NL2019510B1

NL2019510B1 - Tubular construction

Info

Publication number: NL2019510B1
Application number: NL2019510A
Authority: NL
Inventors: Reigwein Robin; Jacobus Reigwein Robert
Original assignee: Reco Holding B V
Priority date: 2017-09-08
Filing date: 2017-09-08
Publication date: 2019-03-19

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een buisconstructie, omvattende een meervoudig aantal via een extrusieproces integraal gevormde aluminium buisprofielen. Elk van de buisprofielen definieert een centrale holte en een meervoudig aantal zich radiaal buiten de holte bevindende kamers. Voorts zijn de kamers in hoofdzaak evenredig in een omtreksrichting om de centrale holte verdeeld. Tussen naastgelegen kamers is een gootprofiel gevormd voor het opnemen van een extern verbindingselement.The invention relates to a tube construction comprising a plurality of aluminum tube profiles integrally formed via an extrusion process. Each of the tubular profiles defines a central cavity and a plurality of chambers radially outside the cavity. Furthermore, the chambers are distributed substantially proportionally in a circumferential direction about the central cavity. A gutter profile is formed between adjacent chambers for receiving an external connecting element.

Description

Titel: BuisconstructieTitle: Tubular construction

De uitvinding heeft betrekking op een buisconstructie.The invention relates to a tubular construction.

Buisconstructies zijn algemeen bekend, bijvoorbeeld voor gebruik als basiselement in een steigerconstructie. Doorgaans zijn dergelijke buisconstructies uitgevoerd met stalen buizen, met het oog op eisen ten aanzien van stijfheid en veiligheid. Echter, stalen constructies zijn inherent zwaar.Pipe constructions are generally known, for example for use as a basic element in a scaffolding construction. Such pipe constructions are generally designed with steel pipes, in view of requirements regarding stiffness and safety. However, steel structures are inherently heavy.

De uitvinding beoogt een verbeterde buisconstructie. In het bijzonder beoogt de uitvinding een buisconstructie te verkrijgen die lichter is zonder tegemoet te komen aan stijfheidseisen. Daartoe omvat de buisconstructie volgens de uitvinding een meervoudig aantal via een extrusieproces integraal gevormde aluminium buisprofielen die elk een centrale holte en een meervoudig aantal zich radiaal buiten de centrale holte bevindende kamers definiëren, waarbij de kamers in hoofdzaak evenredig in een omtreksrichting om de centrale holte zijn verdeeld, en waarbij tussen naastgelegen kamers een gootprofiel is gevormd voor het opnemen van een extern verbindingselement.The invention contemplates an improved tube construction. In particular, it is an object of the invention to obtain a tubular structure that is lighter without meeting rigidity requirements. To this end, the tubular construction according to the invention comprises a plurality of aluminum tube profiles integrally formed via an extrusion process, each defining a central cavity and a plurality of chambers located radially outside the central cavity, the chambers being substantially proportional in a circumferential direction about the central cavity and wherein a gutter profile is formed between adjacent chambers for receiving an external connecting element.

Door toepassing van geëxtrudeerd aluminium buisprofielen kan een lichte constructie worden verkregen die toch een vereist stijfheid heeft. Immers externe verbindingselementen, ter verkrijgen van een gewenste stijfheid, kunnen eenvoudig een toch duurzaam aan de buisprofielen worden bevestigd. Bovendien kunnen buisconstructies eenvoudig worden opgebouwd en, na gebruik, eveneens eenvoudig worden ontmanteld aangezien lasverbindingen vanwege de gootprofielconstructie achterwege kunnen blijven. Zo zijn de buisprofielen in principe geschikt voor hergebruik.By using extruded aluminum tubular profiles, a light construction can be obtained that nevertheless has a required rigidity. After all, external connecting elements, in order to obtain a desired stiffness, can simply be attached to the tube profiles in a durable manner. In addition, tubular structures can be easily constructed and, after use, also easily dismantled since welding connections can be dispensed with due to the gutter profile construction. The tube profiles are, in principle, suitable for reuse.

Ook heeft de uitvinding betrekking op een draagconstructie, een torenconstructie en een brugconstructie.The invention also relates to a support structure, a tower construction and a bridge construction.

Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn weergegeven in de volgconclusies.Further advantageous embodiments of the invention are shown in the subclaims.

