NL2018421B1 - Elektrisch bekrachtigd cilinderslot - Google Patents

Elektrisch bekrachtigd cilinderslot Download PDF

Info

Publication number
NL2018421B1
NL2018421B1 NL2018421A NL2018421A NL2018421B1 NL 2018421 B1 NL2018421 B1 NL 2018421B1 NL 2018421 A NL2018421 A NL 2018421A NL 2018421 A NL2018421 A NL 2018421A NL 2018421 B1 NL2018421 B1 NL 2018421B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
plug
blocking
drive assembly
cylinder lock
cylindrical
Prior art date
Application number
NL2018421A
Other languages
English (en)
Inventor
Jacobus Johannes Marinus Overbeeke Cornelis
Original Assignee
M & C Protect B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by M & C Protect B V filed Critical M & C Protect B V
Priority to NL2018421A priority Critical patent/NL2018421B1/nl
Priority to PCT/NL2018/050119 priority patent/WO2018156024A1/en
Priority to EP18710558.0A priority patent/EP3585959B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2018421B1 publication Critical patent/NL2018421B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B13/00Devices preventing the key or the handle or both from being used
    • E05B13/005Disconnecting the handle
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B47/00Operating or controlling locks or other fastening devices by electric or magnetic means
    • E05B47/0001Operating or controlling locks or other fastening devices by electric or magnetic means with electric actuators; Constructional features thereof
    • E05B47/0012Operating or controlling locks or other fastening devices by electric or magnetic means with electric actuators; Constructional features thereof with rotary electromotors
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B47/00Operating or controlling locks or other fastening devices by electric or magnetic means
    • E05B47/06Controlling mechanically-operated bolts by electro-magnetically-operated detents
    • E05B47/0611Cylinder locks with electromagnetic control
    • E05B47/0615Cylinder locks with electromagnetic control operated by handles, e.g. by knobs
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B47/00Operating or controlling locks or other fastening devices by electric or magnetic means
    • E05B47/06Controlling mechanically-operated bolts by electro-magnetically-operated detents
    • E05B47/0611Cylinder locks with electromagnetic control
    • E05B47/0638Cylinder locks with electromagnetic control by disconnecting the rotor
    • E05B47/0646Cylinder locks with electromagnetic control by disconnecting the rotor radially
    • E05B47/0653Cylinder locks with electromagnetic control by disconnecting the rotor radially with a pivotally moveable coupling element
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B47/00Operating or controlling locks or other fastening devices by electric or magnetic means
    • E05B47/06Controlling mechanically-operated bolts by electro-magnetically-operated detents
    • E05B47/0676Controlling mechanically-operated bolts by electro-magnetically-operated detents by disconnecting the handle
    • E05B47/0684Controlling mechanically-operated bolts by electro-magnetically-operated detents by disconnecting the handle radially
    • E05B47/0688Controlling mechanically-operated bolts by electro-magnetically-operated detents by disconnecting the handle radially with a pivotally moveable coupling element
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B47/00Operating or controlling locks or other fastening devices by electric or magnetic means
    • E05B47/0001Operating or controlling locks or other fastening devices by electric or magnetic means with electric actuators; Constructional features thereof
    • E05B2047/0014Constructional features of actuators or power transmissions therefor
    • E05B2047/0018Details of actuator transmissions
    • E05B2047/0026Clutches, couplings or braking arrangements
    • E05B2047/0031Clutches, couplings or braking arrangements of the elastic type

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Lock And Its Accessories (AREA)
  • Details Of Connecting Devices For Male And Female Coupling (AREA)

Abstract

Cilinderslot voorzien van een elektromotor die een koppelmechanisme bediend, waarbij het koppelmechanisme is voorzien van een blokkeersamenstel met een stuurelement dat de positie van een blokkeerelement stuurt. Het blokkeerelement grijpt in een blokkeerstand aan in een blokkeeruitsparing in een buitenplug van het cilinderslot. Het stuurelement is via een overbrenging verbonden met een uitgaande rotatie-as van de elektromotor. De overbrenging is bij voorkeur voorzien van een bi -stabiel aandrijfsamenstel en een torsieveerelement dat het bi-stabiele aandrijfsamenstel verbindt met het stuurelement, zodat slechts een korte bekrachtiging van de elektromotor nodig is om het bi -stabiele aandrijfsamenstel van de ene stabiele stand in de andere stabiele stand te brengen en dat, wanneer het blokkeerelement niet direct in de blokkeerstand kan worden gebracht, de door de elektromotor geleverde energie tijdelijk als opgebouwde veerspanning wordt opgeslagen waarna het stuurelement verder roteert onder invloed van de veerspanning zodra het blokkeerelement in een blokkeeruitsparing kan bewegen.

