BE1024165B1 - CLIMATE UNIT FOR USE IN A PLAYING SPACE FOR CHILDREN - Google Patents

CLIMATE UNIT FOR USE IN A PLAYING SPACE FOR CHILDREN Download PDF

Info

Publication number
BE1024165B1
BE1024165B1 BE2014/0269A BE201400269A BE1024165B1 BE 1024165 B1 BE1024165 B1 BE 1024165B1 BE 2014/0269 A BE2014/0269 A BE 2014/0269A BE 201400269 A BE201400269 A BE 201400269A BE 1024165 B1 BE1024165 B1 BE 1024165B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
sub
climbing
unit
cables
units
Prior art date
Application number
BE2014/0269A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Joost Bert
Original Assignee
Kinepolis Group Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kinepolis Group Nv filed Critical Kinepolis Group Nv
Priority to BE2014/0269A priority Critical patent/BE1024165B1/en
Priority to ES15447007.4T priority patent/ES2655054T3/en
Priority to EP15447007.4A priority patent/EP2933004B1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1024165B1 publication Critical patent/BE1024165B1/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63BAPPARATUS FOR PHYSICAL TRAINING, GYMNASTICS, SWIMMING, CLIMBING, OR FENCING; BALL GAMES; TRAINING EQUIPMENT
    • A63B9/00Climbing poles, frames, or stages
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63GMERRY-GO-ROUNDS; SWINGS; ROCKING-HORSES; CHUTES; SWITCHBACKS; SIMILAR DEVICES FOR PUBLIC AMUSEMENT
    • A63G31/00Amusement arrangements
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63GMERRY-GO-ROUNDS; SWINGS; ROCKING-HORSES; CHUTES; SWITCHBACKS; SIMILAR DEVICES FOR PUBLIC AMUSEMENT
    • A63G31/00Amusement arrangements
    • A63G31/02Amusement arrangements with moving substructures
    • A63G31/14Amusement arrangements with moving substructures with planes mounted on springs; with movable planes
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63BAPPARATUS FOR PHYSICAL TRAINING, GYMNASTICS, SWIMMING, CLIMBING, OR FENCING; BALL GAMES; TRAINING EQUIPMENT
    • A63B9/00Climbing poles, frames, or stages
    • A63B2009/004Three-dimensional rope or cable networks
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63BAPPARATUS FOR PHYSICAL TRAINING, GYMNASTICS, SWIMMING, CLIMBING, OR FENCING; BALL GAMES; TRAINING EQUIPMENT
    • A63B9/00Climbing poles, frames, or stages
    • A63B2009/006Playground structures
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63BAPPARATUS FOR PHYSICAL TRAINING, GYMNASTICS, SWIMMING, CLIMBING, OR FENCING; BALL GAMES; TRAINING EQUIPMENT
    • A63B2208/00Characteristics or parameters related to the user or player
    • A63B2208/12Characteristics or parameters related to the user or player specially adapted for children
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63BAPPARATUS FOR PHYSICAL TRAINING, GYMNASTICS, SWIMMING, CLIMBING, OR FENCING; BALL GAMES; TRAINING EQUIPMENT
    • A63B71/00Games or sports accessories not covered in groups A63B1/00 - A63B69/00
    • A63B71/02Games or sports accessories not covered in groups A63B1/00 - A63B69/00 for large-room or outdoor sporting games
    • A63B71/023Supports, e.g. poles
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63GMERRY-GO-ROUNDS; SWINGS; ROCKING-HORSES; CHUTES; SWITCHBACKS; SIMILAR DEVICES FOR PUBLIC AMUSEMENT
    • A63G21/00Chutes; Helter-skelters
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F11/00Stairways, ramps, or like structures; Balustrades; Handrails
    • E04F11/02Stairways; Layouts thereof
    • E04F11/022Stairways; Layouts thereof characterised by the supporting structure
    • E04F11/0226Stairways having treads supported by balusters
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F11/00Stairways, ramps, or like structures; Balustrades; Handrails
    • E04F11/02Stairways; Layouts thereof
    • E04F11/022Stairways; Layouts thereof characterised by the supporting structure
    • E04F11/032Spiral stairways supported by a central column
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F11/00Stairways, ramps, or like structures; Balustrades; Handrails
    • E04F11/02Stairways; Layouts thereof
    • E04F11/104Treads
    • E04F11/108Treads of wood or with an upper layer of wood
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F11/00Stairways, ramps, or like structures; Balustrades; Handrails
    • E04F11/02Stairways; Layouts thereof
    • E04F2011/0203Miscellaneous features of stairways not otherwise provided for
    • E04F2011/0205Stairways characterised by the use of specific materials for the supporting structure of the treads
    • E04F2011/0209Stairways characterised by the use of specific materials for the supporting structure of the treads mainly of metal

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Physical Education & Sports Medicine (AREA)
  • Buildings Adapted To Withstand Abnormal External Influences (AREA)
  • Working Measures On Existing Buildindgs (AREA)
  • Joining Of Building Structures In Genera (AREA)

Abstract

Een klimeenheid voor gebruik in een speelruimte voor kinderen bevat ten minste drie sub-eenheden waarvan ten minste één sub-eenheid een klim-sub- eenheid is. De klim-sub-eenheid bevat een pijler, die een bovenste deel bevat met eerste bevestigingsmiddelen en een onderste deel bevat met tweede bevestigingsmiddelen, meerdere platformen die ten minste langs een deel van de rand zijn voorzien van meerdere gaten, en een reeks kabels. De reeks kabels loopt via de gaten van de platformen van de klim-sub-eenheid van de eerste bevestigingsmiddelen van dezelfde klim-sub-eenheid naar de tweede bevestigingsmiddelen van diezelfde klim-sub-eenheid. De sub-eenheden zijn met ten minste één andere sub-eenheid verbonden.A climbing unit for use in a children's play area includes at least three sub-units of which at least one sub-unit is a climbing sub-unit. The climbing sub-unit comprises a pillar, which comprises an upper part with first fastening means and a lower part with second fastening means, a plurality of platforms provided with a plurality of holes at least along a part of the edge, and a series of cables. The series of cables runs through the holes of the platforms of the climbing sub-unit from the first mounting means of the same climbing sub-unit to the second mounting means of that same climbing sub-unit. The subunits are connected to at least one other subunit.

