NL2019596B1 - Afsluiter voor het oppervlak van een vloeistof - Google Patents

Abstract

Beschreven wordt een afsluiter (1) voor het oppervlak van een vloeistof die zich in een houder (2) bevindt, waarbij de afsluiter een vlak (6) omvat met aan de rand één of meer flapjes (3) waarbij het materiaal van de afsluiter geschikt is om te drijven op de vloeistof. Verder wordt er een werkwijze beschreven om een vloeistof in een houder af te sluiten waarbij de afsluiter volgens de uitvinding op de vloeistof in de houder wordt aangebracht; vervolgens vleit het ene of meer flapjes zich tegen de wand van de houder.

Description

Afsluiter voor het oppervlak van een vloeistof

De uitvinding heeft betrekking op een afsluiter (1) voor het oppervlak van een vloeistof die zich in een houder (2) bevindt, en op de toepassing daarvan.

Een dergelijke afsluiter is bekend uit GB octrooiaanvrage 1520739 waarin een afsluiter van het oppervlak van een vloeistof wordt beschreven die dunne drijvende elementen bevatten. In US octrooi 3,266,662 wordt een uitvouwbare afsluiter met handgreep van een vloeistof, in het bijzonder verf, beschreven. In de JP aanvrage 200818204 wordt een zich op het oppervlak van de vloeistof uitdijende spiraal beschreven die bij voorbeeld wierook tegen muggen verspreidt.

Nu is algemeen bekend dat voor het naadloos afsluiten van een vloeistof in een houder, in het bijzonder voor het afsluiten van bij voorbeeld een frisdrank, wijn of champagne in een fles, geen afdoende oplossingen bestaan. Er is daarom behoefte aan een universeel toepasbare afsluiter die vloeistof in houders met verschillende breedte doorsnede ofwel verschillende omvang afsluit. US octrooi 2,227,172 beschrijft een afsluiter met een handgreep en een spleet die het over elkaar heen schuiven van twee gedeeltes van de afsluiter mogelijk maakt waarmee weliswaar de buitenomtrek kan worden verkleind, maar welke niet volledig aan de houder aansluit. Er is derhalve behoefte aan een afsluiter voor het oppervlak van een vloeistof die zich in een houder bevindt, met name in een houder die verschillende breedte doorsnedes heeft zoals bij voorbeeld in het algemeen in een fles die bij voorbeeld geschikt is voor frisdrank, wijn of champagne. De vereiste van een goed afsluitbare houder geldt zeker in het geval de af te sluiten vloeistof een koolzuurhoudende drank is. Een dergelijke afsluiter wordt door de huidige uitvinding geboden.

Met de onderhavige uitvinding wordt beoogd te voorzien in een afsluiter van de in de aanhef genoemde soort, waarbij de afsluiter een vlak (6) omvat met aan de rand één of meer flapjes (3) waarbij de totale doorsnede van het vlak en één flapje minimaal de maximale doorsnede van de houder + ongeveer 5 - 40 mm, bij voorkeur ongeveer 8 - 20 mm, in het bijzonder ongeveer 10 mm bedraagt, en het materiaal van de afsluiter geschikt is om te drijven op de vloeistof. Bij voorkeur is het materiaal van de afsluiter van rubber, zoals latex of gietrubber, of van kunststof, zoals siliconen. Bij nadere voorkeur bedraagt de hoogte van het vlak van de afsluiter 6-25 mm, in het bijzonder 10 - 15 mm en bedraagt de hoogte van de één of meer flapjes 0,5 - 5 mm, in het bijzonder 1-3 mm. Bij bijzondere voorkeur is de afsluiter voorzien van één of meer handgrepen (4), aan één of beide zijden van het vlak. De handgrepen kunnen elke geschikte vorm hebben en bij voorbeeld rechthoekig, rond, driehoekig of oogvormig zijn. Ook kunnen de vormen aan beide zijden van het vlak van elkaar verschillen.

Verder biedt de uitvinding een werkwijze om een vloeistof in een houder af te sluiten waarbij de afsluiter volgens de uitvinding op de vloeistof in de houder wordt aangebracht en waarbij de één of meer flapjes zich tegen de binnenwand van de houder vleien. De werkwijze is in het bijzonder geschikt om toe te passen bij het afsluiten van een koolzuurhoudende vloeistof zoals een koolzuurhoudende frisdrank. De afsluiter kan via een koker (5) maar ook rechtstreeks in de houder worden gebracht.

Met de uitvinding wordt een afsluiter van vloeistof in een houder verschaft waarbij de om vang van de afsluiter flexibel is zodat deze met elke breedte doorsnede van de houder en derhalve met elk vloeistofniveau kan mee bewegen, ofwel bij elk vloeistofniveau kan worden toegepast. Dit is in het bijzonder gunstig voor flessen voor frisdrank die veelal buikvormig zijn. Zeker voor koolzuurhoudende dranken is de mogelijkheid van afsluiting belangrijk daar de koolzuur dan beter behouden blijft. Uiteraard kan de afsluiter ook dienen om insecten en stof buiten de vloeistof te houden.

