NL2018260B1 - Kozijndeel en kozijn - Google Patents

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een geprofileerd langwerpig kozijndeel (1) als onderdeel voor het vormen van een deur- of raamkozijn in een opening van een gebouw, waarin het kozijndeel is verdeeld in een binnen- en een buitenzijde, en waarin het kozijndeel een eerste en een tweede langwerpig houtdeel (2,3) omvat, die langszijdig duurzaam met elkaar zijn verbonden. Het eerste houtdeel (2) is vervaardigd van hout met een hoge weerbestendigheid en vormt in hoofdzaak de buitenzijde. Het tweede houtdeel (3) is vervaardigd van hout met een lagere weerbestendigheid en vormt in hoofdzaak de binnenzijde. Althans een deel van het eerste houtdeel (2) strekt zich uit tot aan de binnenzijde. Het is het doel om de bouw fysische en/ of ecologische waarden van het kozijndeel te verbeteren. Daartoe omvat het kozijndeel een derde deel ( 4) van een isolatiemateriaal of van hergebruikt hout. De kozijndelen (2,3,4) zijn onderling schuin verlijmd.

Description

Kozijndeel en kozijn

De uitvinding heeft betrekking op een kozijndeel, omvattende een eerste en een tweede langwerpig houtdeel die langszij dig duurzaam met elkaar zijn verbonden, waarbij het eerste houtdeel althans in hoofdzaak is vervaardigd van hout van een eerste weersbestendigheid en het tweede houtdeel althans in hoofdzaak van hout van een tweede weersbestendigheid, lager dan de eerste weersbestendigheid, en waarbij het tweede houtdeel een vrije buitenzijde van het kozijn vormt en bestemd en ingericht is om weersinvloeden te weerstaan.

Een dergelijk, veelal geprofileerd langwerpig kozijndeel dient als onderdeel voor het vormen van een deur- of raamkozijn in een opening van een gebouw, waarin het kozijn een brug vormt tussen een binnenzijde en een buitenzijde van het gebouw'. Een kozijndeel volgens de aanhef is bekend op het vakgebied en is beschreven in de Amerikaanse octrooiaanvrage US2005/0115175. Hierbij zijn het eerste en tweede houtdeel over een volledig grensvlak onder een hoek met elkaar verlijmd tot een rechtstreeks bruikbaar constructiedeel waaruit een kozijn kan worden samengesteld.

Het bekende kozijndeel bestaat dus in hoofdzaak uit twee houten delen, waarbij de bouw fysische en ecologische eigenschappen van het kozijndeel worden bepaald door die van de samenstellende houten delen.

Met de onderhavige uitvinding wordt onder meer beoogd te voorzien in een kozijndeel met een bredere vrijheid ten aanzien van de bouwfysische en/of ecologische waarde daarvan.

Om het beoogde doel te bereiken, heeft een kozijndeel van de in de aanhef beschreven soort volgens de uitvinding als kenmerk dat het eerste en tweede houtdeel tezamen met een derde deel langszijdig onderling onder een hoek duurzaam zijn verlijmd, dat het derde deel uit een van het eerste en tweede houddeel afwijkend materiaal is gevormd en dat het derde deel onder het eerste en/of tweede houtdeel verscholen ligt.

Het eerste en tweede houtdeel zijn aldus onder tussenkomst van het derde deel schuin verlijmd, waarbij het derde deel nergens aan een zichtbaar oppervlak komt. Hierbij zijn zowel het eerste houtdeel als het tweede houtdeel afgeschuind ten behoeve van een economisch gebruik het materiaal waaruit deze delen zijn samengesteld. Het derde deel biedt door een vrije keuze van het materiaal waaruit dit zal zijn gevormd een grote vrijheid om de bouwfysische zowel als ecologische eigenschappen van het kozijndeel nader in te vullen, terwijl dit aan een zichtzijde nergens afbreuk doet aan het uiterlijk, de ver werkbaarheid en/of de duurzaamheid van het geheel. Een bijzonder uitvoeringsvorm van het kozijndeel is volgens de uitvinding daartoe gekenmerkt doordat het derde deel zich vanaf een dagkant van het kozijndeel tot het eerste en/of het tweede houtdeel uitstrekt en daarmee duurzaam is verlijmd.