Description

Klimeenheid voor gebruik in een speelruimte voor kinderen GEBIED VAN DE TECHNOLOGIEClimbing unit for use in a children's play area FIELD OF TECHNOLOGY

De huidige uitvinding heeft betrekking op een klimeenheid voor gebruik in een speelruimte voor kinderen.The present invention relates to a climbing unit for use in a children's playroom.

STAND VAN DE TECHNIEKSTATE OF THE ART

Klimeenheden worden gebruikt als ontspanningsmogelijkheid in zowel indoor als outdoor speelruimtes voor kinderen. Kinderen worden door het klimmen in klimeenheden gestimuleerd zich op eigen kracht naar boven te bewegen en zo de zwaartekracht te overwinnen. Klimmen bevordert de kracht, behendigheid, concentratie, zelfoverwinning, maar ook het evenwichtsgevoel en coördinatievermogen.Climbing units are used as a relaxation option in both indoor and outdoor play areas for children. Children are encouraged by climbing in climbing units to move upwards on their own and thus overcome gravity. Climbing promotes strength, agility, concentration, self-victory, but also the sense of balance and coordination.

Er zijn verschillende types van klimeenheden gekend in de stand van de techniek, zoals bijvoorbeeld klimmuren waarvan een voorbeeld wordt gegeven door US 7,056,266, en klimnetten waarvan een voorbeeld wordt gegeven door DE19914192. Een ander type van klimeenheden gekend in de stand van de techniek, e.g. DE 101 61 966, bevat ten minste drie sub-eenheden waarvan ten minste één sub-eenheid een klim-sub-eenheid is die een pijler bevat die een onderste en een bovenste deel bevat, meerdere platformen bevat die voorzien zijn van gaten, en een reeks kabels bevat. Voornoemde platformen zijn vastgemaakt aan een ondersteunende rooster-achtige structuur. Via de gaten in de platformen kunnen kinderen zich begeven van het ene naar het andere platform.There are various types of climbing units known in the art, such as, for example, climbing walls, an example of which is given by US 7,056,266, and climbing nets, of which an example is given by DE19914192. Another type of climbing units known in the state of the art, eg DE 101 61 966, comprises at least three sub-units of which at least one sub-unit is a climbing sub-unit containing a pillar having a lower and an upper one. part, contains multiple platforms with holes, and a series of cables. The aforementioned platforms are attached to a supporting grid-like structure. Children can move from one platform to the other through the holes in the platforms.

In voorliggende uitvinding kunnen kinderen zich begeven van het ene platform naar het andere platform en via deze platformen klimmen. Om de veiligheid van kinderen in de klimeenheid te garanderen, zijn er netten voorzien. Deze netten verhinderen dat kinderen in de klimeenheid van een platform vallen. De artistieke vrijheid met betrekking tot bijvoorbeeld de vorm van de platformen, de oriëntatie van de pijlers en de structuur van de netten leidt tot een groot aantal mogelijke klimeenheden van het voornoemde type. Een nadeel van gekende klimeenheden van het voornoemde type is de relatief complexe opbouw van de klimeenheden, waardoor het proces voor vervaardiging en installatie van de klimeenheden tevens gecompliceerd en tijdrovend is.In the present invention, children can move from one platform to the other platform and climb via these platforms. Nets are provided to ensure the safety of children in the climbing unit. These nets prevent children from falling into the climbing unit of a platform. The artistic freedom with regard to, for example, the shape of the platforms, the orientation of the pillars and the structure of the nets leads to a large number of possible climbing units of the aforementioned type. A drawback of known climbing units of the aforementioned type is the relatively complex construction of the climbing units, whereby the process for manufacturing and installing the climbing units is also complicated and time-consuming.

Er is dus behoefte aan een klimeenheid van het voornoemde type die een relatief eenvoudige opbouw heeft, waardoor het proces voor vervaardiging en installatie van de klimeenheid tevens eenvoudig is.There is therefore a need for a climbing unit of the aforementioned type which has a relatively simple structure, whereby the process for manufacturing and installing the climbing unit is also simple.

SAMENVATTINGSUMMARY

De huidige uitvinding heeft tot doel aan voornoemde behoefte een oplossing te bieden. De huidige uitvinding voorziet immers in een klimeenheid voor gebruik in een speelruimte voor kinderen die ten minste drie sub-eenheden bevat waarvan ten minste één sub-eenheid een klim-sub-eenheid is, waarbij voornoemde klim-sub-eenheid een pijler bevat die een bovenste deel en een onderste deel bevat, meerdere platformen bevat die voorzien zijn van gaten, en een reeks kabels bevat, daardoor gekenmerkt dat voornoemd bovenste deel van de pijler eerste bevestigingsmiddelen bevat voorzien om de reeks kabels te bevestigen, voornoemd onderste deel van de pijler tweede bevestigingsmiddelen bevat voorzien om de reeks kabels te bevestigend, de reeks kabels van de klim-sub-eenheid is bevestigd aan voornoemde eerste bevestigingsmiddelen van de klim-sub-eenheid en aan voornoemde tweede bevestigingsmiddelen van diezelfde klim-sub-eenheid en via de gaten van de platformen van diezelfde klim-sub-eenheid van voornoemde eerste bevestigingsmiddelen naar voornoemde tweede bevestigingsmiddelen loopt, en de sub-eenheden met ten minste één andere sub-eenheid zijn verbonden.The present invention has for its object to provide a solution to the aforementioned need. Indeed, the present invention provides a climbing unit for use in a children's play area comprising at least three sub-units of which at least one sub-unit is a climbing sub-unit, said climbing sub-unit comprising a pillar having a upper part and lower part, multiple platforms provided with holes, and a series of cables, characterized in that said upper part of the pillar comprises first fastening means provided for fixing the series of cables, said lower part of the pillar second includes fasteners provided for fixing the set of cables, the set of cables of the climbing sub-unit is attached to said first fastening means of the climbing sub-unit and to said second fastening means of that same climbing sub-unit and through the holes of the platforms of the same climbing sub-unit runs from said first fastening means to said second fastening means, and the subunits are connected to at least one other subunit.

Een voordeel is dat de klimeenheid een relatief eenvoudige opbouw heeft, waardoor het proces voor vervaardiging tevens eenvoudig is. De sub-eenheden kunnen immers onafhankelijk van elkaar worden vervaardigd.An advantage is that the climbing unit has a relatively simple structure, whereby the process for manufacture is also simple. After all, the subunits can be manufactured independently of each other.

