar beweegbaar. De pijl nabij de duwveer 27 in Fig. 1 geeft mogelijke bewegingsrichtingen van het met de duwveer 27 uitgevoerde stel schijven. De instelling van de voorspanning kan worden aangepast opdat objecten anders dan blad, bijvoorbeeld harde objecten zoals hout of afval zoals blikjes, door de stellen schijven kunnen komen zonder de inrichting te blokkeren en deze uit bedrijf te hoeven te halen.The device further comprises an adjustable push spring 27, wherein the two sets of discs 18 and 20 can be pushed towards each other with an adjustable bias. This makes the sets of discs movable apart. The arrow near the push spring 27 in FIG. 1 shows possible directions of movement of the set of discs provided with the push spring 27. The bias voltage setting can be adjusted so that objects other than sheet, for example hard objects such as wood or waste such as cans, can pass through the sets of disks without blocking the device and having to take it out of operation.

In fig. 2 wordt getoond dat het opgeharkte of opgeveegde blad 4 wordt toegevoegd aan de stellen schijven, zoals aangeduid met de pijl 49. Elk stel schijven omvat een veelvoud aan parallel om een resp. as 22 en 24 aangebrachte schijven. De inrichting is geconfigureerd om de twee stellen schijven in een tegengestelde richting te roteren, zoals aangeduid met de twee pijlen. De uitgevoerde strengen of pellets 30 worden afgevoerd als de afgevoerde pellets of strengen 32, zoals aangeduid met pijl 50.In Fig. 2 it is shown that the raked or swept-up blade 4 is added to the sets of disks, as indicated by the arrow 49. Each set of disks comprises a plurality of parallel to a resp. discs 22 and 24. The device is configured to rotate the two sets of disks in an opposite direction, as indicated by the two arrows. The exported strands or pellets 30 are discharged as the discharged pellets or strands 32, as indicated by arrow 50.

De twee stellen schijven zijn in hool'dzaak parallel aan elkaar aangebracht, en zijn ten opzichte van elkaar verzet in een richting van de aslijnen 23 of 25, zoals te zien in fig. 3. De schijven 18 en 20 hebben een dikte in de richting parallel aan de resp. aslijnen 23 en 25. De schijven 18 en 20 hebben verder een straal vanaf de resp. aslijnen 23 en 25 tot en met de resp. buitenomtrekken 36. De schijven 18 en 20 van het resp. eerste en tweede stel zijn rondom de as 22 legen elkaar geplaatst.The two sets of disks are arranged substantially parallel to each other, and are offset relative to each other in a direction of the axis lines 23 or 25, as seen in Fig. 3. The disks 18 and 20 have a thickness in the direction parallel to the resp. axis lines 23 and 25. The discs 18 and 20 further have a radius from the resp. axis lines 23 and 25 up to and including the resp. outer circumferences 36. The discs 18 and 20 of the resp. the first and second sets are placed empty around the axis 22.

De schijven omvatten verder een deel 35 waarin de schijf dunner wordt tot aan de buitenomtrek 36 van de schijf. Met andere woorden, verjongt de schijf naar de buitenomtrek toe, gezien in dwarsdoorsnede. Bij voorkeur begint de verjonging, gezien vanaf de resp. aslijn 23 en 25, vanaf halverwege de straal van de schijf tot aan de buitenomtrek 36. De verdunning naar de buitenomtrek toe is voor de schijven van elk van de twee stellen bij voorkeur in hoofdzaak gelijk, zodat de schijven door deze in hoofdzaak een halve dikte van de schijf ten opzichte van elkaar te verzetten in elkaar passen, zoals te zien in fig. 3.The discs further comprise a portion 35 in which the disc becomes thinner up to the outer periphery 36 of the disc. In other words, the disc rejuvenates towards the outer circumference, viewed in cross section. Preferably the rejuvenation starts, seen from the resp. axis 23 and 25, from halfway the radius of the disc to the outer circumference 36. The dilution to the outer circumference is preferably substantially the same for the discs of each of the two sets, so that the discs are substantially half a thickness due to this of the disc relative to each other fit into each other, as seen in Fig. 3.