Description

Octrooicentrum
Θ 2018421
(21) Aanvraagnummer: 2018421 © Aanvraag ingediend: 24 februari 2017 @ Int. CL:
E05B 47/00 (2017.01) E05B 47/06 (2018.01) E05B
13/00 (2018.01)
(4^ Aanvraag ingeschreven: (73) Octrooihouder(s):
17 september 2018 M & C Protect B.V. te Didam.
(43) Aanvraag gepubliceerd:
- (72) Uitvinder(s):
Cornells Jacobus Johannes Marinus
(F) Octrooi verleend: Overbeeke te Didam.
17 september 2018
(45) Octrooischrift uitgegeven: θ Gemachtigde:
14 november 2018 ir. C.M. Jansen c.s. te Den Haag.
© Elektrisch bekrachtigd cilinderslot © Cilinderslot voorzien van een elektromotor die een koppelmechanisme bediend, waarbij het koppelmechanisme is voorzien van een blokkeersamenstel met een stuurelement dat de positie van een blokkeerelement stuurt. Het blokkeerelement grijpt in een blokkeerstand aan in een blokkeeruitsparing in een buitenplug van het cilinderslot. Het stuurelement is via een overbrenging verbonden met een uitgaande rotatie-as van de elektromotor. De overbrenging is bij voorkeur voorzien van een bi-stabiel aandrijfsamenstel en een torsieveerelement dat het bi-stabiele aandrijfsamenstel verbindt met het stuurelement, zodat slechts een korte bekrachtiging van de elektromotor nodig is om het bi-stabiele aandrijfsamenstel van de ene stabiele stand in de andere stabiele stand te brengen en dat, wanneer het blokkeerelement niet direct in de blokkeerstand kan worden gebracht, de door de elektromotor geleverde energie tijdelijk als opgebouwde veerspanning wordt opgeslagen waarna het stuurelement verder roteert onder invloed van de veerspanning zodra het blokkeerelement in een blokkeeruitsparing kan bewegen.
NL Bl 2018421
Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.
P114447NL00
Titel: Elektrisch bekrachtigd cilinderslot
VELD
De uitvinding heeft betrekking op een elektrisch bekrachtigd cilinderslot
ACHTERGROND
Een dergelijk slot is uit de praktijk bekend en wordt bijvoorbeeld beschreven in US 6,865,916 B2. Bij het bekende slot zijn in de binnenknop een elektromagnetische spoel, permanente magneten, een drukveer, een voeding in de vorm van een batterij opgenomen. Met behulp van een in axiale richting verplaatsbare bedieningsstang die zich uitstrekt door een roteerbare binnenplug, die rotatievast is verbonden met een binnenknop, kan een koppelelement de binnenplug verbinden met een roteerbare buitenplug, welke buitenplug rotatievast is verbonden met een buitenknop. Tussen het koppelelement en de buitenplug bevindt zich ook nog een drukveer . De veerconstante van de drukveer in de binnenknop en de veerconstante van de drukveer tussen het koppelelement en de buitenplug zijn nauwkeurig op elkaar afgestemd, zodat met behulp van de elektromagnetische spoel en de permanente magneten een samenstel wordt verkregen dat de bedieningsstang in twee stabiele standen kan brengen, waarbij in een eerste stabiele stand van de bedieningsstang de buitenknop vrij roteerbaar is zodat het slot niet kan worden bediend en waarbij in een tweede stabiele stand van de bedieningsstang de buitenknop is gekoppeld via de buitenplug, het koppelelement met de binnenplug zodat het slot ook met de buitenknop bedienbaar is. De verplaatsing van de bedieningsstang wordt bewerkstelligd door een korte elektrische bekrachtiging van de elektromagnetische spoel. Als gevolg van de het feit dat bij het bekende slot sprake is van twee stabiele standen behoeft de elektromagnetische spoel slechts kort te worden bekrachtigd, zodat alleen vermogen wordt verbruikt om de bedieningsstang van de eerste stabiele stand naar de tweede stabiele stand te brengen en omgekeerd.
SAMENVATTING
Een bezwaar van het bekende slot is dat het relatief veel onderdelen bevat en daardoor kostbaar is. Een ander bezwaar is dat de bekrachtiging plaatsvindt met een relatief ingewikkeld samenstel van een spoel en permanente magneten alsmede een aantal veren met nauwkeurig op elkaar afgestemde veerconstanten. In verband met de grootte van de spoel en de vereiste magneetkracht biedt het slothuis zelf onvoldoende ruimte om de spoel en de magneten te huisvesten. Vandaar dat deze onderdelen voor een groot deel zijn op genomen in de binnenknop.
De uitvinding beoogt een elektrisch bekrachtigd cilinderslot waarbij tenminste een een aantal van de hierboven genoemde bezwaren althans ten dele is opgelost. Meer in het bijzonder beoogt de uitvinding een elektrisch bekrachtigd cilinderslot waarvan de bediening bij voorkeur in de binnenplug van een eurocilinder past, dat wil zeggen een diameter heeft van minder dan 13 mm, en waarbij gebruik kan worden gemaakt van een standaard gelijkstroommotor die tegen lage kosten verkrijgbaar zijn. Vanzelfsprekend beoogt de uitvinding ook een dat de levensduur van de batterij of accu voor het bekrachtigen van het slot zo optimaal mogelijk is. Tot slot dient manipulatie van het slot door onbevoegde, bijvoorbeeld door trilling, door gebruik van magneten of door het op hoge snelheid ronddraaien van de buitenknop niet tot het openen van het slot te leiden.
De uitvinding verschaft hiertoe een slot volgens conclusie 1. Meer in het bijzonder verschaft de uitvinding een cilinderslot omvattend:
• een slothuis voorzien van een cilindrische slothuisboring;
• een meennemer die is voorzien van een meenemernok en die roteerbaar is ten opzichte van het slothuis;
• een in hoofdzaak cilindrische binnenplug waarmee de meenemer rotatievast is verbonden, waarbij de cilindrische binnenplug roteerbaar rond een axiale harthjn in de slothuisboring is opgenomen, waarbij de cilindrische binnenplug is voorzien van een binnenplugkamer;
• een binnenknop of binnenkruk die rotatievast is verbonden met de cihndrische binnenplug of daarvan een integraal onderdeel uitmaakt;
• een in hoofdzaak cilindrische buitenplug die roteerbaar rond de axiale hartlijn in de slothuisboring is opgenomen en die is voorzien van ten minste één blokkeeruitsparing;
• een buitenknop of buitenkruk die rotatievast is verbonden met de buitenplug of daarvan een integraal onderdeel uitmaakt;
• een koppelmechanisme dat schakelbaar is in een gekoppelde toestand waarin de buitenplug rotatievast is verbonden met de cilindrische binnenplug en een ontkoppelde toestand waarin de buitenplug vrij roteerbaar is ten opzichte van de cihndrische binnenplug;
• een elektromotor voorzien van een roteerbare uitgaande as die werkzaam is verbonden met het koppelmechanisme ter bediening van het koppelmechanisme;
waarbij het koppelmechanisme (e. coupling mechanism) omvat:
• een blokkeersamenstel (e. blocking assembly) voorzien van:
o een stuurelement (e. control element) dat roteerbaar rond de axiale hartlijn in de cilindrische binnenplug is opgenomen en is voorzien van een stuurdeel met een omtrekscontour waarvan een deel een relatief grote diameter heeft en een ander deel een relatief kleine diameter heeft; en o ten minste één blokkeerelement (e. blocking element) dat is opgenomen in een dwarsboring die uitstrekt in een einddeel van de cilindrische binnenplug, welk einddeel een, ten opzichte van het overige deel van de cilindrische binnenplug kleinere diameter heeft, waarbij de dwarsboring zich loodrecht op de axiale hartlijn uitstrekt;
waarbij, in een eerste rotatieve stand van het stuurelement die de blokkeerstand is, het ten minste ene blokkeerelement aanligt tegen het deel van de omtrekscontour van het stuurelement met de relatief grote diameter, zodat het ten minste ene blokkeerelement zich in een radiaal buitenwaarts gelegen positie bevindt waarin het zich ten dele buiten de omtrek van het einddeel van de cilindrische binnenplug uitstrekt en daarbij aangrijpt op de buitenplug, zodanig dat de buitenplug rotatievast is verbonden met de cilindrische binnenplug;
waarbij, in een tweede rotatieve stand van het stuurelement die de deblokkeerstand is, het ten minste ene blokkeerelement aanligt tegen het deel van de omtrekscontour van het stuurelement met de relatief kleine diameter, zodat het ten minste ene blokkeerelement zich in een radiaal binnenwaarts gelegen positie bevindt waarin het zich binnen de omtrek van het einddeel van de cilindrische binnenplug uitstrekt zodat de buitenplug roteerbaar is ten opzichte van de cilindrische binnenplug; en waarbij het koppelmechanisme verder omvat:
• een overbrenging (e. transmission) die het stuurelement werkzaam verbindt met de roteerbare, uitgaande as van de elektromotor.
Doordat het ten minste ene blokkeerelement in radiale richting moet bewegen om het koppelmechanisme van de gekoppelde in de ontkoppelde stand te brengen en doordat het blokkeerelement zich bovendien diep in het slothuis bevindt, is het verplaatsen van de blokkeerelementen met behulp van een magneet ten behoeve van het ongeoorloofd van buitenaf bedienen van het cilinderslot niet mogelijk. Ook het op andere wijze saboteren van het cilinderslot is bijzonder lastig omdat de elektromotor nabij de binnenknop of binnenkruk is opgestelcl en omdat het ongeoorloofd benaderen van de in hoofdzaak cilindrische binnenplug vanaf de buitenzijde wordt verhinderd door de buitenplug die in de ontkoppelde toestand vrij roteerbaar is ten opzichte van de in hoofdzaak cilindrische binnenplug. De diverse onderdelen van het slot, waaronder de elektromotor en het koppelmechanisme kunnen zodanig klein worden uitgevoerd dat deze onderdelen in de in hoofdzaak cihndrische binnenplug passen, welke in hoofdzaak cilindrische binnenplug buitenafmetingen heeft die passen bij een standaard cilinderslot, zoals bijvoorbeeld gedefinieerd in DIN 18252, dat wil zeggen een in hoofdzaak cilindrische binnenplug met een buitendiameter van 13 nnn. Bovendien kan het aantal onderdelen tot een minimum worden beperkt en kan daarbij gebruik worden gemaakt van een standaard in de handel verkrijgbare elektromotor. Door het geringe aantal onderdelen en door de mogelijkheid om gebruik te maken van een standaard elektromotor, kan een cilinderslot met een relatief geringe kostprijs worden vervaardigd dat bovendien zeer robuust en betrouwbaar is.
In een uitvoeringsvorm, kan het cilinderslot zijn uitgevoerd op de wijze zoals beschreven in conclusie 2. Meer in het bijzonder kan de overbrenging zijn voorzien van een aandrijfsamenstel dat is voorzien van een eerste aandrijfsamenstelelement dat rotatievast is verbonden met de uitgaande as van de elektromotor. Daarbij kan het aandrijfsamenstel zijn voorzien van een tweede aandrijfsamenstelelement dat werkzaam is verbonden met het eerste aandrijfsamenstelelement en dat door het eerste aandrijfsamenstelelement roteerbaar is tussen twee stabiele eindstanden. Daarbij kan een eerste van de twee stabiele eindstanden een koppelstand zijn en een tweede van de twee stabiele eindstanden een ontkoppelstand. Verder kan in een dergelijke uitvoeringsvorm de overbrenging zijn voorzien van een torsieveerelement dat met een eerste uiteinde rotatievast is verbonden met het tweede aandrijfsamenstelelement en dat met een tweede uiteinde rotatievast is verbonden met het stuurelement, zodanig dat:
• in de koppelstand van het tweede aandrijfsamenstelelement het torsieveerelement een rotatiekracht op het stuurelement uitoefent die het stuurelement in de richting van de blokkeerstand duwt;
• in de ontkoppelstand van het tweede aandrijfsamenstelelement het torsieveerelement een rotatiekracht op het stuurelement uitoefent die het stuurelement in de deblokkeerstand duwt.
Het koppelmechanisme met een aldus uitgevoerde overbrenging met torsieveerelement verschaft op eenvoudige wijze het voordeel van het geringe elektrische vermogensverbruik voor het in de ontkoppelde en gekoppelde stand brengen en houden van het cilinderslot, doordat gebruik wordt gemaakt van een aandrijfsamenstel met twee stabiele standen en van een torsieveerelement dat het toelaat dat het ten minste ene blokkeerelement niet direct in de radiaal buitenwaarts gelegen positie beweegt wanneer de buitenplug zich niet in een zodanige stand bevindt dat het ten minste ene blokkeerelement in een blokkeeruitsparing kan worden opgenomen. In deze tussenfase is de door de elektromotor geleverde energie tijdelijk opgeslagen in het torsieveerelement als opgebouwde torsieveerspanning. Zodra de buitenplug zich wel in een stand bevindt dat het ten minste ene blokkeerelement in een blokkeeruitsparing kan worden opgenomen zal het stuurelement onder invloed van de torsieveerspanning verder roteren en zal het ten minste ene blokkeerelement naar de radiaal buitenwaarts gelegen positie bewegen en in aangrijping worden gebracht met de blokkeeruitsparing in de buitenplug.
Verdere uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en zullen hierna, onder verwijzing naar de figuren, verder worden verduidelijkt.
KORTE AANDUIDING VAN DE FIGUREN
Fig. 1 toont een voorbeeld van een cilinderslot in perspectiefaanzicht;
Fig. 2 toont een soortgelijk perspectief aanzicht van het cilinderslot met uiteen genomen delen;
Fig. 3 toont een ander perspectiefaanzicht van het cilinderslot met uiteengenomen delen;
Fig. 4 toont een perspectiefaanzicht van de cilindrische binnenplug met een daarop bevestigde meenemer;
Fig. 5 toont een soortgelijk perspectiefaanzicht van de cilindrische binnenplug als weergegeven in figuur 4 met uiteen genomen delen;
Fig. 6 toont de cilindrische binnenplug met uiteen genomen delen uit figuur 5 vanuit een ander gezichtspunt in perspectief;
Fig. 7 toont de cilindrische binnenplug waarbij het koppelmechanisme zich in een ontkoppelde toestand bevindt;
Fig. 8 toont de cilindrische binnenplug waarbij het koppelmechanisme bekrachtigd is geweest, waarbij het stuurelement echter nog niet geheel een kwartslag is verdraaid en de blokkeerelementen nog niet geheel in radiale richting buitenwaarts zijn bewogen doordat de buitenplug nog niet in daartoe geëigende stand stond, het torsieveerelement staat in deze toestand onder spanning;
Fig. 9 toont de cilindrische binnenplug waarbij stuurelement onder invloed van de spanning in het torsieveerelement verder is geroteerd en de blokkeerelement in radiale richting naar buiten zijn bewogen, zodat een rotatievaste koppeling tussen de binnenplug en de buitenplug tot stand is gebracht;
Fig. 10 toont een bovenaanzicht van het in de vorige figuren getoonde voorbeeld van het cilinderslot; en
Fig. 11 toont een doorsnede-aanzicht over lijn XI-XI uit figuur 10.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
In de hierna volgende gedetailleerde beschrijving wordt het cilinderslot volgens de uitvinding alsmede diverse uitvoeringsvormen daarvan onder verwijzing naar de figuren beschreven. De gedetailleerde beschrijving bevat weliswaar referentienummers die naar de figuren verwijzen, echter, de figuren tonen slechts een voorbeeld en de uitvoeringsvoorbeelden kunnen ook op andere wijze zijn belichaamd. De referentienummers dienen derhalve slechts tot verduidelijking en de uitvoeringsvoorbeelden die worden beschreven in de gedetailleerde beschrijving zijn geenszins beperkt tot het in de figuren getoonde voorbeeld. Net als voor de claims geldt ook voor de gedetailleerde beschrijving dat de verwijzigingscijfers de gedetailleerde beschrijving op geen enkele wijze beperken.