In een bijzondere uitvoeringsvorm zijn ten minste twee sub-eenheden klim-sub-eenheden.In a particular embodiment, at least two subunits are climbing subunits.

In een bijzondere uitvoeringsvorm is de klimeenheid daardoor gekenmerkt dat de reeks kabels een eerste reeks kabels bevat en een tweede reeks kabels bevat, waarbij de kabels van voornoemde tweede reeks kabels onderling verbonden worden tot een net.In a special embodiment, the climbing unit is characterized in that the series of cables comprises a first series of cables and a second series of cables, wherein the cables of said second series of cables are interconnected to form a net.

Een voordeel is dat de eerste reeks kabels mede zorgt voor de stabilisering van de platformen. Zo worden het gewicht van de platformen en het gewicht van de kinderen op de platformen mede opgevangen door de eerste reeks kabels. De tweede reeks kabels verhindert dat kinderen in de klimeenheid van een platform vallen en garandeert zo de veiligheid van de kinderen in de klimeenheid.An advantage is that the first series of cables help to stabilize the platforms. The weight of the platforms and the weight of the children on the platforms are partly absorbed by the first series of cables. The second set of cables prevents children from falling into the climbing unit from a platform and thus guarantees the safety of the children in the climbing unit.

In een bijzondere uitvoeringsvorm is de klimeenheid daardoor gekenmerkt dat de klimeenheid een verankeringseenheid bevat die ten minste drie sub-verankeringseenheden bevat waarvan ten minste één sub-verankeringseenheid een klim-sub-verankeringseenheid is, waarbij voornoemde klim-sub-verankeringseenheid een buis bevat en ondersteuningsmiddelen bevat.In a special embodiment, the climbing unit is characterized in that the climbing unit comprises an anchoring unit which comprises at least three sub-anchoring units, at least one of which is a sub-anchoring unit, a climbing-sub-anchoring unit, said climbing-sub-anchoring unit comprising a tube and supporting means contains.

Een voordeel is dat de klimeenheid met de verankeringseenheid relatief eenvoudig te installeren is. De sub-verankeringseenheden kunnen immers onafhankelijk van elkaar worden vastgehecht in een bodem, waarna de sub-eenheden onafhankelijk van elkaar kunnen worden bevestigd in de sub-verankeringseenheden. Om de stabiliteit van de klimeenheid te garanderen, worden de sub-eenheden ten slotte met ten minste één andere sub-eenheid verbonden.An advantage is that the climbing unit with the anchoring unit is relatively easy to install. After all, the sub-anchor units can be attached independently of each other in a bottom, after which the sub-units can be fixed independently of each other in the sub-anchor units. To ensure the stability of the climbing unit, the sub-units are finally connected to at least one other sub-unit.

In een bijzondere uitvoeringsvorm zijn ten minste twee sub- verankeringseenheden klim-sub-verankeringseenheden.In a particular embodiment, at least two sub-anchoring units are climbing sub-anchoring units.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGURENBRIEF DESCRIPTION OF THE FIGURES

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeur dragende uitvoeringsvorm beschreven van een klimeenheid volgens huidige uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:With the insight to better demonstrate the features of the invention, a preferred embodiment of a climbing unit according to the present invention is described below as an example without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which:

Figuur 1 een illustratie is van een uitvoeringsvorm van de klimeenheid volgens huidige uitvinding.Figure 1 is an illustration of an embodiment of the climbing unit according to the present invention.

Figuur 2 een illustratie is van een uitvoeringsvorm van een klim-sub-eenheid van de klimeenheid volgens huidige uitvinding.Figure 2 is an illustration of an embodiment of a climbing sub-unit of the climbing unit according to the present invention.

Figuur 3 een illustratie is van een uitvoeringsvorm van een platform van de klimeenheid volgens huidige uitvinding in zijaanzicht.Figure 3 is an illustration of an embodiment of a platform of the climbing unit according to the present invention in side view.

Figuur 4 een illustratie is van een uitvoeringsvorm van een platform van de klimeenheid volgens huidige uitvinding in bovenaanzicht.Figure 4 is an illustration of an embodiment of a platform of the climbing unit according to the present invention in top view.

Figuur 5 een illustratie is van een uitvoeringsvorm van de eerste reeks kabels en de tweede reeks kabels van de klimeenheid volgens huidige uitvinding.Figure 5 is an illustration of an embodiment of the first set of cables and the second set of cables of the climbing unit according to the present invention.

Figuur 6 een illustratie is van een uitvoeringsvorm van een verankeringseenheid volgens huidige uitvinding.Figure 6 is an illustration of an embodiment of an anchoring unit according to the present invention.

GEDETAILEERDE BESCHRIJVINGDETAILED DESCRIPTION

In figuur 1 wordt een voorkeur dragende uitvoeringsvorm van een klimeenheid 10 volgens huidige uitvinding geïllustreerd. De klimeenheid bevat drie sub-eenheden die zijn aangeduid als 11, 12 en 13. Indien (denkbeeldige) horizontale, rechte verbindingslijnen worden getrokken tussen de (pijlers van de) sub-eenheden, dan vormen voornoemde verbindingslijnen een driehoek. Deze configuratie is niet de enige mogelijke configuratie van de sub-eenheden. Zo kunnen de (denkbeeldige) horizontale, rechte verbindingslijnen tussen de (pijlers van de) sub-eenheden een lijnstuk vormen. Bovendien kan de klimeenheid volgens huidige uitvinding méér dan drie sub-eenheden bevatten. De (denkbeeldige) horizontale, rechte verbindingslijnen tussen de (pijlers van de) sub-eenheden kunnen in dit geval een lijnstuk, een driehoek of een veelhoek vormen.Figure 1 illustrates a preferred embodiment of a climbing unit 10 according to the present invention. The climbing unit comprises three sub-units which are designated as 11, 12 and 13. If (imaginary) horizontal, straight connecting lines are drawn between the (pillars of the) sub-units, then said connecting lines form a triangle. This configuration is not the only possible configuration of the sub-units. The (imaginary) horizontal, straight connecting lines between the (pillars of the) subunits can thus form a line segment. Moreover, the climbing unit according to the present invention can contain more than three sub-units. The (imaginary) horizontal, straight connecting lines between the (pillars of the) subunits can in this case form a segment, a triangle or a polygon.

