NL2017104B1 - Een systeem voor het koppelen van een identiteit van een dier dat zich op een bepaalde positie bevindt aan informatie over dat dier. - Google Patents

Een systeem voor het koppelen van een identiteit van een dier dat zich op een bepaalde positie bevindt aan informatie over dat dier. Download PDF

Info

Publication number
NL2017104B1
NL2017104B1 NL2017104A NL2017104A NL2017104B1 NL 2017104 B1 NL2017104 B1 NL 2017104B1 NL 2017104 A NL2017104 A NL 2017104A NL 2017104 A NL2017104 A NL 2017104A NL 2017104 B1 NL2017104 B1 NL 2017104B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
animal
tag
input
information
output means
Prior art date
Application number
NL2017104A
Other languages
English (en)
Inventor
Karsijns Woltherus
Martin Van Dijk Jeroen
Jan Hendrik Lammers Rudie
Anne Kuipers Jan
Original Assignee
N V Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by N V Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap filed Critical N V Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap
Priority to NL2017104A priority Critical patent/NL2017104B1/nl
Priority to PCT/NL2017/050445 priority patent/WO2018009063A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2017104B1 publication Critical patent/NL2017104B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K11/00Marking of animals
    • A01K11/001Ear-tags
    • A01K11/004Ear-tags with electronic identification means, e.g. transponders
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/02Pigsties; Dog-kennels; Rabbit-hutches or the like
    • A01K1/0209Feeding pens for pigs or cattle
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K11/00Marking of animals
    • A01K11/006Automatic identification systems for animals, e.g. electronic devices, transponders for animals
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K11/00Marking of animals
    • A01K11/006Automatic identification systems for animals, e.g. electronic devices, transponders for animals
    • A01K11/008Automatic identification systems for animals, e.g. electronic devices, transponders for animals incorporating GPS

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Radar, Positioning & Navigation (AREA)
  • Radar Systems Or Details Thereof (AREA)

Abstract

Een systeem voor het koppelen van een identiteit van een dier dat zich op een bepaalde positie bevindt aan informatie over dat dier, waarbij het systeem is voorzien van tenminste een tag die is ingericht om door het dier te worden gedragen waarbij de tag een identificatiecode geassocieerd met het dier omvat en waarbij het systeem verder is voorzien van positiebepalingsmiddelen voor het bepalen van een positie van de tag en een processor voor het op basis van de met de positiebepalingsmiddelen bepaalde positie van de tag koppelen van de bepaalde positie van de tag aan de identificatiecode van de tag, waarbij het systeem verder is voorzien van in- en/of uitvoermiddelen respectievelijk voor het door middel van een meting opnemen en/of voor het afgeven van informatie over het dier wanneer deze zich in de nabijheid van de in- en/of uitvoermiddelen bevindt waarbij het systeem verder is ingericht om de identificatiecode van de tag van het dier wanneer de bepaalde positie van de tag zich volgens vooraf bepaalde criteria in de nabijheid van de in- en/of uitvoermiddelen bevindt te gebruiken om informatie die door de in- en/of uitvoermiddelen middels een meting aan het dier wordt opgenomen te koppelen aan de identificatie code van de tag en/of om informatie die geassocieerd is met de identificatie code van de tag toe te voeren aan de in- en/of uitvoermiddelen voor het afgeven van deze informatie.

