NL2018845B1 - Stankafsluiter, vloeistofafvoer en meubel voorzien daarvan, en werkwijze daarvoor - Google Patents

Abstract

Samenstel van buis en schroefvormig lichaam, meubel en leiding voorzien daarvan, en werkwijze daarvoor. Het samenstel omvat: - een hartlijn heeft die is voorzien onder een hoek ten opzichte van de hartlijn van de buis; - in lengterichting ten minste een rotatie van zo’n 3600 ondergaat; en - is voorzien van een eerste langszij de die over een substantieel deel vrij ligt van de buiswand, waarbij het samenstel is gekenmerkt doordat: - de buis is voorzien van een buiswand en een zich in een lengterichting van de buis in de buiswand uitstrekkende helixvormige buiswandopening, die zich ten minste gedeeltelijk over de lengte van de buiswand uitstrekt; - het schroefvormig lichaam is voorzien van een tweede langszij de met een langszijde- uiteinde dat zich, in ingebouwde toestand van het schroefvormig lichaam, ten minste gedeeltelijk in radiale richting in de helixvormige buiswandopening uitstrekt, zodanig dat het langszij de-uiteinde en de buiswandopening in hoofdzaak samenvallen, waarbij een afdichting is aangebracht die de buis en het langszijde-uiteinde in gebruik van het samenstel vast en afdichtend met elkaar verbindt.

Description

STANKAFSLUITER, VLOEISTOF AFVOER EN MEUBEL VOORZIEN DAARVAN, EN WERKWIJZE DAARVOOR

De onderhavige uitvinding betreft een stankafsluiter. Een dergelijke stankafsluiter wordt onder meer toegepast in afvoerleidingen van bijvoorbeeld een wasbak, douchebak of bad en dient om verspreiding van rioollucht tegen te gaan.

Uit de praktijk bekende stankafsluiters betreffen zogeheten sifons. Dergelijke sifons maken gebruik van een zwanenhalsconstructie om daarmee te allen tijde een hoeveelheid vloeistof in de afvoer te hebben staan om daarmee een rioollucht tegen te houden.

Een nadeel van bekende sifons is dat deze gebruik maken van een zwanenhalsconstructie waardoor deze een zekere inbouw'hoogte nodig hebben. Dit uit zich bijvoorbeeld in het voorzien van een zwanenhals in een wastafelmeubel, waarbij een deel van de bergruimte verloren gaat. Ook heeft het consequenties voor de inbouwhoogte van bijvoorbeeld een douchebak of bad.

Om dit probleem op te lossen, openbaart NL 2009388 een stankafsluiter voorzien van een schroefvormig lichaam, welk octrooi hierin in zijn geheel bij referentie is opgenomen.

Het nadeel van deze stankafsluiter is dat deze gevoelig is voor lekkages en verminderde werking doordat het schroefvormig lichaam onvoldoende vastzit in de buis. Dit geeft een risico op lekkages uit de buis, bijvoorbeeld op het verbindingspunt met een andere, aansluitende buis. Daarnaast treedt verschuiving van het schroefvormig lichaam op, waardoor de hellingshoek en/of de plaatsing van het lichaam ten opzichte van de buis veranderen en de werking vermindert.

De onderhavige vinding heeft als doel de hiervoor genoemde problemen op te heffen of ten minste te verminderen.

Daartoe verschaft de onderhavige vinding een samenstel van een buis en een schroefvormig lichaam, waarbij het schroefvormig lichaam: een hartlijn heeft die is voorzien onder een hoek ten opzichte van de hartlijn van de buis; in lengterichting ten minste een rotatie van zo’n 360 ondergaat; en is voorzien van een eerste langszijde die over een substantieel deel vrij ligt van de buiswand, waarbij het samenstel is gekenmerkt door dat: de buis is voorzien van een buiswand en een zich in een lengterichting van de buis in de buiswand uitstrekkende helixvormige buiswandopening, die zich ten minste gedeeltelijk over de lengte van de buiswand uitstrekt; het schroefvormig lichaam is voorzien van een tweede langszijde met een langszijde-uiteinde dat zich, in ingebouwde toestand van het schroefvormig lichaam, ten minste gedeeltelijk in radiale richting in de helixvormige buiswandopening uitstrekt, zodanig dat het langszijde-uiteinde en de buiswandopening in hoofdzaak samenvallen, w'aarbij een afdichting is aangebracht die de buis en het langszijde-uiteinde in gebruik van het samenstel vast en afdichtend met elkaar verbindt.

Het voordeel van het samenstel volgens de uitvinding is dat de buis en het schroefvormig lichaam vast en afdichtend met elkaar zijn verbonden door de afdichting. Met de afdichting volgens de uitvinding wordt een effectieve afdichting van de buis alsmede een effectieve koppeling van het langszijde-uiteinde van het schroefvormig lichaam en de buis gerealiseerd. Zo wordt verschuiving van het schroefvormig lichaam ten opzichte van de buis, en daarmee verminderde werking van het samenstel, voorkomen en wordt tevens een goede afdichting bereikt.

