NL2009388C2 - Stankafsluiter, vloeistofafvoer en meubel voorzien daarvan, en werkwijze daarvoor. - Google Patents

Description

STANKAFSLUITER, VLOEISTOFAFVOER EN MEUBEL VOORZIEN DAARVAN,

EN WERKWIJZE DAARVOOR

De onderhavige uitvinding betreft een stankafsluiter.

5 Een dergelijke stankafsluiter wordt onder meer toegepast in afvoerleidingen van bijvoorbeeld een wasbak, douchebak of bad en dient om verspreiding van rioollucht tegen te gaan.

Uit de praktijk bekende stankafsluiters betreffen zogeheten sifons. Dergelijke sifons maken gebruik van een 10 zwanenhalsconstructie om daarmee te allen tijde een hoeveelheid vloeistof in de afvoer te hebben staan om daarmee een rioollucht tegen te houden.

Een nadeel van bekende sifons is dat deze gebruik maken van een zwanenhalsconstructie waardoor deze een zekere 15 inbouwhoogte nodig hebben. Dit uit zich bijvoorbeeld in het voorzien van een zwanenhals in een wastafelmeubel, waarbij een deel van de bergruimte verloren gaat. Ook heeft het consequenties voor de inbouwhoogte van bijvoorbeeld een douchebak of bad.

20 De onderhavige vinding heeft als doel de hiervoor genoemde problemen op te heffen of ten minste te verminderen.

Daartoe verschaft de onderhavige vinding een stankafsluiter omvattende een schroefvormig lichaam 25 plaatsbaar in een buis, waarbij het lichaam is voorzien van: - een breedte in het bereik van 0,5 tot 1 keer de inwendige diameter van de buis, waarbij een eerste langszijde van het lichaam over een substantieel deel aanligt tegen een buiswand en een tweede langszijde 30 vrij ligt van de buiswand, en waarbij het lichaam gezien in lengterichting ten minste een rotatie ondergaat van zo'n 360°; en 2 - een hartlijn die onder een hoek is voorzien ten opzichte van de hartlijn van de buis.

Door het voorzien van een schroefvormige, ofwel een helixvormige, spiraal die plaatsbaar is in een buis 5 kan met geringe inbouwhoogte een stankafsluiter worden gerealiseerd. Doordat het schroefvormige element in een in hoofdzaak horizontaal geplaatste buis kan worden geplaatst is geen additionele inbouwhoogte vereist. Hiermee wordt bewerkstelligd dat een douchebak of bad niet op een extra 10 hoogte voorzien dienen te worden ten behoeve van een stankafsluiter. Bij een douchebak verlaagt dit bijvoorbeeld de instaphoogte.

Het schroefvormige lichaam is voorzien van een zekere lengte en een zekere breedte, waarbij de lengte 15 zich in hoofdzaak uitstrekt in de lengterichting van de buis waarin het lichaam is voorzien.

Doordat het schroefvormig lichaam is voorzien van een breedte van zo'n 0,5 tot 1 keer de diameter van de buis, en een eerste langszijde, ofwel zijkant, in 20 lengterichting van het spiraalvormige lichaam over een substantieel deel van de buislengte aanligt, en in het bijzonder afdichtend aanligt, tegen de binnenwand van de buis wordt een schot van een geschroefde vorm verkregen in de buis. Hierdoor zal in het onderste deel van de buis een 25 laag water worden tegen gehouden zodat hier een laag water zal blijven staan. Bij het doorstromen van de buis zal de af te voeren vloeistof langs dit schot stromen en worden voort gestuwd verder in de afvoer. Indien geen vloeistof wordt aangevoerd zal de laag water blijven staan.

30 Doordat de breedte van het spiraalvormige lichaam groter is dan de halve inwendige diameter van de buis, en het element schroefvormig is, zal ook het bovenste deel van de buis met behulp van een schot worden afgesloten.

3

Aangezien een laag water blijft staan in de buis met een hoogte net boven de halve buisdiameter en de bovenzijde ook wordt afgesloten met iets meer dan een halve diameter wordt bewerkstelligd dat in gebruik de vrije zijde van het 5 schroefvormige lichaam in de laag water zal steken indien de schroef in hoofdzaak verticaal neerwaarts vanaf de buiswand is gericht.

Hierbij is de genoemde eerste langszijde afdichtend bevestigd tegen de buiswand terwijl de andere 10 langszijde als het ware roteert rondom de hartlijn van de buis. Deze rotatie rond de hartlijn wordt bewerkstelligd doordat de breedte van het lichaam ligt tussen de halve en hele inwendige diameter van de buis. Bij voorkeur ligt de breedte van het schroefvormige element in het bereik van 15 0,1-0,975 keer de inwendige diameter van de buis, met meer voorkeur in het bereik van 0,52-0,8 keer en met de meeste voorkeur in het bereik van 0,5 tot 0,7 keer de inwendige diameter.