In de voorkeur dragende uitvoeringsvorm van de klimeenheid zijn twee sub-eenheden klim-sub-eenheden. Deze klim-sub-eenheden zijn aangeduid als 11 en 12 in figuur 1. Andere klimeenheden die drie sub-eenheden bevatten, waarvan één of drie sub-eenheden klim-sub-eenheden zijn, kunnen tevens onder huidige uitvinding vallen. Bovendien kan de klimeenheid volgens huidige uitvinding méér dan drie sub-eenheden bevatten waarvan ten minste één sub-eenheid een klim-sub-eenheid is.In the preferred embodiment of the climbing unit, two subunits are climbing subunits. These climbing subunits are designated as 11 and 12 in Figure 1. Other climbing units that contain three subunits, one or three of which are climbing subunits, can also be covered by the present invention. In addition, the climbing unit according to the present invention can contain more than three sub-units of which at least one sub-unit is a climbing sub-unit.

In figuur 2 wordt een voorkeur dragende uitvoeringsvorm van een klim-sub-eenheid 11 van de klimeenheid volgens huidige uitvinding geïllustreerd. De klim-sub-eenheid bevat een pijler 20. Deze pijler is een cilinder met een hoogte h. De pijler wordt bij voorkeur vervaardigd uit staal. De vorm en het materiaal van de pijler zijn echter niet beperkt tot voornoemde vorm en voornoemd materiaal. De pijler bevat verder een onderste deel 21 en een bovenste deel 22. Het onderste deel van de pijler wordt beschouwd als het deel van de pijler vanaf hoogte 0, dit is de voet van de pijler, tot hoogte h/n. Het bovenste deel van de pijl wordt beschouwd als het deel van de pijler vanaf hoogte h(1 -1/n) tot hoogte h, dit is de top van de pijler. Hierbij is n een reëel getal dat groter of gelijk is aan 2. Bij voorkeur is n gelijk aan 4.Figure 2 illustrates a preferred embodiment of a climbing sub-unit 11 of the climbing unit according to the present invention. The climbing sub-unit contains a pillar 20. This pillar is a cylinder with a height h. The pillar is preferably made from steel. However, the shape and material of the pillar are not limited to the aforementioned shape and material. The pillar further comprises a lower part 21 and an upper part 22. The lower part of the pillar is considered to be the part of the pillar from height 0, this is the base of the pillar, up to height h / n. The upper part of the arrow is considered to be the part of the pillar from height h (1 -1 / n) to height h, this is the top of the pillar. Here, n is a real number that is greater than or equal to 2. Preferably, n is equal to 4.

De klim-sub-eenheid bevat verder meerdere platformen 23. De meerdere platformen worden bij voorkeur op verschillende hoogtes bevestigd aan de pijler. In figuur 3 wordt een voorkeur dragende uitvoeringsvorm van een platform 23 van de klimeenheid volgens huidige uitvinding in zijaanzicht geïllustreerd. Het platform is bevestigd aan de pijler 20 van een klim-sub-eenheid aan de hand van (derde) bevestigingsmiddelen 30. Deze (derde) bevestigingsmiddelen zijn, als voorbeeld zonder beperkend karakter, horizontale vinnen die zijn gelast aan de pijler. Verder zijn deze horizontale vinnen voorzien van gaten zodat het platform tussen de vinnen kan worden bevestigd door middel van bouten. Het ondervlak 31 en het bovenvlak 32 van het platform zijn golvend. In figuur 4 wordt een voorkeur dragende uitvoeringsvorm van een platform 23 van de klimeenheid volgens huidige uitvinding in bovenaanzicht geïllustreerd. In bovenaanzicht is de contour 40 van het bovenvlak van het platform een ellips, net als de contour van het ondervlak (niet afgebeeld). Het platform wordt bij voorkeur vervaardigd uit gelamelleerd hout. De vorm en het materiaal van het platform zijn echter niet beperkt tot voornoemde vorm en voornoemd materiaal. Het platform is ten minste langs een deel van de rand van het platform voorzien van meerdere gaten 41, zoals geïllustreerd in figuur 4. Deze gaten zijn cirkelvormig en hebben een diameter die groter is dan de diameter van de kabels van de klimeenheid. De vorm van de gaten is echter niet beperkt tot voornoemde vorm. Bij voorkeur is de ganse rand van het platform voorzien van meerdere gaten waarbij opeenvolgende gaten zich op een vaste afstand van elkaar bevinden. In andere uitvoeringsvormen van het platform kan de afstand tussen opeenvolgende gaten variabel zijn. De meerdere platformen van de klim-sub-eenheid hoeven niet identiek te zijn. De platformen kunnen verschillen op vlak van vorm, afmetingen, materiaal en gatenconfiguratie.The climbing sub-unit further comprises a plurality of platforms 23. The plurality of platforms are preferably attached to the pillar at different heights. In Fig. 3, a preferred embodiment of a platform 23 of the climbing unit according to the present invention is illustrated in side view. The platform is attached to the pillar 20 of a climbing sub-unit on the basis of (third) fasteners 30. These (third) fasteners are, for example, without limitation, horizontal fins welded to the pillar. Furthermore, these horizontal fins are provided with holes so that the platform can be fixed between the fins by means of bolts. The bottom surface 31 and the top surface 32 of the platform are wavy. Figure 4 shows a preferred embodiment of a platform 23 of the climbing unit according to the present invention in top view. In plan view, the contour 40 of the upper surface of the platform is an ellipse, just like the contour of the lower surface (not shown). The platform is preferably made from laminated wood. However, the shape and material of the platform are not limited to the aforementioned shape and material. The platform is provided with a plurality of holes 41 at least along a part of the edge of the platform, as illustrated in Figure 4. These holes are circular and have a diameter larger than the diameter of the cables of the climbing unit. However, the shape of the holes is not limited to the aforementioned shape. Preferably, the entire edge of the platform is provided with a plurality of holes, with successive holes being a fixed distance from each other. In other embodiments of the platform, the distance between consecutive holes may be variable. The multiple platforms of the climbing sub-unit do not have to be identical. The platforms can differ in terms of shape, dimensions, material and hole configuration.