Description

Titel: Een systeem voor het koppelen van een identiteit van een dier dat zich op een bepaalde positie bevindt aan informatie over dat dier.
De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het koppelen van een identiteit van een dier dat zich op een bepaalde positie bevindt aan informatie over dat dier, waarbij het systeem is voorzien van tenminste een tag die is ingericht om door het dier te worden gedragen waarbij de tag een identificatiecode geassocieerd met het dier omvat en waarbij het systeem verder is voorzien van positiebepalingsmiddelen voor het bepalen van een positie van de tag en een processor voor het op basis van de met de positiebepalingsmiddelen bepaalde positie van de tag koppelen van de bepaalde positie van de tag aan de identificatiecode van de tag. Een dergelijk systeem is op zich bekend. Bij het bekende systeem wordt veelal gebruik gemaakt van een leesinrichting om een identificatiecode van de tag uit te lezen. De tag is hiertoe veelal voorzien van een resonant circuit dat in resonantie wordt gebracht door een elektromagnetisch ondervraagveld dat door de lezer wordt uitgezonden. De tag moduleert dan het ondervraagveld met informatie over de identificatiecode of genereert een elektromagnetisch antwoordsignaal met informatie over de identificatiecode dat in beide gevallen door de lezer wordt gedetecteerd om de identificatiecode te bepalen. Omdat voor het uitlezen van de tag het dier zich in de nabijheid van de lezer moet bevinden is hiermee met een zekere nauwkeurigheid ook de positie van het dier bekend. De positiebepalingsmiddelen worden in dit geval dus gevormd door de lezer. Op deze wijze kan een bepaalde positie van de tag worden gekoppeld aan de identificatiecode van de tag. Is deze koppeling eenmaal bekend dan kan het systeem bijvoorbeeld zijn ingericht om met behulp van invoermiddelen die een sensor omvatten, metingen verrichten aan het dier waarbij deze metingen dan worden toegeschreven aan als zijnde behorende bij de identificatiecode van de tag die door het betreffende dier wordt gedragen.
Een nadeel van het bekende systeem is dat de bepaalde positie van de tag gerelateerd wordt aan de positie van de lezer. Met andere woorden, indien een positie van de tag wordt bepaald, betekent dit dat de tag zich binnen een vooraf bepaald criterium in de nabijheid van de lezer bevindt. Hierdoor ontstaat het risico dat de sensor die zich op een andere positie kan bevinden dan de lezer, informatie van een dier opneemt dat geen betrekking heeft op de identificatiecode van de tag die wordt uitgelezen. De tag die wordt uitgelezen kan immers worden gedragen door een ander dier dan een dier dat zich in de nabijheid van de sensor bevindt. Een dergelijke verwarring met betrekking tot de identiteit van dieren doet zich regelmatig voor op de boerderij, Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een gangpad waarbij bij een entree van een gangpad met behulp van een lezer de tag van een dier dat het gangpad betreedt wordt uitgelezen. Het dier loopt vervolgens langs het gangpad, bijvoorbeeld in de richting van een melkrobot. Daarna wordt de tag van een volgend dier dat het gangpad betreedt uitgelezen. De volgorde van de dieren in het gangpad correspondeert dan met de volgorde van de uitgelezen identificatiecodes. Hierbij kan het echter gebeuren dat de volgorde van de dieren wordt verwisseld doordat één dier zich voorbij een ander dier wringt. Wanneer vervolgens in een melkrobot met behulp van een sensor aan een van de dieren wordt gemeten die onderling zijn verwisseld, wordt de met de sensor verkregen informatie geassocieerd met een identificatiecode van het verkeerde dier.
Dergelijke problemen kunnen zich ook voordoen bij voerbakken waar verschillende dieren zich kunnen melden. Bij deze voerbakken staan eveneens lezers opgesteld om de tags van de dieren uit te lezen. De dieren zullen zich echter blijven bewegen nadat de tags zijn uitgelezen zodat ook dan dieren kunnen worden verwisseld zodat wanneer bij de voerbakken sensoren staan opgesteld om bijvoorbeeld het eetgedrag van de dieren te monitoren, een gemonitord eetgedrag met een verkeerd dier wordt geassocieerd. De uitvinding beoogt een oplossing te verschaffen voor bovengenoemde problemen.
De uitvinding is dienovereenkomstig gekenmerkt in dat het systeem verder is voorzien van in- en/of uitvoermiddelen respectievelijk voor het door middel van een meting opnemen en/of voor het afgeven van informatie over het dier wanneer deze zich in de nabijheid van de in- en/of uitvoermiddelen bevindt waarbij het systeem verder is ingericht om de identificatiecode van de tag van het dier wanneer de bepaalde positie van de tag zich volgens vooraf bepaalde criteria in de nabijheid van de in- en/of uitvoermiddelen bevindt te gebruiken om informatie die door de in- en/of uitvoermiddelen middels een meting aan het dier wordt opgenomen te koppelen aan de identificatie code van de tag en/of om informatie die geassocieerd is met de identificatie code van de tag toe te voeren aan de in- en/of uitvoermiddelen voor het afgeven van deze informatie.
Volgens de uitvinding is het essentieel dat het systeem is ingericht om de identificatiecode van de tag te bepalen wanneer de bepaalde positie van de tag zich volgens vooraf bepaalde criteria in de nabijheid van de in- en/of uitvoermiddelen bevindt. Dit in tegenstelling tot wanneer de identificatiecode van de tag zich volgens vooraf bepaalde criteria in de nabijheid van een lezer bevindt. Hierdoor wordt zeker gesteld dat de in- of uitvoermiddelen die worden gebruikt om informatie die door de in- en/of uitvoermiddelen middels een meting aan het dier wordt opgenomen te koppelen aan de juiste identificatiecode van de tag en/of om informatie die geassocieerd is met de identificatiecode van de tag toe te voeren aan de juiste in- en/of uitvoermiddelen voor het afgeven van deze informatie. Indien de in- en/of uitvoermiddelen derhalve een sensor omvatten om een eigenschap van een dier te meten, kan worden bewerkstelligd dat men zeker is dat deze gemeten informatie betrekking heeft op het dier dat de tag draagt waarvan de identificatiecode wordt uitgelezen. Indien de in- en/of uitvoermiddelen derhalve een scherm omvatten om informatie van een dier af te beelden, kan worden bewerkstelligd dat men zeker is dat deze afgebeelde informatie betrekking heeft op het dier dat de tag draagt waarvan de identificatiecode wordt uitgelezen.