Op gemerkt wordt dat de hierboven beschreven kenmerken elk op zichzelf deel kunnen uitmaken van een buisconstructie, dat wil zeggen geïsoleerd van de context waarin die zijn beschreven, afzonderlijk van andere kenmerken in combinatie met slechts een aantal van de overige kenmerken die zijn beschreven in de context waarin de buisconstructie wordt geopenbaard. Elk van de kenmerken kan voorts worden gecombineerd met elk ander beschreven kenmerk, in elke combinatie.It is noted that the features described above may each in themselves be part of a tubular structure, i.e. isolated from the context in which they are described, separately from other features in combination with only some of the other features described in the context wherein the tubular structure is disclosed. Each of the features can further be combined with any other feature described, in any combination.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden die in de tekening zijn weergegeven. In de tekening toont:The invention will be further elucidated on the basis of exemplary embodiments shown in the drawing. In the drawing:

Figuur 1 een schematisch perspectivisch bovenaanzicht van een buisprofiel van een buisconstructie overeenkomstig de uitvinding;Figure 1 shows a schematic perspective top view of a pipe profile of a pipe construction according to the invention;

Figuur 2 een schematisch zijaanzicht van het buisprofiel zoals getoond in Fig. 1;Figure 2 is a schematic side view of the tube profile as shown in Figs. 1;

Figuur 3 een schematisch perspectivisch aanzicht van een eerste draagconstructie overeenkomstig de uitvinding;Figure 3 is a schematic perspective view of a first bearing construction according to the invention;

Figuur 4 een schematisch perspectivisch deelaanzicht van de draagconstructie zoals getoond in Fig. 3;Figure 4 is a schematic perspective partial view of the support structure as shown in Figs. 3;

Figuur 5 een schematisch perspectivisch aanzicht van een tweede draagconstructie overeenkomstig de uitvinding;Figure 5 is a schematic perspective view of a second bearing construction according to the invention;

Figuur 6 een schematisch perspectivisch aanzicht van een eerste ligger van de draagconstructie zoals getoond in Fig. 5;Figure 6 is a schematic perspective view of a first girder of the support structure as shown in Figs. 5;

Figuur 7 een schematisch perspectivisch aanzicht van een tweede ligger van de draagconstructie zoals getoond in Fig. 5;Figure 7 is a schematic perspective view of a second beam of the support structure as shown in Figs. 5;

Figuur 8 een perspectivisch, eerste schematisch perspectivisch deelaanzicht van de draagconstructie zoals getoond in Fig. 5;Figure 8 is a perspective, first schematic perspective partial view of the support structure as shown in Figs. 5;

Figuur 9 een schematisch perspectivisch aanzicht van een verbindingselement van de draagconstructie zoals getoond in Fig. 5;Figure 9 is a schematic perspective view of a connecting element of the support structure as shown in Figs. 5;

Figuur 10 een tweede schematisch deelaanzicht van de draagconstructie zoals getoond in Fig. 5;Figure 10 shows a second schematic partial view of the support structure as shown in Figs. 5;

Figuur 11 een schematisch perspectivisch van een ander verbindingselement van de draagconstructie zoals getoond in Fig. 5;Figure 11 is a schematic perspective view of another connecting element of the support structure as shown in Figs. 5;

Figuur 12 een schematisch perspectivisch aanzicht van een brugconstructie overeenkomstig de uitvinding, enFigure 12 is a schematic perspective view of a bridge construction according to the invention, and

Figuur 13 een schematisch perspectivisch aanzicht van een torenconstructie overeenkomstig de uitvinding.Figure 13 is a schematic perspective view of a tower construction according to the invention.

In de figuren zijn gelijke of overeenkomende delen met dezelfde verwijzingscijfers benoemd. Opgemerkt wordt dat de figuren slechts getoond worden bij wijze van uitvoeringsvoorbeeld en geenszins als beperkend dienen te worden beschouwd.In the figures, identical or corresponding parts are designated with the same reference numerals. It is noted that the figures are only shown by way of exemplary embodiment and should in no way be regarded as limiting.

De figuren zijn slechts een schematische weergave van de voorkeursuitvoering van de uitvinding. In de figuren zijn gelijke of corresponderende onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers aangegeven.The figures are only a schematic representation of the preferred embodiment of the invention. In the figures, identical or corresponding parts are indicated with the same reference numerals.