De afsluiter volgens de uitvinding bestaat uit een vlak met aan de rand van het vlak één of meer flapjes. Het vlak van de afsluiter kan plat zijn maar ook bij voorbeeld bolvormig of taps toelopend of aan beide zijden van elkaar verschillende vormen hebben zoals bij voorbeeld aan één zijde vlak en aan de andere bolvormig. Het materiaal van zowel het vlak als de één of meer flapjes van de afsluiter is flexibel waarbij de flapjes flexibeler zijn dan het vlak doordat ze dunner zijn. Het flapje of de flapjes die zich aan de rand van de afsluiter bevinden overbruggen meer dan het gat tussen het vlak van de afsluiter en de wand van de houder en staan met een hoogte van minimaal ongeveer 2,5 mm tot maximaal ongeveer 20 mm tegen de wand van de houder op. Het flapje of de flapjes tezamen zullen zo bij elk vloeistofniveau voor de afsluiting van het vloeistofoppervlak zorgen. Met behulp van de handgrepen kan de afsluiter al of niet met hulp van een koker gemakkelijk op de vloeistof worden gelegd.

De onderhavige uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de volgende tekeningen:

Figuur 1: bovenaanzicht van ronde afsluiter (1) met flapje (3) en handgreep (4) aan het vlak (6) van de afsluiter.

Figuur 2: vooraanzicht van een buikvormige fles (2) die een afsluiter (1) voor een vloeistof in de fles (2) bevat welke afsluiter een flapje (3) bevat en aan beide zijden voorzien is van handgrepen (4), bij twee verschillende niveaus van de vloeistof zoals ook met de pijlen is aangegeven.

Figuur 3: vooraanzicht van een fles (2) die een afsluiter (1) voor een vloeistof in de fles (2) bevat welke afsluiter flapjes (3) bevat en welke afsluiter aan beide zijden voorzien is van handgrepen (4).

Figuur 4: vooraanzicht van koker (5) om een afsluiter (1) voor een vloeistof in een fles (2) te leiden naar een vloeistof in fles (2) welke afsluiter flapje (3) bevat en aan beide zijden voorzien is van handgrepen (4).

De figuren zijn overwegend schematisch en niet op schaal getekend. Overeenkomstige delen zijn in de figuren met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.

Figuur 1 geeft een eenvoudige schets van de afsluiter met ronde vorm bevattende een vlak met flapje en een handgreep. Uiteraard valt een afsluiter met elke vorm die past binnen een houder, zoals bij voorbeeld de rechthoekige vorm, ook onder de beschermingsomvang van de uitvinding.

Figuur 2 toont een belangrijk voordeel van de huidige uitvinding: doordat de afsluiter met flapjes is samengesteld die zich geheel of gedeeltelijk tegen de wand kunnen vleien kan het oppervlak van de vloeistof bij elke doorsnede van de houder, en dus op elk vloeistofniveau volledig bedekt zijn. Het flapje vleit zich door de vloeistof tegen de wand van de houder; de doorsnee van de afsluiter, dat wil zeggen vlak en flapje, dient dus steeds groter te zijn dan die van de houder.

In figuur 3 wordt getoond dat flapjes die zich aan beide zijden tegen de wand van de houder vleien de vloeistof in het algemeen steviger kunnen afsluiten dan één flapje.

In figuur 4 wordt schetsmatig de werkwijze weergegeven om met behulp van een koker de afsluiter op het oppervlak van de vloeistof aan te brengen. De afsluiter wordt opgevouwen door de koker geleid en zal zich bij het verlaten van de koker uitvouwen en op het oppervlak van de vloeistof blijven drijven. Maar uiteraard zijn er ook andere mogelijkheden om de afsluiter op het oppervlak van de vloeistof aan te brengen zoals de afsluiter door de hals van de houder duwen met behulp van eenvoudigweg een vinger of eventueel een staatje.

Wanneer de fles schuin gehouden wordt om vloeistof uit de fles te schenken zal de afsluiter loskomen van de wand en op de vloeistof blijven drijven. Is de fles leeg dan dient de fles ondersteboven gehouden te worden en kan de afsluiter uit de houder worden verwijderd.

Tenslotte dient nadrukkelijk vermeld te worden, dat in de huidige octrooiaanvrage voorkeurs uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn beschreven en dat vanzelfsprekend verdere modificaties en dergelijke mogelijk zijn, zonder dat de beschermingsomvang van dit octrooischrift wordt beperkt.

Claims (8)

1. Afsluiter (1) voor het oppervlak van een vloeistof die zich in een houder (2) bevindt, waarbij de afsluiter een vlak (6) omvat met aan de rand één of meer flapjes (3) waarbij de totale doorsnede van het vlak en één flapje minimaal de maximale doorsnede van de houder bedraagt + ongeveer 5-40 mm, en het materiaal van de afsluiter geschikt is om te drijven op de vloeistof.

2. Afsluiter volgens conclusie 1 waarbij het materiaal van de afsluiter van rubber of van kunststof is.

3. Afsluiter volgens conclusie 1 of 2 waarbij de hoogte van het vlak van de afsluiter 6 - 25 mm en de hoogte van de één of meer flapjes 0,5 - 5 mm bedraagt.

4. Afsluiter volgens elk van de conclusies 1-3 waarbij de afsluiter voorzien is van één of meer handgrepen (4), aan één of beide zijden van het vlak.

5. Werkwijze om een vloeistof in een houder af te sluiten waarbij de afsluiter volgens elk van de conclusies 1 - 4 op de vloeistof in de houder wordt aangebracht.

6. Werkwijze volgens conclusie 5 waarbij de afsluiter via een koker (5) in de houder wordt gebracht.

7. Werkwijze volgens conclusie 5 of 6 waarbij de houder een fles is.

8. Werkwijze volgens elk van de conclusies 5 -7 waarbij de vloeistof koolzuurhoudend is.