Het cihnderslot 10 omvat een slothuis 12 dat is voorzien van een cilindrische slothuisboring 14. Verder heeft het cihnderslot 10, zoals duidelijk is weergegeven in figuur 2, een meennemer 16 die is voorzien van een meenemernok 18 en die roteerbaar is ten opzichte van het slothuis Met behulp van de meenemernok 18 wordt een mechaniek in een deurslot bekrachtigd waarmee een deurschoot op algemeen bekende wijze kan worden bediend. Het cilinderslot 10 beschikt over een in hoofdzaak cilindrische binnenplug 22 waarmee de meenemer 16 rotatievast is verbonden. De cihndrische binnenplug 22 is in de slothuisboring 14 opgenomen en is roteerbaar rond een axiale hartlijn L. De cilindrische binnenplug 22 is voorzien van een binnenplugkamer 24 die zichtbaar is in bijvoorbeeld figuren 7-9 en 11. Het cihnderslot 10 omvat verder een binnenknop of binnenkruk 26 die rotatievast is verbonden met de cilindrische binnenplug 22 of die een integraal onderdeel uitmaakt van de binnenplug 22. Bovendien is het cilinderslot 10 voorzien van een buitenplug 72 die roteerbaar rond de axiale harthjn L in de slothuisboring 14 is opgenomen en die is voorzien van ten minste één blokkeeruitsparing 74. Verder omvat het cilinderslot 10 een buitenknop of buitenkruk 28 die rotatievast is verbonden met de buitenplug 72 of die een integraal onderdeel uitmaakt van de buitenplug 72. Met behulp van een schakelbaar koppelmechanisme 30 is de buitenplug 72 in gekoppelde toestand van het koppelmechanisme 30 rotatievast verbonden met de cilindrische binnenplug 22. In een ontkoppelde toestand van het koppelmechanisme 30 is de buitenplug 72 vrij roteerbaar ten opzichte van de cilindrische binnenplug 22. Het cilinderslot 10 beschikt over een elektromotor 32 die is voorzien van een roteerbare, uitgaande as 34 die werkzaam is verbonden met het koppelmechanisme 30 ter bediening van het koppelmechanisme 30. Het koppelmechanisme omvat een blokkeersamenstel voorzien van een stuurelement 36 dat roteerbaar rond de axiale hartlijn in de cilindrische binnenplug 22 is opgenomen en is voorzien van een stuurdeel 38 met een omtrekscontour waarvan een deel een relatief grote diameter heeft en een ander deel een relatief kleine diameter heeft. Verder is het blokkeersamenstel voorzien van ten minste één blokkeerelement 40 dat is opgenomen in een dwarsboring 42 die uitstrekt in een einddeel 22a van de cilindrische binnenplug 22. De dwarsboring 42 strekt zich loodrecht op de axiale hartlijn L uit. Het betreffende einddeel 22a heeft een, ten opzichte van het overige deel van de cilindrische binnenplug 22 kleinere diameter. Het ten minste ene blokkeerelement 40 ligt aan tegen het stuurelement 36. In een eerste rotatieve stand van het stuurelement 36 die de blokkeerstand is, ligt het ten minste ene blokkeerelement 40 aan tegen het deel van de omtrekscontour van het stuurelement 36 met de relatief grote diameter, zodat het ten minste ene blokkeerelement 40 zich in een radiaal buitenwaarts gelegen positie bevindt waarin het zich ten dele buiten de omtrek van het einddeel 22a van de cilindrische binnenplug 22 uitstrekt. In die radiaal buitenwaarts gelegen positie grijpt het ten minste ene blokkeerelement 40 aan in een genoemde blokkeeruitsparing 74 van de buitenplug 72, zodanig dat de buitenplug 72 rotatievast is verbonden met de cilindrische binnenplug 22. In een tweede rotatieve stand van het stuurelement 36 die de deblokkeerstand is, ligt het ten minste ene blokkeerelement 40 aan tegen het deel van de omtrekscontour van het stuurelement 36 met de relatief kleine diameter, zodat het ten minste ene blokkeerelement 40 zich in een radiaal binnenwaarts gelegen positie bevindt waarin het zich binnen de omtrek van het einddeel 22a van de cilindrische binnenplug 22 uitstrekt. In die radiaal binnenwaarts gelegen positie is het ten minste ene blokkeerelement 40 niet in aangrijping met de buitenplug 72, zodat de buitenplug 72 vrij roteerbaar is ten opzichte van de cilindrische binnenplug 22. Als gevolg daarvan kan de meenemer 16 niet met de buitenplug 72 worden geroteerd en dus het cilinderslot 10 niet worden bediend met de buitenplug 72. Het koppelmechanisme 30 omvat verder een overbrenging 44 die het stuurelement 36 werkzaam verbindt met de uitgaande as 34 van de elektromotor 32.
Dit samenstel van kenmerken van het cihnderslot volgens de uitvinding verschaft de voordelen die zijn beschreven in de hierboven gegeven samenvatting van de uitvinding die hier als ingelast wordt beschouwd en waarnaar wordt verwezen.
Zoals algemeen gebruikelijk en ook zichtbaar in figuren 5 en 6 omvat de elektromotor 32 een motorhuis 32 a en een daarin op genomen rotor 32b die rotatievast is verbonden met de uitgaande rotatie-as 34. In het in de figuren weergegeven voorbeeld maakt de buitenknop 28 een integraal onderdeel uit van buitenplug 72. De uitvinding is hiertoe echter niet beperkt. Net als getoond bij de binnen plug 22 en de binnenknop 26, kunnen ook de buitenknop of buitenkruk 28 en de buitenplug 72 zijn uitgevoerd als twee onderdelen die rotatievast met elkaar zijn verbonden. Deze rotatievaste verbinding is bij voorkeur vormgesloten en kan bijvoorbeeld een vierkantig, zeskantig of dergelijk polygonaal gat in de buitenplug omvatten en een overeenkomstig vormgegeven pen die rotatievast is verbonden met de buitenknop of buitenhendel 28 of daarvan een integraal onderdeel uitmaakt. In een alternatieve uitvoering kan de buitenplug 72 zijn voorzien van een rechthoekige of zeskantige pen en kan de buitenknop 28 zijn voorzien van een rechthoekig of zeskantig gat waarin de genoemde pen opneembaar is. Verder heeft het in de figuren getoonde voorbeeld een slothuis 12 met een in hoofdzaak constante, zich in een axiale richting uitstrekkende omtrekscontour. Het slothuis is verder voorzien van een slothuisuitsparing 20 die het slothuis 12 verdeelt in een eerste en het tweede slothuisdeel. De meenemer 16 is in de slothuisuitsparing 20 opgenomen. In een eerste stand van de meenemer bevindt de meenemernok 18 zich in de slothuisuitsparing 20 tussen het eerste en het tweede slothuisdeel en bevindt de meenemernok 18 zich bovendien, gezien in axiale richting van het slothuis 12, binnen de omtrekscontouren van het slothuis
12. Door rotatie is de meennemer 16 positioneert)aar in een tweede stand waarin de meenemernok 18 zich, gezien in axiale richting, buiten de omtrekscontouren van het slothuis 12 uitstrekt. De uitvinding is echter niet beperkt tot een aldus uitgevoerd slothuis met uitsparing 20 en twee slothuisdelen. Essentieel is slechts dat het slothuis 12 is voorzien van een cilindrische slothuisboring 14 en dat het cilinderslot 10 een meenemer 16 met meenemernok 18 heeft die roteerbaar is ten opzichte van het slothuis 12. In plaats van een integraal uitgevoerd slothuis 12 zoals getoond in de figuren is het ook mogelijk dat de twee slothuisdelen aparte delen zijn die onderling op bekende wijze met elkaar zijn verbonden via een brug.
In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan de overbrenging 44 een aandrijfsamenstel omvatten dat is voorzien van een eerste aandrijfsamenstelelement 46 dat rotatievast is verbonden met de uitgaande as 34 van de elektromotor 32. Het aandrijfsamenstel kan tevens zijn voorzien van een tweede aandrijfsamenstelelement 48 dat werkzaam is verbonden met het eerste aandrijfsamenstelelement 46 en dat door het eerste aandrijfsamenstelelement 46 roteerbaar is tussen twee stabiele eindstanden. Een eerste van de twee stabiele eindstanden wordt hierna aangeduid als koppelstand en een tweede van de twee stabiele eindstanden wordt hierna aangeduid als ontkoppelstand. Verder omvat de overbrenging een torsieveerelement 50 dat met een eerste uiteinde rotatievast is verbonden met het tweede aandrijfsamenstelelement 48 en dat met een tweede uiteinde rotatievast is verbonden met het stuurelement 36. In de koppelstand van het tweede aandrijfsamenstelelement 48 oefent torsieveerelement 50 een rotatiekracht uit op het stuurelement 36 die het stuurelement 36 in de richting van de blokkeerstand duwt. In de ontkoppelstand van het tweede aandrijfsamenstelelement 48 oefent het torsieveerelement 50 een rotatiekracht uit op het stuurelement 36 die het stuurelement 36 in de deblokkeerstand duwt.