Bij voorkeur wordt de afdichting aangebracht aan een buitenzijde van de buiswand en ten minste gedeeltelijk in de buiswandopening. Hiermee wordt gerealiseerd dat de afdichting een solide, robuuste verbinding maakt met zowel de buiswandopening alsmede met het deel van het schroefvormig lichaam dat zich in of door de buiswandopening/buiswand uitstrekt, in het bijzonder van de tweede langszijde.

Verder steekt hel langszijde-uiteinde van de tweede langszijde van het schroefvormig lichaam bij voorkeur door de buiswandopening/buiswand heen en meer bij voorkeur ligt het tweede langszijde-uiteinde van de tweede langszijde op een gelijk niveau als de buitenzijde van de buiswand.

Optioneel kan er voor worden gekozen om de afdichting te integreren met de buis en/of het tweede langszijde-uiteinde van de tw'eede langszijde van het schroefvormig lichaam. Daarbij kan ook worden gekozen voor het integraal vormen van alle delen van het samenstel, bijvoorbeeld door 3D-printen, waarbij de afdichting direct geïntegreerd wordt op het moment van vervaardigen van het samenstel.

Daarnaast heeft het samenslel volgens de uitvinding diverse voordelen ten opzichte van in de praktijk toegepaste sifon-stankafsluiters. Door het voorzien van een schroefvormige, ofwel een helixvormige, spiraal die plaatsbaar is in een buis kan met geringe inbouwhoogte een stankafsluiter worden gerealiseerd. Doordat het schroefvormige element in een in hoofdzaak horizontaal geplaatste buis kan w'orden geplaatst is geen additionele inbouwhoogte vereist. Hiermee wordt bewerkstelligd dat een douchebak of bad niet op een extra hoogte voorzien dienen te worden ten behoeve van een stankafsluiter. Bij een douchebak verlaagt dit bijvoorbeeld de instaphoogte.

In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding kan ten minste één van de uiteinden van de buis zijn voorzien van een afdichtingsring die in radiale richting van de buis ten minste gedeeltelijk verzonken ligt ten opzichte van de buitenzijde van de buiswand en die vast en afdichtend is verbonden met de afdichting, waarbij bij voorkeur de afdichtingsring of afdichtingsringen en de afdichting integraal gevormd zijn.

Deze uitvoeringsvorm heeft het voordeel dat het samenstel direct klaar voor gebruik is en ingebouwd kan worden in een bestaand systeem voor waterafvoer. Door de afdichtingsringen met elkaar te verbinden met de afdichting wordt een continue, solide afdichting bereikt die esthetisch aantrekkelijk is. Het integraal vormen van de afdichtingsringen en de afdichting dat additionele stevigheid wordt verschaft aan de afdichting van de buiswandopening. Doordat er in feite sprake is van één continue, integrale afdichting, wordt in hoofdzaak voorkomen dat een in de langsrichting van de buis gerichte kracht kan worden uitgeoefend op de afdichting van de buiswand, waardoor deze los kan raken. Daarnaast is een dergelijk integraal gevormde afdichting ook esthetisch aantrekkelijk, omdat deze één doorlopende geheel vormt.

In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding kan de helixvormige buiswandopening over ten minste een gedeelte zijn voorzien van naar een binnenzijde van de buis gerichte afgeschuinde wanden.

Door naar een binnenzijde van de buis gerichte afgeschuinde wanden toe te passen, wordt het relatieve oppervlak waarop de afdichting aangrijpt, vergroot. Dit leidt tot een verbeterde verbinding tussen de buiswand, het langszijde-uiteinde van het schroefvormig lichaam en de afdichting. Dit geldt in verhoogde mate als de afdichting een vloeibare afdichting is die na het inbrengen van het schroefvormig lichaam in de buis wordt aangebracht en uitgehard. Het hechtingsoppervlak van de vloeibare afdichting met de buiswand is dan vergroot, waardoor een betere hechting wordt bereikt. In een alternatieve uitvoeringsvorm waarin de afdichting, al dan niet in vloeibare vorm, wordt aangebracht na inbrengen van het schroefvormig lichaam, kunnen de afgeschuinde wanden worden opgeruwd om de hechting van de afdichting te verbeteren.

In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding kan het schroefvormig lichaam zijn voorzien van een breedte in het bereik van 0,5 tot 1 keer de diameter van de buis, en bij voorkeur een breedte in het bereik van 0,5 keer de binnendiameter tot 1 keer de buitendiameter van de buis.