De klim-sub-eenheid bevat verder een reeks kabels 24, die zijn geïllustreerd in figuur 2. Het bovenste deel van de pijler bevat eerste bevestigingsmiddelen 25 voorzien om de reeks kabels te bevestigen. Bij voorkeur bevatten deze bevestigingsmiddelen een eerste stalen ring waaraan de reeks kabels is bevestigd. Het onderste deel van de pijler bevat tweede bevestigingsmiddelen 26 voorzien om de reeks kabels te bevestigen. Bij voorkeur bevatten deze bevestigingsmiddelen een tweede stalen ring waaraan de reeks kabels is bevestigd. Eender welk ander type van eerste en tweede bevestigingsmiddelen voorzien om de reeks kabels te bevestigen, kan echter worden gebruikt. De reeks kabels is bevestigd aan de eerste bevestigingsmiddelen van de klim-sub-eenheid en aan de tweede bevestigingsmiddelen van dezelfde klim-sub-eenheid, en de reeks kabels loopt via de gaten van de platformen van diezelfde klim-sub-eenheid van de eerste bevestigingsmiddelen naar de tweede bevestigingsmiddelen. De reeks kabels hoeft niet door de gaten van elk platform van de klim-sub-eenheid te lopen.The climbing sub-unit further comprises a series of cables 24, which are illustrated in Figure 2. The upper part of the pillar comprises first fixing means 25 provided for fixing the series of cables. These fixing means preferably comprise a first steel ring to which the series of cables is attached. The lower part of the pillar comprises second mounting means 26 provided for mounting the series of cables. These fixing means preferably comprise a second steel ring to which the series of cables is attached. However, any other type of first and second mounting means provided for mounting the array of cables can be used. The series of cables is attached to the first mounting means of the climbing sub-unit and to the second mounting means of the same climbing sub-unit, and the series of cables runs through the holes of the platforms of that same climbing sub-unit of the first fasteners to the second fasteners. The series of cables need not pass through the holes of each platform of the climb sub-unit.

In een bijzondere uitvoeringsvorm bevat de reeks kabels een eerste reeks kabels 50 en een tweede reeks kabels 51, zoals geïllustreerd in figuur 5. De kabels van de eerste reeks kabels zijn de structurele kabels. Typisch bevat de eerste reeks kabels twee structurele kabels per platform. Het is echter mogelijk dat platformen met eenzelfde positie (dit zijn platformen die boven elkaar zijn gelegen) dezelfde structurele kabels delen. Steunelementen worden vastgehecht aan de structurele kabels, om de platformen te ondersteunen. Zo worden het gewicht van de platformen en het gewicht van de kinderen op de platformen mede opgevangen door de structurele kabels. De structurele kabels zorgen dus voor de stabilisering van de platformen, samen met de bevestiging van de platformen aan de pijler. De structurele kabels worden bij voorkeur vervaardigd uit roestvrij staal. Deze structurele kabels kunnen echter ook uit andere materialen worden vervaardigd, op voorwaarde dat de structurele kabels voldoende sterk zijn om het gewicht van de platformen en het gewicht van de kinderen op de platformen mede op te vangen. De kabels van de tweede reeks kabels zijn de netkabels en vormen een net. Het net wordt gevormd door de netkabels onderling te knopen zoals geïllustreerd in figuur 5. Dit net verhindert dat kinderen in de klimeenheid van een platform vallen en garandeert zo de veiligheid van de kinderen in de klimeenheid. Typisch bevat de tweede reeks een aantal netkabels dat voldoende is om een EN 1176 conforme valbeveiliging te verkrijgen. De netkabels worden bij voorkeur vervaardigd uit roestvrij staal. Deze netkabels kunnen echter ook uit andere materialen worden vervaardigd, op voorwaarde dat de netkabels voldoende sterk zijn om de valbescherming te garanderen.In a particular embodiment, the series of cables comprises a first series of cables 50 and a second series of cables 51, as illustrated in Figure 5. The cables of the first series of cables are the structural cables. Typically, the first set of cables contains two structural cables per platform. However, it is possible that platforms with the same position (these are platforms that are located one above the other) share the same structural cables. Support elements are attached to the structural cables to support the platforms. The weight of the platforms and the weight of the children on the platforms are partly taken care of by the structural cables. The structural cables therefore ensure the stabilization of the platforms, together with the attachment of the platforms to the pillar. The structural cables are preferably made from stainless steel. However, these structural cables can also be made from other materials, provided that the structural cables are sufficiently strong to co-absorb the weight of the platforms and the weight of the children on the platforms. The cables of the second series of cables are the network cables and form a network. The net is formed by tying the net cables together as illustrated in figure 5. This net prevents children from falling into the climbing unit from a platform and thus guarantees the safety of the children in the climbing unit. Typically, the second set includes a number of power cables that are sufficient to obtain an EN 1176 compliant fall protection. The power cables are preferably made from stainless steel. However, these net cables can also be made from other materials, provided that the net cables are strong enough to guarantee fall protection.

Indien een klimeenheid volgens huidige uitvinding méér dan één klim-sub-eenheid bevat, beperkt de uitvinding zich geenszins tot een klimeenheid met identieke klim-sub-eenheden. De klim-sub-eenheden kunnen bijvoorbeeld verschillen in de vorm, de afmetingen en het materiaal van de pijlers, de platformen en de reeks kabels.If a climbing unit according to the present invention contains more than one climbing sub-unit, the invention is in no way limited to a climbing unit with identical climbing sub-units. The climbing sub-units may, for example, differ in the shape, dimensions and material of the pillars, the platforms and the series of cables.

De sub-eenheid 13, die geen klim-sub-eenheid is, bevat een pijler 14. Deze pijler is een cilinder met een hoogte h’ die bij voorkeur gelijk is aan de hoogte h van de pijlers van de klim-sub-eenheden. De pijler wordt bij voorkeur vervaardigd uit staal. De vorm en het materiaal van de pijler zijn echter niet beperkt tot voornoemde vorm en voornoemd materiaal.The sub-unit 13, which is not a climbing sub-unit, contains a pillar 14. This pillar is a cylinder with a height h 'which is preferably equal to the height h of the pillars of the climbing sub-units. The pillar is preferably made from steel. However, the shape and material of the pillar are not limited to the aforementioned shape and material.

Indien een klimeenheid volgens huidige uitvinding méér dan één sub-eenheid die geen klim-sub-eenheid is, bevat, dan beperkt de uitvinding zich geenszins tot een klimeenheid met identieke sub-eenheden die geen klim-sub-eenheden zijn. Deze sub-eenheden kunnen bijvoorbeeld verschillen in de vorm, de afmetingen en het materiaal van de pijlers.If a climbing unit according to the present invention contains more than one sub-unit that is not a climbing sub-unit, the invention is not limited in any way to a climbing unit with identical sub-units that are not climbing sub-units. These subunits can, for example, differ in the shape, dimensions and material of the pillars.