Figuur 1 toont een schematisch perspectivisch bovenaanzicht van een buisprofiel 1 van een buisconstructie overeenkomstig de uitvinding. Voorts toont Figuur 2 een schematisch zijaanzicht van het buisprofiel 1. Het buisprofiel 1 is integraal gevormd uit aluminium via een extrusieproces, en definieert een centrale holte 2 en een viertal zich radiaal buiten de centrale holte 2 bevindende kamers 3a-d. De centrale holte 2 en de kamers 3a-d strekken zich in een lengterichting L langs het buisprofiel 1 uit. De kamers 3a-d zijn in hoofdzaak evenredig in een omtreksrichting C om de centrale holte 2 verdeeld. Zo heeft het buisprofiel 1 in dwarsdoorsnede een structuur die invariant is in de lengterichting L van het profiel 1. De structuur heeft een centrale ring 4 die in de lengterichting L een centrale buis vormt en de centrale holte 2 in de omtreksrichting C omsluit. Ook heeft de structuur profieldelen 6a-d die zich vanaf de ring radiaal uitstrekken en in de lengterichting L de kamers 3a-d vormen die zich radiaal buiten de centrale buis 2 bevinden. In de uitvoering zoals getoond in Fig. 1 vormen bovengenoemde profieldelen 6a-d tezamen met delen 4a-d van de centrale ring 4 de wand van de kamers 3a-d. Zo bevinden delen 4a-d van de centrale ring 4 zich tussen enerzijds de kamers 3a-d en anderzijds cle centrale holte 2 binnenin de centrale ring of buis 4. Tussen naastgelegen kamers 4a-d is een gootprofiel 5a-d gevormd voor het opnemen van een extern verbindingselement. Zo bevindt zich tussen een eerste kamer 4a en een in de omtreksrichting C daarnaast gelegen tweede kamer 4b een eerste gootprofiel 5a. Evenzo bevindt zich tussen de tweede kamer 4b en een verderop in de omtreksrichting C daarnaast gelegen derde kamer 4c een tweede gootprofiel 5b, en zo voorts.Figure 1 shows a schematic perspective top view of a pipe profile 1 of a pipe construction according to the invention. Furthermore, Figure 2 shows a schematic side view of the tube profile 1. The tube profile 1 is integrally formed from aluminum via an extrusion process, and defines a central cavity 2 and four chambers 3a-d radially outside the central cavity 2. The central cavity 2 and the chambers 3a-d extend in a longitudinal direction L along the tubular section 1. The chambers 3a-d are distributed substantially proportionally in a circumferential direction C about the central cavity 2. Thus, the tubular section 1 has a cross-sectional structure that is invariant in the longitudinal direction L of the profile 1. The structure has a central ring 4 which forms a central tube in the longitudinal direction L and encloses the central cavity 2 in the circumferential direction C. The structure also has profile parts 6a-d which radially extend from the ring and form in the longitudinal direction L the chambers 3a-d that are radially outside the central tube 2. In the embodiment as shown in FIG. 1, the above-mentioned profile parts 6a-d together with parts 4a-d of the central ring 4 form the wall of the chambers 3a-d. For example, parts 4a-d of the central ring 4 are located on the one hand between the chambers 3a-d and on the other hand the central cavity 2 inside the central ring or tube 4. Between adjacent chambers 4a-d a gutter profile 5a-d is formed for receiving an external connection element. Thus, between a first chamber 4a and a second chamber 4b adjacent to the circumferential direction C, there is a first trough profile 5a. Similarly, between the second chamber 4b and a third chamber 4c located further along in the circumferential direction C, there is a second trough profile 5b, and so on.

Het getoonde buisprofiel 1 is spiegelsymmetrisch ten opzicht van een viertal spiegelvlakken Sl-4 die zich door de lichaamsas van de centrale buis 2 uitstrekken en achtereenvolgens over een hoek van 45 graden zijn gekanteld. In principe kan het buisprofiel 1 anderszins symmetrisch zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld symmetrisch ten opzichte van één of twee spiegelvlakken. Ook kan het buisprofiel 1 a-symmetrisch zijn uitgevoerd. Opgemerkt wordt dat het aantal kamers 4a-d meer of minder dan vier kan zijn, bijvoorbeeld drie kamers of vijf of zes kamers.The tube profile 1 shown is mirror-symmetrical with respect to four mirror surfaces S1-4 which extend through the body axis of the central tube 2 and are subsequently tilted through an angle of 45 degrees. In principle, the tubular section 1 can be designed otherwise symmetrically, for example symmetrically with respect to one or two mirror surfaces. The tube profile 1 can also be of asymmetrical design. It is noted that the number of chambers 4a-d can be more or less than four, for example three chambers or five or six chambers.