Doordat het schroefvormig lichaam is voorzien van een breedte van zo’n 0,5 tot 1 keer de diameter van de buis, en een langszijde-uiteinde van de tweede langszijde, ofwel zijkant, in lengterichting van het spiraalvormige lichaam over een substantieel deel van de buislengte onderdeel vormt van de buiswand en daarmee vast en afdichlend is verbonden, wordt tegen de binnenwand van de buis een schot van een geschroefde vorm in de buis verkregen. Hierdoor zal in het onderste deel van de buis een laag water worden tegen gehouden zodat hier een laag water zal blijven staan. Bij het doorstromen van de buis zal de af te voeren vloeistof langs dit schot stromen en worden voort gestuwd verder in de afvoer. Indien geen vloeistof wordt aangevoerd zal de laag water blijven staan.

Alternatief kan het schroefvormig lichaam ook zo worden uitgevoerd dat het schroefvormig lichaam een breedte heeft die ligt in het bereik van 0,5 keer de binnendiameter van de buis tot 1 keer de buitendiameter van de buis. Bij voorkeur wordt de breedte van het schroefvormig lichaam zo gekozen dat deze in het bereik ligt van 0,51 keer de binnendiameter van de buis tot 1 keer de buitendiameter van de buis, en meer bij voorkeur ligt het bereik van het schroefvormig lichaam tussen de 0,58 keer de binnendiameter van de huis tot 1 keer de buitendiameter van de buis.

Doordat de breedte van het spiraal vormige lichaam groter is dan de halve diameter van de buis, en het element schroefvormig is, zal ook het bovenste deel van de buis met behulp van een schot worden afgesloten. Aangezien een laag water blijft staan in de buis met een hoogte net boven de halve buisdiameter en de bovenzijde ook wordt afgesloten met iets meer dan een halve diameter wordt bewerkstelligd dat in gebruik de vrije zijde van het schroefvormige lichaam in de laag water zal steken indien de schroef in hoofdzaak verticaal neerwaarts vanaf de buiswand is gericht.

Hierbij is het genoemde langszijde-uiteinde van de tweede langszijde afdichtend onderdeel van de buiswand terwijl de eerste langszijde als het ware roteert rondom de hartlijn van de buis. Deze rotatie rond de hart!ijn wordt bewerkstelligd doordat de breedte van het lichaam ligt tussen de halve en hele diameter van de buis. Bij voorkeur ligt de breedte van het schroefvormige element in het bereik van 0,1 - 0,8 keer de diameter van de buis, met meer voorkeur in het bereik van 0,5 tot 0,7 keer de diameter. Daarbij geldt dat in een voorkeursuitvoering het langszijde-uiteinde van de tweede langszijde een breedte van in hoofdzaak 1 keer de uitwendige diameter van de buis. Hiermee ligt het langszijde-uiteinde van de tweede langszijde gelijk aan de buitenwand van de buis.

Hiermee wordt voorkomen dat lucht terug kan stromen vanaf de afvoerzijde van de buis naar de aanvoerzijde, dat wil zeggen naar het putje van de douchebak, wasbak of bad. Op deze wijze w'ordt een effectieve stankafsluiter gerealiseerd met beperkte inbouwhoogte.

Door het voorzien van een schroefvormig lichaam wordt bijkomend bewerkstelligd dat de doorstroming niet of nauwelijks wordt gehinderd. De stromingsweerstand blijft minimaal zodat een goede werking van de afvoer behouden blijft. Dit wordt versterkt door het feit dat de vaste verbinding tussen het langszijde-uiteinde, de afdichting en de buiswand er voor zorg dragen dat het schroefvormig lichaam over een substantiële of zelfs de gehele lengte vast verbonden is met de buiswand, waardoor verschuiving en/of kanteling van het schroefvormig lichaam ten opzichte van de buis wordt voorkomen. hi een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding kan de afdichting een flexibel afdichtingsmateriaal zijn, bij voorkeur een afdichtingsmateriaal uit rubber of siliconen.

De toepassing van een flexibel afdichtingsmateriaal, zoals rubber of siliconen, zorgt dat werking van de buis en/of het schroefvormig lichaam goed opge vangen wordt.

In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de afdichting rubber of siliconen dat kan worden aangebracht door middel van een hoge-druksmeltproces.

Het voordeel van het gebruik van een hoge-druksmeltproces is dat een goede verbinding wordt gerealiseerd tussen de buiswand, de afdichting en het langszijde-uiteinde van de tweede langszijde.

In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding kan de hoek in het bereik van 0,1° -10° liggen, bij voorkeur in het bereik van 0,2°- 5° liggen, en met de meeste voorkeur in het bereik van 1,2°-1,5° liggen.