Door toepassing van het torsieveerelement 50 behoeft de elektromotor 32 slechts gedurende een zeer kort moment elektrisch te worden bekrachtigd om het tweede aandrijfsamenstelelement 48 van de ontkoppelstand (zie figuur 7) in de koppelstand (zie figuren 8 en 9) te brengen. Zelfs wanneer het ten minste ene blokkeerelement 40 als gevolg van een rotatieve stand van de buitenplug 72 niet de radiaal buitenwaarts gelegen positie kan worden gedrukt en dus het stuurelement 36 niet de volledige kwartslag kan maken (zie figuur 8), kan het tweede aandrijfsamenstelelement 48 wel geheel van de ontkoppelstand in de koppelstand worden geroteerd (zie figuur 8). Het torsieveerelement 50 komt in die situatie onder enige torsieveerspanning te staan zodat op het stuurelement 36 continu een rotatiekracht wordt uitgeoefend in de richting van de blokkeerstand die is geassocieerd met de gewenste radiaal buitenwaarts gelegen positie van het ten minste ene blokkeerelement 40. Zodra de buitenplug 72 wordt verdraaid zal het ten minste ene blokkeerelement 40 in een, in de buitenplug 72 aanwezige blokkeeruitsparing 74 bewegen onder invloed van de door het torsieveerelement 50 uitgeoefende kracht wanneer de betreffende uitsparing in lijn komt met het ten minste ene blokkeerelement 40. Het ten minste ene blokkeerelement 40 bevindt zich dan in de radiaal buitenwaarts gelegen positie zoals weergegeven in figuur 9. Als gevolg van deze constructie behoeft, zoals hiervoor reeds opgemerkt, de elektromotor 32 slechts heel kort te worden bekrachtigd, zodat het verbruik van elektrisch vermogen tot een minimum wordt beperkt en derhalve de levensduur van de batterij of accu optimaal is.
Het in de figuren getoonde voorbeeld van de aandrijving is slechts een voorbeeld. Er zijn vele andere soorten van bi-stabiele aandrijfconstructies denkbaar. Van belang is dat met een eenvoudige, standaard in de handel verkrijgbare elektromotor 32 een tweede aandrijfsamenstelelement van een eerste stabiele stand in een tweede stabiele stand kan worden gebracht. Dit kan bijvoorbeeld ook worden bewerkstelligd met een snap-constructie waarbij bijvoorbeeld een verende opgestelde kogel in twee uitsparingen kan snappen, waarbij elke uitsparing een stabiele rotatieve stand van het tweede aandrijfsamenstelelement bepaalt. Ook het gebruik van stangenstelsels of andere nok/curvesamenstellen voor het creëren van twee stabiele standen voor het tweede aandrijfsamenstelelement behoort tot de mogehjkheden.
Het torsieveerelement 50 kan ook anders worden uitgevoerd dan getoond in de figuren. In de figuren is sprake van een op torsie belastbare spiraalveer (e. hehcal spring) die zich over een zekere lengte uitstrekt. Echter, in een alternatieve uitvoering van het torsieveerelement kan gebruik worden gemaakt van een platte spiraalveer (e. flat spiral spring). Ook is het mogelijk dat gebruik wordt gemaakt van een torsieveerelement in de vorm van een flexibele kunststof of rubber streng of een torderende bladveer.
In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan het eerste aandrijfsamenstelelement 46 een crankpen 52 omvatten die excentrisch ten opzichte van de axiale hartlijn L is op gesteld en roteerbaar is rond de axiale hartlijn L. Het tweede aandrijfsamenstelelement 48 kan daarbij roteerbaar zijn rond een tweede hartlijn L2 die zich evenwijdig uitstrekt aan de axiale hartlijn L en excentrisch ten opzichte van de axiale hartlijn L is gepositioneerd. Bij deze uitvoeringsvorm is het tweede aandrijfsamenstelelement 48 voorzien van een geleidesleuf 54 waarin de crankpen 52 verschuifbaar is opgenomen.
Deze constructie is relatief eenvoudig en robuust en is aandrijfbaar met een standaard elektromotor 32 die tegen relatief geringe kostprijs verkrijgbaar is en die bovendien over een diameter kan beschikken die zo gering is dat deze elektromotor 32 in de binnenplugkamer 24 van de binnenplug 22 past, welke binnenplug 22 op zijn beurt weer een buitendiameter heeft die passend, roteerbaar opneembaar is een standaard slothuis 12 van een cilinderslot 10, bijvoorbeeld volgens DIN 18252. Dit in tegenstelhng tot de bekende elektrisch bekrachtigde sloten die ofwel met een elektromagnetische spoel worden bediend ofwel met een motor die buiten het slothuis 12 is op gesteld, bijvoorbeeld in de binnenknop van het slot, zoals getoond in US 6,865,916 B2. De onderhavige uitvoeringsvorm levert een bijzonder compacte constructie met een minimum aan onderdelen, zodat de kosten relatief laag zijn en de constructie bovendien bijzonder duurzaam is.
In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan het tweede aandrijfsamenstelelement 48 zijn voorzien van een radiale arm 56 die zich in radiale richting ten opzichte van de tweede hartlijn L2 uitstrekt, waarbij de geleidesleuf 54 zich tevens in de genoemde radiale richting in de arm 56 uitstrekt.
Bij een dergelijke uitvoeringsvorm beweegt de crankpen 52 bij overgang van de koppelstand naar de ontkoppelstand van het tweede aandrijfsamenstelelement 48 van een radiaal binnenwaarts gelegen positie van de geleidesleuf 54 naar een radiaal buitenwaarts gelegen positie en vervolgens weer naar de radiaal binnenwaarts gelegen positie. De radiaal buitenwaarts gelegen positie vormt in wezen een dood punt dat moet worden gepasseerd om het tweede aandrijfsamenstelelement 48 van de ene stabiele positie, bijvoorbeeld de ontkoppelstand, in de andere stabiele positie, bijvoorbeeld de koppelstand, te brengen. Door aanwezigheid van het dode punt dat moet worden gepasseerd, is er feitelijk sprake van twee stabiele uiterste standen met het daarmee samenhangende voordeel van gering verbruik van elektrisch vermogen dat hiervoor is beschreven. Opgemerkt zij dat de uitvinding niet is beperkt tot een uitvoeringsvorm met een dergelijk crankpen 52 en radiale arm 56 met geleidesleuf 54 constructie om twee stabiele standen te verschaffen. Ook andere mechanismen behoren tot de mogelijkheden, waarbij bijvoorbeeld gebruik wordt gemaakt van verende pennen of verend opgesteld kogels die vallen in daarmee geassocieerde uitsparingen om twee stabiele posities te verschaffen. In plaats van een crankpen 52/geleidesleuf 54-mechanisme kan ook gebruik worden gemaakt van een stangenstelsel. Het cankpen 52/geleidesleuf 54mechanisme biedt echter het voordeel dat dit robuust kan worden uitgevoerd en relatief eenvoudige montage mogelijk maakt.
In uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren,kunnen de eerste en tweede stabiele eindstanden van het tweede aandrijfsamenstelelement 48 wordt bepaald door een doodlopend einde van de geleidesleuf 54. Daarbij ligt zowel in de eerste als in de tweede stabiele eindstand de crankpen 52 aanligt tegen het doodlopende einde van de geleidesleuf 54, zodat verdere rotatie van het tweede aandrijfsamenstelelement (48) is begrensd. In een alternatieve uitvoering kan de eerste stabiele eindstand van het tweede aandrijfsamenstelelement 48 worden bepaald door een deel van de radiale arm 56 dat aanligt tegen een binnenwand van de binnenplugkamer 24. Daarbij kan de tweede stabiele eindstand van het tweede aandrijfsamenstelelement 48 ook worden bepaald door een deel van de radiale arm 56 dat aanligt tegen de binnenwand van de binnenplugkamer 24.
Voor beide hierboven beschreven alternatieve uitvoeringsvorm voor het verschaffen van de twee stabiele eindstanden behoeven geen speciale voorzieningen of elementen te worden verschaft om de twee eindstanden te definiëren. In feite zijn deze gedefinieerd door ofwel de lengte van de geleidesleuf 54, dat wil zeggen de positie van het doodlopende einde daarvan, ofwel door de diameter van de binnenplugkamer 24 in combinatie met de lengte en vorm van de radiale arm 56. Het aantal onderdelen kan derhalve met een dergelijke uitvoeringsvorm tot een minimum beperkt bhjven.
Teneinde een eenvoudige montage van het cilinderslot 10 te verschaffen, kan een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, zijn voorzien van een eerste montagedeel 58 dat een cilindrische omtrekswand 60 en een eindwand 62 met een centrale opening 63 heeft en dat passend is opgenomen in de binnenplugkamer 24, zodanig dat het stuurelement 36 roteerbaar is opgenomen in de centrale opening 63 in eindwand 62 en tussen de eindwand 62 van het montagedeel 58 en een eindwand van de cilindrische binnenplug 22 is ingesloten.
In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan het tweede aandrijfsamenstelelement 48 eenvoudig worden gemonteerd onder gebruikmaking van een tweede montagedeel 64. Daarbij kan het tweede montagedeel 64 een cilindrische omtrekswand 66 en tenminste een eindwand 68 hebben en passend zijn opgenomen in de binnenplugkamer 24. De eindwand 68 is daarbij voorzien van een rond gat 70 waarvan het midden samenvalt met de tweede hartlijn L2 en waarbij het tweede aandrijfsamenstelelement 48 roteerbaar is opgenomen in het ronde gat 70.