Hiermee wordt voorkomen dat lucht terug kan 20 stromen vanaf de afvoerzijde van de buis naar de aanvoerzijde, dat wil zeggen naar het putje van de douchebak, wasbak of bad. Op deze wijze wordt een effectieve stankafsluiter gerealiseerd met beperkte inbouwhoogte.

25 Door het voorzien van een schroefvormig lichaam wordt bijkomend bewerkstelligd dat de doorstroming niet of nauwelijks wordt gehinderd. De stromingsweerstand blijft minimaal zodat een goede werking van de afvoer behouden blij ft.

30 Door het voorzien van een rotatie van ten minste zo'n 360° wordt bewerkstelligd dat het genoemde effectieve schroefvormige schot aan de onderzijde van de buis en het 4 eveneens genoemde schroefvormige schot aan de bovenzijde van de buis respectievelijk water en lucht tegenhouden.

Door het voorzien van een hartlijn van het schroefvormig lichaam die onder een hoek is geplaatst ten 5 opzichte van de hartlijn van de buis wordt bijkomend een vloeistofreservoir verschaft. Een dergelijke hoek ligt bij voorkeur in het bereik van 0,1 tot 10°, met meer voorkeur 0,2 tot 5°, en met de meeste voorkeur in het bereik van 1,2 tot 1,5°.

10 Door het voorzien van schroefvormig lichaam met een hartlijn onder een hoek ten opzichte van de hartlijn van de buis, waarbij de hartlijn oploopt gezien in de afvoerrichting van de vloeistof tijdens een stroming, wordt bewerkstelligd dat in gebruik een vloeistofbuffer 15 wordt voorzien. Dit wordt gerealiseerd doordat het schot, dat een onderdeel vormt van het schroefvormige lichaam, gelegen aan de afvoerzijde derhalve enigszins hoger is dan aan de aanvoerzijde, zodat ter plaatse aan de afvoerzijde een grotere hoeveelheid water wordt tegen gehouden. Het 20 schot dat is gelegen aan de aanvoerzijde is derhalve enigszins lager, terwijl deze nog steeds afdicht ten opzichte van de eventuele terugwaartse luchtstroming doordat de bovenzijde van de buis ook hierbij wordt afgesloten.

25 Indien door verdamping en/of het vacuüm trekken, ofwel het realiseren van een onderdruk, bijvoorbeeld ten gevolge van het doorspoelen van een toilet, vloeistof uit de buis verdwijnt, zal vloeistof vanaf de aanvoerzijde nog wel over het eerste schot kunnen stromen en derhalve de 30 ruimte gevuld kunnen houden tot aan het schot gelegen aan de afvoerzijde. Dit betekent dat effectief een vloeistofbuffer wordt voorzien waardoor ook in geval van verdamping en vacuüm de stankafsluiting behouden blijft.

5

De vloeistofbuffer bedraagt het hoogteverschil tussen het laagste schotvormig deel aan de aanvoerzijde en het hoogste schotvormig deel aan de afvoerzijde in combinatie met de lengte daarvan. De vloeistofbuffer kan verder 5 worden vergroot door aan de aanvoerzijde een additioneel stuk buis te voorzien waarin ook vloeistof zal blijven staan.

Een bijkomend voordeel van het voorzien van de hartlijn van het schroefvormig deel onder een hoek met de 10 hartlijn van de buis is dat de afvoerbuis ook onder een klein afschot voorzien kan worden zonder dat de stankafsluiting verloren gaat. Hierdoor wordt de stroming verder vereenvoudigd. Bijkomend worden hiermee stankproblemen veroorzaakt door een foutieve of onhandige 15 montage vermeden.

Voor het realiseren van meerdere schotvormige delen zal het schroefvormige lichaam bij voorkeur worden voorzien van meerdere rotaties, bijvoorbeeld van ten minste 720°. In een momenteel geprefereerde 20 voorkeursuitvoeringsvorm maakt het schroefvormig lichaam ten minste 2,5 rotatie, dat wil zeggen rotatie over een hoek van in totaal zo'n 900°. Andere rotaties zijn volgens de vinding ook mogelijk.

In een voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens 25 de onderhavige uitvinding is het lichaam in de aanvoerzijde in hoofdzaak verticaal georiënteerd. Er is gebleken dat door een verticale oriëntatie aan de aanvoerzijde er zo weinig mogelijk hinder wordt ondervonden voor de vloeistofstroom zodat deze zo goed 30 mogelijk door kan stromen door de buis.