Door het voorzien van schroefvormig lichaam met een hartlijn onder een hoek ten opzichte van de hartlijn van de buis, waarbij de hartlijn oploopt gezien in de afvoerrichting van de vloeistof tijdens een stroming, wordt bewerkstelligd dat in gebruik een vloeistofbuffer wordt voorzien. Dit wordt gerealiseerd doordat het schot, dat een onderdeel vormt van het schroefvormige lichaam, gelegen aan de afvoerzijde derhalve enigszins hoger is dan aan de aanvoerzijde, zodat ter plaatse aan de afvoerzijde een grotere hoeveelheid water wordt tegen gehouden. Het schot dat is gelegen aan de aanvoerzijde is derhalve enigszins lager, terwijl deze nog steeds afdicht ten opzichte van de eventuele terugwaartse luchtstroming doordat de bovenzijde van de buis ook hierbij wordt afgesloten.

Indien door verdamping en/of het vacuüm trekken, ofwel het realiseren van een onderdruk, bijvoorbeeld ten gevolge van het doorspoelen van een toilet, vloeistof uit de buis verdwijnt, zal vloeistof vanaf de aanvoerzijde nog wel over het eerste schot kunnen stromen en derhalve de ruimte gevuld kunnen houden tot aan het schot gelegen aan de afvoerzijde. Dit betekent dat effectief een vloeistofbuffer wordt voorzien waardoor ook in geval van verdamping en vacuüm de stankafsluiting behouden blijft. De vloeistofbuffer bedraagt het hoogteverschil tussen het laagste schotvormig deel aan de aanvoerzijde en het hoogste schotvormig deel aan de afvoerzijde in combinatie met de lengte daarvan. De vloeistofbuffer kan verder worden vergroot door aan de aanvoerzijde een additioneel stuk buis te voorzien waarin ook vloeistof zal blijven staan.

Een bijkomend voordeel van het voorzien van de hartlijn van het schroefvormig deel onder een hoek met de hartlijn van de buis is dal de afvoerbuis ook onder een klein afschot voorzien kan worden zonder dat de stankafsluiting verloren gaat. Hierdoor wordt de stroming verder vereenvoudigd. Bijkomend worden hiermee stankproblemen veroorzaakt door een foutieve of onhandige montage vermeden.

In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding kan hel schroefvormig lichaam gezien in lengterichting een rotatie van ten minste 720° ondergaan.'

Voor het realiseren volgens meerdere schotvormige delen zal het schroefvormige lichaam bij voorkeur worden voorzien van meerdere rotaties, bijvoorbeeld van ten minste 720° . In een momenteel geprefereerde voorkeursuitvoeringsvorm maakt hel schroefvormig lichaam ten minste 2,5 rotatie, dat wil zeggen rotatie over een hoek van in totaal zo’n 900°. Andere rotaties zijn volgens de vinding ook mogelijk.

In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding kan het schroefvormig lichaam aan een aanvoerzijde van de buis initieel in hoofdzaak verticaal georiënteerd zijn.

Er is gebleken dat door een verticale oriëntatie aan de aanvoerzijde er zo weinig mogelijk hinder wordt ondervonden voor de vloeistofstroom zodat deze zo goed mogelijk door kan stromen door de buis.

Bij voorkeur is het lichaam aan deze aanvoerzijde voorzien van een afronding. Door het voorzien van de afronding wordt bewerkstelligd dat vuil zich niet op kan hopen tegen of aan deze zijde en als het ware door de stroming wordt meegenomen en geleid over de afronding heen. Hierdoor ontstaat geen verdere verstopping.

In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding kan het integraal gevormde stuk worden vervaardigd met behulp van 3D-printen.

Het gebruik van 3D-printen heeft het voordeel dat op eenvoudige en kosten-efficiënte wijze een integraal gevormd samenstel kan worden vervaardigd. Daarbij kan het 3D-printproces worden uitgevoerd met diverse materialen, zoals kunststof of metaal, zodat het productieproces relatief flexibel ingericht kan worden.

De uitvinding heeft verder betrekking op een vloeistofafvoer en/of meubel voorzien van een samenstel volgens de uitvinding.

Een dergelijke vloeistofafvoer en/of een dergelijk meubel biedt dezelfde voordelen en effecten als beschreven voor de stankafsluiter. Een dergelijk meubel betreft bijvoorbeeld een wastafelmeubel die in een badkamer is geplaatst of een keukenmeubel waarin een wasbak is aangebracht.

De uitvinding heeft verder betrekking op een vloeistoftransportleiding voor gevaarlijke en/of brandbare vloeistoffen voorzien van een samenstel volgens de uitvinding.

Het samenstel volgens de uitvinding kan ook voordelig worden toegepasl in een vloeistoftransportleiding en bij voorkeur een vloeistoftransportleiding voor gevaarlijke en/of brandbare vloeistoffen. Doordat het schroefvormig lichaam diverse kamers vormt die een luchtafsluitende werking hebben, kan het brandgevaar in een leiding met brandbare of gevaarlijke stoffen worden verminderd. In geval van een brand in een leiding die slechts gedeeltelijk gevuld is met een brandbare vloeistof vormt het schroefvormige lichaam een effectieve afsluiting, waardoor de brand ter hoogte van het schroefvormig lichaam tot stilstand komt. Door het toepassen één of meerdere samenstellen volgens de uitvinding kunnen schade en de omgevingsrisico’s van een transport van met name brandbare vloeistoffen in een transportleiding aanzienlijk worden beperkt en/of verminderd.