Zoals getoond in Fig. 2 heeft het buisprofiel 1 een eerste uiteinde la en een tweede uiteinde lb. Het eerste uiteinde la is voorzien van een zich voorbij de centrale buis uitstrekkende pen 7 die massief of hol kan worden uitgevoerd, waarvan de buitencliameter die enigszins kleiner is dan de binnendiameter van de centrale buis 1 nabij het tweede uiteinde lb van het buisprofiel 1. In de getoonde uitvoeringsvorm is de pen voorzien van een doorgaand gat 8, dwars op de lichaamsas LA van het buisprofiel 1. Ook is het buisprofiel 1 op diverse posities langs de lichaamsas LA voorzien van optionele doorgaande gaten 9a-d die zijn aangebracht in tegenoverliggende gootprofielen 5a-d.As shown in FIG. 2, the tubular profile 1 has a first end la and a second end lb. The first end 1a is provided with a pin 7 extending beyond the central tube, which pin can be solid or hollow, the outer diameter of which is slightly smaller than the inner diameter of the central tube 1 near the second end 1b of the tube section 1. In In the embodiment shown, the pin is provided with a through hole 8, transverse to the body axis LA of the tubular section 1. The tubular profile 1 is also provided at various positions along the body axis LA with optional through holes 9a-d which are arranged in opposite channel sections 5a -d.

Ter vorming van een buisconstructie kunnen twee buisprofielen op elkaar worden geplaatst waarbij de pen 7 van een eerste buisprofiel 1 tot in de centrale holte van een tweede buisprofiel 1 reikt, aan het tweede uiteinde la daarvan. Zo is het tweede buisprofiel in radiale richting ten opzichte van de lichaamsas LA opgesloten. Bij voorkeur zijn de buisprofielen opwaarts georiënteerd, het tweede buisprofiel bovenop het eerste buisprofiel. Bij grote voorkeur wordt de pen van het eerste buisprofiel 1 gefixeerd ten opzicht van het tweede buisprofiel, bijvoorbeeld door een borgpen of houtconstructie die zich door het pengat 8 en een doorgaand gat 9d in het buisprofiel uitstrekt.To form a tube construction, two tube profiles can be placed on top of each other, wherein the pin 7 of a first tube profile 1 extends into the central cavity of a second tube profile 1, at the second end la thereof. The second tube profile is thus confined in the radial direction with respect to the body axis LA. The tube profiles are preferably oriented upwards, the second tube profile on top of the first tube profile. The pin of the first tube profile 1 is most preferably fixed with respect to the second tube profile, for example by a locking pin or wooden structure which extends through the pin hole 8 and a through hole 9d in the tube profile.

Figuur 3 toont een schematisch perspectivisch aanzicht van een eerste draagconstructie 10 overeenkomstig de uitvinding, terwijl Figuur 4 een schematisch perspectivisch deelaanzicht van de draagconstructie toont.Figure 3 shows a schematic perspective view of a first support structure 10 according to the invention, while Figure 4 shows a schematic perspective partial view of the support structure.

De draagconstructie 10 in Fig. 3 en 4 heeft een buisconstructie waarbij een meervoudig aantal buisprofielen, in de getoonde uitvoeringsvorm vier buisprofiel 11, 12, 13, 14, als staanders nabij elkaar zijn gepositioneerd. Verder heeft de buisconstructie een frame 15 clat de staanders 11, 12, 13, 14 zijdelings onderling verbindt ter vorming van een constructie-basiseenheid. In bovenaanzicht vormen cle staanders de hoekpunten van een vierkant, of meer in het algemeen een rechthoek.The support structure 10 in FIG. 3 and 4 has a tube construction in which a plurality of tube profiles, in the embodiment shown four tube profiles 11, 12, 13, 14, are positioned as uprights close to each other. Furthermore, the tubular structure has a frame 15 which laterally connects the uprights 11, 12, 13, 14 to form a structural basic unit. In top view, the posts form the corner points of a square, or more generally a rectangle.