In het bijzonder geldt dat het systeem is voorzien van een veelvoud van bakens die elk zijn voorzien van een zender voor het uitzenden van een zendsignaal waarbij de tag is voorzien van een eerste ontvanger voor het ontvangen van de zendsignalen en waarbij de positiebepalingsmiddelen zijn ingericht voor het op basis van met de eerste ontvanger ontvangen zendsignalen bepalen van de positie van de tag en waarbij het systeem voorts is voorzien van informatie over de positie van de in-en/of uitvoeringsmiddelen om te bepalen of de tag van het dier zich volgens de vooraf bepaalde criteria in de nabijheid van de in- en/of uitvoermiddelen bevindt.
Met behulp van het veelvoud van bakens kan op bekende wijze de positie van de tag die door een dier wordt gedragen, worden bepaald. Op deze wijze kan ook op zeer nauwkeurige wijze worden bepaald of de tag zich volgens een vooraf bepaald criterium in de nabijheid van de in- en/of uitvoermiddelen bevindt. Het is echter ook mogelijk dat de positiebepalingsmiddelen in de tag zijn opgenomen en waarbij het systeem voorts is voorzien van informatie over de positie van de in-en/of uitvoeringsmiddelen om te bepalen of de tag van het dier zich volgens de vooraf bepaalde criteria in de nabijheid van de in- en/of uitvoermiddelen bevindt.
De positiebepalingsmiddelen in de tag kunnen dan bijvoorbeeld een GPS-ontvanger omvatten.
Ook kunnen de positiebepalingsmiddelen zijn ingericht om met het veelvoud van bakens samen te werken. In dit laatste geval geldt in het bijzonder dat de tag is voorzien van een zender om informatie over de ontvangen signalen uit de zenden waarbij het systeem verder is voorzien van een tweede ontvanger voor het ontvangen van de informatie en waarbij de positiebepalingsmiddelen zijn ingericht om de positie van de tag te bepalen op grond van met de tweede ontvanger ontvangen informatie over door de eerste ontvanger ontvangen signalen. Voorts geldt hierbij in het bijzonder dat de bakens vast staan opgesteld.
Voorts geldt in het bijzonder dat het systeem is voorzien van tenminste een standplaats voor een dier waarbij tenminste een van de in- en/of uitvoermiddelen op tenminste een van de standplaatsen van het dier staan opgesteld.
Hierbij kan gelden dat de tenminste ene standplaats van het dier zich op een positie bevindt waar een dier wordt gemolken met een melkrobot.
Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm geldt dat het systeem is voorzien van een door hekken omkaderd gangpad en een bestuurbaar toegangshek dat toegang verschaft tot het gangpad waarbij de tenminste ene standplaats via het gangpad kan worden bereikt door het dier waarbij in het bijzonder het gangpad toegang verschaft tot een veelvoud van standplaatsen waarbij een dier kan worden gemolken door een melkrobot en die elk zijn voorzien van tenminste een van de in-en uitvoermiddelen.
Het systeem is zeer ruim toepasbaar. Zo kan in het bijzonder gelden dat dat het systeem is voorzien van een door hekken omkaderd gangpad en een bestuurbaar toegangshek dat toegang verschaft tot het gangpad waarbij de tenminste ene standplaats via het gangpad kan worden bereikt door het dier waarbij in het bijzonder het gangpad toegang verschaft tot een veelvoud van standplaatsen waarbij een dier kan worden gemolken door een melkrobot en die elk zijn voorzien van tenminste een van de in- en uitvoermiddelen.
Ook kan in het bijzonder gelden dat tenminste een van de in- en uitvoermiddelen zijn voorzien van een display waarbij het systeem is ingericht voor het afbeelden van informatie van het dier dat zich nabij de in-en uitvoermiddelen bevindt.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont:
Figuur 1 een mogelijke uitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding;
Figuur 2A een mogelijke uitvoeringsvorm van een tag van het systeem volgens de uitvinding;
Figuur 2B een eerste alternatieve uitvoeringsvorm van een tag van het systeem van figuur 1 volgens de uitvinding; en
Figuur 2C een tweede alternatieve uitvoeringsvorm van een tag van het systeem van figuur 1 volgens de uitvinding
In figuur 1 is met referentienummer 1 een systeem volgens de uitvinding aangeduid. Het systeem is voorzien van tenminste een tag, in dit voorbeeld een veelvoud van tags 2.i (i = 1,2,3, ...n) waarbij elke tag 2.i door een hiermee geassocieerd dier 4.i (i=l,2,3, ...n) wordt gedragen.
Een mogelijke uitvoeringsvorm van de tag 2.i is getoond in figuur 2A. De tag 2.i is voorzien van een identificatiecode die in dit voorbeeld in een geheugen 6 is opgeslagen. De tag 2.i is voorts voorzien van een resonant circuit 8 dat op op zich bekende wijze met behulp van een lezer, zoals een RFID lezer, kan worden uitgelezen. De lezer genereert een elektromagnetisch ondervraagveld In reactie op dit ondervraagveld zendt het resonante circuit 8 een signaal uit dat informatie over de identificatiecode omvat die in het geheugen 6 is opgeslagen. De lezer kan hierbij fungeren als een absorptiesysteem of als een op zich bekend transmissie systeem. Een voorbeeld van een dergelijke lezer 10 is in figuur 1 schematisch getoond.