Elk van de schijven is aan de buitenomtrek 36 daarvan gedeeltelijk afgeknot, opdat een oppervlak ontslaat welke een component heeft die in hoofdzaak parallel is aan resp. aslijnen 23 en 25. Door de gedeeltelijke afknotting ontstaat een volume 38 waarin de bladeren tijdens de doorvoer tussen de schijven door zullen worden geplet, zoals o.a. te zien in de uitvergroting van lig. 3.Each of the discs is partially truncated at its outer circumference 36, so that a surface is formed which has a component that is substantially parallel to, respectively. axis lines 23 and 25. The partial truncation creates a volume 38 in which the leaves will be squashed between the disks during transit, as can be seen, inter alia, in the magnification of lig. 3.

Door het verzetten van de schijven en de verdunning van de schijven naar de resp. buitenomtrekken toe, kunnen de schijven van de twee stellen worden aangebracht om elkaar gedeeltelijk te overlappen, gezien in de richting van de aslijnen 23 of 25. De verdunde gedeelten 35 van de schijven van de twee stellen, die complementair zijn uitgevoerd, kunnen hierbij passend tegen elkaar w'orden gebracht, waarbij door het afgeknotte gedeelte aan de buitenomtrek 36 het doorvoervolume 38 wordt gevormd.By moving the discs and thinning the discs to the resp. outer circumferences, the disks of the two sets can be arranged to partially overlap one another, viewed in the direction of the axis lines 23 or 25. The diluted portions 35 of the disks of the two sets, which are of complementary design, can fit are brought together, the throughput volume 38 being formed by the truncated portion on the outer periphery 36.

In fig. 4 is een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de schijven getoond, waarin een gedeelte van elk van de schijven langs de buitenomtrek 36 is weggehaald, bijv. door middel van frezen. Hierdoor wordt een eerste doorvoervolume 38 gevormd door blootliggende oppervlakken 37 van twee schijven 20 van een eerste stel schijven en een oppervlak aan de buitenomtrek 36 van de tegenoverliggende schijf 18.Fig. 4 shows a first preferred embodiment of the discs, in which a portion of each of the discs is removed along the outer circumference 36, e.g. by milling. As a result, a first throughput volume 38 is formed by exposed surfaces 37 of two discs 20 of a first set of discs and a surface on the outer periphery 36 of the opposite disc 18.

In de alternatieve uitvoering van fig. 4, is het oppervlak aan de buitenomtrek 36’ van de schijf 18 in hoofdzaak vlak uitgevoerd. De schijven omvatten in deze uitvoering een randgedeelte 40, uitgevoerd als inkeping in een richting in hoofdzaak parellel aan de buitenomtrek 36’. Door de randgedeeltes 40, buitenomtrek 36’ en blootliggende oppervlakken 37’ wordt het doorvoervolume 38’gevormd. Door de vorm van het doorvoervolume 38’, die, in tegenstelling tot het doorvoervolume 38, in hoofdzaak vier zijden heeft, worden pellets of strengen gevormd met een vorm die na het pletten langer behouden blijft. Het moge duidelijk zijn, dat bij de beschrijving van de twee stellen schijven, de beschrijving van kenmerken van een van deze schijven ook geldt voor andere schijven van elk stel.In the alternative embodiment of Fig. 4, the surface on the outer periphery 36 'of the disk 18 is substantially flat. In this embodiment the discs comprise an edge portion 40, designed as a notch in a direction substantially parallel to the outer circumference 36 ". The throughput volume 38 'is formed by the edge portions 40, outer circumference 36 "and exposed surfaces 37". The shape of the feed-through volume 38 ", which, in contrast to the feed-through volume 38, has substantially four sides, produces pellets or strands with a shape that is retained longer after crushing. It will be clear that in the description of the two sets of discs, the description of features of one of these discs also applies to other discs of each set.