Ten behoeve van de duidelijkheid zijn in figuren 7-9 de beide montagedelen 58, 64 niet getoond omdat deze het zicht op de aandrijfsamenstelelementen 46, 48, de torsieveer 50 en een deel van het stuurelement 36 zouden belemmeren. De montagedelen 58, 64 zijn echter duidelijk zichtbaar in figuren 5, 6 en 11.
In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan het einddeel van de cilindrische binnenplug 22 met de dwarsboring 42 passend zijn op genomen in een uiteinde van de in hoofdzaak cilindrische buitenplug 72. De blokkeeruitsparingen 74 zijn uitgevoerd als een aantal, nabij het uiteinde van de in hoofdzaak cilindrische buitenplug 72 in een binnenwand daarvan aangebrachte, zich in axiale richting uitstrekkende groeven waarin het ten minste ene blokkeerelement 40 aangrijpt wanneer het stuurelement 36 zich in de blokkeerstand bevindt.
Door het aantal groeven niet te beperken tot slechts één paar van twee diametraal tegenover elkaar gelegen groeven, maar bijvoorbeeld te kiezen voor zes paren, behoeft de buitenplug 72 slechts over een geringe hoek, in dit voorbeeld maximaal ca. 25° te worden geroteerd om het aangrijpen van een blokkeerelement 40 in de dichtstbijzijnde blokkeeruitsparing 74 te bewerkstelligen nadat de elektromotor 3 is bekrachtigd voor het in de koppelstand brengen van het tweede aandrijfsamenstelelement 48 en het daarmee in de richting van de blokkeerstand duwen van het stuurelement 36. Een gebruiker die het cilinderslot 10 van buitenaf wenst te bedienen voelt in dat geval derhalve een niet werkzame hoekverdraaiing van de buitenplug 72 en de daarmee verbonden buitenknop of buitenkruk 28 van maximaal 25°. Overigens kan het aantal blokkeeruitsparingen ook lager of nog aanzienlijk hoger worden gekozen dan het hier genoemde voorbeeld van twaalf (zes paar).
Ten behoeve van een eenvoudige axiale fixering van de buitenplug 72 in het slothuis 12, kan in een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, de buitenplug 72 zijn voorzien van een omtreksgroef 76. Een in het slothuis 12 opgenomen borgpen 78 kan daarbij in de omtreksgroef 76 reiken zodanig dat de buitenplug 72 in axiale richting is gefixeerd ten opzichte van het slothuis 12.
In een uitvoeringsvorm verschaft, waarvan ook een voorbeeld is getoond in de figuren, kan de binnenknop of binnenkruk 26 zijn voorzien van een holle cilindrische as 80 die roteerbaar is opgenomen in de slothuisboring 14. Daarbij is een uiteinde van de holle cilindrische as 80 van de binnenknop of binnenkruk 26 rotatievast verbonden met de cilindrische binnenplug 22. Deze rotatievaste verbinding maakt het mogelijk om de binnenplug 22 en daarmee de meenemer 16 altijd te roteren met behulp van de binnenknop of binnenkruk 26. In een alternatieve uitvoering kan de binnenknop 26 zijn voorzien van een vierkantige, zeskantige pen of een pen met een andere polygonale doorsnede. Daarbij kan de in hoofdzaak cilindrische binnenplug 22 zijn voorzien van een vierkantig of zeskantig gat waarin de pen rotatievast opneembaar is. Het is natuurlijk ook mogelijk dat de binnenknop 26 is voorzien van een vierkantig of zeskantig gat en dat de in hoofdzaak cilindrische binnen plug 22 is voorzien van een vierkantige of zeskantige pen waarop de binnenknop 26 met vierkantig of zeskantig gat monteerbaar is.
In een uitvoeringsvorm kan de binnenknop of binnenkruk 26 zijn voorzien van een kamer 82 waarin een batterij of accu en besturingselektronica voor de elektromotor 32 is opgenomen. De batterij of accu en de besturingselektronica voor de elektromotor 32 zijn in de figuren niet getoond, maar het is voor de vakman duidelijk hoe deze in de binnenknop of binnenkruk 26 zouden kunnen worden aangebracht. Aangezien er weinig vermogen nodig is om het cilinderslot 10 te kunnen bedienen, kan met een relatief kleine batterij worden volstaan. Ook de besturingselektronica voor de elektromotor 32 kan bijzonder klein worden uitgevoerd, zodat de kamer 82 relatief klein kan zijn en de esthetiek van de binnenknop of binnenkruk 26 daardoor niet nadelig behoeft te worden beïnvloed.
In een uitvoeringsvorm kan de stuurelektronica een draadloze ontvanger omvatten voor het ontvangen van een draadloos signaal dat wordt uitgezonden door bijvoorbeeld een smartphone of een transponder waarover de gebruiker beschikt.
Bij het naderen van het slot kan een signaal van de smartphone of de transponder van de gebruiker worden herkend en kan het koppelmechanisme automatisch worden bediend om het stuurelement 36 in de richting van blokkeerstand te duwen, zodat, zodra wanneer de gebruiker de buitenplug 72 roteert, de rotatievaste koppeling tussen de binnenplug 22 en de buitenplug 72 tot stand wordt gebracht en het deurslot kan worden geopend.
Op dezelfde wijze als de buitenplug 72, kan ten behoeve van de eenvoudige montage van de binnenknop of binnenkruk 26 in een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, ook de holle cilindrische as 80 van de binnenknop of binnenkruk 26 zijn voorzien van een omtreksgroef 84. Daarbij kan een borgpen 86 die in het slothuis 12 is opgenomen in de omtreksgroef 84 reiken zodanig dat de binnenknop of binnenkruk 26 in axiale richting is gefixeerd ten opzichte van het slothuis 12. In een alternatieve uitvoeringsvorm kan de omtreksgroef 84 ook zijn aangebracht in de in hoofdzaak cilindrische binnenplug 22 en kan de binnenknop 26 via een pen/gat-verbinding, zijn verbonden met de binnenplug. Daarbij zijn pen en gat bij voorkeur niet-rond uitgevoerd, zodat een rotatievaste, vormgesloten verbinding tussen de binnenknop 26 en de binnenplug 22 tot stand kan worden gebracht.
De hiervoor genoemde rotatievaste verbinding tussen de holle cilindrische as 80 van de binnenknop of binnenkruk 26 en de cilindrisch binnenplug 22 kan in een uitvoeringsvorm zijn uitgevoerd als een vormgesloten verbinding. Dit kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd doordat een althans deel van buitencontour van de cilindrische binnenplug 22 is voorzien van een afgeplat deel 88 en doordat een deel van de binnencontour van de holle cilindrische as 80 een afplatting 90 bevat die in gemonteerde toestand passend aanligt het afgeplatte deel 88 van de buitencontour van de cilindrische binnenplug 22. In plaats van een enkel afgeplat deel is het natuurfijk ook mogelijk gebruik te maken van meerdere afgeplatte delen. De buitencontour van de cilindrische binnenplug 22 kan bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als een zeskant en kan de holle cihndrische as 80 zijn voorzien van een binnenzeskant. Het cihnderslot 10 kan zijn voorzien van een borgpen of borgschroef 92 die een verbinding tussen de binnenknop of binnenkruk 26 en de cilindrische binnenplug 22 bewerkstelligt.
De meenemer 16 kan op soortgelijke wijze rotatievast zijn verbonden met de in hoofdzaak cilindrische binnenplug 22, namelijk vormgesloten met ten minste twee met elkaar corresponderende afgeplatte delen 94, 96 en eventueel onder toevoeging van een borgpen of borgschroef 98.
In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan het ten minste ene blokkeerelement 40 zijn uitgevoerd als twee kogels. Echter, ook andere uitvoeringsvormen behoren tot de mogelijkheden, zoals bijvoorbeeld twee radiale beweegbaar opgestelde borgpennen of verzwenkbare nokken. Kogels hebben echter het voordeel dat deze robuust zijn en niet eenvoudig met een boorbewerking kunnen worden vernield voor het verkrijgen van ongeoorloofde toegang via het cilinderslot 10. Ook kan gebruik worden gemaakt van een enkele kogel 40 of een enkelvoudig uitgevoerde borgpen in plaats van de twee kogels 40 die zijn getoond in de figuren.
De diverse uitvoeringsvormen die hierboven zijn beschreven kunnen onafhankelijk van elkaar worden toegepast en met elkaar op verschillende wijze worden gecombineerd. De verwijzinggscijfers in de gedetailleerde beschrijving en de conclusies beperken de beschrijving van de uitvoeringsvormen de conclusies niet en dienen slechts ter verduidelijking.