Het systeem is voorzien van een veelvoud van bakens 12.j (j=l,2,3) die in dit voorbeeld op een vaste positie staan opgesteld. Elk baken is voorzien van een zender 14 voor het uitzenden van een uniek zendsignaal. De tag 2.i is voorzien van een eerste ontvanger 16 voor het ontvangen van de zendsignalen die door de respectievelijke bakens 12.1-12.3 worden uitgezonden. De signalen die door de bakens 12.j zijn uitgezonden zijn uniek in die zin dat deze bij ontvangst door de ontvanger 16 van elkaar onderscheidelijk kunnen worden ontvangen. Dit kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd doordat elk baken 12.j op een specifieke aan dit betreffende baken gerelateerde frequentie uitzendt. In dit voorbeeld is de tag 2.i voorzien van positiebepalingsmiddelen 18 die de met behulp van de ontvanger 16 ontvangen zendsignalen van de respectievelijke bakens 12.j in combinatie verwerkt voor het bepalen van de positie van de tag 2.i ten opzichte van de bakens. Omdat de positie van de bakens 12.j op zich bekend is, is hiermee ook de positie van de tag 2.i bekend. De positiebepalingsmiddelen 18 kunnen bijvoorbeeld op basis van de amplitude van de respectievelijk ontvangen signalen van de bakens de afstand tot elk van de bakens inschatten. Daarmee is het mogelijk via op zich bekende kruispeilingstechnieken de positie van de tag ten opzichte van de bakens te bepalen. De positiebepalingsmiddelen 18 voeren in dit voorbeeld informatie over de bepaalde positie aan een zender 20 van de tag toe. De zender 20 zendt informatie over de bepaalde positie geassocieerd met een identificatiecode uit het geheugen 6 uit zodat dit met behulp van een tweede ontvanger 22 kan worden ontvangen. In dit voorbeeld vormt de zender 20 in feite een processor voor het op basis van de met de positiebepalingsmiddelenl8 bepaalde positie van de tag, koppelen van de bepaalde positie van de tag aan de identificatiecode van de tag die in het geheugen 6 is opgeslagen.
De informatie over de positie van de tags die met behulp van de tweede ontvanger 22 wordt ontvangen, wordt in dit voorbeeld aan een centrale controle eenheid 24 toegevoerd.
In dit voorbeeld is het systeem voorts voorzien van een door hekken 26 omkaderd gangpad 28 en een bestuurbaar toegangshek 30 dat toegang geeft tot het gangpad. In dit voorbeeld leidt het gang pad naar drie standplaatsen 32.k (k=l,2,3) voor een dier. Iedere standplaats 32.k is in dit voorbeeld voorzien van een melkrobot 34.k. Voorts is bij iedere standplaats 32.k een sensor 36.k aangebracht die is ingericht om bepaalde metingen aan het dier te verrichten. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een temperatuursensor. Voorts is bij iedere standplaats 32.k een display 38.k aangebracht. Een sensor 36.k wordt in deze aanvrage ook wel aangeduid als een invoermiddel terwijl een display 38.k in deze aanvrage ook wel wordt aangeduid als een uitvoermiddel.
Het tot op dit punt omschreven systeem werkt als volgt. Wanneer een dier zich in de nabijheid van de lezer 10 bevindt, zal de tag van het dier door de lezer worden uitgelezen. Er wordt dan tevens geconcludeerd dat het dier zich in de nabijheid van het gangpad 28 bevindt. Het hek 30 wordt dan op automatische wijze door de lezer 10 geopend. De dieren kunnen zich dan vervolgens in het gangpad begeven. In dit voorbeeld bevindt het dier 4.1 zich inmiddels op de standplaats 32.1. Met behulp van de tag 2.1 wordt ten opzichte van de bakens 12.j de positie van de tag 2.1 en daarmee de positie van het dier 4.1 bepaald. Deze positie, althans informatie daarvan, wordt met behulp van de zender 20 uitgezonden tezamen met de identificatiecode die in het geheugen 6 van de tag 2.1 is opgeslagen.. Deze informatie wordt ontvangen door de tweede ontvanger 22 welke de informatie over de positie van het dier doorgeeft aan de centrale controle eenheid 24. De centrale controle eenheid 24 weet op deze wijze waar het dier 2.1 zich bevindt. In dit voorbeeld geldt dat in de controle eenheid eveneens informatie is opgeslagen over de positie van de sensoren 36.k en de displays 38.k. Omdat de centrale controle eenheid 24 eveneens informatie omvat over de positie van de tag 2.1 van het dier 4.1 kan de controle eenheid bepalen in hoeverre de tag 2.1 zich volgens een vooraf bepaald criterium in de nabijheid van de sensor 36.1 bevindt. Dit criterium kan bijvoorbeeld luiden dat de afstand tussen de tag 2.1 en de sensor 36.1 kleiner is dan 1.5 meter. De sensor 36.1 voert in dit voorbeeld metingen uit aan het dier 4.1 dat via een signaal c aan de controle eenheid 24 wordt toegevoerd. De controle eenheid 24 is op deze wijze in staat om te bepalen dat de meetsignalen die ontvangen zijn van de sensor 36.1 behoren bij het dier 4.1. Omdat de momentane positie van het dier ten opzichte van de sensor 36.1 kan worden bepaald, wordt bereikt dat er zekerheid is dat de meetresultaten van de sensor 36.1 betrekking hebben op het dier 4.1. Ook de melkrobots 34.k kunnen zijn voorzien van sensoren zoals melkmeters die binnen het systeem analoog werken ten aanzien van koppeling van meetresultaten aan een identificatiecode van een tag zoals voor de sensoren 36.1 besproken.
In dit voorbeeld is het systeem ook dusdanig ingericht dat de controle eenheid 24 informatie over het dier 4.1 toevoert aan het display 38.1 via signalen s. Ook in dit voorbeeld kan de controle eenheid 24 bepalen of het dier 4.1 met de tag 2.1 zich op een vooraf bepaalde maximale afstand ten opzichte van het display 38.1 bevindt. Indien dit het geval is, kan de controle eenheid 24 informatie over het dier, zoals bijvoorbeeld de identiteit van het dier, aan het display 38.1 toevoeren. Een gebruiker die het display 38.1 uitleest weet dan altijd dat de informatie die hij leest op het display 38.1 betrekking heeft op het dier 4.1 dat de tag 2.1 draagt.