Op gemerkt wordt dat het aantal staanders meer of minder dan vier kan zijn, bijvoorbeeld drie staanders die in bovenaanzicht, hoekpunten van een driehoek vormen, of vijf of zes staanders die in bovenaanzicht hoekpunten van respectievelijk een vijfhoek of zeshoek vormen.It is noted that the number of uprights can be more or less than four, for example three uprights which form corner points of a triangle, or five or six uprights which form corner points of a pentagon or hexagon respectively in top view.

Het frame 15 omvat een meervoudig aantal liggers 16-19, 20-23 omvat met tegenover liggen uiteinden. Verder heeft het frame verbindingsstukken 24, 25 die als een extern verbindingselement tot in een gootprofiel 5 van een staander reikt en is gekoppeld aan een uiteinde van een ligger, om de ligger aan de staander te bevestigen. De bevestiging van een verbindingsstuk 24, 25 aan de staander en ligger kan op demonteerbare wijze geschieden, bijvoorbeeld met bout en moer constructies.The frame 15 comprises a plurality of beams 16-19, 20-23 with opposite ends. Furthermore, the frame has connecting pieces 24, 25 which extend as an external connecting element into a channel profile 5 of an upright and is coupled to an end of a girder, for fixing the girder to the upright. The attachment of a connecting piece 24, 25 to the upright and girder can be done in a removable manner, for example with bolt and nut constructions.

Zoals in meer detail getoond in Fig. 4 kan een verbindingsstuk 24, 25 zijn gekoppeld aan uiteinden van een meervoudig aantal liggers 21, 22; 17, 18. Zo kan een eerste uiteinde van een ligger aan een eerste staander worden bevestigd terwijl een tweede uiteinde van een ligger aan een tweede staander worden bevestigd. De liggers dan daarmee als afstand houder tussen de staanders.As shown in more detail in FIG. 4, a connecting piece 24, 25 can be coupled to the ends of a plurality of beams 21, 22; 17, 18. Thus, a first end of a beam can be attached to a first post while a second end of a beam is attached to a second post. The beams then act as a spacer between the posts.

Opgemerkt wordt dat ook andere constructies denkbaar zijn, bijvoorbeeld waarbij twee liggers met hun eerste uiteinde aan elkaar bevestigd zijn terwijl hun andere uiteinde aan een corresponderende staander is bevestigd. Ook kunnen de liggers worden bevestigd aan naast elkaar staande staanders worden bevestigd of aan tegenover elkaar staande staanders, dat wil zeggen langs een zijde van het vierkant, in bovenaanzicht, of diagonaal. De liggers zijn bij voorkeur in hoofdzaak horizontaal georiënteerd.It is noted that other constructions are also conceivable, for example wherein two beams are attached to each other with their first end while their other end is attached to a corresponding post. The beams can also be attached to adjacent uprights or to opposite uprights, i.e. along one side of the square, in top view, or diagonally. The beams are preferably substantially horizontally oriented.

Daarnaast is het frame 15 in de getoonde uitvoeringsvorm voorzien van schorende delen 26 die schuin tussen de staanders zijn opgesteld ter vorming van driehoeksprofielen, ter vergroting van de stijfheid van het frame 15. In principe kan het frame 15 ook zonder schorende delen worden uitgevoerd, bijvoorbeeld om materiaal te besparen of als plaatvormige elementen worden toegepast die een schorende werking hebben.In addition, in the embodiment shown, the frame 15 is provided with supporting parts 26 which are arranged obliquely between the uprights to form triangular profiles, in order to increase the rigidity of the frame 15. In principle, the frame 15 can also be designed without supporting parts, e.g. to save material or to be used as plate-shaped elements that have a suspending effect.

De constructie-basiseenheid die door de buisconstructie met het frame 15 wordt gevormd is in de uitvoeringsvorm zoals getoond in Fig. 3 voorzien van diverse attributen om als draagconstructie te dienen, bijvoorbeeld ter ondersteuning van een plafond. Daartoe zijn de staanders 11, 12, 13, 14 aan de bovenzijde voorzien van steunvlakken 27, 28, 29, 30, en aan de onderzijde van voeten 31, 32, 33, 34. De steunvlakken en/of voeten kunnen in hoogte verstelbaar zijn.The structural base unit formed by the tubular structure with the frame 15 is in the embodiment as shown in FIG. 3 provided with various attributes to serve as a supporting structure, for example for supporting a ceiling. For this purpose the uprights 11, 12, 13, 14 are provided on the top with supporting surfaces 27, 28, 29, 30 and on the underside of feet 31, 32, 33, 34. The supporting surfaces and / or feet can be adjustable in height .