Het eerste houtdeel bestaat doorgaans uit volhout gevingerlast hout. Het tweede houtdeel bestaat doorgaans uit horizontaal of verticaal gelamineerd lammelen hout, die eventueel gevingerlast zijn. In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm is het kozijndeel volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het derde deel uit een isolatiemateriaal is gevormd met een hogere thermische isolatiewaarde dan die van het materiaal van elk van het eerste houtdeel en het tweede houtdeel. De isolatiewaarde van het kozijndeel wordt door deze technische maatregelen met name bepaald door de isolatiewaarde van het isolerend materiaal en een gedeelte van het eerste en/of tweede houtdeel tot aan de kozijndagmaat. De bijdrage van de houten delen aan de totale thermische isolatiewaarde is hiermee verminderd en overgenomen door een thermisch beter isolerend materiaal. hi een verdere uitvoeringsvorm is het kozijndeel volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het kozijndeel is voorzien van een schouder voor samenwerking met een raam of een deur en dat een door de schouder gedefinieerd vlak het derde deel doorsnijdt. Aldus vormt het derde deel een brug tussen een binnenzijde en een buitenzijde van het uiteindelijke kozijn, waarbij het derde deel met zijn betere thermisch isolerende vermogen een koudebrug onderbreking vormt. Bij toepassing van het kozijndeel in een buitenkozijn is hiermee de bijdrage van het eerste en/of tweede houtdeel aan de totale isolatiewaarde van het kozijndeel verder afgenomen.

Vanuit ecologisch oogpunt heeft een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van het kozijndeel volgens de uitvinding als kenmerk dat het derde deel althans in hoofdzaak uit hergebruikt hout is gevormd. Dit gerecyclede hout is bijvoorbeeld afkomstig van sloophout en kan aldus andermaal worden ingezet. Het derde deel kan daarbij massief zijn uitgevoerd maar ook uit een laminaat van onderling verlijmde of gevingerlaste delen zijn samengesteld.

Bij voorkeur heeft het derde deel een eerste zijde en heeft het eerste houtdeel een tweede zijde, waarin de eerste en tweede zijde complementair gevormd zijn. Om de bouwfysische en/of ecologische waarden over een gehele lengte van het kozijndeel gelijk te krijgen, heeft het derde deel bij voorkeur een prismatische doorsnede. De prismatische doorsnede is bij voorkeur driehoekig, waarbij een rechthoekige driehoek een verdere voorkeur heeft.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een kozijn, omvattende één of meerdere kozijndelen volgens de uitvinding en zal nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en een bijbehorende tekening, waarin:

Figuur 1 een dwarsdoorsnede toont van een uitgangsmateriaal waaruit een uitvoeringsvoorbeeld van een geprofileerd langwerpig kozijndeel volgens de uitvinding wordt vervaardigd;

Figuur 2 het uitgangsmateriaal van figuur 1 toont, waarin een houtbewerkingslijn is getekend voor het daaruit bevrijden van een kozijndeel;

Figuur 3 een uitvoeringsvoorbeeld toont van een geprofileerde langwerpig kozijndeel volgens de uitvinding.

De figuren zijn overigens zuiver schematische en niet (steeds) op schaal getekend. Met name kunnen terwille van de duidelijkheid sommige dimensies in meer of mindere mate overdreven zijn weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.

Figuur 1 toont een dwarsdoorsnede van een basismateriaal 1 waaruit een geprofileerde langwerpig kozijndeel volgens de uitvinding vervaardigd kan worden. Het basismateriaal 1 is balkvormig en heeft bij voorkeur over de gehele lengte van het basismateriaal 1 eenzelfde doorsnede. Het basismateriaal 1 is samengesteld uit een eerste langwerpig houtdeel 2, een tweede langwerpig houtdeel 3 en een daartussen gelegen langwerpig derde deel 4. De beide houtdelen 2,3 en het derde deel 4 zijn op hun aangrenzende vlakken onder een hoek onderling duurzaam verlijmd.