Geheel analoog kan bijvoorbeeld het dier 4.5 zich op enig moment in de nabijheid van het display 38.3 bevinden. Wanneer de afstand van de tag die door dit dier wordt gedragen en het display 38.3 kleiner is dan bijvoorbeeld 1,75 meter, kan dit door de controle eenheid 24 worden bepaald. De controle eenheid 24 kan dan informatie over het betreffende dier op het display 38.3 afbeelden. Geheel analoog geldt dat wanneer bijvoorbeeld het dier 4.5 zich op een afstand van de sensor 36.2 bevindt die kleiner is dan 1.5 meter, de controle eenheid 24 meetsignalen die van de sensor 36.2 worden ontvangen, koppelen aan de identiteit van het dier 4.5. Ook wanneer de volgorde van de dieren in het gangpad anders is geworden dan de volgorde waarin de dieren via het toegangshek het gangpad zijn binnengetreden zal altijd een meetresultaat aan een dier aan het juiste dier worden gekoppeld. Ook zal altijd op een display informatie worden afgebeeld dat betrekking heeft op een dier dat zich in de nabijheid van het betreffende display bevindt. In dit voorbeeld geldt dat ook op andere standplaatsen 32.k in- en/of uitvoermiddelen 34k, 36.k, 38.k zoals een sensor en/of een display kunnen staan opgesteld voor het opnemen en/of afgeven van informatie die betrekking heeft op het dier. Zo is in dit voorbeeld het systeem nog voorzien van voerautomaten 40.1 (1=1.2). Indien het dier 4.2 zich op een standplaats 32.4 bij de voerautomaat 40.1 bevindt, kan dit wederom met behulp van de plaatsbepaling van het dier en de bekende plaats van de voerautomaat 40.1 door de centrale controle eenheid 24 worden bepaald. De centrale controle eenheid 24 kan dan bijvoorbeeld de voerautomaat middels een signaal s aansturen voor het afgeven van voer aan het dier. Met behulp van een sensor 36.4 kan worden gemeten hoeveel voer het dier opeet. Het systeem kan wederom bepalen dat het dier zich binnen een vooraf bepaalde afstand tot de sensor 36.41 bevindt. De informatie die met behulp van de sensor 36.4 wordt gemeten, kan dan via een signaal c aan de controle eenheid 24 worden toegevoerd waarbij de controle eenheid deze informatie associeert met de identificatiecode die in de tag 22.2 van het dier 4.2 is opgeslagen. Wanneer de tag 2.3 van het dier 4.3 zich op een afstand van de sensor 36.5 bevindt, kan eveneens de controle eenheid 24 de informatie die met behulp van deze sensor is verkregen, geassocieerd opslaan met de identificatiecode die in de tag 2.3 van het dier 4.3 is opgenomen .Behalve dat de voerautomaten 40.1 en 40.2 elk zijn voorzien van respectievelijk een standplaats 32.4, 32.5 kan het systeem voorts op andere plaatsen nog zijn voorzien van een standplaats voor een dier. Zo kan het systeem nog zijn voorzien van een standplaats 32.6 waar eveneens in- en uitvoermiddelen 36.6, 38.6 kunnen staan opgesteld. Wanneer een tag van het dier zich volgens vooraf bepaalde criteria nabij de in- en uitvoermiddelen 36.6, 38.6 bevindt, kan wederom met behulp van een sensor 36.6 informatie van het dier worden bepaald dat aan het controle eenheid 24 wordt toegevoerd zodat de controle eenheid deze informatie geassocieerd met het dier kan verwerken. Tevens is het dan mogelijk om met behulp van de controle eenheid 24 informatie over het betreffende dier op het display 38.6 af te beelden.
Uiteraard kunnen in dit voorbeeld ook andere sensoren worden toegepast. Hierbij valt te denken aan een melkmeter voor het meten van de hoeveelheid melk die het dier bij het melken afgeeft, een temperatuursensor voor het meten van een temperatuur van de melk van het dier dat wordt gemolken, een geleidbaarheidssensor voor het meten van de geleidbaarheid van de melk van het dier dat wordt gemolken. Deze sensoren zouden dus kunnen zijn aangebracht in de betreffende melkrobots. Doordat de positie van het dier ten opzichte van deze sensoren kan worden bepaald, is wederom zeker gesteld dat informatie die met behulp van deze sensoren wordt verkregen, afkomstig is van het dier dat zich binnen een vooraf bepaald criterium in de nabijheid van de betreffende sensoren bevindt. Voorts kan het systeem zijn ingericht om informatie af te beelden op een display die met een van de sensoren is verkregen. Zo kan bijvoorbeeld informatie over het dier dat met behulp van een sensor 36.1 is verkregen op het display 38.1 worden afgebeeld. Ook kan in de nabijheid van bijvoorbeeld het voerstation 40.1 een display 38.4 staan opgesteld om informatie af te beelden van het dier 4.2 indien een afstand tussen de tag 2.2 van het dier 4.2 en het display 38.4 aan vooraf bepaalde criteria voldoet. Geheel analoog geldt iets dergelijks voor het display 38.5 wanneer het dier zich in de nabijheid van dit display bevindt.
In het voorbeeld wat hiervoor is gegeven is elke tag 2.i voorzien van middelen om zijn eigen positie te bepalen ten opzichte van de bakens. Het is echter eveneens mogelijk dat dit elders gebeurd. Een voorbeeld hiervan wordt besproken aan de hand van figuur 2B. Hierbij zijn met figuur 2A overeenkomende onderdelen van een zelfde referentie nummer voorzien. In dit voorbeeld geldt dat de signalen die door de eerste ontvanger 16 van de tag worden ontvangen aan de zender 20 worden toegevoerd. Deze signalen (of informatie daarvan) worden dan heruitgezonden en met behulp van de tweede ontvanger 22 ontvangen. De controle eenheid 24 is dan ingericht om deze signalen in combinatie te verwerken teneinde de positie van de tag 2.i ten opzichte van de bakens 12.j te bepalen. Ook dit kan bijvoorbeeld op basis van een amplitude van de betreffende ontvangen signalen. Zo is het ook mogelijk dat de zender 22 alleen amplitude informatie gecombineerd met informatie bij welk baken een betreffende amplitude hoort, toe te zenden aan de ontvanger 22. Op deze wijze kan dan de controle eenheid 24 de positie van de tag 2.i ten opzichte van de bakens bepalen.