Opgemerkt wordt dat de hierboven constructie-basiseenheid niet alleen kan worden toegepast in een draagconstructie, maar ook in andere buisconstructies, bijvoorbeeld ter vorming van een steiger, brug of toren.It is noted that the above-mentioned basic construction unit can not only be used in a supporting structure, but also in other tubular structures, for example for forming a scaffolding, bridge or tower.

Figuur 5 toont een schematisch perspectivisch aanzicht van een tweede draagconstructie 50 overeenkomstig de uitvinding. Ook hierbij is voorzien in een buisconstructie met een meervoudig aantal als staanders nabij elkaar gepositioneerde buisprofielen 51, 52, 53, 54 met een frame 55 dat de staanders zijdelings onderling verbindt ter vorming van een constructie-basiseenheid. Het frame 55 omvat liggers 56, 57, 58, 59 waarvan een uiteinde als een extern verbindingselement tot in een gootprofiel 5 van een staander reikt. Zo kunnen de liggers 56, 57, 58, 59 direct aan de staanders worden bevestigd, bij voorkeur op demonteerbare wijze, bijvoorbeeld met bout en moer constructies. Voorst heeft het frame 55 aanvullende liggers 60, 61 die dwars of diagonaal tussen de liggers zijn gepositioneerd ter vorming van een stijf plateau tussen de staanders. Op het plateau kan een werkvloer 62 worden gemonteerd zoals eveneens getoond in Fig. 5.Figure 5 shows a schematic perspective view of a second support structure 50 according to the invention. Here too, a tubular structure is provided with a plurality of tubular profiles 51, 52, 53, 54 positioned as stands near each other with a frame 55 which connects the stands laterally to form a structural basic unit. The frame 55 comprises beams 56, 57, 58, 59, one end of which extends as an external connecting element into a channel profile 5 of a post. The beams 56, 57, 58, 59 can thus be fixed directly to the posts, preferably in a removable manner, for example with bolt and nut constructions. Furthermore, the frame 55 has additional beams 60, 61 which are positioned transversely or diagonally between the beams to form a rigid plateau between the posts. A work floor 62 can also be mounted on the platform, as is also shown in FIG. 5.

Figuur 6 toont een schematisch perspectivisch aanzicht van een eerste ligger 56 van de draagconstructie in Fig. 5, en Fig. 7 toont een schematisch perspectivisch aanzicht van een tweede ligger 60 van de draagconstructie zoals getoond in Fig. 5. De eerste ligger 56 omvat een balk met een stijf profiel zoals een I-profiel en is voorzien van een flens 56a,b aan de respectievelijke uiteinden die in de gootprofielen 5 van de staanders passen. Ook de tweede ligger 60, toepasbaar als aanvullende ligger, is voorzien van flenzen 60a,b aan de uiteinden om tussen liggers zoals getoond in Fig. 6 te kunnen worden gemonteerd. De hierboven beschreven flenzen 56a,b zijn voorzien van bevestigingsogen 56c,d, 60c,d voor montagedoeleinden. Opgemerkt wordt dat de liggers uit een ander profiel kunnen worden gevormd, bijvoorbeeld een T-profiel.Figure 6 shows a schematic perspective view of a first girder 56 of the support structure in Figs. 5, and FIG. 7 shows a schematic perspective view of a second beam 60 of the support structure as shown in FIG. 5. The first beam 56 comprises a beam with a rigid profile such as an I-profile and is provided with a flange 56a, b at the respective ends that fit into the channel profiles 5 of the uprights. The second girder 60, which can be used as an additional girder, is also provided with flanges 60a, b at the ends for connecting girders as shown in Figs. 6 can be mounted. The flanges 56a, b described above are provided with mounting eyes 56c, d, 60c, d for mounting purposes. It is noted that the beams can be formed from a different profile, for example a T-profile.

Figuur 8 toont een perspectivisch, eerste schematisch deelaanzicht van de draagconstructie 50 zoals getoond in Fig. 5. Zoals in meer detail getoond reikt een uiteinde van een ligger 56 tot in een gootprofiel 5 van een staander 53 ter bevestiging van de ligger 56 aan de staander 53.Figure 8 shows a perspective, first schematic partial view of the support structure 50 as shown in Figs. 5. As shown in more detail, one end of a beam 56 extends into a channel profile 5 of a post 53 for fixing the beam 56 to the post 53.