Claims (4)

CONCLUSIES
1. Cilinderslot (10) omvattend:
• een slothuis (12) voorzien van een cihndrische slothuisboring (14);
• een meennemer (16) die is voorzien van een meenemernok (18) en die roteerbaar is ten opzichte van het slothuis (12);
• een in hoofdzaak cilindrische binnenplug (22) waarmee de meenemer (16) rotatievast is verbonden, waarbij de cilindrische binnenplug (22) roteerbaar rond een axiale harthjn (L) in de slothuisboring (14) is opgenomen, waarbij de cilindrische binnenplug (22) is voorzien van een binnenplugkamer (24);
• een binnenknop of binnenkruk (26) die rotatievast is verbonden met de cilindrische binnenplug (22) of daarvan een integraal onderdeel uitmaakt;
• een in hoofdzaak cilindrische buitenplug (72) die roteerbaar rond de axiale hartlijn (L) in de slothuisboring (14) is op genomen en die is voorzien van ten minste één blokkeeruitsparing (74);
• een buitenknop of buitenkruk (28) die rotatievast is verbonden met de buitenplug (72) of daarvan een integraal onderdeel uitmaakt;
• een koppelmechanisme (30) dat schakelbaar is in een gekoppelde toestand waarin de buitenplug (72) rotatievast is verbonden met de cihndrische binnenplug (22) en een ontkoppelde toestand waarin de buitenplug (72) vrij roteerbaar is ten opzichte van de cilindrische binnenplug (22);
• een elektromotor (32) voorzien van een roteerbare uitgaande as (34) die werkzaam is verbonden met het koppelmechanisme (30) ter bediening van het koppelmechanisme (30);
waarbij het koppelmechanisme (e. coupling mechanism) (30) omvat:
• een blokkeersamenstel (e. blocking assembly) voorzien van: o een stuurelement (e. control element) (36) dat roteerbaar rond de axiale hartlijn in de cilindrische binnenplug (22) is opgenomen en is voorzien van een stuurdeel (38) met een omtrekscontour waarvan een deel een relatief grote diameter heeft en een ander deel een relatief kleine diameter heeft; en o ten minste één blokkeerelement (e. blocking element) (40) dat is opgenomen in een dwarsboring (42) die uitstrekt in een einddeel (22a) van de cilindrische binnenplug (22), welk einddeel (22a) een, ten opzichte van het overige deel van de cilindrische binnenplug (22) kleinere diameter heeft, waarbij de dwarsboring (42) zich loodrecht op de axiale hartlijn (L) uitstrekt;
waarbij, in een eerste rotatieve stand van het stuurelement (36) die de blokkeerstand is, het ten minste ene blokkeerelement (40) aanligt tegen het deel van de omtrekscontour van het stuurelement (36) met de relatief grote diameter, zodat het ten minste ene blokkeerelement (40) zich in een radiaal buitenwaarts gelegen positie bevindt waarin het zich ten dele buiten de omtrek van het einddeel (22a) van de cilindrische binnenplug (22) uitstrekt en daarbij aangrijpt in een genoemde blokkeeruitsparing (74) van de buitenplug (72), zodanig dat de buitenplug (72) rotatievast is verbonden met de cilindrische binnenplug (22);
waarbij, in een tweede rotatieve stand van het stuurelement (36) die de deblokkeerstand is, het ten minste ene blokkeerelement (40) aanligt tegen het deel van de omtrekscontour van het stuurelement (36) met de relatief kleine diameter, zodat het ten minste ene blokkeerelement (40) zich in een radiaal binnenwaarts gelegen positie bevindt waarin het zich binnen de omtrek van het einddeel (22a) van de cilindrische binnenplug (22) uitstrekt zodat de buitenplug (72) roteerbaar is ten opzichte van de cilindrische binnenplug (22); en waarbij het koppelmechanisme (30) verder omvat:
• een overbrenging (e. transmission) (44) die het stuurelement (36) werkzaam verbindt met de uitgaande as (34) van de elektromotor (32).
2. Het cilinderslot volgens conclusie 1, waarbij de overbrenging (44) omvat:
• een aanclrijfsamenstel omvattend:
o een eerste aandrijfsamenstelelement (46) dat rotatievast is verbonden met de uitgaande as (34) van de elektromotor (32); en o een tweede aandrijfsamenstelelement. (48) dat werkzaam is verbonden met het eerste aandrijfsamenstelelement (46) en dat door het. eerste aandrijfsamenstelelement (46) roteerbaar is tussen twee stabiele eindstanden, waarbij een eerste van de twee stabiele eindstanden een koppelstand is en waarbij een tweede van de twee stabiele eindstanden een ontkoppelstand;
• een torsieveerelement (50) dat met een eerste uiteinde rotatievast is verbonden met het tweede aandrijfsamenstelelement (48) en dat met een tweede uiteinde rotatievast is verbonden met het stuurelement (36), zodanig dat:
- in de koppelstand van het tweede aandrijfsamenstelelement (48) het. torsieveerelement (50) een rotatiekracht op het stuurelement (36) uitoefent die het stuurelement (36) in de richting van de blokkeerstand duwt;
- in de ontkoppelstand van het tweede aandrijfsamenstelelement (48) het torsieveerelement (50) een rotatiekracht op het stuurelement (36) uitoefent die het stuurelement (36) in de deblokkeerstand duwt.
3. Het cilinderslot volgens conclusie 2, waarbij het eerste aandrijfsamenstelelement (46) een crankpen (52) omvat die excentrisch ten opzichte van de axiale hartlijn (L) is opgesteld en roteerbaar is rond de axiale hartlijn (L); en waarbij het tweede aandrijfsamenstelelement (48) roteerbaar is rond een tweede hartlijn (L2) die zich evenwijdig uitstrekt aan de axiale hartlijn (L) en excentrisch ten opzichte van de axiale hartlijn (L) is gepositioneerd, waarbij het tweede aandrijfsamenstelelement (48) is voorzien van een geleidesleuf (54) waarin de crankpen (52) verschuifbaar is op genomen.
4. Het cilinderslot volgens conclusie 3, waarbij het tweede aandrijfsamenstelelement (48) is voorzien van een radiale arm (56) die zich in radiale richting ten opzichte van de tweede hartlijn (L2) uitstrekt, waarbij de geleidesleuf (54) zich tevens in de genoemde radiale richting in de arm (56) uitstrekt.
5. Het cilinderslot volgens conclusie 4, waarbij de eerste en de tweede stabiele eindstanden van het tweede aandrijfsamenstelelement (48) wordt bepaald door een doodlopend einde van de geleidesleuf (54), waarbij dat zowel in de eerste als in de tweede stabiele eindstand de crankpen (52) aanligt tegen het doodlopende einde van de geleidesleuf (54), zodat verdere rotatie van het tweede aandrijfsamenstelelement (48) is begrensd.
6. Het cilinderslot volgens één van de voorgaande conclusies, omvattend:
• een eerste montagedeel (58) dat een cilindrische omtrekswand (60) en een eindwand (62) heeft en dat passend is opgenomen in de binnenplugkamer (24), zodanig dat het stuurelement (36) roteerbaar is opgenomen in de centrale opening (63) in eindwand (62) en is ingesloten tussen de eindwand (62) van het montagedeel (58) en een eindwand van de cilindrische binnenplug (22).
7. Het cilinderslot volgens conclusie 3, omvattend:
5 · een tweede montagedeel (64) dat een cihndrische omtrekswand (66) en tenminste een eindwand (68) heeft en dat passend is opgenomen in de binnenplugkamer (24), waarbij de eindwand (68) is voorzien van een rond gat (70) waarvan het midden samenvalt met de tweede hartlijn (L2) en waarbij het tweede aandrijfsamenstelelement (48)
10 roteerbaar is opgenomen in het ronde gat (70).
8. Het cilinderslot volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het einddeel van de cilindrische binnenplug (22) met de dwarsboring (42) passend is opgenomen in een uiteinde van de in hoofdzaak cilindrische
15 buitenplug (72), waarbij de ten minste ene blokkeeruitsparing (74) is uitgevoerd als een aantal, nabij het uiteinde van de cilindrische buitenplug (72) in een binnenwand daarvan aangebrachte, zich in axiale richting uitstrekkende groeven (74) waarin het ten minste ene blokkeerelement (40) aangrijpt wanneer het stuurelement (36) zich in de blokkeerstand bevindt.
9. Het cilinderslot volgens conclusie 8, waarbij de in hoofdzaak cilindrische buitenplug (72) is voorzien van een omtreksgroef (76), waarbij een borgpen (78) in het slothuis (12) is opgenomen die in de omtreksgroef (76) reikt zodanig dat de buitenplug (72) in axiale richting is gefixeerd ten
25 opzichte van het slothuis (12).
10. Het cilinderslot volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de binnenknop of binnenkruk (26) is voorzien van een holle cihndrische as (80) die roteerbaar is opgenomen in de slothuisboring (14), waarbij een uiteinde van de holle cilindrische as (80) van de binnenknop of binnenkruk (26) rotatievast is verbonden met de cilindrische binnenplug (22).
11. Het cilinderslot volgens conclusie 10, waarbij de binnenknop of binnenkruk (26) is voorzien van een kamer (82) waarin een batterij of accu en besturingselektronica voor de elektromotor (32) is opgenomen.
12. Het cilinderslot volgens conclusie 11, waarbij de stuur elektronica een draadloze ontvanger omvat voor het ontvangen van een draadloos signaal dat wordt uitgezonden door bijvoorbeeld een smartphone of een transponder waarover de gebruiker beschikt.
13. Het cilinderslot volgens één van de conclusies 10-12, waarbij de holle cilindrische as (80) van de binnenknop of binnenkruk (26) is voorzien van een omtreksgroef (84), waarbij een borgpen (86) in het slothuis (12) is opgenomen die in de omtreksgroef (84) reikt zodanig dat de binnenknop of binnenkruk (26) in axiale richting is gefixeerd ten opzichte van het slothuis (12).
14. Het cilinderslot volgens één van de conclusies 10-13, waarbij de rotatievaste verbinding tussen de holle cilindrische as (80) van de binnenknop of binnenkruk (26) en de cilindrisch binnenplug (22) een vormgesloten verbinding is doordat een althans deel van buitencontour van de cilindrische binnenplug (22) is voorzien van een afgeplat deel (88) en een deel van de binnencontour van de holle cilindrische as (80) een afplatting (90) bevat die in gemonteerde toestand passend aanligt het afgeplatte deel (88) van de buitencontour van de cilindrische binnenplug (22).
15. Het cilinderslot volgens één van de conclusies 10-14, voorzien van een borgpen of borgschroef (92) die een verbinding tussen de binnenknop of binnenkruk (26) en de cilindrische binnenplug (22) bewerkstelligt.
5 16. Het cilinderslot volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het ten minste ene blokkeerelement (40) twee kogels omvat.
4/10
Π5 C\J
NL2018421A 2017-02-24 2017-02-24 Elektrisch bekrachtigd cilinderslot NL2018421B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2018421A NL2018421B1 (nl) 2017-02-24 2017-02-24 Elektrisch bekrachtigd cilinderslot
PCT/NL2018/050119 WO2018156024A1 (en) 2017-02-24 2018-02-23 Electrically energized cylinder lock
EP18710558.0A EP3585959B1 (en) 2017-02-24 2018-02-23 Electrically energized cylinder lock