In figuur 2C wordt een alternatieve uitvoeringsvorm getoond van een tag 2.i. Bij de variant volgens figuur 2C kunnen de bakens 12.j achterwege blijven. Ook kan de eerste ontvanger 16 achterwege blijven. In dit voorbeeld is de tag 2.i voorzien van positiebepalingsmiddelen 18 in de vorm van een GPS-ontvanger. De met behulp van de GPS-ontvanger bepaalde positie van de tag 2.i wordt aan de zender 20 doorgegeven. De zender 20 zendt deze informatie geassocieerd met de identificatiecode die in het geheugen 6 is opgeslagen uit. De ontvanger 22 ontvangt deze informatie en voert deze toe aan de controle eenheid 24. Omdat de controle eenheid 24 dan wederom beschikt over positie-informatie geassocieerd met de identificatiecode van elke tag 2.i kan de controle eenheid geheel analoog zoals hiervoor omschreven de identificatiecode van de tag gebruiken wanneer de bepaalde positie van de tag zich volgens vooraf bepaalde criteria in de nabijheid van een van de in- en/of uitvoermiddelen bevindt, om informatie die door de in-en/of uitvoermiddelen middels een meting aan het dier wordt opgenomen te koppelen aan de identificatiecode van de tag en/of om informatie die geassocieerd is met de identificatiecode van de tag toe te voeren aan de in- en/of uitvoermiddelen voor het afgeven van deze informatie.
In figuur 2D wordt een alternatieve uitvoeringsvorm getoond van een tag 2.i. Bij de variant volgens figuur 2D kunnen de bakens 12.j wederom achterwege blijven. Ook de eerste ontvanger 16 in de tag kan achterwege blijven.
In dit voorbeeld is de tag 2.i voorzien van de zender 20 voor het uitzenden van een referentiesignaal. De zender 20 zendt het referentie signaal uit tezamen met de identificatiecode die in het geheugen 6 is opgeslagen. Het systeem zoals getoond in figuur 1 is in dit voorbeeld voorzien van een derde ontvanger 22’ die schematisch is weergegeven en zich op een andere positie bevindt dan de tweede ontvanger 22. De tweede ontvanger 22 en de derde ontvanger 22’ontvangen elk de informatie die door de zender 20 is uitgezonden en voeren deze informatie aan de controle-eenheid 24. De controle-eenheid 24 omvat in dit voorbeeld positiebepalingsmiddelen om op bekende wijze op basis van de met de tweede en derde ontvangers 22 en 22’ ontvangen informatie de positie van de tag te bepalen (dit kan bijvoorbeeld worden uitgevoerd op basis van een kruisbepalingsmethode waarbij amplituden en/of fasen van de met de ontvangers 22, 22’ ontvangen signalen met elkaar worden vergeleken om de positie van de tag te bepalen. Ook is het mogelijk om de derde ontvanger 22’ achterwege te laten en de tweede ontvanger 22 uit te voeren als een phased-array ontvanger. De controle-eenheid kan dan zijn ingericht om op basis van de amplitude van het ontvangen signaal de afstand van de tweede ontvanger 22 tot de tag te bepalen en om op basis van de met de phased-array ontvanger verkregen fase informatie de richting (azimuth) ten opzichte van de tweede ontvanger 22 te bepalen. Op basis van de gemeten richting (azimuth )en de gemeten afstand is dan de positie van de tag bekend. Ook kan met behulp van de zender 20 signalen worden uitgezonden die informatie omvatten over het tijdstip van uitzenden. De zender 20 is hiertoe bijvoorbeeld voorzien van een nauwkeurige digitale klok. De met de tweede ontvanger ontvangen signalen afkomstig van de zender 20 worden dan wederom aan de controle-eenheid toegevoerd. De controle-eenheid is eveneens voorzien van een nauwkeurige digitale klok. Door het tijdstip van uitzenden met het tijdstip van ontvangen met behulp van de controle-eenheid te vergelijken kan wederom de afstand van de tag tot aan de tweede ontvanger 22 worden bepaald. Dit is dan een alternatief voor het bepalen van de afstand op basis van de amplitude informatie. Tezamen met de informatie over de richting is dan wederom de positie van de tag bekend. Omdat in het voorbeeld van figuur 2D de controle-eenheid 24 dan wederom beschikt over positie-informatie geassocieerd met de identificatiecode van elke tag 2.i kan de controle-eenheid geheel analoog zoals hiervoor omschreven de identificatiecode van de tag gebruiken wanneer de bepaalde positie van de tag zich volgens vooraf bepaalde criteria in de nabijheid van een van de in- en/of uitvoermiddelen bevindt, om informatie die door de in-en/of uitvoermiddelen middels een meting aan het dier wordt opgenomen te koppelen aan de identificatiecode van de tag en/of om informatie die geassocieerd is met de identificatiecode van de tag toe te voeren aan de in- en/of uitvoermiddelen voor het afgeven van deze informatie.
In dit voorbeeld is het systeem voorzien van melkrobots. Het zal duidelijk zijn dat het systeem in plaats van, of in aanvulling op, de melkrobots ook kan zijn voorzien van andere melkmachines zoals een melkinrichting die bijvoorbeeld bij een melkput wordt toegepast. Ook kan de in- en uitvoereenheid zijn voorzien van een voerdosator om een vooraf bepaalde hoeveelheid voer uit te doseren aan een dier waarvan is bepaald dat zijn positie zich op de standplaats bevindt.
Dergelijke varianten worden elk geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.
Andere op zich bekende wijzen om de positie van het dier te bepalen ten opzichte van de in- en uitvoermiddelen vallen eveneens binnen het kader van de uitvinding. Het systeem is derhalve bij voorkeur ingericht om de positie van het dier te bepalen op iedere positie van een gebied waarin de in- en uitvoermiddelen zijn opgenomen. Dit in tegenstelling tot bekende systemen waarbij de positie van een dier alleen kan worden bepaald wanneer deze zich in de nabijheid van een lezer voor het uitlezen van een tag bevindt. In het bijzonder geldt echter dat de positiebepalingsmiddelen van het systeem niet zijn voorzien van middelen om de identificatiecode van de tag uit te lezen om daarmee zelf te bepalen of een tag zich in de nabijheid van de lezer en daarmee van de in- en uitvoermiddelen bevindt. De in-en uitvoermiddelen niet zijn voorzien van positiebepalingsmiddelen om de positie van het dier ten opzichte van de in- en/of uitvoermiddelen te bepalen. De positie van een tag kan onafhankelijk van waar het dier zich bevindt, ten opzichte van in- en uitvoermiddelen worden bepaald.