Figuur 9 toont een schematisch perspectivisch aanzicht van een verbindingselement 63 van de draagconstructie zoals getoond in Fig. 5. Voorts toont Figuur 10 een tweede schematisch deelaanzicht van de draagconstructie zoals getoond in Fig. 5, in bovenaanzicht. Het verbindingselement 63 heeft twee parallele vlakken 64, 65 die op afstand worden gehouden door integraal gevormde strookvormige platen 66, 67. Het geheel is voorzien van bevestigingsogen 68 voor montagedoeleinden. In gemonteerde toestand bevindt het verbindingselement 63 zich in een hoek die wordt ingesloten door twee liggers 56, 57 die op dezelfde staander 53 zijn gemonteerd. Een diagonaal georienteerde ligger 69 is via het verbindingselement 63 aan de liggers 56, 57 en de staander 53 gekoppeld, zoals in meer detail getoond in Fig. 10.Figure 9 shows a schematic perspective view of a connecting element 63 of the support structure as shown in Figs. 5. Furthermore, Figure 10 shows a second schematic partial view of the support structure as shown in Figs. 5, in top view. The connecting element 63 has two parallel planes 64, 65 which are kept at a distance by integrally formed strip-shaped plates 66, 67. The whole is provided with fixing eyes 68 for mounting purposes. In the mounted state, the connecting element 63 is at an angle enclosed by two beams 56, 57 mounted on the same post 53. A diagonally oriented beam 69 is coupled via the connecting element 63 to the beams 56, 57 and the upright 53, as shown in more detail in Figs. 10.

Figuur 11 toont een schematisch perspectivisch van een ander verbindingselement 70 van de draagconstructie zoals getoond in Fig. 5, ter bevestiging van constructie-elementen onderling.Figure 11 shows a schematic perspective view of another connecting element 70 of the support structure as shown in Figs. 5, for mutually confirming structural elements.

Opgemerkt wordt dat de hierboven constructie-basiseenheid niet alleen kan worden toegepast in een draagconstructie, maar ook in andere buisconstructies, bijvoorbeeld ter vorming van een brug of toren.It is noted that the above-mentioned basic construction unit can be used not only in a supporting structure, but also in other tubular structures, for example for forming a bridge or tower.

Figuur 12 toont een schematisch perspectivisch aanzicht van een brugconstructie 100 overeenkomstig de uitvinding. De brugconstructie 100 omvat een meervoudig aantal constructie-basiseenheden 110, 120 zoals hierboven beschreven, waarbij de basiseenheden 110, 120 zijdelings aan elkaar zijn gekoppeld. Op de werkvloeren 62 van de basiseenheden 110, 120 is een pad 63 aangelegd waarover personen zich kunnen verplaatsen. Ook goederentransport kan via het pad plaatsvinden. De brugconstructie 100 omvat voorts trapconstructies 130, 140 die nabij de uiteinden van het pad 63 zijn geplaatst. Ook de trapconstructies 130, 140 kunnen zijn opgebouwd uit de hierboven bescrheven constructie-basiseenheden.Figure 12 shows a schematic perspective view of a bridge structure 100 according to the invention. The bridge structure 100 comprises a plurality of structural base units 110, 120 as described above, the base units 110, 120 being laterally coupled to each other. On the work floors 62 of the basic units 110, 120, a path 63 is laid over which people can move. Goods transport can also take place via the path. The bridge structure 100 further comprises stair structures 130, 140 which are placed near the ends of the path 63. The stair structures 130, 140 can also be constructed from the construction basic units described above.

Figuur 13 toont een schematisch perspectivisch aanzicht van een torenconstructie 200 overeenkomstig de uitvinding. De torenconstructie 200 omvat een meervoudig aantal constructie-basiseenheden 210, 220 zoals hierboven beschreven, waarbij de basiseenheden 210, 220 op elkaar zijn geplaatst. De torenconstructie 200 heeft bevestigingselement 230 om de toren aan de gevel 240 van een gebouw te fixeren. Voorts zijn op diverse hoogtes in de toren 200 werkvloeren 62a-e aangebracht, alsmede brugelementen 250a-e ter overbrugging tussen de werkvloeren 62a-e en de verdiepingen 260a-e van het gebouw. Vanwege het doorlopende gootprofiel 5 in de staanders kunnen de werkvloeren 62a-e op elke gewenste hoogte worden op gebouwd, corresponderend met de hoogte van de verdiepingen 260a-e in het gebouw, bijvoorbeeld ten behoeve van bouwactiviteiten aan het gebouw, bijvoorbeeld tijdens aanbouw of renovatie.Figure 13 shows a schematic perspective view of a tower construction 200 according to the invention. The tower structure 200 comprises a plurality of structural base units 210, 220 as described above, the base units 210, 220 being superposed. The tower structure 200 has fastening element 230 for fixing the tower to the facade 240 of a building. Furthermore, at various heights in the tower 200 work floors 62a-e are arranged, as well as bridge elements 250a-e for bridging between the work floors 62a-e and floors 260a-e of the building. Because of the continuous gutter profile 5 in the uprights, the work floors 62a-e can be erected at any desired height, corresponding to the height of the floors 260a-e in the building, for example for building activities on the building, for example during construction or renovation .