De inrichting 10 omvat verder de schraapplaten 26 en 28, waarvan een schraapgedeelte in ieder geval tussen paren schijven van elk van de stellen schijven zijn aangebracht. Bij voorkeur zijn de schraapplaten 26 en 28, hier uitgevoerd als puntvormige platen, aan een andere zijde dan die van het andere stel schijven aangebracht. De schraapplaten zijn gevormd om tussen de tegen elkaar aan gebrachte schijven te passen, om zo het oppervlak, waarop zich aangeplakt blad zou kunnen bevinden, af te schrapen en van het aangeplakte blad te ontdoen.The device 10 further comprises the scraper plates 26 and 28, a scraper portion of which is arranged in any case between pairs of discs of each of the sets of discs. The scraper plates 26 and 28, here designed as pointed plates, are preferably arranged on a side other than that of the other set of discs. The scraper plates are formed to fit between the discs placed against each other, so as to scrape off the surface on which stuck sheet may be present and to get rid of stuck sheet.

De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de boven beschreven voorkeursuitvoeringsvormen daarvan; de gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.The present invention is not limited to the above described preferred embodiments thereof; the rights sought are defined by the following claims within the scope of which many modifications are conceivable.

Claims

A method for sweeping up or raking up fallen leaves, comprising the steps of: driving a sweeping or raking member which is configured to sweep up or rake the leaves from a substrate; adding the leaves to crushing means via a guide channel; crushing the leaves into a compacted substance of leaf material; and collecting, or landing, the strands or pellets in a movable container.

Method according to claim 1, wherein the leaves are reduced and / or cut up during sweeping or raking.

A method according to claim 1 or 2, further comprising adding a substance to the leaves or leaf material to make the leaves or leaf material more absorbable through the soil.

Method according to claim 1, 2 or 3, wherein the sweeping or rake member is driven by a towing vehicle.

A device for raking or sweeping leaves from a surface, comprising: a sweeping or rake member drivable from a towing vehicle; a guide channel for guiding the swept or raised leaves up to crushing means; and the crushing means for tolling the leaves into strands or pellets, which pellets or strands are configured to be ridden on the child.

Device as claimed in claim 5, wherein the crushing means comprise a first and a second crushing surface which are movable relative to each other, wherein the crushing means are arranged to crush the leaves between the first and the second crushing surface, wherein during the crushing the leaf material has substantially constant position with respect to the first and second crushing surface.

Device as claimed in claim 5 or 6, wherein the crushing means comprise two or more discs between which the leaves are crushed.

8. Device as claimed in claim 7, wherein the crushing means comprise a first and a second set of two or more discs, wherein the first and second sets are arranged substantially parallel to each other and the discs of each set are arranged around a rotatable axis, wherein the device is configured to rotate the shafts of the first and second sets of disks in opposite directions, the disks of the first and second set being offset relative to each other in a direction of the shaft, the first and second sets discs are arranged such that the discs of the first and second sets at least partially overlap one another in the direction of the axis.

Apparatus as claimed in claim 8, wherein the discs of the first and the second set are offset in the direction of the axis with substantially half a thickness of a disc, wherein each disc of at least the first set in cross-section to an on a outer circumference of the disc, wherein at least one disc of the second set comprises a flattened surface on an outer circumference, the flattened surface being substantially parallel to the axis associated with the at least one disc, the overlapping of the rejuvenated portions of disks of the first set and the crushing surface of the at least one disk of the second set of a sheet feed-through volume is defined to form the strands or pellets.

Device as claimed in any of the claims 7 to 9, wherein the device further comprises at least one biasing member, the biasing member being adapted to push the two sets of discs together with an adjustable bias.

Device as claimed in any of the claims 5-10, wherein the device is provided with scraper elements for scraping the crushed material from the discs.

Device according to one of claims 5 to 11, comprising a discharge conveyor for discharging the strands or pellets.

Device as claimed in any of claims 5 to 12, further comprising a lifting conveyor for transporting the pellets or strands upwards from the discharge so that they can be applied to the land.

Device as claimed in any of claims 5 to 13, wherein the sweeping or rake member is a rotatable sweeper with brushes.

Device according to any of claims 5 to 14, wherein the sweeping or rake member is a flail mower.