Optioneel kunnen de sub-eenheden decoratieve elementen bevatten. Zoals geïllustreerd in figuur 1 zijn decoratieve elementen 15 toegevoegd ter hoogte van de top van de pijlers van de sub-eenheden. Ook kunnen recreatieve elementen zoals een glijbaan 16 worden toegevoegd aan de klimeenheid.Optionally, the subunits can include decorative elements. As illustrated in Figure 1, decorative elements 15 have been added at the top of the pillars of the subunits. Recreational elements such as a slide 16 can also be added to the climbing unit.

De sub-eenheden zijn met ten minste één andere sub-eenheid verbonden. De verbinding(en) zijn nodig om de stabiliteit van de klimeenheid te garanderen. In de voorkeur dragende uitvoeringsvorm van de klimeenheid zijn de sub-eenheden onderling met elkaar verbonden aan de hand van twee buizen 17 en 18. Deze buizen zijn bevestigd aan de pijlers van de sub-eenheden. De buizen zijn cilinders met een lengte gelijk aan de afstand tussen de (pijlers van de) sub-eenheden. De buizen worden bij voorkeur vervaardigd uit staal. De vorm, de afmetingen en het materiaal van de buizen zijn echter niet beperkt tot voornoemde vorm, voornoemde afmetingen en voornoemd materiaal. Tevens kunnen in andere uitvoeringsvormen andere types van verbindingen worden gebruikt om de sub-eenheden met ten minste één andere sub-eenheid te verbinden.The subunits are connected to at least one other subunit. The connection (s) are required to guarantee the stability of the climbing unit. In the preferred embodiment of the climbing unit, the subunits are mutually connected by two tubes 17 and 18. These tubes are attached to the pillars of the subunits. The tubes are cylinders with a length equal to the distance between the (pillars of the) sub-units. The tubes are preferably made from steel. However, the shape, dimensions and material of the tubes are not limited to the aforementioned shape, dimensions and material. Also, in other embodiments, other types of connections can be used to connect the subunits to at least one other subunit.

In figuur 6 wordt een voorkeur dragende uitvoeringsvorm van een verankeringseenheid 60 van de klimeenheid volgens huidige uitvinding geïllustreerd. De verankeringseenheid bevat drie sub-verankeringseenheden 61, 62 en 63. De configuratie van de sub-verankeringseenheden is bij voorkeur gelijk aan de configuratie van de sub-eenheden. Tevens is bij voorkeur het aantal sub-verankeringseenheden gelijk aan het aantal sub-eenheden.Figure 6 illustrates a preferred embodiment of an anchoring unit 60 of the climbing unit according to the present invention. The anchoring unit comprises three sub-anchoring units 61, 62 and 63. The configuration of the sub-anchoring units is preferably the same as the configuration of the sub-units. Also, the number of sub-anchoring units is preferably equal to the number of sub-units.

In de voorkeur dragende uitvoeringsvorm van de verankeringseenheid van de klimeenheid zijn twee sub-verankeringseenheden klim-sub-verankeringseenheden. Deze klim-sub-verankeringseenheden zijn aangeduid als 61 en 62 in figuur 6. Het aantal klim-sub-verankeringseenheden is bij voorkeur gelijk aan het aantal klim-sub-eenheden.In the preferred embodiment of the anchoring unit of the climbing unit, two sub-anchoring units are climb-sub anchoring units. These climb sub anchoring units are designated as 61 and 62 in Figure 6. The number of climb sub anchoring units is preferably equal to the number of climb sub units.

De klim-sub-verankeringseenheid bevat een buis 64. Deze buis is een cilinder die bij voorkeur wordt vervaardigd uit staal. De vorm en het materiaal van de buis zijn echter niet beperkt tot voornoemde vorm en voornoemd materiaal. De karakteristieken van de buis hangen grotendeels af van de karakteristieken van de klim-sub-eenheid. Zo dient in de voorkeur dragende uitvoeringsvorm de diameter van de buis van de klim-sub-verankeringseenheid groter te zijn dan de diameter van de pijler van de klim-sub-eenheid. De pijler wordt namelijk in de buis geschoven. De buis zelf wordt vastgehecht in een bodem.The climbing sub-anchoring unit comprises a tube 64. This tube is a cylinder that is preferably made from steel. However, the shape and material of the tube are not limited to the aforementioned shape and material. The characteristics of the tube largely depend on the characteristics of the climbing sub-unit. Thus, in the preferred embodiment, the diameter of the tube of the climbing sub-anchoring unit should be larger than the diameter of the pillar of the climbing sub-unit. This is because the pillar is slid into the tube. The tube itself is attached to a bottom.

De klim-sub-verankeringseenheid bevat tevens ondersteuningsmiddelen 65. Deze ondersteuningsmiddelen zijn bij voorkeur drie ronde staven 66, 67 en 68 die schuin zijn gemonteerd tegen de buis en die worden vastgehecht in een bodem. De staven worden bij voorkeur vervaardigd uit staal. Voomoemde staven hoeven niet identiek te zijn. De staven kunnen bijvoorbeeld verschillen in lengte. Het type en het aantal ondersteuningsmiddelen, alsook de vorm en het materiaal van de ondersteuningsmiddelen zijn niet beperkt tot voornoemd type, aantal, vorm en materiaal. De karakteristieken van de ondersteuningsmiddelen hangen grotendeels af van de karakteristieken van de klim-sub-eenheden, alsook van de bodem.The climbing sub-anchoring unit also contains support means 65. These support means are preferably three round bars 66, 67 and 68 which are mounted obliquely against the tube and are fixed in a bottom. The bars are preferably made from steel. The aforementioned bars do not have to be identical. The bars may, for example, differ in length. The type and number of supporting means, as well as the shape and material of the supporting means are not limited to the aforementioned type, number, shape and material. The characteristics of the supporting means largely depend on the characteristics of the climbing sub-units, as well as on the soil.