Claims (20)

1. Een systeem voor het koppelen van een identiteit van een dier dat zich op een bepaalde positie bevindt aan informatie over dat dier, waarbij het systeem is voorzien van tenminste een tag die is ingericht om door het dier te worden gedragen waarbij de tag een identificatiecode geassocieerd met het dier omvat en waarbij het systeem verder is voorzien van positiebepalingsmiddelen voor het bepalen van een positie van de tag en een processor voor het op basis van de met de positiebepalingsmiddelen bepaalde positie van de tag koppelen van de bepaalde positie van de tag aan de identificatiecode van de tag, met het kenmerk, dat het systeem verder is voorzien van in- en/of uitvoermiddelen respectievelijk voor het door middel van een meting opnemen en/of voor het afgeven van informatie over het dier wanneer deze zich in de nabijheid van de in- en/of uitvoermiddelen bevindt waarbij het systeem verder is ingericht om de identificatiecode van de tag van het dier wanneer de bepaalde positie van de tag zich volgens vooraf bepaalde criteria in de nabijheid van de in- en/of uitvoermiddelen bevindt te gebruiken om informatie die door de in- en/of uitvoermiddelen middels een meting aan het dier wordt opgenomen te koppelen aan de identificatie code van de tag en/of om informatie die geassocieerd is met de identificatie code van de tag toe te voeren aan de in- en/of uitvoermiddelen voor het afgeven van deze informatie.
2. Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het systeem is voorzien van een veelvoud van bakens die elk zijn voorzien van een zender voor het uitzenden van een zendsignaal waarbij de tag is voorzien van een eerste ontvanger voor het ontvangen van de zendsignalen en waarbij de positiebepalingsmiddelen zijn ingericht voor het op basis van met de eerste ontvanger ontvangen zendsignalen bepalen van de positie van de tag en waarbij het systeem voorts is voorzien van informatie over de positie van de in-en/of uitvoeringsmiddelen en is ingericht om te bepalen of de tag van het dier zich volgens de vooraf bepaalde criteria in de nabijheid van de in- en/of uitvoermiddelen bevindt; en/of dat de tag is voorzien van positiebepalingsmiddelen zoals een GPS ontvanger en een zender om de met de positiebepalingsmiddelen bepaalde positie van de tag uit te zenden en waarbij het systeem voorts is voorzien van een ontvanger om de door de zender uitgezonden signalen te ontvangen en waarbij het systeem is voorzien van informatie over de positie van de in-en/of uitvoeringsmiddelen en is ingericht om te bepalen, op basis van de ontvangen signalen, of de tag van het dier zich volgens de vooraf bepaalde criteria in de nabijheid van de in- en/of uitvoermiddelen bevindt; en/of dat de tag is voorzien van een zender om een signaal uit te zenden en waarbij het systeem voorts is voorzien van tenminste een ontvanger voor het ontvangen van het door de tag uitgezonden signaal waarbij het systeem is voorzien van positiebepalingsmiddelen om op basis van het met de tenminste ene ontvanger ontvangen signaal de positie van de tag te bepalen en waarbij het systeem is voorzien van informatie over de positie van de in-en/of uitvoeringsmiddelen en is ingericht om te bepalen op basis van de ontvangen signalen of de tag van het dier zich volgens de vooraf bepaalde criteria in de nabijheid van de in- en/of uitvoermiddelen bevindt.
3. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de positiebepalingsmiddelen in de tag zijn opgenomen en waarbij het systeem voorts is voorzien van informatie over de positie van de in-en/of uitvoeringsmiddelen om te bepalen of de tag van het dier zich volgens de vooraf bepaalde criteria in de nabijheid van de in- en/of uitvoermiddelen bevindt.
4. Systeem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de tag is voorzien van een zender om informatie over de ontvangen signalen uit de zenden waarbij het systeem verder is voorzien van een tweede ontvanger voor het ontvangen van de informatie en waarbij de positiebepalingsmiddelen zijn ingericht om de positie van de tag te bepalen op grond van met de tweede ontvanger ontvangen informatie over door de eerste ontvanger ontvangen signalen.
5. Systeem volgens een der conclusies 2 of 4, met het kenmerk, dat de bakens vast staan opgesteld.
6. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het systeem is voorzien van tenminste een standplaats voor een dier waarbij tenminste een van de in- en/of uitvoermiddelen op tenminste een van de standplaatsen van het dier staan opgesteld.
7. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tenminste ene standplaats van het dier zich op een positie bevindt waar een dier wordt gemolken met een melkmachine zoals een melkrobot of een melkinrichting die bijvoorbeeld bij een melkput wordt toegepast.
8. Systeem volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat het systeem is voorzien van een door hekken omkaderd gangpad en een bestuurbaar toegangshek dat toegang verschaft tot het gangpad waarbij de tenminste ene standplaats via het gangpad kan worden bereikt door het dier waarbij in het bijzonder het gangpad toegang verschaft tot een veelvoud van standplaatsen waarbij een dier kan worden gemolken door een melkrobot en die elk zijn voorzien van tenminste een van de in-en uitvoermiddelen.
9. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het systeem is voorzien van een veelvoud van standplaatsen die elk zijn voorzien van tenminste een van de in-en uitvoermiddelen.
10. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het systeem is voorzien van een door hekken omkaderd gangpad en een bestuurbaar toegangshek dat toegang verschaft tot het gangpad waarbij de tenminste ene standplaats via het gangpad kan worden bereikt door het dier waarbij in het bijzonder het gangpad toegang verschaft tot een veelvoud van standplaatsen waarbij een dier kan worden gemolken door een melkrobot en die elk zijn voorzien van tenminste een van de in- en uitvoermiddelen.
11. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste een van de in- en uitvoermiddelen zijn voorzien van een display waarbij het systeem is ingericht voor het afbeelden van informatie van het dier dat zich nabij de in-en uitvoermiddelen bevindt.
12. Systeem volgens conclusies 6 en 11, met het kenmerk, dat het systeem is ingericht om informatie op het display af te beelden van een dier dat zich op een standplaats bevindt nabij waar het display staat opgesteld.
13. Systeem volgens conclusies 7 en 11, met het kenmerk, dat het systeem is ingericht om informatie af te beelden van het dier dat op de standplaats wordt gemolken.
14. Systeem volgens conclusies 10 en 12 of volgens conclusies 10 en 13, met het kenmerk, dat het systeem is ingericht om informatie af te beelden op het display die met tenminste een van de sensoren is verkregen.
15. Systeem volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het systeem is voorzien van tenminste een voerautomaat die op een van de standplaatsen staat opgesteld.
16. Systeem volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de in-en uitvoereenheid is voorzien van een voersensor om te meten hoeveel voer een dier waarvan is bepaald dat zijn positie zich op de standplaats bevindt bij de voereenheid vreet en/of dat de in- en uitvoereenheid is voorzien van een voerdosator om een vooraf bepaalde hoeveelheid voer uit te doseren aan een dier waarvan is bepaald dat zijn positie zich op de standplaats bevindt. .
17. Systeem volgens een der voorgaande conclusies 15 of 16, met het kenmerk, dat de in-en uitvoereenheid tenminste een display omvat dat bij de voereenheid staat opgesteld waarbij het systeem is ingericht om informatie van het dier waarvan is bepaald dat zijn positie zich op de standplaats van de voerautomaat op het display af te beelden.
18. Systeem volgens conclusies 16 en 17, met het kenmerk, dat de op het display afgebeelde informatie met de voersensor is verkregen.
19. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het systeem is ingericht om de positie van het dier te bepalen op iedere positie van een gebied waarin de in- en/of uitvoermiddelen zijn opgenomen.
20. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de in-en uitvoermiddelen niet zijn voorzien van positiebepalingsmiddelen om de positie van het dier ten de in- en/of uitvoermiddelen te bepalen en/of dat de positiebepalingsmiddelen van het systeem niet zijn voorzien van middelen om de identificatiecode van de tag uit te lezen.
NL2017104A 2016-07-05 2016-07-05 Een systeem voor het koppelen van een identiteit van een dier dat zich op een bepaalde positie bevindt aan informatie over dat dier. NL2017104B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2017104A NL2017104B1 (nl) 2016-07-05 2016-07-05 Een systeem voor het koppelen van een identiteit van een dier dat zich op een bepaalde positie bevindt aan informatie over dat dier.
PCT/NL2017/050445 WO2018009063A1 (en) 2016-07-05 2017-07-04 A system for linking an identity of an animal that is at a determined position to information about that animal.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2017104A NL2017104B1 (nl) 2016-07-05 2016-07-05 Een systeem voor het koppelen van een identiteit van een dier dat zich op een bepaalde positie bevindt aan informatie over dat dier.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2017104B1 true NL2017104B1 (nl) 2018-01-12