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2018421A NL2018421B1 (nl) 2017-02-24 2017-02-24 Elektrisch bekrachtigd cilinderslot

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2018421B1 true NL2018421B1 (nl) 2018-09-17

Family

ID=59409715

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2018421A NL2018421B1 (nl) 2017-02-24 2017-02-24 Elektrisch bekrachtigd cilinderslot

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP3585959B1 (nl)
NL (1) NL2018421B1 (nl)
WO (1) WO2018156024A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
TWI724766B (zh) * 2020-01-22 2021-04-11 顥記實業股份有限公司 電子圓筒鎖
EP4372190A1 (de) * 2022-11-18 2024-05-22 Christian Csank Elektronische schliesseinheit

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19923786A1 (de) * 1998-06-03 1999-12-09 Dom Sicherheitstechnik Schließzylinder
DE10065155A1 (de) * 2000-12-23 2002-06-27 Schulte Zylinderschl Gmbh Kupplungsanordnung in einem Schließzylinder
DE102007000439A1 (de) * 2007-08-13 2009-02-19 Aug. Winkhaus Gmbh & Co. Kg Elektronisch betätigter Schließzylinder
WO2012004734A1 (en) * 2010-07-07 2012-01-12 Giussani Techniques S.P.A. Electronic lock, preferably of the reprogrammable type
WO2012102633A1 (ru) * 2011-01-24 2012-08-02 Nunuparov Martyn Sergeevich Электронный замок с пассивным средством блокировки

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6865916B2 (en) 2002-08-28 2005-03-15 Ilan Goldman Door cylinder lock

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19923786A1 (de) * 1998-06-03 1999-12-09 Dom Sicherheitstechnik Schließzylinder
DE10065155A1 (de) * 2000-12-23 2002-06-27 Schulte Zylinderschl Gmbh Kupplungsanordnung in einem Schließzylinder
DE102007000439A1 (de) * 2007-08-13 2009-02-19 Aug. Winkhaus Gmbh & Co. Kg Elektronisch betätigter Schließzylinder
WO2012004734A1 (en) * 2010-07-07 2012-01-12 Giussani Techniques S.P.A. Electronic lock, preferably of the reprogrammable type
WO2012102633A1 (ru) * 2011-01-24 2012-08-02 Nunuparov Martyn Sergeevich Электронный замок с пассивным средством блокировки

Also Published As

Publication number Publication date
EP3585959A1 (en) 2020-01-01
EP3585959B1 (en) 2023-06-14
WO2018156024A1 (en) 2018-08-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1953774B1 (en) Electromagnetically actuated bistable magnetic latching pin lock
US6668606B1 (en) Electronic token lock core
NL2018421B1 (nl) Elektrisch bekrachtigd cilinderslot
US20110289986A1 (en) Self-resetting intelligent rotating lock cylinder with power supply from key, its matched lockset and key
US20160060903A1 (en) Energy efficient multi-stable lock cylinder
US7823427B2 (en) Cylinder lock device
US8074479B2 (en) Lock and an electromechanical locking system
US20090308117A1 (en) Solenoid-operated electromechanical lock
US20070017265A1 (en) Lock device
US20070137326A1 (en) Movement transmission device and method
US20100038920A1 (en) Electric strike
US5000018A (en) Hardware, in particular for doors or the like
RU2741587C1 (ru) Электромеханический замок
CN111936377B (zh) 用于自行车的锁定系统
CN107246192B (zh) 新型磁性开锁的商品防盗装置及其开锁器
AU2016301111A1 (en) Electric strike system with keeper monitoring
EP2466043A1 (en) A coupling device of an external handle to a lock
CN211473707U (zh) 一种带有双闭锁检测部件的无源智能平面锁
CN206801257U (zh) 电子锁
EP1514222B1 (fr) Dispositif de controle et / ou de surveillance utilisant une etiquette electronique, un lecteur et un encodeur d'etat
US20190136580A1 (en) Multimode electronic lock
CN206942358U (zh) 离合器和包括其的锁具
US20240175294A1 (en) Electromechanical lock assembly
CN221225532U (en) Passive electronic lock system
CN210659588U (zh) 一种电子门锁离合装置