Het derde deel 4 is in dit uitvoeringsvoorbeeld uit een hoogwaardig thermisch isolatiemateriaal gevormd, zoals bijvoorbeeld een polymeerschuim, in het bijzonder een polyurethaanschuim of een polystyreenschuim. Deze materialen hebben een hogere thermische weerstand dan de beide houtdelen, zodat het derde deel het kozijndeel een verhoogde thermische isolatiewaarde zal geven. Uit ecologisch oogpunt kan echter ten aanzien van het derde deel ook worden gekozen voor hergebruikt hout, bijvoorbeeld voormalig sloophout. Het derde deel is dan bijvoorbeeld uit een deel sloophout gevormd of in de vorm van een laminaat van afzonderlijke, eerder gebruikte houtdelen verlijmd. it hout krijgt aldus een nieuwe bestemming als onderdeel van het kozijndeel volgens de uitvinding zonder dat dit uitwendig daarvan enige sporen draagt.

Het eerste houtdeel 2 is bestemd voor een buitenzijde van het kozijn en is daarom vervaardigd van hout met een hoge weersbestendigheid, zoals meranti, merbau of accoya. Het tweede houtdeel 3 is bestemd voor een binnenzijde van een kozijn en is daarom bij voorkeur uitgevoerd van hout met een minder hoge weersbestendigheid dan het eerste houtdeel 2. In het bijzonder wordt daarvoor een laminaat van houtdelen toegepast.

Figuur 2 toont de dwarsdoorsnede van Figuur 1, waarin een houtbewerkingslijn 5 is getekend voor het bewerken van het basismateriaal. De houtbewerkingslijn 5 begrenst de gebieden A en B die met bekende houtbewerkingstechnieken moeten worden verwijderd voor het verkrijgen van een kozijndeel volgens de uitvinding. Hiertoe wordt het uitgangsmateriaal de bewerkingslijn volgend ingezaagd en/of w'eg gefreesd. De getoonde houtbewerkingslijn 5 is bestemd voor het vormen van een onderdorpel van een kozijn. Het spreekt voor zich dat ook (verticale) stijlen en bovendorpels op vergelijkbare wijze vervaardigd kunnen worden uit het basismateriaal 1, waarbij het isolatiemateriaal 4 bij voorkeur in het te vormen kozijn onder het raam of de deur 20 ligt. zie ook figuur 3.

Figuur 3 toont het aldus gevormde, geprofileerde langwerpig kozijndeel 10 volgens de uitvinding. Het kozijndeel 10 is door de houtbewerking volgens Figuur 2 geprofileerd en dient als onderdeel voor het vormen van een deur- of raamkozijn in een opening van een gebouw'. Het kozijndeel 10 is verdeeld in een binnenzijde C en een buitenzijde D. Het kozijndeel 10 omvat na bewerking van het basismateriaal 1 een eerste langwerpig houtdeel 2 en een tweede langwerpig houtdeel 3. De houtdelen 2,3 zijn langszijdig duurzaam met elkaar zijn verbonden en over een schijn grensvlak 11 onderling verlijmd. Volgens diezelfde schuinte 11 is ook het derde deel 4 van isolatiemateriaal met beide houtdelen 2,3 over de volle lengte duurzaam verlijmd.

Zoals hierboven beschreven, is het eerste houtdeel 2 vervaardigd van hout met een hoge weerbestendigheid, zoals accoya of meranti, en vormt dit in hoofdzaak de buitenzijde van het kozijndeel 10. Het tweede houtdeel 3 is vervaardigd van hout met een lagere weerbestendigheid dan het eerste houtdeel 2, zoals bijvoorbeeld Europees grenen, en vormt in hooidzaak de binnenzijde van het kozijndeel 10. Een segment S van het eerste houtdeel 2 strekt zich uit tot in de binnenzijde. De dagkant 12 van het kozijndeel 10 is die kant van het kozijndeel 10 die na bevestiging van het gevormde kozijn aanligt tegen de opening in het gebouw. Het kozijndeel 10 is aan de dagkant 12 ten dele voorzien van isolerend materiaal van het derde deel 4. Het isolerend materiaal 4 strekt zich in dwarsrichting van het kozijndeel 10 uit vanaf de dagkant 12 tot aan het eerste houtdeel 2. Het isolerend materiaal 4 is duurzaam verbonden met zowel het eerste als het tweede houtdeel 2,3.