De uitvinding is niet beperkt tot de hier beschreven uitvoeringsvoorbeelden. Vele varianten zijn mogelijk.The invention is not limited to the exemplary embodiments described here. Many variants are possible.

Zo kan de torenconstructie zoals getoond in Fig. 13 worden uitgebreid met een enkelvoudig of meervoudig aantal liftinrichtingen, bijvoorbeeld een tijdelijke liftinrichting zoals beschreven in octrooipublicatie NL 2015870. In principe kan aan elk van de zijden van de toren een hftinrichting worden opgesteld. Zo kan één liftinrichting of meer dan één liftinrichting worden geplaatst, bijvoorbeeld twee, drie, vier of zes liftinrichtingen nabij de toren worden geplaatst.For example, the tower construction as shown in FIG. 13 can be expanded with a single or multiple number of lift devices, for example a temporary lift device as described in patent publication NL 2015870. In principle, a lift device can be arranged on each of the sides of the tower. For example, one elevator device or more than one elevator device can be placed, for example two, three, four or six elevator devices can be placed near the tower.

Dergelijke varianten zullen de vakman duidelijk zijn en worden geacht te liggen binnen het bereik van de uitvinding, zoals verwoord in de hiernavolgende conclusies. Maatregelen zijn beschreven als deel van de dezelfde of afzonderlijke uitvoeringsvormen. Op gemerkt wordt dat de beschermingsomvang van de uitvinding uitvoeringsvormen kan bevatten met combinaties van alle of enkele van de beschreven maatregelen.Such variants will be clear to those skilled in the art and are understood to be within the scope of the invention as set forth in the following claims. Measures are described as part of the same or separate embodiments. It is noted that the scope of the invention may include embodiments with combinations of all or some of the features described.

Claims

A pipe construction comprising a plurality of aluminum tube profiles integrally formed via an extrusion process, each defining a central cavity and a plurality of chambers located radially outside the central cavity, the chambers being distributed substantially proportionally in a circumferential direction about the central cavity, and wherein a gutter profile is formed between adjacent chambers for receiving an external connecting element.

The pipe construction according to claim 1, wherein the number of chambers integrally formed with the central pipe is four.

3. Pipe construction as claimed in claim 1 or 2, wherein a first end of a pipe profile is provided with a pin extending beyond the central pipe with an outer diameter that is slightly smaller than the inner diameter of the central pipe near a second end of the pipe profile

4. Pipe construction as claimed in claim 3, comprising a pair of superimposed pipes, wherein the pin of a first pipe extends into the central pipe of a second pipe.

5. Pipe construction as claimed in any of the foregoing claims, wherein a plurality of pipe profiles are positioned as uprights near each other and wherein the pipe construction further comprises a frame which mutually connects the uprights laterally to form a construction basic unit.

6. Pipe construction according to claim 5, comprising four uprights which form corner points of a rectangle or square in top view.

7. Pipe construction as claimed in claim 5 or 6, wherein the frame comprises a beam of which an end extends as an external connecting element into a channel profile of an upright or wherein the frame further comprises a connecting piece which as an external connecting element extends into a channel profile of an upright extends and is connected to one end of the beam.

8. Supporting structure, comprising a tubular construction according to any one of claims 5-7.

Tower construction, comprising a plurality of tube constructions according to one of claims 5-7, which are placed on top of each other.

The tower structure of claim 9, further comprising a single or multiple number of elevator devices that are laterally coupled to the tower structure.

11. Bridge construction, comprising a multiple number of tube construction according to one of claims 5-7, which are laterally coupled to each other.