In een uitvoeringsvorm van de vloeistoftransportleiding volgens de uitvinding kan het samenstel zijn vervaardigd uit niet-brandbaar en/of zuurresistent en/of materiaal dat is goedgekeurd en/of ingericht voor opslaan, transporteren en/of afvoeren van gevaarlijke stoffen.

De uitvinding relateert tevens aan een werkwijze voor het vervaardigen van een samenstel voor het vervaardigen van een stankafsluiter volgens de uitvinding, omvattende: het vormen van het schroefvormig lichaam; het vormen van de buis; het aanbrengen van de buiswandopening, bij voorkeur door middel van buis-splitting; het inbrengen van het schroefvormig lichaam in de buis; het aanbrengen van de afdichting in de helixvormige buiswandopening, waarbij een vaste en afdichtende verbinding wordt gevormd tussen de buis en het langszijde-uiteinde.

Een dergelijke werkwijze biedt dezelfde voordelen en effecten als beschreven voor het samenstel, vloeistofafvoer en/of meubel.

Het vervaardigen van de stankafsluiter volgens NL 2009388 is relatief complex gebleken, waarbij eveneens de eerdere genoemde nadelen optreden. De werkwijze volgens de uitvinding biedt een werkwijze voor het vervaardigen van het samenstel volgens de uitvinding die verrassenderwijs eenvoudig en kostenefficiënt is, waarbij ook de nadelen in de stankafsluiter uit NL 2009388 worden vermeden.

Het vormen van het schroefvormig of helixvormig lichaam kan op diverse manieren worden uitgevoerd, waaronder 3D-printen of spuitgieten. De voorkeur gaat daarbij uit naar het vormen door middel van spuitgieten van kunststof. Het vormen van de buis kan eveneens op diverse manieren worden uitgevoerd. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van 3D-printen of spuitgieten van de buis, waarbij de buiswandopening optioneel direct kan worden meegevormd tijdens de vervaardiging.

Alternatief kan ook de gevormde of een bestaande daarvoor geschikte buis worden voorzien van een zich in een lengterichting van de buis in de buiswand uitstrekkende helixvormige buiswandopening. De buiswandopening strekt zich daarbij bij voorkeur ten minste gedeeltelijk over de lengte van de buiswand uit en meer bij voorkeur over in hoofdzaak de hele lengte van de buiswand. Het aanbrengen van de buiswandopening wordt bij voorkeur uitgevoerd door middel van buis-splitling, hoewel ook andere wijze van aanbrengen binnen de reikwijdte van de werkwijze volgens de uitvinding vallen.

In een werkwijzestap wordt het schroefvormig lichaam aangebracht of ingebracht in de buis. Hiervoor kunnen diverse technieken worden toegepast, zoals schuiven, draaien en/of onder druk invoeren. Deze technieken worden bij voorkeur geautomatiseerd uitgevoerd, hoewel ook het handmatig inbrengen tot de mogelijkheden behoort.

Bij voorkeur wordt de van een buiswandopening voorziene buis direct voorafgaand aan het inbrengen van het schroefvormig lichaam onder een trekspanning gebracht, waardoor de buis in de lengterichting opgerekt wordt en de buiswandopening een grotere breedte krijgt. Het schroefvormig lichaam wordt vervolgens, bij voorkeur met een draaiende of schroevende beweging, ingebracht in de buis, waarbij het langszijde-uiteinde zich ten minste gedeeltelijk in de geopende buiswandopening uitstrekt. Hierdoor geleidt het langszijde-uiteinde het inbrengen van hel schroefvormig lichaam in de buis en wordt de juiste positionering van het schroefvormig lichaam in de buis gerealiseerd.

De werkwijze omvat verder het aanbrengen van de afdichting in de helixvormige buiswandopening van de buis, waarbij dit zodanig wordt uitgevoerd dat een vast en afdichtende verbinding wordt gevormd tussen de buis, het langszijde-uiteinde en de afdichting. Het aanbrengen van de afdichting kan op diverse manieren worden uitgevoerd, waarbij de specifiek gekozen uitvoeringstechniek wordt aangepast op het materiaal en de verwerkingseigenschappen van de afdichting.

In een voorkeursuitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding wordt de afdichting vervaardigd uit rubber, waarbij het rubber onder hoge druk in een gecontroleerde omgeving wordt aangebracht. Hiertoe wordt het samenstel in een mal aangebracht, waarbij slechts de af te dichten delen in aanraking komen met vloeibaar rubber, dat zich tijdens het proces hecht aan de buiswand ter hoogte van de buiswandopening, alsmede aan het langszijde-uiteinde van het schroefvormig lichaam. Het schroefvormig lichaam, de buis en de afdichting worden op deze wijze integraal vast en afdichtend met elkaar verbonden.