Bij voorkeur is het lichaam aan deze aanvoerzijde voorzien van een afronding. Door het voorzien van de afronding wordt bewerkstelligd dat vuil zich niet op kan 6 hopen tegen of aan deze zijde en als het ware door de stroming wordt meegenomen en geleid over de afronding heen. Hierdoor ontstaat geen verdere verstopping.

Een verder bijkomend voordeel van de 5 stankafsluiter volgens de uitvinding, waarbij de breedte van het schroefvormig lichaam kleiner is dan de inwendige diameter van de buis, is dat geen afzonderlijke compartimenten worden gerealiseerd. Dit maakt onder meer reiniging van de buis mogelijk/eenvoudiger. Indien 10 afzonderlijke compartimenten gerealiseerd zouden worden doordat de beide langszijden van het schroefvormige lichaam aansluiten tegen de buiswand zal reiniging lastiger zijn omdat niet, of ten minste zeer moeilijk, gerealiseerd kan worden dat een borstel en/of het 15 reinigingsmiddel beide kamers kan bereiken. Doordat de breedte van het schroefvormige lichaam kleiner is dan de inwendige diameter van de buis waarin de afsluiter is geplaatst, kan met bijvoorbeeld een enkel borstelelement de gehele binnenzijde van de buis worden gereinigd in 20 geval van bijvoorbeeld onverhoopte verstoppingen.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een vloeistofafvoer en/of meubel, waarbij deze zijn voorzien van een stankafsluiter zoals voorgaand beschreven.

Een dergelijke vloeistofafvoer en/of meubel biedt 25 dezelfde voordelen en effecten als beschreven voor de stankafsluiter. Een dergelijk meubel betreft bijvoorbeeld een wastafelmeubel die in een badkamer is geplaatst of een keukenmeubel waarin een wasbak is aangebracht.

De uitvinding heeft voorts tevens betrekking op 30 een werkwijze voor het voorzien van een stankafsluiting in een buis, omvattende het in een buis plaatsen van een stankafsluiter zoals voorgaand beschreven.

7

Een dergelijke werkwijze biedt dezelfde voordelen en effecten als beschreven voor de stankafsluiter, vloeistofafvoer en/of meubel.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de 5 uitvinding worden toegelicht aan de hand van een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan, waarbij wordt verwezen naar de bijgevoegde tekeningen, waarin tonen: - Figuur IA en 1B een aanzicht van de stankafsluiter volgens de vinding in een buis; 10 - Figuur 2 een aanzicht van de buis uit figuur 1 in een afvoersysteem; en - Figuur 3A en 3B een aanzicht van een wasbak voorzien van een stankafsluiter volgens de vinding.

Een buis 2 (figuur IA en 1B) is voorzien van 15 schroefvormig lichaam 4. Schroef 4 strekt zich uit van de voorzijde 6 naar de achterzijde 8 van buis 2. Schroef 4 is hierbij voorzien over een hartlijn 10 die onder een hoek is voorzien ten opzichte van de hartlijn van buis 2, zodanig dat aan de achterzijde 8 de hartlijn 10 op een grotere 20 hoogte D is aangekomen ten opzichte van de hoogte aan voorzijde 6. Aan de aanvoerzijde 12 van schroef 4 geplaatst aan de voorzijde 6 van buis 2 is in de getoonde uitvoeringsvorm een afronding 14 aangebracht. In breedterichting van schroef 4 zijn een tweetal zijden 25 waarvan de eerste zijde 16 vrij ligt in buis 2 en een roterende beweging maakt rondom hartlijn 10 van schroef 4. Tweede zijde 18 van schroef 4 bevindt zich op afdichtende wijze aan de binnenwand van buis 2.

In een gebruikstoestand zal water vanaf de 30 aanvoerzijde, uitgaande van een in hoofdzaak volledig horizontale opstelling van buis 2 in de getoonde uitvoeringsvorm, worden tegen gehouden op een hoogte 20 ten opzichte van de onderzijde van buis 2. Een tweede blokkade 8 ligt dichter bij aanvoerzijde 6 op een lagere hoogte 22. Aan de in gebruik bovenzijde van buis 2 bevindt zich een afsluitend schroefelement dat zich in de gebruikstoestand tot in het water uitstrekt en derhalve is gelegen onder 5 hoogte 22. Dit betekent dat indien een hoeveelheid vloeistof verdampt of ten gevolge van het vacuüm trekken door het doorspoelen van het toilet over de hoogte 22 verdwijnt, vloeistof wordt aangevuld vanaf de aanvoerzijde. Pas indien het vloeistofniveau onder hoogte 22 terecht komt zal de 10 stankafsluiter de afsluitende functie beginnen te verliezen. Dit betekent dat over een hoogte b een hoeveelheid vloeistof aanwezig is die als buffer is op te vatten en derhalve de gevolgen van verdamping en/of vacuüm tegen gaat.