Indien een verankeringseenheid volgens huidige uitvinding méér dan één klim-sub-verankeringseenheid bevat, beperkt de uitvinding zich geenszins tot een verankeringseenheid met identieke klim-sub-verankeringseenheden. De klim-sub-verankeringseenheden kunnen bijvoorbeeld verschillen in de vorm, de afmetingen en het materiaal van de buizen en de ondersteuningsmiddelen.If an anchoring unit according to the present invention contains more than one climb sub anchoring unit, the invention is in no way limited to an anchoring unit with identical climb sub anchoring units. The climbing sub-anchoring units can, for example, differ in the shape, dimensions and material of the tubes and the supporting means.

De sub-verankeringseenheid 63, die geen klim-sub-verankeringseenheid is, bevat een buis 69. Deze buis is een cilinder die bij voorkeur wordt vervaardigd uit staal. De vorm en het materiaal van de buis zijn echter niet beperkt tot voornoemde vorm en voornoemd materiaal. De karakteristieken van de buis hangen grotendeels af van de karakteristieken van de sub-eenheid die geen klim-sub-eenheid is. Zo dient in de voorkeur dragende uitvoeringsvorm de diameter van de buis van de sub-verankeringseenheid 63 groter te zijn dan de diameter van de pijler van de sub-eenheid die geen klim-sub-eenheid is. De pijler wordt namelijk in de buis geschoven. De buis zelf wordt vastgehecht in een bodem.The sub-anchoring unit 63, which is not a climbing sub-anchoring unit, contains a tube 69. This tube is a cylinder that is preferably made of steel. However, the shape and material of the tube are not limited to the aforementioned shape and material. The characteristics of the tube largely depend on the characteristics of the sub-unit that is not a climbing sub-unit. Thus, in the preferred embodiment, the diameter of the tube of the sub-anchoring unit 63 should be greater than the diameter of the pillar of the sub-unit that is not a climbing sub-unit. This is because the pillar is slid into the tube. The tube itself is attached to a bottom.

Indien een verankeringseenheid volgens huidige uitvinding méér dan één sub-verankeringseenheid die geen klim-sub-verankeringseenheid is, bevat, dan beperkt de uitvinding zich geenszins tot een verankeringseenheid met identieke sub-verankeringseenheden die geen klim-sub-verankeringseenheden zijn. Deze sub-verankeringseenheden kunnen bijvoorbeeld verschillen in de vorm, de afmetingen en het materiaal van de buizen.If an anchoring unit according to the present invention contains more than one sub-anchoring unit that is not a climb-sub-anchoring unit, the invention is by no means limited to an anchoring unit with identical sub-anchoring units that are not climb-sub-anchoring units. These sub-anchoring units can, for example, differ in the shape, dimensions and material of the tubes.

De klimeenheid volgens huidige uitvinding heeft een relatief eenvoudige opbouw, waardoor het proces voor vervaardiging en installatie van de klimeenheid tevens eenvoudig is. De sub-eenheden van de klimeenheid kunnen namelijk onafhankelijk van elkaar worden vervaardigd en geïnstalleerd (verankerd). De klimeenheid volgens huidige uitvinding is dan ook uitermate geschikt voor installatie op oneffen bodems zoals bijvoorbeeld een bodem met treden. De sub-verankeringseenheden kunnen namelijk onafhankelijk van elkaar op relatief eenvoudige wijze worden vastgehecht op de treden. De pijlers van de sub-eenheden die onafhankelijk van elkaar kunnen worden vervaardigd, kunnen vervolgens in de buizen van de sub-verankeringseenheden worden geschoven. Om de stabiliteit van de klimeenheid te garanderen, worden de sub-eenheden ten slotte metten minste één andere sub-eenheid verbonden.The climbing unit according to the present invention has a relatively simple structure, whereby the process for manufacturing and installing the climbing unit is also simple. This is because the sub-units of the climbing unit can be manufactured and installed independently (anchored). The climbing unit according to the present invention is therefore extremely suitable for installation on uneven floors such as, for example, a floor with steps. Namely, the sub-anchoring units can be attached to the steps independently of each other in a relatively simple manner. The pillars of the sub-units that can be manufactured independently of each other can then be slid into the tubes of the sub-anchoring units. To ensure the stability of the climbing unit, the sub-units are finally connected to at least one other sub-unit.

Claims (5)

CONCLUSIESCONCLUSIONS 1. Een klimeenheid (10) voor gebruik in een speelruimte voor kinderen die ten minste drie sub-eenheden (11, 12, 13) bevat waarvan ten minste één sub-eenheid een klim-sub-eenheid (11) is, waarbij voornoemde klim-sub-eenheid een pijler (20) bevat die een bovenste deel (22) en een onderste deel (21) bevat, meerdere platformen (23) bevat die voorzien van gaten (41), en een reeks kabels (24) bevat, daardoor gekenmerkt dat voornoemd bovenste deel van de pijler eerste bevestigingsmiddelen (25) bevat voorzien om de reeks kabels te bevestigen, voornoemd onderste deel van de pijler tweede bevestigingsmiddelen (26) bevat voorzien om de reeks kabels te bevestigen, de platformen ten minste langs een deel van de rand voorzien zijn van meerdere gaten (41), de reeks kabels van de klim-sub-eenheid bevestigd is aan voornoemde eerste bevestigingsmiddelen van de klim-sub-eenheid en aan voornoemde tweede bevestigingsmiddelen van diezelfde klim-sub-eenheid en via de gaten van de platformen van diezelfde klim-sub-eenheid van voornoemde eerste bevestigingsmiddelen naar voornoemde tweede bevestigingsmiddelen loopt, en de sub-eenheden met ten minste één andere sub-eenheid zijn verbonden.A climbing unit (10) for use in a children's play area comprising at least three sub-units (11, 12, 13) of which at least one sub-unit is a climbing sub-unit (11), said climbing sub-unit includes a pillar (20) containing an upper part (22) and a lower part (21), comprising a plurality of platforms (23) provided with holes (41), and a series of cables (24), thereby characterized in that said upper part of the pillar comprises first fastening means (25) provided for fixing the series of cables, said lower part of the pillar contains second fastening means (26) provided for fixing the series of cables, the platforms at least along a part of the edge is provided with a plurality of holes (41), the series of cables of the climbing sub-unit is attached to said first mounting means of the climbing sub-unit and to said second mounting means of that same climbing sub-unit and via the holes of the platforms of the same k lim-sub-unit runs from said first fastening means to said second fastening means, and the sub-units are connected to at least one other sub-unit. 2. Een klimeenheid volgens conclusie 1, waarbij ten minste twee sub-eenheden klim-sub-eenheden (11, 12) zijn.A climbing unit according to claim 1, wherein at least two sub-units are climbing sub-units (11, 12). 3. Een klimeenheid volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de reeks kabels een eerste reeks kabels (50) bevat en een tweede reeks kabels (51) bevat, waarbij de kabels van voornoemde tweede reeks kabels onderling verbonden worden tot een net.A climbing unit according to any one of the preceding claims, characterized in that the series of cables comprises a first series of cables (50) and a second series of cables (51), wherein the cables of said second series of cables are interconnected to form a net. 4. Een klimeenheid volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de klimeenheid een verankeringseenheid (60) bevat die ten minste drie sub-verankeringseenheden (61, 62, 63) bevat waarvan ten minste één sub-verankeringseenheid een klim-sub-verankeringseenheid (61) is, waarbij voornoemde klim-sub-verankeringseenheid een buis (64) bevat en ondersteuningsmiddelen (65) bevat.A climbing unit according to any one of the preceding claims, characterized in that the climbing unit comprises an anchoring unit (60) which comprises at least three sub-anchoring units (61, 62, 63) of which at least one sub-anchoring unit has a climbing sub-anchoring unit ( 61), said climbing sub-anchoring unit including a tube (64) and supporting means (65). 5. Een klimeenheid volgens conclusie 4, waarbij ten minste twee sub-verankeringseenheden klim-sub-verankeringseenheden (61, 62) zijn.A climbing unit according to claim 4, wherein at least two sub-anchoring units are climb-sub anchoring units (61, 62).
BE2014/0269A 2014-04-17 2014-04-17 CLIMATE UNIT FOR USE IN A PLAYING SPACE FOR CHILDREN BE1024165B1 (en)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0269A BE1024165B1 (en) 2014-04-17 2014-04-17 CLIMATE UNIT FOR USE IN A PLAYING SPACE FOR CHILDREN
ES15447007.4T ES2655054T3 (en) 2014-04-17 2015-04-10 Climbing structure for use in a recreation place
EP15447007.4A EP2933004B1 (en) 2014-04-17 2015-04-10 Climbing structure to be used in a playground