Alternatief kan ook worden gekozen voor een voorgevormde afdichting, bij voorkeur uit rubber of siliconen, die aanliggend aan het langszijde-uiteinde wordt aangebracht in de buiswandopening, waarna de afdichtende verbinding lot stand wordt gebracht door het verhitten van het afdichtingsmateriaal, bij voorkeur het rubber of de siliconen, zodat de afdichtingsmaterialen een vaste en afdichtende verbinding wordt gevormd.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt de afdichtingen aan de uiteinden van de buis en de afdichting van de buiswandopening in één enkel proces gevormd, waarbij de afdichtingen een enkele integrale afdichting vormen. Het integraal vormen van de afdichtingen heeft het voordeel dat het samenstel direct gebruiksklaar is om in een bestaand leidingsysteem te worden aangebracht. Door de afdichtingen aan de uiteinden integraal te vormen met de afdichting van de buiswandopening wordt additionele stevigheid verschaft aan de afdichting van de buiswandopening en wordt in hoofdzaak voorkomen dat een in de langsrichting van de buis gerichte kracht kan worden uitgeoefend op de afdichting van de buiswand, waardoor deze los kan raken. Daarnaast is een dergelijk integraal gevormde afdichting ook esthetisch aantrekkelijk.

In een uitvoering vorm van de werkwijze volgens de uitvinding kan het vormen van de buis en/of het vormen van het schroefvormig lichaam worden uitgevoerd door middel van spuitgieten, waarbij het buis-splitting integraal wordt uitgevoerd met het spuitgieten.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de uitvinding worden toegelicht aan de hand van een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan, waarbij wordt verwezen naar de bijgevoegde tekeningen, waarin: - Figuur IA en 1B tonen een aanzicht van het samenstel volgens de vinding; - Figuur 2 een aanzicht van de buis uit figuur 1 in een afvoersysteem; en - Figuur 3A en 3B een aanzicht van een wasbak voorzien van een stankafsluiter volgens de vinding; - Figuur 4 toont een perspectivistisch aanzicht van een samenstel volgens de vinding. - Figuur 5A en 5B tonen uitvoeringsvormen van de werkwijze volgens de vinding.

Een samenstel 1 omvat buis 2 (figuur IA en 1B en figuur 4) die is voorzien van schroefvormig lichaam 4. Schroef 4 strekt zich uit van de voorzijde 6 naar de achterzijde 8 van buis 2. Schroef 4 is hierbij voorzien over een hartlijn 10 die onder een hoek is voorzien ten opzichte van de hartlijn van buis 2, zodanig dat aan de achterzijde 8 de hartlijn 10 op een grotere hoogte D is aangekomen ten opzichte van de hoogte aan voorzijde 6. Aan de aanvoerzijde 12 van schroef 4 geplaatst aan de voorzijde 6 van buis 2 is in de getoonde uitvoeringsvorm een afronding 14 aangebracht. In breedterichting van schroef 4 zijn een tweetal zijden waarvan de eerste zijde 16 vrij ligt in buis 2 en een roterende beweging maakt rondom hartlijn 10 van schroef 4. Langszijde-uiteinde 18a van tweede zijde 18 van schroef 4 steekt in de wand van buis 2 richting buitenwand 2a daarvan. Buitenwand 2a en langszijde-uiteinde 18a van schroef 4 zijn vast en afdichtend met elkaar verbonden door afdichting 17. Afdichting 17 volgt de helixvormige buiswandopening 3 en strekt zich daarin gedeeltelijk uit. Aan de uiteinden van de buis zijn afdichtringen 19 aangebracht, die zijn verbonden met afdichting 17 en samen een integrale afdichting vormen..

In een gebruikstoesland zal water vanaf de aanvoerzijde, uitgaande van een in hoofdzaak volledig horizontale opstelling van buis 2 in de getoonde uitvoeringsvorm, worden tegen gehouden op een hoogte 20 ten opzichte van de onderzijde van buis 2. Een tweede blokkade ligt dichter bij aanvoerzijde 6 op een lagere hoogte 22. Aan de in gebruik bovenzijde van buis 2 bevindt zich een afsluitend schroefelemenl dat zich in de gebruikstoestand tot in het water uitstrekt en derhalve is gelegen onder hoogte 22. Dit betekent dat indien een hoeveelheid vloeistof verdampt of ten gevolge van het vacuüm trekken door het doorspoelen van het toilet over de hoogte 22 verdwijnt, vloeistof w'ordt aangevuld vanaf de aanvoerzijde. Pas indien het vloeistofniveau onder hoogte 22 terecht komt zal de stankafsluiter de afsluitende functie beginnen te verliezen. Dit betekent dat over een hoogte b een hoeveelheid vloeistof aanwezig is die als buffer is op te vatten en derhalve de gevolgen van verdamping en/of vacuüm tegen gaat.