Family

ID=56990925

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2017104A NL2017104B1 (nl) 2016-07-05 2016-07-05 Een systeem voor het koppelen van een identiteit van een dier dat zich op een bepaalde positie bevindt aan informatie over dat dier.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL2017104B1 (nl)
WO (1) WO2018009063A1 (nl)

Cited By (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US10986817B2 (en) 2014-09-05 2021-04-27 Intervet Inc. Method and system for tracking health in animal populations
US10986816B2 (en) 2014-03-26 2021-04-27 Scr Engineers Ltd. Livestock location system
US11071279B2 (en) 2014-09-05 2021-07-27 Intervet Inc. Method and system for tracking health in animal populations
USD990063S1 (en) 2020-06-18 2023-06-20 S.C.R. (Engineers) Limited Animal ear tag
USD990062S1 (en) 2020-06-18 2023-06-20 S.C.R. (Engineers) Limited Animal ear tag
US11832587B2 (en) 2020-06-18 2023-12-05 S.C.R. (Engineers) Limited Animal tag
US11832584B2 (en) 2018-04-22 2023-12-05 Vence, Corp. Livestock management system and method
US11864529B2 (en) 2018-10-10 2024-01-09 S.C.R. (Engineers) Limited Livestock dry off method and device
US11960957B2 (en) 2020-11-25 2024-04-16 Identigen Limited System and method for tracing members of an animal population
US12099893B2 (en) 2020-07-01 2024-09-24 S.C.R. (Engineers) Limited Device assignment system and method

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2023824B1 (nl) * 2019-09-12 2021-05-17 Nedap Nv Werkwijze voor het genereren van een lijst met identificatie informatie van dieren.

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2004008343A1 (en) * 2002-07-12 2004-01-22 Proxigo Ab System and method for media distribution in a physical area
WO2012074387A1 (en) * 2010-11-29 2012-06-07 N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap Electronic locating system
WO2013006056A1 (en) * 2011-07-05 2013-01-10 N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek "Nedap" System for analyzing a condition of an animal
US20140121558A1 (en) * 2012-10-25 2014-05-01 Maria Victoria ALONSOPEREZ LANZA Device and method for the early detection of cattle physiological variables and location in a remote and autonomous way

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2004008343A1 (en) * 2002-07-12 2004-01-22 Proxigo Ab System and method for media distribution in a physical area
WO2012074387A1 (en) * 2010-11-29 2012-06-07 N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap Electronic locating system
WO2013006056A1 (en) * 2011-07-05 2013-01-10 N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek "Nedap" System for analyzing a condition of an animal
US20140121558A1 (en) * 2012-10-25 2014-05-01 Maria Victoria ALONSOPEREZ LANZA Device and method for the early detection of cattle physiological variables and location in a remote and autonomous way

Cited By (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US10986816B2 (en) 2014-03-26 2021-04-27 Scr Engineers Ltd. Livestock location system
US11963515B2 (en) 2014-03-26 2024-04-23 S.C.R. (Engineers) Limited Livestock location system
US10986817B2 (en) 2014-09-05 2021-04-27 Intervet Inc. Method and system for tracking health in animal populations
US11071279B2 (en) 2014-09-05 2021-07-27 Intervet Inc. Method and system for tracking health in animal populations
US11832584B2 (en) 2018-04-22 2023-12-05 Vence, Corp. Livestock management system and method
US11864529B2 (en) 2018-10-10 2024-01-09 S.C.R. (Engineers) Limited Livestock dry off method and device
USD990063S1 (en) 2020-06-18 2023-06-20 S.C.R. (Engineers) Limited Animal ear tag
USD990062S1 (en) 2020-06-18 2023-06-20 S.C.R. (Engineers) Limited Animal ear tag
US11832587B2 (en) 2020-06-18 2023-12-05 S.C.R. (Engineers) Limited Animal tag
US12099893B2 (en) 2020-07-01 2024-09-24 S.C.R. (Engineers) Limited Device assignment system and method
US11960957B2 (en) 2020-11-25 2024-04-16 Identigen Limited System and method for tracing members of an animal population

Also Published As

Publication number Publication date
WO2018009063A1 (en) 2018-01-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2017104B1 (nl) Een systeem voor het koppelen van een identiteit van een dier dat zich op een bepaalde positie bevindt aan informatie over dat dier.
NL2005776C2 (nl) Elektronisch lokaliseersysteem.
US11730141B2 (en) Method for matching a sensor device to an identity (ID) tag for animals and system for performing such method
EP2914099B1 (en) A system and a method for real time detection of the position and behaviour of a plurality of animals
US20160003932A1 (en) Method and System for Estimating Error in Predicted Distance Using RSSI Signature
KR20170038879A (ko) 공장에서 모니터링될 대상의 재고를 검출하기 위한 시스템
US20100097194A1 (en) Tracking Variable Conditions Using Radio Frequency Identification
JP6474370B2 (ja) タグid識別システム
KR101697546B1 (ko) 비콘을 이용한 보안관제시스템
KR20190049107A (ko) 차량의 서열 관리 시스템 및 그 방법
NL1031625C2 (nl) Diagnosewerkwijze alsmede diagnose-inrichting voor een dieridentificatiesysteem, in het bijzonder een dieridentificatiesysteem van een melkinstallatie en melkinstallatie met een dieridentificatiesysteem.
EP2497360B1 (en) System and method for individually checking and feeding animals without (working) identification label
EP3292422B1 (en) Contactless detection system of the position of objects on a surface
CN104077623A (zh) 基于rfid技术实现的服装款式监控管理系统及实现方法
NL2013572B1 (nl) Systeem voor het monitoren van een dier met behulp van een G-sensor.
NL2006796C2 (nl) Systeem voor het observeren van dieren.
WO2014203386A1 (ja) 行動分析装置
CN105320910B (zh) 钢品追踪识别系统
EP2806384A1 (en) System for managing locations of items
NL2025037B1 (nl) Locatievalidatie-eenheid voor het valideren van een locatie van ten minste één dier, veebeheersysteem, werkwijze en computer programma.
NL2025351B1 (nl) Label geschikt is om te worden gedragen door een dier, en positioneringssysteem voorzien van een label.
EP3381273B1 (en) Determination of life of animal management tags
EP2111100B1 (en) System for detecting an animal passing a defined area in or opposite to a walk-through direction of the area
KR20180089157A (ko) 물류 정보 전송장치
JP2006194735A (ja) 位置検出システム及び位置検出方法