Een afvoer 24 (figuur 2) is voorzien van een 15 eerste overloopafvoer 26 en een tweede reguliere afvoer 28 die met behulp van een aantal verbindingsbuizen 30 met elkaar zijn verbonden om te komen tot een afvoerbuis 32. Afvoerbuis 32 is verder verbonden met buis 2 waarin schroef 4 is aangebracht. In de getoonde uitvoeringsvorm is een 20 hoeveelheid water 34 voorzien in buis 2, waarbij een hoeveelheid buffervloeistof 36 wordt getoond. Deze hoeveelheid buffervloeistof 36 kan verdampen en/of door vacuüm worden weggezogen uit buis 2 zonder dat de stankafsluiting van buis 2 in gevaar komt. Hierdoor wordt 25 een robuust systeem verkregen. De grootte van buffer 36 kan worden beïnvloed door een additioneel leidingdeel 38 te voorzien tussen voorzijde 6 van buis 2 en afvoer 32.

Een wasbak 40 (figuur 3A en 3B) is voorzien van een afvoer 42 met koppeling 44. Koppeling 44 is verder 30 verbonden met een afvoerbuis 46 die in verbinding kan staan met buis 2 en/of waarin een schroef 4 voorzien kan zijn.

Buis 2 wordt op voordelige wijze vervaardigd uit een kunststof materiaal, bijvoorbeeld PVC, bijvoorbeeld met 9 een diameter van zo'n 40 mm. Schroef 4 kan eveneens uit een kunststof worden vervaardigd, bijvoorbeeld met een lengte van zo'n 250 mm en een dikte van het schroefblad van zo'n 1 mm. Alternatief kan schroef 4 worden vervaardigd uit een 5 keramiek, metaal, andere materialen en/of combinaties daarvan.

Voor het realiseren van een stankafsluiting wordt schroef 4 aangebracht in buis 2 die in hoofdzaak horizontaal is voorzien of eventueel onder een klein afschot. Door het 10 voorzien van een onder een hoek geplaatste hartlijn 10 voor schroef 4 ten opzichte van de hartlijn van buis 2 wordt een hoeveelheid buffervloeistof 36 gerealiseerd waardoor de stankafluiter ook behouden blijft in geval van verdamping en/of vacuüm trekken.

15 De onderhavige uitvinding is geenszins beperkt tot de bovenbeschreven voorkeursuitvoeringsvormen daarvan. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn. Zo behoort het bijvoorbeeld tot de 20 mogelijkheden schroef 4 toe te passen in bijvoorbeeld duikers bij sloten en/of als een type visvijzel.

Claims (9)

1. Stankafsluiter, omvattende een schroefvormig lichaam plaatsbaar in een buis, waarbij het lichaam is 5 voorzien van: - een breedte in het bereik van 0,5 tot 1 keer de inwendige diameter van de buis, waarbij een eerste langszijde van het lichaam over een substantieel deel aanligt tegen een buiswand en een tweede langszijde 10 vrij ligt van de buiswand, en waarbij het lichaam gezien in lengterichting ten minste een rotatie ondergaat van zo'n 360°; en - een hartlijn die onder een hoek is voorzien ten opzichte van de hartlijn van de buis. 15

2. Stankafsluiter volgens conclusie 1, waarbij de breedte ligt in het bereik van 0,51-0,975 keer de inwendige diameter van de buis, met meer voorkeur in het bereik van 0,52-0,8 keer en met de meeste voorkeur in het bereik van 20 0,55-0,70 keer.

3. Stankafsluiter volgens conclusie 1 of 2, waarbij de hoek ligt in het bereik van 0,1-10°, bij voorkeur in het bereik van 0,2-5°, en met de meeste voorkeur in het 25 bereik van 1,2-1,5°.

4. Stankafsluiter volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij het lichaam gezien in lengterichting een rotatie van ten minste 720° ondergaat. 30

5. Stankafsluiter waarbij in gebruik het lichaam aan de aanvoerzijde initieel in hoofdzaak verticaal is georiënteerd.

6. Stankafsluiter volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het lichaam aan de aanvoerzijde is voorzien van een afronding. 5

7. Vloeistofafvoer voorzien van een buisvormig element waarin een stankafsluiter volgens één of meer van de voorgaande conclusies is voorzien.

8. Meubel voorzien van een vloeistofafvoer volgens conclusie 7.

9. Werkwijze voor het voorzien van een stankafsluiting in een buis, omvattende het in een buis 15 plaatsen van een stankafsluiter volgens één of meer van de conclusies 1-6.