Een af voer 24 (figuur 2) is voorzien van een eerste overloopafvoer 26 en een tweede reguliere af voer 28 die met behulp van een aantal verbindingsbuizen 30 met elkaar zijn verbonden om te komen tot een afvoerbuis 32. Afvoerbuis 32 is verder verbonden met buis 2 w'aarin schroef 4 is aangebracht. In de getoonde uitvoeringsvorm is een hoeveelheid water 34 voorzien in buis 2, waarbij een hoeveelheid buffervloeistof 36 wordt getoond. Deze hoeveelheid buffervloeistof 36 kan verdampen en/of door vacuüm worden weggezogen uit buis 2 zonder dat de stankafsluiting van buis 2 in gevaar komt. Hierdoor wordt een robuust systeem verkregen. De grootte van buffer 36 kan worden beïnvloed door een additioneel leidingdeel 38 te voorzien tussen voorzijde 6 van buis 2 en afvoer 32.

Een wasbak 40 (figuur 3A en 3B) is voorzien van een afvoer 42 met koppeling 44. Koppeling 44 is verder verbonden met een afvoerbuis 46 die in verbinding kan staan met buis 2 en/of waarin een schroef 4 voorzien kan zijn.

Buis 2 (figuur 4) wordt op voordelige wijze vervaardigd uit een kunststof materiaal, bijvoorbeeld PVC, bijvoorbeeld met een diameter van zo’n 40 mm. Schroef 4 kan eveneens uit een kunststof worden vervaardigd, bijvoorbeeld met een lengte van zo’n 250 mm en een dikte van het schroefblad van zo’n 1 mm. Alternatief kan schroef 4 worden vervaardigd uit een keramiek, metaal, andere materialen en/of combinaties daarvan.

Schroefvormig lichaam 4 is helixvormig en langszijde-uiteinde van tweede langszijde van schroefvormig lichaam 4 steekt door de buisw'andopening, waarbij afdichting 17 één geheel vormt met de buiswandopening en het langszijde-uiteinde van tweede langszijde. Afdichting 19 is integraal verbonden met afdichting 17 en verleent daarmee additionele stevigheid in de vorm van schuifweerstand aan afdichting 17.

Voor het realiseren van een stankafsluiting wordt schroef 4 aan gebracht in buis 2 die in hoofdzaak horizontaal is voorzien of eventueel onder een klein afschot. Door het voorzien van een onder een hoek geplaatste hartlijn 10 voor schroef 4 ten opzichte van de hartlijn van buis 2 wordt een hoeveelheid buffervloeistof 36 gerealiseerd w'aardoor de stankafsluiter ook behouden blijft in geval van verdamping en/of vacuüm trekken.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de w'erkwijze volgens de vinding een stap van het vormen 1002 van schroef 4 en het vormen of verschaffen 1004 van buis 2 (zie figuur 5a). Hierbij wordt gebruik gemaakt van spuitgieten van, bij voorkeur, kunststof. Het is daarbij esthetisch aantrekkelijk om doorzichtig kunststof te gebruiken. In een navolgende stap 1006 wordt gevormde of bestaande, voor gebruik geschikte buis 2 voorzien van een zich in een lengterichting van buis 2 in buiswand 2a uitstrekkende helixvormige buiswandopening 3. Het aanbrengen van buisw'andopening 3 wordt bij voorkeur uitgevoerd door middel van buis-splitting.

Optioneel kunnen stap 1004 en 1006 in één gezamenlijke stap 1005 worden uitgevoerd, waarbij een buis 2 met integraal gevormde buiswandopening 3 wordt gevormd (zie figuur 5b).

Na het vervaardigen van schroef 4 en buis 2 met buiswandopening 3 wordt schroef 4 met een roterende beweging automatisch in huis 2 ingébracht 1008. De van een buisw'andopening 3 voorziene buis 2 wordt direct voorafgaand aan hel inbrengen van schroef 4 in de lengterichting opgerekt, waardoor buiswandopening 3 een grotere breedte krijgt. Langszijde-uiteinde 18a strekt zich ten minste gedeeltelijk in geopende buiswandopening 3 uit en geleidt het inbrengen van schroef 4 in buis 2, zodat de juiste positionering van schroef 4 in buis 2 wordt gerealiseerd.

De werkwijze omvat verder het aanbrengen 1010 van afdichting 17 in helixvormige buiswandopening 3 van buis 2 alsmede het aan brengen 1010a van uiteinde-afdichting 19, waarbij dit zodanig wordt uitgevoerd dat een vast en afdichtende verbinding wordt gevormd tussen buis 2, langszijde-uiteinde 18a en afdichting 17. Stappen 1010 en 1010a worden gelijktijdig uitgevoerd in een enkele bewerkingsstap, zodat afdichting 17 en uiteinde-afdichting 19 integraal gevormd zijn.