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0269A BE1024165B1 (en) 2014-04-17 2014-04-17 CLIMATE UNIT FOR USE IN A PLAYING SPACE FOR CHILDREN

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1024165B1 true BE1024165B1 (en) 2017-11-23

Family

ID=51014136

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2014/0269A BE1024165B1 (en) 2014-04-17 2014-04-17 CLIMATE UNIT FOR USE IN A PLAYING SPACE FOR CHILDREN

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP2933004B1 (en)
BE (1) BE1024165B1 (en)
ES (1) ES2655054T3 (en)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2883192A (en) * 1957-09-05 1959-04-21 Henry Gifford Hardy Playground equipment
DE9212556U1 (en) * 1992-09-17 1992-11-26 Gerg, Peter R., 8221 Neukirchen Play equipment
AU662082B2 (en) * 1992-12-03 1995-08-17 Rubbermaid Australia Pty Ltd Play structure with multiple play spaces
DE19614819A1 (en) * 1996-04-15 1997-10-16 Guenter Beltzig Play tower for children's playground
DE10161966A1 (en) * 2001-03-13 2003-01-16 Georg Lauterbach Climbing device and system
CN2617444Y (en) * 2003-04-18 2004-05-26 付广宇 Overhead path

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19914192A1 (en) 1999-03-24 2000-10-05 Berliner Seilfabrik Gmbh & Co Climbing net comprises center mast, connecting and tensioning cables and pentagonal dodecahedral inner part
US7056266B2 (en) 2001-09-06 2006-06-06 Everlast Climbing Industries, Inc. Climbing wall assembly
DE102008024861B4 (en) * 2008-05-23 2014-12-11 Markus Schulz Climbing mounting system

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2883192A (en) * 1957-09-05 1959-04-21 Henry Gifford Hardy Playground equipment
DE9212556U1 (en) * 1992-09-17 1992-11-26 Gerg, Peter R., 8221 Neukirchen Play equipment
AU662082B2 (en) * 1992-12-03 1995-08-17 Rubbermaid Australia Pty Ltd Play structure with multiple play spaces
DE19614819A1 (en) * 1996-04-15 1997-10-16 Guenter Beltzig Play tower for children's playground
DE10161966A1 (en) * 2001-03-13 2003-01-16 Georg Lauterbach Climbing device and system
CN2617444Y (en) * 2003-04-18 2004-05-26 付广宇 Overhead path

Also Published As

Publication number Publication date
EP2933004A1 (en) 2015-10-21
EP2933004B1 (en) 2017-10-25
ES2655054T3 (en) 2018-02-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7984789B2 (en) Observation stand
JP2016508553A5 (en)
US7981004B2 (en) Elevated adventure course
US20080164451A1 (en) Enclosed fence/railing set
JP2016508553A (en) Multi-storey pipe support frame system with a modular side worker support scaffold that can be removably mounted
US20060131107A1 (en) Suspended cable scaffold assembly
EA201692094A1 (en) BALCONY WITH FOLDABLE PROTECTION, IN PARTICULAR, FOR VESSELS
HRP20220552T1 (en) Trampoline systems and methods of making and using the same
BE1024165B1 (en) CLIMATE UNIT FOR USE IN A PLAYING SPACE FOR CHILDREN
CA2375176A1 (en) Stability alignment frame for erecting a portable multi-purpose stand
US20160194889A1 (en) Safety rail support for wood framed building construction or Structural Middle Stud Framing
RU2476652C2 (en) Scaffold, where railing frams have stand sections
IT201900005162A1 (en) FENCED MULTI-PURPOSE FIELD, AS WELL AS METHOD AND KIT FOR THE REALIZATION OF THE SAME
US7047906B1 (en) Bird perch assembly
ES2662066T3 (en) Perimeter protection system for construction sites
US20170099830A1 (en) Nesting ladder assembly and methods
JP6238437B2 (en) Work scaffold installation structure
ES2200722B1 (en) SECTORIAL CIRCULAR FLOATING COMPLEX OF CAGES FOR FISHING.
RU178963U1 (en) Suspension Route
KR102354301B1 (en) Experience facility platform structure with excellent installation freedom
RU2592272C1 (en) Ladder
NL2019510B1 (en) Tubular construction
JP5378923B2 (en) Suspended structure
RU75414U1 (en) FENCE
RU2598285C2 (en) Swing suspension

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20171123

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20190430