Het kozijndeel 10 omvat een schouder 13 die bestemd is voor het samenwerking met een glas, raam of een deur 20. De schouder 13 is aangebracht in het eerste houtdeel 2. In geval van een vast raamkozijn ligt het glas 20 van het venster 20 tegen de schouder 13 aan. Bij een deur of openslaand venster stuit de deur· of het raam 20 tegen de schouder 13. Het isolerend materiaal 4 is aangebracht onder het vlak dat door de schouder 13 wordt gedefinieerd. De koudebrug, die elk houten kozijndeel nu eemnaal vormt, is nu voornamelijk beperkt tot het gedeelte 14 van het eerste houtdeel 2 boven het isolatiemateriaal 4.

De uitvinding is niet beperkt tot de beschreven en getoonde voorkeursuitvoeringsvormen, maar strekt zich uit tot elke uitvoeringsvorm die valt binnen de reikwijdte van de beschermingsomvang. zoals gedefinieerd in de conclusies en bezien in het licht van de voorgaande beschrijving en bijbehorende tekeningen. Het kozijndeel volgens de uitvinding hoeft nadrukkelijk niet vervaardigd te worden uit het getoonde basismateriaal. Het kozijndeel kan ook samengesteld worden uit afzonderlijk geprofileerde houtdelen en een tussenliggende derde deel van een isolerend materiaal of hergebruikt hout, die onder een schuinte langszijdig onderling worden verlijmd. De uitvinding is ook nadrukkelijk niet beperkt tot een getoonde onderdorpel. De beschermingsomvang strekt zich ook uit tot stijlen en bovendorpels en anders gevormde dorpels.

Claims (10)

1. Kozijndeel omvattende een eerste en een tweede langwerpig houtdeel die langszij dig duurzaam met elkaar zijn verbonden, waarbij het eerste houtdeel althans in hoofdzaak is vervaardigd van hout van een eerste weersbestendigheid en het tweede houtdeel althans in hoofdzaak van hout van een tweede weersbestendigheid, lager dan de eerste weersbestendigheid, en waarbij het eerste houtdeel een buitenzijde van het kozijn vomit en bestemd en ingericht is om weersinvloeden te weerstaan, met het kenmerk dat het eerste en tweede houtdeel tezamen met een derde deel langszijdig onderling onder een hoek duurzaam zijn verlijmd, dat het derde deel uit een van het eerste en tweede houddeel afwijkend materiaal is gevormd en dat het derde deel onder het eerste en/of tweede houtdeel verscholen ligt.

2. Kozijndeel volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het derde deel zich vanaf een dagkant van het kozijndeel tot het eerste en/of het tweede houtdeel uitstrekt en daarmee duurzaam is verlijmd.

3. Kozijndeel volgens conclusies 1 of 2, waarin het derde deel een eerste zijde heeft en het eerste houtdeel een tweede zijde heeft, waarin de eerste en tweede zijde complementair gevormd zijn.

4. Kozijndeel volgens conclusie 3, met het kenmerk zowel de eerste als tweede zijde afgeschuind zijn.

5. Kozijndeel volgens conclusie 4, met het kenmerk het derde deel een prismatische doorsnede heeft.

6. Kozijndeel volgens conclusie 5, met het kenmerk het isolerend materiaal een driehoekige doorsnede heeft.

7. Kozijndeel volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het derde deel uit een isolatiemateriaal is gevormd met een hogere thermische isolatiewaarde dan die van het materiaal van elk van het eerste houtdeel en het tweede houtdeel.

8. Kozijndeel volgens conclusie 7, met het kenmerk dat het kozijndeel is voorzien van een schouder voor het samenwerking met het raam of de deur en dat een door de schouder gedefinieerd vlak het derde deel doorsnijdt.

9. Kozijndeel volgens één of meer der conclusies 1 tot en met 6 met het kenmerk dat het derde deel althans in hoofdzaak uit hergebruikt hout is gevormd.

10. Kozijn, omvattende één of meerder kozijndelen volgens één of meer der voorgaande conclusies.