Optioneel kan ook een kwaliteitstest en/of -controlestap 1012 worden uitgevoerd om de kwaliteit van samenstel 1 te controleren en/of testen.

De onderhavige uitvinding is geenszins beperkt tot de bovenbeschreven voorkeursuitvoeringsvormen daarvan. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn. Zo behoort het bijvoorbeeld tot de mogelijkheden schroef 4 toe te passen in bijvoorbeeld duikers bij sloten en/of als een type visvijzel, maar eveneens als brandwering -en/of stop in vloeistofleidingen voor transport van brandbare vloeistoffen.

Claims (17)

1. Samenstel van een buis en schroefvormig lichaam, waarbij het schroefvormig lichaam: een hartlijn heeft die is voorzien onder een hoek ten opzichte van de hartlijn van de buis; in lengterichting ten minste een rotatie van zo’n 360° ondergaat; en is voorzien van een eerste langszijde die over een substantieel deel vrij ligt van de buiswand, waarbij het samenstel is gekenmerkt doordat: de buis is voorzien van een buiswand en een zich in een lengterichting van de buis in de buiswand uitstrekkende helixvormige buiswandopening, die zich ten minste gedeeltelijk over de lengte van de buiswand uitstrekt; het schroefvormig lichaam is voorzien van een tweede langszijde met een langszijde-uiteinde dat zich, in ingebouwde toestand van het schroefvormig lichaam, ten minste gedeeltelijk in radiale richting in de helixvormige buiswandopening uitstrekt, zodanig dat het langszijde-uiteinde en de buiswandopening in hoofdzaak samenvallen, waarbij een afdichting is aangebracht die de buis en het langszijde-uiteinde in gebruik van het samenstel vast en afdichtend met elkaar verbindt.

2. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij ten minste één van de uiteinden van de buis is voorzien van een afdichtingsring die in radiale richting van de buis ten minste gedeeltelijk verzonken ligt ten opzichte van de buitenzijde van de buiswand en die vast en afdichtend is verbonden met de afdichting, waarbij bij voorkeur de afdichtingsring of afdichtingsringen en de afdichting integraal gevormd zijn.

3. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de helixvormige buiswandopening over ten minste een gedeelte is voorzien van naar een binnenzijde van de buis gerichte afgeschuinde wanden.

4. Samenstel volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de tweede langszijde zich door de buiswand uitstrekl.

5. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het schroefvormig lichaam is voorzien van een breedte in het bereik van 0,5 tot 1 keer de diameter van de buis, bij voorkeur een breedte in het bereik van 0,51 keer de binnendiameter tot 1 keer de buitendiameter van de buis.

6. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de afdichting een flexibel afdichtingsmateriaal is, bij voorkeur een afdichtingsmateriaal uit rubber of siliconen.

7. Samenstel volgens conclusie 6, waarbij de afdichting rubber of siliconen is, dat wordt aangebrachl door middel van een hoge-druksmeltproces.

8. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de hoek ligt in het bereik van 0,1° -10°, bij voorkeur in het bereik van 0,2° - 5°, en met de meeste voorkeur ligt in het bereik van 1,2°-1,5‘\

9. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het lichaam gezien in lengterichting een rotatie van ten minste 720° ondergaat.

10. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het lichaam aan een aanvoerzijde van de buis initieel in hoofdzaak verticaal is georiënteerd.

11. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het integraal gevormde stuk wordt vervaardigd met behulp van 3D-printen.

12. Vloeistofafvoer voorzien van een samenstel volgens conclusie 1-11.

13. Meubel voorzien van samenstel en/of vloeistofafvoer volgens één der voorgaande conclusies.

14. Vloeistoftransportleiding voor gevaarlijke en/of brandbare vloeistoffen voorzien van een samenstel volgens conclusie 1-11.

15. Vloeistoftransportleiding volgens conclusie 14, waarbij het samenstel is vervaardigd uit niet-brandbaar en/of zuurresistent en/of materiaal dat is goedgekeurd voor opslaan en/of transporteren van gevaarlijke stoffen.

16. Werkwijze voor het vervaardigen van een samenstel volgens één der conclusies 1-11, de werkwijze omvattende: het vormen (1002) van het schroefvormig lichaam; het vormen (1004) van de buis; het aanbrengen (1006) van de buiswandopening, bij voorkeur door middel van buis-splitting; het inbrengen (1008) van hel schroefvormig lichaam in de buis; het aanbrengen (1010) van de afdichting in de helix vormige buiswandopening, waarbij een vaste en afdichtende verbinding wordt gevormd tussen de buis en het langszijde-uiteinde.

17. Werkwijze volgens conclusie 16, w'aarbij het vormen van de buis en/of het vormen van het schroefvormig lichaam worden uitgevoerd door middel van spuitgieten, waarbij het buis-splitting integraal wordt uitgevoerd met het spuitgieten.